Persoverzisht. KWARTIERMAKEN. Dat het niet in orde schijnt te zijn met de wijze, waarop dc inkwartiering in Noord- Brabant tot stand komt, bleek gisteren in den gemeenteraad van Arught, waar de heer Dorsman, zelf gepensioneerd kapitein en lid van den Raad, zich over het optreden der kwartiermakers beklaagde cn er op aandrong, dat in het vervolg van het ge meentehuis uit, de leidiug wordt geneden. Hoe was het nu gegaan? Er kwam een luitenant-kwartiermaker met zijn begelei ders, keek van buiten het huis eens aan, dacht: hier hcibben ze wel plaats, belde aan en zeide: gij hebt twee man inkwartiering. En als men dan iets wilde er tegen in brengen, dan zei de officier barsch weg: gij hebt vier man in plaats van twee. Bij den dokter, die een officier in kwar tier kreeg, werden voor dezen officier twee kamers geèischt, terwijl een officier maar recht heeft op een kamer. Alleen hoofdoffi cieren hebben recht op twee kamers, ver volgde de heer Dorsman. De pastoor, die ook officieren zou krijgen besteedde ze uit m het voornaamste hotel van Vugkt „Zi- onszieht". De hoeren gingen daar eens kijken, doch zeiden dat het er hun niet be viel. Zo waren liever bij den pastoor en de den toen daar hun intree. Het uitbeste- dingsrecht bestaat en dient gehandhaafd als de plaats, waar uitbesteed wordt, conform is en dat was bier beslist h - geval. Op een andere plaats kwam een korporaal kwar tier maken voor een officier cn zei, op een vraag van den bewoner, cT zo den officier ook to eten moest geven, dat zulks niet noodig was, maar dat zo hem wel een ont bijt moesten geven. Ook hierop heeft een officier geen recht, zei de heer Dorsman, al geeft men het hem overigens natuurlijk gaarne. Maar geëischt mag hot. met wor den. Spreker haalde nog eenigc staaltjes aan uit Den Bosch, waar men kwartier had wil len maken bij den Belgischen consul, om dat het liuis er nogal goed uitzag, in een andere woning, waar alleen twee dames huisden, had men soldaten ingekwartierd. De dames hadden, zoo zei de heer Dors man, geprotesteerd, maar zo werden pas van do inkwartiering verschoond, nadat ze een gang hadden gemaakt naar het stad huis, en daar hun bezwaren hadden t: ber de gebracht. De kwartiermakers hadden daar eenvoudig lijsten gehaald op hot. stadhuis en met die lijsten in de hand maakten ze, zonder verdere voorlichting, kwartier. Spre ker drong er op aan, dat voortaan a-.n de inkwartieringswet door het gemeentebe stuur de hand wordt gehouden, wijl het an ders tot conflicten moet komen. ONGEPAST. Men schrijft aan de „Tel." Tot voor eenigen tijd werd in België aan personen, die een pas verkregen om naar Nederland tc reizen, ten einde daar Uun za ken te doen slechts een foto gevraagd. Thans moet men eenige malen zijn handt eekening plaatsen op het commandatur, welke hand- teekeningen worden opgezonden naar Ne derland, waar do gelukkige eigenaren van do passen verplicht zijn op vooraf bekendge maakte consulaten zich eenige malen te mel den en wederom hun handteekening to plaatsen. Wat is de reden van dezen maatregel Eenigo houders van passen hadden zich niet gehouden aan hun woord, dat zij slechts naar Nederland zouden gaan en niet verder reizen. Dezer dagen hebben de Duit.ichers hun spionnen in Nederland gezonden ten ©inde zich te overtuigen of deze passenhou ders zich wel aan hun woord hielden, en wat bleek? Dat een hunner bij terugkomst to Antwerpen bij het inleveren van de pas gevraagd werd, of hij zich steeds in Neder