x 16949
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
Gemengd Nieuws.
Ingezonden.
FEUILLETON.
J.
lOiaiSflag 3. JhasiL
Tweede B»1;3<1. |9|g(
Do Eerste Kamer, die tegen Dinsdagavond
Juni is opgeroepen ter hervatting der
werkzaamheden, vindt voor dadelijke afdoe
ning in openbare vergadering o. m. gereed
het wetsontwerp betreffende opschorting van
veroorjeelingen en de voorwaardelijke in
vrijheidstelling en het wetsontwerp tot na
dere regeling van het eedsvraagstuk. Voorts
de suppletoir» Waterstaatsbegrooting voor
1915, betrekking hebbende op de kanali
satie van de Maas in Limburg, omtrent
welk wetsontwerp, gelijk men zich herinne
ren zal, de beslissing tijdens de openbare
beraadslaging in de vergadering ran 25
Maart j.l. werd aangehouden, ten einde den
Minister van Waterstaat in de gelegenheid
te stellen een nadere opgave van de kosten
to doen. Die nadere opgave Ï3 inmiddels
dezer dagen verschenen.
Voor onderzoek in de afdeelingen bp deze
wederbgeankomst der Kamer ligt een lange
reeks van door do Tweede Kamer aangeno
men wetsvoorstellen klaar, onder welke die
betreffende het buitengewone krediet voor
Oorlog on dat voor Marine; bestendiging
V3n den staat ran beleg; bijzondere maat
regelen met betrekking tot do lichting 1916;
uitbreiding van den landstorm' èn aanvul
ling van "de Landstormwet.
Het tijdelijk Gèzantschap bij don Paus.
Voorloopig Versla#.
De spoedige behandeling.
Bij vele leden had do aandrang der
Begeering tot buitengewoon spoedige be
handeling van dit wetsontwerp bevreem
ding gewekt.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
verklaarde wel, dat de zaak waarom het
gaat, ernstig geschaad zou worden, indien
zij werd uitgesteld, maar motieven werden
voor deze verklaring niet gegeven. Had
de Eegeering onverwijld handelen noodig
geacht, dan had zij het met het wetsont
werp beoogde doel kunnen bereiken door,
zonder de Sta-ten-Generaal daarin vooraf
te kennen, gebruik te maken van het haar
bij art. 15 van Hoofdstuk III der Staafcs-
begroóting verleende crediet, al zou zij
dan wegens de ontoereikendheid van dien
post spoedig een voorstel tot aanvu'ling
hebben moeten indienen.
Alsnog werd een uiteenzetting verzocht
van de gronden, waarop do Regeering op
zoo ongewoon spoedige behandeling heeft
aangedrongen.
Meerdere toelichting
verzooht
Vele leden waren van oordeel, dat de
Memorie van Toelichting geen voldoend
licht geeft omtrent de redenen, welke de
Regeering bij de behandeling dezer aan
gelegenheid hebben geleid.
Bestaat er verband tusschen de aan dr.
Nolens gegeven opd *aoht en het inge
diende wetsontwerp, wat nauwelijks
te betwijfelen valt dan isa zijn zending
kwalijk overeen te brengen met de kort
te voren, op 10 Februari j.l., door den
Minister van Buitenlandsche Zaken in de
Eerste Kamer afgelegde verklaring, dat
de omstandigheden er niet naar waren
om op dat oogenbUk de missie bij den
Pauselijken Stoel te herstellen. Men on
derstelde dus, dat tusschen 10 Februari
en het oogenblik, waarop besloten werd
Jr. Nolens te verzoeken naar Rome te
gaan, in do omstandigheden verandering
is gekomen en wensohto dan te vernemen,
waarin die verandering bestond-. Gaarne
zou men verder met den inhoud van de
aan dr. Nolens verstrekte opdracht in ken
nis gesteld worden en vernemen, welke
inlichtingen hij aaDgaande de beteekenis
der in de toelichting bedoelde berichten
aan de Regeering heeft versohaft.
