N<>. 16935 "Vrijdag 14 31 ei. Tweede Blad. A°. 1915. Tweede Kamer, Binnenland. STOOMVAARTLIJNEN, FEUILLETON. Be Weldoenster. LEIDSCl DAGBLAD Sitting van Woensdag, BUITENGEWOON O.OÉLOGSCREDIET ENZ. MINISTER BOSBOOM zegt verder; De dislocatie van troepen behoort tot de verantwoordeljjkheid van den opperbevelheb ber. Noch de Minister van Oorlog noch de jegeering zullen den opperbevelhebber dan ook gedurende den tijd der mobilisatie ver antwoording vragen omtrent de localisatie der troepen. Spr. aneent, dat hij in dezen tijd, iemand, die een zware, moeilijke taak heeft te dragen, het niet moeilijk moet mar ken, met telkens verantwoording te vragen. Met de ontruiming van scholen wordt zoo ver gegaan als mogelijk is. Niet overal evenwel is huisvesting der manschappen op enuere wijze mogelijk. Dat de huisvesting der troepen niet zoo elecht is, blijkt toch uit den zeeg goeden gezondheidstoestand. Do vergoeding van 20 cents voor nacht kwartier acht spr. voldoende, evenals 80 ets. voor inkwartiering. Sprekende over de opleiding van het re- Iterve-kader, zegt Z.Exc., dat het gelukkig is, dat we in de eerste maanden na de mo bilisatie niet in oorlog zijn geraakt. In den san vang toch was het kader zeer incom pleet. Thans is dit tekort evenwel voor een gCed deel aangevuld. Hun, die klagen over langzame bevorde ring bij het reserve-kader, merkt de Mi nister op, dat een theoretische opleiding toch niet kan worden gemist. En die theoretische tpleiding is met kracht ter hand genomen. Na 1 Augustus zullen er dan ook 400 of ficieren .uit het reservekader en de militie aangesteld zijn. En thans reeds overtreft het aantal reserve-officieren bijna dat der beroepsofficieren. Daarbij worden er ook uit de oudere lich tingen, zelfs uit de Landweer-mannen, tot reserve-officier opgeleid; waardoor oudere, bezadigde mannen op de aanvoerdersplaat- sen komen en niet steeds „het jonge goedje" 'daarvoor moet worden genomen. De Minister komt nu tot do ontwikkeling en ontspanning. Het heeft hem leed gedaan, dat men het mislukken der ontwikkelings cursussen aan het ontbreken van medewer king der militaire autoriteiten toeschrijft, ïljj voor zich gelooft, dat de oorzaak van het fiasco veeleer moet worden gezocht bjj de leeraren. Men heeft te doen met een on voorbereid of althans ongelijk voorbereid gehoor. Voor den een gaat het onderwijs to hoog, voor den ander te laag. Bovendien moet worden rekening gehouden met de belangen van den dienst, die moeten voor taan. Training en voortdurende oefening mogen niet verzuimd worden. In den zomer zal meer de aandacht moe ten worden gewijd aan lichamelijke ontwik keling. Indien het leger in den winter evenwel nog gemobiliseerd is, zal Z.Exc. zijn best deen voor een goede regeling. OE hij daarbij dwang zal invoeren, kan hij niet zeggen. Wat het aantal veldpredikers betreft, lurkt Z.Exc. Op, dat de veldprediker in al- gemeenen dienst, de heer Talma, hem nog niet heeft verklaard, dat uitbreiding van het aantal noodig is. Spr. verdedigd het kleine subsidie van „De Soldatencourant." IngTijpen in de bepalingen, getroffen door de militaire autoriteiten ter uitvoering van den staat van beleg, kan spr. niet. Wel wil hij dien a utoriteiten geven liet middel toe te passen, door den heer Van Nispen tot Seve rer (Rheden) aan de hand gedaan, om de Jrardensmokkelarrj tegen te gaan, zonder