Groote Uitverkoop M. TURKSMA Jr., mmwEmtu N». 16968 Woensdag S3 .luni, Tweede Blad. A° 1^5. Persoverzicht. en MODE-ARTIKELEN FEUILLETON. in Noordpoolduisternis. LEIDSCH DA&BLAD Eet morgen verschijnend Nummer bevat ala voorplaat: Een bijzonder heldenfeit in een der laatste gevechten bij Neuville. Voorts: Geestdrift in Italië voor den oor log: Studenten op weg om zich als soldaat te laten inschreven. De Italiaansche ge neeskundige dienst in het leger. Aan de Dardanelles Verder eenige afbeeldin gen van: Het Artisten-Zomerfeest in het Stadion te Amsterdam, op Zondag 13 Juni. -Zigeuners te Amsterdam. De proef tocht van het nieuwgebouwde stoomschip „Jan Pieterszoon Coen". STEUNCOMITÉ. XIV. Het Steuncomité Leiden „Oorlogstoestand 1914" schrjjft ons: Onder vaklieden, waarvan er zich wei nig of geen tot het Comité gewend hebben, behooren in de eerste plaats de Bakkers, Toch hebben er zich nog een negental aan gemeld, waarvan 2 direct na de aanmel ding, konden worden afgevoerd, 2 anderen slechts kort gesteund zjjn, terwjjl de vijf overigen in militairen dienBt waren. Op 1 Mei ontving geen hunner meer steun. Daar de steun in hoofdzaak in een bijslag op de Rijksvergoeding bestond, is het gezamenlijk bedrag aan deze groep uitge keerd, niet hoog geweest, ongeveer f180, wat door elkaar op ongeveer f 0.70 per gezin per week komt. Do Warmoeziers, waaronder we ook de bloemistknechten rekenen, in 't algemeen dus de Tuini d n, kwamen door den oortogs'.oe- stand mede in 't gedrang, zoodat een 21-tal hunner den steun van het comité inriepen, waaronder 4 dienstplich.igen. Op 1 Mei wer den er nog 3 tot deze categorie behoorende gesteund. Zjj waren betrekkelijk reeds vroeg g6komen: In Augustus reedc 6, September 1, October 3, November 4, December 1, iu Januari kwamen er 4, terwijl' nog in Fe bruari en Maart er telkens 1 kwam. Ze zijn Blechts langzaam afgevoerd, het meest na tuurlijk in het vorig jaar, toen het werk weer uitkwam. Zoo vielen er begin Mei 4 af, voorafgegaan door 2 in April en 3 in Maart, terwijl de andere afvoeringen vrij geregeld over de daarvoor gaande maanden geschied zijn. De gezamenlijke bijdragen aan deze groep beliepen ruim f700, wat gemiddeld op fl per gezin per week neerkomt. Da laatste onderafdeeling der D.-klasse, omvat allerlei vaklieden, die door het klein aantal, tot éénzeifda vak behoorende, niet in afzonderlijke groepen vereenigd kunnen worden. In 't geheel werden in deze slot- groep 38 vaklieden saamgebracht, waaron der 6 dienstplichtigen. We zien er eenstoe- lerimatter bij, een kuiper, een mandenmaker, oen paar wagenmakers, een straatmaker, oen paar lijstenmakers, twee plaatsnijders, een koetsier, een loodgieter enz. De één kwam door eigen werkloosheid, de ander door werkloosheid van kinderen. Merkwaar dig was, dat van deze groep er reed3 12 in Augustus kwamen, terwijl er op 1 Mei nog 13 hunner gesteund werden. Deze afdeeling ontving tot 1 Mei een bedrag van ongeveer f2200, wat gemiddeld ül.50 per gezin per week bedraagt. Het geheel der D.