Nederland en de Oorlog.
Zatei'dfig 14 Augustus
JfJeinste ülad. 19^5^
Brisven van een Leidenaar.
Persoverzicht.
Gemengd Nieuws.
N*. 17013
DXXXXV.
Ik wil vandaag eens iets zeggen over
een algemeen onderwerp, waartoe evenwel
iots. wat in de afgeloopen week in Leiden
plaats had, mij aanleiding geeft, n.l. de
wandal wedstrijd van Leiden naar den Hoek
van Holland en terug. Ik geloof, dat het
zi n nut kan hebben wanneer een onpartij
dig en nuchter toeschouwer, tegenover de
erithusïastische uitingen, zooals van luit. Bre-
v t.'die over de prestaties der wandelaars
verrukt was cn er de conclusie op bouwde
dat wij met zulke menschen eiken vijand
zouden kunnen weerstaan, er zijn oordeel,
zij het dan ook een 1 eekenoordeel, eens over
.uitspreekt.
Ik ontken geenszins 't belang van de licha
melijke opvoeding.Hoewel men bij den mensch
de onderscheiding maakt tusschen lichaam
cu ziel, is zijn leven een eenheid, waarvan
de beide uitingen elkander niet kunnen mis
sen. Wie oen gezond, krachtig in alle op
zichten bruikbaar lichaam heeft, kan ge
lukkig zijn, voe't zich opgeruimd en moe
dig, tot groote inspanning in staal. Het leven
js hem geen last, maar een lust.
Daarom vormt ook dc lichamelijke opvoe
ding een belangrijk deel van de geheele ont
wikkeling van den mensch. Men heeft dit
in de laatste helft van de vorige eeuw in ons
land,(in sommige andere landen reeds vrofr»
ger;, 'ingezien en de hygiène of gezecdheid6-
leer tot een deel van de menschel ij ke ken
nis gemaakt, al is die kennis helaas nog
veel te weinig tot allen doorgedrongen en
wordt er wetens en onwetens, nog veel te
veel tegen gezondigd.
Het ligt niet in mijn plan daarop uitvoe
riger in te gaan, al zou het vooral in dezen
ïlureu tijd zijn nut kunnen hebben er eens
intet nadruk op te wijzen, dat een eerste
voorwaarde voor een behoorlijke lichamelijke
/opvoeding, vooral voor den opgroeienden
jmcnsch is, voldoende en doelmatige voeding,
zoodat een z.g. ondervoeding zich op het in-
Uividu zelf cn op de maatschappij, waarvan
hij een deel uitnmkt, op bittere wijze zal
kunnen wreken.
Ik wil er nu alleen op wijzen dat uit do
Opleving van de gymnastiek en later van
tie sport, is gebleken, dat de beteekenis
van de lichamelijke opvoeding meer en meer
^rrit erkend cn gewaardeerd. Wattr ik daar
toe in de gelegenheid was, heb ik ook al
tijd tok een doelmatige beoefening van sport,
ia welken vorm ook, medegewerkt, al heb
ik in de vele jaren, waarin ik uit den aard
van mijn bel ekkivig de sportbeweging van
nabij volgde, ook de schaduwzijden er van
loeren kennen, veelal gevolg van overdrij
ving en een verkeerde opvatting er over.
Menig jongmensch heb ik aan de sport
zien verslaafd raken en waar zoo'n jonge
nman door vorstindigen raad niet op tijd
van ólen verkoe'den weg terugkwam, in de
maatschappij zien mislukken, een enkele
'maal ook z':\ gezondheid zien verliezen.
F'.t geve daarvoor is te grooier, door-
dut. men L dc sportwereld on zelfs daar
buiten, de v e ermannen al te veel verheer-
lrkt. 200 niet verafgoodt. De kranten dra
gen door liun groote sportverslagen vol
loftuitingen voor de winners, daartoe dik
wijls ook bij.
Hoe uitnemend een gezond lichaam en
krachtige spieren ook mogen zijn, ze hebben
ten slotte slechts waarde voor zoover ze
medewerken tet de algemeene mecschelijke
en maatschappelijke ontwikkeling. Bruto
krac ht hoef t zelfs in dezen vreesdij ken tijd,
nu de menschen elkaar bij tienduizenden,
.verminken en dooden, slechts betrekkelijke
waarde.
