Groote Uitverkoop
M. TURKSMA Jr.,
mmwEmtu
N». 16968
Woensdag S3 .luni,
Tweede Blad.
A° 1^5.
Persoverzicht.
en MODE-ARTIKELEN
FEUILLETON.
in Noordpoolduisternis.
LEIDSCH
DA&BLAD
Eet morgen verschijnend Nummer bevat
ala voorplaat: Een bijzonder heldenfeit in
een der laatste gevechten bij Neuville.
Voorts: Geestdrift in Italië voor den oor
log: Studenten op weg om zich als soldaat
te laten inschreven. De Italiaansche ge
neeskundige dienst in het leger. Aan de
Dardanelles Verder eenige afbeeldin
gen van: Het Artisten-Zomerfeest in het
Stadion te Amsterdam, op Zondag 13 Juni.
-Zigeuners te Amsterdam. De proef
tocht van het nieuwgebouwde stoomschip
„Jan Pieterszoon Coen".
STEUNCOMITÉ.
XIV.
Het Steuncomité Leiden „Oorlogstoestand
1914" schrjjft ons:
Onder vaklieden, waarvan er zich wei
nig of geen tot het Comité gewend hebben,
behooren in de eerste plaats de Bakkers,
Toch hebben er zich nog een negental aan
gemeld, waarvan 2 direct na de aanmel
ding, konden worden afgevoerd, 2 anderen
slechts kort gesteund zjjn, terwjjl de vijf
overigen in militairen dienBt waren.
Op 1 Mei ontving geen hunner meer
steun. Daar de steun in hoofdzaak in een
bijslag op de Rijksvergoeding bestond, is het
gezamenlijk bedrag aan deze groep uitge
keerd, niet hoog geweest, ongeveer f180,
wat door elkaar op ongeveer f 0.70 per gezin
per week komt.
Do Warmoeziers, waaronder we ook de
bloemistknechten rekenen, in 't algemeen dus
de Tuini d n, kwamen door den oortogs'.oe-
stand mede in 't gedrang, zoodat een 21-tal
hunner den steun van het comité inriepen,
waaronder 4 dienstplich.igen. Op 1 Mei wer
den er nog 3 tot deze categorie behoorende
gesteund. Zjj waren betrekkelijk reeds vroeg
g6komen: In Augustus reedc 6, September
1, October 3, November 4, December 1, iu
Januari kwamen er 4, terwijl' nog in Fe
bruari en Maart er telkens 1 kwam. Ze zijn
Blechts langzaam afgevoerd, het meest na
tuurlijk in het vorig jaar, toen het werk
weer uitkwam. Zoo vielen er begin Mei 4
af, voorafgegaan door 2 in April en 3 in
Maart, terwijl de andere afvoeringen vrij
geregeld over de daarvoor gaande maanden
geschied zijn.
De gezamenlijke bijdragen aan deze groep
beliepen ruim f700, wat gemiddeld op fl
per gezin per week neerkomt.
Da laatste onderafdeeling der D.-klasse,
omvat allerlei vaklieden, die door het klein
aantal, tot éénzeifda vak behoorende, niet
in afzonderlijke groepen vereenigd kunnen
worden. In 't geheel werden in deze slot-
groep 38 vaklieden saamgebracht, waaron
der 6 dienstplichtigen. We zien er eenstoe-
lerimatter bij, een kuiper, een mandenmaker,
oen paar wagenmakers, een straatmaker,
oen paar lijstenmakers, twee plaatsnijders,
een koetsier, een loodgieter enz. De één
kwam door eigen werkloosheid, de ander
door werkloosheid van kinderen. Merkwaar
dig was, dat van deze groep er reed3 12 in
Augustus kwamen, terwijl er op 1 Mei nog
13 hunner gesteund werden. Deze afdeeling
ontving tot 1 Mei een bedrag van ongeveer
f2200, wat gemiddeld ül.50 per gezin per
week bedraagt.
Het geheel der D.-klasse overziende,
blijkt ,dat door het comité tot 1 Mei 585
vaklieden gesteund zijn, met een bedrag
van globaal f28500.waarvan het Non.
