N®, 17078
Tweede Blaxl. 915.
Vrijdag SO October.
Leidsch Dagblad,
Binnenland.
Gemeenteraad van Leiden,
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
It© wilde Olijf.
Schrijf op de enveloppe van aan
ons gerichte brieven alleen:
LEIDEN.
Hoe -korter, des te duidelijker voor
de postl
do post toegezonden; die kouden liét dus
eerst krijgen, nadat zy liet op kun gemak
j ui het avondblad van een courant buiten de
i stad konden lezen. Oneigenaardig, doch nog
niet zoo heel erg. Erger komt het ons voor,
dat de bladen in de stad zeil het stuk
dien avond niet konden plaatsen, omdat zy
er onkundig van bleven. Wanneer men van
het Stadhuis te uiterlijk drie uren een cor
respondent van een blad buiten de stad,
stukken, uitgaande van B. en W., in handen
speelt, waarom kan men daarvan den Leid-
schen bladen, of wie deze bedienen, ook geen
kennis geven: Ook wij zijn met een tele
foontje tevreden ,en wij kunnen, om met
de bladen buiten de stad in dezen te con-
curreeren, het nog wel even later hebben.
Laat ons hopen, dat burgemeester en secre
taris nog invloed genoeg op hun ambtenaren
en beambten hebben, om in het vervolg een
dergelijk misbruik te voorkomen.
.Voor het gesprokene bjj de algemeene be
schouwingen verwijzen wij naar het verslag,
en zullen ons bepalen tot het naar voren
brengen van enkele punten.
Het lokken van nieuwe industrieën in de
gemeente. De heer Fokker wilde daarmede
voorzichtig zijn. Alle industrieën bevorderen
niet de welvaart en hy sloeg daarby den
staat op, vermeldende de uitkeeringen van
het Gemeentelijk WerkloozentonoB van 7
Sept. 1914 tot 28 Aug. 1915, waarop de
werklieden van de Leidsche Katoenmaat-
schappij voorkomen met cyfers vau f 19,305,
door de gemeente, en f37,608 door het Rijk
uitgekeerd, tegenover bedragen van f 58
tot f 1100 aan de werklieden van andere
fabrieken.
De heeren Pera en Aalberse achtten die
bezwaren blijkbaar minder, al wist de eerste
niet, hoe het gemeentebestuur de vestiging
zou moeben bevorderen. Mr. Aalberse wilde,
evenals in het buitenland, verschillende fa-
oiliteiten verleenen, wat ook de heer Ver
gouwen voorstond. Men stelt immers ook
terreinen beschikbaar voor nieuwe musea,
laboratoria, enz.?
Wij zijn het met den wethouder Fiseher,
die gisteren heel goal op dreef was, eens.
dat dit niet hetzelfde is. Stel u voor, wy
zouden een terrein geven aain een naamlooze
vennootschap voor eenig bedryf, waarvan
de winsten in de zakken kwamen van aandeel
houders buiben de stad, terwijl wy mogelijk
nog geld moesten ten koste leggen aan de
zorg voor de werklieden, in dienst der ven
nootschap I De burgemeester gaf het dilemma
juist, toen hy opmerkte, dat een nieuwe
industrie in het algemeen voor het land
wel voordeelig is, maar nog niet altyd voor
de gemeente, waar zy wordt gevestigd. Deze
opmerking vond nadere illustratie in het
antwoord van den Voorzitter aan den heer
Botermans gegeven, toen deze aandrong op
liet bouwen van goede arbeiderswoningen
voor fl.50 h fl.75 huur, omdat vele fa
brieksarbeiders niet meer huur kunnen be
talen. Op deze manier geeft eigenlyk de
gemeente een premie op de lage loonen, door
fabrikanten uitgekeerd.
Inderdaad, het geldt hier een vTaagstukj
dat niet maar even in een middag in do
Raadsvergadering is op te lossen.
Gemeentelijke vist-hverkoop. Zal deze ook
na den oorlogstoestand moeten worden voort
gezet? was de vraag, waarover 'de mee
ningen uiteen liepen.
