I A0 1915. lio S VVO T^"oei«sdaa: "S3 frtei. F5Ia«l. estendxging staat van belkq STAAÏ VAN OORLOG. In hot voorloopig verslag wordt ver ba rd, dat, nu het gedeelte van. het land, at in' staat van beleg ia verklaard, zich 'tbrcidt en, naar het zich laat aanzien, 'je staat nog geruimen tijd om allerlei ape- ale redenen zal moeten worden gehand bald or naar vele leden meenden, alle re- bestaat voor de volksvertcgonwoordi- r, er tegen te waken, dat het militaire tg niet verder ingrijpe op het gebied er burgerlijke overheid dan strikt noodza- elijk is. Of de volstrekte noodzakelijkheid an zoodanige zelfbeperking het militair ,sag steeds voor oogen heeft gestaan en f de Regeering doet wat in liaar vermo- cn is, om de afwijking van dé normale jerking van 's lands instellingen binnen heng bepaalde grenzen te beperken, werd oor bedoelde leden betwijfeld. Door oendgen hunner werd er in het bij- -ader de aandacht op gevestigd, dat zioh p grond van de beschikking van 27 Maart 915 bij de burgerlijke autoriteiten de vraag loeft voorgedaan of bijv. een verordening ':i het tegengaan van mazelen en zelfs een ouwverordening door het militair gezag en iet. door den gemeenteraad moet worden afgesteld. Zij meenen, dat de woorden ier beschikking verder gaan dan met ,e bedoeling dier artikelen strookt. Do be maling van art. 135 der gemeentewet, aan en Daad opdragende het maken van de crordeningen, die in het belang der open- are orde, zedelijkheid en gezondheid wor- en vereisekt en van andere betreffende do uhhouding der gemeente, blijft h. i ook anncor do staat van oorlog of beleg is af- •ekoodigd, geldon Do heer Pijnappel wees r bij de openbare behandeling van hot wetsontwerp m 1390 in de Kamer op, dab verordeningen kunnen gewijzigd of ge- "horst worden, maar do bevoegdheid om to maken niet wordt ontnomen." Deze woorden werden toen door den Mi eter van Oorlog niet weersproken. Gevraagd werd, waarop do afwijkende pvatting dier wetsbepalingen, welke uit ministerieel© beschikking en baar toe- assdng psreekt. steunt. Men wees er daarbij p, dat het wel een zonderlingen indruk aakt in die beschikking te lezen, dat ook is geen militair belang bij de zaak be rokken, de verordenende bevoegdheid op et militair gezag overgaat, terwijl vol- 'ens art. 187 der Grondwet het in- staat oorlog of beleg verklaren juist ge rond moet zijn op de zorg voor handha- 'ng van de uit- of inwendige veiligheid, a.w. steocfe zijn reden moet vinden in r. militair belang.- Gaarne zou men vernemen of de geh-eele -egeorine met de opvatting van den Mi- ister van Oorlog" mede gaat. Dan ware aar do meening van sommige leden, de tspraak der Kamer, waarbij op een na- i.oro wettelijke voorziening wordt aange- Irongon, onontbeerlijk. Do wet behoort rekening te houden met iet feit, dat de staat van oorlog en van be- kan zijn afgekondigd om geheel andere sclenen en onder geheel andere oiostan- ghe-den dan den wetgever van 1899 voor gen stonden. Voorts werd er door eenige leden op ge mzen, dat de verordeningen, door het mi- kür gezag uitgevaardigd, in juridisch op- icht soms nog al te wenscheu overlaten, kindelijk werd de vraag gesteld, op xena adviezen de besluiten tot het afkon- 'gen van den 9taat van «oorlog of van. bo eg worden genomen. ,,ZAANSTROOM" EN PK MA VIER V". I De procedures over de naar Zeebrügge fpgcbiiachte schepen „Zaanstróom" en jjfiatavier V" en de ladingen