Nat. Steuncomité ongeveer f1700 door de
huurbons gedragen heeft. Genoemde som
van f28500 is als geheel genomen zeker
een belangrijk bedrag, wanneer wij evenwel
bedenken, dat dit den steun inhoudt geduren
de 9 maanden en voor ^ngevêor 600 vak
lieden, dan is het gewis piet hoog. Het zou
ook belangrijk meer hebben bedragen, in
dien een groot deel niet door hun werkloo-
zenfonds waren bijgestraan. Voor zeer ve
len onder hen, gelijk reeds uit vorige me-
dedeelingen gebleken is, diende de bijdrage
van het Steuncomité dus als een aanvulling.
Echter niet een aanvulling tot het normale
loon, maar slechts tot 80 pCt. daarvan als
maximum.
Velen der vaklieden waren, gelijk reeds
gemeld is, op 1 Mei afgevoerd. Er moet'
echter mede gorekend worden, dat een klei
ner of grooter deel van hen kan terugkomen.
Reeds meldden er zich dezer dagen een
groep metselaars aan, die gelijk ook nit de
opgaven der Arbeidsbeurs blijkt, weer werk
loos geworden waren. Er waren er zelfs
onder, die zich tot dusver nog nimmer tot
het comité gewend hadden.
Deze afdeeling blijft dus de zorg van het
comité vragen.
Na ie afstemming van de Eedswet
heeft het „HANDELSBLAD" het plan ge
opperd, om deEerstelaraer te doen
ontbinden, opdat de verschillende Pro
vinciale Staten in de gelegenheid komen,
de reclitscho meerderheid der Eerste Ka
mer te desavoueeren. Zelf voorziet het blad,
dat de Staten die meerderheid zullen steu
nen do redactie kent de discipline bij de
staatslieden, die weten, dat hun mandaat
van den wil van één persoon afhangt. Ook
den kiezers voor de Provinciale Staten zou
daardoor duidelijker worden, wie in de eer
ste instantie voor de daden van de kerke
lijke meerderheid in Eerste Kamer aanspra
kelijk zijn.
De „ZUTPHENSCIiE COURANT" is
het daarmede in het geheel niet eens; het
blad zou zelfs geen advies kunnen uitdenken,
dat ton deze meer averechtscke uitwerking
biedon zou dan 'n ontbinding der Eerste Ka
mer.
„Vooreerst staat het als een paal boven
water, dat de reclitscho meerderheid, moge
lijk nog met een enkel lid versterkt, in volle
glorie zou terugkeeren. Daarmeo zou de Re
geering, die de ontbinding had uitgelokt, een
geweldige politieke nederlaag hebben gelo
den. Zoo zij dan terugweek, zou onze ver
wondering niet buitengewoon groot wezen.
En dat offer lijkt ons veel, zeer veel te
zwaar. Want ons land heeft, vooral in deze
moeilijke periode, behoefte aan krachtige en
knappe mannen, om ons binnenlandsch en
buitenlandsch beleid te voeren met vaste
hand, helder doorzicht en vooruitzienden
blik, gelijk de leidende figuren in dit Kabi
net zich van Augustus af betoond hebben te
wezen. Zoo wij hen moesten missen, zou een
gevoel van onveiligheid ons gaan bekruipen.
Bovendien, door een ontbinding der Eer
ste Kamer zou een veel te groote eer bewe
zen worden aan den man, die de verwerping
van het Eedswetje op zijn reeds duchtig in
gesneden kerfstok heeft. Wees overtuigd:
bij zou er in groeien. En wees maar zeker,
dat hij er politieke munt uit zou slaan, Gods-
vredo of Bestand of welke schoonklinkende
vreemde woorden hij daarvoor ook bezigt,
ten spijt. Hem dient „eet excès d'honneur"
te worden bespaardhij verdient het niet.
Want hij zou er schromelijk misbruik van
maken. Een man van zoo sterk sprekende
sympathieën aan den kant van een der oor
logvoerenden moet vorro, zeer verre gehou
den worden van het gestoelte der eore, dat
hij ondanks allerlei medische attesten nog
dolgraag zou willen bezetten, om zijn
heerschzucht nogmaals te kunnen botvieren,
tot ontzettend gevaar van onze neutraliteit/'
Neen, géén ontbinding der Eerste Kamer I
zoo concludeert de „ZUTPHENSCHE Ct."
Laat de heeron zitten op hun stoelen. Laat
hen doorgaan met het afstemmen van ont
werpen, welke hun niet behagen.
