Nederland en de Doriog. N% 17100 Woensdag 34 November, Tweede Blad, A0. 1915. UIT ONS LAND. feuilleton FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. LEIDSCH DAGBLAD a£f UIT ONZE STAD. Een ernstige waarschuwing. De Burgemeester van Leiden brengt het volgende onder de aandacht van belang- hebbenden: De firma Eckert Pflug fce Leipzig ver vaardigt reclameplaten van fabrieken met omgeving; in perspectief, waartoe een tee kenaar der firma zich op het oogenblik hier te lande ophoudt om bestellingen op te nemen. Wanneer ons land in den oorlog betrok ken werd, zouden deze platen ongetwijfeld van belang zijn voor vijandelijke vliege niers, zoodat heb aanbeveling verdient, dat eigenaars of bestuurders van groote fa brieken in het belang van de veiligheid daarvan, geen opdracht aan genoemde fir ma verstrekken tot vervaardiging van der gelijke teekeningen hunner fabrieken. Het dienstweigerings-manifest en een ontslagkwestie. Men meldt uit Utrecht De hulpbeeteller, de heer H. Kapteijn, jeoretaris van de afdeöling Utrecht van den Bond van Christen-socialisten, heeft van den directeur van het postkantoor te Utreoht, namens den minister van "Water staat, bericht gekregen, diat, in verband met zij-n onderteekening van een manifest tot dienstweigering, van 1 Jan. 1916 af op zijn diensten door de administratie der pos terijen geen prijs meer wordt gesteld. Reeds 23 October richtte minister O. Lely tot dien betrokkene een schrijven, waarin de onderteekening van het befcendle manifest voor personen, .die den eed of de belofte van rijks-amibbenaar moeten afleg gen, als ven e enenmale ontoelaatbaar wordt veroordeeld. De minister sprak zijn ver trouwen uit, dat de heer Kapteijn bij kalm nadenken tot het inricht zóu komen, dat onderteekening zijnerzijds van het mani fest niet in overeenstemming was geweest met de verplichtingen, die voortvloeien uit een tijdelijke rijksbetrekking en dat hij be reid zou rijn ten spoedigste mede te deelen, dat hij de onderteekening als niet gedaan wensohfce te zien beschouwd. Op 30 October j.l. ontving de heer Kap teijn oen aansporing van den secretaris-ge neraal, den heer Salverda de Grave, om „de beantwoording zooveel mogelijk te be spoedigen." Op 3 November j.l. antwoordde do heer Kapteijn o.a., „dab hij na kalm nadenken zich aan zijn geweten verplicht acht, rijn onderteekening op het manifest in zake dienstweigering te handhaven." Op 3 November j.l. ontving de heer Kap teijn daarop weer een schrijven van den minister, inhoudende o.a. dat de verkla ring in het manifest, niet wel te vereenigen was „met de vervulling van eenige door het openbaar staatsgezag opgedragen func tie, waarvoor bij vaste aanstelling het af leggen van 'n eed „belofte" wordt vereischt die tot. getrouwheid aan de Koningin en gehoorzaamheid aan de wetten van den St;>at verplicht." Voorts spoorde de minister nogmaals aan tot heb ongedaan maken van de ondertee kening en vervolgde dan„Bestaat hierte gen bij u overwegend bezwaar, daai kan het, op grond van het bovenstaande, bij u geen bedenking ontmoeten, het zelf daar heen te ledden, dat gij in uw tegenwoordige betrekking niet wordt gehandhaafd. Mocht Uit het Engolsch van Miss YONGE. (Nadruk Verboden). 17) Violette zag hen beiden dikwijls in druk gesprek en eenmaal zeide John iets aan gaande het vooruitzicht van haar te Brog- den gevestigd te ried; doch bemerkende, dat zij er onkundig van was, trok hg zich terug, maar hij had reeds genoeg gezegd, ©m haar beur rust te benemen. Zg zou, wat haar zelve aanging, het verreweg ver kozen hebben buiten te wonen; maar als zij zich dan voorstelde, dat Arthur onop houdelijk bij Theodora zou zijn, terwijl zij zelve in heb kleine zijkamertje, dat zij op dien regenachtigen dag bezocht had, zou zijn opgesloten, word het haar zeer be^ nauwd om het hart. Eens op een morgen kon zij niet lezen, noch rustig blijven ritten, zoozeer kwelde haar