daarvan, zui- ,0l> den ïsten Jum voor het prijsgerecht te amburg behandeld worden. J^BOTËRUITVÜÉR.' Det C:ntraal-±>Lireau voor" den uitvoer aiJ boter hoeft den boter fabrieken' toego- i^an deze week slechts' 60 pCt. van de [e'"'briceerde boter uit te' voeren.' P^UTETOEELAG ^OR SPOORWEGPERSONEEL. Daar ,,Do Tijd" uit goede bron verneemt, "Lf t de Regecring den spoorweg-directies pvraagAj of er overwegende bezwaren be- 'an tot het verleen en van een duurte- "•esjag aan het JScderlandsch personeel turende den tijd der mobilisatie. Aange- ^e'n de bruto-win s ten der Maatschappij in r'- 'matste jaren toch door het rijk gewanr- r"ri [blijven gedurende de mobilisatie, bh? 3 bestaand© overeenkomsten, 'en de directies tot gunstige adviseering .csJoten. kjgTERNEERGE TRAWLERS. .De „Oceaan ITI", de laatste der t© Cux- \cn geïnterneerd geweest zijnclo IJmui- r stoomtrawlers, ia thans behouden te duiden teruggekeerd, EEN ZEPPELIN OVER ONS LAND. Rij Vlieland passeerde gister een Zeppe lin, gaande in westelijke richting. Ook op Texel en Ameland zijn Zeppelins gezien. DIENSTORDER STAATSSPOOR. Naar het „Utr. Dbl." verneemt, heeft de directeur-generaal der Staatsspoorwegen be paald, dat het personeel der S.S. een voor schot krijgen kan, gelijkstaande aan een maand traktement. Dit voorschot moet dan in 2 jaar tijds terugbetaald worden 4- 5 pCt. rente. Alleen van het personeel in Utrecht „zijn reeds 1000 aanvragen ingeko men. HET MIJNENGEVAAR EN HET RADEN. Zitting van gisteren. Mon schrijft aan de „N. Ct-." Met het oog op het a.s. badseizoen werd ons van verschillende zijden de vraag ge daan, of er voor badgasten geen gevaar be staat, dat uit zee aanspoelende mijnen ont ploffen, wanneer die bijv. tegen een bad koets aanslaan. Het is het laatst van Jan. in de pers ge publiceerde «artikel van den kapitein ter zee W. 0. J. Smit, chef van den Marine staf, geeft hierop reeds voldoende ant woord. Het komt in 'het kort hierop neer, dat het zeer onwaarschijnlijk is dat een mijn ontploft door op het strand te botsen; on- deskundigen moeten een mijn echter nimmer aanraken. Er wordt zorg gedragen, dat de oprui ming plaats heeft op zoodanige wijze dat de kans op persoonlijke ongelukken zoogoed als uitgesloten is. Het gevaar voor in zee badende en zich op het strand bevindende personen is dus uiterst gering. TWEF. BELGEN AANGEHOUDEN. De Haarlemsche politie he.eft de hand gelegd- op den Belgischen diamantbewerker J. j B., die, uit het militaire kamp te Ga aster land was g.vlucht en op J. L., een Belgisch vluchteling, die te Haarlem ver toeft. Zij beiden hadden van den .wagen van een vrachtrijder een doos met elf mantel- C'stumes en tien mantels gestolen, ter ver zending afgc-geven door de firma Hassink. Te Amsterdam had het tweetal met hun vriendinnen zich schuldig gemaakt aan ver scheidene oplichterijen. VOOR D_ BELGISCHE KINDEREN. Het R.-K. Huisve-ting^-Comité ontving van het A frikaanse1© „Christian Herald Dutch Committee for Relief to widows and orphans of the war te Rotterdam, de gift van 12600. Gisteren is de Antwerpsche vertegenwoor digster van hot Comité, mevrouw De la Faille, wederom naar België vertrokken en zal waarschijnlijk eerstdaags kinderen mee brengen uit Leuven, van welke 6tad het comité reecs een dertigtal kinderen plaatste en waar nog veel gebrek geledon wordj. UITVOER VAN DUITSCHE ARTIKELEN. De Britsche gezant heeft ter kennis van de