„Laat ze zitten, tot de kiezers voor de Pro
vinciale Staten gaan inzien, dat andere man
nen met breeder kijk en vrijer opvattingen
thuis behooren in den Senaat.
Laat ze zitten, opdat straks, wanneer be
gonnen wordt met de behandeling der voor
stellen tot Grondwetsherziening, ook aan do
kiezers duidelijk wordt dat het mogelijk
moet wezen de kiezers in de gelegenheid te
stellen zeiven direct, zonder tusschenkomst
der Provinciale Staten, te richten over een
Eerste Kamer, welke, als de tegenwoordige
zich bevoegdheden tracht aan te matigen,
welke haar naar den geest onzer constitu
tie allerminst toekomen.
De Eerste Kamer mist het recht van amen
dement. Zij heeft aan te nemen of te ver
werpen. Maar het wordt, onder leiding van
zekeren oud-minister, in dat college steeds
meer gebruik om de Tweede Xamer te dwin
gen zich te voegen naar het inzicht der
rechtscb© Senatoren. Dat gevaar moet straks
onze Grondwet gaan bezweren door de ver
kiezing der Eerste Kamerleden te leggen in
handen der kiezers, zij het dan door beper
king van het aantal kiezers tot de 40-jarigen.
Wordt dan het college ontbonden, dan heb
ben de kiezers zeiven het lot der Senatoren
in handen".
De medewerker van ,,H et Yo 1 k"
(mr. P. J. Troelstra) is van oordeel, cüit,
waar de Nederlandsc-he regeering tot heden
bij de leiding van ons volk door de warre
ling van den oorlogstoestand heen een vaste
hand gehad heeft, deze deugd haar Oij de
indiening van het landstormontw erp
schijnt verlaten te hebben. Hij rekent het
haar als een fout aan:
Dat zij, in plaats van het op voetspoor
der ministericole rede van 18 Mei beslist
front te maken tegen d-e plannen tot im
provisatie van een tweede leger van 300,<--
èb 400,000 man nevens het bestaande, den
schijn aanneemt van aan dat verlangen te
willen voldoen, terwijl zij er geen oogenbli£
aan denken kan, die plannen te kunnen ver
wezenlijken en in het gunstigste geval wei
nig meer tot stand weet te brengen dan een
aflossings-reserve ter ontlasting van de land
weer. Een streven, dat, mits duidelijk ge
motiveerd en uij de wet vastgelegd, de ge
vaarlijke fantasieën der oorlogsdrijvers en
er ontijdige leger-iiervormers als zeep'bellen
had doen uiteenspatten, de onrust over
nieuwe ontwrichting van ons bedrijfsleven
en enorme verzwaring der oorlogsellende in
breede kringen des volks zou hebben doen
wijken en do agitatie, door ons op
18 Mei voorspeld en die zich vooral in arbei
derskringen begint te vertoonen, zou heb
ben voorkomen.
In plaats daarvan komt do Regeering met
een ontwerp, dat èn door zijn toelichting
èn door zijn vaagheid!, naar alle kanten
werkt als olie in het vuur, terwijl het be
stemd schijnt, zoodra het in praktijk wordt
gebracht, naar allo kanten teleurstelling en
wrevel te wekken.
