N®, 17078 Tweede Blaxl. 915. Vrijdag SO October. Leidsch Dagblad, Binnenland. Gemeenteraad van Leiden, Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. It© wilde Olijf. Schrijf op de enveloppe van aan ons gerichte brieven alleen: LEIDEN. Hoe -korter, des te duidelijker voor de postl do post toegezonden; die kouden liét dus eerst krijgen, nadat zy liet op kun gemak j ui het avondblad van een courant buiten de i stad konden lezen. Oneigenaardig, doch nog niet zoo heel erg. Erger komt het ons voor, dat de bladen in de stad zeil het stuk dien avond niet konden plaatsen, omdat zy er onkundig van bleven. Wanneer men van het Stadhuis te uiterlijk drie uren een cor respondent van een blad buiten de stad, stukken, uitgaande van B. en W., in handen speelt, waarom kan men daarvan den Leid- schen bladen, of wie deze bedienen, ook geen kennis geven: Ook wij zijn met een tele foontje tevreden ,en wij kunnen, om met de bladen buiten de stad in dezen te con- curreeren, het nog wel even later hebben. Laat ons hopen, dat burgemeester en secre taris nog invloed genoeg op hun ambtenaren en beambten hebben, om in het vervolg een dergelijk misbruik te voorkomen. .Voor het gesprokene bjj de algemeene be schouwingen verwijzen wij naar het verslag, en zullen ons bepalen tot het naar voren brengen van enkele punten. Het lokken van nieuwe industrieën in de gemeente. De heer Fokker wilde daarmede voorzichtig zijn. Alle industrieën bevorderen niet de welvaart en hy sloeg daarby den staat op, vermeldende de uitkeeringen van het Gemeentelijk WerkloozentonoB van 7 Sept. 1914 tot 28 Aug. 1915, waarop de werklieden van de Leidsche Katoenmaat- schappij voorkomen met cyfers vau f 19,305, door de gemeente, en f37,608 door het Rijk uitgekeerd, tegenover bedragen van f 58 tot f 1100 aan de werklieden van andere fabrieken. De heeren Pera en Aalberse achtten die bezwaren blijkbaar minder, al wist de eerste niet, hoe het gemeentebestuur de vestiging zou moeben bevorderen. Mr. Aalberse wilde, evenals in het buitenland, verschillende fa- oiliteiten verleenen, wat ook de heer Ver gouwen voorstond. Men stelt immers ook terreinen beschikbaar voor nieuwe musea, laboratoria, enz.? Wij zijn het met den wethouder Fiseher, die gisteren heel goal op dreef was, eens. dat dit niet hetzelfde is. Stel u voor, wy zouden een terrein geven aain een naamlooze vennootschap voor eenig bedryf, waarvan de winsten in de zakken kwamen van aandeel houders buiben de stad, terwijl wy mogelijk nog geld moesten ten koste leggen aan de zorg voor de werklieden, in dienst der ven nootschap I De burgemeester gaf het dilemma juist, toen hy opmerkte, dat een nieuwe industrie in het algemeen voor het land wel voordeelig is, maar nog niet altyd voor de gemeente, waar zy wordt gevestigd. Deze opmerking vond nadere illustratie in het antwoord van den Voorzitter aan den heer Botermans gegeven, toen deze aandrong op liet bouwen van goede arbeiderswoningen voor fl.50 h fl.75 huur, omdat vele fa brieksarbeiders niet meer huur kunnen be talen. Op deze manier geeft eigenlyk de gemeente een premie op de lage loonen, door fabrikanten uitgekeerd. Inderdaad, het geldt hier een vTaagstukj dat niet maar even in een middag in do Raadsvergadering is op te lossen. Gemeentelijke vist-hverkoop. Zal deze ook na den oorlogstoestand moeten worden voort gezet? was de vraag, waarover 'de mee ningen uiteen