Nederland en de Doriog.
N% 17100
Woensdag 34 November,
Tweede Blad,
A0. 1915.
UIT ONS LAND.
feuilleton
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
LEIDSCH
DAGBLAD
a£f
UIT ONZE STAD.
Een ernstige waarschuwing.
De Burgemeester van Leiden brengt het
volgende onder de aandacht van belang-
hebbenden:
De firma Eckert Pflug fce Leipzig ver
vaardigt reclameplaten van fabrieken met
omgeving; in perspectief, waartoe een tee
kenaar der firma zich op het oogenblik
hier te lande ophoudt om bestellingen op
te nemen.
Wanneer ons land in den oorlog betrok
ken werd, zouden deze platen ongetwijfeld
van belang zijn voor vijandelijke vliege
niers, zoodat heb aanbeveling verdient, dat
eigenaars of bestuurders van groote fa
brieken in het belang van de veiligheid
daarvan, geen opdracht aan genoemde fir
ma verstrekken tot vervaardiging van der
gelijke teekeningen hunner fabrieken.
Het dienstweigerings-manifest en
een ontslagkwestie.
Men meldt uit Utrecht
De hulpbeeteller, de heer H. Kapteijn,
jeoretaris van de afdeöling Utrecht van
den Bond van Christen-socialisten, heeft
van den directeur van het postkantoor te
Utreoht, namens den minister van "Water
staat, bericht gekregen, diat, in verband
met zij-n onderteekening van een manifest
tot dienstweigering, van 1 Jan. 1916 af op
zijn diensten door de administratie der pos
terijen geen prijs meer wordt gesteld.
Reeds 23 October richtte minister O.
Lely tot dien betrokkene een schrijven,
waarin de onderteekening van het befcendle
manifest voor personen, .die den eed of de
belofte van rijks-amibbenaar moeten afleg
gen, als ven e enenmale ontoelaatbaar wordt
veroordeeld. De minister sprak zijn ver
trouwen uit, dat de heer Kapteijn bij kalm
nadenken tot het inricht zóu komen, dat
onderteekening zijnerzijds van het mani
fest niet in overeenstemming was geweest
met de verplichtingen, die voortvloeien uit
een tijdelijke rijksbetrekking en dat hij be
reid zou rijn ten spoedigste mede te deelen,
dat hij de onderteekening als niet gedaan
wensohfce te zien beschouwd.
Op 30 October j.l. ontving de heer Kap
teijn oen aansporing van den secretaris-ge
neraal, den heer Salverda de Grave, om
„de beantwoording zooveel mogelijk te be
spoedigen."
Op 3 November j.l. antwoordde do heer
Kapteijn o.a., „dab hij na kalm nadenken
zich aan zijn geweten verplicht acht, rijn
onderteekening op het manifest in zake
dienstweigering te handhaven."
Op 3 November j.l. ontving de heer Kap
teijn daarop weer een schrijven van den
minister, inhoudende o.a. dat de verkla
ring in het manifest, niet wel te vereenigen
was „met de vervulling van eenige door
het openbaar staatsgezag opgedragen func
tie, waarvoor bij vaste aanstelling het af
leggen van 'n eed „belofte" wordt vereischt
die tot. getrouwheid aan de Koningin en
gehoorzaamheid aan de wetten van den
St;>at verplicht."
Voorts spoorde de minister nogmaals aan
tot heb ongedaan maken van de ondertee
kening en vervolgde dan„Bestaat hierte
gen bij u overwegend bezwaar, daai kan
het, op grond van het bovenstaande, bij u
geen bedenking ontmoeten, het zelf daar
heen te ledden, dat gij in uw tegenwoordige
betrekking niet wordt gehandhaafd. Mocht
Uit het Engolsch van Miss YONGE.
(Nadruk Verboden).
