Het Brstsefoe bewind in
Vragen en Antwoorden.
gevraagd dan in Holland. Bij natuurkunde
13 heb in alle inspecties ook niet gelijk.
Geschiedenis, aardrijkskunde, en niet 't
minst paedagogiek, wijken eveneens ai, en
niet steeds kan de geëxamineerde hier
meester zijn op alle wapens, omdat de een
heid bij de examens ontbreekt. Vandaar o.i.
ook het groot© getal afgewezenen, spe-oiaal
voor de H.-A., wien do cursus Halthuizen
te machtig is öf die door „zelfst-udie
steeds verder van het pad raken. Was er nu
voor den onderwijzer een volledige oplei
ding met eindexamen als dat bij de Hooge-
re Burgerschool, dan werd veel leed in <xn-
zo kringen voorkomen. Zij, die dan niet
meekonden, vielen bij den aanvang reeds
vanzelf af, en het resultaat onzer examens
zou bevredigender zijn. Als wij toch lezen,
dat in Zuid-Holland van de 1S3 candddaten,
cfre zich hadden aangemeld, 156 het diploma
eindexamen H. B. S. 5-j. cursus verwier
ven, dan is dat een uitslag, zooals de on
derwijzers-examens dien nooit leveren. En
waarom niet? Omdat, bij ons, examen en
opleiding niet. bij elkaar aanpassen. Het
examenwerk sluit meestal niet aan bij onze
studie, en zoo wordt in vele gevallen 't sla
gen een „bof, wat niet behoefde te we
zen, als er nauwer contact, was tussohen
voorbereiding en exam en-doen.
Wij voor ons, zoo besluit „DE CHRISTE
LIJKE ONDERWIJZER", zien in het „jus
promovendi'der kweekscholen, wettig ge
waarborgd, de eendge oplossing. Dan kan
de H.-A. vervallen, wordt ons verouderd,
eenzijdig examenstelsel, dat bovendien
maande lang leerkrachten uit de school
rooft, opgedoekt, en hebben wij voor onze
Chr. School het vrije examen, d«at rekent
met de al gemeen e eischen, maar ook met
do bijzondere, uitvloeisel van ons begin
sel. Wij kunnen geen vrede hebbeD met
een neutraal examen, dat, angstig onzij
dig, onze schoonste vakken Bijbelsche Ge-
echiedenas en Christelijke Opvoedingsleer,
negeert., en ons vormt hoogstens tot >on-
d erwi jsmachin es"
Onlangs ontving ik per post een vel
druks in het Engelsoh gesteld, getiteld
„A Manifesto of the Indian national party'.'
en geteekemd „The Ezecutive committee of
the Indian national party", aldus prof dr.
Vogel te Leidn in het „Hbld.". En dan
schrijft hij o.m.
„Dit stuk, dat waarschijnlijk in grooten
getale in ons land is verspreid, was blij
kens heb postmerk afgezonden uit Rotter
dam overigens bleek niets omtrent de her
komst. Wij zijn er aan gewoon geraakt met
drukwerken te worden overstroomd, die
ten doel hebben cuis „in te lichten" om
trent allerlei zaken in verband met den
togenwoordigen oorlog. Het hier bedoelde
„Manifest-" valt blijkbaar ook onder de
rubriek oorlogsliteratuur, maar het on
derscheidt zich door zóó verregaande leu
genachtigheid, dat het wel verdient open
lijk aan de kaak te worden gesteld. Mis
schien zal men zich afvragen of een derge
lijk "schotschrift wel een weerlegging waard
is. Immers uit den heelen toon reeds blijkt
de lasterlijke bedoeling. Zeker ware het
verkieselijk het te ignoreeren, zoo niet de
vrees bestond dat de beweringen die het
bevat bij enkelen geloof zullen vinden,
■vooral door een streven naar nationale on
afhankelijkheid aanspraak mag maken op
onze sympathie. Toch zou sympathie hier
zeer misplaatst zijn.