Het is, zij het ook zeer zeker tegen de be
doeling der Regeering, koren op den molen
der oorlogagitatie, welke het voedt door de,
zij Eet ook slechts legislatieve mogelijkheid,
die het schept, om een leger van 21 lichtin
gen van ingeschrevenen voor de militie (dus
ook alle vrijgestelden en vrijgclooten bone
don de 40 jaren) op de been tc brongen. Hot
i stelt don Minister van Oorlog, die immers
vooraf woet, dat hoogstens een oefening
j van de manschappen tot 30 jaar en dan nog
I slechts over een tijdvak van drie jaar moge-
J lijk is, voortdurend midden in 't gedrang
i dier agitatie, als haar mikpunt, straks, als
j 't hiermede dour zijn toedoen den weg mocht
I opgaan van Italië, als haar eerste slachtof-
fer. Het maakt bij hen, die werkelijk een
groote legerversterking willen, maar van
haar cischen en van „do tegenwoordige om
standigheden" beter op do' hoogte zijn, daD
de met vuur spelende onderteekenaars van
het vodje papier met cien weidschen naam
van „adres der 22", don indruk van een pa-
raaepaard, van een schijnmanoeuvre,' van
misleiding. Het koketteert dan ook werke
lijk slechts met de algemeeno volksbewape
ning en met de nationalistische drijfveeren,
die zich in sommige kringen lucht geven
in plaats van daartegen beslist front te ma
ken, eenvoudig door aan te toonen, dat het
geen men wil niet kan, dat het belang der
natie veeleer eischt, ons tot het bestaande
effectief te blijven beperken en dit zoo sterk
mogelijk te maken, desnoods mede door het
scheppen der mogelijkheid van aflossing van
een deel der troepen door jongeren. En
daardoor leidt het niet slechts die nationa
listische elementen op een dwaalspoor en
j verscherpt hun agitatie, maar ook die ele-
i raenten in het vólk, die van geen drijven
naar den oorlog en van geen overbodige
I nieuwe lasten willen weten en die het nu
I drijft tot een contra-agitatie, om het kwaad,
da; het ontwerp zelf pretendeert te bevat
ten, te keeren, om nu nog niet eens te spre
ken van den bedenkelijken invloed, dien dit
een en ander zal hebben op onze internati
onale positie, tob lieden ongerept gebleven
en als zoodanig nog pas door den voorzitter
van den Ministerraad gehandhaafd.
Op den daq;, waarop wij dit schrijven,
word het ontwerp in de afdeelingen der
Kamer behandeld. Het kan geen geheim zijn
of blijven, dat het daar zeker niet is inge
haald als het bekende „kindje" van de Ca
mera Obscura, „met 'n lach en zoete woord-
jens." Trouwens reeds uit de pers bleek,
dat van zeer verschillende zijcle de tegen
stand komt. De kansen van het ontwerp, zoo
als liet, met zijn povere toelichting, zijn
onduidelijke strekking en zijn gevaarlijke
perspektieven, is ingediend, zijn nihil.
Schr. besluit:
De Regeering heeft bij de indiening er
van een zwak oosrenblik gehad, een oogen-
blik, waarop de vaste hand, van haar vre-
dewillend beleid, die ons volk steeds moet
kunnen voelen, los is geworden, Niet van
haar is tot heden de drang naar een milita-
l risme-boven-onze-krachten uitgegaan, die ïi
sommige kringen thans leeft en waaraan dit
ontwerp schijnt tegemoet te komen. Zjj geeft
in dit ontwerp niet de leiding in haar eigen
geest, de eenige, die we kunnen aanvaar
den. Zij laat zich leiden op een weg, dien zij
niet wil, in de gedachte, daar te zullen halt
houden, waar zij het wil, doch 'met cfe kans
van op dien weg te verongelukken, tot scha
de van het land. Zij volgt, in een tijd van op
komende hartstochten, de politiek van de
iosse hand.
Wij sociaal-democraten zullen haar op dien
weg zeker niet volgen. Moge zij er van te
rugkeeren, zoo spoedig mogelijk, opdat de
vclerzijds opkomende storm van ontwakende
politieke hartstochten bezworen worde en ons
volk deze zware tijden kern blijven doormaken
in die stemming, die voor 't overwinnen van
alle moeilijkheden, _d:e zij medebrengen, zoo
gew'enscht is!
SCHRIJVERS van Ingezonden Stut ken moe
ten Naam en Adres aan de Redactie be
kend maken. OngetcekN^ Stukken
worden terzijde gelegd.
RECLAMES. 40 Cts. per regel.
VAN ALLE
BIJ 5599 20
HAAR LERfl ill ER?TR. 196a.
jy, AG azijn jjHEÏ RUWSTE".
P 1 nflótiiKor sóbne, Wien. FynsteLlee-
1. LüUölüUBl ren-stroohoeden. Alleenvor-
koop Nieuwe Rfjn 46. H. A. TIMMERMAN, Horl.
AGENDA VAN DE WEEK.
Woensdag:
Leidscho Schouwburg. Leidsch S.uden'en-
Tooneel Lustrumviering L. S. C. Opvoering
van „De Twistappel" en „Eén Dag Tolk".
Negen uur.
Zomerzorg. Concert.
Gebouw Jonge'.Ver. Janv:s:e steeg. Ver
gader. Chr. Fabrielcsarbe dersbond. Spreker:
W. Strijbos (Zaandam). Halfnegen.
Donderdag
Lustrum L. S. C. Nation. Roei wedstrijden,
Galgewater, 's middags 1 uur.