die onzekerheid; en om het zich uit het hoefd te zetten, begaf zij zich naar den tuin len ging de bloemen en den pauw eens bezien. Toen zij den hoek eener laan omsloeg, hoor de zij Arthur zeggen: „Juist zoo; twee dui zend is waarlijk zoo min als het kan. Ha! Violette I" En hij trad, door Theodora ver- Sgezeld, uit eon dicht belommerde laan te doorschijn. „0, ik wil' u niet storen," sprak Violette aeer verlegen „ik kwam slechts even buiten fcin frissche lucht te scheppen." „En dat nog wel zonder hoed; wilt gij zoöi gij onverhoopt bij dezen mijn gevoelen niet deelen, dan zal ik, hoewel tot mijn leedwe zen, verplioht zijn te verordenen, dat eer lang van uw diensten van hulpbeeteller geen gebruik meer zal worden gemaakt." Antwoord werd ingewacht vóór 15 Nov. Ofsohoon onderwijl de heer Kapteijn in aanmerking kwam voor de betrekking van vasten besteller, heeft hij den 12den No vember aan den minister geantwoord, ,,da/t er bij hem overwegend bezwaar tegen# be staat, de onderteekenirig van het manifest tegen dienstplicht als ongedaan te doen beschouwen, m. a. w. dat hij rijn ondertee kening meent te moete-n handhaven." Naar aanleiding van dit antwoord werd den heer Kapteijn op 20 November j.l. door den directeur van het postkantoor te Utrecht zijn ontslagbrief ter hand ge steld. De ontslagene is niet. geschorst gewor den, dooh zal tot eindie December gewoon in dienst blijven. Te Appingedam zijn 25 geïnterneerde Belgische sol-daten aangekomen, om op de vlasfabriek en de bransmotorenfaibriok als vlaewerkere, bankwerkers en vormens te werken. De N. V. Zwolsohe Ijzergieterij en Ma chinefabriek „De Nijverheid" "firma G. J. Wispelweij en Co. te Zwolle kreeg bericht, dat de door haar aangevraagde Belgische geïnterneerden a.s. Woensdag bij haar in het werk komonmot inbegrip van het be wakingsdie taohementbomen er ongeveer 30 personen. Twee bakkers te Rotterdam, die op broodkaarten te veel brood hadkJen aange- teekend, rijn gestraft met inhouding van 2 weken goedkoop meel. Zendingen vee, die uit Nederland door Duitschland per epoor worden doorge voerd, moeten vergezeld zijn van een ver gunning tot dóórvoer door DudtsChlamd van de Pruisische regeerimg, en een ver gunning tot invoer, afgegeven door de re- geering van het land waarheen d'o zending bestemd ia. Ieder stuk vee moet verder een nummer -dragen, dab in de vrachtbrieven en in de Warenerklarungen moet rijn vermeld. Voorts moet 't gewicht van elk stukvee in het bijzonder daarin omschreven zijn. Bij niet-voldoen aan deze voorschriften wordt het vee door de Duitsche douane niet toe gelaten. Uit de interneeringskampen van Zeist en Harderwijk zijn gisteren in Amsterdam aangekomen 108 Belgische geïnterneerden, allen personen, die vóór het uitbreken van den oorlog in de Belgische fabrieken werk zaam waren en die nu, na aan een klem examen te zijn onderworpen, uit welke on dervraging hun bekwaamheid als vakman moest blaken, in Amsterdam op een viertal fabrieken aan het werk zullen gaan. De Werkspoor heeft van deze Belgen zes tig man in dienst genomen; Diaa Santilhano 18, Becht en Dyserink 10, de Droogdok- Maatsc-happg de overigen. De geheele groep staat onder bevel van den reserve 1ste luitenant der infanterie, Van Linden Tol. Deze Belgische werklieden verdienen even veel als de Hollandsche; echter worden hun eiken dag enkele centen afgehouden voor logies, vuur en licht. Hun loon krijgen de geïnterneerden niet in handen; daarvan wordt hun eiken dag vijftig cents uitgekeerd; de rest wordt naar Den Haag gezonden, naar het interneeringsbureau; 'aan het eind van den ocrlog wordt het bedrag hun uitbetaald, als de mannen naar België zullen terug- koeren. Onder bijzondere omstandigheden kunnen zg over eenigen tgd hun gezinnen u,it Bel gië laten komen. Nu, althans vooy zoover Limburg en Brabant betreft, het vervoer van alle ten uit voer verboden goederen aan strenge bepar lmgen is onderworpen, heeft de luit.