PK 16966 Maandag £51 Juni Tweede Blad. A° 1915. Officieele Kennisgeving. Binnenland Ingezonden. Uit de Omstreken. FEUILLETON. In Noordpooiduistemis. AFSLUITINC PASSAGE PLANTSOEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemceno kennis, dut het gedeelte van hot Plantsoen, gelegen tusschen tie lantage en de Rijnstraat, voor ,,ot verkeer voor voetgangers cn rij- en voertuigen zal zijn afgesloton, o~ Maandag 21 «Juni van 8 uur 'savonds tot 1 u r 'snachts, op Vrijdag 25 Juni van V/* uur tot i'A uur 's namid dags en op Zaterdag 26 Juni a.s. van 8 uur 'savonds tot 1 uur 's nac..ls. Burgemeester en Wothouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR-, Burgemeester, VAN STRIJEN, Secretaris. Lolden, 21 Juni 1915. H. M. de Koningiiri-Moecfcer woonde Zondagmorgen de godsdienstoefening bij in de Regent essekerk in Den Hang, onder ge hoor van dr. F. van Gheel Gildemeester. Omtrent de schortmg van clen commiea secretarrie te Hilversum, den heer j. G. van Schoonhoven, loco-secretaris, kan nu het volgende worden medegedeeld: De heer Sligting, gewezen directeur der gasfabriek te Hilversum, was v jrnemens beslag te doen leggen op den destijds door hem ge-storten borgtocht van 12,000. Zooals men weet, wil de commissie ad hoe die een rapport uitbracht over het beheer der "jasfmbriek door deze gewezen directeur, op de een of andero manier vergoeding heb ben voor dé door de gemeente geleden scha de. De heer Sligting, bang voor ajn borg tocht, GcSioen voornlemens hierop beslag ie leggen, doch B. en W. wilden hem vóór rijn. Bij het nazien der effecten, die het be drag van den borgtocht uitmaken, -icek, dat laaraan twee stukken van 1000 ontbraken. £Tet ingestelde onderzoek leidde tot het ver moeden, dat de stukken verduisterd waren door den genoemden commies, uie daarop ;n een spoedeisohende vergadering van B. en W. werd geschorst. De zaak is in handen van de justitie. Zaterdagavond en Zondag werd in een dor zalen van die sociëteit „De Vereeniging" to Deventer, de jaarlijkeohe vergadering van do Vereenigiag vaa Vrijzinnig-Demo cratische Gemeenteraadsleden in Neder land gehouden. Zaterdagavond werd de huishoudelijke vergadering door den voorzatter, mr. S. J. L. van Aalten uit Rotterdam, geopend. Uit het jaarverslag, uitgebracht door den secretaris, den heer A. Roest Orol-lius, bleek, o.a- dat het ledental was gestegen /an 108 tot 121. Er werd oen maandblad opgericht „Do Gemeente-politiek" ge naamd, dat zeer wordt gewaardeerd, ook buiten de partij. De geldmiddelen verkeeren in goeedn staat. Na afloop dor vergadering werd de Gasfabriek bezichtigd en Zondagmorgen de nieuwe Bad- en Zweminrichting, gebouwd op groote van betcm gema/aJkte platboom de vaartuigen in den IJsol. Daarna werden in oen voor de pers toe gankelijke vergadering een tweetal vraag punten behandeld. Jhr. mr. dr. E. A. van Bercsteyn, burgemeester van Veen dam, leidde ito. „Gemeenschappelijke regeling tussöhen gemeenten" en de heer A. Roest Crollius, van Den Haag„Genrieente- fmanoiën en de Oorlog". Op beide onderwerpen volgde een op gewekte gedachtenwisseRng. Te 's-Gravenhage vergaderde de com missie, ingesteld door de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten ter bcstudee- ring van de wijze van dekking van de ori- eis-uitgaven door de gemeenten, onder voorzitterschap van jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn, burgemeester van Veendam. Tot seoretaris werd benoemd mr. Ph B. Li- bourel, te Leiden. Besloten- werd een vragenlijst te zenden aan de bij de Vereeniging aangesloten ge meenten en aan eenige andere grootere- en kleinere gemeenten in de verschillende pro vincies, daar het ondoenlijk is de gegevens van alle gemeenten in te winnen. Aan gemeentebesturen, die geen vragen lijst ontvangen en er prijs op stellen hun gegevens te'verschaffen, zullen gaarne vra genlijsten worden toegezonden, na aanvrage