Het stuk" in kwestie bevat een feilen aan
val op het Britsoh bestuur in Voor-Indië,
dat wordt beticht van dwingelandij, afper
sing roof, verraad, trouweloosheid en wat
al niet. Het beruchte oproer der inland-
sche troepen van 1857, in die geschiedenis
bekend als „de Muiterij" (the Mutiny)
wordt hier betiteld met den fraaien naam
van „the Indian war of independance" (de
Indische onafhankelijkheidsoorlog). De
muitelingen, die zich aan de slachting van
vrouwen en kinderen schuldig maakten,
heeten hier „Indische patriotten". Ver
moedelijk behooron de personen, van wie
dit pamflet is uitgegaan, tot de bende van
zoogenaamde Indische nationalisten, die in
de laatste tien jaren vooral in Bengalen
een aantal moorden en moordaanslagen
hebben bedreven. Dit wordt blijkbaar be
doeld wanneer in dit pamflet gesproken
wordt van een „guerilla warfare" door do
Nationalisten in Indië tegen Engeland ge
voerd
Hier in Nederland zal het. nauwelijks
noodig zijn er op to wijzon, hoe groote
moeilijkheden verbonden zijn aan het be
wind over een Aziatisch rijk va«n vele mil-
lioenen inwoners, zoo verschillend van ons
in aanleg, karakter en zeden Daar bestaat
veel ruimte voor misverstand en misplaat
ste achterdocht. Niemand zeker zal bewe
ren, dat het Britsch-Indisch bestuur vrij is
van gebreken. Maar dat van Engelsche zij
de een ernstig streven, bestaat IndaÖ zoo
goed en rechtvaardig mogelijk te bestu
ren, zal niemand betwijfelen, die, zooals ik,
de werking van dat bestuur van nabij 'heeft
kunnen gadeslaan.
De beschuldigingen, die hier tegen de
Britsoh-Indische regeering worden inge
bracht, kunnen slechts rijn ingegeven door
verblinden en fanatieken haat".
De schrijver weerlegt dan de beschuldi
gingen en staaft dit nog met verklaringen
van andere vertrouwde deskundigen.
Hij zegt
„Professor Richard Gar be, hoogleeraar
te Tubingen, een der voornaamste Sanskrit-
kenners van Diu'tsohland zegt in zijn voor
treffelijke inleiding tot Baedeker's „In
dien" (p XXXVTlI) het volgende: „Wenn
heute dem Lande das unwahrscheinliche
Unheil begegnete, dass die segensreiche und
gerechte englische Herrsohaft ihr Ende er-
reichte, so wiirde morgen die mohamme-
danische Willkürherrschaft über die Hin
dus wieder hergestelt eedn. (Als aan het
land (nl. Indië) vandaag de onwaarschijn
lijke ramp overkwam, dat aan de zegenrij
ke en rechtvaardige Engelsche heerschap
pij een oandc werd gemaakt, zou morgen
de Mohammedaansche heerschappij van
willekeur over de Hindoes zijn hersteld.")
Men weet immers dat aan het tegenwoor
dige Briteche bestuur een langdurige perio
de van Mohammedaansohe overheersching
is voorafgegaan.een tijdperk van bijna
onafgebroken birmenlandschen strijd en
grenzoloozc verwarring. De Britsche ver
overaars hebben orde gesticht in den chaos.
De eenliedd van het Indische keizerrijk is
hun werk en thans heerschen er vrede en
godsd'ie nstv r i jhe id.
De daareven aangehaalde Duitsche schrij
ver deelt nog een eigenaardig staaltje mede
van de idealen der Indische nationalisten.
„Zoo wij er in slaagden de Engelschen te
verdrijven, zeido hem een dezer fanatici, zou
ons eerste werk zijn de wederinvoering
van de weduwenverbranding."
De afschaffing van dit barbaarsche ge
bruik is, zooals men weet, een der welda
den, die Indië aan Engeland te danken heeft»
In de tweede plaats haal ik aan het oor
deel van den Noorschen geleerde dr. Sten
Konow, professor »n Indische cultuurgeschie
denis te Hamburg. In zijn onlangs versche
nen werk „Indien unter der englischon Herr-
schaft" (Tubingen 1915) zegt deze schrijver
(p. 64) „Es ist denn auoh unleugbar daas
die Englander in Indien ausserordentlich
viel geleistet haben. Die "Verwaltung des
Landes ist ausgozeichnet, und das dkonomi-
sche Leben hat so gewaltige Fortschritto ge-
macht, dass Indien jetzt ""m Weltverkehr
eine überaus wichtige Rolle spielt." (,.31et
valt dan ook niet te loochenen, dat de En
gelschen in Indië buitengewoon veel heb-
bon tot stand gebracht. Het bestuur van het
land is voortreffelijk, en het economische
leven is zoo verbazend vooruitgegaan, dat
Indië thans in het wereldverkeer een hoogst
belangrijke rol speelt'
Ten slotte wii ik nog het oordeel van een
beroemd Nederlandsch geleerde aanhalen.
