)URE TIJDE IV -"TT4" Maak DAN UW GEZONDHEID echter ook. ULSTER, RAGLAN, WINTEROVERJAS, RATINÉ-CQLBERT enz. De Europeesche Oorlog. Botermarkt 19. ENGELSCHE BRIEVEN. Totaal 71 eigen en aangestoten winkels in Nederland. Het is zuinigheid in ons klimaat op koude winterdagen ©en dunne Bemisaison te bljjven dragén. Is Uw Winterjas niet mooi meer en ziet IT tegen de kosten van een nieuwe op? e@ES een gang naar een onzer magazijnen. Zeg* desnoods vooraf aan den verkooper hoeveel U wilt besteden. E©n degelijke warme jas, ketzij 334a 340 leveren wij U daarvoor stellig. Een paar jaar is er zeker netjes mèe. Denkt er om, dat wij door onze enorme inkoopcombinats© heel wat meer kunnen dan de moesten. niet willen behandelen in den korten tijd, die ons nog scheidt van 1 Januari 1916 en dien de Kamer dringend noodig heeft voor andere werkzaamheden. Voorts werd opgemerkt, dat gaandeweg brj het M. U. L. 0. de neiging is ontstaan om lie concurrent te worden van de middelbare school, door ook speciale voorbereiding te willen zijn voor inrichtingen van beroeps onderwijs. In hoeverre dit tweeledig karak ter van M. U. L. 0. al of niet behouden behoort te blijven, wenschte men voor het oogenblik buiten beschouwing te laten, maar bij" een definitieve regeling behoort deze vraaponder de oogen te worden gezien en moet ten aanzien van plaats en bestemming van dit onderwijs een beslissing worden ge-* nomen. Ten aanzien van de subsidieregeling werd d6or eenige leden betoogd, dat het rationeel ware in meerdere mate met de bevoegdheden van het onderwijzend personeel rekening te houden. Onderwijzers met middelbare akten z£n, naar deze leden opmerkten, meer waard voor het onderwijs dan onderwijzers met lagere akten. Maar dan behoort voor onder wijzers met middelbare akten ook hooger subsidie te worden toegekend. Andere leden bestreden deze zienswijze. Zij wezen op het onlogische, dat er in zou zijn gelegen, indien do Regeering, die zelve de lagere akten uiL reikt, in de subsidiebepalingen als het ware de onvoldoendheid dezer akten uitsprak. Sommige leden zouden wensvheo, dat voor M. L. O.-scholen, alleen bestaande uit een 7de, 8ste en 9de leerjaar, voor elke klasse subsidie zou worden verleend voor één onderwij'zer, met "de bepaling, dat een klasse ten hoogste 25 leerlingen mag 6e- vafteiL Sommige leden zouden de oprichting van M. U. L. O.-scholen voor gemeenten van zeker zielental verplicht wiïlen stellen, on der yoorbehoud natuurlijk van doeltreffende bejalingen, om in kleine gemeenten die op richting geldelijk mogelijk te maken. Van andere zijde werd dit denkbeeld be streden. De vraag werd gesteld, of de tijd niet is gekomen om een afzonderlijk Rijkstacht voor het U. L. 0. en M. U. L. 0. in te stel len, dat tot taak zou hebben de ontwikkeling van dat onderwijs te bevorderen. Anderen gevoelden voor dit denkbeeld geen sympathie. (Vian onzen Londenschen Briefschrijver). (Nadruk verboden). Londen,' 7 Nov. De Engelschman en de Hollander mo gen in veie opzichten verschillen, in een ding stemmen zij1 Volkomen overeen: bei den beschouwen zij de vrijheid van geweten, de vrijheid van gedachte, als een hunner meest gewaardeerde bezittingen. Vrijbeid van gedachte, daarmede hangt vrijheid van druk pers ten nauwste samen. En het is een feit, dat zeifö in oorlogstijd, nu om militaire en politieke redenen een strenge censuur op de pers wordt uitgeoefend, toch aan de dag bladen nog wel zooveel vrijheid gelaten