Nederland en de Oaring, De Belasting-voorstellen. Uit de Omstreken. FEUILLETON. De wilde Olijf. N<>9 17Ü77 Donderda» SS October. Tweedie Blad, fto LEIDSCH De „Nieuwe liotterdamscho Courant'' en „Het Vaderland" spreken looide hun be wondering uit voor den geweldigen arbeid door minister Treub in korten tijd met de samenstelling van zijn meer dan twintig belastingvoorstellen verricht en prijzen daarvan zoowel do algemeene strekking als den onderlingen samenhang. De „N. Rott. Ob." is van meening, dat er nauwelijks genoeg spoed mee kan worden gemaakt. Zij schrijft: „Dat voor belastinghervorming het psy chologisch moment er is, staat, dunkt ons, vast. Het land is, financieel, in groot© moeilijkheid, en elk jaar, dat wij op den .ouden voet voortleven, zal de moeilijkheid van de oplossing grooter worden. Er is nog een reden, waarom belastinghervor ming op het oogonblik dringend is. Wan neer de vrede in Europa gesloten zal zijn, zal het blijken, dat de financiën van bijna alle Staten in hopelooze verwarring zijn geraakt. In alle landen zal er naar worden gestreefd, de financiën op nieuwe, vaste grondslagen te vestigen, zoo gauw mogelijk, omdat een gezond belastingsysteem eerste voorwaarde is voor gezonde binnenlandu sche en buitenlandsche politiek, en voor nieuwe economische ontwikkeling conditio sine qua non zal blijken te zijn. Het land, dat het eerst zijn financien weer op streek zal weten te helpen, krijgt in den vreed- zamen volkerenstrijd, die na den oorlog zal losbranden, een voorsprong. Wie ach terblijft en te laat komt, gaat verloren. Wie het eerst op vaste basis het nieuwe lo ven kan aanvatten, krijgt een gelukkige kans. Ook dit moge de Kamer loedenkon, opdat zij haar groote verantwoordelijkheid terdego beseffe". „Heb Vaderland" meent, dat de Minis ter geduld zal moeten oefenen, dat „een zeer degelijk voorbereid onderzoek" van dit omvangrijk complex van voorstellen onont beerlijk is en dat „misschien" de beschikba re tijd nog zal toelaten, dat voor 1917 de Kamer zich in openbare zitting uitspreekt over het financieel© grondbeginselen-ont werp. „Van de behandeling der ontwerpen zei ven kan toch vóói-1917 geen sprake zijn, en dat niet alleen omdat het goed ia ook in zooverre de Engelsohe methode te volgen, dat de kiezers zich over zoo gewichtige uit breiding van en omwenteling |n ons ben lastingwezen moeten kunnen uitspreken, wat te meer klemt nu een Grondwetsher ziening in het zicht is, die op aanmerke lijke uitbreiding van het kiezerstal aan stuurt. Wij kunnen ons echter voorstellen, dat er zouden zijn, die over cfct bezwaar heenstappen, om den beslist democratisch en grondslag waarop dit belastingstelsel is op gebouwd. Maar van opeübare behandeling Ier voorstellen zelf vóór 1917 kan ook daarom niet komen, omdat daardoor het hoofdpunt van het program van do Regee ring feitelijk van de agenda zou worden afgevoerd. Zij, die dan ook reeds bij voor baat riepen, dat de belastingplannen vóór de Grondwetsherziening zouden moeten gaan, gaven blijk de Regeering te misken nen. Wij hebben in dit Kabinet, hoe wei nig ook geneigd tot den partijstrijd in den engeren zin des woords, een ministerie van groot plichtgevoel, en daarom is iedere vrees, als die er mocht zijn, dat de Grond wetsvoorstellen ons niet zeer spoedig zul len bereiken, en tijdig genoeg om in 1917 tot de eerste lezing te komen, in onze oogen hersenschimmig. R.emand weet be ter dan de Regeering, dat als het grond^wet- scheepje vooruitgaat cn daarachter komt het zwaar beladen financieel© vaartuig er dan goede kans is dat ocide in behouden haven komen, al zou dan tusschen beider aankomst oen stembusstrijd liggen, maar dat een wedloop tusschen die twee, beide vaartuigen zou doen stranden op de vele klippen, vooral 'mmde, c\'r in dat vaarwa ter liggen". „Het Centrum" De Minister