aan het bureau der vereeniging te 's-Gra- venhage, Mauritskado 15a. De antwoorden worden zoo spoedig mogelijk, liefst vóór 1 Juli a.s., ingewacht. De gewone audiënties van de Ministers van Financiën, Oorlog en Koloniën zullen in de volgende week niet plaats hebben. Salaris-regeling onderwijzers. In antwoord op een schriftelijke vraag van het Kamerlid Otrto heeft de Minister van Binnonlanclsohe Zaken te kennen ge geven, overtuigd te zijn, dat de tegen woordige salarisregeling voor het onder wijzend personeel bij de leerscholen, ver bonden aan de Rijkskweekscholen voor On- derivijzors en Onderwijzeressen, niet lan ger voldoende is te achten. De Minister geeft de verzekering, dat het in zijn voornemen ligt het bij Hoofdstuk V der Staatsbegroobing voor 1915 aanvanke lijk ingediend© en vervolgens weder terug genomen voorstel tot verbetering dezer re geling andermaal aam te bieden, aoodra do omstandigheden zmlks gedoogen. Prov. Staten Zuid-Holland. Uit een wijziging van de Provinciale be grooting voor 1914 en 1915 blijkt, dat over heb subsidie voor een haven te K a t w ij k en verbetering van den waterweg naar Umuiden voorloopig nieb wordb beschikt. Verschillende verlagingen en verhoogim- gen geven voor 1914 een totale verlaging van f 453,275 en Voor 1915 van f 21,215. God. Starten stéllen verder voor, hem te machtigen om van de aanbieding van 'a Rijk kas tot het verkrijg em van voorschot ben tegen eem rente van 5 pOt. 's jaars ge bruik te maken. De Herstelling van het Koninklijk Paleis te Amsterdam. Het „HbkL" schrijft: Wij zijn in de gelegenheid geweest, om in een onderhoud, dat wij met dén uitvoerder van het herstellingswerk, aan het tympan van het Koninklijk Paleis, pxof. Albert Aerts, hadden, nader het een en anidesr over rijn werkzaamheden op den hoogen Paleis steiger to vernemen. Prof. Aerst is hoogleeraar aan de Acadé mie des Beaux Arts et Arts déoorathfs te Brussel. Reeds in het begin van 1914 kreeg de heer Aerbs van de commissie, welke voor de restauratie van den Paleisgevel is ge vormd, het verzoek, om rich aam deze taak te wijden. Prof. Aerts heeft toen een onderzoek ter plaartse ingesteld en naar aanleiding daarvan eem rapport uitge bracht. Dit rapport leidde tot een op dracht, welke hem in Juli van het vorige jaar gewerd. Eind Juli zond prof. Aerts zijn materialen per boot naar Amsterdam en hij zou in de eerste dagen van Augustus zelf volgen, toen de oorlog tussohenbeide kwam. Toen werd afgesproken, men moest ook met het seizoen rekening houden dat do hoer Aerts half Mei van dit jaar ko men zou. Maar het duurde geruimen tijd eer hij zijn paspoort kon krijgen en zoo kwam hij eerst begin Juni hier aam. Gezeten voor het raam van Krasnapolsky, met het uitricht op den Paleissteiger, waar hij van 's morgens zeven .uren af arbeidt, ging prof. Aerst kleine figuur niet vier kanten kop, grijze snor en sikje aan het vertellen hoe hij werkt, wat hij zich tot taak stelt. Wat verloren is, is verloren, .zoo be toogde prof. Aerts. Ik zal mij er boe bepa len, met de grootste zorg te behouden en te versterken, wat besbaat. Dat gebeurt met een soort metallisch cement. Of er dan geen stukken werden aange zet? vroegen we. Er ontbreek alleen een vrouwenhand, links van de middenfiguur, welke hand e»en kroon vasthoudt. Die hand. zal er bij worden gemaakt, vermoedelijk n.et port land-cement en geperst Rijnzand, volgens het stelsel Blaton-Aubert. De studiën vam Quellijn in'hot Rijksmu seum geven aan prof. Aerts een handled- ding voor dit werk. Heb was prof Aerts opgevallen, dat er, zeker meer dan oen halve eeuw geleden, ook een restaurateur aan het work was ge- woest, die hier on daar marmeren stukken aan de boeiden had toegevoegdeen arm, een hand on een schilddit marmer is reeds zwart geworden. Mijn werk, aldus dc hcor Aerts, met een bevattelijk beeld zijn bedoelingen „verdui delijkend, i3 te verge] ijkem