\mm
imit
NESTLE
N». 17012
Vrijdag 13 Augustus.
Tweede JBlad. /\o j 915.
Binnenland.
FEUILLETON.
Mü£-;E
DAGBLAD
Be Keizerlijke Duitsche
Spionuage in Nederland.
Een buitengewoon correspondent te 's-Gra..
venhage is in „De Telegraaf" een artikelen--
I reeks oncler bovenstaand opschrift begonnen.
Het eerste daarvan was opgenomen in
het. nummer van Dinsdagavond.
.We lezen daarin het volgende
De keizerlijke Duitsohc regecring onder
houd in het Koninkrijk der Nederlanden,
het bijzonder te 's-G-ravenhage, een uit-
I gebreiden en uitstekend ingerichten spion-
nagedienst. Wij willen n er het een en an
der van vertellen, maar eerst een woord
vooraf. De Haagsche politie treft in dezen
geen blaam. Zij bewaakte het internationale
gezelschap, dat te 's-Gravenhage werkt-, met
de uiterste zorg en ijver. De heeren en da
mes kunnen niets doen zonder dat de poli
tie er van verwittigd wordt. Al hun doen en
laten, hun komen en gaan worden onmid
dellijk op het Alexanderveld gemeld. Maar
als de politic tegen de broeders en zusters
van dit gilde wenscht op te treden, .ituit zij
op hinderpalen. Om dit goed in te zien,
zette men alle romantiok op zij, wanneer
men aan spionnen denlrt. Het zijn geen ro
manhelden, maar heel gewone menschen, die
zich in hun dagelijksch leven allerbraafst
voordoen. De politie heeft geen vat op hen.
Zij wandelen slechts waar zij wandelen mo
gen. Zij leven, als zoovele buitenlanders,
heel netjes cn gedragen zich voorbeeldig, en
daar de residentiestad niet in staat van be
leg verkeert, kan men zonder opgaaf van re
denen niemand het verblijf ontzeggen. Bo
vendien houdt de Duitsche legatie op indi
recte wijze de "heeren de hand boven het
hoofd.
Maar steken wij van wal.
De Duitsche spionnagedienst kan men in
het algemeen in drie klassen verdeelen, naar
gelang het arbeidsveld der betrokken perso
nen. Zij hebben allen hun eigen werk.
De meeste spionnen zijn slechts spion-
aetjes, menschen van allerlei allooi, die ten
einde raad, dit baantje gekozen hebben cn
niet do noodige bekwaamheid bezitten om
werkelijk goed nieuws te achterhalen. Men
kan echter nooit weten p. c een koe een haas
vangt, cn onder de duizelden berichtjes van
Mlerlci soort, die zij aanbrengen, zijn er al-
h.-.ht ccnige, die wat te beteekenen hebben.
Men gebruikt deze menschen om het grove
werk te doen. Men laat hen voornamelijk
Belgische'vluchtelingen bespieden. Deze ar
me, berooide lieden, die het niet wagen naar
huis terug te keeren, vervelen zich in Ne
derland. Zij loop en overal rond en als men
hun een borrel aanbiedt, nemen zij die gaar
ne aan. Yooral hebben de spionnen het oog
op vluchtelingen, die er thans nog in slagen
de grens te overschrijden.
Deze Belgen of deserteurs hebben, als zij
bier aankomen, over het algemeen een paar
zenuwachtige dagen achter den rug en ge
voelen zich dan in veilige haven. Ze ont
moeten den een of anderen vriendelijken
mijnheer, die ze meeneemt naar een kroegje,
waar ze broodjes en bitter krijgen. Ze ver
tellen dan gaarne al wat zij beleefd hebben.
,,En." zegt de vriendelijke mijnheer, „hoe
kwam jo er toen over?"
Dan wordt haarfijn verteld, hoe ze over
of onder de grens door in Nederland ge
komen zijn.
In hun trotsch over een gelukkig vol
bracht heldenstuk, vertellen ze den vriende
lijken man alle mogelijke bijzonderheden,
en danken zij hem hartelijk voor het genoten
onthaal.