land had opgehouden. Hij antwoordde be vestigend, er bijvoegende: ziet maar, het stempel van het Nederlandsehe consulaat te Amsterdam of Rotterdam bevindt zich op do pas. Men vertoonde hem toen een foto, waarop hij zeer gezellig zat te praten met eenige vrienden. Op de vraag o£ hij dezen persoon kende, moest hij bekennen het zelf te zijn. „Weet gij wel dat gij ons voorliegt," was het antwoord, want deze foto is op het schip genomen, waarmede gij zijt overgevaren naar Engeland. De fr. 10.000 waarborg wer den verbeurd verklaard, en de betrokken persoon werd gevangen genomen, terwijl de foto bewaard bleef tot zijn vrienden te rugkeerden. Men zij dus op zijn hoede. VISCHVERVOER VAN IJMUIDEN NAAR ENGELAND. Den een z'n dood is den ander z'n brood. Zoo ooit, dan ondervindt het stoomvissche- rijbedrijf to IJmuiden de juistheid van deze spreekwijze. Nu do vissckerij op de Noord zee nagenoeg uitsluitend overgelaten is aan de neutrale stoom vissckerij, waarvan LJmuiden, met z'n belangrijke trawlervloot in het bijzonder profiteert, zijn tengevolge daarvan, nu niet meer zoovele varkens de spoeling dun doen zijn, de vangsten bui tengewoon groot, de reizen kort, de prij zen, voor de visch gemaakt, mede in ver band met den oorlogstoestand, ongemeen hoog voor den tijd van het jaar, zoodat de stoomtrawler reeder ij en goede zaken ma ken. De moeilijkheden in den vischafaet naar België, waarheen vóór den oorlog ongeveer 30 pOt. der aangevoerde visch ver zonden werd, het meerendeel in consigna tie, en de zoovele groot ere aanvoeren, heb ben de handelaren naar een nieuw afzet gebied voor hun te greote voorraden doen omzien. Waar nu, tijdens den oorlog, de handelaren per advertentie werden opge wekt, versche visch naar Engeland tc zen- deD, nam de vischverzending daarheen in grootc mate toe. Den eersten tijd had die verzending meestal plaats via Hoek van Holland, doch de onregelmatigheid in dc aankomst en do hooge vrachten maakten 't noodig naar een ander middel van vervoer om te zien. Sedert eenigen tijd nu worden de visch- zendingen, die varieeren tussclien de CCO en 1600 manden en kisten van 75 tot 100 kilo, verzonden met de Engelsche weekbooten waarom geen gebruik wordt gemaakt van de Hollandsche weekbooten, is ons nog niet bekend do „Teal", „do Tern" de „Lapwing" e.a., die regelmatig tusschen Londen en Amsterdam varen, alsof er geen oorlog tusschen Engeland en Duitschlanü bestaat, en alsof nog nimmer een Duitsche duikboot de Noordzee onveilig heeft'ge maakt. VV aar evenwel bij deze booten niet altijd ver voldoende laadruimte beschikt kan worden, zo evenmin vertrekken op die da gen, dat gewoonlijk de aanvoeren van visch te IJmuiden het grootst zijn; deze sche pen voor de veiligheid op vaste tijden van IJmuiden willen vertrekken en de verze keringspremie voor molest uit den aard der zaak hoog is, hebben thans enkele groo ts vischhandelaren ter plaatse de banden ineengeslagen cn een eigen dienst op En geland in het leven geroepen, die nog deze week een aanvang zal nemen, waartoe be reids een zeewaardig stoomschip te Gro ningen is gecharterd. Do voordeel:n, bij 'n vervoer met een Hollandsch stoomschip, liggen voor de hand, en waar Engeland een coulant land is om zaken meo te doen, is 't te verwachten, dat, zoolang do oorlog duurt, deze handel cp Engeland zich nog be langrijk zal uitbreiden. DE „OBERON" EN „VULCANUS". De minister van Buitcnlandsche Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, blijkens