Nederland en de Oaring,
De Belasting-voorstellen.
Uit de Omstreken.
FEUILLETON.
De wilde Olijf.
N<>9 17Ü77
Donderda» SS October.
Tweedie Blad, fto
LEIDSCH
De „Nieuwe liotterdamscho Courant'' en
„Het Vaderland" spreken looide hun be
wondering uit voor den geweldigen arbeid
door minister Treub in korten tijd met de
samenstelling van zijn meer dan twintig
belastingvoorstellen verricht en prijzen
daarvan zoowel do algemeene strekking
als den onderlingen samenhang.
De „N. Rott. Ob." is van meening, dat er
nauwelijks genoeg spoed mee kan worden
gemaakt. Zij schrijft:
„Dat voor belastinghervorming het psy
chologisch moment er is, staat, dunkt ons,
vast. Het land is, financieel, in groot©
moeilijkheid, en elk jaar, dat wij op den
.ouden voet voortleven, zal de moeilijkheid
van de oplossing grooter worden. Er is
nog een reden, waarom belastinghervor
ming op het oogonblik dringend is. Wan
neer de vrede in Europa gesloten zal zijn,
zal het blijken, dat de financiën van bijna
alle Staten in hopelooze verwarring zijn
geraakt. In alle landen zal er naar worden
gestreefd, de financiën op nieuwe, vaste
grondslagen te vestigen, zoo gauw mogelijk,
omdat een gezond belastingsysteem eerste
voorwaarde is voor gezonde binnenlandu
sche en buitenlandsche politiek, en voor
nieuwe economische ontwikkeling conditio
sine qua non zal blijken te zijn. Het land,
dat het eerst zijn financien weer op streek
zal weten te helpen, krijgt in den vreed-
zamen volkerenstrijd, die na den oorlog
zal losbranden, een voorsprong. Wie ach
terblijft en te laat komt, gaat verloren.
Wie het eerst op vaste basis het nieuwe lo
ven kan aanvatten, krijgt een gelukkige
kans. Ook dit moge de Kamer loedenkon,
opdat zij haar groote verantwoordelijkheid
terdego beseffe".
„Heb Vaderland" meent, dat de Minis
ter geduld zal moeten oefenen, dat „een
zeer degelijk voorbereid onderzoek" van dit
omvangrijk complex van voorstellen onont
beerlijk is en dat „misschien" de beschikba
re tijd nog zal toelaten, dat voor 1917 de
Kamer zich in openbare zitting uitspreekt
over het financieel© grondbeginselen-ont
werp.
„Van de behandeling der ontwerpen zei
ven kan toch vóói-1917 geen sprake zijn, en
dat niet alleen omdat het goed ia ook in
zooverre de Engelsohe methode te volgen,
dat de kiezers zich over zoo gewichtige uit
breiding van en omwenteling |n ons ben
lastingwezen moeten kunnen uitspreken,
wat te meer klemt nu een Grondwetsher
ziening in het zicht is, die op aanmerke
lijke uitbreiding van het kiezerstal aan
stuurt. Wij kunnen ons echter voorstellen,
dat er zouden zijn, die over cfct bezwaar
heenstappen, om den beslist democratisch en
grondslag waarop dit belastingstelsel is op
gebouwd. Maar van opeübare behandeling
Ier voorstellen zelf vóór 1917 kan ook
daarom niet komen, omdat daardoor het
hoofdpunt van het program van do Regee
ring feitelijk van de agenda zou worden
afgevoerd. Zij, die dan ook reeds bij voor
baat riepen, dat de belastingplannen vóór
de Grondwetsherziening zouden moeten
gaan, gaven blijk de Regeering te misken
nen. Wij hebben in dit Kabinet, hoe wei
nig ook geneigd tot den partijstrijd in den
engeren zin des woords, een ministerie van
groot plichtgevoel, en daarom is iedere
vrees, als die er mocht zijn, dat de Grond
wetsvoorstellen ons niet zeer spoedig zul
len bereiken, en tijdig genoeg om in 1917
tot de eerste lezing te komen, in onze
oogen hersenschimmig. R.emand weet be
ter dan de Regeering, dat als het grond^wet-
scheepje vooruitgaat cn daarachter komt
het zwaar beladen financieel© vaartuig er
dan goede kans is dat ocide in behouden
haven komen, al zou dan tusschen beider
aankomst oen stembusstrijd liggen, maar
dat een wedloop tusschen die twee, beide
vaartuigen zou doen stranden op de vele
klippen, vooral 'mmde, c\'r in dat vaarwa
ter liggen".