wordt, dat scherpe kritiek op het regeerings- heleid eer regel dan uitzondering is brj een deel der Britsche pers. Nu is kritiek in normale tijden een ge zond verschijnsel. Zij prikkelt en zet aan tot de uiterste krachtsinspanning. Zij is opwek- kender dan toejuiching en te heilzamer naar mate zij op eerlijker, zuiverder grondslag staat. In een tijd als de tegenwoordige even wei kan zij een geheel tegenovergestelde uitwerking hebben. Waarlik, van gebrek aan werkkracht^ voortvarendheid en orga nisatiegeest kan men de Britsche regeeriug niet beschuldigen. Zijn er misrekeningen ge weest welke regeering, welke diplomatie maakte géén fouten? En als een deel der peis de schrik om het hart slaat als Bul garije de partij der centrale mogendheden kiest, dringt zich dan niet onmiddellijk de vraag aan ons op: Wat moet Duitschland, wat moet Oostenrijk gevoeld hebben, toen Itaiië hun den oorlog verklaarde? En is die groote overwinning van'de verbondenen dan ook m Duitschland besproken als een schik- kel^ke fout als een schromelijk falen der Duitse he diplomatie? En Ook een andere vraag stellen wij ons. Welk een indruk moet het maken op „the pian in the streef', op den eenvou- digen burger, die zijn wijsheid put uit de kolommen wan zijn krant-, als daarin met groote wóórden in somberen stjjl wordt ge sproken over tekort-komingeD, misrekenin gen, fouten, al te maal twijfel voedend aan de bekwaamheid der bewindvoerders, en dat in een tijd. nu eendrachtig samenwer ken, kloekheid, en vertrouwen ae eerste ver- eischten zijn tot een spoedig en suocesvol1 einde van den strijd? Critiek? Goed, ook in dezen tijd, maar opbouwende, niet afbrekende critiek; st'eun, niet ondermijning van het gezag. Wat zal er omgegaan zijn in dé harten van heel dat vrijheidlievende Britsche volk, toen het te liooren kreeg dat het Londen- scno avondblad „De Globe" door de politie in beslag was genomen? Was het een gevoel van schrik of verbastering over dien „aan slag" op de vrijheid der drukj>ers? Ik zal liet u zeggen. Alle Engelschen, met wie ik het geval besroken heb, om het even of zij voor- of tegenstanders waren van de politieke richting, die „The Globe" voorstaat, om het even of zjj „The Globe" als een .eerbiedwaardig of als een jingo-blad bestempelden, juichten hartgrondig den maat regel toe en er was niet één, die niet als zijn diepgevoelde meening te kennen gaf, dat eenige andere bladen van denzelfden stem pel volkomen hetzelfde lot verdienden. Ik zal nu hier niet diep ingaaji op de oorzaken, die tot den drast-isehen maatregel hebben geleid. Wjj weten nu officieel aat lord Kitchener niet zijn ontslag heeft ge- viaagd, wij weten, dat hij een bezpek brengt aan het Oosteljjk oorlogsterrein en dus is de rust in de gemoederen wedergëkeerd. Wij begrepen, dat de regeering of de militaire autoriteiten wel zeer grondige redenen zul len hebben gehad om niet onmiddellijk, na dat de wilde geruchten hun vlucht namen, alles te zeggen, wat zij wisten, en wij zul len dan ook niet zoo aartsoppervlakkig zijn de penvoerders der Londensche bladen te volgen in hun veroordeeling van het Pers bureau, omdat het, naar hun meening, te lang wachtte met zijn officieele verklaring. Wat zijn er toch een aantal betweters in den lande en wat zouden zij niet elk op hun eigen wijs den boel in het honderd doen loo- pen, als zij zelf eens voor de taak werden gesteld het werk te doen, waarvoor de regeering geroepen is! Minister