mededeeling van den comul-gene- raal te Londen, een eisch is ingediend in het Londonsche Prijzenhof tot verbeurdver klaring van eon deel der lading van het Nederlandsehe stoomschip „Oberon", toebe- hccrende aan de Koninklijke Nederlandsehe Stoomboot Maatschappij te Amsterdam en een eisch tot verbeurdverklaring van 504 balen koffie, gemerkt TK, uit het Neder landsehe stoomschip „Vulcanus", toebohoo- rende aan dezelfde maatschappij. I-IET BELGISCH SP00RWEG- PERSONEEL. Naar wij vernemen, heeft het in 't vlucht oord tc Udcn vertoevende spoorwegperso neel do aanzegging gekregen, dat 't binnen kort via Engeland naar het noorden van Frankrijk moet vertrekken, om aldaar bij de spoorwegen werkzaam gesteld te wor den. De juiste datum van vertrek wordt nog nader bekendgemaakt. Heemskerk conts*a Kuyper. „DE STANDAARD" laat zich a's volgt uit over de brochure van inr. Heemskerk: Te Rotterdam zag van de drukkerij Liber ies een kort vlugschrift van de hand van mr. Th. Heemskerk het licht ondsr den titel: „Over de genummerde driestarren van dr. Kuyper." Dezo titel deed meer verwachtendan deze brochure geeft. In de 53 driestarren toch, die hier bedoeld zijn, werd in clen breedo en tot in de kleinste bijzonderheden ter sprake gebracht al wat ïiet optreden en de be wind voering van het Kabinet- Heemskerk in verband met het verleden, met de organisatie en met <Ie toekomst der Antirevolutionaire partij, te overdenken gaf. Deze reeks driestarren bedoelde, gelijk duidelijk en van meetaf werd uitgespro ken. de vraag onder de oogen te zten, hoe iv e tegen Juni 1917 weer a's één man voor den groot-en stembusstrijd gereed zouden staan. Dit alles echter laat de geachte schrij ver van dit vlugschrift geheel rusten, om zich schier geheel te concentreeren op deze ééne kwestie, of in December 1907 door bet Kamerlid Heemskerk opzettelijk bedoeld zij ai dan niet, het in-het-leven-roepen van ren ministerieele crisis, waarvan de leiding in zijn hand zou berusten. Eerst ontvangt men daarom een histori sche herinnering aan hetgeen in den nacht van Staal en daarna met minister Van Rap- pard voorviel. Van de 26 bladzijden druks, waaruit de brochure bestaat, is hieraan bijna de helft, t. w. een twaalf lal bladzijden, ge- wrjd. Dit eerste betoog strekt om te "doen uit komen, dat men op 24 December 1907 aan een gewichtige militaire beslissing was toe gekomen, en dat hier te kiezen of te deelen viel. Een betoog, waaraan dan de opmerking werd toegevoegd, dat de stemming van de Rechterzijde tegen de toenmaals aanhangi ge oorlogshegrooting niet noodzakelijker wijze tot een ministerieele crisis had behoe ven te leiden. Doch na deze breede inleiding trekt de geachte schrijver in de overige veertien bladzijden al zijn veerkracht saam, om te protesteeren togen de voorstelling, alsof zijn toenmalig optreden geïnspireerd ware ge weest door den toeleg om het Kabinet ten val te brengen, een ministerieele crisis uit to lokken, en, brak die uit, zelf als verzor ger van 's lands politiek op te treden. Gelijk men weet, en hier herinnerd wordt, heelt minister Heemskerk reeds in 1908, ter stond na zijn optreden, er zich even stel lig op toegelegd, om zoo pertinent het kon, te betoogen, dat er hoegenaamd geen poli tieke toeleg van wat aard ook, in De cember 1907, bij hem bestaan heeft. Het heeft hem dan ook blijkbaar zeer ge daan, dat desniettemin zijn toenmalig optre den met een politiek schema in verband is gebracht. Niet enkel