weideverbod binnen een afstand van 2 K.M. van de grens. Van schadevergoeding voor de ontruiming van woningen bjj Naarden kan geen sprake zfjn. Het onderzoek naar de ongeregeldheden te Utrecht duurt nog voort. Daarna komende tot de motie-Ter Laan, wijst de Minister er op, dat de tegenwoordi ge handelingen van het militair gezag steu nen op wettelijken grond. Ingrijpen kan de Regeering dan ook niet. Dat er voorwaarden gesteld worden aan de sprekers, acht Z.Exc. gemotiveerd. In dit veTbaud wil spr. nog iets zeggen over de mobilisatieclubs. Hij keurt het met den heer Bos af, dat in de Kamer gebruik is gemaakt van de geheime circulaire van den 'opperbevelhebber. Er is blijkbaar bij de S.-D. A.-P. een goede spionagedienst- Dit zou evenwel kunnen leiden tot het instellen van een contra-spionage, een soort politieke dienst, welke tot het ergste behoort, wat in een Staat kan voorkomen. Spr. leest nu de circulaire in haar ge heel voor. Daarin wordt door den opper bevelhebber krachtig ingrijpen verlangd te gen de mobilisatieclubs, wanneer er van overtreding der krijgstucht bljjkt Van so cialisten is in de circulaire evenwel geen sprake. Geen enkele partij mag in het le ger en wanneer bij mobilisatieclubs de nei ging blijkt tot opruien, moet daartegen wor den opgetreden. Wet betreft het lezen van socialistische bladen en geschriften, herhaalt Z.Exo., dat hij niet wenscht te raken aan de zelfstandig heid der militaire commandanten, die daar omtrent te beslissen hebben. De Minister bespreekt nog het optreden van majoor Kollewjjn te Woerden tegen de mobilisatieclub aldaar. Hij noemt den ma joor een humaan man, van vooruitstrevende beginselen. Hjj was evenwel genoodzaakt te gen opruiende propaganda op te treden. Reeds om den considerans is de motie on aannemelijk voor zoover betreft het recht van vereeniging en vergadering. En wat de vrijheid van lectuur betreft, is de motie geheel overbodig. Daarom raadt Z.Exc. in trekking aan. Door de aanneming der .motie zou meer kwaad worden gedaan dan goed. We hebben behoefte aan een eensgezind volk' en eensge zindheid zou de motie niet bevorderen. Ten slotte merkt Z.Exc. op, dat, als een vreemdeling de debatten zou hebben bijge woond, hij wel den indruk moet hebben ge kregen, dat aan ons leger zoowat alles ont breekt. Doch als men alle stof uit een ge heel huis bijeenbrengt, op een hoopje in een kamer, is dat nog geen "bewijs, dat dat huis vuil is. Debatten als deze doen dan ook meer schade aan den geest in het leger dan enke le officieren zouden kunnen doen. De heer TER LAAN. Den Haag, repliceert nadat hij zich scherp heeft verzet tegen het op voorstel ran den voorzitter genomen be sluit oni hem 20 minuten toe te staan. Spreker wijst er op, dat de considerans zijner motie alleen betrekking heeft op den toestand van het oogenblik. Hij trekt even wel de motie in, op grond van de tegemoet komende rede van den Minister, waaruit bleek' dat, wanneer het van Zijn Excellentie afhing, anders zou worden opgetreden tegen de sociaal-democraten. De heer MENDELS raadt de instelling aan van een college van beroep ter zake van het toekennen van vergoedingen, te vormen uit de burgerij. Voorts ontkent hij ten stel ligste, dat de voorzitter der Woerdensche mobilisatieclub zich aan opruien zou heb ben schuldig gemaakt. De heer SCïIEURER' repliceert' evenals de heeren Do