Het Brstsefoe bewind in Vragen en Antwoorden. gevraagd dan in Holland. Bij natuurkunde 13 heb in alle inspecties ook niet gelijk. Geschiedenis, aardrijkskunde, en niet 't minst paedagogiek, wijken eveneens ai, en niet steeds kan de geëxamineerde hier meester zijn op alle wapens, omdat de een heid bij de examens ontbreekt. Vandaar o.i. ook het groot© getal afgewezenen, spe-oiaal voor de H.-A., wien do cursus Halthuizen te machtig is öf die door „zelfst-udie steeds verder van het pad raken. Was er nu voor den onderwijzer een volledige oplei ding met eindexamen als dat bij de Hooge- re Burgerschool, dan werd veel leed in <xn- zo kringen voorkomen. Zij, die dan niet meekonden, vielen bij den aanvang reeds vanzelf af, en het resultaat onzer examens zou bevredigender zijn. Als wij toch lezen, dat in Zuid-Holland van de 1S3 candddaten, cfre zich hadden aangemeld, 156 het diploma eindexamen H. B. S. 5-j. cursus verwier ven, dan is dat een uitslag, zooals de on derwijzers-examens dien nooit leveren. En waarom niet? Omdat, bij ons, examen en opleiding niet. bij elkaar aanpassen. Het examenwerk sluit meestal niet aan bij onze studie, en zoo wordt in vele gevallen 't sla gen een „bof, wat niet behoefde te we zen, als er nauwer contact, was tussohen voorbereiding en exam en-doen. Wij voor ons, zoo besluit „DE CHRISTE LIJKE ONDERWIJZER", zien in het „jus promovendi'der kweekscholen, wettig ge waarborgd, de eendge oplossing. Dan kan de H.-A. vervallen, wordt ons verouderd, eenzijdig examenstelsel, dat bovendien maande lang leerkrachten uit de school rooft, opgedoekt, en hebben wij voor onze Chr. School het vrije examen, d«at rekent met de al gemeen e eischen, maar ook met do bijzondere, uitvloeisel van ons begin sel. Wij kunnen geen vrede hebbeD met een neutraal examen, dat, angstig onzij dig, onze schoonste vakken Bijbelsche Ge- echiedenas en Christelijke Opvoedingsleer, negeert., en ons vormt hoogstens tot >on- d erwi jsmachin es" Onlangs ontving ik per post een vel druks in het Engelsoh gesteld, getiteld „A Manifesto of the Indian national party'.' en geteekemd „The Ezecutive committee of the Indian national party", aldus prof dr. Vogel te Leidn in het „Hbld.". En dan schrijft hij o.m. „Dit stuk, dat waarschijnlijk in grooten getale in ons land is verspreid, was blij kens heb postmerk afgezonden uit Rotter dam overigens bleek niets omtrent de her komst. Wij zijn er aan gewoon geraakt met drukwerken te worden overstroomd, die ten doel hebben cuis „in te lichten" om trent allerlei zaken in verband met den togenwoordigen oorlog. Het hier bedoelde „Manifest-" valt blijkbaar ook onder de rubriek oorlogsliteratuur, maar het on derscheidt zich door zóó verregaande leu genachtigheid, dat het wel verdient open lijk aan de kaak te worden gesteld. Mis schien zal men zich afvragen of een derge lijk "schotschrift wel een weerlegging waard is. Immers uit den heelen toon reeds blijkt de lasterlijke bedoeling. Zeker ware het verkieselijk het te ignoreeren, zoo niet de vrees bestond dat de beweringen die het bevat bij enkelen geloof zullen vinden, ■vooral door een streven naar nationale on afhankelijkheid aanspraak mag maken op onze sympathie. Toch zou sympathie hier zeer misplaatst zijn. Het stuk" in kwestie bevat een feilen aan val op het Britsoh bestuur in Voor-Indië, dat wordt beticht van dwingelandij, afper sing roof, verraad, trouweloosheid en wat al niet. Het beruchte oproer der inland- sche troepen van 1857, in die geschiedenis bekend als „de Muiterij" (the