Daarom zie ik (le nieuwste krachtpresla-
ties op het gebied van de sport, mede een
'gevolg wellicht van den tijd, dien we nu
beleven, die algemeen bekend is onder den
toaam van athletiek, niet met onverdeeld ge
mogen aan. Alstandsmarschen per rijwiel
én te voet, z.g. wandeltochten over afstan
den, waarvan een normaal aangelegd mensch
geen denkbeeld kan vormen, hebben in het
algemeen mijn sympathie niet. En wanneer
zulke tochten plaats hebben onder omstan
digheden zooals de wandel-, beter looptocht.,
öe?yö week van Leiden naar den Hoek van
Holland en terug, heeft plaats gehad, dan
aarzel ik niet er mijn afkeuring over uit te
to spreken. Ik heb de jonge mannen des
morgens frisch en vol levenslust van Zo-
merzorg zien vertrekken; ik heb ze ffes
namiddags en des avonds afgemat en amech
tig v.eer zen aankomen voor zoover ze
onderweg den kamp niet hadden moeten
opgeven en ik heb met medelijden over
zooveel dwaasheid, mij afgevraagd, waar
toe toch deze bovenmenschelijke inspan
ning? De sterksten en vlugsten, die, hoe
wel ook dooilelijk vermoeid, toch nog in
Gaat waren om behoorlijk te zitten, ble
ken tocli 9, 10 en 12 pond te zijn afge
vallen.
Ik heb eens gehoordj- dat een moeder, die
eer, week lang eiken nacht waakte bij het
ziek loei van haar kind, ganse hel ijk vermagerd
fvermoeid was geworden. Hier was het
zelfopofferende liefde, "die haar dreef en al
froest de dokter telkens verklaren, dat deze
vrouw onverstandig handelde, voor zdk een
verheven onverstand buigen we eerbiedig
het hoofd. Doch waarom tien pond levens-
lappen opgeofferd voor de twijfelachtige e_-r,
dat men ruim 73 K.M. eenige seconden
spoediger aflegt dan een ander? En de voor
beelden, die ik daar noemde,- waren nog
het minst stuitend. Ik zag er eon in de zaal
van „Zomerzorg" als voor, dood neervallen,
loodkleurig, do tanden op elkaar geklemd.
Door geneeskundige behandeling moest hij
worden bijgebracht. Anderen waren zóó stijl,
dat er met wrijven weder, eenige lenigheid
in de gewrichten moest worden gebracht.
En toen een uur of later na de aankomst
een jonge luitenant met een geestdriftige
toespraak de medailles en prijzen uitreikte,
moesten verscheidene winnaars naar de tri
bune gedragen worden om ze in ontvangst
te nemen.
Teen ik mij in afkeurenden zin 'daarover
uitliet, werd mij toegevoegd, 'dat het toch
geheel vrijwillig was; wie er zijn corpus niet
aan wilde wagen, had niet behoeven mee
to doen. Wie er zoo over denken, vergeten,
dat er toch ook nog zooiets is van mensche-
lrjk'o ijdelheid, die juist geprikkeld wordt
door toespraken zooals van den jongen lui
tenant, die sprak van reuzenprestaües en
die met zulke mannen eiken vijand aan
durfde en voedsel vindt in klinkende medail
les, uitgeloofd door waardigheidsbekleders
èn in het leger èn in de burgerlijke maat
schappij. 1
Afgescheiden van het feit, dat deze en
dergelijke krachtprestaties nergens nuttig
voor zijn, ook niet voor het leger, (een grap
penmaker dacht, dat de luitenant, die or zoo
met lof van sprak, bedoelde, dat zulk éen
troep eiken vijand zou 'kunnen ontloopon,
doch ook dat is niet waar, want een kogel
gaat nog altijd sneller) daar de kans groot
is, dat sommige jongelui hun gezondheid
er mede knakken en zij in den regel het
eerst, zonder het zelf misschien te weten,
eenig lichaamsgebrek hebben, althans in
eenig opzicht minder krachtig zijn.