Maar als er den volgenden dag weer Bel
gische burgers langs dien weg de vrijheid
trachten te bereiken, is het Duitsche leger
bestuur voorbereid, want die vriendelijke
mijnheer woont in een logement met ©en
Duitschen naam, bij het station Hollandsoho
Spoor en krijgt 100 mark per week voor het
aanbrengen van dergelijke berichten.
'b Avonds drinkt hij met zijn kornuiten
'n extra, glaasje en lacht om de onnoozelo
Belgen, die er in gevlogen zijn. Een anderen
keer gaat de vriendelijke mijnheer 's avonds
de straat op en ontmoet een Nederlandsch
soldaat. Hij is weer oen lollige en royale
kerel, die den landsverdediger op den schou
der klopt en zegt: „Tan, willen wij er een
tje nemen en wat zal je meisje gebruiken?
Nu weet zoo'n jongen meestal niet veel van
militaire geheimen, maar ook hier is het, jo
kunt niet weten hoe een koe een haas vangt.
Jan ligt ergens in een fort van de linie of
in Zeeland of aan de Belgisch© grens. Het
zou kunnen gebeuren, dat hij een on ander
zou weten te vertellen, waarvoor zekere doc
tor met een Duitschen naam, het hoofd van
den keizerlijken spionnagedienst hier te lan
de, 10 mark betaalt.
Dit zijn een paar voorbeelden over het
genre van werk, waarmede de laagste klasse
der Duiteche spionnen belast is. Het meeree-
deel der heeren. soms een half dozijn, soms
veertien tot achttien, wonen in het hotel,
waarop boven gezinspeeld is.
Thans komen wij tot de tweede klasse. De
heeren, die biertoe behcoren, kiezen bijvoor-
keur hun verblijf in een hotel dat meestal
door den gegoeden handelsreiziger bezocht
wordt. Ik zou den naam-er van kunnen noe
men. maar ik laat dat na, aangezien de direc
tie niets met het werk der heeren te maken
neeft. Ditzelfde geldt ook voor den eigenaar
van het eerste logement, waarover ik gespro-
'ken heb. Het arbeidsveld van deze tweede
klasse, is minder nauwkeurig afgebakend. De
heeren, die een zekere ontwikkeling moeten
hebben, doen van alles, wat voor de hand
komt. Hiertoe behoort het doorzoeken van
hotelkamers van Belgen of vreemdelingen,
die iets zouden kunnen weten. Hun pogingen,
om het briefgeheim te schenden, zijn her
haaldelijk op de eerlijkheid der NedWland-
sche postbeambten afgestuit.
Een voornaam gedee'.t: van hun taak houdt
verband met den Duitschen inlichtingsdienst
in Engeland.
Nederland is natuurlijk het land wa&r de
spionnage tusschen Engeland en Duitschland
geregeld wordt en die spionnagedienst in
Engeland is geen kleinigheid. Weliswaar
heeft de Duitsche keizerlijke regeering zwaar
geleden door den dood van den heer Kup
ferle. Deze heer Kupferle was een Duitsch'
officier, die# op een valsch paspoort van
een Amerikaan reisde, op het paspoort van
iemand uit Brooklyn, de stad tegenover New-
York gelegen. Die Amerikaansche paspoor
ten zijn dikwijls misbruikt geworden door
de Duit-sche r egeering. Bp het begin van den
oorlog wrerden in vele steden de paspoorten
van Amerikanen in Duitschland opgevraagd,
en naderhand dan teruggegeven. Maar soms
werd „per abuis" een dergelijk paspoort
verloren en dan maakte de regeering ver
ontschuldigingen, zei dat het de schuld was
van den een of anderen onhandigen jongen
beambte, vroeg «officieel bij den Amerikaan-
schen gezant te Berlijn een ander paspoort
aan, maakte nog eens verontschuldigingen
en de zaak werd vergeten. Totdat maanden
naderhand een Duitscher, wiens uiterlijk
overeen kwam met dat van den Amerikaan,
welke indertijd zijn paspoort verloren had,
plotseling in Engeland werd? gearresteerd
als Duitsch spion. Dit gebeurde ook met
Kupferle, die zich in een gevangenis ophing
om aan een vonnis te ontkomen. Ongelukkig
voor Duitschland, had. hij niet den tijd ge
had om alle papieren, die hij bezat, te
vc-rnieligen en daardoor kwam' de Engelsche
regeering achter het werk van het uitge
breide corps Duitsche spionnen in het Brit-
sche rpk.