In het jijzondor miste men in de Me
morie van Toelichting de noodige inlich
tingen omtrent de redenen, welke de Re
geering ebben bewogen de aanstelling van
een tijdelijken gezant bij don Pauselijken
Stoel in 's lands belang te achten.
Tegenstand en instemming.
Bij het afdeelingsoh 7 er zoek bleek, dat
de gevoelens der leden omtrent het voor
stel der Regeering zeer uiteenliepen. Ne
vens scherpen tegenstand bij enkelen vond
het bij anderen instemming. Tusschen
deze uitersten vertoonden zi li de meenin-
geip van velen, die in meerdere of mindere
mate bedenkingen tegen het wetsontwerp
hadden en die hun stem over het wetsont
werp van nadere inlichtingen van de Re
geering afhankelijk stelden. -
Het scherpst stonden tegenover het Re-
geeringsvoorstel leden, die dit, afgeschei
den van andere bezwaren, uit principieel
oogpunt onaannemelijk achtten. Van de
ze zijde werd aangevoerd, dat elk terug
komen op de sinds 1872 bestaande en met
instemming ook van velen ter rechterzijde
sedert gehandhaafde verhouding tusschen
ons land en het Vaticaan, dus ook de zen
ding van een tijdelijken en bijzonderen
gezant, in strijd mot het beginsel van
scheiding van Kerk en Staat, welk begin
sel men ongerept gehandhaafd wenschto
te zien. Van principieelen aard was ook
het bezwaar, dat aanneming van het wets
ontwerp de erkentenis zou insluiten, dat
de Paus als souverein is te beschouwen.
Voorts waren er leden, die de indiening
van het wetsontwerp betreurden, omdat
zij vreesden, dat hot voorstel der Eegee
ring gelijk trouwens reeds gebleken is
het geval te zijn bij een deel des volks
gevoeligheden zou opwekken, ook al
trachtte men aan dat voorstel elke prin
cipieel© beteekenis te ontzeggen.
Verscheidene leden meenden, dat in de
bestaande omstandigheden bij kwesties van
buitenlandsoh beleid aan do Regeering
zooveel mogelijk de vrije hand moest wor
den gelaten.
Anderen stelden eveneens op den voor
grond, dat zij in zaken, welke met den
oorlog in verband staan, aan de Regee
ring gaarne hun steun verleenden; maar
zij meenden toch, dat, waar de Regeering
de medewerking der Kamer inroept, die
medewerking niet behoort verleend te wor
den dan nadat nadere mededeeiing van
de motieven van het voorstel haar in
staat zou hebben gesteld daaromtrent met
kennis van zaken te oordeelen.
Vele andere leden stellen zich op het
standpunt, dat het oordeel over het voor
stel der Regeering behoort af te hangen
van de beantwoording der vraag, of er
voldoende reden is, om aan te nemen, dat
mat dte aajnneming 'n lands belang ge
diend kan zijn.
Bij de bespreking van. den inhoud van
het voorstel werden door de leden, die
bezwaar hadden tegen het wetsontwerp
of althans nadere inlichtingen verlangden,
twee vragen op den voorgrond gebracht.
In de eerste plaats de vraag, of er eenige
kans is, dat het herstel van den vrede
kan worden bevorderd door de beoogde
samenwerking tusschen de Nederlandsche
Regeering en den Pauselijken Steel. In
de tweede plaats de vraag, in hoeverre
de aanneming van het wetsontwerp een
praejudice zou vormen ten aanzien van.
de verdere regeling der diplomatieke be
trekkingen met het Vaticaan.
In verband met do gedachtenwisseling
over de eerste vraag zouden vele leden
gaarne een onbewimpelde verklaring van
de Regeering ontvangen, dat door de
zending van een buitengewoon gezant
naar het Vaticaan de neutrale stelling,
die Nederland tot nu toe heeft gehand
haafd op een wijze, die bij alle oorlog
voerende volken waardeering heeft ge
vonden, geheel onge.ept blijft, en dat in
de verhouding der Nederlandsche Regee
ring tegenover geen der onzijdige of oor
logvoerende Staten verandering zal komen
ten gevolge v do voorgestelde zending.