17)
Violette zag hen beiden dikwijls in druk
gesprek en eenmaal zeide John iets aan
gaande het vooruitzicht van haar te Brog-
den gevestigd te ried; doch bemerkende,
dat zij er onkundig van was, trok hg zich
terug, maar hij had reeds genoeg gezegd,
©m haar beur rust te benemen. Zg zou,
wat haar zelve aanging, het verreweg ver
kozen hebben buiten te wonen; maar als
zij zich dan voorstelde, dat Arthur onop
houdelijk bij Theodora zou zijn, terwijl zij
zelve in heb kleine zijkamertje, dat zij op
dien regenachtigen dag bezocht had, zou
zijn opgesloten, word het haar zeer be^
nauwd om het hart.
Eens op een morgen kon zij niet lezen,
noch rustig blijven ritten, zoozeer kwelde
haar die onzekerheid; en om het zich uit het
hoefd te zetten, begaf zij zich naar den tuin
len ging de bloemen en den pauw eens bezien.
Toen zij den hoek eener laan omsloeg, hoor
de zij Arthur zeggen: „Juist zoo; twee dui
zend is waarlijk zoo min als het kan. Ha!
Violette I" En hij trad, door Theodora ver-
Sgezeld, uit eon dicht belommerde laan te
doorschijn.
„0, ik wil' u niet storen," sprak Violette
aeer verlegen „ik kwam slechts even buiten
fcin frissche lucht te scheppen."
„En dat nog wel zonder hoed; wilt gij zoöi
gij onverhoopt bij dezen mijn gevoelen niet
deelen, dan zal ik, hoewel tot mijn leedwe
zen, verplioht zijn te verordenen, dat eer
lang van uw diensten van hulpbeeteller
geen gebruik meer zal worden gemaakt."
Antwoord werd ingewacht vóór 15 Nov.
Ofsohoon onderwijl de heer Kapteijn in
aanmerking kwam voor de betrekking van
vasten besteller, heeft hij den 12den No
vember aan den minister geantwoord, ,,da/t
er bij hem overwegend bezwaar tegen# be
staat, de onderteekenirig van het manifest
tegen dienstplicht als ongedaan te doen
beschouwen, m. a. w. dat hij rijn ondertee
kening meent te moete-n handhaven."
Naar aanleiding van dit antwoord werd
den heer Kapteijn op 20 November j.l. door
den directeur van het postkantoor te
Utrecht zijn ontslagbrief ter hand ge
steld.
De ontslagene is niet. geschorst gewor
den, dooh zal tot eindie December gewoon
in dienst blijven.
Te Appingedam zijn 25 geïnterneerde
Belgische sol-daten aangekomen, om op de
vlasfabriek en de bransmotorenfaibriok als
vlaewerkere, bankwerkers en vormens te
werken.
De N. V. Zwolsohe Ijzergieterij en Ma
chinefabriek „De Nijverheid" "firma G. J.
Wispelweij en Co. te Zwolle kreeg bericht,
dat de door haar aangevraagde Belgische
geïnterneerden a.s. Woensdag bij haar in
het werk komonmot inbegrip van het be
wakingsdie taohementbomen er ongeveer
30 personen.
Twee bakkers te Rotterdam, die op
broodkaarten te veel brood hadkJen aange-
teekend, rijn gestraft met inhouding van
2 weken goedkoop meel.
Zendingen vee, die uit Nederland door
Duitschland per epoor worden doorge
voerd, moeten vergezeld zijn van een ver
gunning tot dóórvoer door DudtsChlamd
van de Pruisische regeerimg, en een ver
gunning tot invoer, afgegeven door de re-
geering van het land waarheen d'o zending
bestemd ia.
Ieder stuk vee moet verder een nummer
-dragen, dab in de vrachtbrieven en in de
Warenerklarungen moet rijn vermeld.
Voorts moet 't gewicht van elk stukvee in
het bijzonder daarin omschreven zijn. Bij
niet-voldoen aan deze voorschriften wordt
het vee door de Duitsche douane niet toe
gelaten.
Uit de interneeringskampen van Zeist
en Harderwijk zijn gisteren in Amsterdam
aangekomen 108 Belgische geïnterneerden,
allen personen, die vóór het uitbreken van
den oorlog in de Belgische fabrieken werk
zaam waren en die nu, na aan een klem
examen te zijn onderworpen, uit welke on
dervraging hun bekwaamheid als vakman
moest blaken, in Amsterdam op een viertal
fabrieken aan het werk zullen gaan.