Mutiny) wordt hier betiteld met den fraaien naam van „the Indian war of independance" (de Indische onafhankelijkheidsoorlog). De muitelingen, die zich aan de slachting van vrouwen en kinderen schuldig maakten, heeten hier „Indische patriotten". Ver moedelijk behooron de personen, van wie dit pamflet is uitgegaan, tot de bende van zoogenaamde Indische nationalisten, die in de laatste tien jaren vooral in Bengalen een aantal moorden en moordaanslagen hebben bedreven. Dit wordt blijkbaar be doeld wanneer in dit pamflet gesproken wordt van een „guerilla warfare" door do Nationalisten in Indië tegen Engeland ge voerd Hier in Nederland zal het. nauwelijks noodig zijn er op to wijzon, hoe groote moeilijkheden verbonden zijn aan het be wind over een Aziatisch rijk va«n vele mil- lioenen inwoners, zoo verschillend van ons in aanleg, karakter en zeden Daar bestaat veel ruimte voor misverstand en misplaat ste achterdocht. Niemand zeker zal bewe ren, dat het Britsch-Indisch bestuur vrij is van gebreken. Maar dat van Engelsche zij de een ernstig streven, bestaat IndaÖ zoo goed en rechtvaardig mogelijk te bestu ren, zal niemand betwijfelen, die, zooals ik, de werking van dat bestuur van nabij 'heeft kunnen gadeslaan. De beschuldigingen, die hier tegen de Britsoh-Indische regeering worden inge bracht, kunnen slechts rijn ingegeven door verblinden en fanatieken haat". De schrijver weerlegt dan de beschuldi gingen en staaft dit nog met verklaringen van andere vertrouwde deskundigen. Hij zegt „Professor Richard Gar be, hoogleeraar te Tubingen, een der voornaamste Sanskrit- kenners van Diu'tsohland zegt in zijn voor treffelijke inleiding tot Baedeker's „In dien" (p XXXVTlI) het volgende: „Wenn heute dem Lande das unwahrscheinliche Unheil begegnete, dass die segensreiche und gerechte englische Herrsohaft ihr Ende er- reichte, so wiirde morgen die mohamme- danische Willkürherrschaft über die Hin dus wieder hergestelt eedn. (Als aan het land (nl. Indië) vandaag de onwaarschijn lijke ramp overkwam, dat aan de zegenrij ke en rechtvaardige Engelsche heerschap pij een oandc werd gemaakt, zou morgen de Mohammedaansche heerschappij van willekeur over de Hindoes zijn hersteld.") Men weet immers dat aan het tegenwoor dige Briteche bestuur een langdurige perio de van Mohammedaansohe overheersching is voorafgegaan.een tijdperk van bijna onafgebroken birmenlandschen strijd en grenzoloozc verwarring. De Britsche ver overaars hebben orde gesticht in den chaos. De eenliedd van het Indische keizerrijk is hun werk en thans heerschen er vrede en godsd'ie nstv r i jhe id. De daareven aangehaalde Duitsche schrij ver deelt nog een eigenaardig staaltje mede van de idealen der Indische nationalisten. „Zoo wij er in slaagden de Engelschen te verdrijven, zeido hem een dezer fanatici, zou ons eerste werk zijn de wederinvoering van de weduwenverbranding." De afschaffing van dit barbaarsche ge bruik is, zooals men weet, een der welda den, die Indië aan Engeland te danken heeft» In de tweede plaats haal ik aan het oor deel van den Noorschen geleerde dr. Sten Konow, professor »n Indische cultuurgeschie denis te Hamburg. In zijn onlangs versche nen werk „Indien unter der englischon Herr- schaft" (Tubingen 1915) zegt deze schrijver (p. 64) „Es ist denn auoh unleugbar daas die Englander in Indien ausserordentlich viel geleistet haben. Die "Verwaltung des Landes ist ausgozeichnet, und das dkonomi- sche Leben hat so gewaltige Fortschritto ge- macht, dass Indien jetzt ""m Weltverkehr eine überaus wichtige