Jong, Bos, Van Leeuwen, Dui- mqer van Twist en Otto. Minister BOSBOOM dupliceert. Hij zal de instelling van een commissie van beroep voor de uitkeering overwegen. De pjlgemeene beraadslagingen worden ge sloten en de beide wetsontwerpen zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Evenals de wetsontwerpen tot nadere verhooging Van de oorlogsbegrooting van 1914 (kosten van verhooging van pensioenen voor militai ren beneden-den rang van officier) en hou dende bijzondere maatregelen met betrek king tot de lichting 1916. Daarna worden de beraadslagingen ver daagd tot Dinsdag halftwaaif. Ncdcrl. Jongelingsverbond. Men schrijft ons: De 62ste jaarvergadering van het Ned. Jongelingsverbond, gehouden gisteren te Rotterdam, is, niettegenstaande er niets was, van het eenvoudig feestelijke, dat anders zoo'n Bondsdag kenmerkt, uitste kend geslaagd. Ruim 1500 jong mannen, uit alle deelen van het land, vuVlen de groote Doelenzaal. De vergaderingen werden geleid loor den bekenden, geestïgen Amsterdamschen predikant, ds. J. van Noort. Omdat ditmaal maar één dag vergaderd werd, hadden geen sectievergaderingen plaats, en werd enkel gehandeld over den tegenwoordigen stand van zaken. Deze mag gunstig heeten. Het Verbond telt 521 afdeelingen met 11,589 leden. Ver der zijn er Knapenafd. met 8000 leden, mu ziek- en zanggezelschappen en tal van com missies om te werken op allerlei terrein, Zending, letterkunde, sport, gymnastiek, enz. Het Verbond geeft uit twee week bladen, twee maandbladen, zang- en mu ziekbundels en tal van brochures, haar arbeid betreffende. De Bondsdag stond geheel in het teeken van den tijcl, oorlogstoestand. En op de morgen- en op de middagvergadering werd daarover 't meest gesproken. En geen wonder. Zoodra de oorlogstoestand in ons Vaderland intrad, werd ook het Nel. Jon gelingsverbond mobiel, in dien zin, dat men aan het werk toog om de soldaten te helpen en hun het leven, z. m., eenigs- zins te veraangenamen. Tal van afdeelin gen (48) richtten Militaire Tehuizen op. De Bondsvoorzitter bezocht al de fort-en van de stelling Amsterdam, en tal van die van de waterlinie, om de soldaten toe te spreken en lectuur te verspreiden. De Bondsagent, de heer C. Tabak, is sinds Augustus voortdurend werkzaam in Bra bant en Limburg. Te voet, per fiets, ook wel per boerenkar, maar soms ook per auto (een enkele maal welwillend af gestaan door de militaire overheid) door trekt hij gansch de streek, waar onze sol daten de grenzen bewaken. Allereerst be zoekt ij z. m. Bondoleden, maar hij laat geen gelegenheid voorbijgaan om ook iets te doen voor de niet-Bondsleden. Heb wordt hem in zooverre gemakkelijk ge maakt, dat hij toestemming heeft niet al leen om in de kazernes of kantonnemen- ten te komen, maar ook in de hospitalen, zelfs in do provoosten. Een paar weken werkte hij in Zeeland, onder de matrozen, hen bezoekende op hun schepen. Duizen den Jongelingsbodes en Bijbels werden door hem verspreid. Voor garnizoenen, waar gebrek was aan goede lectuur, wer den reisbibliotlieken ingericht, waarvan er thans 35 'in omloop zijn. Dan werden loodsen en schuren, door zorg van den Bondsagent voorzien van banken, stoelen, tafels, la-rnpen, oliestelen, kopjes, enz., enz. De gelden, daartoe noodig, werden verstrekt vanwege het Bondsbestuur. •Ds. Van Noort en de heer Tabak over den arbeid onder de militairen