door ons, maar ook in de pers van liberlfie richting. Met leedwezen ontwaarden w;o dan ook, hoe dit politieke addertje hem nog altoos zoo schier ,eeniglijk bezig houdt, dat geen c-nkele vingerwijzing van hem uitgaat, om, evenals wij bedoelden, op vredesherstel te gen Juni 1917 aan te sturen. Natuurlijk zal er, althans in onze Anti- P^volutionaire partij, wel niemand zijn, die or ook maar aan denkt te vermoeden, dat hetgeen mr. Heemskerk nu nogmaals zoo pertinent mogelijk verklaart, klaar en bewust legen zijn beter weten in zou gaan. Daar denkt niemand aan. Als mr. Heems kerk zich zoo pertinent, a:s hij het ook thans weer doet, uitspreekt, nemen ook wij vol gaarne aan, dat bij het neerschreven van deze verklaring oprechtheid ook hier zijn pen boatuurde- Alleeu maar, hiermee zijn we nog geen stap verder. Doen en bedoelen worden door den loop der dingen zoo vaak twee. Wij voor ons aanvaarden (leze uitspraak van zijn zelfbewustzijn volgaarne. Toch komen we allicht nog op dit vlug schrift terug. „DE (amti-rev.) ROTTERDAMMER" schrijft De vermaarde genummerde en door dr. Kuyper ondertookondo „Standaard"- driestarren brachten klachten in tegen on derscheid eno geestverwanten, zoo tegen de juridisch© faculteit aan do Vrije Universi teit cn vooral tegen den oud-minister mr. Heemskerk. Tot dusverre bleek in het publdok niet, dat van den kant der Vrije Universiteit de ze aanval werd afgeslagen. De heer Heemskerk eohter lieoft gespro ken en een verweerschrift het lioht doen zien. Op waardige en afdoende wijze heeft hij zijn protest doen hooren tegen hetgeen, waarvan hij openlijk en bedektelijk word beticht. Alle rhet'Orische franje is versmaad: in forschen, maar streng zakeliikcn toon wor den de zaken behandeld. Hij zoekt zijn kracht niet in klacht over onaangename bejegoningen, die hem ge rechte reden tot verontwaardiging konden geven, maar gaat regelrecht op de hoofd zaak in en vermijdt, personaliteiten. Met name over don gang van zaken bij de kabinetscrisis in 1907, waaromtrent al lerhande sinistere verhalen in omloop kwa men, wordt helder lie-hit verspreid. Voor de geschiedenis onzer partij is hot bezit van mr. Hoemskerk's geschrift onmis baar en natuurlijk moet worden ver- wacht, dat die bladen, welke dr. Kuypers grieven opnamen, ook thans aan dit pro test aandacht zullen schenken. De schrijver eindigt zijn boekjo aldus: „Ik sta dr. Kuyper niet in den weg, ik zit aan den weg. En al hebben de driestarren ergernis bij mij gewekt, ik koester geen wrok. Wetende dat voor ons allen, ook voor mij, vergeving het leven is, ben ik tot vergeving beroid. Volhardt hij in zijn onrecht, dan hoop ik hem geen bitter woord toe te voegen". Verzoening is aldus mogelijk en op haar blijven wij hopen. „DE NEDERLANDER" laat zich als volgt uit: Voor sommige penvoerders in de kleine anti-rcvolutionnadro pers, die reeds, als ge woonlijk afgaande op 's leiders gezag, den oud-minister Heemskerk in het ongelijk stelden, wordt het nu een hachelijke zaak. Dr. Kuyper in 't ongelijk te stellen is uit gesloten. Maarde feiten! „DE TIJD" bepledt tegemoetkoming tusschen Kuyper en mr. Heemskerk. Indien dr. Kuyper den oprechten toon, vooral aan liet slot van dit verweerschrift, hetwelk geon partij-geschil, maar een per soonlijk geschil uitvecht, in gelijke oprecht heid verstaat, dan heeft hij hier een uit muntende gelegenheid, om edelmoedig te zijn. Inderdaad bestaat onder twee zoo eminente mannen als de beide anti-revo- lutionnairo