liepen. Ons dunkt, dat men een debat daarover gevoeglyk nog wel wat lean uitstellen. Wy verkeeren omtrent de toekomst de heer Reimeringer heeft in een ander verband er op gewezen nog zoo in het onzekere dat wij verstandig doen af te wachten welke maatregelen later, al dan niet noodig, zullen binken te Zyn. Electrificatie der tramlijn LeidenDen Haag. Hierover vernamen wij tot ons genoe gen, dat reeds een concessieaanvraag is in gekomen. Er zal dus niet mee gedraald worden. Wij wallen er hier alleen van zeg gen, dat wij het niet met mr. Fokker eens zijn, die deze zaak op de lange baan wil schuiven, omdat er nog een ander p'an voor een tramverbinding LeidenDen Haag over. Wassenaar in de lucht hangt. Beter één plan op den platten grond, dan een ander in de lucht, zouden we zeggen. Nieuw was ons de mededeeling, dat hier waarschijnlijk Rijksnormaallessen zullep wor den geopend, wat vermoedelijk tot opheffing der Gemeentelijke Kweekschool aanleiding zal geven; een denkbeeld, dat voor jaren reeds door enkele Raadsleden is geopperd, doch steeds van de zijde van B. en W. en schoolautorit-eiten bestrijding vond. Het zou de gemeente een vry groot bedrag uitspa ren, en het doel, than3 met de Kweekschool beoogd, zou even goed worden bereikt. Wij hebben hiermede de voornaamste pun ten, bij de algemeene beschouwingen aange roerd, besproken. Over de artikelsgewyze- behandeling meenen we ook het zwijgen te kunnen doen. Slippen we slechts aan, dat de heer Huurman, die een heel kort, maar helder maidenspeechje hield, een voorstel aankondigde, om het z.g. beerpuUen-stel6el af te schaffen, waarin hij reeds onmid dellijk byval vond van den heer Botermans. De Nieuwe Gouverneur-Generaal. De tot het ambt van Gouverneur-Gene raal van Nederlandsch-Indië benoemde Ne- derlandsche gezant bij de Scandinavische Ry- ken, mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum ie 42 jaar. Hij werd geboren 2 Februari 1873. Zyn studies volbracht hij aan de Leid sche universiteit, en hij promoveerde te Lei den in 1895. In 1891 werd hij er als student ingeschreven en hij was in het lustrumjaar 1895 praeses van heb L. S. G. De heer Van Limburg Stirum koos de di plomatieke loopbaan. 15 Juli 1895 werd hij werkzaam gesteld aan het Departement van Buitenlandsche Zaken. Een jaar laber, 21 Juli 1898, ontving hjj reeds zijn benoeming tot gezautschapsattaché in algomeenen dienst In 1898 werd hij ge zantschapssecretaris 2de klasse, en bleef nog eenigen tyd aan het-Ministerie van Buiten landsche Zaken, waarna hij in 1899 zyn eersten post in het buitenland kreeg, toen hij als gezantschapssecretaris 2de klasse bij de Nederlandscne legatie te Rome werd geplaatst. In 1902 werd hy bevorderd tot gezant schapssecretaris 1ste klasse en als zoodanig werd hem de functie van chef van het kabi net van den Minister van Buitenlandsche Za ken opgedragen. Tijdens de vervulling 'dezer betrekking werd h^' in 1904 l>evorderd tot gezantschaps- raad, maar bleef de heer Van Limburg Sti rum als chef van 's Ministers kabinet optre den, totdat hij in 1905, in zijn hoedanigheid van legatieraad by het Nederlandsche ge zantschap te Konstantlnopel geplant >t werd. Intusschen zou hy opnieuw worden geroe pen om als hoofd van het kabinet des Mi nisters op te treden en wel in 1909. toen hy tegelijkertijd bevorderd werd tot zaakge lastigde, met den persoonlijken titel van bui tengewoon gezant en