te hooren spreken is een waar genot. Tal van tref fende tooneeltjes werden geschertst. Er is getuigenis van veel zegen op dit werk. Noodig echter blijkt, dat er allerwege werden opgericht, tijdelijke militaire te huizen. De vergadering, die een zeer gunstig verloop had, werd tegen 4 uren op de ge bruikelijke wijze door dr. M. P. Schoch gesloten. Br. Nolens. Dr. Nolens is Woensdagavond uit Rome in Den Haag teruggekeerd. Zaterdag j. 1., na den vorigen dag nog door Z. H. den Paus in audiëntie te zyn ontvangen, aanvaardde dr. Nolens, overZwit- seriand en Duitschland, de terugreis uit Rome, waarheen hij zich den 19den April begeven had. Gistervcormiddag had dr. Nolens de wel willendheid, eenige oogenblikken een mede werker van liet Nederlandsck Corresponden tiebureau voor Dagbladen te woord te slaan. Doch op diens vraag, of de lieer Nolens, nu hij teruggekeerd was, wellicht eenige nadere of aanvullende mededeelingen kon doen nopens de strekking van zrjn reis, na hetgeen daaromtrent reed3 in verschil lenden vorm gemeld was en vooral omtrent do resultaten van zijn reis, deelde dr. No- lens mede, vooralsnog bij zijn standpunt te moeten blijven,- om nopens een en ander een volmaakt stilzwijgen te blijven in acht nemen; een standpunt, de3 te begrijpelijker, nu hij, eerst Woensdagavond in het vader land teruggekeerd, uiteraard nog de gelegen heid gemist heeft eventueel te bevoegder plaatse van zijn bevindingen mededeeiing te doen. Uit Rome wordt aan ,,Het Centrum" ge- Imeld, dat in de afscbeids-audiëntie door Z. H. den Paus aan dr. Nolens verleend, Z. H. aan den Nederlandschen prelaat een opdracht meegaf voor H. M. de Koningin. In verband niet het dezer dagen ge melde omtrent minister Treub en de Vr^jz.- Dem. Partij, verneemt „De Avp." nader, dat, met minister Treub, ook mevr. Treub en minister Pleyte in December reeds hebben bedankt als leden -van den Vrijz.-Dem. Bond, naar aanleiding van de wijze, waarop de Vrijz.-Dem'. Kamerfractie de leeningsvoor- steilen van minister Treub bestreed. In den Bond zelf zijn nog verschillende leden van invloed, die zeer ontevreden zijn over de handelingen der Kamerfractie en verwacht kan werden, dat na den oorlogstoestand velen zullen uittreden, zegt het blad. In de voormalige Raadszaal in Den Haag, hield de Vereeniging van Nederland- sclio gemeenten, haar algemeene vergade ring, onder voorzitterschap van den heer Edo Bergsma, lid der Eerste Kamer en burgemeester van Enschedé. Van de ingekomen stukken werd vermeld een schrijven van jhr. mr. W. II. Sandberg; burgemeester van Haarlem, meldende, dat hij meent beter te doen de benoeming tot bestuurslid niet aan to nemen, voornamelijk uit overweging, dat het minder gewenscht is, dat hij als lid van den Ra-ad van Toe zicht op do Maatschappij van Gemeente- crediet deel uitmaakt van het bestuur eener vereeniging, waarvan een bank, die in de zelfde richting werkt, het kind is. Voorts van jhr. mr. D. R. de Marees van Swinderen, dat hij is afgetreden als wethouder van Groningen en zijn ontslag neemt als be* stuurslid der Vereeniging. Tot bestuursleden werden gekozen: in dei plaaia van den heer Sandberg, mr. J. O,: graaf van Randwijck, burgemeester, vanj Amersfoort; in de plaats van den heer De. Marees van Swinderen, de heer. W. Bos, wethouder van Groningen; voorts werden de periodiek aftredende