gewezen ministers aan niets zoozeer de behoeft© als aan de tegemoetko ming, die spoedig een geschil tot oplossing zou brengen, dat uit mensohelijke onvol maaktheid on misverstand geboren werd. „HET CENTRUM" acht het geschil meer een gevolg van een misverstand. Het blad schrijft: Van principieelen strijd, of een verschil, dat het diepste wezen der anti-revolution- naire partrj raakt, is toch weinig te be speuren, zegt het Katholieke blad. Het geschil is niet zóó aangrijpend van aard, als het op 't eerste gezicht schijnen kon, maar ontleent zijn beteekenis vooral aan de omstandigheid, dat het ontstaan is tusschen twee mannen van zoo hoog aan zien als dr. Kuyper en mr. Heemskerk, terwijl buitendien de ervaring leert, dat juist de twistgedingen in een partij som wijlen het moeilijkst zijn bij te leggen. Waar het hier een interne aangelegen heid der anti-revolutionnaire partij geldt, waarbjj dr. Kuyper uitdrukkelijk de kwes tie van het leiderschap naar voren heeft gebracht, spreekt het wel vanzelf, dat bui tenstaanders daarbij slechts de passieve rol van toeschouwers kunnen vervullen. Het recht van medespreken is hun ont zegd. Maar als bondgenooten van de anti-re volutionairen koesleren wij natuurlijk 'nmeer aan gewone oelangstelling voor al .hetgeen m aie partrj voorvalt. Haar leiders behooren tot de vooraan staande mannen ter rechterzijde en de ge schillen tusschen die leiders zouden dus in direct ook onze posities kunnen raken, voor zoover hun conflict van nadeeligen invloed werd op de kracht, die van rechts moet uit gaan. Wij mogen daarom wel de hoop uitspreken, dat deze penncstrijd in 't algemeen geen schade zal toebrengen aan de eenheid in de anti-revolutionaire partij, noch uit baar gele deren strijders zal doen verdwijnen, die vete ranen zijn geworden in den dienst der chris- telrrke politiek. En onwillekeurig herinnert men zich weer de figuur van dr. Schaepman, die ook in „crises" als deze de kunst verslond, be middelend op te treden en het uitslaan van vlammen te voorkomen. „HET HUISGEZIN" schrijft, na een kort overzicht van de brochure te hebben ge geven, alleen: Zij is ons veel sympathieker dan de kwet sende aanval van den heer Kuyper. „DE NIEUWE COURANT" leest uft de brochure de neiging tot verzoening en ver geving van den schrijver. Het valt dengone, die mr. Heemskerk in het openbaar waarneemt^ altijd ietwat moei lijk, medelijden met hem te hebben hij draagt de verdrukking oogenschijnlijk zoo gemakkelijk en is! te wereldwijs voor de rol van beleedigde onschuld. Toch, wat dr. Kuyper hem aandoet, is ongehoord en wij kunnen de stemming zeer goed begrijpen, die uitkomt, in het woord op blz. 17 der brochure: „Zoolang dr. Kuyper zijn voorstel ling omtrent 1907 niet heeft prijsgegeven, heeft hij er geen aanspraak op, dat ik hem omtrent benig punt te woord sta Merkwaardig, deze twee „geestverwanten," die elkander zoo absoluut niet verdragen. Hoewol wi« heeft, uit de anti-revolutio naire partij, hooger dan tot de door den lei der gjOwilde hoogte mogen opkomen naast dezen? Mr. Heemskerk behoort blijkbaar tot de broederen, die hem het mee6t hebben dwars gezeten op bescheiden, niet-op- zcttelijke, alle uiterlijke vormen slipt in acht nemende wijze, maar daarom vooral niet min der hinderlijk voor des leiders zelfgevoelig- heid. „Voor de tweede maal op de knieën" zet „HET VADERLAND" boven het artikel, waarin het blad de brochure bespreekt. Als er iets kan zijn wat den Leader