„Het Centrum"
De Minister zoekt het vooral in dc veel
heid van heffingen, nadat deze eerst in
vier hoofdgroepen zijn verdeeldzakelijke
belastingen, persoonlijke belastingen naar
inkomen en vermogen, verkeersbelastingen,
verteringsbelastingen.
Allerlei nieuwe bronnen van heffing heeft
de heer Treub in zijn voorstellen opgeno
men.
Maai* reeds bij vluchtige beschouwing is
in te zien, dat door de veelsoortigheid van
dit belasting-systeem nog geen gelijkmatiger
verdeeling over verschillende schouders
wordt gegarandeerd.
Onder een anderen naam zullen voor de
zelfde zaak dezelfde personen twee- of
meermalen belasting hebben to betalen, en
waar bovendien het drukkende opcenten-
stcleel in ecre blijft, zijn voot den söhat-
plichtigen Nederlander de vooruit-richten
verre van uitlokkend.
Het zal ten slotte moeilijk zijn te zeggen,
waarvan hij geen betasting heeft op te
brengen
En daarbij komen dan nog de belastingen,
die niet rechtstreeks worden geheven en
vooral nSet te vergeten de gemeente
belastingen, welke in de laatste tientallen
van jaren belangrijk zijn opgevoerd.
Onze eerste indruk is, dat de voorstellen
van den Minister lijden aan omslachtigheid
en overlading.
Er zal zeer zeker in den nood der sohat-
Mst moeten worden voorzien, maar ware
daarbij niet meer eenvoud te betrachten en
zijn daarvoor nieuwigheden als bijv. oen
belasting op goederen in de dioode hand
noodzakelijk, of zelfs maar geWenscht?
„Het Huisgedn" schrijft:
Wel kan reeds nu geconstateerd, dat wij
met deze belastfin gregeling nieuwe banen
opgaan.
In zoover aan sommige heffingen een be
paalde bestemming wordt gegeven.
Iets daarvan, maar min of rneeT em
bryonaal nog, hebben wij loeren kermen
met wat het gedistilleerd boven de 25 mfl-
IGoen zou opbrengen, hetgeen in het z.g.
„Buikerpotje" zou terecht komen.
Thans ia het tot een stelsel geworden.
En, als wij goed zien, staan wij met dat
Stelsel nog maar aan het begin.
De Minister houdt ons reeds oen school-
belasting en wegenbelasting voot oogen.
Als men dien weg opgaat, kan men eOrï
heel eind ver komen.
Er is vóór, er is tegen te zeggen.
Bovendien hangt veel, zoo niet alles, van
de uitwerking en toepassing af.
De Kamer zal aan dit belastingen-com
plex een geweldigen kluif hebben.
Volgt ze haar gewone werkwijze, óf lie
ver, laait zo hierbij haiar bekende breed
sprakigheid den vrijen teugel, dan komt
zij er in deze wetgevende periode niet mee
klaar.
Vermoed mag toch niet wotrctan, dat mi
nister Treub alles overhoop gehaald en do
Kamer voor zoo'n geweldigen rijstebrijberg
gezet heeft-, om zeker te zijn, dat er van af
doening niets kan komen en zijn opvolger
voor de oplossing van heit allermoeilijkst
probleem te laten zorgen.