Ik heb echter goeden moed, dat deze soort
athletiek" van voorbijgaand en aard zal zijn,
veroordeeld als zij wordt door het volk
zelf. Er vormde zich bij de terugkomst 'der
rr.et zweet en stof besmeurde deelnemers,
een haag van menschen langs den weg, doch
er was, zooals gewoonlijk bij een voetbal-
of crickefcwedstryd, van enthusiasme geen
sprake. Men spotte met de afgematte loo-
p:rs, die, cm de beweging er in te houden,
ir.efc de armen zwaaiden als krankzinnigen,
ncem.de het gekkenwerk of sprak zijn deer
nis en verontwaardiging uit- Het gezond
verstand van ons nuchter volk, zal ons op
den duur wel voor zulke onzinnigheden be
hoeden, geloof ik.
Een flinke militaire atslandsmarsch, waar
bij het uithoudingsvermogen op do proef
wordt gesteld, nadat de deelnemers vooraf
geneeskundig zijn onderzocht, zal ik niet
afkeuren, een wandeltocht van burgers over
een behoorlijken, door ieder gezond en licha
melijk normaal ontwikkeld mensch, af te
leggen afstand, mogen de liefhebbers hou
den, maar laat men ~de menschen niet op
wekken en aanmoedigen een wedren aan te
gaan over afstanden van 70 h SO K.M.,
gedurende een enkelen warmen zomerdag.
Er is waarlijk in onzen ernstig'en tijd voor
jenge menschen wel iets beters te doen,
waaraan de maats chappy voor het lieden «en
voor do toekomst wat heeft en dat henzeit
verheft en beter maakt, terwijl ze geen
kans beioopen, dat ze hun fichaairJ ver
knoeien zullen en hun zenuwgestel schokken.
„Slechts in een gezond lichaam kan «een
gezonde ziei wonen," zei reeds John. Loeke,
een wijsgeer uit de 17de eeuw, doch laten
wij, en nog wol geheel onnoodig, niet zoo
veel van het lichaam vergen, dat er geen
plaate meer voor een gezonde zei overblijft.
In een asterisk Onze nationale njj-
v er he id lezen wij in de „HAAGSCHE
COURANT":
In de „ARNHEMSCHE COURANT" lezen
wij, dat Ijij het departement Arnhem van
de Maatschappij van Nrjverheid het voorne
men bestaat in de maand October een „Ne
derlandsche winkelweek" te organiseoren.
In die week zullen de Amhcmsche winke
liers voor hun uitstalramen alléén producten
van Nederlandsche nijverheid uitstallen.
Met voldoening hebben wij dit gelezen.
Een van de goéde gevolgen naast de
vele kwade, welke de oorlog voor ons
land heeft gehad, is de verhoogde belang
stelling in onze nationale nijverheid.
Het is een specifiek Nederlandsche on
hebbelijkheid, steeds aan buiten land-
sche producten de voorkeur te geven bo
ven inlandsche, ook al kunnen deze laatste
de vergelijking in alle opzichten doorstaan.
Zóó algemeen verbreid is dit kwaad, dat
menigmaal Nederlandsche artikelen,
tnder vreemd etiket aan den man moe
ten worden gebracht om kans van slagen
te hebben. Denk bijv. maar eens aan het
„Amerikaansche" schoenwerk uit de Bra
bantse he fabrieken, aan de „Fiansche"
mode-artikelen uit Nederlandsche werk
plaatsen!
De vaderlnndsche nijverheid gaat onder
deze onhebbelijkheidgedrukt, dat spreekt
vanzelf. Bestianden bedrijven wordt daar
door verhinderd zóó tot bloei le konion, als
mogelijk zeu zijn. En voor de oprichting
van nieuwe bedrijven ontbreken vaak de
energie en het kapitaal. Op een aantal
uitzonderingen 11a sommige .onzer indus
trieën zijn tot zelfs in hek verre buitenland
befaamd: denk aan de fabricatie van bag
germolens e.d., aan de .alom verspreide Ne
derlandsche margarine,- enz. kan Neder
land als i n d u s t r i eland do vergelijking
met de omringende landen niet doorstaan.
Hoe beschamend dit is voor ons land,
heeft menigeen zich eerst nu bewust ge
maakt, nu ten gevolge van den oorlog de
invoer in ons land ernstige belemmering
ondervindt. Onwillekeurig rijst dan de vraag:
maar kunnen wij, Nederlanders, dan niet
zélf allerlei dingen, die wij dagelijks noo-
dig hebben, maken? En- kunnen wij, hetgeen
wij- maken, niet even goed en go-e dk 0 op
maken als do buitenlander? Velen komen
thans tot de ontdekking, dat onze industrie
op menig gebied achterlijk is.