Nu werden de berichten van de Duiteche
spionnen in Engeland nooit rechtstreeks naar
Duitschland getelegrafeerd. "Men gebruikt 'n
veel sfïmmere methode. Onder de adverten
ties van de „Times," de zoogenaamde „ser
vants wanted "-ad ver ten ties werden alle be
richten omtrent de Engelsche vloot, in csode
medegedeeld. Kwam dan 's avonds de „Ti
mes" te Vli8singen aan, dan werd allee
vertaald en onmiddellijk naar Berlijn gete
legrafeerd. En voor het doorzenden van vele
van die berichten zjjn onze "vrienden hier in
Dén Haag ook. Verder moeten zij ook in
Berlijn laten weten wat er de Nederlandeche
riviermonden uittrekt. Denk eens even, waar
de lezer, wat kort geleden gebeurde. Er
kwam' eerst bericht dat de Harwichboot zoo
en zoo, met en zooveel Belgische vluchte
lingen op een bepaalden dag vertrekken
zou. Maar ziet, de dag komt en de boot met
Belgen blijft veilig thuis. De lezer denkt
„zeker wegens het slechte weer." Geenszins.
Ergens anders vond men het bericht dat er
den morgen van afvaart e9n Duitsche duik
boot voor den Nieuwen Waterweg gezien
was eai 'daar gekruist had. Men behoeft
heusch geen speurderssin te hebben om tus
schen <h et een 'of ander verband te kunnen
zien. Ook letten deze knapen op hetgeen er in
de Nederlandsche pers verschijnt. En velen
van mijn collega's zou ik het ernstig afra
den de Duitsche 'grens over te trekken,
want ze zouden allicht ©enige weken onder
het een of ander voorwendsel achter slot
en grendel verdwijnen. Daarover kunnen wty
bh, gelegenheid nog Vr*el eens wat meer
schrijven.
Voor heden echter nog iets over de derde
of hoogste klasse, die* het fijnere werk doet
en waartoe menschen van opvoeding en ont
wikkeling behooren. Sommigen, als werkelijk
betaald spion, anderen echter, en wij denken
daarbij aan een Duitsch kunsthistoricus, over
wien later meer, doen aan dit spelletje mee,
meer om het genoegen te hebben, zelf mee "in
de modder te roeren. In een volgenden brief
echter zullen wij u in het bureau van het
hoofd van den dienst, een overigens vrij on
aanzienlijk mannetje binnenleiden, en de bijna'
onzichtbare draaö trachten te toooen die
tusschen dit onofficieel© bureau en de Duit
sche legatie bestaat.
Voor heden is dit' genoeg. I
De Raad van Maastricht benoemde
tot conrector aan het gymnasium aldaar dr.
H. N. Veldhuis, conrector aan het gymna
sium te Kampen. Als no. 1 was door het
college van curatoren aanbevolen dr. J. F.
P. van Anrooy, leeraar aan het gymnasium'
te Maastricht.
Volgens „De Residentiebode" zullen B.
en W. van Den Haag. den Raad voorstellen
voer 1915 het verhoudingscijfer der gemeen
telijke Inkomstenbelasting, tot nog toe 0.97
bedragende, te brengen op 1.03.
De heer W. baron van Tuyll van Se-
rooskerken, lid van den Raad van Velsen,
heeft een motie ingediend, waarin wordt
herhaald de reeds uitgesproken verwachting,
dat eerlang zal worden overgegaan tot de
oprichting van een vaste brug over het)
Noordzeekanaal, en de wensch geuit^ dat,
zoolang deze brug niet zal zijn tot stand'
gekomen, een tweede stoompont zal worden
in dienst gesteld, zooals gedurende den proef
tijd is geschied. B. en W. wordt verzocht
deze motie ter kennis te brengen van den'
Minister van Waterstaat en overigens stap
pen te doen, welke tot het „gewenschte re
sultaat zullen kunnen leiden.