Ir. hotel St.-Joris" vergaderde „Het
Groene Kruis", afd. Alphen, Aarlanderveen
1. z. en Oudshoorn. Van de bgna 700 leden
waren er slechts 26. De voorzitter,
de heer J. Tolk, opende de vergadering en
heette de aanwezigen welkom. Uit het verslag
van den secretaris, den heer J. Elzevier
Stokmans, bleek van ho6 groot nut deze
Vereeniging is. Het materiaal is voortdurend
in gebruik; in het afgeloopen jaar is 909.
stuks in bruikleen gegeven. De rekening van
den penningmeester sloot in ontvangsten en
uitgaven met een bedrag van f 1093.07. Een
commissie, bestaande uit drie leden der ver
gadering, werd benoemd om de rekeningen
na te zien, welke alle in orde werden be
vonden, terwijl den penningmeester dank
werd gebracht voor zijn beheer. Tot commis
sieleden tot het nazien van het materiaal
werden benoemd de heeren C. Jongenburger,
C. Best en D. Raaphorst. Na de behandeling
van den beschrijvingsbrief der algemeene
vergadering, werd tot afgevaardigde dier
veigadering, welke 27 October te Rotterdam
zal gehouden worden, benoemd de voor
zitter en tot diens plaatsvervanger de heer
J. G. Baart).
Bij de behandeling der begrooting 1916
bleek, dat de ontvangsten aan contributiën
enz. zullen bedragen f893, terwijl de uit
gaven waarschijnlijk f 1058.63 zulten beloo-
pen, zoodat er vermoedelijk een tekort zal
zijn van f 165.53. Tot bestuursleden wer
den herkozen ide heeren :W. v. d. Bijl, J. Kerk-
hoven, J. Vlasman, W. van jVermeskerken
en C. v. Vieringen Jr.
BODEGRAVEN.
Het bestuur van het departement Bo
degraven van de Maatschappij tot Nut van
't Algemeen, vroeger uit vier leden bestaan
de, is met één lid vermeerderd. Als vijfde
lid is gekozen mr. H. E. la Gro, alhier.
De Raad zal vergaderen op Woensdag
3 November, des morgens te halfelf.
Ook alhier wordt thans van gemeente
wege goedkoop© visch verkocht. Twee da
gen in de week wordt daartoe gelegenheid
gegeven.
LIS SE.
Een viertal personen heoben zich geheel
belangloos beschikbaar go&teld, om voor de
weduwe Baars, wier man eenige dagen ge
leden op zulk een ongelukkige wijze om
het leven is gekomen, een inzameling te
houden bij de inwoners van Lisse en Lis-
eerbroek.
Met ingang v,an Zondag 1.1. is de
dienst der posterijen zoodanig gewijzigd,
dat de abonnés de bladen op Zon
dag een paar uur eer in bezit
krijgen, maar waardoor de Zon
dagsrust voor de bestellers een gevoeligen
knak heeft gekregen, omdat de geheele
dienst op de Zondagen daardoor merkelijk
is uitgebreid geworden.
SASSENHEIM.
Tot leden van het kiesoollege der Ned.-
Herv. Kerk alhier zijn herkozen de heeren
O. L. Vis en G. Verschoor en gekozen de
heereD A. van der Voet en Mart. Bakker.
TER-AAR.
De voordracht ter benoeming van een
hoofd der openbare school in deze gemeen
te bestaat uit de heeren C. H. N. de
Nooijer, (onderwijzer te Moordrecht, en,
W. J. de Graaf, onderwijzer, te Rotterdam.
WASSENAAR.
De Raad vergadert Vrijdagmorgen te
tien uren.