Dat behoeft niet zoo te zijn! Die bescha
mende afhankelijkheid van het buitenland
kan eindigen, als bekwame en energieke
mannen het initiatief nemen tot de vesti
ging van moderne industrieën; als de Ne
derlandsche kapitalisten hun onmisbaren
steun verleen en; en als het koopkrachtige
publiek daarin door de overheid voor
gegaan! niet langer de voorkeur geeft
aan producten van vreemd c.n bodem bo
ven die van het eigen land, óók al zijn de
laatste even goed en niet duurder dan de
eerste.
Indien, onder den druk der tijdsomstandig
heden, onze nijverheid tot grooten bloei
mocht komen, zal. dit na den oorlog ons
land in een zeer voordeelige positie kunnen
brengen. Men mag wel aannemen, dat de
industrie in de oorlogvoerende landen, en
hun onderlinge handelsbetrekkingen, na den
oorlog zullen blijken, niet.weinig te hebben
geleden. Ons land - mocht het buiten den
oorlog blijven. zal dan niet betbuiten
land voorcleelige zaken kunnen, doen. Mits
het daarop tijdig is voorbereid!
Zij, die beweren, dat ons land geen toe
komst heeft als industrieland, en dat de
Nederlanders zich uitsluitend op landbouw,
handel en scheepvaart moeten toeleggen,
dunken ons slechte raadgevers. Het één sluit
in een zoo dicht bevolkt land als liet onze
toch volstrekt het ander© niet uit!
Een nationale winkelweek, als men thans
in Arnhem wil houden, zal er 'toe bijdragen
de oogen steeds méér te openen voor het
belang onzer eigen nijverheid. Men zal er uit
leeren wat onze industrie vermag, maar
óók: wat haar nog ontbreekt. Dit laatste
is zeker niet van het minste belang.
Eere aan Arnhem, dat dit initiatief durft
Aan de „GRONTNGSCHE VOLKSCOU
RANT" is het volgende.ontleend:
Als er door Gods goedheid een einde
gekomen is aan 'den' oorlóg," en cfe vlammen
van den wereldbrand gebluscht zullen zijn,
dan zal ons vo/k ér o.a. 'ook uit geleerd
üebben, 'dat wij meer buuwia nd moe
ten hebben.
Van fde 100 hectaren is in Nederland
slechts 27 hectaren-bouwland/dus-ruim een
vierde deel, terwijl 33 hectaren weiland z'ju.
In ons eigen land wordt dan ook lang geen
korc-n genoeg verbouwd. Het ontbrekende
moesten we van Rusland, de Vereenigde.Sta
ten of Roemenië hebben.
Nu legt men het er in den modernen oor
log op toe, om een geheel volk uit te hon
geren. Door honger tracht nien het tot
overgave te dwingen, zooals men vroeger
•met belegerde steden deed. Thans (we z'.en
dit aan Engeland en Duitschland) snijdt men
den heelen toevoer af.
Gelukkig een volk als het Duitsclie, dat
zulke maatregelen kan doorslaan. Letterlijk
geen hoekje grond (zoo melden de bladen)
of het is bebouwd. Honger is een scherp
zwaard, en daar hebben de Duitechers op
gerekend.
Daarom dringt men er tegenwoordig op
aan, dat er ook in ons land meer grond voor
den landbouw zal worden gebruikt, opdat we
ons, zoo noodig, zelf zouden kunnen redden.
Van die 36 procent weiland kan wel iets af,
maar bovendien hebben we nog 15 procent
woest liggen, wat met kunstmest kon worden
ontgonnen. En als dan' de Zuiderzee gedeel
telijk nog eens werd droog gemaakt,* dan
stonden we, met het oog op oorlogsgevaar,
er heel wat beter voor.
De verhinderde bruiloft. Al
vroeg waren ze allebei, Nareske en Mieke,
gekleed en gereed en gingen op weg naar
liet grijze Grave, dat straks binnen zijn poor
ten zou zien voltrekken het huwelijk van
een zijner bevalligs te dochteren met Tommes
Proem, zoon der echtelieden voormeld. Tom
mes was onder de wapenen, in Ede of
Lewarden of dor érregos en die kwamp mè
'n per daag verlof mar rechttoe va ginder-
wïet af 110,0 de Graaf".