Nederlandsche 0 ver zee-Trustmast.:.chap- pij gebracht, dat de Duitsche goederen, welke vóór 1 Maart door neutralen besteld en betaald zijn, alleen dan mogen ver scheept worden, wanneer ze vóór 15 Mei in ons land zijn. Do goederen worden dan begeleid van een verklaring van d(3"*N. 0. T., dat het zijn „all licended goods as specified in the let ter of 15th April 1915 from the British Legation the Hague", waarvan een uittrek sel op de verklaring voorkomt. Na 1 Juni zal door Engeland onder gegn voorwaarde verzending van Duitsche goede- ren naar neutrale mogendheden worden toe- gelaten. Alleen voor die goederen, waaraan in Nederl.-Indië dringend behoefte bestaat (b'.v, machinerieën), zal dan nog eon uit zondering werden toegelaten. GEBREK AAN AUTOBANDEN. Men schrijft aan de .,N. Ct.": Er is op dit oogenbfik banden-nood in ifolland en wij bemerken, dat de onzin nigste verhalen over aanvoeren, die wij zouden krijgen, de rondo doen. 'n Feit is, dat Engeland zóo nu en dan eon paar hon- derd stuks loslaat voor Holland, veel te weinig [echter voor de Nederlandsch© be hoefte. Dat wij „schepen" met banden zouden ontvangen, is dus een fantasie van de ver- hajers. Alle rubber-artikelen waren, zjjn en blij ven schaarsch. Aanvoer uit Amerika kan niet geschie den, omdat de directies van Amerikaanscho bandenfabrieken zich verbonden hebben alle uitvoer naar N -d: rland over Londen te doen plaats vind.n; verbond men zich daartoe met, dan was het onmogelijk voldoende, ruwe rubber in Amerika.te krijgen, daar de markt te Liverpool dan niet zou uitlaten. VOOR DE BËLG-ISOHE VLUCHTELINGEN. Van de drie passantenhuizen te Harder wijk, voor familieleden van Belgische mi litairen, is het passantenhuis voer mannen opgeheven, en een der twee passantenhui zen voor vrouwen, dat aan het station, aan welk gebouw een andere bestemming zal worden gegeven, zal morgen opgeheven wor den. BUITENGEWOON 00RL0GS CREDIET, BESTENDIGING STAAT VAN BELEG, EN MOTIE-K. TER LAAN. De heer SMEENGE moet tot zijn leedwe zen erkennep, dat de pogingen tot ontwik keling en ontspanning van gemobiliseerden mislukt zijn.. Hij spreekt evenwel een woord van hulde en waardeering voor den arbeid, welke dienaangaande door veien is verricht. De lust om te leeren was er, doch van de cur sussen kwant niet veel terecht, daar de orga nisatie aan het particulier initiatief werd overgelaten. Hij dringt daarom aan op het meer militair inrichten van de cursussen. Voorts wenscht spr. verhooging der ver goeding voor inkwartiering en dringt hij er op aan, dat de vrijwillige chauffeurs bekend worden gemaakt met hot gekeelo land. Hij dankt den Minister voor hetgeen deze deed in 't belang der Delflandsche scheep vaart. Vérder vraagt spr., dat de scholen zooveel mogelijk door do militairen zullen worden ontruimd, en de gemobiliseerde onderwijzers met verlof zullen worden gezonden. Voor de ymkers dringt de afgevaardigde aan op verloven. De heer LIEFTINCK is met den heer Van Leeuwen voor de grootst mogelijke vrijheid ten aanzien van vergaderingen en hetgeen men op vergaderingen eoi bijeenkomsten wil ten gehoore brengen. Men moet het volk zelf maar laten beslissen wat het wil hooren en waarin het stichting wil zoeken. En zoo is het ook met het lezen van bladen en boeken. Men moet wat ruim zijn ea niet overal op zitten. Evenwel wenscht spr. met den Minister ©en grief van het minder ruim optreden van sommige