-klasse overziende, blijkt ,dat door het comité tot 1 Mei 585 vaklieden gesteund zijn, met een bedrag van globaal f28500.waarvan het Non. Nat. Steuncomité ongeveer f1700 door de huurbons gedragen heeft. Genoemde som van f28500 is als geheel genomen zeker een belangrijk bedrag, wanneer wij evenwel bedenken, dat dit den steun inhoudt geduren de 9 maanden en voor ^ngevêor 600 vak lieden, dan is het gewis piet hoog. Het zou ook belangrijk meer hebben bedragen, in dien een groot deel niet door hun werkloo- zenfonds waren bijgestraan. Voor zeer ve len onder hen, gelijk reeds uit vorige me- dedeelingen gebleken is, diende de bijdrage van het Steuncomité dus als een aanvulling. Echter niet een aanvulling tot het normale loon, maar slechts tot 80 pCt. daarvan als maximum. Velen der vaklieden waren, gelijk reeds gemeld is, op 1 Mei afgevoerd. Er moet' echter mede gorekend worden, dat een klei ner of grooter deel van hen kan terugkomen. Reeds meldden er zich dezer dagen een groep metselaars aan, die gelijk ook nit de opgaven der Arbeidsbeurs blijkt, weer werk loos geworden waren. Er waren er zelfs onder, die zich tot dusver nog nimmer tot het comité gewend hadden. Deze afdeeling blijft dus de zorg van het comité vragen. Na ie afstemming van de Eedswet heeft het „HANDELSBLAD" het plan ge opperd, om deEerstelaraer te doen ontbinden, opdat de verschillende Pro vinciale Staten in de gelegenheid komen, de reclitscho meerderheid der Eerste Ka mer te desavoueeren. Zelf voorziet het blad, dat de Staten die meerderheid zullen steu nen do redactie kent de discipline bij de staatslieden, die weten, dat hun mandaat van den wil van één persoon afhangt. Ook den kiezers voor de Provinciale Staten zou daardoor duidelijker worden, wie in de eer ste instantie voor de daden van de kerke lijke meerderheid in Eerste Kamer aanspra kelijk zijn. De „ZUTPHENSCIiE COURANT" is het daarmede in het geheel niet eens; het blad zou zelfs geen advies kunnen uitdenken, dat ton deze meer averechtscke uitwerking biedon zou dan 'n ontbinding der Eerste Ka mer. „Vooreerst staat het als een paal boven water, dat de reclitscho meerderheid, moge lijk nog met een enkel lid versterkt, in volle glorie zou terugkeeren. Daarmeo zou de Re geering, die de ontbinding had uitgelokt, een geweldige politieke nederlaag hebben gelo den. Zoo zij dan terugweek, zou onze ver wondering niet buitengewoon groot wezen. En dat offer lijkt ons veel, zeer veel te zwaar. Want ons land heeft, vooral in deze moeilijke periode, behoefte aan krachtige en knappe mannen, om ons binnenlandsch en buitenlandsch beleid te voeren met vaste hand, helder doorzicht en vooruitzienden blik, gelijk de leidende figuren in dit Kabi net zich van Augustus af betoond hebben te wezen. Zoo wij hen moesten missen, zou een gevoel van onveiligheid ons gaan bekruipen. Bovendien, door een ontbinding der Eer ste Kamer zou een veel te groote eer bewe zen worden aan den man, die de verwerping van het Eedswetje op zijn reeds duchtig in gesneden kerfstok heeft. Wees overtuigd: bij zou er in groeien. En wees maar zeker, dat hij er politieke munt uit zou slaan, Gods- vredo of Bestand of welke schoonklinkende vreemde woorden hij daarvoor ook bezigt, ten spijt. Hem dient „eet excès d'honneur" te worden bespaardhij verdient het niet. Want hij zou er schromelijk misbruik van maken. Een man van zoo sterk sprekende sympathieën aan den kant van een der oor logvoerenden moet vorro, zeer verre gehou den worden van het gestoelte der eore, dat hij ondanks allerlei medische attesten nog dolgraag zou willen bezetten, om zijn heerschzucht nogmaals te kunnen botvieren, tot ontzettend gevaar van onze neutraliteit/' Neen, géén ontbinding der Eerste Kamer I zoo concludeert de „ZUTPHENSCHE Ct." Laat de heeron zitten op hun stoelen. Laat hen doorgaan met het afstemmen van ont werpen, welke hun niet behagen. „Laat ze zitten, tot de kiezers voor de Pro