De oudjes volgden in flahkrij het 'smalle
kronkelpaadje, W3ar de nog bedauwde over
hangende heide het zorgzame Mieke de nood
zakelijkheid deed gevoelen, „die lang pèlzen
'n bitjen op te rape", hetgeen Nareske be
antwoordde met mannelijk „de boks e piepen
om te slaon". De karavaan trok al verder
de woestyn in en kortte ach den tijd met
ontboezemingen over het mooie weer en de
ophanden zijnde, zegeningen en heerlijkheden.
Een paar maanden geleden was het 'jonge
paartje al in den ondertrouw gegaan, maar
teen de groote dag naderde, zag Tommes
zich verplicht den betrokken lui te be
richten, dat hij „in de petoet zat én des-te
'itf niet Tos wou Iaote urn gaon te trouwe".
Maar nou zag liet er beter uit! Ginder doem
de reeds do eer-waarde Elisabethskerk op én
de oudertrots van Naroske on Mieke zag
die kerk en die stad en „onzen Totelmies mè
zie vrorames" in een aureool; beiden zweef
den voort^ als gedragen op het maatgezang
van Nares z'n „raerèsterse boks", die tot
meerdere eer en glorie van den dag haar
,,jiep" deed hooren, zoo vaak de Oene pijp
langs de andere streek. Zoo, mot de muziek
aan 't hoofd, trok men zegevierend de stad
binnen, waar men als uit een hinderlaag
besprongèn werd door een briefkaart, die
de bruid gisteravond had ontvangen en
waarin de bruidegom mededeelde, dat „ze
'm weer in de doos hadden gestopt" en de
trouwerij dus andermaal ten halve moest
blijven steken. Na dezen koudwaterstraai
keerden onze oudjes met hangende veeren
naar huis terug; geen woord werd gewis
seld; pas het bekende geluid van 'de' deur
klink thuis wekte hen uit hun my mering ön
Nareske zei:
„Mar ge zot zegge, wa-t-ie nou wèr uit
gevreten hè!"
„Ja, dè zodde zegge!" antwoordde Mieke.
C.G- C.")
Er schijnt te Apeldoorn
een goed georgan"seerde rijwielen-dievenben
de te bestaan. Geen dag gaat schier voorby
of bij- de politie wordt aangifte gedaan,
'dat er een rijwiel wordt vermist.
.Vooral het postkantoor schijnt een bij
zonder goed operatieterrein voor dat doel
einde te wezen. Vooral nieuwe rijwielen val
len zeer in trek; in een enkel geval is een
onberijdbaar oud karretje voor een fonkel
nieuwe fiets in de plaats gezet.
De U t r c h t, s c h e D o 111. Het
restauratiewerk van den Domtoren is thans
weder gekomen is een stadium, dat. het
sterker dan anders het geval pfcegt te
zijn, de aandacht trekt van de ingezetenen.
Het ligt voor de hand, dat. veel van deze
hoogst belangwekkende restauratie voor het
publick ongezien en dus onbekend blijft; nu
het moeilijke en interessante werk zicht
baar komt buiten de kolossale steijgeirs,
die den toreji omringen, staan velen in
deze dagen een oogenblik stil, om hun oog
to richten naar den Dom-trans boven de
wijzerplaten. Aan de zijde van het Wed
ziet men kunstig gebeeldhouwde pinakels
op den hoek van den torenomloop staan
naar wij vernemen worden deze pinakels
gemaakt uit Fransohe kalksteen. Het ligt
in het voornemen, dit beeldhouwwerk
voort te zetten rondom den geheel-en trans,
zoodat het publiek er gaandeweg méér van
zal aanschouwen. Algemeen hoort men het
sierlijke en de mooie kleur van doze pina
kels roemen. („U. D.")
Weder dreigt -het gevaar,
schrijft men aan de ,,N. R. Ct." dat een
van de mooiste landgoederen van ons land
voor het pabliek gesloten zal worden, dit
maal niet, omdat de eigenaar geen vreem
den meer op zijn landgoed wil toelaten,
of omdat het landgoed onder den hamer
komt, maar thans treft de schuld het. publiek.