der anti-revolutionaiire partij ooit heeft mogen doen twijfelen aan zijn onbeperkte maoht als partijleider, aan de levendigheid van het bewustzijn bij alle partijgenooten, dat wie tegen hem opstaat, voorgoed vermor zeld wordt, dan is het wel deze broohure van den oud-minister Heemskerk. Maar hij moest wol zoo schrijven en niet anclers, on zijn verzet kon niet andera dan in het toeken van den uitersten deemoed- staan, omdat hij het jui:%o oogen blik 'hoeft laten voorbijgaan, om den piincipieelen strijd togen dr. Kuyper's leiding aan to binden. Dat oogenblik was daar, toen Heemskerk bij zijn optreden bleek de man tezijn, die in de politieke conjunctuur van dat oogen- blik the right man was on the right place, en dat te moor, waar hij zolf zeer goed in zag, wat het land behoefde, d. w. z. geen Kuyperoanisme, maar eon regeering in ge matigden en verzoenenden zin, als zou dan ook de uitdrukking, dat or geregeerd zou worden volgons „de beginselen, levende in do Rechterzijde", er op wijzen, dat we in een politiek on toestand waren gekomen, dio rechtvaardigde, dat er bij een Linksche moerderkied in de Tweede Kamer een Reohbsche ministerie achter de groene ta fel ztub. Van stonde af aan is hom daarbij door dr. Kuyper do voet dwars gezet, en waar deze toen geen zitting in do Tweede Ka mer had, waren anderen daar zijn spreek trompet, om Heemskerk aan hot verstand to brengen, dat hij het als minister niet lang zou maken, als hij bij zijn aanvanke- 1 ijken opzet bloef. Zoo was liet de heer De Waal Malefijt, ddo al dadelijk op kwam tegen de z. i. veel tc slappe uitdrukking „beginselen, levende in de Rechterzijde" dc goede man had natuurlijk geen Ahnung, dat hij z4elf weldra, zou geroepen worden uit diezelfde beginselen te regee- rcn. En toen was het oogenblik daar voor Heemskerk om pal te staan, om een strijd aan te gaan, die de continueering van het Kabinet in 1909 tot inzet zou hebben ge had, en waarbij dr. Kuyper, als hjj het spel had gewonnen, de volle verantwoordelijk heid zou hebben gedragen voor den val van het derde Rechtsche Kabinet. Heemskerk heeft het nikt geüurfd, en liet alles over zich heen gaan, zelfs de niets ontziende uiting van den Leider, dat, aIs in 1909 de meeixlerheid in de Tweede Kamer Rechts zou worden, het echte wagenschot naar buiten zou worden gekeerd; eerst nu, 7 jaar na dato, vernemen wij uit de brochure, dat hij dit een „speldeprik" vond. Hij dorst niets zeggen over het feit, dat dr. Kuy per, trots allen aandrang, niet in da Kamer wilde terugkomen; hjj ging wel naar hem toe, om hem te gmeeken de candidatuur in Sneek te aanvaarden, maar het hielp niet; we lezen uit de brochure, „dat dr. Kuyper hem een afwijzend telegram dicteerde" (het is een van de wonderen van dressuur van den van God gegeven Leider, dat hij voor werk, waarvoor een ander een klerkje neemt, den eersten dienaar der Kroon gebruikt); hij laat' over zich heen gaan, dat dr. Kuyper den zetel in Ommen accepteert met een brief aan de kieevereeniging aldaar, waar urbi et orbi verkondigd wordt, dat Heemskerk do gewenschte zwenking naar Rechts heeft begaan, en blijft op zien komen spelen. Zoo od zien komen, dat hij zelfs in 1909. toen het logische gevolg van de stembusuit spraak zou geweest zijn, dat h\j zijn por tefeuille eu die van zijn ambtgenooten weer ter beschikking van de Kroon had gesteld, om, als zijn advies was gevraagd, dit te doen luidon, dat, waar de groote overwin ning, door Rechtg behaald, het