Nederland en de Oorlog. Zatei'dfig 14 Augustus JfJeinste ülad. 19^5^ Brisven van een Leidenaar. Persoverzicht. Gemengd Nieuws. N*. 17013 DXXXXV. Ik wil vandaag eens iets zeggen over een algemeen onderwerp, waartoe evenwel iots. wat in de afgeloopen week in Leiden plaats had, mij aanleiding geeft, n.l. de wandal wedstrijd van Leiden naar den Hoek van Holland en terug. Ik geloof, dat het zi n nut kan hebben wanneer een onpartij dig en nuchter toeschouwer, tegenover de erithusïastische uitingen, zooals van luit. Bre- v t.'die over de prestaties der wandelaars verrukt was cn er de conclusie op bouwde dat wij met zulke menschen eiken vijand zouden kunnen weerstaan, er zijn oordeel, zij het dan ook een 1 eekenoordeel, eens over .uitspreekt. Ik ontken geenszins 't belang van de licha melijke opvoeding.Hoewel men bij den mensch de onderscheiding maakt tusschen lichaam cu ziel, is zijn leven een eenheid, waarvan de beide uitingen elkander niet kunnen mis sen. Wie oen gezond, krachtig in alle op zichten bruikbaar lichaam heeft, kan ge lukkig zijn, voe't zich opgeruimd en moe dig, tot groote inspanning in staal. Het leven js hem geen last, maar een lust. Daarom vormt ook dc lichamelijke opvoe ding een belangrijk deel van de geheele ont wikkeling van den mensch. Men heeft dit in de laatste helft van de vorige eeuw in ons land,(in sommige andere landen reeds vrofr» ger;, 'ingezien en de hygiène of gezecdheid6- leer tot een deel van de menschel ij ke ken nis gemaakt, al is die kennis helaas nog veel te weinig tot allen doorgedrongen en wordt er wetens en onwetens, nog veel te veel tegen gezondigd. Het ligt niet in mijn plan daarop uitvoe riger in te gaan, al zou het vooral in dezen ïlureu tijd zijn nut kunnen hebben er eens intet nadruk op te wijzen, dat een eerste voorwaarde voor een behoorlijke lichamelijke /opvoeding, vooral voor den opgroeienden jmcnsch is, voldoende en doelmatige voeding, zoodat een z.g. ondervoeding zich op het in- Uividu zelf cn op de maatschappij, waarvan hij een deel uitnmkt, op bittere wijze zal kunnen wreken. Ik wil er nu alleen op wijzen dat uit do Opleving van de gymnastiek en later van tie sport, is gebleken, dat de beteekenis van de lichamelijke opvoeding meer en meer ^rrit erkend cn gewaardeerd. Wattr ik daar toe in de gelegenheid was, heb ik ook al tijd tok een doelmatige beoefening van sport, ia welken vorm ook, medegewerkt, al heb ik in de vele jaren, waarin ik uit den aard van mijn bel ekkivig de sportbeweging van nabij volgde, ook de schaduwzijden er van loeren kennen, veelal gevolg van overdrij ving en een verkeerde opvatting er over. Menig jongmensch heb ik aan de sport zien verslaafd raken en waar zoo'n jonge nman door vorstindigen raad niet op tijd van ólen verkoe'den weg terugkwam, in de maatschappij zien mislukken, een enkele 'maal ook z':\ gezondheid zien verliezen. F'.t geve daarvoor is te grooier, door- dut. men L dc sportwereld on zelfs daar buiten, de v e ermannen al te veel verheer- lrkt. 200 niet verafgoodt. De kranten dra gen door liun groote sportverslagen vol loftuitingen voor de winners, daartoe dik wijls ook bij. Hoe uitnemend een gezond lichaam en krachtige spieren ook mogen zijn, ze hebben ten slotte slechts waarde voor zoover ze medewerken tet de algemeene mecschelijke en maatschappelijke ontwikkeling. Bruto krac ht hoef t zelfs in dezen vreesdij ken tijd, nu de menschen elkaar bij tienduizenden, .verminken en dooden, slechts betrekkelijke waarde. Daarom zie ik (le nieuwste krachtpresla- ties op het gebied van de sport, mede een 