Asquith heeft zjjn terugkeer in het Lagerhuis na zijn gelukkig korte ongesteldheid .gevierd met een redevoering, waarin hij een zeer omstandig overzicht gaf van den toestand van het oogenblik. Nu is een dergelijke zeer lange rede, waarin geen enkel onderdeel werd verwaarloosd, een moeilijk ding om dadelijk in zijn geheel te overzien. Ik heb den Bersten Minister verscheiden malen hooren 'spreken en het is dus niet op losse schroeven, dat ik als mijn meening geef, dat hoe weergaloos krap, helder en logisch zijn betoog ook immer ia, h\\ de gave mist, om door zijn woord de hoorders mee te sleepen en geestdrift te wék ken, zooals een Lloyd George dat kan. $faar des te beter in een tjjd als dezen is het om te bemerken, dat als men zijn woorden overdenkt en het volledig verslag er van herleest-, die herlezing ze aan waar de en overtuigingskracht doet winnen. Laat ik onmiddellijk zeggen, dat de eindindruk on verdeeld gunstig is en dat de rede de at mosfeer, vertroebeld door het pessimisme der gele pers, gezuiverd heeft. De positie der regeering is er door ver sterkt en het beste van al is de duidelijke "verklaring, dat hij zelf niet van zins is aan zijn onverantwoordelijke aanvallers de ge noegdoening te geven, zijn plaats te ruimen voor een ander. Wat GrooLBriita.ilje aan dezen staatsman verschuldigd is, zal do geschiedenis leeren. Nu reeds kan worden gezegd, dat de in wendige politiek der laatste zeven jaren on afscheidelijk met zijn naam is verbonden en dat thans in de grootste crisis, die de wereld ooit aanschouwde, hij 2200 algemeen het vertrouwen van het Engelsche volk ge- met, 'dat de lage aanvallen, waaraan hij en zi;n mede-ministers beurtelings blootstaan ook-al bemoeilijken Zij zijn werk in niet geringe mate hem niet meer behoeven te deren dan het gekef van een losgelaten schoothondje, een Sint-Bernard of New- Foundlander deert. Zijn sterk karakter en on gewoon helder verstand, gepaard met een zeer ver-zienden blik maken hem bij uitstek geschikt voor de zware taak, die nu al meer dan vijftien maanden op zijn schou ders rust Zijn moed wordt groot-er, naar mate de moeilijkheden gTooter worden. Po pulariteit noch sympathie heeft hn ooit ge zocht; hij heeft zijn daden voor hem laten spreken en die hebben hem de achting ge geven en het aanzien, dat hij thans geniet. En daarom zou het een ramp geweest z£n, als hij in een vlaag van ontmoediging over de voortdurende sluipende aanvallen der gele pers, thans ware heengegaan. Het zou begrijpelijk zijn geweest engemakkelijk, maai- wie kan zeggen, dat hij het zich ooit gemakkelijk heeft gemaakt? Integendeel. Wie is het, die tijdens lord Kitchener's afwezigheid de portefeuille van Oorlog heeft genomen? Het is wederom As quith. Wanneer men zich bedenkelijk af- vraagd of nu waarlijk de Eerste Minister niet te veel van zijn krachten vergt, dan! kan gelukkig 't antwoord luiden, dat door de instelling van het nieuwe ministerie voor munitie (onder Lloyd George) 'en door 'in richting van een nieuw stelsel voor de re- cruteering (onder lord Derby) het werk van het oorlogsdepartement beduidend is ver licht. Men behoeft zich niet de vraag te stellen of minister Asquith wel genoeg van krijgs kunst afweet om al is 't ook tqdelijk den zoo gewic-htigen post te bekleeden. Vier maanden voor het uitbreken van den oorlog maakte Groot-Brittanje een zeer ernstige inwendige crisis door. Home Rule was aan de orde en de toenmalige minister van