De Werkspoor heeft van deze Belgen zes
tig man in dienst genomen; Diaa Santilhano
18, Becht en Dyserink 10, de Droogdok-
Maatsc-happg de overigen.
De geheele groep staat onder bevel van
den reserve 1ste luitenant der infanterie,
Van Linden Tol.
Deze Belgische werklieden verdienen even
veel als de Hollandsche; echter worden hun
eiken dag enkele centen afgehouden voor
logies, vuur en licht. Hun loon krijgen de
geïnterneerden niet in handen; daarvan wordt
hun eiken dag vijftig cents uitgekeerd; de
rest wordt naar Den Haag gezonden, naar
het interneeringsbureau; 'aan het eind van
den ocrlog wordt het bedrag hun uitbetaald,
als de mannen naar België zullen terug-
koeren.
Onder bijzondere omstandigheden kunnen
zg over eenigen tgd hun gezinnen u,it Bel
gië laten komen.
Nu, althans vooy zoover Limburg en
Brabant betreft, het vervoer van alle ten uit
voer verboden goederen aan strenge bepar
lmgen is onderworpen, heeft de luit.-gene-
raal, commandant van het veldlegef, be
paald, dat Vervoer van deze goederen dotor
kooplieden ien venters op zakboek zal kunnen
geschieden, piits tevoren hiertoe de ver-
eischte vergunning wordt aangevraagd.
Bg Kon. besluit van 17 Nov. is be
paald:
Burgerlijke ambtenaren ën andere Üoor-
lcopend of voor Oen bepaald werk in 's Rijks
dienst werkzame personen, die als dienst
plichtige bg den landstorm in werkelgken
dienst worden gesteld, blijven, voor zoover
zg niet vóór het einde van den militairen
dienst uit hun burgerlijk ambt of hun bur
gerlijken dienst worden ontslagen en be
houdens het bepaalde in het volgende artikel,
de aan hun burgerlijk ambt of hun burger
lijken dienst verbonden bezoldiging genieten,
indien er voor zoover deze hooger is dan
hetgeen zij in militairen dienst als soldij,
jaarwedde of traktement genieten.
Van bedoelde personen, behoorende tot een
landstormjaarklasse, welke geheel of gedeel
telijk in werkelijken dienst wordt gesteld
binnen één jaar, nadat het eerste gedeelte
van de lichting der militie, waarvoor zij
waren ingeschreven, werd ingelijfd, wordt
zoolang zij onder de wapenen zijn, doch niet
langer dan acht en een halve maand de aan
'hun burgerlijk ambt of hun burgerlijken
dienst verbonden bezoldiging ingehouden.
Dit besluit geldt niet voor het personeel
van het Staatsmijnbedrijf, waarop de door
den Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel te stellen regelen van toepassing zijn.
Dit besluit wordt geacht in werking te zijn
getreden op 24 Augustus 1915.
Het Nederlandsch comité tot steun van
Belgische en andere slachtoffers heeft van
het Belgische Steuncomité te Soerabaya
f 1500 ontvangen, waardoor het totaal 'van
de uit Soerabya ontvangen bijdragen geste
gen is tot f 81.500.
De raad der gemeente Winterswijk be
sloot Maandag talan de gemeente-veldwach-
teig, gemeente-bode, werklieden en arbei
ders aer gemeente-gasfabriek een duur te-
toeslag uit te keeren van f25, benevem^
f10 voor elk kind beneden 13 jaar.
Men meldt uit Zevenaar:
Zooeven ontmoette ik hier een paar kom-
miezen, welke langs de grens douanedienst
moeten verrichten, gewapend met een kara
bijn. Dit is hier wel iets nieuws en bepaald
geen overtollige luxe. De bewapening dezer
menschen toch moge in normale tijden even
voldoende zijn, thans hebben zij een behoor
lijk vuurwapen hoog noodig, waar hun nach
telijke grensdiensten bij het steeds driester
worden der smokkelaars, vaak met levensge
vaar gepaard gaan.
