PK 16966
Maandag £51 Juni
Tweede Blad. A° 1915.
Officieele Kennisgeving.
Binnenland
Ingezonden.
Uit de Omstreken.
FEUILLETON.
In Noordpooiduistemis.
AFSLUITINC PASSAGE PLANTSOEN.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemceno kennis, dut het gedeelte van hot
Plantsoen, gelegen tusschen tie lantage en de
Rijnstraat, voor ,,ot verkeer voor voetgangers cn
rij- en voertuigen zal zijn afgesloton, o~ Maandag
21 «Juni van 8 uur 'savonds tot 1 u r 'snachts,
op Vrijdag 25 Juni van V/* uur tot i'A uur 's namid
dags en op Zaterdag 26 Juni a.s. van 8 uur 'savonds
tot 1 uur 's nac..ls.
Burgemeester en Wothouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR-,
Burgemeester,
VAN STRIJEN,
Secretaris.
Lolden, 21 Juni 1915.
H. M. de Koningiiri-Moecfcer woonde
Zondagmorgen de godsdienstoefening bij in
de Regent essekerk in Den Hang, onder ge
hoor van dr. F. van Gheel Gildemeester.
Omtrent de schortmg van clen commiea
secretarrie te Hilversum, den heer j. G.
van Schoonhoven, loco-secretaris, kan nu
het volgende worden medegedeeld:
De heer Sligting, gewezen directeur der
gasfabriek te Hilversum, was v jrnemens
beslag te doen leggen op den destijds door
hem ge-storten borgtocht van 12,000.
Zooals men weet, wil de commissie ad hoe
die een rapport uitbracht over het beheer der
"jasfmbriek door deze gewezen directeur, op
de een of andero manier vergoeding heb
ben voor dé door de gemeente geleden scha
de. De heer Sligting, bang voor ajn borg
tocht, GcSioen voornlemens hierop beslag
ie leggen, doch B. en W. wilden hem vóór
rijn.
Bij het nazien der effecten, die het be
drag van den borgtocht uitmaken, -icek, dat
laaraan twee stukken van 1000 ontbraken.
£Tet ingestelde onderzoek leidde tot het ver
moeden, dat de stukken verduisterd waren
door den genoemden commies, uie daarop
;n een spoedeisohende vergadering van B.
en W. werd geschorst.
De zaak is in handen van de justitie.
Zaterdagavond en Zondag werd in een
dor zalen van die sociëteit „De Vereeniging"
to Deventer, de jaarlijkeohe vergadering
van do Vereenigiag vaa Vrijzinnig-Demo
cratische Gemeenteraadsleden in Neder
land gehouden.
Zaterdagavond werd de huishoudelijke
vergadering door den voorzatter, mr. S. J.
L. van Aalten uit Rotterdam, geopend.
Uit het jaarverslag, uitgebracht door den
secretaris, den heer A. Roest Orol-lius,
bleek, o.a- dat het ledental was gestegen
/an 108 tot 121. Er werd oen maandblad
opgericht „Do Gemeente-politiek" ge
naamd, dat zeer wordt gewaardeerd, ook
buiten de partij.
De geldmiddelen verkeeren in goeedn
staat.
Na afloop dor vergadering werd de
Gasfabriek bezichtigd en Zondagmorgen de
nieuwe Bad- en Zweminrichting, gebouwd
op groote van betcm gema/aJkte platboom
de vaartuigen in den IJsol.
Daarna werden in oen voor de pers toe
gankelijke vergadering een tweetal vraag
punten behandeld. Jhr. mr. dr. E. A. van
Bercsteyn, burgemeester van Veen dam,
leidde ito. „Gemeenschappelijke regeling
tussöhen gemeenten" en de heer A. Roest
Crollius, van Den Haag„Genrieente-
fmanoiën en de Oorlog".
Op beide onderwerpen volgde een op
gewekte gedachtenwisseRng.
Te 's-Gravenhage vergaderde de com
missie, ingesteld door de Vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten ter bcstudee-
ring van de wijze van dekking van de ori-
eis-uitgaven door de gemeenten, onder
voorzitterschap van jhr. mr. dr. E. A. van
Beresteyn, burgemeester van Veendam.