In antwoord op de medegedeelde motie
der R.-K. Kiesvereeniging te Haarlem heeft
de heer v. d. Kamp medegedeeld, dat hij er
niot aan denkt voor deze motie uit den Raad
te gaan. Nooit heeft de R.-K. Kiesvereeni
ging, noch mondeling noch schriftelijk, hem
in 1911 bij zijn aftreding gevraagd of hij haar
candidaat wilde zijn, maar hem eenvoudig
gestold, bepaald omdat hij van huis uit
Roomsch is. Het Katholieke program kan
hij dan ook niet onderschrijven, zeide hij.
Niet voor die motie, maar wel voor den
niet-herkozen heer Hulswit wil' hij zijn zetel
afstaan, voegde hij er aan toe.
Hij wa3 de eenigo in den Raad, die ver
stand heeft van elektrotechniek. En waar
hot electrisch bedrijf van omvangrijke be-
teekenis is en een groote toekomst tegemoet
gaat, daar is het gemeentebelang bij de ver
kiezing van den heer Hulswit, oen vertrouwd
deskundige, directeur der Haarlemsche Ma
chinefabriek voorheen Gebr. Flgee, hot
meert gediend.
De Minister van Binnealandsche Za
ken zal a.B. Zaterdag het comité van uitvoe
ring der samenwerkende R^jksambtenareinor-
ganisaties in gehoor ontvangen.
Benoemd zijn tot notaris te Utrecht de
heer R. P. O. dte Moer, caocki-daat-nobairiB
te Driebergen en tot notaris te Gramsber-
gen «de heer B. H. Kelder, wmdi<ki«atenoba-
ris te Zwolle.
Op voorstel van het bestuur van de
jubileerende Vereeniging ter bewondering
van de belangen des Boekhandels werden
tot eereleden benoemd de heeren: U. A.
O. Broost, te Amsterdam, dr. D. F.
Scheurleer, te 's-Gravenhage, J. W. En
schedé, te Amsterdam. Negentien nieuwe
leden werden geïnstalleerd door den voor
zitter.
Onder de ingekomen stukken was een
dankbetuiging van H. M. de Koningin-
Moeder voor het aangeboden gedenkboek,
waarbij een gelukwensch was gevoegd bij
gelegenheid van het eeuwfeest.
Tot bestuursleden, in de plaats van de
niet-herkiesbare aftredende heeren Groes-
beek, Van Heeteren en Noordhofwerden
gekozen de heeren H. R. Schaafsma, A. B.
van Holkema en Allert de Lange.
Tot commissaris van het ondersteunings
fonds werden gekozen de heeren J. W. van
Kampen en. Groesbpek, tot commissaris
van het „Nieuwsblad"" de heer L. J. Veen,
tot commissaris van het Bestelhuis de hee
ren J. W. an Kampen en Van Dishoeck.
Tot penningmeester van het bestuur werd
gekozen de heer A. B. van Holkema, tot
penningmeester van het ondersteunings
fonds de heer L. J. Veen.
Goedgekeurd werden het nieuwe regle
ment op het Verta lings recht en enkele an
dere huishoudelijke zaken afgehandeld.
Besloten werd tot verzending van een
huidetelegram aan H. M. de Koningin,
waarna de vergadering werd gesloten, na
dat de heer Allert de Lange den voorzit
ter had gehuldigd voor zijn leiding.
In de Concertzaal van „Artis" werd
gisteravond het feestdiner gehouden ter
gelegenheid van het eeuwfeest. Ongeveer
250 leden der Vereeniging hadden in de
met vlaggen gedrapeerde zaal plaats ge
nomen. Als gasten waren verschillende
autoriteiten aanwezig, o.a. de Minister
van Landbouw, de Commissaris der Ko
ningin in Noord-Holland en de burgemees
ter van Amsterdam.