-gene- raal, commandant van het veldlegef, be paald, dat Vervoer van deze goederen dotor kooplieden ien venters op zakboek zal kunnen geschieden, piits tevoren hiertoe de ver- eischte vergunning wordt aangevraagd. Bg Kon. besluit van 17 Nov. is be paald: Burgerlijke ambtenaren ën andere Üoor- lcopend of voor Oen bepaald werk in 's Rijks dienst werkzame personen, die als dienst plichtige bg den landstorm in werkelgken dienst worden gesteld, blijven, voor zoover zg niet vóór het einde van den militairen dienst uit hun burgerlijk ambt of hun bur gerlijken dienst worden ontslagen en be houdens het bepaalde in het volgende artikel, de aan hun burgerlijk ambt of hun burger lijken dienst verbonden bezoldiging genieten, indien er voor zoover deze hooger is dan hetgeen zij in militairen dienst als soldij, jaarwedde of traktement genieten. Van bedoelde personen, behoorende tot een landstormjaarklasse, welke geheel of gedeel telijk in werkelijken dienst wordt gesteld binnen één jaar, nadat het eerste gedeelte van de lichting der militie, waarvoor zij waren ingeschreven, werd ingelijfd, wordt zoolang zij onder de wapenen zijn, doch niet langer dan acht en een halve maand de aan 'hun burgerlijk ambt of hun burgerlijken dienst verbonden bezoldiging ingehouden. Dit besluit geldt niet voor het personeel van het Staatsmijnbedrijf, waarop de door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel te stellen regelen van toepassing zijn. Dit besluit wordt geacht in werking te zijn getreden op 24 Augustus 1915. Het Nederlandsch comité tot steun van Belgische en andere slachtoffers heeft van het Belgische Steuncomité te Soerabaya f 1500 ontvangen, waardoor het totaal 'van de uit Soerabya ontvangen bijdragen geste gen is tot f 81.500. De raad der gemeente Winterswijk be sloot Maandag talan de gemeente-veldwach- teig, gemeente-bode, werklieden en arbei ders aer gemeente-gasfabriek een duur te- toeslag uit te keeren van f25, benevem^ f10 voor elk kind beneden 13 jaar. Men meldt uit Zevenaar: Zooeven ontmoette ik hier een paar kom- miezen, welke langs de grens douanedienst moeten verrichten, gewapend met een kara bijn. Dit is hier wel iets nieuws en bepaald geen overtollige luxe. De bewapening dezer menschen toch moge in normale tijden even voldoende zijn, thans hebben zij een behoor lijk vuurwapen hoog noodig, waar hun nach telijke grensdiensten bij het steeds driester worden der smokkelaars, vaak met levensge vaar gepaard gaan. De vischhandelaar K. te Deventer, die tot nu toe gToote hoeveelheden regee- ringsvisch ontving, zal daarvan voortaan ver stoken blijven, daar gebleken is, dat hij, in samenwerking met anderen, het meerendeel dezer visch verkocht naar Duitschland. Gisterochtend te 8 uiir is te Vlissin- gen de Engelsche mailboot gearriveerd, die, wegens den mist, van Maandagmiddag 3 ,um: af te Weet-Kapelle geankerd heeft gelegen. Aan boord bevonden zich ongeveer 60 pas sagiers, voornamelijk Duitsche en Oosten- rgksche burgers, die uit het interneerings- kamp in Engeland ontslagen zijn. Allen wa ren zeer tevreden over ae behandeling. Te yenlo zgn twee uit Duitsche gevan genschap ontvluchte Fransche soldaten aan gekomen. Zjj zgn naar Rotterdam overge bracht. Door het militair gezag te Harder wijk is aangehouden en in bewaring gesteld de visecher J. L. De man is op> heeterdaad betrapt, dat hij met zrjn vischschuit geïn terneerde Belgen tot ontvluchting gelegen heid gaf. Hg moet r eeds meerdere Belgen geholpen hebben. Bij Kon. besl. is aan den gepension- neeiden kolonel van den plaatselgken staf, iW. L. Brocx, op zgu verzoek, per vol ontslag verleend uit zijn functie van territoriale bevelhebber in het gedeelte des Rijks, pmvat- tende de provincie Zeeland, alsmede, het eiland Goeree en Overflakkee, dit laatste voor zooveel het niet behoort tot bet gebied der Stelling van 't Hollandsch Diep en het