bij dat vam een tandmeester, die een gat in een tand vult met cement. Met dien verstande cLat i'k de tweede tandmeester ben, die er mee bezig is. Op dïie wijze wordt, zooveel mogelijk, behouden van het werk van Quellijn. Een paar maanden, zoo vernamen wij ton slotte, zal hot werk duron, waarin Aerts door oen vijftal medewerkers, Belgen en Hollanders, wordt bijgestaan. Het werk geschiedt onder opperleiding van de commissie, met name van prof. Odé, uit Delft. Vrijwillige Landstorm. Geachte Redactie I Een oogenblik heb ik gemeend het stukje van den heer Van Lummel niet te moeten beantwoorden, om de schandelijke insinua tie aan het slot der tweede alinea. Maar ik ben nogal vergevensgezind en bovendien: „Wie zwijgt, stemt toe', en ik dien dus te voorkomen, dat men die con clusie zou kunnen trekken. Als een ridder uit den goeden, ouden tijd neemt de heer Van L. het voor den heer Den Jlouter op, rnaar bij nader inzien blijkt die ridder een Don Quickotte te zijn, die tegen wind molens vecht. Gij zegt „mogelijk wat scherp te oordeelen", maar eilacie, ik zou eer zeggen, houdt mij de qualificatie ten goede, u oordeelt niet scherp, maar dom, wijl ver keerd. Ja, waarlijk, ik werd in Amsterdam, hoe wel ik voor de militie was goedgekeurd, voor de schutterij afgekeurd, met welk re sultaat ik van alle zijden werd gelukge- wenscht en waarom ik t$n zeerste werd be nijd! 't Was weer een van die vele raad selachtige, vermakelijke vertooningen uit den „bloeitijd" der schutterij. Uit dien t'jd, toen, ik herinner het mij als den dag van gisteren, mijn leeraar aan de H. B. S., thans een der meest bekende Kamerleden, in allen ernst verzocht „kunstlievend lidder schut terij te worden, in plaats van als dienst doend schutter te worden ingelijfd! In trouwe, als de lieer v. L. hier ter stede woonde, &ju hij, mijn lichamelijke en geestelijke gesteldheid kennende, waa cchrjn- j lijk zijn minderwaardige quaiiiicatie wel in j dc pen gehouden hebben. Maar zelfs al ware ik physiek en gees- j telijk minderwaardig, zoudt u mij dat dan mogen verwijten? Logisch is uw redeneering echter ge heel niet in orde eerst onderstelt u, dat ik niet geheel bij mijn positieven zou zijn, terwijl u verderop schrijft, dat ik als „ernstig mensch" niet mag spotten! I'k ging over tot den aanval, ik koos dus de wapens en gedachtig er aan, dat „le ridicule tue", koos ik dezen vorm voor mijn stukje. Waarom zou ik niet mogen spotten? Die vrijwillige landstorm doet! mij altijd maar denken aan de schutterij zaliger al eerbiedig ik natuurlijk den ernst van velen der deelnemers bij vele anderen echter is het berekening en anders niet. Dat ik er tegen opkom om aan dat ge doe 'nog een uitbreiding te geven, die het oprichtingscomi.é, 'bestaande uit personen, j die waarlijk wel weten, wat zij willen, niet j noodig achtte, is mijn recht en het zij in j alle 'bescheidenheid gezegd, er behoort wel i eenigen moed toe, om in den tegenwoor- i digen tijd, dit in het publiek te durven i uiten, 'fc Is wel is waar een ander scort j van 'moed dan die, welke u onderstelt bij mr 'afwezig te zijn. Is deze bij u wel aan- wezig? Proefondervindelijk zal dat dan nog moeten 'blijken, al wensch ik u en niemand j zoo'n "proeftijd toe. Dat ik overigens voor het militairisme niet veel gevoel, heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Mijn opvoeding, als zoon van een Doopsgezind predikant, heeft j mij Waarschijnlijk van jongsaf al in die richting gedreven en dat dat gevoel er door de gebeurtenissen van het laatste Jaar met op vermindert, doch zeer versterkt is, be hoeft 'zeker ^vel geen nader betoog. Uw 'ongetwijfeld in!e:cssante be :chonvin gen over torenvlaggen, magen, beurspoiitie, zal ik links laten liggen; ik wil hog slechts een enkele opmerking maken over uw oor deel over het economisch leven. In 't algemeen is het voor iemand, die meer Voor het militaire