De vischhandelaar K. te Deventer,
die tot nu toe gToote hoeveelheden regee-
ringsvisch ontving, zal daarvan voortaan ver
stoken blijven, daar gebleken is, dat hij, in
samenwerking met anderen, het meerendeel
dezer visch verkocht naar Duitschland.
Gisterochtend te 8 uiir is te Vlissin-
gen de Engelsche mailboot gearriveerd, die,
wegens den mist, van Maandagmiddag 3 ,um:
af te Weet-Kapelle geankerd heeft gelegen.
Aan boord bevonden zich ongeveer 60 pas
sagiers, voornamelijk Duitsche en Oosten-
rgksche burgers, die uit het interneerings-
kamp in Engeland ontslagen zijn. Allen wa
ren zeer tevreden over ae behandeling.
Te yenlo zgn twee uit Duitsche gevan
genschap ontvluchte Fransche soldaten aan
gekomen. Zjj zgn naar Rotterdam overge
bracht.
Door het militair gezag te Harder
wijk is aangehouden en in bewaring gesteld
de visecher J. L. De man is op> heeterdaad
betrapt, dat hij met zrjn vischschuit geïn
terneerde Belgen tot ontvluchting gelegen
heid gaf.
Hg moet r eeds meerdere Belgen geholpen
hebben.
Bij Kon. besl. is aan den gepension-
neeiden kolonel van den plaatselgken staf,
iW. L. Brocx, op zgu verzoek, per vol ontslag
verleend uit zijn functie van territoriale
bevelhebber in het gedeelte des Rijks, pmvat-
tende de provincie Zeeland, alsmede, het
eiland Goeree en Overflakkee, dit laatste
voor zooveel het niet behoort tot bet gebied
der Stelling van 't Hollandsch Diep en het
Yolkerak.
Yolgens mededeeling van den secre
taris der Peulvruchtenvereenigmg is het kan
toor dier vereeniging, te rekenen van JL9
dezer, gevestigd: Glashaven 6, Rotterdam.
De secretaris der Peulvruchtenvereeniging
deelt voorts mede, dat hij te zijnen kantore
voor. belanghebbenden in den regel te ppre-
ken is des voormiddags vanaf 10 .uur, be
ha Iye des Maandags en des Woensdags.
Het Duitsche gezantschap in Den Haag
deelt mede:
De steeds toenemende verzending van
brieven alsmede van briefkaarten uit Ne
derland naar België is in de laatste maan
den zoodanig gestegen, dat de Duitsche cen-
suur-overheid te Aken niet meer in staat is,
de inkomende posten met den gewenschten
spoed te onderzoeken en te verzenden. Het
is daarom in het belang van alle personen,
die uit Nederland met België briefwisse
ling onderhouden, dat die correspondentie,
zoo wat inhoud als omvang betreft, tot het
strikt noodzakelijke worde beperkt.
Uit inhoud en aantal van een groot doel
der aan onderzoek onderhevige correspon
dentie blijkt duidelijk, dat de afzenders
zonder hun belangen te schaden, met het
oog op do tegenwoordige omstandigheden,
hun post aanmerkelijk zouden kunnen in
perken. Mocht deze gewenschte verminde
ring niet plaats hebben, dan kan in het
gunstigste geval slechts gerekend worden op
een aanmerkelijke vertraging in de aan
komst van de postzaken op de plaats nun-
nor bestemming, voor zoover de bestelling
althans niet heelemaal in gevaar komt.
De „Daily News" meldt, dat Louis
Raemaekers, die thans te Londen vertoeft,
een onderhoud heeft gehad met minister
Lloyd George en eenige munitiefabrieken
zal bezoeken. Daarna zal hij naar het front
in Frankrijk gaan.
KUNST, LETTEREN, ENZ.
Ethnographisch Museum.