Yolkerak. Yolgens mededeeling van den secre taris der Peulvruchtenvereenigmg is het kan toor dier vereeniging, te rekenen van JL9 dezer, gevestigd: Glashaven 6, Rotterdam. De secretaris der Peulvruchtenvereeniging deelt voorts mede, dat hij te zijnen kantore voor. belanghebbenden in den regel te ppre- ken is des voormiddags vanaf 10 .uur, be ha Iye des Maandags en des Woensdags. Het Duitsche gezantschap in Den Haag deelt mede: De steeds toenemende verzending van brieven alsmede van briefkaarten uit Ne derland naar België is in de laatste maan den zoodanig gestegen, dat de Duitsche cen- suur-overheid te Aken niet meer in staat is, de inkomende posten met den gewenschten spoed te onderzoeken en te verzenden. Het is daarom in het belang van alle personen, die uit Nederland met België briefwisse ling onderhouden, dat die correspondentie, zoo wat inhoud als omvang betreft, tot het strikt noodzakelijke worde beperkt. Uit inhoud en aantal van een groot doel der aan onderzoek onderhevige correspon dentie blijkt duidelijk, dat de afzenders zonder hun belangen te schaden, met het oog op do tegenwoordige omstandigheden, hun post aanmerkelijk zouden kunnen in perken. Mocht deze gewenschte verminde ring niet plaats hebben, dan kan in het gunstigste geval slechts gerekend worden op een aanmerkelijke vertraging in de aan komst van de postzaken op de plaats nun- nor bestemming, voor zoover de bestelling althans niet heelemaal in gevaar komt. De „Daily News" meldt, dat Louis Raemaekers, die thans te Londen vertoeft, een onderhoud heeft gehad met minister Lloyd George en eenige munitiefabrieken zal bezoeken. Daarna zal hij naar het front in Frankrijk gaan. KUNST, LETTEREN, ENZ. Ethnographisch Museum. De heer W. Zweerts de Jong, gepensio neerd gezaghebber der Gouvernements marine, te Amsterdam, heeft aan 's Rijks Ethnographisch -museum te L e a e n ten geschenke gegeven een 2634al hoogst be langrijke voorwerpen, uit Zuid- en Zuid- West-Nieuw-Guinea afkomstig. Bij kon. besluit is aan den heer Zweerts do Jong toegekend de zilveren eerepenning bedoeld bij de koninklijke besluiten van 24 Mei 1897 no. 87 en van 22 Juni 1S98 no. 43, als blijk van waardeering zijner •weiang- stelling in 's Rijks wetenschappelijke en kunstverzamelingen getoond. Bij Sala. I. Hot is vaak en terecht gelegd, dat de eennge verontschuldiging on bestaansreden, voor de critiek is, diat deze zelf kunst wordlb. Ik geef dit gaarne toe, zij het onder dit voorbehoud, dia/b de kunstzinnige ctritticua voor zijn lezera een voorlichter kan zijn, in- zooverre hij hen, door op goed werk te wijzen, cn hun. voor te houden waar goedp kunst te genieten is, er allengs toe brengt zélf te gaan zien en rich over hot geziene een eigen oordeel te vormen. Litteraire hanteering der oritiek mi9t zeker haar. eigenaarc&gibeid niet, maar wordt toch, af gezien van de mogelijkheid dag aan dag werkelijke litteratuur te geven, te dikwijls de sluier, die eigen onkunde van den beoor- deelaar moet verbergen. Die „litteraire' critiek" vindt men in onze dagbladen dan ook minder waar het muziek dan waar het beeldende kunst betreft, in verband meh het feit, dat letterkundigen liever over schilderkunst en beeldhouwkunst praten, dan dat zed over muziek iets zeggen. Re-< sultaat, dat zij die voorlichting wensohen, in het duister blijven verkeeren. Vandaar, dat de recensent, die rioh niet het „copy le veren" ten doel heeft gesteld, maar juist wenscht mee te werken tot verhooging der kunstgevoeligheid in ruimeren kring, vaak een hard woord te spreken heeft. Zoo ia het mij gegaan, toen ik de Pulohri-tentoon- stelling besprak, een expositie waar ik' meende te vinden, wat thuis niét te rien' zou zijn. Men denkt, vooral in groote steden iets goeds aan te treffen, en gaat het hier geboden© te snel voorbij. In Leiden is vaak iets zeer goeds op kunstgebied to rien. De firma D. SaJla Zoon exposeerde onlangs een