gevolmachtigd Minister. In den loop van 1913 kwam de lieer Van Stirum tijdelijk aan het hoofd van Hr. Ms. gezantschap te Peking en wel tijdens het verlof van den Nederlandschen gezant by het toenmalige Ohineesche Hof. jhr. mr. Be'elaerts van Blokland. Bij Koninklyk besluit van 31 December 1913 eindelijk, werd de heer Van Limburg Stiruni benoemd tot minister-resident, met den titel van buitengewoon gezant en gevol machtigd minister, bij de Hoven van Zweden, Noorwegen en Denemarken. Reeds vry spoedig vermoedelijk half Ja nuari zal de nieuwe Landvoogd naar Ned.- Indïë vertrekken. Enkele dagen geleden heeft de heer Van Stirum nog in Den Haag vertoefd. Hij is Kamerheer in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin, waartoe hy 4 Febr. 1904 werd benoemd. Hij is ridder in de orde van den Neder landschen Leeuw en grootkruis, commandeur, officier of ridder van een groot aantal bui tenlandsche orden. Het Geheime „Onderwys-Stuk". Donderdagmiddag werd schrijft -,,De Tel." vanwege de justitie ten (onzen bureele geïnformeerd naar de herkomst van het. geheime „Onder wijs-s tuk", dat wij 16 .Oc tober publiceerden. Onze hoofdredactie weigerde elke inlich ting omtrent dit pnnt. Dr. Kuvper aldus de driehoek-mede werker van „De Tel." heeft in „De «Standaard" het door de sub-commissie der Bevredigings-commissie ontworpen art. 192 der Grondwet „een onbeholpen stuk" ge noemd, clat „slechts uit één hoek kwam en we-1 uit dien hoek, waaruit wij 't niet heb- ten hebben' Dit is merkwaardig. Wij kunnen mededeelen, dat het concept door de sub-commissie met algemeene stemmen is goedgekeurd, zoo althans is ons door een Kamerlid positief verzekerd. En bij die stemmen waren ook die der recht- sche leden. Het concept komt dus niet „uit één hoek", maar uit alle hoeken. Het eindverslag der Staatscommissie kafi binnen drie maanden worden te gemoet- gezien. Zeer waarschijnlijk zal het in den loop van Januari verschijnen. Hieruit ziet men reeds, dat er van „vertraging" geen sprake zal zijn. Kamerverkiezing Amsterdam IX. Voor de verkiezing van een lid van 'de Tweede Kamer in het distriot Amsterdam IX (vacature, W. H. Vliegen) waren .uitge bracht 13,439 geldige stemmeu. Hiervan ver kregen de heeren I. van den Tempel, S.-D. A.-P., 7121, W. de VJugfc, anti-rev., 5897, en D. Wijnkoop, S. D. P., 421 stemmen. Ge kozen is de heer J. van den Tempel, Becre- tavis va"n het Ned. .Verbond vah Vakvereeni- gingen. UIT DE STAATSCOURANT. By Kon. besluit zijn benoemd tot tijdelijk asp irant-Rykslandbouwleeraar I. Svbesma, te Heerenveen; P. G. Meyers, te Groningen; J. H. F. Deckers, te Stratum, en S. N. Boe kei, te Alkmaar; is met ingang van 1 December benoemd, tot directeur van het post- en tele<>Taaf- kantocr te Oud-Beierland L. P. Römelingh, thans in gelijke betrekking te Groenlo; is met ingang van 1 December 1915 be noemd tot directeur vau het post- en tele graafkantoor te Zundert A. Koops, thans in gelijke betrekking te Krabbendijke. zijn benoemd: tot ontvanger der registratie en domeinen te Veghel, G. H. Kaaskooper, than3 ontvan ger der registratie en domeinen te Tholen; tot ontvanger der registratie en domeinen te Eist, J. W. Ph. Roelink, thans ontvanger der registratie en domeinen te Gulpen; tot ontvanger der registratie en domeinen te Me- demblik R. Gerritsen, thans ontvanger der registratie en domeinen te Oldeberkoop; tot ontvanger der directe