De heer W. Zweerts de Jong, gepensio
neerd gezaghebber der Gouvernements
marine, te Amsterdam, heeft aan 's Rijks
Ethnographisch -museum te L e a e n ten
geschenke gegeven een 2634al hoogst be
langrijke voorwerpen, uit Zuid- en Zuid-
West-Nieuw-Guinea afkomstig.
Bij kon. besluit is aan den heer Zweerts
do Jong toegekend de zilveren eerepenning
bedoeld bij de koninklijke besluiten van 24
Mei 1897 no. 87 en van 22 Juni 1S98 no. 43,
als blijk van waardeering zijner •weiang-
stelling in 's Rijks wetenschappelijke en
kunstverzamelingen getoond.
Bij Sala.
I.
Hot is vaak en terecht gelegd, dat de
eennge verontschuldiging on bestaansreden,
voor de critiek is, diat deze zelf kunst wordlb.
Ik geef dit gaarne toe, zij het onder dit
voorbehoud, dia/b de kunstzinnige ctritticua
voor zijn lezera een voorlichter kan zijn, in-
zooverre hij hen, door op goed werk te
wijzen, cn hun. voor te houden waar goedp
kunst te genieten is, er allengs toe brengt
zélf te gaan zien en rich over hot geziene
een eigen oordeel te vormen. Litteraire
hanteering der oritiek mi9t zeker haar.
eigenaarc&gibeid niet, maar wordt toch, af
gezien van de mogelijkheid dag aan dag
werkelijke litteratuur te geven, te dikwijls
de sluier, die eigen onkunde van den beoor-
deelaar moet verbergen. Die „litteraire'
critiek" vindt men in onze dagbladen dan
ook minder waar het muziek dan waar het
beeldende kunst betreft, in verband meh
het feit, dat letterkundigen liever over
schilderkunst en beeldhouwkunst praten,
dan dat zed over muziek iets zeggen. Re-<
sultaat, dat zij die voorlichting wensohen,
in het duister blijven verkeeren. Vandaar,
dat de recensent, die rioh niet het „copy le
veren" ten doel heeft gesteld, maar juist
wenscht mee te werken tot verhooging der
kunstgevoeligheid in ruimeren kring, vaak
een hard woord te spreken heeft. Zoo ia
het mij gegaan, toen ik de Pulohri-tentoon-
stelling besprak, een expositie waar ik'
meende te vinden, wat thuis niét te rien'
zou zijn. Men denkt, vooral in groote steden
iets goeds aan te treffen, en gaat het hier
geboden© te snel voorbij.
In Leiden is vaak iets zeer goeds op
kunstgebied to rien. De firma D. SaJla
Zoon exposeerde onlangs een bijzondei
werk van den sohiflder Kamerling Onnes,
thans toont zij grafische kunst van twee
groote artisten, n.l. M. van der Yailk en
Louis Hartz. Waren van den laatste zijn
innig doorvoelde, met meesterhand uitge
voerde zeestukken evrroaard, zijn nu ten
toongestelde etsen behooren tot de intie
mere werken, die dadelijk tot ons spreken
en een gevoelige snaar doen trillen in wie
het Oud-HoJilandsch stedenschoon begre
pen heeft.
Een persoonlijkheid als Hartz behoort
tot de zeldzaamheden.
ZooaJs hij met buitengewone sensibiliteit
de dingen beschouwt, doorleeft en in eigen
wezen opheft, zoo geeft hij ze weer in
ideëele lijn, vorm en toon. Krachtig gebe
ten, rijn Hartz etsen tevens blijken van
exquise detaalleerin.ggeen steentje, geen
voegje, dat verwaa rloosd word hij geeft al
les in ^oreohbheri van rien en uitvoeren.
Maar i. g moeit-: dan de etsen rijn mis
schien die portret-krabbeltjes van den)
ouden heer B. Dat Hartz vooral in 't krabbel
tje rechts, dat den ouden heer met Goud-
schen pijp geeft, met als 't ware niets tolt
zulk een uitnemende karakteristiek komt,
toont zijn meesterschap. Hij doorgrondt
zóó juist, rijn uitvoering getuigt van: zoo
veel durf en voorname virtuositeit, dat ik
gerust van hem mag zeggen „omne tulif
punctum" hij heeft een zeer hoogen graad
van volmaaktheid bereikt.