Tot seoretaris werd benoemd mr. Ph B. Li-
bourel, te Leiden.
Besloten- werd een vragenlijst te zenden
aan de bij de Vereeniging aangesloten ge
meenten en aan eenige andere grootere- en
kleinere gemeenten in de verschillende pro
vincies, daar het ondoenlijk is de gegevens
van alle gemeenten in te winnen.
Aan gemeentebesturen, die geen vragen
lijst ontvangen en er prijs op stellen hun
gegevens te'verschaffen, zullen gaarne vra
genlijsten worden toegezonden, na aanvrage
aan het bureau der vereeniging te 's-Gra-
venhage, Mauritskado 15a. De antwoorden
worden zoo spoedig mogelijk, liefst vóór
1 Juli a.s., ingewacht.
De gewone audiënties van de Ministers
van Financiën, Oorlog en Koloniën zullen
in de volgende week niet plaats hebben.
Salaris-regeling onderwijzers.
In antwoord op een schriftelijke vraag
van het Kamerlid Otrto heeft de Minister
van Binnonlanclsohe Zaken te kennen ge
geven, overtuigd te zijn, dat de tegen
woordige salarisregeling voor het onder
wijzend personeel bij de leerscholen, ver
bonden aan de Rijkskweekscholen voor On-
derivijzors en Onderwijzeressen, niet lan
ger voldoende is te achten.
De Minister geeft de verzekering, dat het
in zijn voornemen ligt het bij Hoofdstuk V
der Staatsbegroobing voor 1915 aanvanke
lijk ingediend© en vervolgens weder terug
genomen voorstel tot verbetering dezer re
geling andermaal aam te bieden, aoodra do
omstandigheden zmlks gedoogen.
Prov. Staten Zuid-Holland.
Uit een wijziging van de Provinciale be
grooting voor 1914 en 1915 blijkt, dat over
heb subsidie voor een haven te K a t w ij k
en verbetering van den waterweg naar
Umuiden voorloopig nieb wordb beschikt.
Verschillende verlagingen en verhoogim-
gen geven voor 1914 een totale verlaging
van f 453,275 en Voor 1915 van f 21,215.
God. Starten stéllen verder voor, hem te
machtigen om van de aanbieding van
'a Rijk kas tot het verkrijg em van voorschot
ben tegen eem rente van 5 pOt. 's jaars ge
bruik te maken.
De Herstelling
van het Koninklijk Paleis te Amsterdam.
Het „HbkL" schrijft:
Wij zijn in de gelegenheid geweest, om in
een onderhoud, dat wij met dén uitvoerder
van het herstellingswerk, aan het tympan
van het Koninklijk Paleis, pxof. Albert
Aerts, hadden, nader het een en anidesr over
rijn werkzaamheden op den hoogen Paleis
steiger to vernemen.
Prof. Aerst is hoogleeraar aan de Acadé
mie des Beaux Arts et Arts déoorathfs te
Brussel.
Reeds in het begin van 1914 kreeg de
heer Aerbs van de commissie, welke voor
de restauratie van den Paleisgevel is ge
vormd, het verzoek, om rich aam deze
taak te wijden. Prof. Aerts heeft toen een
onderzoek ter plaartse ingesteld en naar
aanleiding daarvan eem rapport uitge
bracht. Dit rapport leidde tot een op
dracht, welke hem in Juli van het vorige
jaar gewerd.
Eind Juli zond prof. Aerts zijn materialen
per boot naar Amsterdam en hij zou in de
eerste dagen van Augustus zelf volgen, toen
de oorlog tussohenbeide kwam.
Toen werd afgesproken, men moest
ook met het seizoen rekening houden
dat do hoer Aerts half Mei van dit jaar ko
men zou. Maar het duurde geruimen tijd
eer hij zijn paspoort kon krijgen en zoo
kwam hij eerst begin Juni hier aam.