Ons dunkt, dat men een debat daarover
gevoeglyk nog wel wat lean uitstellen. Wy
verkeeren omtrent de toekomst de heer
Reimeringer heeft in een ander verband er
op gewezen nog zoo in het onzekere
dat wij verstandig doen af te wachten welke
maatregelen later, al dan niet noodig, zullen
binken te Zyn.
Electrificatie der tramlijn LeidenDen
Haag. Hierover vernamen wij tot ons genoe
gen, dat reeds een concessieaanvraag is in
gekomen. Er zal dus niet mee gedraald
worden. Wij wallen er hier alleen van zeg
gen, dat wij het niet met mr. Fokker eens
zijn, die deze zaak op de lange baan wil
schuiven, omdat er nog een ander p'an voor
een tramverbinding LeidenDen Haag over.
Wassenaar in de lucht hangt. Beter één plan
op den platten grond, dan een ander in de
lucht, zouden we zeggen.
Nieuw was ons de mededeeling, dat hier
waarschijnlijk Rijksnormaallessen zullep wor
den geopend, wat vermoedelijk tot opheffing
der Gemeentelijke Kweekschool aanleiding
zal geven; een denkbeeld, dat voor jaren
reeds door enkele Raadsleden is geopperd,
doch steeds van de zijde van B. en W. en
schoolautorit-eiten bestrijding vond. Het zou
de gemeente een vry groot bedrag uitspa
ren, en het doel, than3 met de Kweekschool
beoogd, zou even goed worden bereikt.
Wij hebben hiermede de voornaamste pun
ten, bij de algemeene beschouwingen aange
roerd, besproken. Over de artikelsgewyze-
behandeling meenen we ook het zwijgen te
kunnen doen. Slippen we slechts aan, dat
de heer Huurman, die een heel kort, maar
helder maidenspeechje hield, een voorstel
aankondigde, om het z.g. beerpuUen-stel6el
af te schaffen, waarin hij reeds onmid
dellijk byval vond van den heer Botermans.
De Nieuwe Gouverneur-Generaal.
De tot het ambt van Gouverneur-Gene
raal van Nederlandsch-Indië benoemde Ne-
derlandsche gezant bij de Scandinavische Ry-
ken, mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum
ie 42 jaar. Hij werd geboren 2 Februari
1873. Zyn studies volbracht hij aan de Leid
sche universiteit, en hij promoveerde te Lei
den in 1895. In 1891 werd hij er als student
ingeschreven en hij was in het lustrumjaar
1895 praeses van heb L. S. G.
De heer Van Limburg Stirum koos de di
plomatieke loopbaan. 15 Juli 1895 werd hij
werkzaam gesteld aan het Departement van
Buitenlandsche Zaken.
Een jaar laber, 21 Juli 1898, ontving hjj
reeds zijn benoeming tot gezautschapsattaché
in algomeenen dienst In 1898 werd hij ge
zantschapssecretaris 2de klasse, en bleef nog
eenigen tyd aan het-Ministerie van Buiten
landsche Zaken, waarna hij in 1899 zyn
eersten post in het buitenland kreeg, toen
hij als gezantschapssecretaris 2de klasse
bij de Nederlandscne legatie te Rome werd
geplaatst.
In 1902 werd hy bevorderd tot gezant
schapssecretaris 1ste klasse en als zoodanig
werd hem de functie van chef van het kabi
net van den Minister van Buitenlandsche Za
ken opgedragen.
Tijdens de vervulling 'dezer betrekking
werd h^' in 1904 l>evorderd tot gezantschaps-
raad, maar bleef de heer Van Limburg Sti
rum als chef van 's Ministers kabinet optre
den, totdat hij in 1905, in zijn hoedanigheid
van legatieraad by het Nederlandsche ge
zantschap te Konstantlnopel geplant >t werd.
Intusschen zou hy opnieuw worden geroe
pen om als hoofd van het kabinet des Mi
nisters op te treden en wel in 1909. toen
hy tegelijkertijd bevorderd werd tot zaakge
lastigde, met den persoonlijken titel van bui
tengewoon gezant en gevolmachtigd Minister.