Lokaal Verhuur-dersbond, Hoogl. Kerk-
graoht. Openb. V-ergad. „I. A. M. V.". In
leider C. J. Akkerman. H a 1 f n eg e n.
Zondag:
„Zomerzorg". Jaarfeestviering Muziek- cn
Tooneelvereeniging „Nut en Vermaak". 8
uur.
MARKTBERICHTEN.
MAASTRICHT, 22 Juni. Aan de Rotermijn al
hier zijn aangevoerd 45370 K.G Midclcnprija bui
tenland f 1.62, prijs innenland f 1.40, algemeenen
middenprijs f 1.59.
SNEEK. 22 Juni Veemarkt. Aangevoerd 177
koeien j 160 a 380. 2 stieren f a 36 'ralvcren
f 35 a 60. 259 nuchtere kalveren f 8 a ió, 151
sc>-*->en f a 45. 70 lammeren 1 12 a 17. 187
varkens f 50 - 100, 50 bi ""ren f 12 a 18, 16 paar-'
den f 100 a 250, 5 graskalveren f a
Handel in melk- en kalf koeien behoorlijk, vette
koeien gewild, kalveren, c-ehapen en lammeren
prijshoudend, varkens vlug cn nuchtere kolve
ren stug.
Vette koeien 44 a ''8 et.
Vette kalveren 42 a 52 ct.
Varkens 33 a 42 ct. per '/2 K.G.
Zouters 36 a 42 ct. per /z K.G.
PURMEREKD, 22 Juni. Kaas. Aangev. 205
stapels. Kleine f 44 a 46 per 40 K.G.
Boter. Aangevoerd 1814 K.G. Prijs f 1.45 a 1.50,
gemiddeld r 1.47^4 per K.G.
PT7BMEREND 22 Juni Kipoieren f 6.50 a 7.—*
eendeneieren f 6.5"
MAASTRICHT. 22 Juni. Eieren. Aangevoerd
36B3G0 stuks Hoogste prijs f 7.S0. laagste prijs
f 6.60 per 100 stuks.
SNEEK, 22 Juni. Oo de 1 terran alhier warezi
aangevoerd 2/2 en 0/8 vn. Prijs f 54.
Prijs der Vereeniging f 54.Fabrieksbotei
aangevoerd 0/8 on 38/16 vaten. Prijs f 63. Com
missie 63.— met consent.
PTJIÏMERENT), 22 Juni. Vee. 75 runderen,
waaronder zijn 431 vette en 24 ctieren, 45 -noorden
f 100. 114 vette kalveren f 0.90 a 1.10 per K G.
handel stug. 463 nuchtere dito f 14 a 27 per
stuk. 379 vetto varkens f 0.90 a 0.97 per K.G..-
i 37 magero dito f 13 a 30 per stuk. 245 biggen
f 11 a 13 por stuk. 2279 schapen en lammeren;
Vette kooien prijsh.. handel stug. 0.78 a 1.—
per KG., gelden koeien prijsh., handel ".tug.
f 160 a 240 per rtuk. melkkoeien prijshoi lend,-
handel stug. f 180 a 320 per stuk, nuchtere kalvo
reu prijshoudend, lrandel mat:- vetto varkens
prijshoudend, handel vlug. magero varkens en
biggen prijshoudend, handel matig, vette <?eha4
pen prijshoudend, handel stug. f 29 a 40, rnnsti
en fokkalveren f 16 a 31 handel matig, lamme-i
ren f 16 a 21. handel matig.
id
„Het geselschap moet exouseeren," zei
de waardige gastvrouw, „dat het tafelgereed
schap niet geheel compleet is. Er ontbre
ken een paar messen en vorken. Kopjes be
hooren niet tot den inventaris. De heeren
moeten hun thee uit een glas drinken. Dat
is in overeenstemming met de tradities van
deze plaats. In een hut van de Russen kan
niet anders dan Russische thee gedronken
worden. Mijnheer de hofmeester, wil u zoo
goed zijn de thee in te schenken? Maar
voorzichtig, als de glazen springen, krijgt
u onmiddellijk ontslag."
De loods glimlachte. Hjj was een heel
onder mensch geworden in de laatste uren.