vinciale Staten gaan inzien, dat andere man nen met breeder kijk en vrijer opvattingen thuis behooren in den Senaat. Laat ze zitten, opdat straks, wanneer be gonnen wordt met de behandeling der voor stellen tot Grondwetsherziening, ook aan do kiezers duidelijk wordt dat het mogelijk moet wezen de kiezers in de gelegenheid te stellen zeiven direct, zonder tusschenkomst der Provinciale Staten, te richten over een Eerste Kamer, welke, als de tegenwoordige zich bevoegdheden tracht aan te matigen, welke haar naar den geest onzer constitu tie allerminst toekomen. De Eerste Kamer mist het recht van amen dement. Zij heeft aan te nemen of te ver werpen. Maar het wordt, onder leiding van zekeren oud-minister, in dat college steeds meer gebruik om de Tweede Xamer te dwin gen zich te voegen naar het inzicht der rechtscb© Senatoren. Dat gevaar moet straks onze Grondwet gaan bezweren door de ver kiezing der Eerste Kamerleden te leggen in handen der kiezers, zij het dan door beper king van het aantal kiezers tot de 40-jarigen. Wordt dan het college ontbonden, dan heb ben de kiezers zeiven het lot der Senatoren in handen". De medewerker van ,,H et Yo 1 k" (mr. P. J. Troelstra) is van oordeel, cüit, waar de Nederlandsc-he regeering tot heden bij de leiding van ons volk door de warre ling van den oorlogstoestand heen een vaste hand gehad heeft, deze deugd haar Oij de indiening van het landstormontw erp schijnt verlaten te hebben. Hij rekent het haar als een fout aan: Dat zij, in plaats van het op voetspoor der ministericole rede van 18 Mei beslist front te maken tegen d-e plannen tot im provisatie van een tweede leger van 300,<-- èb 400,000 man nevens het bestaande, den schijn aanneemt van aan dat verlangen te willen voldoen, terwijl zij er geen oogenbli£ aan denken kan, die plannen te kunnen ver wezenlijken en in het gunstigste geval wei nig meer tot stand weet te brengen dan een aflossings-reserve ter ontlasting van de land weer. Een streven, dat, mits duidelijk ge motiveerd en uij de wet vastgelegd, de ge vaarlijke fantasieën der oorlogsdrijvers en er ontijdige leger-iiervormers als zeep'bellen had doen uiteenspatten, de onrust over nieuwe ontwrichting van ons bedrijfsleven en enorme verzwaring der oorlogsellende in breede kringen des volks zou hebben doen wijken en do agitatie, door ons op 18 Mei voorspeld en die zich vooral in arbei derskringen begint te vertoonen, zou heb ben voorkomen. In plaats daarvan komt do Regeering met een ontwerp, dat èn door zijn toelichting èn door zijn vaagheid!, naar alle kanten werkt als olie in het vuur, terwijl het be stemd schijnt, zoodra het in praktijk wordt gebracht, naar allo kanten teleurstelling en wrevel te wekken. Het is, zij het ook zeer zeker tegen de be doeling der Regeering, koren op den molen der oorlogagitatie, welke het voedt door de, zij Eet ook slechts legislatieve mogelijkheid, die het schept, om een leger van 21 lichtin gen van ingeschrevenen voor de militie (dus ook alle vrijgestelden en vrijgclooten bone don de 40 jaren) op de been tc brongen. Hot i stelt don Minister van Oorlog, die immers vooraf woet, dat hoogstens een oefening j van de manschappen tot 30 jaar en dan nog I slechts over een tijdvak van drie jaar moge- J lijk is, voortdurend midden in 't gedrang i dier agitatie, als haar mikpunt, straks, als j 't hiermede dour zijn toedoen den weg mocht I opgaan van Italië, als haar eerste slachtof- fer. Het maakt bij hen, die werkelijk een