'gevolg wellicht van den tijd, dien we nu beleven, die algemeen bekend is onder den toaam van athletiek, niet met onverdeeld ge mogen aan. Alstandsmarschen per rijwiel én te voet, z.g. wandeltochten over afstan den, waarvan een normaal aangelegd mensch geen denkbeeld kan vormen, hebben in het algemeen mijn sympathie niet. En wanneer zulke tochten plaats hebben onder omstan digheden zooals de wandel-, beter looptocht., öe?yö week van Leiden naar den Hoek van Holland en terug, heeft plaats gehad, dan aarzel ik niet er mijn afkeuring over uit te to spreken. Ik heb de jonge mannen des morgens frisch en vol levenslust van Zo- merzorg zien vertrekken; ik heb ze ffes namiddags en des avonds afgemat en amech tig v.eer zen aankomen voor zoover ze onderweg den kamp niet hadden moeten opgeven en ik heb met medelijden over zooveel dwaasheid, mij afgevraagd, waar toe toch deze bovenmenschelijke inspan ning? De sterksten en vlugsten, die, hoe wel ook dooilelijk vermoeid, toch nog in Gaat waren om behoorlijk te zitten, ble ken tocli 9, 10 en 12 pond te zijn afge vallen. Ik heb eens gehoordj- dat een moeder, die eer, week lang eiken nacht waakte bij het ziek loei van haar kind, ganse hel ijk vermagerd fvermoeid was geworden. Hier was het zelfopofferende liefde, "die haar dreef en al froest de dokter telkens verklaren, dat deze vrouw onverstandig handelde, voor zdk een verheven onverstand buigen we eerbiedig het hoofd. Doch waarom tien pond levens- lappen opgeofferd voor de twijfelachtige e_-r, dat men ruim 73 K.M. eenige seconden spoediger aflegt dan een ander? En de voor beelden, die ik daar noemde,- waren nog het minst stuitend. Ik zag er eon in de zaal van „Zomerzorg" als voor, dood neervallen, loodkleurig, do tanden op elkaar geklemd. Door geneeskundige behandeling moest hij worden bijgebracht. Anderen waren zóó stijl, dat er met wrijven weder, eenige lenigheid in de gewrichten moest worden gebracht. En toen een uur of later na de aankomst een jonge luitenant met een geestdriftige toespraak de medailles en prijzen uitreikte, moesten verscheidene winnaars naar de tri bune gedragen worden om ze in ontvangst te nemen. Teen ik mij in afkeurenden zin 'daarover uitliet, werd mij toegevoegd, 'dat het toch geheel vrijwillig was; wie er zijn corpus niet aan wilde wagen, had niet behoeven mee to doen. Wie er zoo over denken, vergeten, dat er toch ook nog zooiets is van mensche- lrjk'o ijdelheid, die juist geprikkeld wordt door toespraken zooals van den jongen lui tenant, die sprak van reuzenprestaües en die met zulke mannen eiken vijand aan durfde en voedsel vindt in klinkende medail les, uitgeloofd door waardigheidsbekleders èn in het leger èn in de burgerlijke maat schappij. 1 Afgescheiden van het feit, dat deze en dergelijke krachtprestaties nergens nuttig voor zijn, ook niet voor het leger, (een grap penmaker dacht, dat de luitenant, die or zoo met lof van sprak, bedoelde, dat zulk éen troep eiken vijand zou 'kunnen ontloopon, doch ook dat is niet waar, want een kogel gaat nog altijd sneller) daar de kans groot is, dat sommige jongelui hun gezondheid er mede knakken en zij in den regel het eerst, zonder het zelf misschien te weten, eenig lichaamsgebrek hebben, althans in eenig opzicht minder krachtig zijn. Ik heb echter goeden moed, dat deze soort athletiek" van voorbijgaand en aard zal zijn, veroordeeld als zij wordt door het volk zelf. Er vormde zich bij de terugkomst 'der rr.et zweet en stof besmeurde deelnemers, een haag van menschen langs den weg, doch er was, zooals gewoonlijk bij