Bij de bespreking van de tweede vraag
werd herinnerd aan de door de Regeering
aangenomen houding. De Minister ver
klaarde in de Eerste Kamer namens de
Regeering, dat de omstandigheden er niet
naar waren om op dat oogenblik de missie
bij het Vaticaan te herstellen, maar dat
de geheele Regeering zich tegen vestiging
van een tijdelijk of misschien wel perma
nent gezantschap bij den Pauselijken Steel
uit beginsel zeker niet zou verzetten.
Geeft deze verklaring reeds aanleiding tot
het vermoeden, 0dat de Regeering niet on
geneigd is tot vestiging van een permanent
gezantschap bij het Vaticaan mede te wer
ken, dit vermoeden werd - nog versterkt
door de zending van dr. Nolens naar
Rome.
In verband met een en ander achtten
vele leden het noodig, dat de Regeering
zich omtrent haar bedoelingen nader dui
delijk en positief zou uitlaten. Men vroeg
of de Eegeering bereid is te verklaren:
lo. dat zij tot instelling van een per
manent gezantschap bij den Paus in geen
geval haar medewerking zal verleenen;
2o. dat zij aan de tijdelijke zending een
einde zal maken, zoodra de vrede getee-
kend is of reeds vóór dien tijd, als mocht
blijken, dat samenwerking met den Pau
selijken Stoel niet aan pogingen tot herstel
van den vrede bevorderlijk kan zijn;
3o. dat zij, indien mep zich later ter
bestendiging van het gezantschap zou be
roepen op het antecedent der tijdelijke
missie, dat beroep ongegrond zou achten.
Verscheidene leden verklaarden hun
stem niet aan het ontwerp te kunnen ge
ven, indiende Regeering deze vragen niet
onomwonden in bevestigenden zin beant
woordde.
Door sommigen werd verder de meening
uitgesproken, dat, al moge de Regeering
de, meest geruststellende verklaringen ge
ven, die verklaringen, welke trouwens
voor haar opvolgers niet bindend zijn,
niet kunnen wegnemen het praejudice,
dat in het feit der tijdelijke zending zelf
gelegen is.
Tegenover deze beschouwingen werd
door anderen, waaronder er waren, die
tegen blijvend herstel van de diplomatieke
betrekkingen met het Vaticaan overwegen
bezwaar hadden, opgemerkt, dat bij de
gemaakte bedenkingen aan het voorstel
der Regeering een veel groofcere beteeke
nis is gegeven, dan daaraan blijkens het
wetsontwerp en de Memorie van Toelich
ting is te hechten. Het opperen van prin
cipieel© bezwaren, ontleend aan de schei
ding van Kerk en Staat, werd misplaatst
geacht, waar het voorstel der Regeering
geenszins beoogt de aanste'ling van 'n per
manent gezantschap bij den Pausel. Stoel,
maar enkel een tij 'elijke en bijzonder^
missie, welke uitsluitend bevordering van
het herstel van den vrede ten doel heeft.
Van krenking van het karakter van Ne
derland als Protestantsche natie'kon
daa-rom evenmin sprake zijn.
Ten aanzien van de vraag, of de Paus
met vrucht zal kunnen optreden als be
middelaar voer het herstel van den vre
de. werd in de eerste plaats opgemerkt,
dat er wegens de talrijkheid der oorlog
voerende partijen niet licht een meer ge
schikte bemiddelaar zou zijn te vinden
voorts, dat de Paus hiervoor bij uitstek
geschikt is, omdat hij geen grondgebied
bezit en geen wereldlijke belangen heeft
te behartigen.