zoekt het vooral in dc veel heid van heffingen, nadat deze eerst in vier hoofdgroepen zijn verdeeldzakelijke belastingen, persoonlijke belastingen naar inkomen en vermogen, verkeersbelastingen, verteringsbelastingen. Allerlei nieuwe bronnen van heffing heeft de heer Treub in zijn voorstellen opgeno men. Maai* reeds bij vluchtige beschouwing is in te zien, dat door de veelsoortigheid van dit belasting-systeem nog geen gelijkmatiger verdeeling over verschillende schouders wordt gegarandeerd. Onder een anderen naam zullen voor de zelfde zaak dezelfde personen twee- of meermalen belasting hebben to betalen, en waar bovendien het drukkende opcenten- stcleel in ecre blijft, zijn voot den söhat- plichtigen Nederlander de vooruit-richten verre van uitlokkend. Het zal ten slotte moeilijk zijn te zeggen, waarvan hij geen betasting heeft op te brengen En daarbij komen dan nog de belastingen, die niet rechtstreeks worden geheven en vooral nSet te vergeten de gemeente belastingen, welke in de laatste tientallen van jaren belangrijk zijn opgevoerd. Onze eerste indruk is, dat de voorstellen van den Minister lijden aan omslachtigheid en overlading. Er zal zeer zeker in den nood der sohat- Mst moeten worden voorzien, maar ware daarbij niet meer eenvoud te betrachten en zijn daarvoor nieuwigheden als bijv. oen belasting op goederen in de dioode hand noodzakelijk, of zelfs maar geWenscht? „Het Huisgedn" schrijft: Wel kan reeds nu geconstateerd, dat wij met deze belastfin gregeling nieuwe banen opgaan. In zoover aan sommige heffingen een be paalde bestemming wordt gegeven. Iets daarvan, maar min of rneeT em bryonaal nog, hebben wij loeren kermen met wat het gedistilleerd boven de 25 mfl- IGoen zou opbrengen, hetgeen in het z.g. „Buikerpotje" zou terecht komen. Thans ia het tot een stelsel geworden. En, als wij goed zien, staan wij met dat Stelsel nog maar aan het begin. De Minister houdt ons reeds oen school- belasting en wegenbelasting voot oogen. Als men dien weg opgaat, kan men eOrï heel eind ver komen. Er is vóór, er is tegen te zeggen. Bovendien hangt veel, zoo niet alles, van de uitwerking en toepassing af. De Kamer zal aan dit belastingen-com plex een geweldigen kluif hebben. Volgt ze haar gewone werkwijze, óf lie ver, laait zo hierbij haiar bekende breed sprakigheid den vrijen teugel, dan komt zij er in deze wetgevende periode niet mee klaar. Vermoed mag toch niet wotrctan, dat mi nister Treub alles overhoop gehaald en do Kamer voor zoo'n geweldigen rijstebrijberg gezet heeft-, om zeker te zijn, dat er van af doening niets kan komen en zijn opvolger voor de oplossing van heit allermoeilijkst probleem te laten zorgen. Ir. hotel St.-Joris" vergaderde „Het Groene Kruis", afd. Alphen, Aarlanderveen 1. z. en Oudshoorn. Van de bgna 700 leden waren er slechts 26. De voorzitter, de heer J. Tolk, opende de vergadering en heette de aanwezigen welkom. Uit het verslag van den secretaris, den heer J. Elzevier Stokmans, bleek van ho6 groot nut deze Vereeniging is. Het materiaal is voortdurend in gebruik; in het afgeloopen jaar is 909. stuks in bruikleen gegeven. De rekening van den penningmeester sloot in ontvangsten en uitgaven met een bedrag van f 1093.07. Een commissie, bestaande uit drie leden der ver gadering, werd benoemd om de rekeningen na te zien, welke alle in orde werden be vonden, terwijl den penningmeester dank werd gebracht voor zijn beheer. Tot commis sieleden tot het nazien van het materiaal werden benoemd de heeren C. Jongenburger, C. Best en D. Raaphorst. Na de behandeling van den beschrijvingsbrief der algemeene vergadering, werd tot afgevaardigde dier veigadering, welke 27 October te Rotterdam zal gehouden worden, benoemd de voor zitter en tot diens plaatsvervanger de heer J. G. Baart). Bij de behandeling der begrooting 1916 