bestuursleden, jhr,. imr. N. O. de Grjselaar, rar. E. P. van Lanschot en jhr. mr. dr. 0. A. van Beren steyn herkozen. De Voorzitter deelde mede, dat de be-; doeling is, de Vereeniging ook open te stek len voor kleinere gemeenten. De Vereeniging) zal door deze wijziging z. i. in kracht win nen. Uit een schrijven van de Vereeniging van kleine gemeenten blijkt, dat deze tot Samensmelting met de hier vergaderende! vereeniging bereid is, indien zekere bezwa* ren worden weggenomOtn STOOMVAART-MIJ. NEDERL1ND. „Boeroe", (uitrede) is 11 Mei Gibraltar! gepasseerd; „Java" (uitrede) arr. 11 Mei te Padang; „Bawea-n", (uitreis) vertrok 12 Med van Cardiff„Bi Hit on" (uitreis) arr„- 12 Mei te Pad ang„Nias" (uitreis) <arr. 12 Mei te Tjilatjap „Prinses Juliana" uit reis) pass. 13 Mei Kaap Carvoeiro„Roe-< pat" (thuisreis) vertrok 12 Med. van Colom bo„Banda", van Santos n. Amsterdam pass. 11 Mei Beveizder; „Grotius", (uitreis) arr. 11 Mei te Sabang„Prins dor Nedter- landen", (uitreis) vertrok 12 Mei van Suez.' ROTTERDAMSCnE LLOYD. „Bandoeng" van Norfolk n. Java, pass. 11 Mei Pantellaria„Medan", (thuisreis) 13 11 Mei bij Deal geankerd; „M-erauke" arr. 11 Mei van Rotterdam te Banjoewann gie „Sindoro" arr. 11 Mei van Rotterdam to Batavia; „Samarinda" arr. 12 Mei van Java te R-otterdam. KON. WEST-IND. MAILDIENST. „Vuloanus" (thuisreis) vertrok 2 Mei van Port of Spain; „Oberon" (thuisreis) pass. 11 Mei Lizard. HOLLAN D-A M E RIIv A-LI J N „Amsteldijk" van Rotterdam naar New- Orleans, passeerde 10 Mei Prawlepoint „Esperanoa" van New-Orleans naar Rot terdam, passeerde 11 Mei Lizard; „Noor- dam" arriveerde 11 Mei van Rotterdam te New-York; „Poeldijk" van Rotterdam naar Delaware, passeerde 11 Mei Prawle point; „Richard" vertrok 11 Mei van New- York naar Rotterdam„Westerdijk" van Rotterdam naar Baltimore, passeerde 11 Mei Lizard; „Kinderdijk" van Boston, is 10 Mei Dover gepasseerd„Rijndam" van Rotterdam naar New-York, passeerde 11 Mei -Scilly„Soestdijk" van Rotterdam naar Philadelphia, passeerde 11 Mei Li zard•„ZijlcMjk" van Rotterdam naar Sa vannah, passeerde 11 Mei Lizard„Kei- bergen" van New-York naar Rotterdam, passeerde 12 Mei Lizard„Potsdam" ver trok 11 Mei van New-York naar Rotter dam „Kinderdijk" van Boston, is 10 Mei bij Walmer geankerd. KON. nOLL. TXOYD. „Delfland" (uitreis) vertrok 11 Mei van Santos; „Erisia" (thuisreis) vestrok 11 Mei van Vigo„Zaanland" (uitreis) arriveerde 12 Mm te Pernambuco„Hollandia" ver trok 12 Mei van Amsterdam naar Brazilië' en Buenos-Ayres„Maasland" (thuisreis)' vertrok 11 Med van Vigo. 73) Axel en Dellwig surveilleerden beiden en voerden bevel bjj de brandspuiten. „Ik wou liever, dat rr.ijn boomen niet vernie tigd werden," zei lirj tot Dellwig, met wion hij in de spanning van het oogenblik weer omging zooals vanouds, „ze zijn met geassu reerd." Hij bad de stallen zien aforanden rret een kalmte, die verscheidene vau de omstanders trof. Dellwig en vele andere be woners van die streek waren gewend veel drukte te iraken bjj iedere gelegenheid, groot en klein, en' zij konden niet ge loven, dat het de aard van Axel was kalm to blijven op zulk een oogenblik. „Het is een groote last," zei Axel meer dan eens; naar 'dat was ook geon gepaste gevoels- uitiug bij zulk een gelegenheid! „2e zijn goed geassureerd, geloof ik," zei Dellwig. „0 ja, ik zal er nette, goed ingerichte gebouwen voor in de