handwerk dan voor het -burgerlijk leven voelt, moeilijk z'ch goed in te denken in de gevolgen van dezo we reldcrisis op ons maatschappelijk leven. Vooral voor jonge militairen, zooals u er ongetwijfeld 'een rijt. Schrijver dezes, die heel wat vrienden heeft in ons officiers-corps en heel wat over militaire kwesties met hen heeft ge- boomd, matigt zich niettemin niet het recht aan, om te oordeelen over militaire pro- j blemen en wat dies meer zij, maar evenzeer i dient u de gevolgen in het maatschappelijk leven, 'die de dienst na zich sleept, niet te licht te tellen. Waar ik, a's lid van het dagelrjksch be stuur van het Steuncomité alhier en nog j meer in het bijzonder als lid van het sub- ccmité 'daarvan, dat zich de belangen heeft j aangetrokken Van de geniobi i:eerde kleine- j neringdoenden, uit eigen, rijke ervaring van I nabij bekend ben met de enorme ontred- j idering in tal van zaken hier ter stede j cn weet hoe vele nijvere burgers met hun gezinnen aan den rand van den afgrond j zijn en worden gebracht, daar acht ik liet i duren plicht met mijn zwakke krachten te maken, dat men „vrijwillig" die misère gaat vergrooten. Trouwens, allicht Jiebt u d*:r dagen uit de couranten wel gelezen, dat zelfs het Regeerings-landstorm-ontwerp in de Twee de Kamer niet gunotig is omvangen. Zouden die afgevaardigden ook allen een vpolitie- agent bij hun beurs" moeten hebben? Mijn antwoord is onwillekeurig wat lan ger geworden, dan mijn eerste stukje; ik hoop, dat de maag van mijn geachten tegen stander het zal kunnen verduren, anders maar „op ziekenrapport". Der Redactie mijn v, elgemeenden dank voor de plaatsing. - D. p. HARTING. Leiden, 20 Juni 1915. BOSKOOP. Op voorstel van B. en W. heeft do Raad besloten, aangezien de sleenko'envoor- raad bij normaal gebruik slechts lot einde September voldoende is, tot vaststelling van - de volgende g&sprijzen: lichtgas tegen 10 cents per kub. M. met een maximum van de hel te van het verbruikte gas in <le over eenkomstige maand van het vorige jaar. V.oor meer gebruik 20 cents per kub. M. De muntgasverbruikers mogen 30 kub. M. per maand tegen S cents per kub. M. ge bruiken, het meerdere wordt tegen 16 cents per kub. M. geleverd. Ged. Staten hebben mededeéiing gedaan, dat voorloopig afgezien werd van een grens wijziging tusschen Boskoop en Alphen, we gens bezwaren, d:or Alphen gemaakt te gen toevoeging van een gedeelte van die gemeente 'bij Boskoop. (,,N. R. C.") BODEGRAVEN. Te Utrecht is geslaagd als onderwij zeres mej. J. G. van Waveren, alhier. LISSE. Gisteravond werd in het gebouw van den Ned. R.-K. Volksbond een pfopaganda- vergadering gehouden, met het doel om te geraken tot de oprichting van een afdee- ling van de R.-K. Vereeniging voor Volks zang. De heer F. H. M. Schephorst, lid van het diocesane Hoofdbestuur te Haarlem, hield een rede, waarin hij het doel en stre ven van den Bond uiteen zotte. Door liet propaganda-koor der afdeeling Haarlem werden, onder leiding van den heer Jac. de Jong, te Haarlem, een drietal zangstukken uitgevoerd. Ook door mevr. Berghuisfc'choon, te Haarlem, werden eeni ge liederen voorgedragen. Dc groote zaal was propvol met belangstellenden. OEGSTGEEST. De collecte voor den Gewapenden dienst alhier heeft opgebracht f 35.415. VALKENBURG. Zaterdagavond hield de Harmonie eens weer haar repetitie in de tent en bracht ecu achttal stukken, onderscheidend van genre, ten gchoore. Vol en harmonisch klonk de muziek, slechts door weinigen beluisterd en gewaardeerd. Voor de vereeniging hopen wij, dat het gerucht, voortaan elke open- bare uitvoering aan te kondigen, op waar» 1 heicl berust. OORSCHOTEN. Bij de landbouwers Br., aan den Rijndijk, en wed. v. d. K., is mond- en klauwzeer uitgebroken. Van den eerste zijn enkele vette koeien en schapen afgemaakt. Per circulaire werd onlangs aan de leden 'der Ned.