Prof. Kern schreef in 1867, niet lang na zijn
terugkeer uit Benares, waar hij gedurende
twee jaren een betrekkrng bij het onderwijs
had bekleed: „Voor den goeden wil van het
Engelsch bestuur mogen we niets dan lof
over hebben. De Engel°chen zijn geenszins
overtuigd dat de ontwikkeling van het In
disch onderwijs hun zeiven voordeel zal aan
brengen, veeleer verwachten ze het tegen
deel doch ze beschouwen het als een duren
plicht, dien ze moeten volbrengen, onver
schillig wat de gevolgen er van zijn mogen.
Al wie beweert, dat de Engelsche natie baat
zuchtig is, die, geloof ik, kent ze niet.'*' (Vor-
spreide Geschriften, Doel I, blz. 80)".
Het „HbM." teekent hierbij aan:
„Wij ontvingen twee exemplaren van het
zelfde manifest, een in het Engelsch, een in
oogen, van de soort, die „eerlijk" wordt ge
noemd, schitterden in het vuur van rijn pro
test. De andere man betrapte er zich op,
dat hg zich weer moest verzetten tegen het
gevoel van sympathie, dat hem in de ge
rechtzaal af en toe bijna te machtig was ge-
v orden. Hij was genoodzaakt zich te ver
schansen achter het systeem, dat hij dien
de, eer hij de kracht vond om te antwoorden.
„Ik kan niet verhinderen, dat ge uw
eigen opinie hebt."
„Evenmin als ilc u van de uwe kan ver-
lorsen. Zie mij aan, rechte:!" Hij stond nu
plotseling overeind, strekte rijn armen wijd
u t met een gebaar, waarin meer een uit
daging tag dan verontwaardiging. „Zie mij
aan! Ik ben eon sterke jonge man van vier
en twintig jaar met een gezond lichaam en
c-en gezonde zieimaar ik ben doornat tot
op mijn huid, ik ben hari naakt en bijna dood
van honger, ik ben een vogelvrij verklaarde
voor heel mijn leven en u is verantwoordelijk
voor dat alles."
Het was nu Wayne's beurt te protesbeereo
en ofschoon hrj een oogenblik ineenkromp,
zei hg scherp:
„Ik moot mijn plicht volbrengen."
„Man, rit daar toch niet eQ noem zoo iete
uw plicht! U i3 iets moor dan een rad in
een machine. U was een menseheiijk wezen
vóórdat u rechter werdt. Met uw overtui
ging hadt gij den rechterstoel moeten verla
ten en niets meer met de zaak te maken
willen hebben. Die enkele daad zou mij een
kans gegeven hebben/',
„Jo moet niet op die manier tegen mijn
man spreken," bracht rars. Wayne, die nog
altijd bg de deur stond, verontwaardigd in
in het midden. „Als je eens wist hoe hg
om jon heeft geleden," -ill
„Is er wel iets, dat vergeleken kan wor
den bij hetgeen ik door hem heb geleien?"
„Ik durf welden, dat het erger was. Hg
heeft haast niet geslapen of gegeten, sinds
hij wist, dat hg aat vreeselgko vonnis
„Kom! Kom!" riep Wayne uit op den
ongeduldigen toon van iemand, die een eind
maakt aan een nutteloos gesprek. Wij kun
nen geen sti,jd meer aan dat onderwerp ver-
spillen. Ik behoef mij niet te verdedigen."
„Dat moet u wel/' verklaarde Ford da
delijk. „Zelfs uw vrouw doet het voor u.
Wg zijn niet in een gerechtzaal, zooals he
denmorgen. Overtuigende omstandigheden Le-
teekenen niets voor ons in dit eenzame huis,
waar u niet ianger ae rechter is, evenmin
als ik langer de gevangene ben. Wij zgn
slechts twee menschel ij ke wezens, van alles
ontdaan, behalve van hun aangeboren rech
ten, en ik maak aanspraak op de mjjne."
„Wel, en waar bestaan die in?"
„Zij zijn zeer eenvoudig. Ik maak aan
spraak op het recht, om iets te eten te
hebben en mijn weg te gaan zonder lastig
gevallen of verraden fe worden. U zal moe
ten toestemmen, dat ik niet veel vraag."
„Je zult eten hebben," zei mevrouw Wayne
op- een toon niet zonder medelijden. „Ik
zal het gaan halen."