Rolle spielt." (,.31et valt dan ook niet te loochenen, dat de En gelschen in Indië buitengewoon veel heb- bon tot stand gebracht. Het bestuur van het land is voortreffelijk, en het economische leven is zoo verbazend vooruitgegaan, dat Indië thans in het wereldverkeer een hoogst belangrijke rol speelt' Ten slotte wii ik nog het oordeel van een beroemd Nederlandsch geleerde aanhalen. Prof. Kern schreef in 1867, niet lang na zijn terugkeer uit Benares, waar hij gedurende twee jaren een betrekkrng bij het onderwijs had bekleed: „Voor den goeden wil van het Engelsch bestuur mogen we niets dan lof over hebben. De Engel°chen zijn geenszins overtuigd dat de ontwikkeling van het In disch onderwijs hun zeiven voordeel zal aan brengen, veeleer verwachten ze het tegen deel doch ze beschouwen het als een duren plicht, dien ze moeten volbrengen, onver schillig wat de gevolgen er van zijn mogen. Al wie beweert, dat de Engelsche natie baat zuchtig is, die, geloof ik, kent ze niet.'*' (Vor- spreide Geschriften, Doel I, blz. 80)". Het „HbM." teekent hierbij aan: „Wij ontvingen twee exemplaren van het zelfde manifest, een in het Engelsch, een in oogen, van de soort, die „eerlijk" wordt ge noemd, schitterden in het vuur van rijn pro test. De andere man betrapte er zich op, dat hg zich weer moest verzetten tegen het gevoel van sympathie, dat hem in de ge rechtzaal af en toe bijna te machtig was ge- v orden. Hij was genoodzaakt zich te ver schansen achter het systeem, dat hij dien de, eer hij de kracht vond om te antwoorden. „Ik kan niet verhinderen, dat ge uw eigen opinie hebt." „Evenmin als ilc u van de uwe kan ver- lorsen. Zie mij aan, rechte:!" Hij stond nu plotseling overeind, strekte rijn armen wijd u t met een gebaar, waarin meer een uit daging tag dan verontwaardiging. „Zie mij aan! Ik ben eon sterke jonge man van vier en twintig jaar met een gezond lichaam en c-en gezonde zieimaar ik ben doornat tot op mijn huid, ik ben hari naakt en bijna dood van honger, ik ben een vogelvrij verklaarde voor heel mijn leven en u is verantwoordelijk voor dat alles." Het was nu Wayne's beurt te protesbeereo en ofschoon hrj een oogenblik ineenkromp, zei hg scherp: „Ik moot mijn plicht volbrengen." „Man, rit daar toch niet eQ noem zoo iete uw plicht! U i3 iets moor dan een rad in een machine. U was een menseheiijk wezen vóórdat u rechter werdt. Met uw overtui ging hadt gij den rechterstoel moeten verla ten en niets meer met de zaak te maken willen hebben. Die enkele daad zou mij een kans gegeven hebben/', „Jo moet niet op die manier tegen mijn man spreken," bracht rars. Wayne, die nog altijd bg de deur stond, verontwaardigd in in het midden. „Als je eens wist hoe hg om jon heeft geleden," -ill „Is er wel iets, dat vergeleken kan wor den bij hetgeen ik door hem heb geleien?" „Ik durf welden, dat het erger was. Hg heeft haast niet geslapen of gegeten, sinds hij wist, dat hg aat vreeselgko vonnis „Kom! Kom!" riep Wayne uit op den ongeduldigen toon van iemand, die een eind maakt aan een nutteloos gesprek. Wij kun nen geen sti,jd meer aan dat onderwerp ver- spillen. Ik behoef mij niet te verdedigen." „Dat moet u wel/' verklaarde Ford da delijk. „Zelfs uw vrouw doet het voor u. Wg zijn niet in een gerechtzaal, zooals he denmorgen. Overtuigende omstandigheden Le- teekenen niets voor ons in dit eenzame huis, waar u niet ianger ae rechter is, evenmin als ik langer de gevangene ben. Wij zgn slechts twee menschel ij ke wezens, van alles ontdaan, behalve van hun aangeboren rech ten, en