Sedert, vele jaren heeft baron Van Pal-
landt op werkelijk vrijgevige wijze kaarten
beschikbaar geitcld, om ook anderen te doen
genieten van 'de heerlijke pracht van het
sclioone, door geheel Nederland bekende
landgoed „Rosendael", bij Velp. Duizenden
en duizenden zijn daardoor in de gelegenheid
geweest dit landgoed, dat kan gerekend wor
den tot de prachtigste landgoederen van ons
vaderland, te bezoeken doch zooals we ver
nemen bestaat bij baron Van Pallandt het
ernstige plan, om iederen bezoeker deu toe
gang tot zijn landgoed te verbieden.
De staaltjes, die we uit. betrouwbare bron
vernamen, omtrent hot schandelijk optreden
van het publiek, lijken bijna ongelooflijk.
Het plantsoen wordt vaak onder de
oogen van den eigenaar vernield, de wan
delwegen op schandelijke wijze bevuild. Op
vermaningen van het personnel wordt geen
acht geslagen; ja erger, men drijft vaak den
spot met hen.
Het ifc reeds zoo ver gekomen, dat de eige
naar en zijn familie op de uren, dat publiek
in het park wordt toegelaten, zich daar
liefst niet meer vert.oonen, om niet aan on
hebbelijkheden bloot te staan of getuigen te
zijn van vandalisme.
De toestand is thans van dien aard, dat
baron Van Pallandt ernstig overweegt zijn
buitenplaats voor het publiek te sluiten.
Slechts do gedachte aan de groote nadoe
len, die een dergelijk besluit voor Velp en
de andere dorpen in de buurt van Arnhem,
die in het zomerseizoen in hoofdzaak van liet
vreemdelingenverkeer bestaan, zal mede
brengen. houdt, den eigenaar thans nog te
rug van dezen strengen maatregel.
Komt echter binnenkort geen verandering
in den tegenwoordigen toestand, dan is slui
ting van het landgoed ^Rosendael" zeer
spoedig te wachten
Toen, een jaar geleden, de groo
te oorlog uitbrak, lag de hand'el dn tuin
bouwproducten, ten minste voor export,
zoo wordt uit Loos-duinen gemold, lamge
slagen en brachten deze niet veel moer
op. Terstond begonnen toen vele tuinders
een deel van het loon hunner arbeiders
in te houden. Tot- hun oer zij gezegd, dat
er ook vele anderen waren, die zeiden we
zullen betalen zoolang we zelf wat hebben.
De hand'el heeft zich langzamerhand her
steld 011 voor vele producten zijn zelfs goe
de prijzen gemaakt.
Daarom hebben de tuinbeuwarbeiders-
vereenigingen zich thans tot de patroons
gewend met het verzoek, het loon, dat het
vorige jaar was ingehouden, alsnog uit te
betalen.
DE SMOKKELHANDEL.
Herhaaldelijk namen we berichten ojy ovo*
het smokkelen aan ,onze grenzen. Wolk eetf
builengelvonen omvang dit bedrijf gekregen
heeft, blijkt ons uit een artikel in de j,TeL'^
die een specialen verslaggever naar de Brït-
bantscke grens heeft gestuurd.
Van dit artikel geven we den aanvang
hieronder, daar dit reeds een voldoende
beeld geeft van den Smokkelhandel.
.We lezen dan o.m.:
uitvoerverbod op levensmiddelen zal
het, voor z'n minst, eigenaardig gevolg heb
ben, <Jat' gansch de bevolking onzer grens-
'dort en schatrijk wordt, als het zoo nog een
maand .of drie mag blijven duren.
Hoe strenger dit verbod gehandhaafd
wordt, hoe méér moeite de regeering zich'
geeft of zich héét te geven! om' den
smokkelhandel -te keer te gaan, hoe méér
geld er wordt verdiend!
Nooit is op de Brabantscbe grens bel
handelsverkeer met België zóó druk geweest
alssedert in theorie alle handel daafc
onmogelijk moest zrjn. Nooit hebben 'de .men
schen daar zoon gouden tijd beleefd, en ik'
kan ine dan ook goed voorstellen, dat de
aanhangers van den Anti-Oorlog-Raad er tri et
dik zullen loopen.
Enkel aan rijst waarvan er geen kor-,
rel meer het lhnd verlaten mag! werd er|
de vorige week uit Bergentep-Zoom' alléén,
honderd ton, zegge: 100.000 kilo's naar Bel
gië vervoerd! 'Bloem, spek en petroleum
gaan te Putten iederen dag bij volle scheeps
ladingen de grens over!