Oorlog, kolonel Seely, wiens positie onhoudbaar geworden was, viel. Toen was het-, dat minister As- quitn voor de eerste maal de Oorl/Ws-por te- feuille zelf opnam en zoo de rust deed we derkeren. Ook toen neeft men zich wel afgevraagd, waarop de Eerste Minister de overtuiging grondde, dat Dij voor dat speciale kennis vereiscnende departement de bekwaamheid bezat Ten onreciite evenwel, want jarenlang had deze veelzijdige staatsman het voor zitterschap bekleed van de Commissie voor de verdediging van het Rijk (Committee of Imperial Defence), een college, dat alle vraagstukken van de verdediging van het Britsche R^jk; ernstig en grondig bestudeer de, hoofdzakelijk voor zoove» het betrof een onverhoedschen inval in Engeland zelf, maar ook het veel meer omvattende vraagstuk der verdediging van Groot-Brittanje's uitge breide bezittingen overzee. Van die studie en de daaruit voortgevloeide resultaten heeft in dezen oorlog reeds het Britsche Rijk de heilzame werking gevoeld, getuige de steun, dien alfe zelfr^eerende gebieden onder Brit sche vlag in dezen oorlog hebben gegeven. Redmond aan het front. De Iergche leider Redmond, die, zooals vij reeds mededeelden, aan het westelijk front de Ierscho regimenten bezocht en toegesproken heeft, heeft daarna ook nog in het Belgische hoofdkwartier een onder- boud gehad met koning Albert. Redmond verzekerde den koning, dat het Iersche volk tot het einde toe zal strijden voor de onaf hankelijkheid van België en dat er geen sprake zou zijn van vrede, vóór dat doel zaïl zijn bereikt. De koning, die diep bewogen was, uitte zijn dankbaarheid voor de hulp, die Ier land aan de berooide Belgen, die hun huizen hadden verlaten om den invaller te ontvluchten heeft verleend en verklaar de verder, dat geen Belg de wapenen zou neerleggen, alvorens het land uit den greep van den vijand verlost za4 zijn. Op weg naar de Belgische linies werd Redmond's automobiel door een schild wacht aangehouden. Deze onderzocht zijn pas, die in orde was, maar verbood hem, verder te reizen. Eindelijk besloot de sol daat, na langdurige uiteenzettingen, Red mond op diens eigen verzoek te arresteeren en naar het hoofdkwartier van den koning tc zènden, waa het misverstand spoedig was opgelost. De Duitsche reserve. Uit Zevenaar meldt men: Als een staaT tje van bepaald gebrek aan manschappen in Duitschland zij vermeld, dat in het na burige Bergh een vrouw woont, wier zoon Duit-sch onderdaan is en als zoodanig dan ook den geheelen oorlog heeft meegemaakt. Laatst was deze jongeman voor de tweede maal terug van het iEront, ditmaal met een gedeeltelijk verbrijzelden linkerarm. En nu verneem ik, dat, ofschoon dat lichaams deel geheel verstijfd is, hij toch weer voor den militairen dienst is goedgekeurd, zij het dan ook voor bewakingsdiensten e.d. Als men nu zoo'n geval vernoemt, dan steekt zulks wel vreemd af bij de mededee- lingen van Dditscher^ die nog steeds be weren, dat ze nog mannetjes genoeg heb ben, „want," zoo zeggen zij, „alle garnizoe nen wemelen nog van militairen." Daarbij vergeet de groote massa dan, dat dit de allerlaatste reserves zijn, die Duitschland nog heeft. De hu!p van Japan. Japan heeft aan Rusland groote hoe veelheden wapens en munitie geleverd en zal dit blijven doenzoo heeft de Japan- sche minister van Buitenlandsche Zaken aan den oorresponjent van het „Petit Journal" verklaard. Twee Ja.pansche ar senalen werken zonder ophouden voort en vervaardigen