Gedurende een paar minuten hoorde men
g6en ander geluid 'dan haar hoest, terwijl
zij haast:g door de gang liep. Vóórdat hij
sprak, streek Wayne mot zijn hand over
het voorhoofd, als om zgn gedachten hel
der te maken.
„Neen, je schijnt niet veel te vrageö. Maar-
het is toch een feit, dat je mijn trouw aan
mijn land vraagt Ik aam op mij xgn wetten
toe te passen."
Ford sprong op» .1
het Fransch gesteld. Opmerkelijk is, dat het
adres, getypt op een strookje papier, dat
op de onw.jppe was geplakt, aldu« luidde:
Tit.
iledaktion
Algemeen Handelsblad
Amsterdam.
(Holland)
Blijkbaar is het adres van het in liotter-
dam op de post bezorgde drukwerk door
een Duitscher gereed gemaakt."
Lange regeeringsperioden.
Zooals men z:c.h zal herinneren, vierde
keizer Franz Joseph onlangs zijn 67-jarig-
jubileum als keizer van Oostenrijk-Hongarije.
Zeven en zestig jaar is een lange tijd; toch
zijn er wel vorsten, die langer geregeerd
hebben. Het record in deze is 73 jaar, be
haald door den laatsrten markgraaf en eer
sten groothertog van Baden, Karl Friedrich,
die met tri echt den titel Nestor draagt Hrj
regeerde van 17381811, en kwam op 10-
jarigen leeftijd op den troon. Aan dezelfde
omstandigheid heeft Lodewijk XIV het te
danken, dat hij bijna 72 jaar regeerde. Als
nummer drie in deze lijst komt thans Franz
Joseph, die dus nog zes jaar voor den boeg
heeft, vóór hij alle historische records slaat.
Wat zou do oude, grijze man, die in zijn
Jpng leveipVeeds zooveel treurigs zag gebeu
ren, nog meer moeten beleven?
MARKTBERICHTEN.
LEIDEN. 4 Sept. 1915. Graanmarkt. De ver
koop Eins heden sleependo. Do behoefto ls niet
groot. Door de inférieure kwaliteit van de meests
nieuwe pewoesen ia er ook van speculatie weinig
sprake
Als volet werden verkocht Tarire 9.40 a 12.—
per 80 Kilo: Gorsfc ƒ9.— a 11.— por 65 Kilo:
Haver f 13.50 a 14.25 per 100 KiloErwten f 16.-r
a 17.25 per E.L.
LEEUWAltDEN. 3 Sept. Vee. Op do ma-rkt
alhier waren heden aangevoerd: 193 etioren f 90
a 376; 65 osson f 180 a 250: 235 vette koeion f 230
a 350. f 0.43 a 0 48 per pond672 melk- en kalf-
koeien f 130 a 320 95 pinkon 65 a 11035 vette
kalveren f 45 a 60, f 0.40 a 0.45 per pond879
grnskalvoren f 40 a 75; 72 nuchtere kalveren f 10
a 14; 602 vette schapen f 302 weldo schapen
f 127 lammeren f 112 vette varkens f 87
a 100, f 0.40 a 0.42 per pond: 98 magere varkens
f 40 a 43498 vette biggen f 65 a 90. f 0.34 a 0.36
per pond; 285 epeenavrkens 9 a 12.
Aanvoer behoorlijk, gohmiksvee en stieren kalm,
vette koelen prijshoudend, kalveren en varkens
kalm. wol vee geen handel door uitvoerverbod.
LEEUWAKDEN. 3 Sept. Kaas. 54111 K.G. Fa
briekskaai f 27 a 90.
MAASTETCHT, 3 Sep' Aan don Botormijn al
hier zijn aangevoerd 55595 K.G.
Hoogste prijs buitenland f 1.89: midden nriis
buitenland f 1.85; laagste prijs buitenland f 176;
hoogste prijs binnenland f 1.42; middonprijs bin
nenland f 1.40; laagste prijs binnenland f 1.33.
ALKMAAB, 3 Sopt. Ter kaasmarkt, heden aan
gevoerd 320 stapels, wegende 212.000 K.G. Prijzen
kleine fabriekskaas f 55: kleine boerenkaas f 64;
commissie fabriekskaas f 60: commissio booren-
kaas f Si; middelbare boerenkaas 7*52.
ZWOLLE. 3 Sept. Vee. Op de heden gehouden
veemarkt bestond de aanvoer uit 2339 stnks. als:
722 runderen. 69 kalveren. 213 schapen en lam
meren. 72 varkens. 1163 biggen.