een voetbal- of crickefcwedstryd, van enthusiasme geen sprake. Men spotte met de afgematte loo- p:rs, die, cm de beweging er in te houden, ir.efc de armen zwaaiden als krankzinnigen, ncem.de het gekkenwerk of sprak zijn deer nis en verontwaardiging uit- Het gezond verstand van ons nuchter volk, zal ons op den duur wel voor zulke onzinnigheden be hoeden, geloof ik. Een flinke militaire atslandsmarsch, waar bij het uithoudingsvermogen op do proef wordt gesteld, nadat de deelnemers vooraf geneeskundig zijn onderzocht, zal ik niet afkeuren, een wandeltocht van burgers over een behoorlijken, door ieder gezond en licha melijk normaal ontwikkeld mensch, af te leggen afstand, mogen de liefhebbers hou den, maar laat men ~de menschen niet op wekken en aanmoedigen een wedren aan te gaan over afstanden van 70 h SO K.M., gedurende een enkelen warmen zomerdag. Er is waarlijk in onzen ernstig'en tijd voor jenge menschen wel iets beters te doen, waaraan de maats chappy voor het lieden «en voor do toekomst wat heeft en dat henzeit verheft en beter maakt, terwijl ze geen kans beioopen, dat ze hun fichaairJ ver knoeien zullen en hun zenuwgestel schokken. „Slechts in een gezond lichaam kan «een gezonde ziei wonen," zei reeds John. Loeke, een wijsgeer uit de 17de eeuw, doch laten wij, en nog wol geheel onnoodig, niet zoo veel van het lichaam vergen, dat er geen plaate meer voor een gezonde zei overblijft. In een asterisk Onze nationale njj- v er he id lezen wij in de „HAAGSCHE COURANT": In de „ARNHEMSCHE COURANT" lezen wij, dat Ijij het departement Arnhem van de Maatschappij van Nrjverheid het voorne men bestaat in de maand October een „Ne derlandsche winkelweek" te organiseoren. In die week zullen de Amhcmsche winke liers voor hun uitstalramen alléén producten van Nederlandsche nijverheid uitstallen. Met voldoening hebben wij dit gelezen. Een van de goéde gevolgen naast de vele kwade, welke de oorlog voor ons land heeft gehad, is de verhoogde belang stelling in onze nationale nijverheid. Het is een specifiek Nederlandsche on hebbelijkheid, steeds aan buiten land- sche producten de voorkeur te geven bo ven inlandsche, ook al kunnen deze laatste de vergelijking in alle opzichten doorstaan. Zóó algemeen verbreid is dit kwaad, dat menigmaal Nederlandsche artikelen, tnder vreemd etiket aan den man moe ten worden gebracht om kans van slagen te hebben. Denk bijv. maar eens aan het „Amerikaansche" schoenwerk uit de Bra bantse he fabrieken, aan de „Fiansche" mode-artikelen uit Nederlandsche werk plaatsen! De vaderlnndsche nijverheid gaat onder deze onhebbelijkheidgedrukt, dat spreekt vanzelf. Bestianden bedrijven wordt daar door verhinderd zóó tot bloei le konion, als mogelijk zeu zijn. En voor de oprichting van nieuwe bedrijven ontbreken vaak de energie en het kapitaal. Op een aantal uitzonderingen 11a sommige .onzer indus trieën zijn tot zelfs in hek verre buitenland befaamd: denk aan de fabricatie van bag germolens e.d., aan de .alom verspreide Ne derlandsche margarine,- enz. kan Neder land als i n d u s t r i eland do vergelijking met de omringende landen niet doorstaan. Hoe beschamend dit is voor ons land, heeft menigeen zich eerst nu bewust ge maakt, nu ten gevolge van den oorlog de invoer in ons land ernstige belemmering ondervindt. Onwillekeurig rijst dan de vraag: maar kunnen wij, Nederlanders, dan niet zélf allerlei dingen, die wij dagelijks noo- dig hebben, maken? En- kunnen wij, hetgeen wij- maken, niet even goed en go-e dk 0 op maken als do buitenlander? Velen komen thans tot de ontdekking, dat