Gezeten voor het raam van Krasnapolsky,
met het uitricht op den Paleissteiger, waar
hij van 's morgens zeven .uren af arbeidt,
ging prof. Aerst kleine figuur niet vier
kanten kop, grijze snor en sikje aan het
vertellen hoe hij werkt, wat hij zich tot
taak stelt.
Wat verloren is, is verloren, .zoo be
toogde prof. Aerts. Ik zal mij er boe bepa
len, met de grootste zorg te behouden en te
versterken, wat besbaat. Dat gebeurt met
een soort metallisch cement.
Of er dan geen stukken werden aange
zet? vroegen we.
Er ontbreek alleen een vrouwenhand,
links van de middenfiguur, welke hand
e»en kroon vasthoudt. Die hand. zal er bij
worden gemaakt, vermoedelijk n.et port
land-cement en geperst Rijnzand, volgens
het stelsel Blaton-Aubert.
De studiën vam Quellijn in'hot Rijksmu
seum geven aan prof. Aerts een handled-
ding voor dit werk.
Heb was prof Aerts opgevallen, dat er,
zeker meer dan oen halve eeuw geleden,
ook een restaurateur aan het work was ge-
woest, die hier on daar marmeren stukken
aan de boeiden had toegevoegdeen arm,
een hand on een schilddit marmer is
reeds zwart geworden.
Mijn werk, aldus dc hcor Aerts, met een
bevattelijk beeld zijn bedoelingen „verdui
delijkend, i3 te verge] ijkem bij dat vam een
tandmeester, die een gat in een tand vult
met cement. Met dien verstande cLat i'k de
tweede tandmeester ben, die er mee bezig
is. Op dïie wijze wordt, zooveel mogelijk,
behouden van het werk van Quellijn.
Een paar maanden, zoo vernamen wij ton
slotte, zal hot werk duron, waarin Aerts
door oen vijftal medewerkers, Belgen en
Hollanders, wordt bijgestaan.
Het werk geschiedt onder opperleiding
van de commissie, met name van prof. Odé,
uit Delft.
Vrijwillige Landstorm.
Geachte Redactie I
Een oogenblik heb ik gemeend het stukje
van den heer Van Lummel niet te moeten
beantwoorden, om de schandelijke insinua
tie aan het slot der tweede alinea.
Maar ik ben nogal vergevensgezind en
bovendien: „Wie zwijgt, stemt toe', en ik
dien dus te voorkomen, dat men die con
clusie zou kunnen trekken. Als een ridder
uit den goeden, ouden tijd neemt de heer
Van L. het voor den heer Den Jlouter
op, rnaar bij nader inzien blijkt die ridder
een Don Quickotte te zijn, die tegen wind
molens vecht. Gij zegt „mogelijk wat scherp
te oordeelen", maar eilacie, ik zou eer
zeggen, houdt mij de qualificatie ten goede,
u oordeelt niet scherp, maar dom, wijl ver
keerd.
Ja, waarlijk, ik werd in Amsterdam, hoe
wel ik voor de militie was goedgekeurd,
voor de schutterij afgekeurd, met welk re
sultaat ik van alle zijden werd gelukge-
wenscht en waarom ik t$n zeerste werd be
nijd! 't Was weer een van die vele raad
selachtige, vermakelijke vertooningen uit den
„bloeitijd" der schutterij. Uit dien t'jd,
toen, ik herinner het mij als den dag van
gisteren, mijn leeraar aan de H. B. S., thans
een der meest bekende Kamerleden, in allen
ernst verzocht „kunstlievend lidder schut
terij te worden, in plaats van als dienst
doend schutter te worden ingelijfd!
In trouwe, als de lieer v. L. hier ter
stede woonde, &ju hij, mijn lichamelijke en
geestelijke gesteldheid kennende, waa cchrjn- j
lijk zijn minderwaardige quaiiiicatie wel in j
dc pen gehouden hebben.
Maar zelfs al ware ik physiek en gees- j
telijk minderwaardig, zoudt u mij dat dan
mogen verwijten?