belastingen, invoer rechten en accijnzen fee Maassluis, G. A.. Schepers, ontvanger derzelfde middelen te Edam; tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen t-e Monlfoort, G. A. Meyer,- ontvanger der directe belastingen, invoer^ rechten en accijnzen te Coevorderen. Naar „Het N. v. d. D." verneemt, is ta, Amsterdam gesticht een Lombok-instituut, dat geschoeid zal zijn op de leest van hei' te Leiden gevestigde Batak-instituufc. Het Batak-instituut stelt zich, gelijk be kend, ten doel: de wetenschappelijke studie» van land en volk der Bataks. De monograr fieën van de hand wan speciaai daartoe aan gezochte deskundigen worden gepubliceerd in den „Batak-spiegel." Het initiatief tot de oprichting van heb Lombok-instituut is uitgegaan van den heer{ J. O. van Eerde, directeur van jde afd. .Volkenkunde van het Koloniaal Instituut, diej door zijn vroegere betrekkingen tot de eilan den Bali en Lombok, daartoe wel de aan gewezen nian was. Hij heeft zich reeds de medewerking ver zekerd van tal van mannen van paam opi het gebied der beoefening vah onze koloni ale land- en volkenkunde. In de Rijkspostspaarbank werd ge durende September 1915 meer ingelegd aan terugbetaald f 1.473.374.891/2. (Vervolg van gisteren). De Voorz. dankt- de leden voor de hulde aan B. en W. gebracht, vooral dankt 6pr. den heer Fokker voor de wooiden tot hem gesproken. Wederkeerig huldigt spr. de le den voor den steun aan B. en W. gegeven* De Voorzitter weerspreekt de opinie vau die hoeren, die van oordeel zijn, dat de Raad meer gekend moest worden in de ge nomen maatregelen naa- aanleiding van den oorlogstoestand. jGenie: j esultaat vau door den Raad vast gestelde verordeningen had spr. niet ver wacht,. waar handelaren niet terugschrik ken voor do hooge boeten van de N. O. T. (De heeren Fabius en Briët komen ,ter vergadering.) Spr. wijst er op, dat de uitvoering van de" maatregelen aan de 7j urge me esters fs opg'ef- ]egd. Spr. moest dus geen commissies van bij stand hebben, maar commissies van advies. Het is geen toeval, dafc in de commissies, die er zijn, zooveel raadsleden zitting heb- ben. Er is gevraagd om een overzicht vau do- uitgave van de ext. ra-er edï eten. Wanneer het een uitgaaf van eenige beteekenls is, wordt den Raad steeds om een beslissing gevraagd. Spr. heeft den Raad herhaaldelijk over ver schillende onderwerpen ingelicht, maar ver der kon hij niet gaan. De uitgaven voor veel maatregelen komen ten laste van het Ryk en daarom heeft de Raad niets te be slissen. Voor de commissies vraagt spr. as sistentie en daarvoor heeft hy gaarne hulp van Raadsleden. Inzake den vischverkoop staat spr. aan de' zijde van den heer Fokker. Men kan zulke maatregelen ook nemen orr: het artikel be kend te maken. Anders is het met den groen- tenverkoop, die alleen ondernomen is om: de pryzen niet op te drijven. Op de vraag van den heer Sijt&tna over dé gemeentelijke brandverzekering antwoordt spr. dat verschillende gemeenschappelijke maatregelen zullen worden genomen o.a. Traag kwamen de heeren binnen op het oiWewone uur en met ongewoon zware por tefeuilles, waarin behalve andere paperassen, de begrooting met toelichting, de kleine editie der begrooting en het Sectieverslag met me morie van Antwoord van B. en~W. Al deze gewichtige documenten zouden ter tafel ko- ifion. De begrooting door te worstelen, alge meene beschouwingen voeren, repliek van het College van B. en W., dupliek der leden jen voorts 239 artikelen onder den hamer laten gaan, inderdaad het is geen klei nigheid. In den goeden ouden tijd, toen de RjSsdrleden onvoorwaardelijk geloofden, dat j&. en W. het beter wisten dan zij, liep het geregeld met een enkele namiddagzitting af. Later verplaatsten B. en W. den aanvang Op één uhr, wat, ondanks de vette onder- sb.