bleek, dat de ontvangsten aan contributiën enz. zullen bedragen f893, terwijl de uit gaven waarschijnlijk f 1058.63 zulten beloo- pen, zoodat er vermoedelijk een tekort zal zijn van f 165.53. Tot bestuursleden wer den herkozen ide heeren :W. v. d. Bijl, J. Kerk- hoven, J. Vlasman, W. van jVermeskerken en C. v. Vieringen Jr. BODEGRAVEN. Het bestuur van het departement Bo degraven van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, vroeger uit vier leden bestaan de, is met één lid vermeerderd. Als vijfde lid is gekozen mr. H. E. la Gro, alhier. De Raad zal vergaderen op Woensdag 3 November, des morgens te halfelf. Ook alhier wordt thans van gemeente wege goedkoop© visch verkocht. Twee da gen in de week wordt daartoe gelegenheid gegeven. LIS SE. Een viertal personen heoben zich geheel belangloos beschikbaar go&teld, om voor de weduwe Baars, wier man eenige dagen ge leden op zulk een ongelukkige wijze om het leven is gekomen, een inzameling te houden bij de inwoners van Lisse en Lis- eerbroek. Met ingang v,an Zondag 1.1. is de dienst der posterijen zoodanig gewijzigd, dat de abonnés de bladen op Zon dag een paar uur eer in bezit krijgen, maar waardoor de Zon dagsrust voor de bestellers een gevoeligen knak heeft gekregen, omdat de geheele dienst op de Zondagen daardoor merkelijk is uitgebreid geworden. SASSENHEIM. Tot leden van het kiesoollege der Ned.- Herv. Kerk alhier zijn herkozen de heeren O. L. Vis en G. Verschoor en gekozen de heereD A. van der Voet en Mart. Bakker. TER-AAR. De voordracht ter benoeming van een hoofd der openbare school in deze gemeen te bestaat uit de heeren C. H. N. de Nooijer, (onderwijzer te Moordrecht, en, W. J. de Graaf, onderwijzer, te Rotterdam. WASSENAAR. De Raad vergadert Vrijdagmorgen te tien uren. In gewone jaren worden hier wel wat eikels gezocht, maar dit jaar was het een ware wedloop om maar zooveel mogelijk bin nen te krijgen. Geen wonder: de prijzen liepen al spoedig op f 4 per H.L. Heele huis gezinnen trokken, met kar en zakken er op uit om van 's morgens tot 's avonds eikels te rapen. Sommigen, om anderen voor te wezen, trokken er des nachts op uit om bij het licht van een lantaarntje groen en bruin te verzamelen op den harden weg en in het gras. Eenige uitverkorenen werden op bui tenplaatsen toegelaten en maakten nog beter zaken, dan zij, die langs den weg moesten blij\en. Men drong ook wel eens de plaatsen binnen zonder verlof. Gelukkig wie er uit kwam zonder zijn vrachtje te moeten achter laten, wat ook al eens gebeurde. Vielen de eikels niet genoeg, dan deden steenen dienst of men klom in de hoornen om te schudden. Zoo'n vallende steen raakte wel eens een hersenpan en de boomklimmers tuimelden wel eens naar beneden. Doch al die gevaren werden gaarne getrotseerd: men kreeg im mers 4 gld. per mud. LEIDERDORP. Gemeenteraad. In de gisteravond gehouden vergadering van den Gemeenteraad, die met gebed geopend word, waren, met den burgemees ter, zes leden tegenwoordigmet kennisge ving was afwezig do heer Verkleij. Na goedkeuring der notulen wordt mede- deeling gedaan vam een besluit van Ged. Staten, "waarbij de rekening over den dienst 1914 wordt gesloten met do cijfers in ont vangst on uitgaaf, zooals dde door den Rood vooTloopig zijn vastgesteld. Het kohier van het schoolgeld, over het 3d© kwartaal 1915, wordt vastgesteld tot een bedrag van ƒ57.72. Daarna is aan de orde de vaststelling der begrooting voor 1916. Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. Bij do artikeJsgew ij ze behandeling, dringt de heer Boot op verbetering der dorps straat aan, speciaal met het oog op het rijwftelverkeer. De Voorzitter zegt overweging in de ver gadering van het College van B. en W. toe. Aan de onderwijzeres, mej. M. J. I. Hooghwinkel die de maximum jaarwed de geniet wordt met algemeene stemmen een personeel© toelage van 50 toegekend. Het subsidie aan de Cristelijke bewaar school wordt, met algemeene stemmen, ver hoogd van 150 tot 200 en diit van de Christelijke naai- en handwerkenschool van 75 tot 100. De begrooting wordt daarna, met eenpa rige stemmen, vastgesteld in ontvang en uitgaaf op ƒ24.188.72?;. Alsnu wordt overgegaan tot een zitting met gesloten deuren. Na heropening deelt de Voorzitter mede, dat de navolgende beslissingen op reclame's in zake den hoofdei ijken omslag zijn geno men De aanslag van C. Mcgchelse blijft be houden. wijl de reclame te laat is ingeko men die van M. Meijer wordt terugge bracht van ƒ7 tot ƒ4.90; die van H. J. W. Peeters wordt teruggebracht van 6.44 tot 504die van P. E. Viervamt Tukker wordt teruggebracht van 11.20 tot 8.40 die van J. M. van Dam wordt teruggebracht van ƒ7.98 tot ƒ5.18 en zijn de aanslagen van sommigen, die gemobiliseerd zijn, oninbaar verklaard Niemand het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. Smokkelarij. Niettegenstaande de verscherpte grenst maatregelen, neemt het smokkelen aan de Oostgrens steeds in omvang toe. Dinsdagnacht is door de grenswacht weeïj geschoten op personen, die, toen ze aange roepen werden, niet bleven staan. Een zekere v. d. B. uit Glaner'orug, werd in den buik getroffen en later naar het ziekenhuis te Enschedé overgebracht. Door de commiezen werden de. laaistei dagen weer tal van smokkelaars gesnapt en o.a. 7 zakken met vet in beslag genomen*; Van heden af mag men de grens niet ver-f der dan tot op 300 meter na, naderen, uit* gesloten de bewoners dezer grensstreek on zij, die een speciale vergunning van den grenswacht-commandant hebben. Men meldt uit Zevenaar d.d. 27 Oct.J In den afgeloopen nacht zijn hier 31 paar-r den geconfiskeerd. Twee smokkelaars werw den gearresteerd. De 28-jarige D. J. L., te Aal ten, dio Za terdagochtend bij het grenskantoor te Heur- ne door een schot van den grensbeambte erns tig in den rug werd verwond, is Maandag avond aan de bekomen verwonding overle den. Hij laat een vrouw met 4, nog zeer jonge, kinderen, onverzorgd achter. Dc S.-D. A.-P. en Dienstweigering. Het Partijbestuur der S. D. A. P, heeft zich blijkens „Het Volk" in zijn vergadering van 23 Oct. j.l. bezig gehouden met het manifest inzake dienstweigering, uitgevaar digd door dr. Louis Bahler c.8., onder welk adres ook voorkomen do namen van een aantal partjjgenooten. De discussies leidden tot het eenstemmige besluit, te dezer zake een verklaring te publiceeren. Nooit en nergens hebben de socialistische partijen in individueel© dienstweigering een middel gezien tot bestrijding van het mili tairisme. Zij hebben ze veroordeeld als on doelmatig, als een wapen dat in den regel slechts hem schaadt, die het aanwendt, en nimmer het beoogde doel doet bereiken. Deze herhaaldelijk tegenover de individua listische en anarchistische opwekkingen in genomen houding is slechts eon toepassing van onze algemeene taktiek, welke niet aan spoort tot persoonlijke onttrekking aan, maar tot gezamenlijk optreden tegen de verkeerd geachte wetten en instellingen van den klas- senstaat. Deze gedragslijn doet de socïaaldemocratio' sterk staan, daar zij harerzijds onderwer ping eischt aan wetten, uitgevaardigd in het belang der arbeidersklasse. Volgden de individuen niet den regel van onderwerping aan de wet, elk normaal staatsleven zou worden vernietigd, een anar chistische toestand zou ontstaan, en de maat schappelijk sterksten zouden de eersten zijn om zich te ontdoi'jVan hun plichten. Het Partijbestuur acht het onverdedigbaar op deze wijze de dienstweigering te bevor deren, wijl de personen, die er op in moch ten gaan, daarbij zeker blootgesteld wor den aan tegenmaatregelen van de regeering, die hun zware beproevingen zouden opleg gen. zonder dat er eenig nut tegenover staat. Het P.