plaats kunnen krijgen." „Zij waren nogal nogal vervallen," zei Dellwig, bent aanziende. „Zij waren erg vervallen," stemde Axel toe. Anna en do prinses hadden ëcn eindje van do brandspuiten afges! :an, om to kijken noar het blussch n, voordat Axel de dames opmerkte. Manské, dio de eerste geweest *as. era meo te doen a's schakel in den odmg van sci ai n.av do spuit, boog y .rii'.iJaclito haar van uit de verte toe; J' dames keften hem aan'en wisten le" tvio toch die door eu door vuile en vriendelijke man wezen zou. „Het is de dominee," zei de prinses en knikte glim lachend, waarop de buigingen en glimlachjes van Manske verdubbelden, en hij stortte do helft van den inhoud van den emmer, dien hjj doorgeven moest. „Ja, dat is zoo," zei Anna. „Pas op daar, nr. 3!" schreeuwde Dellwig, hij deed net of hij niet wist wie nr. 3 was en verheugde zich, dat hij de gelegenheid had den predikant tot de orde te poepen. Dellwig maakto zooveel leven met het uit- deelen van bevelen en berispingen, dat een vreemdeling hem zeker gehouden had voor, den dol geworden eigenaar van het bran dende huis. „U ziet, dat de predikant er volstrekt niet verslagen uitziet," zei de prinses. „Als mijnheer Lobrn er veel bij verloor, zou Manske tranen storten in zrjn emmer, in plaats van ons zoo vriendelijk toe te lachen." „Ja, dat is zoo," zei Anna, een weinig gerust gesteld door het vrooijjke, vuile gezicht. Haar oogen dwaalden naar Axel, dfo koel en oplettend de noodige orders bedaard en rustig stond te geven en geen enkel kost baar o'ógenblilc verloren het gaan met te trachten to redden wat toch met te redden was en zonder eenig geraas of overtollig woord gedaan kreeg, wat hij wenschte. „Het kan niet gelukkig zrjn, zulk een brand," zei ze bij zichzelf. „Wat ze er ook va r zeggen, het kan niet gelukkig zjjn." Op dat oogenblik werd een kolossale pijn boom nr.ar b lieden getrokken in een andere richting dan de rest der pjjnboomen, tegen cm h uil: aan, waarvan hij do takken in zijn vei ihrak en den beuk voor altijd bedierf; maar enkelen va.n zijn eigen takjes, die waren begonnen te branden, bluseliten tusschen de frissche jonge bladeren. Anna keek stil zwijgend de verwoesting aan, die werd aan gericht onder de boomen van den armen Axel. „Hij kan niet anders dan het ellen dig vinden," dacht zij bij zichzelf. Op dat oogenblik keerde hij zich om, alsof hij be merkte, dat zij over hem dacht, en keek haar strak aan. „U daar," riep hij en hjj stak dadelijk den weg over naar haar toé. „Ja, wjj zijn bier," antwoordde de prin ses. „Wij kunnen onzen buurman niet laten verbranden zonder te komen kjjken of wjjj soms helpen kunnen. Maar, in ernst, ik hoor, dat het eigenlijk een gelukje voor u is." „Toch prefereer ik het miuder goede zoo als het vroeger was. Maar het is nu een maal zoo. Ik zal er niet nutteloos over treuren." i Hjj liep weg, oml iets te verhinderen, dat verkeerd gedaan werd, maar kwam onmid dellijk terug en zei, dat de dames in huis meesten gaan 'em daar niet in de hitte blijven staan. „U ziet er zoo moe en zoo bezorgd uit," zei hij met een onder zoekenden blik op Anna's gezicht. Waarom) maakt ge u ongerust? Heeft de brand u verschrikt? 