Men besteedde voor neurende en versch gekalf
de kooien f 190 a 360: d''-> vaarzen en schotten
f 180 a 300: guste koeien voor de vetwoide of stal
170 a 250; dito vaarzen f 160 a 220; voorjoara-
kalvende kooien f 165 a 240oasen voor de vet-
weido f 130 a 250; l!4-jarige springstieren f 90
a 100: l1/;-jarige piDkcn f 90 a 160; Jonge fok-
knlvercii f 50 a 85: nuchtere kalveren f 7 a- 24;
vette kooien en ossen aan bouten 85 a 105 ot.
stieren 73 a 87 ct dito kalveren 90 a 105 ot.
dito schonen 40 a 75 of ner kilogr.6-weokscho
biggen f 15 a 20- 10-weekscbe ld f 20 a 30: drach
tige varkens f 100 a 130: magere idem f 60 a 80
per stuk: vette varkens f 0 80 a <*2 per K G.
ZWOLLE. 3 Sept Boter. 13420 K G., waarvan
600/8e vaten: 95/16e avtan en 940 stukken van
'A K a Prijs f 140 a 150 per K-O Per 1/8 vnt
van 20 K O prima 29 60 n 30; afwijkende 23 50
a 29; 2e soort, 28 a 28.50; Por 1/16 vat van 10 K.G.
13 50 v 14.50.
Handel willig.
KATWT.TK-AAN-DEN-BLTN, 3 Sept. 1915. Veiling
der Tuinb.-Ver. Katwijk en O. Aardappelen
per zak 1.60 a 1 70. dito por mand 1.70. dito
kleinen per halve HL. ƒ110; Bloemkool N. IT. I
9 a 12 60, rlito II 3 60 a 4.76; Benzon I 9 a
12 60, dito II ƒ4 a 5 50; Poen "er 100 boa 2.50
a 3.Uien per 100 boa 2 a 210
Handel vlug met oploopende prijzen. Aanvoer
8500 Bloemkool.
STOOM SCIIEPEN.
STOOMVAARTMIJ. NEDERLAND.
„Bembrandt" (thuisreis) arriv. 3 Sept. te Genua;
..ïCambangen" (thuisreis) arriv. 2 Sept. ter reedo
van Marseille: „Prinses Juliana" (uitreis) vertrok
2 Sept. van Lissabon; „Eondo" (uitreis) vertrok
2 Sept. van Hbnolulu.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
„Insulinde" (thuisreis) vertrok 2 Sept. van Port-
Said; „Merauke" arriv. 2 Sept. van Botterdam
te Batavia.
KON. HOLL. LLOYD.
„Tubantia" (uitreis) vertr. 2 Sopt. v. Pernambuco
„Dat hebt gij gedaan!" riep hg, „en ik
ben het resultaat- U heeft de wet volgeu3
de letter opgevolgd en uw plicht als rech
ter volbracht. Maar nu is u toch vrg om
voor u zelf te denken als man en mij ala
zoodanig te behandelen."
„Dat kan ik doen en toch vinden, dat het
gevaarlijk is iemand als u vrij te laten."
„Maar denkt u dat dan?"
„Dat is mgn zaak. Wat je opinie ook
moge zgn1 omtrent de rechtbank, die jouw
gevai heeft beoordeeld, ik moet haar uit
spraak aanvaarden."
„In uw officieer hoedanigheid, ja; maar
niet hier, ais gastheer van den armen drom
mel, die onder uw dak een toevlucht komt
zooken. Mgn rechten zjjn heilig. Zelfs de
whde Arabier
Hg hield plotseling met spreken op. Over
.Wayne's schouder heen, door het oo^ altijd
openstaande raam, zag hg in de duisternis
op het tprras een gedaante voorbggaan.
Zouden zgn vervolgers buiten hun kans af
wachten om hem te overrompelen? Er verliep
een waarneembaar deel van een seconde
voor hg bg zichzeif beredeneerde, dat hg
zich moest vergist hebben.
„Zelfs de wilde Arabier zou die heilig
vinden," besloot hg, terwijl rgn blik haas
tig tusschen den rechter en het raam achter
hem heen en weer dwaalde.