Van de zijde der leden, die gestemd
waren voor een permanent gezantschap
bij den Pauselijken Stoel, werd opgemerkt,
dat van hen kan gezegd worden, dat zij
door het uitbrengen van hun stem voor
dit wetsontwerp een offer brachten. Hot
voorstel der Regeering brengt immers
geen blijvend herstel van de diplomatieke
betrekkingen met het Vaticaan en is huns
inziens zelfs niet als een eerste stap in die
richting te beschouwen. Zij zagen in dat
voorstel enkel een maatregel van tijdelij
ken aard, die door de Regeering uitslui
tend in het belang van het land wordt
voorgesteld.
Door verscheidene leden werd de wensc-h
geuit, dat, voor zoover de Regeering be
zwaar mocht hebben de gevraagde inlich
tingen in het openbaar te verstrekken,
zij zulks zou doen in een comité-generaal.
Pensioen Onderwijzers Rijksnormaallessen.
In antwoord op een schriftelijke vraag
van het Kamerlid Otto heeft do Minister
van Financiën medegedeeld, dab hij de in
diening zal bevorderen van een wetsont
werp, strekkende om den oud-ooiderwijzers
bij de Rijksnormaallessen, die vóór 1 April
1909 wegens opheffing hunner betrekking
zijn ontslagen en aan wie in verband met
hun diensttijd wachtgeld is verleend, in
gaande 1 April 1909 in plaats van op den
datum van hun ontslag, pensio-en toe te
konnen over clo jaren, waarover zij wegens
het late ingaan van. hun wachtgeld, volgens
de Burgerlijke Pensioenwet, pensioen heb
ben moeten derven.
Voor do haringvisscherij is te
LTmuiden in do vaart gebracht do nieuwe,
te Leiderdorp voor de reederij D. Haas
noot Nz. gebouwde logger „Dirk", K.W.
19.
De in de R ij ksvisch hallen te
LJmuiden in Mei 1915 aangevoerde visch
heeft f 614,589 opgebracht, tegen f 489,4-54
in Mei 1914. In Mei 1915 dus f 125,135 meer.
Men meldt uit Haarlem: Op
28 Mei kwam alhier een gesloten goederen
wagen aan, waarin goederen voor Hoorn,
o.m. kwattareepen. Do lood verzekering was
niet verbroken, maar toch word in den wa
gen een pak gevonden, waarvan het touw
was doorgesneden en waaruit 41 K.G. kwat-
ta-reepen was ontvreemd. Uit een goede
renwagen uit Waalwijk, waarin voor een
Haarlemsöko firma 0 pakken schoenen, wer
den bij aankomst 4 doozen met schoenen
vermist.
Te Zestienroeden, bij Hee
renveen, verblijft sedert 12 Mei j.l. een ge
zin onder een klein linnen tentje aan den
berm van den weg. Des nachts wordt op
den kouden grond geslapen ook door twee
kinderen van 0 en 7 jaar.
Bij het graven y a o. zand ia
op ongeveer een meter diepte te Drie no,
bij Hengelo (O.), een urn gevonden. De vin
der verklaarde daar ter plaatse -vroeger
reeds meer dergelijke voorwerpen te hebben
opgedolven, doch daaraan niet de minste
waarde geschonken to hebben, zoodat zij
met de spade tot scherven waren gestoken.
Men denkt een grafheuvel uit den zeer
ouden tijd te hebben ontdekt, waarvan reedtf
een deel werd afgegraven.
De banketbakkers te Leeuwais
den hebben Zondagsrust ingevoerd. Na
Juni houden zij des Zondags hun zaken go»
sloten en worden op dien dag geen bestel-»
lingen uitgevoerd.
Te Maastricht speelden twe©
jonge mijnwerkers met een dynamietpa-
troon. De patroon ontplofte on een der mijn
werkers werd ernstig gewond aan handen'
en gelaat. Hij is in 't ziekenhuis opgenomen.