groote legerversterking willen, maar van haar cischen en van „do tegenwoordige om standigheden" beter op do' hoogte zijn, daD de met vuur spelende onderteekenaars van het vodje papier met cien weidschen naam van „adres der 22", don indruk van een pa- raaepaard, van een schijnmanoeuvre,' van misleiding. Het koketteert dan ook werke lijk slechts met de algemeeno volksbewape ning en met de nationalistische drijfveeren, die zich in sommige kringen lucht geven in plaats van daartegen beslist front te ma ken, eenvoudig door aan te toonen, dat het geen men wil niet kan, dat het belang der natie veeleer eischt, ons tot het bestaande effectief te blijven beperken en dit zoo sterk mogelijk te maken, desnoods mede door het scheppen der mogelijkheid van aflossing van een deel der troepen door jongeren. En daardoor leidt het niet slechts die nationa listische elementen op een dwaalspoor en j verscherpt hun agitatie, maar ook die ele- i raenten in het vólk, die van geen drijven naar den oorlog en van geen overbodige I nieuwe lasten willen weten en die het nu I drijft tot een contra-agitatie, om het kwaad, da; het ontwerp zelf pretendeert te bevat ten, te keeren, om nu nog niet eens te spre ken van den bedenkelijken invloed, dien dit een en ander zal hebben op onze internati onale positie, tob lieden ongerept gebleven en als zoodanig nog pas door den voorzitter van den Ministerraad gehandhaafd. Op den daq;, waarop wij dit schrijven, word het ontwerp in de afdeelingen der Kamer behandeld. Het kan geen geheim zijn of blijven, dat het daar zeker niet is inge haald als het bekende „kindje" van de Ca mera Obscura, „met 'n lach en zoete woord- jens." Trouwens reeds uit de pers bleek, dat van zeer verschillende zijcle de tegen stand komt. De kansen van het ontwerp, zoo als liet, met zijn povere toelichting, zijn onduidelijke strekking en zijn gevaarlijke perspektieven, is ingediend, zijn nihil. Schr. besluit: De Regeering heeft bij de indiening er van een zwak oosrenblik gehad, een oogen- blik, waarop de vaste hand, van haar vre- dewillend beleid, die ons volk steeds moet kunnen voelen, los is geworden, Niet van haar is tot heden de drang naar een milita- l risme-boven-onze-krachten uitgegaan, die ïi sommige kringen thans leeft en waaraan dit ontwerp schijnt tegemoet te komen. Zjj geeft in dit ontwerp niet de leiding in haar eigen geest, de eenige, die we kunnen aanvaar den. Zij laat zich leiden op een weg, dien zij niet wil, in de gedachte, daar te zullen halt houden, waar zij het wil, doch 'met cfe kans van op dien weg te verongelukken, tot scha de van het land. Zij volgt, in een tijd van op komende hartstochten, de politiek van de iosse hand. Wij sociaal-democraten zullen haar op dien weg zeker niet volgen. Moge zij er van te rugkeeren, zoo spoedig mogelijk, opdat de vclerzijds opkomende storm van ontwakende politieke hartstochten bezworen worde en ons volk deze zware tijden kern blijven doormaken in die stemming, die voor 't overwinnen van alle moeilijkheden, _d:e zij medebrengen, zoo gew'enscht is! SCHRIJVERS van Ingezonden Stut ken moe ten Naam en Adres aan de Redactie be kend maken. OngetcekN^ Stukken worden terzijde gelegd. RECLAMES. 