onze industrie op menig gebied achterlijk is. Dat behoeft niet zoo te zijn! Die bescha mende afhankelijkheid van het buitenland kan eindigen, als bekwame en energieke mannen het initiatief nemen tot de vesti ging van moderne industrieën; als de Ne derlandsche kapitalisten hun onmisbaren steun verleen en; en als het koopkrachtige publiek daarin door de overheid voor gegaan! niet langer de voorkeur geeft aan producten van vreemd c.n bodem bo ven die van het eigen land, óók al zijn de laatste even goed en niet duurder dan de eerste. Indien, onder den druk der tijdsomstandig heden, onze nijverheid tot grooten bloei mocht komen, zal. dit na den oorlog ons land in een zeer voordeelige positie kunnen brengen. Men mag wel aannemen, dat de industrie in de oorlogvoerende landen, en hun onderlinge handelsbetrekkingen, na den oorlog zullen blijken, niet.weinig te hebben geleden. Ons land - mocht het buiten den oorlog blijven. zal dan niet betbuiten land voorcleelige zaken kunnen, doen. Mits het daarop tijdig is voorbereid! Zij, die beweren, dat ons land geen toe komst heeft als industrieland, en dat de Nederlanders zich uitsluitend op landbouw, handel en scheepvaart moeten toeleggen, dunken ons slechte raadgevers. Het één sluit in een zoo dicht bevolkt land als liet onze toch volstrekt het ander© niet uit! Een nationale winkelweek, als men thans in Arnhem wil houden, zal er 'toe bijdragen de oogen steeds méér te openen voor het belang onzer eigen nijverheid. Men zal er uit leeren wat onze industrie vermag, maar óók: wat haar nog ontbreekt. Dit laatste is zeker niet van het minste belang. Eere aan Arnhem, dat dit initiatief durft Aan de „GRONTNGSCHE VOLKSCOU RANT" is het volgende.ontleend: Als er door Gods goedheid een einde gekomen is aan 'den' oorlóg," en cfe vlammen van den wereldbrand gebluscht zullen zijn, dan zal ons vo/k ér o.a. 'ook uit geleerd üebben, 'dat wij meer buuwia nd moe ten hebben. Van fde 100 hectaren is in Nederland slechts 27 hectaren-bouwland/dus-ruim een vierde deel, terwijl 33 hectaren weiland z'ju. In ons eigen land wordt dan ook lang geen korc-n genoeg verbouwd. Het ontbrekende moesten we van Rusland, de Vereenigde.Sta ten of Roemenië hebben. Nu legt men het er in den modernen oor log op toe, om een geheel volk uit te hon geren. Door honger tracht nien het tot overgave te dwingen, zooals men vroeger •met belegerde steden deed. Thans (we z'.en dit aan Engeland en Duitschland) snijdt men den heelen toevoer af. Gelukkig een volk als het Duitsclie, dat zulke maatregelen kan doorslaan. Letterlijk geen hoekje grond (zoo melden de bladen) of het is bebouwd. Honger is een scherp zwaard, en daar hebben de Duitechers op gerekend. Daarom dringt men er tegenwoordig op aan, dat er ook in ons land meer grond voor den landbouw zal worden gebruikt, opdat we ons, zoo noodig, zelf zouden kunnen redden. Van die 36 procent weiland kan wel iets af, maar bovendien hebben we nog 15 procent woest liggen, wat met kunstmest kon worden ontgonnen. En als dan' de Zuiderzee gedeel telijk nog eens werd droog gemaakt,* dan stonden we, met het oog op oorlogsgevaar, er heel wat beter voor. De verhinderde bruiloft. Al vroeg waren ze allebei, Nareske en Mieke, gekleed en gereed en gingen op weg naar liet grijze Grave, dat straks binnen zijn poor ten zou zien voltrekken het huwelijk van een zijner bevalligs te dochteren met Tommes Proem, zoon der echtelieden voormeld. Tom mes was onder de wapenen, in Ede of Lewarden of dor érregos en die kwamp mè 'n per daag verlof mar rechttoe va ginder- wïet