'Alles is geassureerd, verzeker Ik u en ik heb alleen maar den last in dezen tijd een anderen stal te' moeten laten bou wen." Hjj Kon niet langer bleven en liep haastig terug naar de mannen. „Wjj kunnen wel eens naar binnen gaan," zei de prinses en toezien op wat er in huis gebeurt. Het huis staat open en er is stolen wordt en niet alleen door hot vuur niemand; het is niet noodig, dat hjj be- verliezea ljjdt Zjjn huishoudster zal wel, evenals alle huishoudsters bij ongetrouwde heeren, geen gelegenheid voorbij laten gaan haer nestje op te boawen ten koste ran haar meester." Dit vond Anna een practiscbe wijze om Axel van dienst te zjjn, daar men niet van haar verlangde, dat zij water in het vuur wierp. Zjj keerde zich om en wilde Letty roepen, maar er was geen Letty te bespeu ren. „Waar is "Letty?" zei Anna en zjj keek overal rond. „Ik dacht, dat zij achter ons stond." „Ik ook," antwoordde Anna angstig. Zjj gingen eenige passen terug en keken rond onder de omstanders. Eindelijk zagen gj haar, een heel eind in de verte, met liaar zakdoek nog om haar hoofd gebonden en het lange, dikke haar om baar schouders golvende; zij was verdiept in de aanschou wing van den geweldigen vuurgloed. Eens klaps ging een hevig gegil op onder het volk, dat op den weg stond; zij vlogen allen achteruit het aardappelveld in. Anna en de prinses stonden aan den grond vast- genageld en grepen elkanders hand. Letty keek rond, toen zrj den gil hoorde, en zette het ook op een loopen. De brandende bui tenmuur van hot erf waggelde en stortte naar buiten om met een allorvreeseljjkst ge kraak gn geknetter. De gehcele weg was één r'ookende puinhoop, die door den wind een regen van vonken verspreidde over de vluchtende toesofiouwers. De prinses had echter sedert zij een kind was, niet zoo bard geloopen als nu met Auna, naar do plek, waar zij Letty voor het laatst gezien had. E-n menigte volk b ad zich daar verzameld; zjj zagen een opge wonden, gesticuleeren.de menscheumaï a. .Maar zjj vonden haar t rug, schjj.ibaar on- gedeerd. Ze zat op den grond, omringd van belangstellenden, en met iemands jas; over haar hoofd. Zjj keek op en zag heel' bleek on glimlachte tot haar tante, bijwijze van verontschuldiging. „Het is alles weg," zei ze op haar hoofd wjjzende. „Wat ïs weg?" vroeg Anna, terwjjl zjj op haar knieën naast haar neerviel. „Ach, die Haare die herrlichen Haare", jammerde een vrouw uit de menigte. De lucht van verbrand haar verkondigde wat er gebeurd was. .Anna sloot baar in haar armen. „Jo zou best gedood kunnen zijn," kermde zjj, haar, heen en weer wiegende. „0, Letty, wie beeft je gered?" „Iemand heeft dit beestachlige ding over; mijn hoofd gegooid het ruikt naar haring. Er kwamen vonken in mijn haar en het' brandde heelemaal op. Kan ik dat ding niet afdoen.'Het is nu uit en het is er af ook." De prinses tastte over haar hoofd door dë jas heen, en tastte en drukte liet zorgvuldig, toen nam zij er de jas af en gaf haar met uitbundige dankbetuigingen aan den bedecs- den eigenaar terug. Een gemompel van sym pathie ging op onder de vrouwen, toen Letty, er uit te voorschijn kwam, beroofd van de golvende krullen, die haar eenige g'oriö waren. „Oh well, die herrlichen Hare!" zeides do vrouwen zuchtend tot elkaar. „Oh wely oh weh. Maar de zakdoek, die stijf om Iianrj hoofd gebonden was, had haar voor rog erger behoed; zij was tot nu toe een leelijjq meisje geweest -— 't eenige, waterwas ge- iSlAiedj, was, dat zij nu een leelijk jongetjé leek, (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5