40 Cts. per regel. VAN ALLE BIJ 5599 20 HAAR LERfl ill ER?TR. 196a. jy, AG azijn jjHEÏ RUWSTE". P 1 nflótiiKor sóbne, Wien. FynsteLlee- 1. LüUölüUBl ren-stroohoeden. Alleenvor- koop Nieuwe Rfjn 46. H. A. TIMMERMAN, Horl. AGENDA VAN DE WEEK. Woensdag: Leidscho Schouwburg. Leidsch S.uden'en- Tooneel Lustrumviering L. S. C. Opvoering van „De Twistappel" en „Eén Dag Tolk". Negen uur. Zomerzorg. Concert. Gebouw Jonge'.Ver. Janv:s:e steeg. Ver gader. Chr. Fabrielcsarbe dersbond. Spreker: W. Strijbos (Zaandam). Halfnegen. Donderdag Lustrum L. S. C. Nation. Roei wedstrijden, Galgewater, 's middags 1 uur. Lokaal Verhuur-dersbond, Hoogl. Kerk- graoht. Openb. V-ergad. „I. A. M. V.". In leider C. J. Akkerman. H a 1 f n eg e n. Zondag: „Zomerzorg". Jaarfeestviering Muziek- cn Tooneelvereeniging „Nut en Vermaak". 8 uur. MARKTBERICHTEN. MAASTRICHT, 22 Juni. Aan de Rotermijn al hier zijn aangevoerd 45370 K.G Midclcnprija bui tenland f 1.62, prijs innenland f 1.40, algemeenen middenprijs f 1.59. SNEEK. 22 Juni Veemarkt. Aangevoerd 177 koeien j 160 a 380. 2 stieren f a 36 'ralvcren f 35 a 60. 259 nuchtere kalveren f 8 a ió, 151 sc>-*->en f a 45. 70 lammeren 1 12 a 17. 187 varkens f 50 - 100, 50 bi ""ren f 12 a 18, 16 paar-' den f 100 a 250, 5 graskalveren f a Handel in melk- en kalf koeien behoorlijk, vette koeien gewild, kalveren, c-ehapen en lammeren prijshoudend, varkens vlug cn nuchtere kolve ren stug. Vette koeien 44 a ''8 et. Vette kalveren 42 a 52 ct. Varkens 33 a 42 ct. per '/2 K.G. Zouters 36 a 42 ct. per /z K.G. PURMEREKD, 22 Juni. Kaas. Aangev. 205 stapels. Kleine f 44 a 46 per 40 K.G. Boter. Aangevoerd 1814 K.G. Prijs f 1.45 a 1.50, gemiddeld r 1.47^4 per K.G. PT7BMEREND 22 Juni Kipoieren f 6.50 a 7.—* eendeneieren f 6.5" MAASTRICHT. 22 Juni. Eieren. Aangevoerd 36B3G0 stuks Hoogste prijs f 7.S0. laagste prijs f 6.60 per 100 stuks. SNEEK, 22 Juni. Oo de 1 terran alhier warezi aangevoerd 2/2 en 0/8 vn. Prijs f 54. Prijs der Vereeniging f 54.Fabrieksbotei aangevoerd 0/8 on 38/16 vaten. Prijs f 63. Com missie 63.— met consent. PTJIÏMERENT), 22 Juni. Vee. 75 runderen, waaronder zijn 431 vette en 24 ctieren, 45 -noorden f 100. 114 vette kalveren f 0.90 a 1.10 per K G. handel stug. 463 nuchtere dito f 14 a 27 per stuk. 379 vetto varkens f 0.90 a 0.97 per K.G..- i 37 magero dito f 13 a 30 per stuk. 245 biggen f 11 a 13 por stuk. 2279 schapen en lammeren; Vette kooien prijsh.. handel stug. 0.78 a 1.— per KG., gelden koeien prijsh., handel ".tug. f 160 a 240 per rtuk. melkkoeien prijshoi lend,- handel stug. f 180 a 320 per stuk, nuchtere kalvo reu prijshoudend, lrandel mat:- vetto varkens prijshoudend, handel vlug. magero varkens en biggen prijshoudend, handel matig, vette <?eha4 pen prijshoudend, handel stug. f 29 a 40, rnnsti en fokkalveren f 16 a 31 handel matig, lamme-i ren f 16 a 21. handel matig. id „Het geselschap moet exouseeren," zei de waardige gastvrouw, „dat het tafelgereed schap niet geheel compleet is. Er ontbre ken een paar messen en vorken. Kopjes be hooren niet tot den inventaris. De heeren moeten hun thee uit een glas drinken. Dat is in overeenstemming met de tradities van deze plaats. In een hut van de Russen kan niet anders dan Russische thee gedronken worden. Mijnheer de hofmeester, wil u zoo goed zijn de thee in te schenken? Maar voorzichtig, als de glazen springen, krijgt u onmiddellijk ontslag." De loods glimlachte. Hjj was een heel onder mensch geworden in de laatste uren. Zijn ïugpjjnen schenen te bedaren. Met veel behoedzaamheid schonk hjj de thee in. Maar de professor lachte als een kind. Z(n mond stond geen oogenblik stil. „Komt u uit Gascogne? vroeg Frida, om sgn welbespraaktheid wat te matigen. „Hoe kan u dat weten?" vroeg de geleer de verwonderd. „U raadt ook alles. Ja, ik ben Gascogner, landsman van Hendrik van Navarre en van Edmond Rostand. 