In gewone jaren worden hier wel wat
eikels gezocht, maar dit jaar was het een
ware wedloop om maar zooveel mogelijk bin
nen te krijgen. Geen wonder: de prijzen
liepen al spoedig op f 4 per H.L. Heele huis
gezinnen trokken, met kar en zakken er op
uit om van 's morgens tot 's avonds eikels
te rapen. Sommigen, om anderen voor te
wezen, trokken er des nachts op uit om bij
het licht van een lantaarntje groen en bruin
te verzamelen op den harden weg en in het
gras. Eenige uitverkorenen werden op bui
tenplaatsen toegelaten en maakten nog beter
zaken, dan zij, die langs den weg moesten
blij\en. Men drong ook wel eens de plaatsen
binnen zonder verlof. Gelukkig wie er uit
kwam zonder zijn vrachtje te moeten achter
laten, wat ook al eens gebeurde. Vielen de
eikels niet genoeg, dan deden steenen dienst
of men klom in de hoornen om te schudden.
Zoo'n vallende steen raakte wel eens een
hersenpan en de boomklimmers tuimelden
wel eens naar beneden. Doch al die gevaren
werden gaarne getrotseerd: men kreeg im
mers 4 gld. per mud.
LEIDERDORP.
Gemeenteraad.
In de gisteravond gehouden vergadering
van den Gemeenteraad, die met gebed
geopend word, waren, met den burgemees
ter, zes leden tegenwoordigmet kennisge
ving was afwezig do heer Verkleij.
Na goedkeuring der notulen wordt mede-
deeling gedaan vam een besluit van Ged.
Staten, "waarbij de rekening over den dienst
1914 wordt gesloten met do cijfers in ont
vangst on uitgaaf, zooals dde door den Rood
vooTloopig zijn vastgesteld.
Het kohier van het schoolgeld, over het
3d© kwartaal 1915, wordt vastgesteld tot
een bedrag van ƒ57.72.
Daarna is aan de orde de vaststelling
der begrooting voor 1916.
Algemeene beschouwingen worden niet
gehouden.
Bij do artikeJsgew ij ze behandeling, dringt
de heer Boot op verbetering der dorps
straat aan, speciaal met het oog op het
rijwftelverkeer.
De Voorzitter zegt overweging in de ver
gadering van het College van B. en W. toe.
Aan de onderwijzeres, mej. M. J. I.
Hooghwinkel die de maximum jaarwed
de geniet wordt met algemeene stemmen
een personeel© toelage van 50 toegekend.
Het subsidie aan de Cristelijke bewaar
school wordt, met algemeene stemmen, ver
hoogd van 150 tot 200 en diit van de
Christelijke naai- en handwerkenschool van
75 tot 100.
De begrooting wordt daarna, met eenpa
rige stemmen, vastgesteld in ontvang en
uitgaaf op ƒ24.188.72?;.
Alsnu wordt overgegaan tot een zitting
met gesloten deuren.
Na heropening deelt de Voorzitter mede,
dat de navolgende beslissingen op reclame's
in zake den hoofdei ijken omslag zijn geno
men
De aanslag van C. Mcgchelse blijft be
houden. wijl de reclame te laat is ingeko
men die van M. Meijer wordt terugge
bracht van ƒ7 tot ƒ4.90; die van H. J. W.
Peeters wordt teruggebracht van 6.44 tot
504die van P. E. Viervamt Tukker wordt
teruggebracht van 11.20 tot 8.40 die van
J. M. van Dam wordt teruggebracht van
ƒ7.98 tot ƒ5.18 en zijn de aanslagen van
sommigen, die gemobiliseerd zijn, oninbaar
verklaard
Niemand het woord verlangende, wordt
de vergadering gesloten.
Smokkelarij.
Niettegenstaande de verscherpte grenst
maatregelen, neemt het smokkelen aan de
Oostgrens steeds in omvang toe.
Dinsdagnacht is door de grenswacht weeïj
geschoten op personen, die, toen ze aange
roepen werden, niet bleven staan. Een zekere
v. d. B. uit Glaner'orug, werd in den buik
getroffen en later naar het ziekenhuis te
Enschedé overgebracht.
Door de commiezen werden de. laaistei
dagen weer tal van smokkelaars gesnapt en
o.a. 7 zakken met vet in beslag genomen*;
Van heden af mag men de grens niet ver-f
der dan tot op 300 meter na, naderen, uit*
gesloten de bewoners dezer grensstreek on
zij, die een speciale vergunning van den
grenswacht-commandant hebben.