-toning van het woordje één, boven do l^ei-la steeds, en ook- ditmaal, door som migen over het hoofd wordt gezien. Ook deze maatregel kon echter in de laatste jaren niet Wetten, dat er den avondzitting aan moest vastgeknoopt worden, wat de gemeente, be halve kosten van papier en drukloon wat er alzoo wordt gesproken, wordt immers in eon stenografisch verslag aan de verge telheid ontrukt ook nog een zestig pop aan presentiegeld kost, plus eenige flesscken wijn. Onze Raad toch wordt als eenige uitzondering op zoo'n avondzitting op een glaasje wijn onthaald, wat zeker niemand hem zal misgunnen. Hoe zou het nu vandaag gaan? Wy hebben tl gezegd: het sectieverslag bevatte wei nig bijzonders., was eigenlyk van elk groot principieel vraagstuk gespeend en waar dit tct leiudraad voor het debat in den Raad ploegt te dienon, voorspelden wij geen uit voerige algemeene beschouwingen. Men kon achter niet weten l Als de sluizen der wel sprekendheid worden opengezet^ gaat het in zoo'n openbaar college als met den grauwen October hemelhet regent uit alle hoeken. Het is wy willen het dadelijk met ver heuging zeggen boven verwachting mee- gavsLen. Hoewel nog meer dan een half övrijn leden algemeene beschouwingen heb ben gevoerd en er bij enkele artikelen een kprbe gedachtenwisseling heeft plaate gehad, vVas de vergadering afgeloopenkwart Swor vieren, zonder dat zelfs één enkele stemming was gevallen. Dat is in lange jaren niet gebeurd. De burgemeester heeft daarvoor lachend aan het slot een felicitatie aanvaard en er vermoe delijk wel bij gedacht, dat onze Raad nog niet zoo kwaad is. Aan de begrooting gingen nog enkele punten vooraf, naar aanleiding waarvan een opmerking werd gemaakt door mr. Fokker, 'die ook ons interesseert. De vermelding van éen ingekomsn stuk had hij reeds in een courant, buiten de stad verschijnend, ge lezen, voordat dit stuk de Raadsleden had bereikt. Ra, ra, hoe kan dat? Wy, die ook door deze vlugge journalistiek werden getroffen, zyn op informatie uitge gaan, on vernamen, dat het bewuste stuk Zaterdagmiddag te drie uren ongeveer is [Verschenen. Om nog in een avondblad bui- jen de stad te worden opgenomen, is het dus nat van de pers naar buiten moeten .worden geseind. Den Raadsleden i? het over Roman naar het Engelsch. P2) Zijn geestdrift was zoo oprecht, zijn lof zang zoo spontaan, dat hij eenige instemming verwachtte. Hij meende, dat, al stemde Conquest niet in met- dezen lofzang ter eere van de vrouw, die hem waarschijnlijk lief had en die- hij, wat nog waarschijnlijker was, beminde, dan zou het toch niet. meer dan natuurlijk zijn, dat hij dien toejuichte. Ford wist, dat als iemand a.ndcrs een lof zang op Miriam Strange had aangeheven, hij overeind zou zijn gesprongen en 'smans handen zou gedrukt hebben totdat die pijn deden. Het bevreemdde hem daarom, het stelde hem teleur, dat Conquest onbeweeg lijk bleef zitten, tenzij de fonkelende flikke ring van zijn kleine oogen voor emotie kon gohonrlen worden Hij gaf Conquest verlichting een