-B. kffnrt de daad van de partij- genooten, die dit manifest mede-ondertee kenden, ten zeerste af en spreekt zijn leed wezen er over uit, dat niemand van hen het Roman naar hel Engelsch. (Nadruk Verboden). 51) „Het leek ook verdacht^ vriendlief. Neem mij niet kwalijk, dat ik dit zeg. Helderder, hoofden dan uw jury van dorpswinkeliers en Adirondack-farmers zouden dezelfde uit spraak gedaan hebben. Maar voor 'de oude juffrouw Gramm bestond er toen nog geen verantwoordelijkheid.' Er verstreken twee of tfrie jaren vóórdat zij begreep, zooals vrouwen de dingen begrijpen van de mannen, met wie zij leven dat het Jacob was, die de misdaad had begaan. In dien tijd scheen je van het vvereldtooneel verdwenen en zij voelde zich niet verplicht den ouden man prijs te geven. Zjj beweert, dat zij het zou gedaan hebben, als zij jou daarmee had kunnen redden, doch nu jij je zelf hadt ge red. bepaalde zij er zich ,toe Jacob te be schermen. Je kunt hiervan zooveel of zoo weinig gelooven, als je wilt, maar ik geloof 't in hoofdzaak. In elk geval, nu wjj er mee uit den brand zijn, hebben we geen re den tot klagen." „Ik beklaag mij over niets. Over 't geheel gc-nomen, is het wel een zeer eigenaardige ervaring, maar ik kan niet zeggen, dat het mij tot op zekere hoogte niet heeft geamu seerd. Het heeft mij geamuseerd. Als men niet menschen moest bedriegen, die je fat soenlijk hebben behandeld, dan zou ik alles wel weer willen doormaken." „Dat 19 spel," stemde Conquest toe. naaB het haardkleed koers zettend, waar hjj. een puntje van zijn sigaar afsneed, terwijl Ford's lange gestalte schuw voor hem lag uitge strekt. „Ik meen het," verzekerde Ford hem. „Ik zou er nog wel eens weer als een schot wil len doorvliegen. Het is een „klucht" ge weest ik zal niet zeggen van het begin tot het eind, maar zeker van de minuut, laat mij eens kijken precies van wanneer zeker van het oogenblik af, dat miss Strange mij over den schouder van den ouden Wayne wenkte." Er verscheen langzamerhand op Conquest's gezicht een eigenaardige uitdrukking, een uitdrukking van geamuseerde meewarigheid, waarmee men luistert naar dwaze dingen, door i ernanü Th ijlhoofdigheid verkondigd. Hjj hield het mesje in de punt van de sigaar gedrukt, te zeer verbaasd om z\jn taak te volbrengen. „Dat misS Strange wht deed?" Ford was te zeer in zijn eigen gedachten verdiept, om op zijn toon acht te slaan. „Ik bedoel, dat zjj mij er uit redde." Conquest vertrok zijn gezicht tot een bree- den lacn. „Droom je, kerel? Of heb' je ze niet alle maal bij elkaar?" „Ik keer terug naar het verleden," ver klaarde Fora eenigszins ongeduldig. „Ik spreek van den nacht, toen miss Strange mij redde." „Miss Strange je redde? Hoe dat?" Ford richtte zich langzaam in zijn stoel op en met zjj'n lange beonen recht voor zich uitgestrekt en zjjn lichaam stjjf voorover gebogen, staarde hft Conquest verbaasd vra gend aan. I i 1 „Wil je zeggen," vroeg h\j ongeloovig, ,,'dal z\j je dat niet heeft verteld?" „Misschien ben jjj zoo goed het m\j te vertellen. Ik laat mjj hangen, als ik weet waar je 't over hebt." Met bedwongen prikkelbaarheid knipte hij het puntje van zijn sigaar en streek een luci fer af. Ford liet zich weer in zijn stoel vallen. „Zoo, dus zg heeft het je nooit verteld! Goeie hemel, dat is jui3t iets voor haar. Dat had ik wel kunnen denken." „Zeg eens," zei Conquest scherp, „kende je' miss Strange vóórdat je uit Zuid-Amerika' hier kwam?" Zijn sigaar was nog niet aan gestoken, want hij had den lucifer tusschen z$jn vingers laten uitbranden eer hij dien gebruikt had. „Heb je den naam Strange aangenomen," vroeg hij met een plotselinge ingeving, „slechts brj toeval, zooals ik meen de of had die iets met den hare te maken?" „Niet bij toeval hij had iets met den ha re te maken „Juist zoo! En jij liieldt