commandanten te maken. Eet komt vooral aan op het bezit van tact en bescha ving bij de officieren. Gemis daaraan veroor zaakt ook het vloeken. "Wel is dit ruw, on hebbelijk en omioodig, doch de superieuren, die vloeken, doen dit uit gebrek aan bescha ving. Als de beschaving toeneem^ zal ook de ruwheid verminderen. Spr. is ook hierin voor een breeder© op vatting, omdat verboden toch niet helpen. Voorts wenscht spr., dat de dienstplichti gen zoo dicht mogelijk bjj hun woonplaats zullen worden ingedeeld en dat voor de mi litaire hoefsmeden een vastere lijn in hun positie zal komen. Nog maakt spr. eenige opmerkingen over de paardenfokkerij, wélke cl.oor de zedelijkheid wordt belemmerd, daar het verbod van den totalisator en de Zede- lijkheidswetten zeer veel schade aan die fok kerij veroorzaakt Hij vraagt daarom of de Minister bereid is met zijn ambtgenoot van Justitie te over leggen omtrent een opheffing van het tota- lisatorverbod. De heer DE WIJKERSLOOTH DE WEEEDENSTIJN dringt er op aan, dat de commissies voor de schatting van de schade, toegebracht door militaire maatregelen, in het vervolg door dén Minister zullen worden benoemd. Het aantal der bestaande commis sies acht hij te gering, vooral, daar onmiddel lijke taxatie noodig is, wijl anders een juiste schatting veelal niet meer mogelijk is De heer BOS behoort tot de leden, die meenen, dat kritiek op het beleid der Regee ring tot nadere gelegenheid moet worden uitgesteld. Hij heeft evenwel met de leden, die denken als hij, weinig pleizier van zijn houding gehad, daar de Regeering met het verwijt is gekomen, dat men het haar door het opsommen van allerlei grieven niet ge makkelijk maakt. Voor zoover daarin een ver wijt is gelegen aan de Commissie van Rap porteurs, wijst spr. dit af. Er zijn tal van grieven weggelaten met het oogmerk het de Regeering niet moeilijk te maken. Spr. acht het verkeerd, dat Kamerleden zouden opkomen voor de belangen van bij zondere personen, die misbruik maken van hun relatiën met politieke personen. Door het aankomen met allerlei persoon lijke grief] es, wordt de gevoeligheid voor al lerlei dingen vermeerderd en wordt het ge voel van de noodzakelijkheid, dat gezamen lijk moeilijkheden moeten worden gedragen, verminderd. Wel mOet, ook in het belang van den geest en 'het moreel der troepen, zoo goed mogelijk worden gezorgd voor tie gezinnen tier manschappen, terwijl spr. voorts de ontwikkeling' van de gemobiliscerden meer wenscht beschouwd te zien als een deel van de militcöre Overheidstaak. Particulieren kunnen daarbij diensten bewijzen, maar lei ding en organisatie moeten van het Depar tement van Oorlog uitgaan, Daarbij' zal in de 'eerste maanden vooral aan lichamelijke ontwikkeling, aan spel, de aandacht moeten worden gewijd. Met nadruk dringt spr. voorts aan op spoed met het maken van een administratief overzicht van do kosten der mobilisatie, op dat gemaakte fouten niet administratief zullen worden bedekt en de garner een goed inricht van de zaak zal kunnen krijgen. Spr.