Men meldt uit Zevenaar d.d. 27 Oct.J
In den afgeloopen nacht zijn hier 31 paar-r
den geconfiskeerd. Twee smokkelaars werw
den gearresteerd.
De 28-jarige D. J. L., te Aal ten, dio Za
terdagochtend bij het grenskantoor te Heur-
ne door een schot van den grensbeambte erns
tig in den rug werd verwond, is Maandag
avond aan de bekomen verwonding overle
den.
Hij laat een vrouw met 4, nog zeer jonge,
kinderen, onverzorgd achter.
Dc S.-D. A.-P. en Dienstweigering.
Het Partijbestuur der S. D. A. P, heeft
zich blijkens „Het Volk" in zijn vergadering
van 23 Oct. j.l. bezig gehouden met het
manifest inzake dienstweigering, uitgevaar
digd door dr. Louis Bahler c.8., onder welk
adres ook voorkomen do namen van een
aantal partjjgenooten.
De discussies leidden tot het eenstemmige
besluit, te dezer zake een verklaring te
publiceeren.
Nooit en nergens hebben de socialistische
partijen in individueel© dienstweigering een
middel gezien tot bestrijding van het mili
tairisme. Zij hebben ze veroordeeld als on
doelmatig, als een wapen dat in den regel
slechts hem schaadt, die het aanwendt, en
nimmer het beoogde doel doet bereiken.
Deze herhaaldelijk tegenover de individua
listische en anarchistische opwekkingen in
genomen houding is slechts eon toepassing
van onze algemeene taktiek, welke niet aan
spoort tot persoonlijke onttrekking aan, maar
tot gezamenlijk optreden tegen de verkeerd
geachte wetten en instellingen van den klas-
senstaat.
Deze gedragslijn doet de socïaaldemocratio'
sterk staan, daar zij harerzijds onderwer
ping eischt aan wetten, uitgevaardigd in het
belang der arbeidersklasse.
Volgden de individuen niet den regel van
onderwerping aan de wet, elk normaal
staatsleven zou worden vernietigd, een anar
chistische toestand zou ontstaan, en de maat
schappelijk sterksten zouden de eersten zijn
om zich te ontdoi'jVan hun plichten.
Het Partijbestuur acht het onverdedigbaar
op deze wijze de dienstweigering te bevor
deren, wijl de personen, die er op in moch
ten gaan, daarbij zeker blootgesteld wor
den aan tegenmaatregelen van de regeering,
die hun zware beproevingen zouden opleg
gen. zonder dat er eenig nut tegenover staat.
Het P.-B. kffnrt de daad van de partij-
genooten, die dit manifest mede-ondertee
kenden, ten zeerste af en spreekt zijn leed
wezen er over uit, dat niemand van hen het
Roman naar hel Engelsch.
(Nadruk Verboden).
51)
„Het leek ook verdacht^ vriendlief. Neem
mij niet kwalijk, dat ik dit zeg. Helderder,
hoofden dan uw jury van dorpswinkeliers
en Adirondack-farmers zouden dezelfde uit
spraak gedaan hebben. Maar voor 'de oude
juffrouw Gramm bestond er toen nog geen
verantwoordelijkheid.' Er verstreken twee of
tfrie jaren vóórdat zij begreep, zooals
vrouwen de dingen begrijpen van de mannen,
met wie zij leven dat het Jacob was,
die de misdaad had begaan. In dien tijd
scheen je van het vvereldtooneel verdwenen
en zij voelde zich niet verplicht den ouden
man prijs te geven. Zjj beweert, dat zij het
zou gedaan hebben, als zij jou daarmee had
kunnen redden, doch nu jij je zelf hadt ge
red. bepaalde zij er zich ,toe Jacob te be
schermen. Je kunt hiervan zooveel of zoo
weinig gelooven, als je wilt, maar ik geloof
't in hoofdzaak. In elk geval, nu wjj er
mee uit den brand zijn, hebben we geen re
den tot klagen."