De Min. van Binnenl. Zaken brengt
ter kennie, dat wijlen de ingenieur Emilie
Treves, te Rome, aan het Ministerie van On
derwijs in Italië 10.000 lires heeft gelega
teerd voor de beste verhandeling over de
bestrijding van den rassenhaat, den gods
diensthaat en bovenal hot anti-semitisme.
De mededinging is internationaal.
H. M. de Koningin en Z. KL H. Prins
Hendrik maakten gistermiddag een watnr
delrifc van Apeldoorn naar de Stecnenta*-
fel bij Arnhem.
Te ongeveer zee uren kwamen de Kocoiimt-
gin en de Prins aan die Steenentafel aan,
waar de koninklijke auto de bezoekers op
wachtte om hen weder naar Het Loo te
brengen. Toen do Koningin en de Prina
bij de Stoenentafel kwamen, verscheen
juist een vliegmachine in «de lucht, wie*
bewegingen zij aandachtig gadesloegen.
Do „Zeeland" aan gevaren.
Reuter seint uit Londen d.d. 12 Aug.il
Lloyds meldt uit LedthHet Nederland»
echo stoomschip „ZeeAaaid", van Leifch
Rotterdam, kwam op 11 Augustus in aonvta»
ring met een schip op de hoogte van Nam
folk. De versohansmgien werden vernield,
•evenals de af dee ling voor het vervoer vaö
de post.
KUNST, LETTEREN, ENZ.
Nederiandsohc Film.
Te Amsterdam is met een kapitaal van
f 100.000 opgericht de Naaml. Vennootschap
Amsterdam Film Cie., die zich ten doel stelt
het vervaardigen van Nedorlandsche film
drama's en blijspelen, waarbij speciaal het
nationaal karakter en landichap hl figuur
en beeld zullen komen.
Als directeur en hoofdregisseur dezer vea*
nootschap zal optreden de heer Theo Fren-
kel Bouwmeester Sr.
RECLAMES k 40 Ct. per regel.
Spaarxaam
On ruinlg
In hot
gobroik
(KIWDERWIEEL)
In federö, Bk h6t
Apotheek of Voedingsmiddel
d rog Ie tori j Voor Kinderen
voorhanden
7334 18
STOOMSCHEPEN.
STOOMVAART-HIJ. NEDERLAND.
..Prinses Jnliana" arriv. 12 Aug. van Bataviflj
te Amsterdam; „Biouw" (uitreis) arriv 12 Atf®*
te New-York.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
„Arakan" (thuisreis) vertrok 11 Aug. van Deal*
KON. VVEST-IND. MAILDIENST.
„Jan van Nassau" arriv 11 Aug. van.Bueno»?
Ayres te Eosario.
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
„Veondijk" vertrok 12 Aug. van Rotterdam, naar
N.-Orleans; „Noordam". vau 'ew-York naar
Botterdam, was 11 Aug. 310 mijlen W. van Lizard*'
„Zaandijk", van Savannah naar Botterdam.
11 Aug. Prawlopoint gepasseerd; „Zijldijk" votf?
trok 11 Aug. van Baltimore naar Botterdam.
KON. HOLL. LLOYD.
„GeLria" (thuisreis) vertrok 11 Aug. van Bk»
Janeiro; „Hollandia" (uitreis) arriv. 11 Aug t»
Bio Janeiro; „Maasland" (thuisreis) arriv. li
Ang. te Babi»; ..Rijnland" (.uitreis) vertrok
Aug. van Bahïa.
1r 3Ë3 "37
Naar het Fransch
VAIl
C. LEMONNIER.
Op zekeren morgen stond het hek open
en de groote T-aoko stapte de woning bin
nen. Het was zomereen vrootijk zonne-
schijnsel verlichtte het gebloemd behang
sel der kamer.
Hij riep zachtjes de kinderen, maar daar
niemand antwoordde, liep hij «den tuin in.