Logisch is uw redeneering echter ge
heel niet in orde eerst onderstelt u,
dat ik niet geheel bij mijn positieven zou
zijn, terwijl u verderop schrijft, dat ik als
„ernstig mensch" niet mag spotten!
I'k ging over tot den aanval, ik koos dus
de wapens en gedachtig er aan, dat „le
ridicule tue", koos ik dezen vorm voor mijn
stukje. Waarom zou ik niet mogen spotten?
Die vrijwillige landstorm doet! mij altijd
maar denken aan de schutterij zaliger
al eerbiedig ik natuurlijk den ernst van
velen der deelnemers bij vele anderen
echter is het berekening en anders niet.
Dat ik er tegen opkom om aan dat ge
doe 'nog een uitbreiding te geven, die het
oprichtingscomi.é, 'bestaande uit personen, j
die waarlijk wel weten, wat zij willen, niet j
noodig achtte, is mijn recht en het zij in j
alle 'bescheidenheid gezegd, er behoort wel i
eenigen moed toe, om in den tegenwoor- i
digen tijd, dit in het publiek te durven i
uiten, 'fc Is wel is waar een ander scort j
van 'moed dan die, welke u onderstelt bij
mr 'afwezig te zijn. Is deze bij u wel aan-
wezig? Proefondervindelijk zal dat dan nog
moeten 'blijken, al wensch ik u en niemand j
zoo'n "proeftijd toe.
Dat ik overigens voor het militairisme
niet veel gevoel, heb ik nooit onder stoelen
of banken gestoken. Mijn opvoeding, als
zoon van een Doopsgezind predikant, heeft j
mij Waarschijnlijk van jongsaf al in die
richting gedreven en dat dat gevoel er door
de gebeurtenissen van het laatste Jaar met
op vermindert, doch zeer versterkt is, be
hoeft 'zeker ^vel geen nader betoog.
Uw 'ongetwijfeld in!e:cssante be :chonvin
gen over torenvlaggen, magen, beurspoiitie,
zal ik links laten liggen; ik wil hog slechts
een enkele opmerking maken over uw oor
deel over het economisch leven.
In 't algemeen is het voor iemand, die
meer Voor het militaire handwerk dan voor
het -burgerlijk leven voelt, moeilijk z'ch goed
in te denken in de gevolgen van dezo we
reldcrisis op ons maatschappelijk leven.
Vooral voor jonge militairen, zooals u er
ongetwijfeld 'een rijt.
Schrijver dezes, die heel wat vrienden
heeft in ons officiers-corps en heel wat
over militaire kwesties met hen heeft ge-
boomd, matigt zich niettemin niet het recht
aan, om te oordeelen over militaire pro- j
blemen en wat dies meer zij, maar evenzeer i
dient u de gevolgen in het maatschappelijk
leven, 'die de dienst na zich sleept, niet te
licht te tellen.
Waar ik, a's lid van het dagelrjksch be
stuur van het Steuncomité alhier en nog j
meer in het bijzonder als lid van het sub-
ccmité 'daarvan, dat zich de belangen heeft j
aangetrokken Van de geniobi i:eerde kleine- j
neringdoenden, uit eigen, rijke ervaring van I
nabij bekend ben met de enorme ontred- j
idering in tal van zaken hier ter stede j
cn weet hoe vele nijvere burgers met hun
gezinnen aan den rand van den afgrond j
zijn en worden gebracht, daar acht ik liet i
duren plicht met mijn zwakke krachten te
maken, dat men „vrijwillig" die misère gaat
vergrooten.
Trouwens, allicht Jiebt u d*:r dagen uit
de couranten wel gelezen, dat zelfs het
Regeerings-landstorm-ontwerp in de Twee
de Kamer niet gunotig is omvangen. Zouden
die afgevaardigden ook allen een vpolitie-
agent bij hun beurs" moeten hebben?
Mijn antwoord is onwillekeurig wat lan
ger geworden, dan mijn eerste stukje; ik
hoop, dat de maag van mijn geachten tegen
stander het zal kunnen verduren, anders
maar „op ziekenrapport".