Morgen over Van der Valk.
H. H.
Nieuw verschenen Werken.
Bij den uitgever x'. Noordhoff te Gro
ningen is verschenen de tiende druk van
,,Kun je nog ringen, zing dan meel"
Zooals men weet wordt dit werk voorna
melijk uitgegeven tot verbetering van den
volkszang. De inhoud is dan ook al ver
meerderd van 60 tot 111 liederen, zonder
dat de prijs verhoogd is. Het is nu een lij
vige bundel. Prijs 1.— ingen. f 1.40 ge
bonden.
gaarne uw gezicht laten verbraakten?" vroeg
Arthur haar.
„Ik word nooit bruin van de zon," gaf
Violette ten antwoord, „maar ik wil u niet
hinderen, ik g'a heen."
„Kom, gekheid," zei hij, haar arm in den
zgnen leggende. „Gij komt juist bgtgds," en
hij geeuwde en rekte rich eens uit, want de
woordenwisseling had hem geducht verveeld.
„Ha, meester pauw, zgt gij daar ook?"
„Hij volgt mij overal," sprak Violette.
„Miss Piper heeft mg gezegd, waar ik zaad
vcor hem kan vinden, en ik heb hem nu
haast zoover, dat hij uit mijn hand eet."
Theodora wandelde een eindje bp, bij zich-
zelve denkende, dat het nu wel weer een
poosje gedaan zou zgn met het verstand van
haar broeder; Violette zag haar met een
treurigen blik na en dacht, terwjjl zij aan
Arthur liet rien op welken vriendschappe-
lijken voet zrj met den pauw stond: „Hg raad
pleegt haar, en met mg speelt hij slechts;
misschien ben ik ook tot niets anders ge
schikt; och, waren wij maar weer te Win
chester!"
Toen Theodora de stoep opging, zag z$
haar oudsten broeder voor het raam staan
in de zuidelijke galerij. Hg riep haar tot
zich, zeggende: „Zie eens, Theodora* welk
een lief tafereeltje!"
Vlak voor don schitterenden kristallen,
waterspiegel der fontein stond Violette in
een voorovergebogen houding, en noodigde
den fraaren vogel, door hem een handjevol
zaad voor te houden, uit om nader te komen;
doch hij verwaardigde zich slechts om zgn
prachligen blauwen hals nu eens vooruit te
steken en dan weder in te trekken, terwgl
hg, door ©enig geritsel verschrikt gemaakt,
zijn kuif opzette en met niet weinig staatsie
zgn schitterenden staart langs den grond
liet sloepen. Arthur, mede geen onbevallige
figuur, stond in zijn bruine zomerjas tegen
het voetstuk van een der vazen met uitheem-
sche planten geleund, wier sterk gekleurde
bloemtrossen in prachtige festoenen naar
omlaag hingen en den achtergrond van de
groep uitmaakten. Zoodra Violette door haar
vriendelijke noodieang den pauw had over
gehaald om nader bij te komen, dreef Arthur
met een ondeugend lachje hem met haar
parasol terug of hitste Leeuwerik op hem
aan.
„Een lief groepje, vindt gg niet?" zei
John.
„Ja, het zou goed voldoen op een thee
kop van Sèvres porselein," kon zg zich
niet onthouden aam te merken.
„De fontein en de pauw, dat gaat, en de
parasol in een herdersstaf veranderd,
dan hebt gij een Fransch Arcadia," zei
John met een glimlach. „Maar ik geloof,
dat het moeilijk zou rijn te schilderen. Het
is te schoon."
Theodora antwoordde slechts met een
zucht en wilde zich verwijderen, toen John
haar toevoegde: ben blijde, dat Ar
thur eindelijk bij haar is; ik vrees, dat zij
een langen, eenzamen morgen heeft door
gebracht, terwijl gij met haar man uit
waart.
„Hij raadpleegde mij over rijn plannen,"
sprak Theodora met zekere stuursche waar
digheid.