Ik vertel hier geen sprookje. Ik heb het
ook niet gedroomd. Ik spreek alleen maar
van wat ik met eigen oogen gezien heb. .Van
wat iederéén kan zien, die zich de moeite
geven wil, om tot hier te komen. Maar 't
gaal alle verstand te boven. 1
De steenweg tusschen Bergec-op-Zoom eiï
Putte is yier uren gaans lang. Ga er eens
kijken, als je eens 'n idéé van een volks
verhuizing hebben wilt. Op sommige uren
yan den dag vooral ia den morgen
ziet het er daar wel uit, alsof er 'n tweede
voorstelling gegeven wordt van do groote
vlucht uit Antwerpen in de eerste October-
'dagen van Verleden jaar. Alleen gaat de
stroom' thans in omgekeerde richimg. De
film draait terug. Gansche karavanen schui
ven traag naar België" toe, over de einde-
looze baan: wagens en karren van allerlei
aard en grootte, alles wat maar wielen heeft,
knarsend en krakend onder 't gewicht van
een driemaal te zware lading; fietsers by
honderden en honderden, allen met pakken,
op hun rug of aan liun stuurstang vastge
maakt, en voetreizigers, mannen, vrouwen
en kinderen by duizenden; vooral kinderenl
V/olken van kinderen, allen met een dikge
zwollen pakje, als ze naar België gaan,
cn met een ledig zakje als ze terugkeeren.
[Want den heelen dag gaat het heen en
w eer. Van Ossendrecht naar Putte; van Putte
naar Ossendrecht. Telkens met twee kilo's
bloem en twee kilo's rijst. Aan eiken kilo
is voor den drager zoowat een kwartje ver
diend. Voor wie een pakje rijst en een pakje
bicem overbrengt, dus twee gulden per reis;
en een voetganger doet gemakkelijk zoo'n
reis, of zeven acht daags. Te voet is er
alzoo, zonder overdreven moeite, tot 15 gul
den per dag te verdienen. Cijfer nu maar.
't inkomen uit van 'n gezin, met vader, moe
der en een half dozijn kinderen, die van
den vroegen morgen tot den laten avond
op de baan z-:jn! En dan spreken we nog
niet ééns van hen, die 't met de fiets kun
nen doen en gemakkelijk een vijftiental rei-
zffn per dag afleggen!
Hier, te Bergen-op-Zoom, is de groote sta',
pelplaafcs. Rrjst, bloem, spek., .alle artike
len waarvan de uitvoer verboden is, komen"
hier eiken dag in ongelooflijke massa's aan,;
per schip en per spoor. Schier alle dagen
arriveert er een lichter met rijst uit Zaan
dam; soms wel eens twee en drie!...
En toch was er Vrijdag vóór acht da
gen geen kilo rijst meer te krijgen in de
stad! De enorme voorraad was totaal opge
kocht voor den Smokkelhandel!"
ER BLIJF ONTZEGT.
Het; aantal personen, wien hot verblijf 111
i.cstaat-van-oorlog verklaard gebied ont
zegd is, loopt in de honderden. Tientallen
Tomen er alle dagen bij We maken daarvan
geen geregelde melding meer. Mce-ital ia
smokkelarij de oorzaak, een enkele maal ver
denking van spionnage. Er is nu eens oen
ander motief.
De territoriale bevelhebber in Zeeland
enz. heeft het verblijf in zijn gebied ont
zegd aanGustaaf Gcirnac-rt, geboren 3
October 1895 te Boucboutc (België) wonen
de to Maagdt van Gent; Gustaaf Grove,
geboren 15 Febr. 1368 te Watervliet (Bel
gië), wonende te Maagdt van GentGus
taaf Coquit, geboren 12 Juli 1897 te Bou-
chaute, wonende te Biervliet; Prudent Jo
seph dc Milliano, geboren 22 December
1375 te Biervliet, wonende te Philippine;
Camiel Andries, geboren 2 Aug. 1893 te
Bassevc-lde (België), wonende te Maagdt
van Gent.
De Milliano is oen Nederlander, de an
dere vier zijn Belgen.
Het bevel tot hun uitzetting staat in ver
band- met beleediging van Duiteelie schild
wacht.