gevolg was geweest van het scherper vooropstellen van de anti-these dan ooit, dr. Kuyper de aan gewezen man was om een nieuw Kabinet te formeoren, hij dit achterwege liet; hij hield zich van den domme, en moet bepaald wel in zijn onverbeterlijk optimisme gedacht heb ben, dat de decoratiezaak den lastigen voogd voorgoed tot oen toezienden zou degradeeren. Indien deze veronderstelling, waarvoor al les pleit, juist is, dan is het wel een bewijs hoe weinig Heemskerk eigenlijk ooit in de partrj geleefd heeft, hoe slecht hjj op de hoogte was van de geestkracht en het ka rakter van den Leider en van de groote aanhankelijkheid van de partij van dezen, meent het blad'. Dat alles heeft zich latter gewroken. Na 1909 zijn de vernederingen steeds crescendo gegaan, het ultimatum in zake de ouder- (lomsverzekermg, en de executie op den dag van het /afschuwelijk misverstand, en niet minder de wijze, waarop die executie plaats had, behooren in onze politieke ge schiedenis tot het niedagewesenes. Heemskerk heeft het goede oogenblik ver zuimd, om een strijd aan te binden, die in de anti-revolutionaire partij niet lean uitblijven, en waarvoor hij de aangewezen man was. Dat wreekt zich thans bitter. Daardoor is deze brochure, die had moeten zijn een prin- cipieele inzet van den strijd over de partij leiding, niet anders geworden en kon ze niet' anders worden dan een poging om strijd te vermijden, een deemoedig smeeken om her stel in de gunst. Een vergadering over de partijleiding» is thans dan ook meer dan ooit onnoodig ge worden, tenzij er in de partij zijn, die bij zonder op tconeelvoorstollingen zijn belust* Maar nu Heemskerk verzuimde op tijd te spreken, had hij ook thans beter gedaan te zwijgen, dan ware het ten minste niet voor. ganscli de Nederlandsehe nalie duidelijk ge worden, dat hij ten tweeden male op de knieën is gebracht, v Hot „HANDELSBLAD' schrijft: Laten wij direct verklaren, dat wij niet in dr. Kuypers zeer cynisch oordeel over mr. Heemskerk deelen. Voor ons is dat oor-' deel niet een veroordeling van mr. Heems-» kerk, maar van dr. Kuyper zelf. Wat blijkt er uit? dat dr. Kuyper het uitgesloten acht, dat niegnand t-egon of voor eenig re- goeringscratwerp etemt volgens zijn eerlijke overtuiging. De. eenige leiddraad moet zdjn en kan slechts zijnpolitieke raachtatac- tiek. En wanneer dan een vooraanstaand anti-revolutionair zegt„Neen, maar ik heb in dit geval werkelijk gestemd volgens oerlijke overtuiging naar 's lands belang", dan noemt hij van die woorden geen de minste notitie gelooft geen ocgenhlók aan do oprechtheid van den man, die dit zegt, en die zijn geestverwant is. Het is, alsof hij zeggen wil„Kom nu niet bij mij aan met zulke verklaringen. Ik heb immers ook al tijd slechts „om der consciëntie wille" alles gedaan. Maar ik heb wat mijn consciëntie wilde steeds weten aan te passen aan de politieke taktiek van den dag. Een goede consciëntie wil geen slechte tactiek. Tweo joden weten wat een bril kost." Maar, vragen wij, is daarmede eendg nieuw lioht op dc politieke psyohe van dr. Kuyper geworpen Immers neon Eonig belang heeft de brochure als oen nieuwe slag in don strijd in de anti-revo lution airo partij, in don voortduren den! strijd, dien dr. Kuyper voert om de abso lute macht in deze partij. Of, zooals prof. Fabius hot uitdrukte, „om het persoonlijk machtsregiment, dat coterierin en servili teit uit eigenbelang aanziet voor trouw." Wanneer men de nederig© woorden van