oogen- biik op te staan hij streek nu een andere iucifcr af en stak zijn sigaar eindelijk aan, terwijl hij zich omdraaide, opdat Ford het beven van zijn ringers niet rie-n zou. Toen hij zeker van zichzelf was, keerde hij hem weer zijn gezicht toe en nam zijn plaats weer in. „Het is de wonderbaarlijkste geschiede nis, die ik ooit beb gehoord," morkte hij slechts op in antwoord op Ford's vragen- tfen blik. „Ik hoopte, dat je daarin iets meer zult *rien dan iets wonderbaarlijks", waagde Ford te zeggen, nadat bij een oogenblik gewacht had op een meer waardeerendc olfcing. „Misschien wel, als ik wat van mijn ver bazing ben bekomen Daar moet je mij tijd voot geven. Heb ik goed begrepen, dat zij je wekenlang in haar atelier „Drie weken en vier dagen precies „En d'at zij je voorzag van voedsel en blee ding „En geld maar dat heb ik terugbe taald „En je weg kreeg op dae vernuftige wij ze „Juist zooals ik je heb verteld." „Wonderbaarlijk! Eenvoudig wonder baarlijk En," voegde hij er met eenige bit terheid bij, „jij kwam hier terug -en jij en zij samen hebt ons allen beet geno men." Ford nam rijn sigaar uit den mond en zich in zijn stoel omdraaiend, keek hij Conquest in een houding en met een blik aan, -die niet verkeerd konden uitgelegd worden. „Ik kwam hier terug en nam u allen beet als je dat wilt- Miss Strange had er niets mee te maken Zij verwachtte mij zelfa niet." Die laatste zin gaf Conquest de oplos sing, waarnaar hij had uitgezien maar nu hij die had, aarzelde hij er gebruik van te maken. Hij herinnerde rich Miriam's woor den, die rij slechts haperend had geuit en die een soort bekentenii waren, welke een vrouw nooit gaarne afligt: „Er zijn din gen gebeurd zooals er gewoonlijk niet ge beurenen zelfs als hij nooit terug komtzou ik toch liever op hem blijven wachtenal is het ook tevergeefs." Allee werd hem duidelijk, maar toch niet zoo duidelijk of or was ook nu nog wel tijd de zaak voorloopig te voegen bij alles, waarin men rich maar liever niet te veel moet ver diepen. Het was tegen rijn beter oordeel in zijn beter oordeel als rechtsgeleerde, -dat hij ondanks zichzelf zei „Mogelijk ver wachtte zij je niet op drien dag en datummaar zij heeft je toch waar schijnlijk te eeniger tijd verwacht." „Misschien wel, maar als rij dat heeft ge daan, dan wist. ik daar niets van." Dit antwoord, dat met een zekeren veel- beteekenenden nadruk werd gezegd, deed Conquest aan zijn eigen belangen denken. Hij had te dikwijls rijn cliënten geraden geen slapende honden wakker te maken, om dat spreekwoord nu niet zelf in prak tijk te brengen en aldus rijn jaloersohe nieuwsgierigheid onderdrukkend, bracht hij het. gesprek weer op de getuigenis van Amalia Gramra. Het*volgende halfuur gaf hij blijk het ta lend te bezitten hetwelk gedeeltelijk aan geboren en gedeeltelijk voortgespToken was uit de praktijk en dat hij dikwijls in zich zelf had gewaardeerd om te spreken over één onderwerp en te denken aan een on der. Terwijl hij op zeer duidelijke -wijze de gedragslijn aangaï, die men bij Ford's ver dediging zou moeten volgen, beredeneerde hij bij zichzelf, dat dit de man was, op wien Miriam Strange, romantisch, acht jaren had gewacht. Dit. feit drong zich aan hem op, doch het behoorde bij zijn beroep feiten niet to duch ten. Zoo ze ongunstig waren, zag men ze bij do rechtop raktij k onverschrokken onder het. oog, voornamelijk met hot d-oel ze te kunnen