Een stemmengegons dook op uit het boo
nenhaagje. Zoo, zoo, de lieele familie is
zeker aan den pluk, docht hij. Hij vond
het grappig hen allen, te verrassen hij
liep zoo zacht hij kon op zijn nieuwe
bruinlceren schoenen. Hij was nu besloten
met haar te sproken. Ja, ja, hij had er
rijpelijk over nagedacht, maar nu stond
rijn besluit vast. Opeens, lachend, riep hij
luid
„Yóta 1"
Nu was hij vlak bij de haag. Hij wist,
dat zij dóir zou zijn met de kinderen. Maar
de hagen waren hooghij ontdekte eerst
Biets dan haar klednc handen, bezig de boo-
n^n te plukken. De kleine Kcké, in
hanssop, was de eerste, die voor den dag
kwamdaarop Yule, toen Pouffcr, allen
111 hetzelfde kostuum. Yéto zelf, de haren
"°S in de oogen, scheen, langer dan ge
woonlijk te hebben geslapen. Niemand was
Cr dan ook op verdacht op een zoo vroeg
Uur bezoek to ontvangen van den grooten
Tacko. Deze immers was bekend om zijn
lang slapen.
Hot weer was buitengewoon warm van
morgen daarom, ja, daarom
Hij was reeds alle zolfbeheersching kwijt
hij lachte nliet meer zijn breeden laoh
hij voelde zich zelfs wat verlegen onder
al die blikkenMaar vooruit, hij was niet
zoo vroeg opgestaan, om hun alléén te
zeggen, dat het zoo warm was
Dat begrepen Yéta en de kinderen ook
best. Zij lachte hem eerlijk toe en zei
„Weet je, je hadt één uur later moeten
komen, dan hadt je mij niet in papillot
jes gevonden 1"
Zij kenden elkaar van kindsbeen of. La
ter was hij ver weggegaan, om ©enig am
bacht te lcoren, maar toen hij to rug was
gekeerd, waren zij nog de goeio vrienden
gebleven. Tacko vond Yéta anders dan de
andere meisjes, ernstiger; vooral na den
dood harer moeder was zij véél veranderd
zij had immers toen ook heelemaal alleen
de verantwoording, de zorg voor de klein
tjes, Kéké, Yule en den kleinen dikken
Pouffer.
De zon stak Tacko in de oogenhij
voeldo zich opeens niet vrij, niet op zijn
gemak, hoowel Yóta liem niets mishaagde
in haar papillotjes en los toiletje. Hij lief
koosde de kleintjes en zei toen
„Ja, jo ziet, ik ben maar eens aange
komen."
Hij wist niet meer precies wat hij wou
zeggen. Zij stond vlak naast hem en toch
was het hem alsof zij vèr van hem waö,
hij had zoo iets nog nooit bij andere vrou
wen ondervonden
„O, maar nu zeggen, waarom u ia geko
men!" solii'eeuwdo Pouffer*
„Noen", lachte Yóta, „dat kan hij nu
niet zoggen. .Te ziet immers, dat hij het zelf
vergeten is
Toen moest hij, op zijn beurt, lachen.
„Dat zeg ik eens een ander keertje
Yéta, als er wat meer schaduw is!"
Hij had plotseling zijn draai van aelfbe-
wusb-man teruggevondenhij knoop zijn
oogen fijntjes toe en zed
..Jullie allen zoudt maar wat verbaasd
zijn, als je de reden wist, waarom ik boo
vroeg ben opgestaan 1"
Ten slotte, dacht hij, heb ik nog tijd ge
noeg, niets haast me eigenlijk er toe. en ben
ik wel zeker, dat, wat ik vanmorgen me voor
nam, me later op den dag niet zal berouwen f
Opeens zag hij zich alléén staan, want
Yéta was weggesneld, toen ze ontdekte, dat
de eenige knoop, die haar toiletje bijeen
hield, haar begaf; de kinderen holden haar
achterna.
„O, kleine Yéta," zuchtte Tacko, ,.o klei
ne, als jij maar wilde
Naar haar huis terugslenïerend, zog hij,
door het open venster, hoe zij de snuitjes
der kleinen aFsponsde en hen hielp bij het
klceden..