mr. Heemskerk loeet, dio zegt op het ocgen> blik buiten de politiek to staan en geen po litieke plannen te hebben, dan zou men zooi zeggen, dat dr. Kuyper den strijd weer eena glansrijk gewonnen heeft. Maar de onder danige taal van mr. Heemskerk heeft een bekenden klank, dio ons, het doet ons leed ■dit te moeten zeggen, even aan de op rechtheid er van deed twijfelen. En wij zouden 't gezicht van mr. Heemskerk wel eens hebben willen zien, toon hij deze kos telijke imitatie van do zelf-vernederende pharizoïsmen, dio wij van dr. Kuyper ken nen, neerpende „Ik sta dr. Kuyper niet in den weg, ik rit aan den weg. En al hebben de drie starren ergernis bij mij gewekt, ik boesteT geen wrc*k. Wetende, dat voor ons allen, ook voor mij, vergeving het loven is, beri ik tot vergeving bereid. Volhart hij in zijn' onrechtdan hoop ik hem geen hitter woord toe te voeg on." Dat heet den vijand met do oigon wapens bestrijden. „Hot Volk" schrijft naar aanleiding van do brochure van mr. Heemskerk o.m. Do politieke beteekenis van dit geval moet niet onderschat worden. Het is meen dan een persoonlijke ruzi« tusschen de bej- de leiders, al moge het ook zoo schijnen uit doze brochure, die. ieder ingaan op pnnci? pieele punten zorgzaam vermijdt. Zien wijf de zaak juist, dan vinden wij in dit geschil oen ernstigen ondergrond. Het loopt over^ do vraag, hoe de in den lande zeer geschoï;-, ts reputatie der anti-revolutionaire partij het best hersteld kan worden, langs den weg dor gemoedelijke methode, die in mr* Heeruskerk's lijn ligt en dio de „intellec- tueelen" in do partij verkiezen, dan wel in den uitdagenden trant van dr. Kuyper die meer in den smaak der „kleine luyden" valt. Inmiddels verzwakt dezo twist dc poli- tieko kracht der partij zonder twijfel aan merkelijk. Dat daartoe de leiding in de coa litie vanzelf meer naar den kant van ckris- telijk-kistoriscken en katholieken ombuigt, is duidelijk. In zoover heeft het geval ook nog algemeeno politieke beteekenis^ Onder het hoofd Vaderlandse h ka pitaal zegt „HET VOLK": Men zendt ons een circulaire van een bankinstelling hier ter stede, dio do aan dacht der Nederlandsehe bezitters er op ves tigt, dat, als zo inschrijven op de derde Duitsche oorlogsleening, door hot koers verschil tusschen Duitschland en Nederland het rentegenot van 5 pCt. op 5% pCt. of met ongeveer 17 pOt. stijgt, zoodat hier een bijzonder voordeelige affaire te maken valt. Het is wel oen tijd, waarin het Neder landsehe kapitaal gelegeuheid vindt zich op bijzonder vaderlandscho wijze te uiten. Eerst maakt het vette oorlogswinsten op de levensmiddelen ten. kosto van de ontbe ring der onvermogende eigen landgenooten, en vervolgens belegt men die oorlogswin sten in Duitsck oorlogsmateriaal, dat alvast zeker tegen het met krokodillen-tranen overstroomde België en niet volstrekt on mogelijk ook nog tegen het eigen vader land aangewend zou kunnen worden. Het Berlijnsche officieuze telegrammen-Bureau Norden seint reeds, dat behalve uit andere neutrale landen, ook uit Nederland belang- lijko teekeningen zijn ingekomen. Van sentimentaliteit heeft ons vader- landsch kapitalisme nu juist geen last. Niettemin zal het voortgaan van do Neder- Landsche arbeiders-klasso tc cisehen, dat zij goed en bloed voor het vaderland offert. SCHRIJVERS van Ingezonden Stukken ten Naam en Adrea aan de Redactie bo kend maken. Ongeteekende Stukken worden terzijde gelegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6