'Ik ben berucht voor mijn vole praten, mijn aan dringen en mijn eetlust." Dit zeggende viel de hongerige landge noot van Cyrano de Bergerac op de gebak ken ham aan. Het was een zonderlinge avondmaaltijd. Hoi vuur aan den haard doofde langzaam) uit en liet licht van de twee waskaarsen ih de grijs-steenen potjes wierp onrustige Maar het geloei van den storm drong in de schamele hut door. Daarbuiten in het schemerachtig licht werd een geweldige strijd uitgevochten, de strijd tusschen den fcleoken arktischen zomer, zoo arm en teer van kleur, en het razend geweld van den verraderlijken poolnacht- Duizendvoudig leven boog stervend het hoofd, de heele schaar van zomerplanten, die in de poolstreken nog groeien kunnen: de gelo saxifragia, de znchtrose silene, de moerasbrem, de lichtgele papaver en de weerbarstige ijsranonkel alle werden door den witten dwingeland ten doode gezweept. De laatst! glimmende vonken verdoofden aau den haard. In do hut was men ter ruste gegaan. Barones von Heffner was in haar „boudoir" gekropen, on de anderen lagon hier en dam: op de banken. Bratt lag te kijken naar het smeulende vuur. Wat een dag was het' geweestl Zijn heele lichaam was gebeukt door al de ver moeienissen. Maar slapen kon hij niet. Zijn oogen staarden droomend in een wereld, waar het sprookjeswonder leeft te midden van gevaren en ontbering en waar het ge luk opbloeit tusschen de graven. Plotseling hoorde hij een zwak geluid als het kermen van een ziek dier. Hij luisterde. Weer hoorde h(j het. Maar ditmaal ging het stille jammeren over in snikkend klagen. 't Was Frida, die haar hoofd in het kus sen had gedrukt en bedroefd schreide. r.'t- X. DE SPITSBURGER HOND. Do jonge barone3 sliep meer dan twaalf uur. Toen zij ontwaakte, was zij alleen In de hut. Zjj trok een der gordjjen voorzichtig op zij en zag, dat door de twee raamopenin gen licht naar binnen viel. 'tWas 'duidelijk, dat de storm was beiaard. De kou snerpte in haar gezicht en deed haar de dekens over het hoofd trekken. Ze was stijf in al haar ledematen. De harde planken hadden, door de onderlaag van dekens heen, haar ver wend lichaam wreed gepijnigd. O, haar vader moest het weten, hoe zjjn lieveling door het lot mishandeld werd in dat koude, ongastvrije noorden, in een ellen dige, viesriekende hut, waar men op z'n best rechtop kon staan, en dan samen met drio mannen!.... jHoo zou het gaan, als er geen hulp kwam? Het was onverdraag lijk ta denkenEn toch voelde ze zich, ondanks alles, gezond en wol. Als ze maar een behoorlijke matras had met een dons dekbedjeKwam daar iemand? Ze stak haar hoofd boven de dekens en luisterde Neen! Maar wat zag ze daar? Op de kist, die tot nachttafel was ingericht, stond naast da boekan een photographielrjst, en in het schemerlicht onderscheidde ze het portret van een man met een deftigen baard haar eigen vader! Ze richtte zich op, greep hel portret met bei haar handen en kuste het, zoende het telkens weer, terwijl de trar nen over haar wangen stroomden. Ze be keek het dierbare gezicht. Hoe lief en streng en fier zag haar vader er uit! 