ik maak aanspraak op de mjjne." „Wel, en waar bestaan die in?" „Zij zijn zeer eenvoudig. Ik maak aan spraak op het recht, om iets te eten te hebben en mijn weg te gaan zonder lastig gevallen of verraden fe worden. U zal moe ten toestemmen, dat ik niet veel vraag." „Je zult eten hebben," zei mevrouw Wayne op- een toon niet zonder medelijden. „Ik zal het gaan halen." Gedurende een paar minuten hoorde men g6en ander geluid 'dan haar hoest, terwijl zij haast:g door de gang liep. Vóórdat hij sprak, streek Wayne mot zijn hand over het voorhoofd, als om zgn gedachten hel der te maken. „Neen, je schijnt niet veel te vrageö. Maar- het is toch een feit, dat je mijn trouw aan mijn land vraagt Ik aam op mij xgn wetten toe te passen." Ford sprong op» .1 het Fransch gesteld. Opmerkelijk is, dat het adres, getypt op een strookje papier, dat op de onw.jppe was geplakt, aldu« luidde: Tit. iledaktion Algemeen Handelsblad Amsterdam. (Holland) Blijkbaar is het adres van het in liotter- dam op de post bezorgde drukwerk door een Duitscher gereed gemaakt." Lange regeeringsperioden. Zooals men z:c.h zal herinneren, vierde keizer Franz Joseph onlangs zijn 67-jarig- jubileum als keizer van Oostenrijk-Hongarije. Zeven en zestig jaar is een lange tijd; toch zijn er wel vorsten, die langer geregeerd hebben. Het record in deze is 73 jaar, be haald door den laatsrten markgraaf en eer sten groothertog van Baden, Karl Friedrich, die met tri echt den titel Nestor draagt Hrj regeerde van 17381811, en kwam op 10- jarigen leeftijd op den troon. Aan dezelfde omstandigheid heeft Lodewijk XIV het te danken, dat hij bijna 72 jaar regeerde. Als nummer drie in deze lijst komt thans Franz Joseph, die dus nog zes jaar voor den boeg heeft, vóór hij alle historische records slaat. Wat zou do oude, grijze man, die in zijn Jpng leveipVeeds zooveel treurigs zag gebeu ren, nog meer moeten beleven? MARKTBERICHTEN. LEIDEN. 4 Sept. 1915. Graanmarkt. De ver koop Eins heden sleependo. Do behoefto ls niet groot. Door de inférieure kwaliteit van de meests nieuwe pewoesen ia er ook van speculatie weinig sprake Als volet werden verkocht Tarire 9.40 a 12.— per 80 Kilo: Gorsfc ƒ9.— a 11.— por 65 Kilo: Haver f 13.50 a 14.25 per 100 KiloErwten f 16.-r a 17.25 per E.L. LEEUWAltDEN. 3 Sept. Vee. Op do ma-rkt alhier waren heden aangevoerd: 193 etioren f 90 a 376; 65 osson f 180 a 250: 235 vette koeion f 230 a 350. f 0.43 a 0 48 per pond672 melk- en kalf- koeien f 130 a 320 95 pinkon 65 a 11035 vette kalveren f 45 a 60, f 0.40 a 0.45 per pond879 grnskalvoren f 40 a 75; 72 nuchtere kalveren f 10 a 14; 602 vette schapen f 302 weldo schapen f 127 lammeren f 112 vette varkens f 87 a 100, f 0.40 a 0.42 per pond: 98 magere varkens f 40 a 43498 vette biggen f 65 a 90. f 0.34 a 0.36 per pond; 285 epeenavrkens 9 a 12. Aanvoer behoorlijk, gohmiksvee en stieren kalm, vette koelen prijshoudend, kalveren en varkens kalm. wol vee geen handel door uitvoerverbod. LEEUWAKDEN. 3 Sept. Kaas. 54111 K.G. Fa briekskaai f 27 a 90. MAASTETCHT, 3 Sep' Aan don Botormijn al hier zijn aangevoerd 55595 K.G. Hoogste prijs buitenland f 1.89: midden nriis buitenland f 1.85; laagste prijs buitenland f 176; hoogste prijs binnenland f 1.42; middonprijs bin nenland f 1.40; laagste prijs binnenland f 1.33. ALKMAAB, 3 Sopt. Ter kaasmarkt, heden aan gevoerd 320 stapels, wegende 212.000 K.G. Prijzen kleine fabriekskaas f 55: kleine boerenkaas f 64; commissie fabriekskaas f 60: commissio booren- kaas f Si; middelbare boerenkaas 7*52. ZWOLLE. 