Gisterochtend kwam do aak
„Wega", uit Rotterdam, gesleept door do
„Koulsche Vaart X", stroomafwaarts met
bestemming naar Kampen. Door tot nu toe
nog niet opgehelderde oorzaak kwam de
aak in aanvaring met 't losse, niet uitdrij
vende gedeelte der brug, dat geheel ver
nield werd. Ook kreeg nog de loopbrug van
het pas een paar weken daarachter liggend
nieuw gemeentelijk zwembad schade. De pas
sage. met den lLok'ei-IXselo&ver is nu weder
gestremd. Vermoedelijk zal over eenige da
gen de brug weder voor voetgangers gebruikt
kunnen, worden. Inmiddels voorziet een door
het gemeentebestuur gehuurde sleepboot in
den veerdienst.
Voor voertuigen zal de stremming echter
wel langer duren; deze zijn nu aangewezen
op de spoorbrug, wat zeer bezwaarlijk i3,
niet alleen omdat die slechts weinige minu
ten tusschen den treinenloop toegankelijk
is, dooh cok wegens den grooten omweg, die
dan steeds gemaakt moet worden.
Een d.ertigtal werklieden van
de Amsterdamsen© BallssibMaatschappij,
maohinisten, stokers en dekpersoneel, die
zand vervoeren van I-Jmuiden naar Amster
dam en verder in de stad, hebben het werk
neergelegd. Gevraagd wordt hooger loon en
korter arbeidsduur.
De eerstonisuweHollandscliö
haring is door de firma A^ Hoogendijk, te
Vlaardingen, aan H. M. de Koningin en H.
M. do Koningin-Moeder aangeboden.
B© Weldoenster.
87)
Zjj ging het kleine, nette paadje ep naai*
den zijgang van het huis. De meid ruimde
hot koffiegoed 'op. Mevrouw Manake kwam:
met veel drukte aanloopen, toen zg Anna's
stem naar haar man hoorde vragen. „Hij-
is nog niet terug," riep zij, voordat Anna
kon spreken, „hg is nog op het Schloss.
Heel't ooit iemand zoo iets vresselgks ge
hoord?"
Anna keek haar aan; haar gezicht zag
even wit als haar japon. „Vertel mg," pro
beerde zij te zeggen, maar er kwam geen
geluid over haar lippen. Zij deed een krach
tige poging on toen kwamen de woorden
fluisterend over haar lippen: „Vertel mg
zei ze.
„Wat? Heeft do freule het nog niet ge
hoerd? Mjjnheer von Lohm is gearresteerd."
Het was onmogelijk niet te genieten, wan
neer men Zulk een ontzettend belangrijk
nieuwB kan 'mededeelen, hoe diep geschokt
men er zelf vaai mag wezen. Mevrouw Mans-
ke verkondigde 'het met een klank van fier-
aeid in 'haar stem. Het zou niet gemakke
lijk te overtreffen zijn op liet punt van
nieuwtjes, dat 'gevoelde zij. En toen herin
nerde zjj zich de praatjes, die verspreid
worden over Anna on Axel, en zij pam haar
op met vermeerderde belangstelling. Zou
flauw vallen? Het zou het eenige we-
Jon, wat zjj doen kon, als het waar was, dat
or van een engagement sprake was.
Maar Anna, die eerst haast geen geluid
had kunnen geven, schoen merkwaardig koud
en bedaard, toen ze eenmaal gehoord had
wat er 'gebeurd was.
„Waarvan wordt hg beschuldigd?" was
al wat zij vroeg; „zó<5 kalm," vertelde pie-
vrouw Manske later aau haar vrienden,
„haast niet vrouwelijk tegenover zulk een
ongeluk."
„Hg heeft .de stallen in brand gestoken,"
zei Mevrouw Manske.
„Dat is een leugen," zei Anna; ook eeo
onvrouwelijke opmerking, Zooala mevrouw'
Manske later tegenover haar vriendinnen
te kennen 'gaf.
„Hij heeft het zelf gedaan om het geld
van do nsaurantie-maatschappg te krijgen."