bijzondei werk van den sohiflder Kamerling Onnes, thans toont zij grafische kunst van twee groote artisten, n.l. M. van der Yailk en Louis Hartz. Waren van den laatste zijn innig doorvoelde, met meesterhand uitge voerde zeestukken evrroaard, zijn nu ten toongestelde etsen behooren tot de intie mere werken, die dadelijk tot ons spreken en een gevoelige snaar doen trillen in wie het Oud-HoJilandsch stedenschoon begre pen heeft. Een persoonlijkheid als Hartz behoort tot de zeldzaamheden. ZooaJs hij met buitengewone sensibiliteit de dingen beschouwt, doorleeft en in eigen wezen opheft, zoo geeft hij ze weer in ideëele lijn, vorm en toon. Krachtig gebe ten, rijn Hartz etsen tevens blijken van exquise detaalleerin.ggeen steentje, geen voegje, dat verwaa rloosd word hij geeft al les in ^oreohbheri van rien en uitvoeren. Maar i. g moeit-: dan de etsen rijn mis schien die portret-krabbeltjes van den) ouden heer B. Dat Hartz vooral in 't krabbel tje rechts, dat den ouden heer met Goud- schen pijp geeft, met als 't ware niets tolt zulk een uitnemende karakteristiek komt, toont zijn meesterschap. Hij doorgrondt zóó juist, rijn uitvoering getuigt van: zoo veel durf en voorname virtuositeit, dat ik gerust van hem mag zeggen „omne tulif punctum" hij heeft een zeer hoogen graad van volmaaktheid bereikt. Morgen over Van der Valk. H. H. Nieuw verschenen Werken. Bij den uitgever x'. Noordhoff te Gro ningen is verschenen de tiende druk van ,,Kun je nog ringen, zing dan meel" Zooals men weet wordt dit werk voorna melijk uitgegeven tot verbetering van den volkszang. De inhoud is dan ook al ver meerderd van 60 tot 111 liederen, zonder dat de prijs verhoogd is. Het is nu een lij vige bundel. Prijs 1.— ingen. f 1.40 ge bonden. gaarne uw gezicht laten verbraakten?" vroeg Arthur haar. „Ik word nooit bruin van de zon," gaf Violette ten antwoord, „maar ik wil u niet hinderen, ik g'a heen." „Kom, gekheid," zei hij, haar arm in den zgnen leggende. „Gij komt juist bgtgds," en hij geeuwde en rekte rich eens uit, want de woordenwisseling had hem geducht verveeld. „Ha, meester pauw, zgt gij daar ook?" „Hij volgt mij overal," sprak Violette. „Miss Piper heeft mg gezegd, waar ik zaad vcor hem kan vinden, en ik heb hem nu haast zoover, dat hij uit mijn hand eet." Theodora wandelde een eindje bp, bij zich- zelve denkende, dat het nu wel weer een poosje gedaan zou zgn met het verstand van haar broeder; Violette zag haar met een treurigen blik na en dacht, terwjjl zij aan Arthur liet rien op welken vriendschappe- lijken voet zrj met den pauw stond: „Hg raad pleegt haar, en met mg speelt hij slechts; misschien ben ik ook tot niets anders ge schikt; och, waren wij maar weer te Win chester!" Toen Theodora de stoep opging, zag z$ haar oudsten broeder voor het raam staan in de zuidelijke galerij. Hg riep haar tot zich, zeggende: „Zie eens, Theodora* welk een lief tafereeltje!" Vlak voor don schitterenden kristallen, waterspiegel der fontein stond Violette in een voorovergebogen houding, en noodigde den fraaren vogel, door hem een handjevol zaad voor te houden, uit om nader te komen; doch hij verwaardigde zich slechts om zgn prachligen blauwen hals nu eens vooruit te steken en dan weder in te trekken, terwgl hg, door ©enig geritsel verschrikt gemaakt, zijn kuif opzette en met niet weinig staatsie zgn schitterenden staart langs den grond liet sloepen. Arthur, mede geen onbevallige figuur, stond in zijn bruine zomerjas tegen het voetstuk van een der vazen met uitheem- sche planten geleund, wier sterk gekleurde bloemtrossen in prachtige festoenen naar omlaag hingen en den achtergrond van de groep uitmaakten. Zoodra Violette door haar vriendelijke noodieang den pauw had over gehaald om nader bij te komen, dreef Arthur met een ondeugend lachje hem met haar parasol terug of hitste Leeuwerik op hem aan. „Een lief groepje, vindt gg niet?" zei John. „Ja, het zou