3 Sept. Vee. Op de heden gehouden veemarkt bestond de aanvoer uit 2339 stnks. als: 722 runderen. 69 kalveren. 213 schapen en lam meren. 72 varkens. 1163 biggen. Men besteedde voor neurende en versch gekalf de kooien f 190 a 360: d''-> vaarzen en schotten f 180 a 300: guste koeien voor de vetwoide of stal 170 a 250; dito vaarzen f 160 a 220; voorjoara- kalvende kooien f 165 a 240oasen voor de vet- weido f 130 a 250; l!4-jarige springstieren f 90 a 100: l1/;-jarige piDkcn f 90 a 160; Jonge fok- knlvercii f 50 a 85: nuchtere kalveren f 7 a- 24; vette kooien en ossen aan bouten 85 a 105 ot. stieren 73 a 87 ct dito kalveren 90 a 105 ot. dito schonen 40 a 75 of ner kilogr.6-weokscho biggen f 15 a 20- 10-weekscbe ld f 20 a 30: drach tige varkens f 100 a 130: magere idem f 60 a 80 per stuk: vette varkens f 0 80 a <*2 per K G. ZWOLLE. 3 Sept Boter. 13420 K G., waarvan 600/8e vaten: 95/16e avtan en 940 stukken van 'A K a Prijs f 140 a 150 per K-O Per 1/8 vnt van 20 K O prima 29 60 n 30; afwijkende 23 50 a 29; 2e soort, 28 a 28.50; Por 1/16 vat van 10 K.G. 13 50 v 14.50. Handel willig. KATWT.TK-AAN-DEN-BLTN, 3 Sept. 1915. Veiling der Tuinb.-Ver. Katwijk en O. Aardappelen per zak 1.60 a 1 70. dito por mand 1.70. dito kleinen per halve HL. ƒ110; Bloemkool N. IT. I 9 a 12 60, rlito II 3 60 a 4.76; Benzon I 9 a 12 60, dito II ƒ4 a 5 50; Poen "er 100 boa 2.50 a 3.Uien per 100 boa 2 a 210 Handel vlug met oploopende prijzen. Aanvoer 8500 Bloemkool. STOOM SCIIEPEN. STOOMVAARTMIJ. NEDERLAND. „Bembrandt" (thuisreis) arriv. 3 Sept. te Genua; ..ïCambangen" (thuisreis) arriv. 2 Sept. ter reedo van Marseille: „Prinses Juliana" (uitreis) vertrok 2 Sept. van Lissabon; „Eondo" (uitreis) vertrok 2 Sept. van Hbnolulu. ROTTERDAMSCHE LLOYD. „Insulinde" (thuisreis) vertrok 2 Sept. van Port- Said; „Merauke" arriv. 2 Sept. van Botterdam te Batavia. KON. HOLL. LLOYD. „Tubantia" (uitreis) vertr. 2 Sopt. v. Pernambuco „Dat hebt gij gedaan!" riep hg, „en ik ben het resultaat- U heeft de wet volgeu3 de letter opgevolgd en uw plicht als rech ter volbracht. Maar nu is u toch vrg om voor u zelf te denken als man en mij ala zoodanig te behandelen." „Dat kan ik doen en toch vinden, dat het gevaarlijk is iemand als u vrij te laten." „Maar denkt u dat dan?" „Dat is mgn zaak. Wat je opinie ook moge zgn1 omtrent de rechtbank, die jouw gevai heeft beoordeeld, ik moet haar uit spraak aanvaarden." „In uw officieer hoedanigheid, ja; maar niet hier, ais gastheer van den armen drom mel, die onder uw dak een toevlucht komt zooken. Mgn rechten zjjn heilig. Zelfs de whde Arabier Hg hield plotseling met spreken op. Over .Wayne's schouder heen, door het oo^ altijd openstaande raam, zag hg in de duisternis op het tprras een gedaante voorbggaan. Zouden zgn vervolgers buiten hun kans af wachten om hem te overrompelen? Er verliep een waarneembaar deel van een seconde voor hg bg zichzeif beredeneerde, dat hg zich moest vergist hebben. „Zelfs de wilde Arabier zou die heilig vinden," besloot hg, terwijl rgn blik haas tig tusschen den rechter en het raam achter hem heen en weer dwaalde. „Maar ik bei) geen wilde Arabier," ant woordde Wayne. „Mgn eerste plicht geldt pign land en rijn geordende maafcchappfy „Dat geloof ik niet. Uw eerBte plicht geldt den man, dien ge weet, onschuldig te iieb- ben veroordeeld. Het Lot heeft u pui ten ge woon bannhatrig behandeld door u in de ^ge degenheid te stellen hem te helpen." jfrlk kan bedrog aya ipxer h<et vgiyna on Vraag: Wanneer ik wegens zickte-om- stan(ligbeden eigendunkelijk