Zijn ïugpjjnen schenen te bedaren. Met veel
behoedzaamheid schonk hjj de thee in.
Maar de professor lachte als een kind.
Z(n mond stond geen oogenblik stil.
„Komt u uit Gascogne? vroeg Frida, om
sgn welbespraaktheid wat te matigen.
„Hoe kan u dat weten?" vroeg de geleer
de verwonderd. „U raadt ook alles. Ja, ik
ben Gascogner, landsman van Hendrik van
Navarre en van Edmond Rostand. 'Ik ben
berucht voor mijn vole praten, mijn aan
dringen en mijn eetlust."
Dit zeggende viel de hongerige landge
noot van Cyrano de Bergerac op de gebak
ken ham aan.
Het was een zonderlinge avondmaaltijd.
Hoi vuur aan den haard doofde langzaam)
uit en liet licht van de twee waskaarsen
ih de grijs-steenen potjes wierp onrustige
Maar het geloei van den storm drong in
de schamele hut door. Daarbuiten in het
schemerachtig licht werd een geweldige
strijd uitgevochten, de strijd tusschen den
fcleoken arktischen zomer, zoo arm en teer
van kleur, en het razend geweld van den
verraderlijken poolnacht-
Duizendvoudig leven boog stervend het
hoofd, de heele schaar van zomerplanten,
die in de poolstreken nog groeien kunnen:
de gelo saxifragia, de znchtrose silene, de
moerasbrem, de lichtgele papaver en de
weerbarstige ijsranonkel alle werden door
den witten dwingeland ten doode gezweept.
De laatst! glimmende vonken verdoofden
aau den haard. In do hut was men ter ruste
gegaan. Barones von Heffner was in haar
„boudoir" gekropen, on de anderen lagon
hier en dam: op de banken.
Bratt lag te kijken naar het smeulende
vuur. Wat een dag was het' geweestl Zijn
heele lichaam was gebeukt door al de ver
moeienissen. Maar slapen kon hij niet. Zijn
oogen staarden droomend in een wereld,
waar het sprookjeswonder leeft te midden
van gevaren en ontbering en waar het ge
luk opbloeit tusschen de graven.
Plotseling hoorde hij een zwak geluid als
het kermen van een ziek dier.
Hij luisterde.
Weer hoorde h(j het. Maar ditmaal ging
het stille jammeren over in snikkend klagen.
't Was Frida, die haar hoofd in het kus
sen had gedrukt en bedroefd schreide.
r.'t- X.
DE SPITSBURGER HOND.
Do jonge barone3 sliep meer dan twaalf
uur.
Toen zij ontwaakte, was zij alleen In de
hut. Zjj trok een der gordjjen voorzichtig
op zij en zag, dat door de twee raamopenin
gen licht naar binnen viel. 'tWas 'duidelijk,
dat de storm was beiaard. De kou snerpte
in haar gezicht en deed haar de dekens over
het hoofd trekken. Ze was stijf in al haar
ledematen. De harde planken hadden, door
de onderlaag van dekens heen, haar ver
wend lichaam wreed gepijnigd.
O, haar vader moest het weten, hoe zjjn
lieveling door het lot mishandeld werd in
dat koude, ongastvrije noorden, in een ellen
dige, viesriekende hut, waar men op z'n
best rechtop kon staan, en dan samen met
drio mannen!.... jHoo zou het gaan, als
er geen hulp kwam? Het was onverdraag
lijk ta denkenEn toch voelde ze zich,
ondanks alles, gezond en wol. Als ze maar
een behoorlijke matras had met een dons
dekbedjeKwam daar iemand? Ze stak
haar hoofd boven de dekens en luisterde
Neen! Maar wat zag ze daar? Op de kist,
die tot nachttafel was ingericht, stond naast
da boekan een photographielrjst, en in het
schemerlicht onderscheidde ze het portret
van een man met een deftigen baard
haar eigen vader! Ze richtte zich op, greep
hel portret met bei haar handen en kuste
het, zoende het telkens weer, terwijl de trar
nen over haar wangen stroomden. Ze be
keek het dierbare gezicht. Hoe lief en streng
en fier zag haar vader er uit! 't Was of
zijn schrandere, vaste blik tot haar sprak:
„Frida-tje," zei hij, „wees niet bang. We
moeten allon onzen strijd en onzen beproe
vingen te boven komen, waarbij onze ware
rcenschenwaarde moet blijken. Nu is het jouw
beurt, je zult ons geen oneer aan doen."