goed voldoen op een thee kop van Sèvres porselein," kon zg zich niet onthouden aam te merken. „De fontein en de pauw, dat gaat, en de parasol in een herdersstaf veranderd, dan hebt gij een Fransch Arcadia," zei John met een glimlach. „Maar ik geloof, dat het moeilijk zou rijn te schilderen. Het is te schoon." Theodora antwoordde slechts met een zucht en wilde zich verwijderen, toen John haar toevoegde: ben blijde, dat Ar thur eindelijk bij haar is; ik vrees, dat zij een langen, eenzamen morgen heeft door gebracht, terwijl gij met haar man uit waart. „Hij raadpleegde mij over rijn plannen," sprak Theodora met zekere stuursche waar digheid. „Ik wilde u daar J .ifft'eens over spre ken," hernam John. „Ik vrees, dat gij ge vaar loopt u tusschen hem en zijn vrouw te plaatsen." Het was iets vreemds voor haar, dit een gevaar te hooren noemen, doch zij gevoel de zich beleedigd en antwoordde: „Daar ben ik waarlijk nu niet van te L. choMi- gem; gij riet immers, dat hij dadolijk een verstandig gesprek over zijn grootste belan gen afbreekt, om als een kind met haar te gaan spelen." „Maar waarom mag zijn vrouw niet aan die verstandige gesprekken deelnemen?" „Dat is zijn zaak. Hij moet weten of zij er geschikt voor is of niet." ,,Ik twijfel zeer of hij dat weet," sprak John; „doch ik verlang niet mij met rijn za ken te bemoeien; ik wilde u slechts eon waarschuwing geven. Het spreekt vanzelf, dat gij het aangenaam vind„ dat hij even als te voren met u omgaat. Zijn huwelijk, ik begrijp dat, was een groote slag voor u. „Ik kon wel denken, dat hij eenmaal trouwen zou," zei Theodora koeltje want zij kon hot niet verdragen dat men haar beklaagde. „Dat is zoo de gewone loop der zaken." „En ook, dab dan de vrouw dj eerste plaats bekleedt." „Natuurlijk." „Zoudt gij dan niet beter doen met dit i i gedachte to houden n er u in te schik ken, dan te trachJ om geheel zijn ver trouwen voor uzelve te winnen?" „Hij is toch niet verplicht c met nie mand dan met dat kind te raadplegen P Zoudt gij hem naar haar terugwijzen, in dien hij bij u kwam om raad te vragen?" „Ik zou zijn vrouw ten minste niet over het hoofd rien, en hem aan het verstand moeten brengen, dat 1 tvar gevoelen ook ge ëerbiedigd moet worden." „Ik kan hem toch niet van mij afstoo- ten." „Neen, maar gij kunt hem zijn plicht aan wijzen."1 „Hij heeft mij niet noodig, om hem te leeren hoe hij haar moet liefhebben 1" riep zij uit. „'Hij maakt reeds een afgod van ha-ar en stelt zich al bespottelijk genoeg aan, zoo bezorgd als hij is over haar teint en haar kleeding!" „Dat is iets anders. Zij kan niet altija eon speelpop blijvenen gij zc :dt Arthur den onschatbaarsten dienst kunnen bewijzen, als gij uw best wildet doen om het verstand zijner vrouw een weinig te beschaven." „Een getrouwde schoonzuster opvoeden Neen, daar dank ik u voor." „Ik zie niet in, hoe het met hem gaan moet," sprak John droevig. „Hij zal altijd onder den invloed van den een of ander rijn, en een verstandige vrouw zou iets goeds van hem kunnen ma ;en. Doch zij is nog een kind, en hij is er de man niet naar om haar karakter te vormen. Hij zou haar door zijn vleierijen over haar schoonheid reeds bedorven hebben, doch rij merkt die gelukkig slechts als bewijzen zijner liefde aan; en juist op den leeftijd, waarin de meisjes het nauwlettend sto toe richt behoe ven, wordt zij zonuer eenige leiding de we reld ingezonden. Indien hij ophoudt zich met haar gelukkig te gevoelen, wat zal er dan van hen worden? Gij verbzeldt u, dafi hij dan tot u zal terugkeerenmaar ik zeg u van neen. Indien gij den band, die hem aan huis bindt, eenmaal hebt losgemaakt-, zal hij elders troost gaan zoeken, en dat zal niet bij u zijn, maar in do vermaken, die hij vroeger najoeg en di-3 hem reeds kwaad genoeg berokkend hebben." „Hfj* heeft rich van al zijn renpaarden ontdaan," zei Theodora. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 9