verlof hob ge nomen en daar voor gestraft ben geweest, hebben zij na het recht mij die drie dagen in te houdóen, daar ik geen briefje van den dccter had? Antwoord: Dit hangt af van de be palingen, die heerschcnde zijn, waar U werkt. Waar het echter blijkt, dat u maar thuis gebleven rijt, zou het ons niet ver wonderen of het afhouden der drie dagen is billijk. Vraag: Hierbij tweo fleschjes met een pop en een vlinder. Weet U welk© beestjes dit rijn? Antwoord: In het kleine fleBchje is do pop van een watertor. U moet maar eens zien of de kever er uit zal ontwikke len. In het andere flesehje zit een vlin der, een Nortuide, te voel afgevlogen om hem nauwkeurig te bestemmen. De doods hoofdvlinder, zooals U meent is het niet, dat is eon Sphingide en is Veel gTooter met duidelijke teekening van een doodshoofd op den thorax. Vraag: Hoe komt het, dat vliegmachi nes en luchtballons niet in het maatschap pelijk leven gebruikt worden? Het zou toch voor den modernen mensch een interessan- be ontspanning wezen om zoo door het luchtruim te stoomen, terwijl toch kans voor ongelukken niet hooger is dan bij spo ren of andere uitstapjes? Antwoord; De kosten rijn zoo enorm hoog, dat dit niet te doen is. Degenen, die het kunnen betalen, vermaken rich liever op andere wijze. Zoo staat het op dit oogenblik, maar of er over tien jaren, zeg twintig, niet evenveel vliegmacnines in de lucht als auto's op den weg rijn, dat zou zoo onmogelijk nog niet zijn. Vraag: Ik ben Belgisch vluchteling. Hoe kan ik mijn timmermansgereedschap uit Antwerpen naar Leiden krijgen? Antwoord: Dat moet een goed vriend voor U meelbreogen, als hij 't roag uitvoe ren. Andere ós er geen mogelijkheid op. Vraag: Iemand, die met 6 Juni haar voorjaarageld heeft gehad en met 6 October weggaat, heeft da juffrouw dan het recht dit af te houden van het maandgeld? Antwoord: Neen, do eenmaal in het voorjaar versterkte gratificatie kan niet in Ootober terugverlangd worden. Pit zo,u te dwaas zgn. Vraag: Ik heb een stukje steen cadeau gekregen, aan welks kanton een zeker soort veertjes vastgehecht zitten. Op een plaatje er naast staan de volgende woorden: „Spe cimen of Crude Canadian Asbestos from the mines of Dell's Asbestos Co. Ltd." Het geheel staat onder een glazen stolpje. Kunt u ook zeggen welk soort steen dit is? Antwoord: Nu het staat er nog al duidelgk bg voor dengene, die Engelsch verstaat: n.1. monster van de ruwe Car.adee- ache Asbestos, uit de mijnen van Deli's "Asbestos Co. Ltd. Vraag: Moet men op den Rijksstraat weg, richting LeidenHaarlem, wanneer men per r gwiel op het met borden aangege ven Rijwielpad rijdt; rechts houden voor een motorrijwiel, of heeft deze geen recht om van bedoeld pad gebruik te maken? Antwoord: Een wielrijder en een mo- tor wied rijder hebben op een officieel aange duid rijwielpad, hetwelk, ingevolge ark 27 van het Motor- en Rijwiolreglement ais af zonderlijke weg beschouwd wordt, ten op zichte van den weg, waarlangs het rijwiel pad zich bevindt, gelijke rechten en ook gelgke verplichtingen, wat het uitwijken en voorbijreden betreft tegenover e.kaeder. U leze de artt 2 en 23 van dat Reglement maar eens na, waaruit volgt, dat, als er geen ruimte oplhet pad zelf is. om te passeeren, degene, die volgens art. 2 rechts moet uit- wgken, het rgwielpad moet verlaten. Vraag: Kunt u mg ook zeggen of de diploma's wandeltocht Hoek van Holland en die van Noordwiji;, Katwyfc, enz. haast wor den uitgiereikt? Mg dunkt, die van den Hoek blgft toch wei wat heel lang uit. Antwoord: Na den tocht