„Maar ik bei) geen wilde Arabier," ant
woordde Wayne. „Mgn eerste plicht geldt
pign land en rijn geordende maafcchappfy
„Dat geloof ik niet. Uw eerBte plicht geldt
den man, dien ge weet, onschuldig te iieb-
ben veroordeeld. Het Lot heeft u pui ten ge
woon bannhatrig behandeld door u in de ^ge
degenheid te stellen hem te helpen."
jfrlk kan bedrog aya ipxer h<et vgiyna on
Vraag: Wanneer ik wegens zickte-om-
stan(ligbeden eigendunkelijk verlof hob ge
nomen en daar voor gestraft ben geweest,
hebben zij na het recht mij die drie dagen
in te houdóen, daar ik geen briefje van den
dccter had?
Antwoord: Dit hangt af van de be
palingen, die heerschcnde zijn, waar U
werkt. Waar het echter blijkt, dat u maar
thuis gebleven rijt, zou het ons niet ver
wonderen of het afhouden der drie dagen
is billijk.
Vraag: Hierbij tweo fleschjes met een
pop en een vlinder. Weet U welk© beestjes
dit rijn?
Antwoord: In het kleine fleBchje is
do pop van een watertor. U moet maar
eens zien of de kever er uit zal ontwikke
len. In het andere flesehje zit een vlin
der, een Nortuide, te voel afgevlogen om
hem nauwkeurig te bestemmen. De doods
hoofdvlinder, zooals U meent is het niet,
dat is eon Sphingide en is Veel gTooter met
duidelijke teekening van een doodshoofd op
den thorax.
Vraag: Hoe komt het, dat vliegmachi
nes en luchtballons niet in het maatschap
pelijk leven gebruikt worden? Het zou toch
voor den modernen mensch een interessan-
be ontspanning wezen om zoo door het
luchtruim te stoomen, terwijl toch kans
voor ongelukken niet hooger is dan bij spo
ren of andere uitstapjes?
Antwoord; De kosten rijn zoo enorm
hoog, dat dit niet te doen is. Degenen, die
het kunnen betalen, vermaken rich liever
op andere wijze. Zoo staat het op dit
oogenblik, maar of er over tien jaren, zeg
twintig, niet evenveel vliegmacnines in
de lucht als auto's op den weg rijn, dat
zou zoo onmogelijk nog niet zijn.
Vraag: Ik ben Belgisch vluchteling.
Hoe kan ik mijn timmermansgereedschap
uit Antwerpen naar Leiden krijgen?
Antwoord: Dat moet een goed vriend
voor U meelbreogen, als hij 't roag uitvoe
ren. Andere ós er geen mogelijkheid op.
Vraag: Iemand, die met 6 Juni haar
voorjaarageld heeft gehad en met 6 October
weggaat, heeft da juffrouw dan het recht
dit af te houden van het maandgeld?
Antwoord: Neen, do eenmaal in het
voorjaar versterkte gratificatie kan niet in
Ootober terugverlangd worden. Pit zo,u te
dwaas zgn.
Vraag: Ik heb een stukje steen cadeau
gekregen, aan welks kanton een zeker soort
veertjes vastgehecht zitten. Op een plaatje
er naast staan de volgende woorden: „Spe
cimen of Crude Canadian Asbestos from
the mines of Dell's Asbestos Co. Ltd." Het
geheel staat onder een glazen stolpje. Kunt
u ook zeggen welk soort steen dit is?
Antwoord: Nu het staat er nog al
duidelgk bg voor dengene, die Engelsch
verstaat: n.1. monster van de ruwe Car.adee-
ache Asbestos, uit de mijnen van Deli's
"Asbestos Co. Ltd.
Vraag: Moet men op den Rijksstraat
weg, richting LeidenHaarlem, wanneer
men per r gwiel op het met borden aangege
ven Rijwielpad rijdt; rechts houden voor een
motorrijwiel, of heeft deze geen recht om
van bedoeld pad gebruik te maken?
Antwoord: Een wielrijder en een mo-
tor wied rijder hebben op een officieel aange
duid rijwielpad, hetwelk, ingevolge ark 27
van het Motor- en Rijwiolreglement ais af
zonderlijke weg beschouwd wordt, ten op
zichte van den weg, waarlangs het rijwiel
pad zich bevindt, gelijke rechten en ook
gelgke verplichtingen, wat het uitwijken en
voorbijreden betreft tegenover e.kaeder.
U leze de artt 2 en 23 van dat Reglement
maar eens na, waaruit volgt, dat, als er geen
ruimte oplhet pad zelf is. om te passeeren,
degene, die volgens art. 2 rechts moet uit-
wgken, het rgwielpad moet verlaten.
Vraag: Kunt u mg ook zeggen of de
diploma's wandeltocht Hoek van Holland en
die van Noordwiji;, Katwyfc, enz. haast wor
den uitgiereikt? Mg dunkt, die van den Hoek
blgft toch wei wat heel lang uit.