In den loop van 1913 kwam de lieer Van
Stirum tijdelijk aan het hoofd van Hr. Ms.
gezantschap te Peking en wel tijdens het
verlof van den Nederlandschen gezant by
het toenmalige Ohineesche Hof. jhr. mr.
Be'elaerts van Blokland.
Bij Koninklyk besluit van 31 December
1913 eindelijk, werd de heer Van Limburg
Stiruni benoemd tot minister-resident, met
den titel van buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister, bij de Hoven van Zweden,
Noorwegen en Denemarken.
Reeds vry spoedig vermoedelijk half Ja
nuari zal de nieuwe Landvoogd naar Ned.-
Indïë vertrekken.
Enkele dagen geleden heeft de heer Van
Stirum nog in Den Haag vertoefd. Hij is
Kamerheer in buitengewonen dienst van H.
M. de Koningin, waartoe hy 4 Febr. 1904
werd benoemd.
Hij is ridder in de orde van den Neder
landschen Leeuw en grootkruis, commandeur,
officier of ridder van een groot aantal bui
tenlandsche orden.
Het Geheime „Onderwys-Stuk".
Donderdagmiddag werd schrijft -,,De
Tel." vanwege de justitie ten (onzen
bureele geïnformeerd naar de herkomst van
het. geheime „Onder wijs-s tuk", dat wij 16 .Oc
tober publiceerden.
Onze hoofdredactie weigerde elke inlich
ting omtrent dit pnnt.
Dr. Kuvper aldus de driehoek-mede
werker van „De Tel." heeft in „De
«Standaard" het door de sub-commissie der
Bevredigings-commissie ontworpen art. 192
der Grondwet „een onbeholpen stuk" ge
noemd, clat „slechts uit één hoek kwam en
we-1 uit dien hoek, waaruit wij 't niet heb-
ten hebben'
Dit is merkwaardig.
Wij kunnen mededeelen, dat het concept
door de sub-commissie met algemeene
stemmen is goedgekeurd, zoo althans is ons
door een Kamerlid positief verzekerd. En
bij die stemmen waren ook die der recht-
sche leden. Het concept komt dus niet „uit
één hoek", maar uit alle hoeken.
Het eindverslag der Staatscommissie kafi
binnen drie maanden worden te gemoet-
gezien. Zeer waarschijnlijk zal het in den
loop van Januari verschijnen. Hieruit ziet
men reeds, dat er van „vertraging" geen
sprake zal zijn.
Kamerverkiezing Amsterdam IX.
Voor de verkiezing van een lid van 'de
Tweede Kamer in het distriot Amsterdam
IX (vacature, W. H. Vliegen) waren .uitge
bracht 13,439 geldige stemmeu. Hiervan ver
kregen de heeren I. van den Tempel, S.-D.
A.-P., 7121, W. de VJugfc, anti-rev., 5897,
en D. Wijnkoop, S. D. P., 421 stemmen. Ge
kozen is de heer J. van den Tempel, Becre-
tavis va"n het Ned. .Verbond vah Vakvereeni-
gingen.
UIT DE STAATSCOURANT.
By Kon. besluit zijn benoemd tot tijdelijk
asp irant-Rykslandbouwleeraar I. Svbesma,
te Heerenveen; P. G. Meyers, te Groningen;
J. H. F. Deckers, te Stratum, en S. N. Boe
kei, te Alkmaar;
is met ingang van 1 December benoemd,
tot directeur van het post- en tele<>Taaf-
kantocr te Oud-Beierland L. P. Römelingh,
thans in gelijke betrekking te Groenlo;
is met ingang van 1 December 1915 be
noemd tot directeur vau het post- en tele
graafkantoor te Zundert A. Koops, thans in
gelijke betrekking te Krabbendijke.
zijn benoemd:
tot ontvanger der registratie en domeinen
te Veghel, G. H. Kaaskooper, than3 ontvan
ger der registratie en domeinen te Tholen;
tot ontvanger der registratie en domeinen te
Eist, J. W. Ph. Roelink, thans ontvanger
der registratie en domeinen te Gulpen; tot
ontvanger der registratie en domeinen te Me-
demblik R. Gerritsen, thans ontvanger der
registratie en domeinen te Oldeberkoop; tot
ontvanger der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen fee Maassluis, G. A..