is de copy naar den drukker gegaan, thans worden de exempl. geschreven, de namen ingevuld; einde van de volgende week zullen alle rechtmatige eigenaars ze in hun bezit hebben. toch voelen, dat ik niet anders heb kunnen handelen." „Wat is u dus nu van plan te doen?" „Wat anders kun je van mij verwachten, dan dat ik je weer aan de jusiiiie overlever?" „Wat?" Ér lag een zweem van verachting in den K.ank van die lakonieke vraag en in den blik, dien hp} vestigde op den netten man van middelbaren leeftijd, die zijn best deed kalm en bedaard te zijn. Wayne keek over: zgn schouder naar de telefoon aan den wand. Norrie Ford begreep en zei haastig: „Ja, u zou de politie te Grecnport kunnen opbellenmaar ik zou u kunnen worgen voor dat u de kamer door was." „Dat zou je kunnen doen; maar sou jo het doon? Als je het deedt, zou je er dan beter aan toe zijn? Zou je er wol zoo goed aan toe zijn als nu Zooals het nu is, bestaat er kans op een revisie van het vonnis, welko je ter eeniger tijd ten goede zou kunnen ko men. Die mogelijkheid zou dan niet meer bestaan. Je zoudt binnen de acht en veertig uur opgespoord zijn." „O, u behoeft geen argumenten aan te voerenik ben niet van plan Weer hield hij met sproken op. Dezelfde •chaduw was in de duisternis voorbijgegle den, maar nu was een gefladder van een witte japon zichtbaar geweest. Hij kon zich niet anders voorstellen dan dat het iemand was, die hulp bijeenhaalde, en terwijl hij zijn zin voltooide, waren al zijn innerlijke vermogens bezig ofsohoon hij zich daar van maar half bewust was om een uit weg te zoeken uit don val, waarin hij was geraakt. „Ik ben niet van plan geweld te gebrui ken of ik moet daartoe gedreven worden". ^n-mrmiri i" r ■■n. i ■■■iwgfr Vraag: Bestaan er ook boeken voor zejf, onderricht, beginnende van lager onderwijg en hooger? Zoo ja, waar zgn dezq te ver. krggen? Antwoord: Zeker, er bestaan voor alle vakken van onderwijs leergangen voor zelf. cnderricht, te veel om ze hier op te sommen^ U kunt ze bestellen bg een boekkandefcuir, .Vraag: Ik ben landstormplichtig <e® va$ de lichting 1914, dus moet denkekyk Ocfo- ber a. s. in dienst. Ik baa alleen ihaia By mgn ouders, die reeds op gevorderden leef- tgd zijn, zou ik nu recht hebben op var, goeding wegens kostwinner? Zoo ja, tot wié* /moet ik mg wenden óm hot to kragen? Antwoord: Ja, als ge weet» döt ge i^ dienst moet komen, richt dan een verzoek tot den Burgemeester. Ge kuut overigen? inlichtingen gaan vragen op het bureau jiilitaire zaken op het Raadhuis. Vraag: Ik ben geboren 15 Maart 1891^ Kunt u mg ook zeggen van welke lichting ik ben en -wanneer ik opgeroepen word vooi den landstorm? Antwoord: Ge behoort tot de jamp- klasse 1911 van den landstorm ea woiS.t voorloopig nog niet opgeroepen. Vraag: Ik ben van de lichting 19F^. maar woon op het oogenblik te NgmegSiL Ben ik nu verplicht mg in Leiden te laten keuren of kan ik het in Nijmegen doe^? Moot ik daar nog stukken voor hebben? Antwoord: Wij meenen, dat ge u wel te Ngmegen kunt laten keuren, doeh gaö,t voor de zekerheid even bg den keuring raad te Ngmegen informeeren. Vraag: Gaarne zou ik van u willen weten of de invalide soldaten door do be trokken mogendheden worden gepcösiön-, neerd? Antwoord: U bedoelt zeker de solda ten, die in den oorlog invalide zgn gewor-, den. Ja, natuurlijk, die worden zefcer, wól door de zorg van de Regeering van hfet land waartoe rij beboeren, onderhouden mjét een pensioen. i i Vraag: Mgn veder is gestorven, dt3 moeder heeft ons uitgekeerd zooals behoolft Maar