Antwoord: Na den tocht is de copy
naar den drukker gegaan, thans worden
de exempl. geschreven, de namen ingevuld;
einde van de volgende week zullen alle
rechtmatige eigenaars ze in hun bezit hebben.
toch voelen, dat ik niet anders heb kunnen
handelen."
„Wat is u dus nu van plan te doen?"
„Wat anders kun je van mij verwachten,
dan dat ik je weer aan de jusiiiie overlever?"
„Wat?"
Ér lag een zweem van verachting in den
K.ank van die lakonieke vraag en in den
blik, dien hp} vestigde op den netten man
van middelbaren leeftijd, die zijn best deed
kalm en bedaard te zijn. Wayne keek over:
zgn schouder naar de telefoon aan den wand.
Norrie Ford begreep en zei haastig:
„Ja, u zou de politie te Grecnport kunnen
opbellenmaar ik zou u kunnen worgen voor
dat u de kamer door was."
„Dat zou je kunnen doen; maar sou jo
het doon? Als je het deedt, zou je er dan
beter aan toe zijn? Zou je er wol zoo goed
aan toe zijn als nu Zooals het nu is, bestaat
er kans op een revisie van het vonnis, welko
je ter eeniger tijd ten goede zou kunnen ko
men. Die mogelijkheid zou dan niet meer
bestaan. Je zoudt binnen de acht en veertig
uur opgespoord zijn."
„O, u behoeft geen argumenten aan te
voerenik ben niet van plan
Weer hield hij met sproken op. Dezelfde
•chaduw was in de duisternis voorbijgegle
den, maar nu was een gefladder van een
witte japon zichtbaar geweest. Hij kon zich
niet anders voorstellen dan dat het iemand
was, die hulp bijeenhaalde, en terwijl hij
zijn zin voltooide, waren al zijn innerlijke
vermogens bezig ofsohoon hij zich daar
van maar half bewust was om een uit
weg te zoeken uit don val, waarin hij was
geraakt.
„Ik ben niet van plan geweld te gebrui
ken of ik moet daartoe gedreven worden".
^n-mrmiri i" r ■■n. i ■■■iwgfr
Vraag: Bestaan er ook boeken voor zejf,
onderricht, beginnende van lager onderwijg
en hooger? Zoo ja, waar zgn dezq te ver.
krggen?
Antwoord: Zeker, er bestaan voor alle
vakken van onderwijs leergangen voor zelf.
cnderricht, te veel om ze hier op te sommen^
U kunt ze bestellen bg een boekkandefcuir,
.Vraag: Ik ben landstormplichtig <e® va$
de lichting 1914, dus moet denkekyk Ocfo-
ber a. s. in dienst. Ik baa alleen ihaia By
mgn ouders, die reeds op gevorderden leef-
tgd zijn, zou ik nu recht hebben op var,
goeding wegens kostwinner? Zoo ja, tot wié*
/moet ik mg wenden óm hot to kragen?
Antwoord: Ja, als ge weet» döt ge i^
dienst moet komen, richt dan een verzoek
tot den Burgemeester. Ge kuut overigen?
inlichtingen gaan vragen op het bureau
jiilitaire zaken op het Raadhuis.
Vraag: Ik ben geboren 15 Maart 1891^
Kunt u mg ook zeggen van welke lichting
ik ben en -wanneer ik opgeroepen word vooi
den landstorm?
Antwoord: Ge behoort tot de jamp-
klasse 1911 van den landstorm ea woiS.t
voorloopig nog niet opgeroepen.
Vraag: Ik ben van de lichting 19F^.
maar woon op het oogenblik te NgmegSiL
Ben ik nu verplicht mg in Leiden te laten
keuren of kan ik het in Nijmegen doe^?
Moot ik daar nog stukken voor hebben?
Antwoord: Wij meenen, dat ge u wel
te Ngmegen kunt laten keuren, doeh gaö,t
voor de zekerheid even bg den keuring
raad te Ngmegen informeeren.
Vraag: Gaarne zou ik van u willen
weten of de invalide soldaten door do be
trokken mogendheden worden gepcösiön-,
neerd?