Schepers, ontvanger derzelfde middelen te
Edam; tot ontvanger der directe belastingen
en accijnzen t-e Monlfoort, G. A. Meyer,-
ontvanger der directe belastingen, invoer^
rechten en accijnzen te Coevorderen.
Naar „Het N. v. d. D." verneemt, is ta,
Amsterdam gesticht een Lombok-instituut,
dat geschoeid zal zijn op de leest van hei'
te Leiden gevestigde Batak-instituufc.
Het Batak-instituut stelt zich, gelijk be
kend, ten doel: de wetenschappelijke studie»
van land en volk der Bataks. De monograr
fieën van de hand wan speciaai daartoe aan
gezochte deskundigen worden gepubliceerd
in den „Batak-spiegel."
Het initiatief tot de oprichting van heb
Lombok-instituut is uitgegaan van den heer{
J. O. van Eerde, directeur van jde afd.
.Volkenkunde van het Koloniaal Instituut, diej
door zijn vroegere betrekkingen tot de eilan
den Bali en Lombok, daartoe wel de aan
gewezen nian was.
Hij heeft zich reeds de medewerking ver
zekerd van tal van mannen van paam opi
het gebied der beoefening vah onze koloni
ale land- en volkenkunde.
In de Rijkspostspaarbank werd ge
durende September 1915 meer ingelegd aan
terugbetaald f 1.473.374.891/2.
(Vervolg van gisteren).
De Voorz. dankt- de leden voor de hulde
aan B. en W. gebracht, vooral dankt 6pr.
den heer Fokker voor de wooiden tot hem
gesproken. Wederkeerig huldigt spr. de le
den voor den steun aan B. en W. gegeven*
De Voorzitter weerspreekt de opinie vau
die hoeren, die van oordeel zijn, dat de
Raad meer gekend moest worden in de ge
nomen maatregelen naa- aanleiding van
den oorlogstoestand.
jGenie: j esultaat vau door den Raad vast
gestelde verordeningen had spr. niet ver
wacht,. waar handelaren niet terugschrik
ken voor do hooge boeten van de N. O. T.
(De heeren Fabius en Briët komen ,ter
vergadering.)
Spr. wijst er op, dat de uitvoering van de"
maatregelen aan de 7j urge me esters fs opg'ef-
]egd.
Spr. moest dus geen commissies van bij
stand hebben, maar commissies van advies.
Het is geen toeval, dafc in de commissies,
die er zijn, zooveel raadsleden zitting heb-
ben.
Er is gevraagd om een overzicht vau do-
uitgave van de ext. ra-er edï eten. Wanneer
het een uitgaaf van eenige beteekenls is,
wordt den Raad steeds om een beslissing
gevraagd.
Spr. heeft den Raad herhaaldelijk over ver
schillende onderwerpen ingelicht, maar ver
der kon hij niet gaan. De uitgaven voor
veel maatregelen komen ten laste van het
Ryk en daarom heeft de Raad niets te be
slissen. Voor de commissies vraagt spr. as
sistentie en daarvoor heeft hy gaarne hulp
van Raadsleden.
Inzake den vischverkoop staat spr. aan de'
zijde van den heer Fokker. Men kan zulke
maatregelen ook nemen orr: het artikel be
kend te maken. Anders is het met den groen-
tenverkoop, die alleen ondernomen is om:
de pryzen niet op te drijven.
Op de vraag van den heer Sijt&tna over dé
gemeentelijke brandverzekering antwoordt
spr. dat verschillende gemeenschappelijke
maatregelen zullen worden genomen o.a.
Traag kwamen de heeren binnen op het
oiWewone uur en met ongewoon zware por
tefeuilles, waarin behalve andere paperassen,
de begrooting met toelichting, de kleine editie
der begrooting en het Sectieverslag met me
morie van Antwoord van B. en~W. Al deze
gewichtige documenten zouden ter tafel ko-
ifion. De begrooting door te worstelen, alge
meene beschouwingen voeren, repliek van
het College van B. en W., dupliek der leden
jen voorts 239 artikelen onder den hamer
laten gaan, inderdaad het is geen klei
nigheid. In den goeden ouden tijd, toen de
RjSsdrleden onvoorwaardelijk geloofden, dat
j&. en W. het beter wisten dan zij, liep het
geregeld met een enkele namiddagzitting af.