omgaan. De zaak deed rich in het eerst, voor alsof ze van geen invloed zou wezen op zijn gemoedsleven, maar meer als een vervelende samenloop van omstandig heden. die hem konden ontnemen wat hij eerlijk had verkregen Hij was niet. van plan zidh door iemand iets te laten ontne men en terwijl hij haastig de punten van het- geval opsomde, zag hij, dat de balans der waarschijnlijkheden te zijnen gunste overhelde. Om Ford dat duidelijk te mak ken, bracht hij het gesprek weer op rijn avonturen en deed hem alzoo een gedeelte van rijn lofzang herhalen. Toen hij die had geëindigd, was Conquest weer in staat den vriendelijken, vertrouwelijken toon aan te slaan, die er bij het begin van den avond tusschen hen had geheersoht. „Het dioet mij heel aangenaam aan, bes te kerel", zei hij tusschen twee halen aan rijn sigaar, „te hooren, dat jij miss Stran ge zoo hoogschat, want ik weet niet of je het gehoord hebt zij en ik trouwen binnenkort. Hij keek Ford aan, om te zien, of deze mededeeling hem ook deed ontstellen, er. verwonderde er zich over, dat hij die zoo kalm opnam. „Ja, ik wist dat. Ik was van plan je ge luk te wenschen, als de tijd daarvoor was aangebroken Mij dunkt, dat. is nu het ge val Er sprak een oprechtheid uit rijn toon, die Conquest, moeilijk kon wantrouwen, of schoon hij zich er niet veel op wilde verla ten. „Dank je, ouwe jongen. Ik wist. niet., dat je zoo goed op de hoogte was Mag ik vra gen hoc ..O, ik wist. het al heel lang! Miss Stran ge heeft het mij verteld vóór dat ik van het voorjaar naar Zuid-Amerika ging." Dit bewijs van oen vertrouwelijke ver houding tusschen die beiden gaf hem een tweeden echok, dtoöh hij wilde daar voor 't oogenblik niet-verder over nadenken, maar stelde rich tevreden met Ford duidelijk te maken, dat „handen thuis" de eerste regel van het spel moest rijn. Zijn volgende zet had ten doel het spel over te brengen op het terrein van den tegenstander. „Ik heb je> eigenlijk ook nooit, geluk ge- wenscht", zei hij oogensokijnlijk bedaard. „En ik wist het toch ook al eenigen tijd van jon en Evie, maar „O, dat is totaal uit. In de gegeven om standigheden voelde Evie rich niet in staat het vol te houden." „Dat is wel wat al te bar. Men heeft je wel hard behan-d/eld, hè? Als iemand rich zoo kranig houdt als jij, moest een meisje hem trouw blijven. Maar ik ken Evie. Ik heb haar van de wieg af gekend. Zij zal weer bijdraaien, dat zul je zien, Als wij je er door halen, zooals wij zullen doen, zal zij alles van een ander standpunt bekijken. Ik weet, dat rij tot over de ooren op je verliefd is geweest van haar reis naar Buenos-Ayres af." Toen Ford niets zed, leek het Conquest dienstig wat meer op zijn doel af te gaan. ..Wij kunnen daarin allen meehelpen, oude jongen en je kunt op ons rekenen, zoowel op miss Strange als op mij Niemand bezit zulk een invloed op Evie als Mirjam en ik weet. dat zij zeer gaar ra zou zien. dab jij en rij ik doel jij en Evie het samen eens werden. Ik zie er geen bezwaar in je te vertellen, dat ik mij, ter wille van Miriam's bezorgdheid omtrent Evie, met jouw geval hela bemoeid. Ik wil daarmee niet beweren, dat- iV: geen belangstelling voor je koster ter wille van jezelfmaar zij heeft, mij daartoe in de eerste plaats aangezet. Het is voor haar oen kwestie van groot belang, dat je er goed doorkomt en met Evie trouwt (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5