Der Redactie mijn v, elgemeenden dank
voor de plaatsing.
- D. p. HARTING.
Leiden, 20 Juni 1915.
BOSKOOP.
Op voorstel van B. en W. heeft do
Raad besloten, aangezien de sleenko'envoor-
raad bij normaal gebruik slechts lot einde
September voldoende is, tot vaststelling van -
de volgende g&sprijzen: lichtgas tegen 10
cents per kub. M. met een maximum van
de hel te van het verbruikte gas in <le over
eenkomstige maand van het vorige jaar.
V.oor meer gebruik 20 cents per kub. M.
De muntgasverbruikers mogen 30 kub. M.
per maand tegen S cents per kub. M. ge
bruiken, het meerdere wordt tegen 16 cents
per kub. M. geleverd.
Ged. Staten hebben mededeéiing gedaan,
dat voorloopig afgezien werd van een grens
wijziging tusschen Boskoop en Alphen, we
gens bezwaren, d:or Alphen gemaakt te
gen toevoeging van een gedeelte van die
gemeente 'bij Boskoop. (,,N. R. C.")
BODEGRAVEN.
Te Utrecht is geslaagd als onderwij
zeres mej. J. G. van Waveren, alhier.
LISSE.
Gisteravond werd in het gebouw van
den Ned. R.-K. Volksbond een pfopaganda-
vergadering gehouden, met het doel om te
geraken tot de oprichting van een afdee-
ling van de R.-K. Vereeniging voor Volks
zang. De heer F. H. M. Schephorst, lid van
het diocesane Hoofdbestuur te Haarlem,
hield een rede, waarin hij het doel en stre
ven van den Bond uiteen zotte.
Door liet propaganda-koor der afdeeling
Haarlem werden, onder leiding van den
heer Jac. de Jong, te Haarlem, een drietal
zangstukken uitgevoerd. Ook door mevr.
Berghuisfc'choon, te Haarlem, werden eeni
ge liederen voorgedragen. Dc groote zaal
was propvol met belangstellenden.
OEGSTGEEST.
De collecte voor den Gewapenden dienst
alhier heeft opgebracht f 35.415.
VALKENBURG.
Zaterdagavond hield de Harmonie eens
weer haar repetitie in de tent en bracht ecu
achttal stukken, onderscheidend van genre,
ten gchoore. Vol en harmonisch klonk de
muziek, slechts door weinigen beluisterd en
gewaardeerd. Voor de vereeniging hopen
wij, dat het gerucht, voortaan elke open-
bare uitvoering aan te kondigen, op waar»
1 heicl berust.
OORSCHOTEN.
Bij de landbouwers Br., aan den Rijndijk,
en wed. v. d. K., is mond- en klauwzeer
uitgebroken. Van den eerste zijn enkele
vette koeien en schapen afgemaakt.
Per circulaire werd onlangs aan de
leden 'der Ned.-Herv. Kerk bekend gemaakt,
dat er een tekort was van ruim f700, vooral
Ion gevolge van restauratiekosten aan heb
kerkgebouw en het orgel. De daarvoor ge
houden collecte heefc opgebracht f579.05,
zoodat het tekort nog niet gedekt is.
9)
Bratt nam het op zjjn rug en
bracht het bij den 'overigen voorraad. Een
kist met scheepsbeschuit on een massa versoh
gebakken brood, dat hij vond, ging denze'.f-
den weg. Een tonnetje ongezouten boter, een
koffiekan en twee gegalvaniseerde pannen
voltooiden zijn keukenuitrusting. Er was
Diets meer, dat gebruikt kon worden. Hij
zocht tevergeefs naar petroleum. Maar daar
entegen ontdekte hij in de provisiekast een
massa waskaarsen; daarvan nam hij zooveel
pakken mee, als hij dragen kon.
Bratt stond opeens stil, terwijl hjj een
vaatje bier naar boven droeg, naar den sta
pel van allerlei levensmiddelen.
Wat was dat?
Onder zich hoorde hij een vreemd schu
rend geluid, als het knorren van een zee
monster. En het wrak schudde en trilde in
alle voegen.