groote hoeveelheden" muni tion Rusland heeft geen manschappen noo dig, maar slechts het derde deel van zijn gemobiliseerde mannen is gewapend. Te gen het eind van de maand zal Ja-pai, de andere twee derden voor een groot gedeel te van wapenen hebben voorzien. Tot nu toe heeft Japan er nog niet over gedacht, een leger naar Europa te zen den. Mocht dit echter gewenscht blijken, dan zal het terstond een zeer sterk leger zenden, dat geen gevaar zou loopen, ver slagen te worden. Volgens berichten uit Boekarest moeteü te Odessa honderd Japansche kanonnen zijn aangekomen, die naar de grens van Bessarabië en Boekawina zouden zijn ver voerd Kardinaal Mercier niet naar Rome? De „Messagero" meldt, dat kardinaal Mercier niet naar Rome zal komen, wijl de Duitschers hem willen dwingen over Duitschland on in gezelschap van kardi naal Hartmann te reizen, terwijl kardi naal Mercier er op bleef staan, via Ne derland, Engeland en Frankrijk te rei zen. De Heropening van dett Rijksdag. In het departement van binnenlandóche zaken te Berlijn, werden de besprekingen d>er leiders der verschillende fracties in zake de a.s. zitting van den Rijksdag aan gevangen. Heden worden die besprekin gen voortgezet. Maandag a.s. zullen de partijleiders een onderhoud met den rijkskanselier hebben. De Rijksdag zal in deze zitting het wets voorstel op de voorbereiding der oorlogs winstenbelasting, volgens hetwelk de han delsmaatschappijen verplicht worden, 50 pCt van hun oorlogswinst in reserve te houden, behandelen. De behandeling van dit wetsvoorstel zal tot heftige discus sies aanleiding geven en verschillende fracties zullen wijzigingen en amendemen ten voorstellen. De rijkskanselier zal in een lange re devoering den algemeenen toestand en de binnen- en buitenlandsche politiek bespre ken. Samenzweringen van indianen. Gedurende het laatste jaar is het her haaldelijk in de Vereenigde Staten opge vallen, dat er Indiaansohe complotten in de Vereenigde staten bestaan. Thans twij felt men er niet meer aan, zoo schrijft de correspondent van de „Times" te Was hington aan zijn blad, dat deze Indiaan- sche beweging in verband staat met de Duitscho propaganda. Vrouwelijke conducteurs, die de broek asn hebben. Wat zelfs do vorstin „Mode" niet heeft kunnen bereiken, heeft Mars tot stand ge bracht. Berlijn hoeft thans op de Hoch- bahn vrouwelijke conducteurs, die broeken dragen. Reeds lang waren er vrouwen werk zaam bij de Hochbahn, maar slechts als kaartjesverkoopsters en contróleuscs. Thans echter doen zij als conductrices dienst en is het, met het oog op de be zwaren die het dragen van rokken mede brengt, noodig gebleken haar in een broek dienst té 'laten doen. Het „Berliner Tageblatt" geeft een por tret van een conductrice in uniform. Zij draagt de gewone spoorwegpet, een buis, dat het midden houdt tusschen een conduc- teursjas en een tailleurmanteUj'e cn een broek. AMSTERDAM, Leidschcstraat hoek Heerengraoht. AMSTERDAM, le Van Swir.d'ensbraat 29-31. AMSTERDAM, Ferdinand Bolstraat, hoek Albert Chiypstraat 79-74. ROTTERDAM, Binnenweg hoek Eendrachtst-raat'. UTRECHT, Mariaplaahs 3 (4e huis van de hoek). LEIDEN, Botermarkt. ZAANDAM, Damstraat 11. DELFT, Markt 14-10. 'b-HERTOGENBÖSCH, Markt. 's-H ERTOG ENBO SCPI, Snell est raat. MIDDELBURG, Langédelft. EINDHOVEN, Reohtestraat. HELMOND, Kerkstraat 43. MAASTRICHT, Groote Straat 36. VENLO, Vleeschstraat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 14