af 110,0 de Graaf". De oudjes volgden in flahkrij het 'smalle kronkelpaadje, W3ar de nog bedauwde over hangende heide het zorgzame Mieke de nood zakelijkheid deed gevoelen, „die lang pèlzen 'n bitjen op te rape", hetgeen Nareske be antwoordde met mannelijk „de boks e piepen om te slaon". De karavaan trok al verder de woestyn in en kortte ach den tijd met ontboezemingen over het mooie weer en de ophanden zijnde, zegeningen en heerlijkheden. Een paar maanden geleden was het 'jonge paartje al in den ondertrouw gegaan, maar teen de groote dag naderde, zag Tommes zich verplicht den betrokken lui te be richten, dat hij „in de petoet zat én des-te 'itf niet Tos wou Iaote urn gaon te trouwe". Maar nou zag liet er beter uit! Ginder doem de reeds do eer-waarde Elisabethskerk op én de oudertrots van Naroske on Mieke zag die kerk en die stad en „onzen Totelmies mè zie vrorames" in een aureool; beiden zweef den voort^ als gedragen op het maatgezang van Nares z'n „raerèsterse boks", die tot meerdere eer en glorie van den dag haar ,,jiep" deed hooren, zoo vaak de Oene pijp langs de andere streek. Zoo, mot de muziek aan 't hoofd, trok men zegevierend de stad binnen, waar men als uit een hinderlaag besprongèn werd door een briefkaart, die de bruid gisteravond had ontvangen en waarin de bruidegom mededeelde, dat „ze 'm weer in de doos hadden gestopt" en de trouwerij dus andermaal ten halve moest blijven steken. Na dezen koudwaterstraai keerden onze oudjes met hangende veeren naar huis terug; geen woord werd gewis seld; pas het bekende geluid van 'de' deur klink thuis wekte hen uit hun my mering ön Nareske zei: „Mar ge zot zegge, wa-t-ie nou wèr uit gevreten hè!" „Ja, dè zodde zegge!" antwoordde Mieke. C.G- C.") Er schijnt te Apeldoorn een goed georgan"seerde rijwielen-dievenben de te bestaan. Geen dag gaat schier voorby of bij- de politie wordt aangifte gedaan, 'dat er een rijwiel wordt vermist. .Vooral het postkantoor schijnt een bij zonder goed operatieterrein voor dat doel einde te wezen. Vooral nieuwe rijwielen val len zeer in trek; in een enkel geval is een onberijdbaar oud karretje voor een fonkel nieuwe fiets in de plaats gezet. De U t r c h t, s c h e D o 111. Het restauratiewerk van den Domtoren is thans weder gekomen is een stadium, dat. het sterker dan anders het geval pfcegt te zijn, de aandacht trekt van de ingezetenen. Het ligt voor de hand, dat. veel van deze hoogst belangwekkende restauratie voor het publick ongezien en dus onbekend blijft; nu het moeilijke en interessante werk zicht baar komt buiten de kolossale steijgeirs, die den toreji omringen, staan velen in deze dagen een oogenblik stil, om hun oog to richten naar den Dom-trans boven de wijzerplaten. Aan de zijde van het Wed ziet men kunstig gebeeldhouwde pinakels op den hoek van den torenomloop staan naar wij vernemen worden deze pinakels gemaakt uit Fransohe kalksteen. Het ligt in het voornemen, dit beeldhouwwerk voort te zetten rondom den geheel-en trans, zoodat het publiek er gaandeweg méér van zal aanschouwen. Algemeen hoort men het sierlijke en de mooie kleur van doze pina kels roemen. („U. D.") Weder dreigt -het gevaar, schrijft men aan de ,,N. R. Ct." dat een van de mooiste landgoederen van ons land voor het pabliek gesloten zal worden, dit maal niet, omdat de eigenaar geen vreem den meer op zijn landgoed wil toelaten, of omdat het landgoed onder den hamer komt, maar thans treft de schuld het. publiek. Sedert, vele jaren heeft baron Van Pal- landt op werkelijk vrijgevige wijze kaarten beschikbaar geitcld, om