Later verplaatsten B. en W. den aanvang
Op één uhr, wat, ondanks de vette onder-
sb.-toning van het woordje één, boven do
l^ei-la steeds, en ook- ditmaal, door som
migen over het hoofd wordt gezien. Ook deze
maatregel kon echter in de laatste jaren niet
Wetten, dat er den avondzitting aan moest
vastgeknoopt worden, wat de gemeente, be
halve kosten van papier en drukloon
wat er alzoo wordt gesproken, wordt immers
in eon stenografisch verslag aan de verge
telheid ontrukt ook nog een zestig pop
aan presentiegeld kost, plus eenige flesscken
wijn. Onze Raad toch wordt als eenige
uitzondering op zoo'n avondzitting op een
glaasje wijn onthaald, wat zeker niemand hem
zal misgunnen.
Hoe zou het nu vandaag gaan? Wy hebben
tl gezegd: het sectieverslag bevatte wei
nig bijzonders., was eigenlyk van elk groot
principieel vraagstuk gespeend en waar dit
tct leiudraad voor het debat in den Raad
ploegt te dienon, voorspelden wij geen uit
voerige algemeene beschouwingen. Men kon
achter niet weten l Als de sluizen der wel
sprekendheid worden opengezet^ gaat het in
zoo'n openbaar college als met den grauwen
October hemelhet regent uit alle hoeken.
Het is wy willen het dadelijk met ver
heuging zeggen boven verwachting mee-
gavsLen. Hoewel nog meer dan een half
övrijn leden algemeene beschouwingen heb
ben gevoerd en er bij enkele artikelen een
kprbe gedachtenwisseling heeft plaate gehad,
vVas de vergadering afgeloopenkwart
Swor vieren, zonder dat zelfs één enkele
stemming was gevallen.
Dat is in lange jaren niet gebeurd. De
burgemeester heeft daarvoor lachend aan het
slot een felicitatie aanvaard en er vermoe
delijk wel bij gedacht, dat onze Raad nog
niet zoo kwaad is.
Aan de begrooting gingen nog enkele
punten vooraf, naar aanleiding waarvan een
opmerking werd gemaakt door mr. Fokker,
'die ook ons interesseert. De vermelding van
éen ingekomsn stuk had hij reeds in een
courant, buiten de stad verschijnend, ge
lezen, voordat dit stuk de Raadsleden had
bereikt. Ra, ra, hoe kan dat?
Wy, die ook door deze vlugge journalistiek
werden getroffen, zyn op informatie uitge
gaan, on vernamen, dat het bewuste stuk
Zaterdagmiddag te drie uren ongeveer is
[Verschenen. Om nog in een avondblad bui-
jen de stad te worden opgenomen, is het
dus nat van de pers naar buiten moeten
.worden geseind. Den Raadsleden i? het over
Roman naar het Engelsch.
P2)
Zijn geestdrift was zoo oprecht, zijn lof
zang zoo spontaan, dat hij eenige instemming
verwachtte. Hij meende, dat, al stemde
Conquest niet in met- dezen lofzang ter eere
van de vrouw, die hem waarschijnlijk lief
had en die- hij, wat nog waarschijnlijker
was, beminde, dan zou het toch niet. meer
dan natuurlijk zijn, dat hij dien toejuichte.
Ford wist, dat als iemand a.ndcrs een lof
zang op Miriam Strange had aangeheven,
hij overeind zou zijn gesprongen en 'smans
handen zou gedrukt hebben totdat die pijn
deden. Het bevreemdde hem daarom, het
stelde hem teleur, dat Conquest onbeweeg
lijk bleef zitten, tenzij de fonkelende flikke
ring van zijn kleine oogen voor emotie kon
gohonrlen worden
Hij gaf Conquest verlichting een oogen-
biik op te staan hij streek nu een andere
iucifcr af en stak zijn sigaar eindelijk aan,
terwijl hij zich omdraaide, opdat Ford het
beven van zijn ringers niet rie-n zou. Toen
hij zeker van zichzelf was, keerde hij hem
weer zijn gezicht toe en nam zijn plaats
weer in.