„Ik wilde u daar J .ifft'eens over spre
ken," hernam John. „Ik vrees, dat gij ge
vaar loopt u tusschen hem en zijn vrouw te
plaatsen."
Het was iets vreemds voor haar, dit een
gevaar te hooren noemen, doch zij gevoel
de zich beleedigd en antwoordde: „Daar
ben ik waarlijk nu niet van te L. choMi-
gem; gij riet immers, dat hij dadolijk een
verstandig gesprek over zijn grootste belan
gen afbreekt, om als een kind met haar te
gaan spelen."
„Maar waarom mag zijn vrouw niet aan
die verstandige gesprekken deelnemen?"
„Dat is zijn zaak. Hij moet weten of zij
er geschikt voor is of niet."
,,Ik twijfel zeer of hij dat weet," sprak
John; „doch ik verlang niet mij met rijn za
ken te bemoeien; ik wilde u slechts eon
waarschuwing geven. Het spreekt vanzelf,
dat gij het aangenaam vind„ dat hij even
als te voren met u omgaat. Zijn huwelijk,
ik begrijp dat, was een groote slag voor u.
„Ik kon wel denken, dat hij eenmaal
trouwen zou," zei Theodora koeltje want
zij kon hot niet verdragen dat men haar
beklaagde. „Dat is zoo de gewone loop der
zaken."
„En ook, dab dan de vrouw dj eerste
plaats bekleedt."
„Natuurlijk."
„Zoudt gij dan niet beter doen met dit
i i gedachte to houden n er u in te schik
ken, dan te trachJ om geheel zijn ver
trouwen voor uzelve te winnen?"
„Hij is toch niet verplicht c met nie
mand dan met dat kind te raadplegen P
Zoudt gij hem naar haar terugwijzen, in
dien hij bij u kwam om raad te vragen?"
„Ik zou zijn vrouw ten minste niet over
het hoofd rien, en hem aan het verstand
moeten brengen, dat 1 tvar gevoelen ook ge
ëerbiedigd moet worden."
„Ik kan hem toch niet van mij afstoo-
ten."
„Neen, maar gij kunt hem zijn plicht aan
wijzen."1
„Hij heeft mij niet noodig, om hem te
leeren hoe hij haar moet liefhebben 1" riep
zij uit. „'Hij maakt reeds een afgod van
ha-ar en stelt zich al bespottelijk genoeg
aan, zoo bezorgd als hij is over haar teint
en haar kleeding!"
„Dat is iets anders. Zij kan niet altija eon
speelpop blijvenen gij zc :dt Arthur den
onschatbaarsten dienst kunnen bewijzen, als
gij uw best wildet doen om het verstand
zijner vrouw een weinig te beschaven."
„Een getrouwde schoonzuster opvoeden
Neen, daar dank ik u voor."
„Ik zie niet in, hoe het met hem gaan
moet," sprak John droevig. „Hij zal altijd
onder den invloed van den een of ander
rijn, en een verstandige vrouw zou iets
goeds van hem kunnen ma ;en. Doch zij is
nog een kind, en hij is er de man niet naar
om haar karakter te vormen. Hij zou haar
door zijn vleierijen over haar schoonheid
reeds bedorven hebben, doch rij merkt die
gelukkig slechts als bewijzen zijner liefde
aan; en juist op den leeftijd, waarin de
meisjes het nauwlettend sto toe richt behoe
ven, wordt zij zonuer eenige leiding de we
reld ingezonden. Indien hij ophoudt zich
met haar gelukkig te gevoelen, wat zal er
dan van hen worden? Gij verbzeldt u, dafi
hij dan tot u zal terugkeerenmaar ik zeg
u van neen. Indien gij den band, die hem
aan huis bindt, eenmaal hebt losgemaakt-,
zal hij elders troost gaan zoeken, en dat
zal niet bij u zijn, maar in do vermaken,
die hij vroeger najoeg en di-3 hem reeds
kwaad genoeg berokkend hebben."
„Hfj* heeft rich van al zijn renpaarden
ontdaan," zei Theodora.
(Wordt vervolgd).