Frida sprong op. Het was of haars vaders
stem haar in de ooren klonk. Ze legde het
portret weg en trok haar laarzen aan. Op
de kist was een kan water neergezet en een
stukje zeep en daarnaast lag oen reepje
papier, waarop de volgende lakonische dag
order geschreven was: „Wil u het eten ver
der klaarmaken tegen drie uur." Geen on-
derteekening, geen opschrift.
In de hut was een chronometer opge
hangen. Dia wees op halfdrie. Frida kreeg
een kleur van schrik. Hoe lang had ze
zich verslapen! Zonder verder aau haar toi
let te denken, begon ze aanstonds met de
toebereidselen voor het middagmaal. Alles
was voor haar gereed gezet. Het hout lag
behoorlijk gestapeld op den haard, de spaan
ders behoefden slechts aangestoken te wor
den. Een groote bus met vleesch was voor,
gebruik klaargezet. Ze had den inhoud alleen
maar in een van de pannen te doen. Alles
was afgewasschen en stond op zrjn plaats.
Do hut was geveegd en toen het vuur be
gon te branden, werd het opeens gezellig.
Frida stak haar hoofd buiten de deur en
uitte een kreet van verbazing. Het gehee'e
landschap was anders. Alles, wat ze zag,
was wit en nog eens wit, afstekend tegen
den loodgrijzen achtergrond van een fjord;
een bleek uitspansel hing koud over die
troosteloos eentonige witheid.
De sneeuw had de hut bijna bedolven. Er
was een weg gebaand door den sneeuwberg,
die zich voor de deur gevormd had. En
diepe voetsporen, die naar het slrand lie
pen, zedien haar welken weg haar lotge-
nooten genomen hadden. Maar de kleine
zwarte scheren, die aan de zuidzijde van
de bocht lagen, hadden daar nu het rijk
alleen. Het wrak van de „Victoria" was
verdwenen. Er hing een kijker iu de hut.
Frida nam dien en onderzocht den heekn
oostelijken gezichteinder. Neen, er was niets
meer van het groote schip te zien. Zij_be-
greep welk een teleurstelling, dat voor haait
vrienden moest zijn. Er was nog zooveel*
dat ze ncodig hadden
Beneden op het strand ontdekte zij del
mannen. Ze kwamen als ganzen achterelkaar,
aan, de jonge Noor aau 't hoofd. Natuur
lijk, hij moest den weg banen door^ dei
hoog opgehoopte sneeuw. Zoo was het altijd.
Dio jonge man commandeerde hen allen..
Hij dacht voor hen en handelde voor hen.
Hij gaf zijn ordei's. 0, a,s nu die bouillon
maar gauw kookt?! Zij zelf was uitgeram
meld, hoe hongerig morsten dan do anderen
wei zrjn, die waarschijnlijk al vele uren ge
werkt en gezwoegd hadden.
Ze dekte de tafel met het tafellakentje
en vond de borden. Borden hadden ze ge
lukkig genoeg. En aan lepels was cok geen'
gebrek. Als er nu maar een paar messen:
en vorken meer geweest waren in het ser
vet, dat overigens zoo rjjk was aan inhoud.
Een potje met Fransche mosterd en een'
flesch pickles kwamen ér uit, die zette zs
op tafel. Eu midden 111 oen hoop blikjes meï
sardines, eindjes worst, koude kip, pen stop-
fleech met paling in gelei en wat er in da
haast nog meer bijeengeraapt was, ontdekte
zo plotseling een blcemenvaasje met eeul
paar verdrukte rozen er in.
Frida von Heffner werd van aandoening
bleek. Dat was een vriendelijke groet der
beschaving een aand"nken uit het NoorJ
sche kustplaatsje, waar ze een acht dageg
geleden langs waren gevaren. „Dat is dd
bloemenstad," had kapiteia Strohmann ge-',
zegd, toen een groote mand met rozen van'
de aanlegplaats overgereikt en aan dek ge-!
zet werd. „Molde," voegde hij er bij. ,.ib
een paradijs tusschen do met sneeuw bedekta.
rotsen."
I -u. (Wordt-vervolgd).