VIII.
/'DE VERWACHTE STORM KOMT.
Jorgen Bratt werd doodsbleek.
Zou al zijn werk tevergeefs zijn?
Hef was duidelijk, dat het achterschip be
gon te glijden. Hjj vloog naar het dek.
Een of andere onzichtbare macht scheen
aan het wrak te rukken en te trekken. Kleine
golven sloegen al over het reservo-stuurrad,
.en de helling op het dek werd scherper.
Maar het schip gleed niet meer.
Een laatste ruk die de treurige over
blijfselen van de „Victoria" deed kraken,
en het wrak lag stil als te voren.
Maar die waarschuwing nnakte, dat Bratt
zich haastte. Het gelukte hem na veel in
spanning den toegang tot zijn eigen hut te
forceeren, waar hij niet lang behoefde te
zoeken naar zijn pak van Belgisch drill en
een zware kist met patronen. Verder r.am hij
alle kleeren mee, die er waren, een paar
zeelaarzen, een handkoffer, waarin hij wist,
dat een kompas W3S, en andore nuttige
zaken. In de hut van den kapitein ontdekte
hij een buks met ammunitie en een prach-
tigen Zeis-kjjker. Hij slaagde er ook in zich
den weg te hanen naar de hut van bar-ones
von Heffner, aan stunrboordszijde eerste éta
ge. De hut was halfvol water, maar een lee-
ren handkoffer, die in de kooi lag, was daar
door gespaard gebleven voor nat worden.
Eveneens een prachtige bontmantel, die aan
een 'kapstok hing, en dan een pholographie
van een ouden heer met een krijgshaftig
voorkomen.
Ten slotte beproefde Bratt ook nog bij
de hut van den professor te komen, maar dat
moest hjj opgeven .,daar het water het niet
toeliet. In de haast greep hij nog een paar
handkoffers, een hoop kleeren uit de hut
kleerkasten en zooveel gereedschap als hjj
vinden kon.
Anderhalf uur was Bratt op deze wijze
bezig geweest. Hjj was doodmoe en moest
oen paar maal rust nemen, eer hjj voort
kon gaan. In een hut vond hij een broek en
een wollen trui; die trok hjj aan. En een
bonten muts trok hij over zjjn ooren.
Een 'koude wind veegde nu over het dek,
en donkere, loodgrijze wolken rezen op aan
den noordoostelijken gezichteinder. De pro
fessor en de jjsloods volgden van het strand
met 'gespannen aandacht zjjn bewegingen.
Met 'behulp van een lange loodlijn, die
in 'kortere -einden werd verdeeld, gelukte
het 'Bratt al het gevondene neer te laten
in de sloep. Dat was een lang en moeilijk'
werk, maar eindeljjk was de laatste kost
bare kist in de boot afgedaald en ook het
biervaatje, zoodat Bratt van boord kon gaan.
Hij liet de boot tot op het watervlak zakken
en kwam met behulp van de touwen zelf er
in. Nu haakte hij de boot los, greep de rie
men en roeide naar land, terwijl de eerste
voorloopers van den noorderstorni in „Vic
toria's" binnenste loeiden.
De professor was opgetogen, toen de boot
op het zand schuurde. Hij waadde er heen en
hielp Bratt de zware sloep op het strand
trekken. En zijn Gallische geestdrift nam
toe, toen hij den kostbaren inhoud 2ag.
Hjj omhelsde den Noorman, hij sprong
rond op het strand, trok aan zijn wijsheids-
krullen, lachte en schreide te gelijk.
„Nu wordt u beter," zei hij tot Johnsen,
of u wil of niet. We zullen hier koninkljjk
kunnen leven onder Rabots gletscher. Binnen
een week zjjn we bij' den IJsfjord en een
maand 'later thuis."
De loods stond met moeite op.
„O, ho," zei, met een poging tot een
glimlach, „dat gaat niet zoo gauw. Voor-
loopig moeten we den voorraad in veilig
heid brengen, anders eet de storm dien voor
ons op. Als ik me niet bedrieg, zit ,er
Bneeuw in die wolken. En dani
Bratt zag hem vragend aan.