't Was of zijn schrandere, vaste blik tot haar sprak: „Frida-tje," zei hij, „wees niet bang. We moeten allon onzen strijd en onzen beproe vingen te boven komen, waarbij onze ware rcenschenwaarde moet blijken. Nu is het jouw beurt, je zult ons geen oneer aan doen." Frida sprong op. Het was of haars vaders stem haar in de ooren klonk. Ze legde het portret weg en trok haar laarzen aan. Op de kist was een kan water neergezet en een stukje zeep en daarnaast lag oen reepje papier, waarop de volgende lakonische dag order geschreven was: „Wil u het eten ver der klaarmaken tegen drie uur." Geen on- derteekening, geen opschrift. In de hut was een chronometer opge hangen. Dia wees op halfdrie. Frida kreeg een kleur van schrik. Hoe lang had ze zich verslapen! Zonder verder aau haar toi let te denken, begon ze aanstonds met de toebereidselen voor het middagmaal. Alles was voor haar gereed gezet. Het hout lag behoorlijk gestapeld op den haard, de spaan ders behoefden slechts aangestoken te wor den. Een groote bus met vleesch was voor, gebruik klaargezet. Ze had den inhoud alleen maar in een van de pannen te doen. Alles was afgewasschen en stond op zrjn plaats. Do hut was geveegd en toen het vuur be gon te branden, werd het opeens gezellig. Frida stak haar hoofd buiten de deur en uitte een kreet van verbazing. Het gehee'e landschap was anders. Alles, wat ze zag, was wit en nog eens wit, afstekend tegen den loodgrijzen achtergrond van een fjord; een bleek uitspansel hing koud over die troosteloos eentonige witheid. De sneeuw had de hut bijna bedolven. Er was een weg gebaand door den sneeuwberg, die zich voor de deur gevormd had. En diepe voetsporen, die naar het slrand lie pen, zedien haar welken weg haar lotge- nooten genomen hadden. Maar de kleine zwarte scheren, die aan de zuidzijde van de bocht lagen, hadden daar nu het rijk alleen. Het wrak van de „Victoria" was verdwenen. Er hing een kijker iu de hut. Frida nam dien en onderzocht den heekn oostelijken gezichteinder. Neen, er was niets meer van het groote schip te zien. Zij_be- greep welk een teleurstelling, dat voor haait vrienden moest zijn. Er was nog zooveel* dat ze ncodig hadden Beneden op het strand ontdekte zij del mannen. Ze kwamen als ganzen achterelkaar, aan, de jonge Noor aau 't hoofd. Natuur lijk, hij moest den weg banen door^ dei hoog opgehoopte sneeuw. Zoo was het altijd. Dio jonge man commandeerde hen allen.. Hij dacht voor hen en handelde voor hen. Hij gaf zijn ordei's. 0, a,s nu die bouillon maar gauw kookt?! Zij zelf was uitgeram meld, hoe hongerig morsten dan do anderen wei zrjn, die waarschijnlijk al vele uren ge werkt en gezwoegd hadden. Ze dekte de tafel met het tafellakentje en vond de borden. Borden hadden ze ge lukkig genoeg. En aan lepels was cok geen' gebrek. Als er nu maar een paar messen: en vorken meer geweest waren in het ser vet, dat overigens zoo rjjk was aan inhoud. Een potje met Fransche mosterd en een' flesch pickles kwamen ér uit, die zette zs op tafel. Eu midden 111 oen hoop blikjes meï sardines, eindjes worst, koude kip, pen stop- fleech met paling in gelei en wat er in da haast nog meer bijeengeraapt was, ontdekte zo plotseling een blcemenvaasje met eeul paar verdrukte rozen er in. Frida von Heffner werd van aandoening bleek. Dat was een vriendelijke groet der beschaving een aand"nken uit het NoorJ sche kustplaatsje, waar ze een acht dageg geleden langs waren gevaren. „Dat is dd bloemenstad," had kapiteia Strohmann ge-', zegd, toen een groote mand met rozen van' de aanlegplaats overgereikt en aan dek ge-! zet werd. „Molde," voegde hij er bij. ,.ib een paradijs tusschen do met sneeuw bedekta. rotsen." I -u. (Wordt-vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5