„Dat is een leugen," herhaalde Anna met
diezelfde kuode stem.
„Ooggetuigen willen «r een eed op doen."
„Dan liegen zij," zei Anna nogmaals, en
zjj keerde zich om en ging hoen. „Rijd
door," zei ze tot Fritz, terwijl zjj naast
miss Leech ging zitten.
Zg zat doodstil, totdat rij dicht bij huis
was. Toen riep zü tot den koetsier, dat h|
moest stilstaan. „Ik ga even naar hetbosch,"
zei zo en sprong het rijtuig uit. „Rijd nu
teaar naar huis." Snel liep zij den weg
over; haar witte japon bleef een oogenblik
tusschen de boon.en zichtbaar, toen ver
dween zij in de zachte groene duisternis.
Miss Leech r eed alleen verder en zuchtte
zacht. Bk was iets, dat haar lieve freule
Estcourt hinderde. Er was iets buitenge
woons gebeurd. Zjj wou zoo graag, dat zi)
haar helpen kon. Zuchtend reed zij voort.
Zoodra de weg uit het gericht verdwenen
was. sloeg Anna linies af. over mos en
struiken naar het punt, waar zjj wist, dat een
pad was, hetwelk naar Lohnv voerde. Zn
Zjj liep reohtuit en zeer snel, Zij miste den
weg niet, maar vond het pad en holde voort.
Wat gingen ze met Axel doen? Zij ging
alleen naar zijn huis. De menschen zouden
er over praten. Wat kon haar dat scheten?
En als zjj daar alles gehoord had, wat zjj
haar vertellen konden, clan ging zg naar Axel
zelf. De menschen zouden er over praten.
Wat kon haar dat schelen? Die belachelijke
angst en vrees voor lasterpraatjes, wanneer
belangen van leven of dood op het spel ston-
jienl Alle praatjes van de _geheele wereld
zouden haar niet afechrikken naar Axel to
gaan. Er was een nieuwe uitdrukking ge-
kbmen in haar oogen. Voor het eerst wa3
zjj goed wakker; rij1 zag het leven in het
aangezicht zonder droomen, het leven met
zijn wreedheid en onmeedoogendheid. Dit
was het leven, dit was de werkelijkheid
lijden, onrechtvaardigheid, schande; niet te
vermijden, naar het schijnt, voor den ach
tenswaardigste en onsohuldigste van alle
mannen; maar het kon ten minste bestreden
worden met alle wapens, waarover men be
schikken kon, met onwankelbaren moed tot
het einde toe, wat dat einde dan mocht we
zen. Dat was het, wat men het meeat van
alles noodig had van alle gaven der goden
niet het geluk o onzinnige, kinder
achtige droom! hoe kon er geluk rijn zoolang
de mensohon zoo slecht rijn maar moed.
Die wezenloozo uitdrukking op Axel's gezicht
neen, zij kon er niot aan denken; het
verscheurde haar hart. Zjj struikelde even
terwijl rij voortliep neen, zij wou er niet
aan denken.
Toen zn in het open veld 'gekomen was
tusschen het bosch en Lohm; kwam zij Mans
ke tegen.
„Ik ging naar u toe," zei hij.
„En ik ga naar hem," zei Anns,
„0, lieve freulel" riep Manske, en twoe
dikke tranen rolden langs rijn wangen.
„Niet schreien," zei ze, „dat helpt hem
niet."
„Hoe zou het mogelijk' zijn, dat ik niet
schreide, na alles, wat ik' vandaag heb bij
gewoond?"
Zjj spoedde zich voort. „Kom1, wij moeten
geen tijd verbeuzelen. I-Ijj heeft hulp noodig.
Hf ga naai" zijn huis, om: te zien of ik ook
iets voor hem doen kan. Waar hebben zij
hem1 mee naar toegebracht?"
„Zjj brachten hom naar de gevangenis."
„Waar?"
„In Straalsond."
„Zal hij daar lang moeten blijven?"