ook anderen te doen genieten van 'de heerlijke pracht van het sclioone, door geheel Nederland bekende landgoed „Rosendael", bij Velp. Duizenden en duizenden zijn daardoor in de gelegenheid geweest dit landgoed, dat kan gerekend wor den tot de prachtigste landgoederen van ons vaderland, te bezoeken doch zooals we ver nemen bestaat bij baron Van Pallandt het ernstige plan, om iederen bezoeker deu toe gang tot zijn landgoed te verbieden. De staaltjes, die we uit. betrouwbare bron vernamen, omtrent hot schandelijk optreden van het publiek, lijken bijna ongelooflijk. Het plantsoen wordt vaak onder de oogen van den eigenaar vernield, de wan delwegen op schandelijke wijze bevuild. Op vermaningen van het personnel wordt geen acht geslagen; ja erger, men drijft vaak den spot met hen. Het ifc reeds zoo ver gekomen, dat de eige naar en zijn familie op de uren, dat publiek in het park wordt toegelaten, zich daar liefst niet meer vert.oonen, om niet aan on hebbelijkheden bloot te staan of getuigen te zijn van vandalisme. De toestand is thans van dien aard, dat baron Van Pallandt ernstig overweegt zijn buitenplaats voor het publiek te sluiten. Slechts do gedachte aan de groote nadoe len, die een dergelijk besluit voor Velp en de andere dorpen in de buurt van Arnhem, die in het zomerseizoen in hoofdzaak van liet vreemdelingenverkeer bestaan, zal mede brengen. houdt, den eigenaar thans nog te rug van dezen strengen maatregel. Komt echter binnenkort geen verandering in den tegenwoordigen toestand, dan is slui ting van het landgoed ^Rosendael" zeer spoedig te wachten Toen, een jaar geleden, de groo te oorlog uitbrak, lag de hand'el dn tuin bouwproducten, ten minste voor export, zoo wordt uit Loos-duinen gemold, lamge slagen en brachten deze niet veel moer op. Terstond begonnen toen vele tuinders een deel van het loon hunner arbeiders in te houden. Tot- hun oer zij gezegd, dat er ook vele anderen waren, die zeiden we zullen betalen zoolang we zelf wat hebben. De hand'el heeft zich langzamerhand her steld 011 voor vele producten zijn zelfs goe de prijzen gemaakt. Daarom hebben de tuinbeuwarbeiders- vereenigingen zich thans tot de patroons gewend met het verzoek, het loon, dat het vorige jaar was ingehouden, alsnog uit te betalen. DE SMOKKELHANDEL. Herhaaldelijk namen we berichten ojy ovo* het smokkelen aan ,onze grenzen. Wolk eetf builengelvonen omvang dit bedrijf gekregen heeft, blijkt ons uit een artikel in de j,TeL'^ die een specialen verslaggever naar de Brït- bantscke grens heeft gestuurd. Van dit artikel geven we den aanvang hieronder, daar dit reeds een voldoende beeld geeft van den Smokkelhandel. .We lezen dan o.m.: uitvoerverbod op levensmiddelen zal het, voor z'n minst, eigenaardig gevolg heb ben, <Jat' gansch de bevolking onzer grens- 'dort en schatrijk wordt, als het zoo nog een maand .of drie mag blijven duren. Hoe strenger dit verbod gehandhaafd wordt, hoe méér moeite de regeering zich' geeft of zich héét te geven! om' den smokkelhandel -te keer te gaan, hoe méér geld er wordt verdiend! Nooit is op de Brabantscbe grens bel handelsverkeer met België zóó druk geweest alssedert in theorie alle handel daafc onmogelijk moest zrjn. Nooit hebben 'de .men schen daar zoon gouden tijd beleefd, en ik' kan ine dan ook goed voorstellen, dat de aanhangers van den Anti-Oorlog-Raad er tri et dik zullen loopen. Enkel aan rijst waarvan er geen kor-, rel meer het lhnd verlaten mag! werd er| de vorige week uit Bergentep-Zoom' alléén, honderd ton, zegge: 100.000 kilo's naar Bel gië vervoerd! 