-Herv. Kerk bekend gemaakt, dat er een tekort was van ruim f700, vooral Ion gevolge van restauratiekosten aan heb kerkgebouw en het orgel. De daarvoor ge houden collecte heefc opgebracht f579.05, zoodat het tekort nog niet gedekt is. 9) Bratt nam het op zjjn rug en bracht het bij den 'overigen voorraad. Een kist met scheepsbeschuit on een massa versoh gebakken brood, dat hij vond, ging denze'.f- den weg. Een tonnetje ongezouten boter, een koffiekan en twee gegalvaniseerde pannen voltooiden zijn keukenuitrusting. Er was Diets meer, dat gebruikt kon worden. Hij zocht tevergeefs naar petroleum. Maar daar entegen ontdekte hij in de provisiekast een massa waskaarsen; daarvan nam hij zooveel pakken mee, als hij dragen kon. Bratt stond opeens stil, terwijl hjj een vaatje bier naar boven droeg, naar den sta pel van allerlei levensmiddelen. Wat was dat? Onder zich hoorde hij een vreemd schu rend geluid, als het knorren van een zee monster. En het wrak schudde en trilde in alle voegen. VIII. /'DE VERWACHTE STORM KOMT. Jorgen Bratt werd doodsbleek. Zou al zijn werk tevergeefs zijn? Hef was duidelijk, dat het achterschip be gon te glijden. Hjj vloog naar het dek. Een of andere onzichtbare macht scheen aan het wrak te rukken en te trekken. Kleine golven sloegen al over het reservo-stuurrad, .en de helling op het dek werd scherper. Maar het schip gleed niet meer. Een laatste ruk die de treurige over blijfselen van de „Victoria" deed kraken, en het wrak lag stil als te voren. Maar die waarschuwing nnakte, dat Bratt zich haastte. Het gelukte hem na veel in spanning den toegang tot zijn eigen hut te forceeren, waar hij niet lang behoefde te zoeken naar zijn pak van Belgisch drill en een zware kist met patronen. Verder r.am hij alle kleeren mee, die er waren, een paar zeelaarzen, een handkoffer, waarin hij wist, dat een kompas W3S, en andore nuttige zaken. In de hut van den kapitein ontdekte hij een buks met ammunitie en een prach- tigen Zeis-kjjker. Hij slaagde er ook in zich den weg te hanen naar de hut van bar-ones von Heffner, aan stunrboordszijde eerste éta ge. De hut was halfvol water, maar een lee- ren handkoffer, die in de kooi lag, was daar door gespaard gebleven voor nat worden. Eveneens een prachtige bontmantel, die aan een 'kapstok hing, en dan een pholographie van een ouden heer met een krijgshaftig voorkomen. Ten slotte beproefde Bratt ook nog bij de hut van den professor te komen, maar dat moest hjj opgeven .,daar het water het niet toeliet. In de haast greep hij nog een paar handkoffers, een hoop kleeren uit de hut kleerkasten en zooveel gereedschap als hjj vinden kon. Anderhalf uur was Bratt op deze wijze bezig geweest. Hjj was doodmoe en moest oen paar maal rust nemen, eer hjj voort kon gaan. In een hut vond hij een broek en een wollen trui; die trok hjj aan. En een bonten muts trok hij over zjjn ooren. Een 'koude wind veegde nu over het dek, en donkere, loodgrijze wolken rezen op aan den noordoostelijken gezichteinder. De pro fessor en de jjsloods volgden van het strand met 'gespannen aandacht zjjn bewegingen. Met 'behulp van een lange loodlijn, die in 'kortere -einden werd verdeeld, gelukte het 'Bratt al het gevondene neer te laten in de sloep. Dat was een lang en moeilijk' werk, maar eindeljjk was de laatste kost bare kist in de boot afgedaald en ook het biervaatje, zoodat Bratt van boord kon gaan. Hij liet de boot tot op het watervlak zakken en kwam met behulp van de touwen zelf er in. Nu haakte hij de boot los, greep de rie men en roeide naar land, terwijl de eerste voorloopers van den noorderstorni in „Vic toria's" binnenste loeiden. De professor was opgetogen, toen de boot op het zand schuurde. Hij waadde er heen en hielp Bratt de zware sloep op het strand trekken. En zijn Gallische geestdrift nam toe, toen hij den kostbaren inhoud 2ag. Hjj omhelsde den Noorman, hij sprong rond op het strand, trok aan zijn