„Ik beklaag mij over niets. Over 't geheel
gc-nomen, is het wel een zeer eigenaardige
ervaring, maar ik kan niet zeggen, dat het
mij tot op zekere hoogte niet heeft geamu
seerd. Het heeft mij geamuseerd. Als men
niet menschen moest bedriegen, die je fat
soenlijk hebben behandeld, dan zou ik alles
wel weer willen doormaken."
„Dat 19 spel," stemde Conquest toe. naaB
het haardkleed koers zettend, waar hjj. een
puntje van zijn sigaar afsneed, terwijl Ford's
lange gestalte schuw voor hem lag uitge
strekt.
„Ik meen het," verzekerde Ford hem. „Ik
zou er nog wel eens weer als een schot wil
len doorvliegen. Het is een „klucht" ge
weest ik zal niet zeggen van het begin
tot het eind, maar zeker van de minuut,
laat mij eens kijken precies van wanneer
zeker van het oogenblik af, dat miss
Strange mij over den schouder van den ouden
Wayne wenkte."
Er verscheen langzamerhand op Conquest's
gezicht een eigenaardige uitdrukking, een
uitdrukking van geamuseerde meewarigheid,
waarmee men luistert naar dwaze dingen,
door i ernanü Th ijlhoofdigheid verkondigd. Hjj
hield het mesje in de punt van de sigaar
gedrukt, te zeer verbaasd om z\jn taak
te volbrengen.
„Dat misS Strange wht deed?"
Ford was te zeer in zijn eigen gedachten
verdiept, om op zijn toon acht te slaan.
„Ik bedoel, dat zjj mij er uit redde."
Conquest vertrok zijn gezicht tot een bree-
den lacn.
„Droom je, kerel? Of heb' je ze niet alle
maal bij elkaar?"
„Ik keer terug naar het verleden," ver
klaarde Fora eenigszins ongeduldig. „Ik
spreek van den nacht, toen miss Strange
mij redde."
„Miss Strange je redde? Hoe dat?"
Ford richtte zich langzaam in zijn stoel
op en met zjj'n lange beonen recht voor zich
uitgestrekt en zjjn lichaam stjjf voorover
gebogen, staarde hft Conquest verbaasd vra
gend aan. I i 1
„Wil je zeggen," vroeg h\j ongeloovig,
,,'dal z\j je dat niet heeft verteld?"
„Misschien ben jjj zoo goed het m\j te
vertellen. Ik laat mjj hangen, als ik weet
waar je 't over hebt."
Met bedwongen prikkelbaarheid knipte hij
het puntje van zijn sigaar en streek een luci
fer af. Ford liet zich weer in zijn stoel
vallen.
„Zoo, dus zg heeft het je nooit verteld!
Goeie hemel, dat is jui3t iets voor haar. Dat
had ik wel kunnen denken."
„Zeg eens," zei Conquest scherp, „kende
je' miss Strange vóórdat je uit Zuid-Amerika'
hier kwam?" Zijn sigaar was nog niet aan
gestoken, want hij had den lucifer tusschen
z$jn vingers laten uitbranden eer hij dien
gebruikt had. „Heb je den naam Strange
aangenomen," vroeg hij met een plotselinge
ingeving, „slechts brj toeval, zooals ik meen
de of had die iets met den hare te
maken?"
„Niet bij toeval hij had iets met den ha
re te maken
„Juist zoo! En jij liieldt dot geheim!"
De mander, waarop Conquest dat zei, deed
Ford opkijken. Hij zag een man met een
plotseling asclivaal gezicht, alsof daarin een
licht was uitgedoofd. Hij was misnoegd op
zichzelf, omdat hij voelde tactloos gespro
ken te hebben, en trachtte do fout te her
stellen.
„Ik lueld het om geldige redenen ge
heim. Dat miss Strange je er ni-ets van ver
teld heet, komt, omdat zij er niet de per
soon naar is over een geval te spreken,
waarin zij zelf zulk een edele rol heeft ge
speeld. Maar ik zal je nu van de geheele
gesohiedenis op de hoogte brengen.