„Yéta luister," zeide hij, „ik kom morgen
terug, als jij het minder druk met do kin
deren hebt. Dat is beter, geloof me
„Ja, goed hoor! Kom terug, wanneer je
dit het beste schikt." Een natte hand wuif
de hem een vriendschappelijkcn groet toe.
Zij was evenmin gehaast om to weten,
wat hij haar te zeggen had.
Hij liet eenige dagen voorbijgaan en keer
de den Zaterdag weermaar dat was weer
een zeer ongeschikte dag, om hot vele huis
houdelijke werk, dat er te doen viet
„O!" zed ze lachende, „je treft het niet,
als je mij over iets ernstigs wilde spreken."
Zij bezat een weldodbgen laoh, waarin
geen spot klonk, niets dan blijheid, alsof
zij het leven alléén maar van de zonzijde
kende.
Taoko had grooten lust te antwoorden:
„Ik verzeker je tooh, dat het véél ern
stiger is dan je vermoedt. Laat den schrob
ber rusten, kom den tuin in, waar nie
mand ons stoort, en zeg me dan, of het
ja of neen ia."
En toch, hij wiet zich niet. te vatten; hij
vond het geval per slot van rekening heel
lastig. Een beetje voorbereiding was toch
wel noodig. Hij bleef omhangen en kijken
naar haar emmer en dweil. Ten slotte, do
schouders oven ophalend, zei hij losjes:
„Nu, dan, ik kom wel eens terug. Bon
jour
Bfij ondervond geen teleurstellinghij be
hoorde tot dat soort van menschen, dio
steeds genoeg tijd over schijnen te hebbon.
,,Ja, je hebt gelijk," zei zij. „Wacht lie
ver een gunstiger oogenblik af.
En zij lachte hem togen, hem dringend
om heen te gaan, daar anders zijn mooie,
nieuwe bruin loeren laarzen gevaar lien en
overstroomd te worden. Haar mondje toon
de zooveel vroolijkheid, dat het den groo
ten Tacko moeite kostte zijn mooie echoe
nen cr maar niet aan te wagen
Hij had langzamerhand de gewoonte ge
kregen eiken morgen eens bij haar binnen
te loopen. Soms. een onkelen keer, bleef
hij ook wel eens hangen in hot café van de
'mooie Mina, een oude liefde van vroe
ger. Dan kwam hij 's avonds, probeerde
dan te spreken, hij opende roods den mond,
maar op het aller all er-laatste oogenblik
vond hij oen voorwendsel, dat hem weer-
hr*OkL Wie zou gedacht hebben, dat eeti
man van zijn slag zoo gemakkelijk van <fe
wijs raakteHij ging dan maar heen oa
bij Mina terug te keeren en or veel w?;i£
to drinken. Ook ging hij wel eens oen pijpje
rooken bij de kleine Jo, of bij anderen. Bij
haar alHen wais hij niets verlogenrijn
1- klaterde de straal over.
Als hij ten slotte besloot naar zijn oigetf
huis to gaan en de sterren reeds aa« den
homel stonden, dacht hij, lachende:
„Ik houd van allen evenveel, ik zou nie6
weten van "wie 't meest
Op zekeren namiddag, na reeds voel van'
zijn spaarduitjes te hebben ingeteerd, trad
hij het huisje van Yéta binnen, met 'het
vaste voornemen het land uit te gaan ala
ditmaal, om wat voor reden dan ook,
haar niet zei, wat hij reeds zoolang van plan
was. Yéba was in den tuin, in heit prieeltje,
bezig met het verstellen der kmderkleeron.
De grooe Tacko ging op de bank naast
haar zitten, zonder zijn woorden to vindon.
Br zichzelven dacht hij, terwijl hij in de
verte do kinderen de koolstruiken zag be
gieten als zjj met den zesdon emmer ko
men, zal ik spreken. En werkelijk, bij den
zesden emmer, sprak hij over de kool
en hoe goed die stondYéta glimlachte.
..Kom je nu niet eindelijk eens 3proken*
over wat je al zoo lang van plan waart,-
Tacko
Hij stond op, blies zijn wangen rorwl
en toen, weer op de bank ploats nemend,
sprak hij zocht met vochtige oogen i
(Slot volgt.)