„Het is de wonderbaarlijkste geschiede
nis, die ik ooit beb gehoord," morkte hij
slechts op in antwoord op Ford's vragen-
tfen blik.
„Ik hoopte, dat je daarin iets meer zult
*rien dan iets wonderbaarlijks", waagde
Ford te zeggen, nadat bij een oogenblik
gewacht had op een meer waardeerendc
olfcing.
„Misschien wel, als ik wat van mijn ver
bazing ben bekomen Daar moet je mij tijd
voot geven. Heb ik goed begrepen, dat zij
je wekenlang in haar atelier
„Drie weken en vier dagen precies
„En d'at zij je voorzag van voedsel en blee
ding
„En geld maar dat heb ik terugbe
taald
„En je weg kreeg op dae vernuftige wij
ze
„Juist zooals ik je heb verteld."
„Wonderbaarlijk! Eenvoudig wonder
baarlijk En," voegde hij er met eenige bit
terheid bij, „jij kwam hier terug -en jij
en zij samen hebt ons allen beet geno
men."
Ford nam rijn sigaar uit den mond en zich
in zijn stoel omdraaiend, keek hij Conquest
in een houding en met een blik aan, -die
niet verkeerd konden uitgelegd worden.
„Ik kwam hier terug en nam u allen beet
als je dat wilt- Miss Strange had er niets
mee te maken Zij verwachtte mij zelfa
niet."
Die laatste zin gaf Conquest de oplos
sing, waarnaar hij had uitgezien maar nu
hij die had, aarzelde hij er gebruik van te
maken. Hij herinnerde rich Miriam's woor
den, die rij slechts haperend had geuit en
die een soort bekentenii waren, welke een
vrouw nooit gaarne afligt: „Er zijn din
gen gebeurd zooals er gewoonlijk niet ge
beurenen zelfs als hij nooit terug
komtzou ik toch liever op hem blijven
wachtenal is het ook tevergeefs." Allee
werd hem duidelijk, maar toch niet zoo
duidelijk of or was ook nu nog wel tijd de
zaak voorloopig te voegen bij alles, waarin
men rich maar liever niet te veel moet ver
diepen. Het was tegen rijn beter oordeel
in zijn beter oordeel als rechtsgeleerde,
-dat hij ondanks zichzelf zei
„Mogelijk ver wachtte zij je niet op drien
dag en datummaar zij heeft je toch waar
schijnlijk te eeniger tijd verwacht."
„Misschien wel, maar als rij dat heeft ge
daan, dan wist. ik daar niets van."
Dit antwoord, dat met een zekeren veel-
beteekenenden nadruk werd gezegd, deed
Conquest aan zijn eigen belangen denken.
Hij had te dikwijls rijn cliënten geraden
geen slapende honden wakker te maken,
om dat spreekwoord nu niet zelf in prak
tijk te brengen en aldus rijn jaloersohe
nieuwsgierigheid onderdrukkend, bracht hij
het. gesprek weer op de getuigenis van
Amalia Gramra.
Het*volgende halfuur gaf hij blijk het ta
lend te bezitten hetwelk gedeeltelijk aan
geboren en gedeeltelijk voortgespToken was
uit de praktijk en dat hij dikwijls in zich
zelf had gewaardeerd om te spreken over
één onderwerp en te denken aan een on
der. Terwijl hij op zeer duidelijke -wijze de
gedragslijn aangaï, die men bij Ford's ver
dediging zou moeten volgen, beredeneerde
hij bij zichzelf, dat dit de man was, op wien
Miriam Strange, romantisch, acht jaren
had gewacht.