„Je zult mij daarmee zeer verplichten",
zei Conquesb droog.
Hij ging op de punt van een van zijn
groot© leuningstoelen zitten, voorover ge
bogen, zijn^nog onaangestoken sigaar ze
nuwachtig tusschen zijn vingor3 draaiend,
en zag toe, hoe Ford den rook in kringen
voor rich uitblies, voordat hij begon Hij
deed niet veel moeite om de spanning waar
mee hij luisterde, te verbergen, daar FoTd
in het eerst op een droomerige manier
sprak zonder in zijn richting te kijken.
Als Ford had bedacht waar en tot wien
hij sprak, dan zou hij meer omzichtigheid
bij zijn verhaal in acht genomen hebben. Hij
sprak echter nu met geestdrifteen geest
drift, voortgesproten uit het oprecht ver
langen, dat Conquest de vrouw, met wie
hij zou trouwen, in al de schoonheid van
haar karakter zou leeren kennen. Hijzelf
had die ontdekking zóó langzaam en zóó
kort geleden gemaakt, dat hij bezield was
met het vuur van een bekeerling. Hij was
zijn verhaal rustig begonnen, in een herin
neringsstemming en met tusschenpoozen,
waarin hij in mijmering verviel, doch daar
op sprak hij met het vuur van den vertel
ler, die bemerkt, dat hij zijn hoorder boeit.
Maar hij verlangde niet- zoozeer Conquest
van Miriam's edele natuur t>e overtuigen
als wel om haar ten minste eens in zijn le
ven in zijn eigen woorden recht te laten
wedervaren.
Het was een naïef stuk welsprekendheid,
waarvan geen enkele bijzonderheid verlo
ren ging voor den ervaren man van de we
reld, die nog steeds zijn sigaar tusschen zijn
vingers zenuwachtig bewoog en wiens oogen
scherper werden naarmate zijn gelaat va
ler werd. Zijn beroep had hem geleerd ge
volgtrekkingen te maken uit een brokstuk
van een mensohelijk dTama, terwijl hij naar
het ontvouwen, daarvan luisterde. Zijn
vlugheid en nauwgezetheid van oordeel
hadden dan ook veel tot zijn succes bijge
dragen en een jarenlange gewoonte stelde
hem in staat onder 'het begrijpen een zeke
re kalmte te bewaren. Het diced er niets
toe of het een. bestudeerde kalmte was,
daar de uit-spanning van zijn geestvermo
gens onder dit bedwang al zijn scherpzin
nigheid op één punt vercenigde.
Ford eindigde met wat voor hem een bij
na lyrische ontboezeming was.
„Op mijn woord, Conquest, ik wist niet,
dat er zulke vrouwen dn de wereld waren.
Zij is een openbaring voor mij geweest
zooals kunst en godsdienst openbaringen
voor andere menschen zijn. Zij kwam tot
mij als de engel tot Petrus in de gevange
nis; maar als Petrus wist ik niet, dat het
een engel was. Er is een soort van nimbus
jm haar oen nimbus, die alleen gezien
en begrepen kan worden door iemand met
een grooter geest dan de mijne. Na alles
wat zij voor mij heeft gedaan, na al dié
jaren begin ik nu pas iet-s daarvan te
zienmaar wat ik zie is niet meer dan
wat wij bemerken van een oneindigheid bo
ven ons, omcfiat wij de sterren riem. Zij is
oen mysterio voor mij evenals genie een'
mysterie of heilig is. Ik heb liaar niet op
prijs gesteld, want ik had er geen ziel naar
cn toch, nu ik inzie, dat die er niet voor
geschikt was, wordt, zij er voor geschikt. Is
dat niet eigenaardig? Zij is als een hemel -
sohe geest, die langs mij heengegaan, is en
mij door haar aanraking 'n nieuw leven heeft»
gegeven."
(Wordt vervolgd). j