nu ben ik kwade vrienden met moD- der. Nu zeiden ze, dat mgn moeder het mjj lastig kan maken met haar nalatenschap. Daar ik een eigen zoon van haar bej» kan dat nu? Antwoord: U bedoelt zeker, dat uw moeder u kan onterven? Dat kan slechte vcor een deel. Als er bgv. met u nog een broer of zuster is, kan moeder over 2/3 deel der nalatenschap op andere wgze be schikken. Als ze het bg haar leven aan andoren geeft, vischt u geheel achter het net. Tracht maar weer goede vrienden met moeder te worden. Dat is, buiten de erfenis kwestie om, ook beter. Vraag: Verleden jaar verkocht ik een rgwiel op afbetaling. Tweo derde is «thans betaald. Door don oorlog is da kooper niet meer in staat afbetalingen te doe«, pietfce- g ens taande de afbetaling schriftelijk is over,-* eengekomen. Wat ie in dezo tijd3omstsuidig-, heden het beste om aan mgn geld te ko men? Is het waar, dat door don oorlogs toestand, vele contracton niet meer v&j' kracht zgn? Is Üit ook met rgwiel-wyufccwfie/j het geval? Antwoord: Wij gelooven, dat de kan tonrechter deze contracten niet nietig ver-/ klaren zal. Wanneer het echter blijkt, dat geen onwil, maar onmacht in het sf el i^, zouden wij u iaden, wanneer u zelf althans het kunt dragen, niet al te streng op te treden, vooral niet, wanneer al reeds .twee. derde afbetaald is. Is er nog slechts weinig op afbetaaïd dan is het mi3=chien raadzaam, het rgwiel ween terug te nemen. Vraag: Mijn zoon is van de jaarkksse 1915, Landstorm en in dienst Nu wil hg trouwen, krijgt nu zgn vrouw vergoeding? Antwoord: Zeker, als het blijkt, dat) vergoeding noodig is. Vraag: Is Eet geoorloofd, dat ik (onder do wapenen mag blijven dienen, daar ik in de burgermaatschappij een diefsial heb be gaan, en waarvoor ik zes maanden gevan genisstraf heb moeten ondergaan? Antwoord: Alleen wanneer eed zwaar der straf dan1 zes maanden gevangenisstraf was opgelegd, zoudt ge niet in dienst heb ben mogen blijven; thans blijft ge onder) de wapenen. „Maar als je er toe gedreven wordt?" „Ik heb hot recht mo te verdedigen. De geordende maatschappij, zooals u haar noemt, heeft mij een plaats aangewezen waar zij mij verder geen eischen kan stel len. Ik moet alleen tegen haar voohten en ilc zal dat doen. Ik zal man noch vrouw spa-* ren noch vrouw", hij verhief rijn stem, zoodat dio buiten kon gehoord worden „dio mij in den weg staat." Hij wierp rijn hoofd in den nek en keek uitdagend in de duisternis naar het raam. Als in antwoord op zijn uitdaging kwam plotseling een slanke, witte gedaante uifc het donker te voorschijn en stond duidelijk zichtbaar voor hem. Het was een meisje, wier bewegingen bij zonder vlug en geruischloos waren, toon rij hem over het hoofd van den rechter, dié, met den rug naar haar toe zat, 'n wenk gaf. „Des te meer reden voor de maatschappij om zich tegen jou te beschermen", begon Wayne weer; maar Ford luisterde niet lan,- ger. Al zijn aandacht was bij het meisje* dat voortging mei hem onhoorbaar to wen ken en nu eens tot dicht bg don drempel der kamer zweefde, dan plotseling weer tot den buitenrand van het terras terugweek en met een witte sjaal wuifde, ten tecken, dat hij haar moest volgen. Zij had die be weging steeds herhaald, hem voortdurend toewenkend, vóórdat hij begreep wat zij wilde en een besluit nam. „Ik zeg niet, dat ik weiger jo te helpen", zei Wayne, „ik voel oprechte sympathie voor je. Als ik verandering in je vonnis kan brengenEen uitstel is dan ook zoo goed als zeker". (Wordt vervolgd), j]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6