wijsheids- krullen, lachte en schreide te gelijk. „Nu wordt u beter," zei hij tot Johnsen, of u wil of niet. We zullen hier koninkljjk kunnen leven onder Rabots gletscher. Binnen een week zjjn we bij' den IJsfjord en een maand 'later thuis." De loods stond met moeite op. „O, ho," zei, met een poging tot een glimlach, „dat gaat niet zoo gauw. Voor- loopig moeten we den voorraad in veilig heid brengen, anders eet de storm dien voor ons op. Als ik me niet bedrieg, zit ,er Bneeuw in die wolken. En dani Bratt zag hem vragend aan. „Wat bedoelt ge?" „Dan is er geen weg voor ons naar Sas- senbaai," fluisterde hjj. „Dan worden we genoodzaakt te overwinteren of onze kans te wagen met de sloep." De professor hoorde niets. Hjj was druk in de weer om den proviand naar de hut te brengen. Hij neuriede een wijsje, dat niet paste voor een wereldberoemd geleerde: dé Carmagnole. De jonge barones ontving hen. Ze zag er opgewekt uit. Haar kleeren waren ge droogd, ze had met haar sierlijke handen heur haar in orde gebracht cn heel haar lief persoontje. Men zou nooit vermoed heb ben, dat die jonge dame met dat fijne blesje op haar wangen een paar uur ge leden in de IJszee met den dood had ge worsteld. Frida von Heflner was in werkelijkheid niet zoo gelukkig en hoopvol, als z'j hzt liet voorkomen. De angst en hel opzien tegen de onbekende gevaren in die levenlooss streek benauwden haar in haar hart; maar zo had zich voorgenomen moedig en flink te zjjn in het ongeluk en niet den moed der anderen neer to slaan door geklaag en gehuil. „Hier komen we aandragen met de heele provisiekast van „Victoria!" riep de profes sor en zwaaide de Hamburger ham in de lucht. Nu is er geen nood meer. Qa ira, 9a ira!" „0, wat zullen we een heerlijk avondeten hebben," zei ze blijde. „Ik herken die harr,. 't Is toch mnar goed, dat er een dame in uw midden is, dio kan koken De kleine Russen-hut stond at spoedig vol met al de goede dingen uit de sloep. En Frid3 uitte een vreugdekreet, t en haar handkoffer do deur inkwam1, gevolgd door een hoop wollen dekens on kussens. Maar toen do laatste kist achter de los hangende dour was gebracht en de gaten in de hut met zorg waren dichtgestopt, viel de eerste grillige sneeuwbui te midden van don korten pool-zomer. Ze werd over land gedragen door den zwaarsten storm, die ooit fapitsbergen geteisterd heeft. En de sneeuv begroef in één enkelen nacht den zomer, vulde het heels land met somberheid, dwong; de toeristenschepen bij het Beren-eiland om' te keeren en maakte in een week een eind® aan al de schoonheid en lieflijkneid, die kan ontspruiten tusschen al het zwijgend dooi- scha van het ijs. Dat was de ongelukszomer van spits bergen, en van uit dat verre, starro eiland verbreidde zich een verschrikking, die op de breede vleugelen van den angst trok door do heele wereld. 'IX. IN OTTAMKOFS HUT. De schipbreukelingen zaten opgesloten. De storm kwam met ijzigen noordenwind do bocht in. Het werd al kouder en kou der. Da sneeuwvlokken, die eerst vochtig waren en met regen vermengd, werden vas ter en dichter. Ze vlogen in lange horizon taio strepen en werden door de razemjj van den storm onder jammerlijk gehuil het land in gejaagd. Maar Ottamkofs hut was voor de laugo winternachten gebouwd. Uit oen eersto vluchtig onderzoek bleek, dat z'j dicht was. Het vuur verwarmde haar, en de groote stapels van oud drijfhout in het kot waren voor veel weken voldoende. Do drie mannen hadden genoeg fro doen met het in-orde-brengen van alles, wat uit „Victoria" gekomen was. De halve hut was er mee gevuld. Alle eetwaren werden in den noordwc-stelijken heek geborgen, die klaarblijkelijk tot provisiekast had gediend. Een oude, beschimmelde plank, die aan een haak kon opgehangen worden, vertoonde nog duideljjke sporen, dat ze eens gebruikt was om brood op te snijden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5