Antwoord: U bedoelt zeker de solda
ten, die in den oorlog invalide zgn gewor-,
den. Ja, natuurlijk, die worden zefcer, wól
door de zorg van de Regeering van hfet
land waartoe rij beboeren, onderhouden mjét
een pensioen. i i
Vraag: Mgn veder is gestorven, dt3
moeder heeft ons uitgekeerd zooals behoolft
Maar nu ben ik kwade vrienden met moD-
der. Nu zeiden ze, dat mgn moeder het mjj
lastig kan maken met haar nalatenschap.
Daar ik een eigen zoon van haar bej»
kan dat nu?
Antwoord: U bedoelt zeker, dat uw
moeder u kan onterven? Dat kan slechte
vcor een deel. Als er bgv. met u nog een
broer of zuster is, kan moeder over 2/3
deel der nalatenschap op andere wgze be
schikken.
Als ze het bg haar leven aan andoren
geeft, vischt u geheel achter het net.
Tracht maar weer goede vrienden met
moeder te worden. Dat is, buiten de erfenis
kwestie om, ook beter.
Vraag: Verleden jaar verkocht ik een
rgwiel op afbetaling. Tweo derde is «thans
betaald. Door don oorlog is da kooper niet
meer in staat afbetalingen te doe«, pietfce-
g ens taande de afbetaling schriftelijk is over,-*
eengekomen. Wat ie in dezo tijd3omstsuidig-,
heden het beste om aan mgn geld te ko
men? Is het waar, dat door don oorlogs
toestand, vele contracton niet meer v&j'
kracht zgn? Is Üit ook met rgwiel-wyufccwfie/j
het geval?
Antwoord: Wij gelooven, dat de kan
tonrechter deze contracten niet nietig ver-/
klaren zal. Wanneer het echter blijkt, dat
geen onwil, maar onmacht in het sf el i^,
zouden wij u iaden, wanneer u zelf althans
het kunt dragen, niet al te streng op te
treden, vooral niet, wanneer al reeds .twee.
derde afbetaald is. Is er nog slechts weinig
op afbetaaïd dan is het mi3=chien raadzaam,
het rgwiel ween terug te nemen.
Vraag: Mijn zoon is van de jaarkksse
1915, Landstorm en in dienst Nu wil hg
trouwen, krijgt nu zgn vrouw vergoeding?
Antwoord: Zeker, als het blijkt, dat)
vergoeding noodig is.
Vraag: Is Eet geoorloofd, dat ik (onder
do wapenen mag blijven dienen, daar ik in
de burgermaatschappij een diefsial heb be
gaan, en waarvoor ik zes maanden gevan
genisstraf heb moeten ondergaan?
Antwoord: Alleen wanneer eed zwaar
der straf dan1 zes maanden gevangenisstraf
was opgelegd, zoudt ge niet in dienst heb
ben mogen blijven; thans blijft ge onder) de
wapenen.
„Maar als je er toe gedreven wordt?"
„Ik heb hot recht mo te verdedigen. De
geordende maatschappij, zooals u haar
noemt, heeft mij een plaats aangewezen
waar zij mij verder geen eischen kan stel
len. Ik moet alleen tegen haar voohten en
ilc zal dat doen. Ik zal man noch vrouw spa-*
ren noch vrouw", hij verhief rijn stem,
zoodat dio buiten kon gehoord worden
„dio mij in den weg staat."
Hij wierp rijn hoofd in den nek en keek
uitdagend in de duisternis naar het raam.
Als in antwoord op zijn uitdaging kwam
plotseling een slanke, witte gedaante uifc
het donker te voorschijn en stond duidelijk
zichtbaar voor hem.
Het was een meisje, wier bewegingen bij
zonder vlug en geruischloos waren, toon rij
hem over het hoofd van den rechter, dié,
met den rug naar haar toe zat, 'n wenk gaf.
„Des te meer reden voor de maatschappij
om zich tegen jou te beschermen", begon
Wayne weer; maar Ford luisterde niet lan,-
ger. Al zijn aandacht was bij het meisje*
dat voortging mei hem onhoorbaar to wen
ken en nu eens tot dicht bg don drempel
der kamer zweefde, dan plotseling weer tot
den buitenrand van het terras terugweek
en met een witte sjaal wuifde, ten tecken,
dat hij haar moest volgen. Zij had die be
weging steeds herhaald, hem voortdurend
toewenkend, vóórdat hij begreep wat zij
wilde en een besluit nam.
„Ik zeg niet, dat ik weiger jo te helpen",
zei Wayne, „ik voel oprechte sympathie voor
je. Als ik verandering in je vonnis kan
brengenEen uitstel is dan ook zoo goed
als zeker".
(Wordt vervolgd), j]