Dit. feit drong zich aan hem op, doch het
behoorde bij zijn beroep feiten niet to duch
ten. Zoo ze ongunstig waren, zag men ze bij
do rechtop raktij k onverschrokken onder
het. oog, voornamelijk met hot d-oel ze te
kunnen omgaan. De zaak deed rich in het
eerst, voor alsof ze van geen invloed zou
wezen op zijn gemoedsleven, maar meer als
een vervelende samenloop van omstandig
heden. die hem konden ontnemen wat hij
eerlijk had verkregen Hij was niet. van
plan zidh door iemand iets te laten ontne
men en terwijl hij haastig de punten van
het- geval opsomde, zag hij, dat de balans
der waarschijnlijkheden te zijnen gunste
overhelde. Om Ford dat duidelijk te mak
ken, bracht hij het gesprek weer op rijn
avonturen en deed hem alzoo een gedeelte
van rijn lofzang herhalen. Toen hij die had
geëindigd, was Conquest weer in staat den
vriendelijken, vertrouwelijken toon aan te
slaan, die er bij het begin van den avond
tusschen hen had geheersoht.
„Het dioet mij heel aangenaam aan, bes
te kerel", zei hij tusschen twee halen aan
rijn sigaar, „te hooren, dat jij miss Stran
ge zoo hoogschat, want ik weet niet of
je het gehoord hebt zij en ik trouwen
binnenkort.
Hij keek Ford aan, om te zien, of deze
mededeeling hem ook deed ontstellen, er.
verwonderde er zich over, dat hij die zoo
kalm opnam.
„Ja, ik wist dat. Ik was van plan je ge
luk te wenschen, als de tijd daarvoor was
aangebroken Mij dunkt, dat. is nu het ge
val
Er sprak een oprechtheid uit rijn toon, die
Conquest, moeilijk kon wantrouwen, of
schoon hij zich er niet veel op wilde verla
ten.
„Dank je, ouwe jongen. Ik wist. niet., dat
je zoo goed op de hoogte was Mag ik vra
gen hoc
..O, ik wist. het al heel lang! Miss Stran
ge heeft het mij verteld vóór dat ik van het
voorjaar naar Zuid-Amerika ging."
Dit bewijs van oen vertrouwelijke ver
houding tusschen die beiden gaf hem een
tweeden echok, dtoöh hij wilde daar voor 't
oogenblik niet-verder over nadenken, maar
stelde rich tevreden met Ford duidelijk te
maken, dat „handen thuis" de eerste regel
van het spel moest rijn. Zijn volgende zet
had ten doel het spel over te brengen op
het terrein van den tegenstander.
„Ik heb je> eigenlijk ook nooit, geluk ge-
wenscht", zei hij oogensokijnlijk bedaard.
„En ik wist het toch ook al eenigen tijd
van jon en Evie, maar
„O, dat is totaal uit. In de gegeven om
standigheden voelde Evie rich niet in staat
het vol te houden."
„Dat is wel wat al te bar. Men heeft je
wel hard behan-d/eld, hè? Als iemand rich
zoo kranig houdt als jij, moest een meisje
hem trouw blijven. Maar ik ken Evie. Ik
heb haar van de wieg af gekend. Zij zal
weer bijdraaien, dat zul je zien, Als wij je
er door halen, zooals wij zullen doen, zal
zij alles van een ander standpunt bekijken.
Ik weet, dat rij tot over de ooren op je
verliefd is geweest van haar reis naar
Buenos-Ayres af."
Toen Ford niets zed, leek het Conquest
dienstig wat meer op zijn doel af te gaan.
..Wij kunnen daarin allen meehelpen,
oude jongen en je kunt op ons rekenen,
zoowel op miss Strange als op mij Niemand
bezit zulk een invloed op Evie als Mirjam
en ik weet. dat zij zeer gaar ra zou zien.
dab jij en rij ik doel jij en Evie het
samen eens werden. Ik zie er geen bezwaar
in je te vertellen, dat ik mij, ter wille van
Miriam's bezorgdheid omtrent Evie, met
jouw geval hela bemoeid. Ik wil daarmee
niet beweren, dat- iV: geen belangstelling
voor je koster ter wille van jezelfmaar
zij heeft, mij daartoe in de eerste plaats
aangezet. Het is voor haar oen kwestie van
groot belang, dat je er goed doorkomt
en met Evie trouwt
(Wordt vervolgd).