„Wat bedoelt ge?"
„Dan is er geen weg voor ons naar Sas-
senbaai," fluisterde hjj. „Dan worden we
genoodzaakt te overwinteren of onze kans
te wagen met de sloep."
De professor hoorde niets. Hjj was druk
in de weer om den proviand naar de hut te
brengen. Hij neuriede een wijsje, dat niet
paste voor een wereldberoemd geleerde: dé
Carmagnole.
De jonge barones ontving hen. Ze zag
er opgewekt uit. Haar kleeren waren ge
droogd, ze had met haar sierlijke handen
heur haar in orde gebracht cn heel haar
lief persoontje. Men zou nooit vermoed heb
ben, dat die jonge dame met dat fijne
blesje op haar wangen een paar uur ge
leden in de IJszee met den dood had ge
worsteld.
Frida von Heflner was in werkelijkheid
niet zoo gelukkig en hoopvol, als z'j hzt
liet voorkomen. De angst en hel opzien tegen
de onbekende gevaren in die levenlooss
streek benauwden haar in haar hart; maar
zo had zich voorgenomen moedig en flink
te zjjn in het ongeluk en niet den moed der
anderen neer to slaan door geklaag en gehuil.
„Hier komen we aandragen met de heele
provisiekast van „Victoria!" riep de profes
sor en zwaaide de Hamburger ham in de
lucht. Nu is er geen nood meer. Qa ira,
9a ira!"
„0, wat zullen we een heerlijk avondeten
hebben," zei ze blijde. „Ik herken die harr,.
't Is toch mnar goed, dat er een dame in
uw midden is, dio kan koken
De kleine Russen-hut stond at spoedig
vol met al de goede dingen uit de sloep.
En Frid3 uitte een vreugdekreet, t en haar
handkoffer do deur inkwam1, gevolgd door
een hoop wollen dekens on kussens.
Maar toen do laatste kist achter de los
hangende dour was gebracht en de gaten
in de hut met zorg waren dichtgestopt, viel
de eerste grillige sneeuwbui te midden van
don korten pool-zomer. Ze werd over land
gedragen door den zwaarsten storm, die ooit
fapitsbergen geteisterd heeft. En de sneeuv
begroef in één enkelen nacht den zomer,
vulde het heels land met somberheid, dwong;
de toeristenschepen bij het Beren-eiland om'
te keeren en maakte in een week een eind®
aan al de schoonheid en lieflijkneid, die kan
ontspruiten tusschen al het zwijgend dooi-
scha van het ijs.
Dat was de ongelukszomer van spits
bergen, en van uit dat verre, starro
eiland verbreidde zich een verschrikking,
die op de breede vleugelen van den angst
trok door do heele wereld.
'IX.
IN OTTAMKOFS HUT.
De schipbreukelingen zaten opgesloten.
De storm kwam met ijzigen noordenwind
do bocht in. Het werd al kouder en kou
der. Da sneeuwvlokken, die eerst vochtig
waren en met regen vermengd, werden vas
ter en dichter. Ze vlogen in lange horizon
taio strepen en werden door de razemjj
van den storm onder jammerlijk gehuil het
land in gejaagd.
Maar Ottamkofs hut was voor de laugo
winternachten gebouwd. Uit oen eersto
vluchtig onderzoek bleek, dat z'j dicht was.
Het vuur verwarmde haar, en de groote
stapels van oud drijfhout in het kot waren
voor veel weken voldoende.
Do drie mannen hadden genoeg fro doen
met het in-orde-brengen van alles, wat uit
„Victoria" gekomen was. De halve hut was
er mee gevuld. Alle eetwaren werden in
den noordwc-stelijken heek geborgen, die
klaarblijkelijk tot provisiekast had gediend.
Een oude, beschimmelde plank, die aan een
haak kon opgehangen worden, vertoonde nog
duideljjke sporen, dat ze eens gebruikt was
om brood op te snijden.
(Wordt vervolgd).