„Tot na het gerechtelijk onderzoek." i 1
«En walmeer zal dat jijn?"
„Dat weet God alleen."
'„Ik ga naar hem toe. Ga met mij mee.
Wij zullen zijn paarden nemen."
,,t7, fieve rreuie, fibve ireuio, 'riep Mans
ke handenwringende, „zij zullen ons niet bij
hom toelaten u in geen gevah en mij al
leen over bergen van beawaren heen. De
ambtenaar, met de arrestatie belast, was
de brutaliteit zelve, toen ik hem permissie
vroeg mijn geliefden beschermheer te mo
gen bezoeken. „Waarom wou u hem be
zoeken?" vroeg hjj spottend. „De geeste
lijke van de gevangenis zal alles doen wat
noodzakelijk is voor rijn ziel". „Laat hot
maar, Manske," zei mjjn dierbare bésoherm-
hee-r. maar toch hield ik vol. „Ik kan u geen
permissie geven," zei de man éindelijk; de
last, 'dien ik hem veroorzaakte, begon hem;
te vervelen, „het is de zaak van mij'n oliaf.
II tnoet maar naar hem toe gaan."
„Wie 'is die chef?"
Afstands- en Route-Vragen.
Mijnheer de Redacteur!
Wilt U zoo goed zijn oir: onderstaande!
regelen te plaatsen?
Onder uw rubriek „Vragen en Antwoor
den" worden herhaalde malen de a Is tand en
de route gevraagd van de eene stad liaan
do andere. Znudt UEd. mij en de overige
dertigduizend leden van den Algemeenen No
den. Wielrijders-Bond een genoegen willen
doen, om in het vervolg op zulke vragen
to antwoorden: „Wordt lid van den A. N.
W. B. voor drie gulden 's jaars. Ge ont
vangt daarvoor gratis, bfl de vele gemak
ken, welke die Bond U bezorgt, de af-
steudskaart van Nederland en ge kunt zei-
ven uw weg en het aantal Kilometers
vinden."
Met plaatsing van bovenstaande regelen
doet UEd. velen een groot genoegen.
Bondslid No. 1052-3.
„Dat Vreet ik niet. Ik weet. niets. Mijn
boo ld loopt om."
„Hg meet ergens in Straa!sond wonen. Wjjj
zullen hem vinden, al moeten wg vragen
van deur tot deur. En ik zal voor mg zelf
ook wel permissie krijgen.",
„O, lieve freule, die krijgt u zekér nieh
De man zei, dat alleen zijn naaste familie
betrekkingen, en die nog r.:er zeldzaam, wer
den toegelaten want ik vroeg zooveel ik
kon; ik begreep, dat de tijd kostbaar wa3
- 'mijn beschermheer sprak geen woord.
„Z(ja vrouw, als lig er een heeft," zei de
man, een akelige grap hij wist heel goed,
dat hij geen vrouw had „of zijn Braut,
als h(ij er een had, of een broer of een
zuster, maar niemand anders."
„Weten zjjn broers en Trudi het?"
„Ik heb hun dadelijk getelegrafeerd."
„Dan kunnen rij vanavond hier zijn."
Vrouwen en kinderen in het dorp liepen
uit om Anna te zien, toen zij voorbg kwam.
Zij zag ze niet. Axel's huis stond open! De
Mamsell. buiten zichzelf van schaamte, om
dat zjj in zulk een dienst geweest was, was
in de keuken en had het op haar zenuwen,
en de inspecteur, een trouwe bediende, die
zijn meester liefhad, nam haar met bittere
verontwaardiging onder handen, omdat zij
zulke dingen van zulk een meester durfde
zeggen. De klachten van Mamsell en de woe-
dendo verwijten van den inspecteur weer
galmden door het verlaten huis. De deur
ovenals het hek waren met bloemen ver
sierd. Ruim een uur geleden was Axel es
onder door gegaan, ajjn ongeluk tegemoet.
{Wordt vervolgd)*