'Bloem, spek en petroleum gaan te Putten iederen dag bij volle scheeps ladingen de grens over! Ik vertel hier geen sprookje. Ik heb het ook niet gedroomd. Ik spreek alleen maar van wat ik met eigen oogen gezien heb. .Van wat iederéén kan zien, die zich de moeite geven wil, om tot hier te komen. Maar 't gaal alle verstand te boven. 1 De steenweg tusschen Bergec-op-Zoom eiï Putte is yier uren gaans lang. Ga er eens kijken, als je eens 'n idéé van een volks verhuizing hebben wilt. Op sommige uren yan den dag vooral ia den morgen ziet het er daar wel uit, alsof er 'n tweede voorstelling gegeven wordt van do groote vlucht uit Antwerpen in de eerste October- 'dagen van Verleden jaar. Alleen gaat de stroom' thans in omgekeerde richimg. De film draait terug. Gansche karavanen schui ven traag naar België" toe, over de einde- looze baan: wagens en karren van allerlei aard en grootte, alles wat maar wielen heeft, knarsend en krakend onder 't gewicht van een driemaal te zware lading; fietsers by honderden en honderden, allen met pakken, op hun rug of aan liun stuurstang vastge maakt, en voetreizigers, mannen, vrouwen en kinderen by duizenden; vooral kinderenl V/olken van kinderen, allen met een dikge zwollen pakje, als ze naar België gaan, cn met een ledig zakje als ze terugkeeren. [Want den heelen dag gaat het heen en w eer. Van Ossendrecht naar Putte; van Putte naar Ossendrecht. Telkens met twee kilo's bloem en twee kilo's rijst. Aan eiken kilo is voor den drager zoowat een kwartje ver diend. Voor wie een pakje rijst en een pakje bicem overbrengt, dus twee gulden per reis; en een voetganger doet gemakkelijk zoo'n reis, of zeven acht daags. Te voet is er alzoo, zonder overdreven moeite, tot 15 gul den per dag te verdienen. Cijfer nu maar. 't inkomen uit van 'n gezin, met vader, moe der en een half dozijn kinderen, die van den vroegen morgen tot den laten avond op de baan z-:jn! En dan spreken we nog niet ééns van hen, die 't met de fiets kun nen doen en gemakkelijk een vijftiental rei- zffn per dag afleggen! Hier, te Bergen-op-Zoom, is de groote sta', pelplaafcs. Rrjst, bloem, spek., .alle artike len waarvan de uitvoer verboden is, komen" hier eiken dag in ongelooflijke massa's aan,; per schip en per spoor. Schier alle dagen arriveert er een lichter met rijst uit Zaan dam; soms wel eens twee en drie!... En toch was er Vrijdag vóór acht da gen geen kilo rijst meer te krijgen in de stad! De enorme voorraad was totaal opge kocht voor den Smokkelhandel!" ER BLIJF ONTZEGT. Het; aantal personen, wien hot verblijf 111 i.cstaat-van-oorlog verklaard gebied ont zegd is, loopt in de honderden. Tientallen Tomen er alle dagen bij We maken daarvan geen geregelde melding meer. Mce-ital ia smokkelarij de oorzaak, een enkele maal ver denking van spionnage. Er is nu eens oen ander motief. De territoriale bevelhebber in Zeeland enz. heeft het verblijf in zijn gebied ont zegd aanGustaaf Gcirnac-rt, geboren 3 October 1895 te Boucboutc (België) wonen de to Maagdt van Gent; Gustaaf Grove, geboren 15 Febr. 1368 te Watervliet (Bel gië), wonende te Maagdt van GentGus taaf Coquit, geboren 12 Juli 1897 te Bou- chaute, wonende te Biervliet; Prudent Jo seph dc Milliano, geboren 22 December 1375 te Biervliet, wonende te Philippine; Camiel Andries, geboren 2 Aug. 1893 te Bassevc-lde (België), wonende te Maagdt van Gent. De Milliano is oen Nederlander, de an dere vier zijn Belgen. Het bevel tot hun uitzetting staat in ver band- met beleediging van Duiteelie schild wacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5