dot geheim!" De mander, waarop Conquest dat zei, deed Ford opkijken. Hij zag een man met een plotseling asclivaal gezicht, alsof daarin een licht was uitgedoofd. Hij was misnoegd op zichzelf, omdat hij voelde tactloos gespro ken te hebben, en trachtte do fout te her stellen. „Ik lueld het om geldige redenen ge heim. Dat miss Strange je er ni-ets van ver teld heet, komt, omdat zij er niet de per soon naar is over een geval te spreken, waarin zij zelf zulk een edele rol heeft ge speeld. Maar ik zal je nu van de geheele gesohiedenis op de hoogte brengen. „Je zult mij daarmee zeer verplichten", zei Conquesb droog. Hij ging op de punt van een van zijn groot© leuningstoelen zitten, voorover ge bogen, zijn^nog onaangestoken sigaar ze nuwachtig tusschen zijn vingor3 draaiend, en zag toe, hoe Ford den rook in kringen voor rich uitblies, voordat hij begon Hij deed niet veel moeite om de spanning waar mee hij luisterde, te verbergen, daar FoTd in het eerst op een droomerige manier sprak zonder in zijn richting te kijken. Als Ford had bedacht waar en tot wien hij sprak, dan zou hij meer omzichtigheid bij zijn verhaal in acht genomen hebben. Hij sprak echter nu met geestdrifteen geest drift, voortgesproten uit het oprecht ver langen, dat Conquest de vrouw, met wie hij zou trouwen, in al de schoonheid van haar karakter zou leeren kennen. Hijzelf had die ontdekking zóó langzaam en zóó kort geleden gemaakt, dat hij bezield was met het vuur van een bekeerling. Hij was zijn verhaal rustig begonnen, in een herin neringsstemming en met tusschenpoozen, waarin hij in mijmering verviel, doch daar op sprak hij met het vuur van den vertel ler, die bemerkt, dat hij zijn hoorder boeit. Maar hij verlangde niet- zoozeer Conquest van Miriam's edele natuur t>e overtuigen als wel om haar ten minste eens in zijn le ven in zijn eigen woorden recht te laten wedervaren. Het was een naïef stuk welsprekendheid, waarvan geen enkele bijzonderheid verlo ren ging voor den ervaren man van de we reld, die nog steeds zijn sigaar tusschen zijn vingers zenuwachtig bewoog en wiens oogen scherper werden naarmate zijn gelaat va ler werd. Zijn beroep had hem geleerd ge volgtrekkingen te maken uit een brokstuk van een mensohelijk dTama, terwijl hij naar het ontvouwen, daarvan luisterde. Zijn vlugheid en nauwgezetheid van oordeel hadden dan ook veel tot zijn succes bijge dragen en een jarenlange gewoonte stelde hem in staat onder 'het begrijpen een zeke re kalmte te bewaren. Het diced er niets toe of het een. bestudeerde kalmte was, daar de uit-spanning van zijn geestvermo gens onder dit bedwang al zijn scherpzin nigheid op één punt vercenigde. Ford eindigde met wat voor hem een bij na lyrische ontboezeming was. „Op mijn woord, Conquest, ik wist niet, dat er zulke vrouwen dn de wereld waren. Zij is een openbaring voor mij geweest zooals kunst en godsdienst openbaringen voor andere menschen zijn. Zij kwam tot mij als de engel tot Petrus in de gevange nis; maar als Petrus wist ik niet, dat het een engel was. Er is een soort van nimbus jm haar oen nimbus, die alleen gezien en begrepen kan worden door iemand met een grooter geest dan de mijne. Na alles wat zij voor mij heeft gedaan, na al dié jaren begin ik nu pas iet-s daarvan te zienmaar wat ik zie is niet meer dan wat wij bemerken van een oneindigheid bo ven ons, omcfiat wij de sterren riem. Zij is oen mysterio voor mij evenals genie een' mysterie of heilig is. Ik heb liaar niet op prijs gesteld, want ik had er geen ziel naar cn toch, nu ik inzie, dat die er niet voor geschikt was, wordt, zij er voor geschikt. Is dat niet eigenaardig? Zij is als een hemel - sohe geest, die langs mij heengegaan, is en mij door haar aanraking 'n nieuw leven heeft» gegeven." (Wordt vervolgd). j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5