- is het met den heer Lieftinck eens, dat ten aanzien van vereenigingen en ver gaderingen en van lectuur niet al te veel regelend moet worden opgetreden. Veel beter zou het zijn repressief dan preventief op te treden. Er moet ook van hoogerhand vertrouwen worden gesteld in het volk. En daar dat vertrouwen wederkee- rig moet zijn, betreurt spr. het, dat de heer Ter Laan het niet afkeurde, dat men hem in kennis stelde van een geheime circulaire van den opperbevelhebber. De heer SCHAPER betoogt, dat, wanneer ondershandsche mededeelingen zooals hij die deed aan den Minister, geen gevolg hebben, het (d e plicht der Kamerleden is in het open baar voor h,et belang der militairen op te komen. Ook spr. wenscht verlof voor de bijen houders. Voorts klaagt hij over de huisves ting van militairen in sommige kazernes en kampementen. In het leger ontbreekt een sanitaire dienst. (Tijdens de rede van den heer Schaper verlaat de Voorzitter de vergadering, welke verder geleid wordt door den heer Lieftinck, het oudste lid, daar geen der beide onder voorzitters aanwezig is). De ontwikkeling der manschappen moet gelijkwaardig worden gemaakt aan den dienst. Nog klaagt spr. over de wijze, waarop sommige oflicie-reu hun manschappen don derjagen. Velen hebben van tucht en disci pline een geheel verkeerde voorstelling. Daarvan getuigd ook de circulaire betref fende hot streng de hand houden aan het salueeren. Spr. memoreert hierbij het geval van een soldaat uit Delft, die voor de infor maliteit, dat hij in een adres aau de Ko ningin ook namens anderen onderteekend, werd gestraft met 14 dagen provoost en voor zijn vraag, waar hij tegen die straf kon reclarceeren, met 8 dagen po],t©kamer, ter wijl de grieven, waarover in het adres werd gesproken, spoedig werden opgeruimd en blijkbaar dus juist waren. De heer LIMBURG had willen spreken over do ministerieel© circulaire, waarin wordt gezegd, dat in landsgedeelten, welke in staat van beleg zijn verklaard, de bevoegdheid om huizen te wijzigen, overgaat aan het mili.air gezag, met welke circulaires hij het abso luut oneens is. Hij zal daarmede evenwel wachten tot do behandeling van het wets ontwerp tot bestendiging van den staat van beleg. Da heer VAN HA MET, is het -eens met den heer Limburg en steunt het verzoek van den heer Ketelaar om vergoeding voor de bewoners van ontruimde woningen bij Naarden. De heer FRUIJTIER dringt er opgaan, dat de dijken' in Zeeland zooveel mogelijk on aangeroerd zullen worden gelaten, wat in het belang der waterkeering is. De heer ELAND meent, dat de Kamer te veel vergeet, dat de toestand nog ernstig is. Hij komt op tegen de minachting, welke de heer Van Leeuwen toonde voor het in tellect der officieren. Minister BOSBOOM krijgt het woord, waarna de beraadslagingen worden ver daagd tot Woensdag te twaalf uren. Een Engelsoh Blad over het huidige Oorlogsstadiimi. Na op de jongste oorlogsmiddelen: vergif tiging van bronnen in Afrika, vergiftgas- sen en aanvallen op weerloozen ber zee ge wezen te hebben, verklaart de „Westm. Gaz.", dat men bet een jaar geleden on mogelijk zou hebben geacht, dat eenige Europeesche natie door welke noodzake lijkheid ook tot gebruik van zulke strijd middelen gebracht zou worden. Thans heb ben wij met al deze dingen, als feiten, te rekenen en wij verwachten nog een climax van verschrikking. Protesten baten niet. Ons rest enkel kalmte en vastberadenheid. Wij zijn in een oorlogsstadium gekomen, waarin deze disci pline allermeest noodzakelijk is. Lord Rosebeiy heeft over deze dingen goed gesproken in zijn rede op de Londen- sche universiteit. Ik lean, zeade hij, niet uitstaan het gepraat van die leunstoelpoli tici, die discussieeren over de onverschil ligheid van de natie in betrekking tot den oorlog. Welko natie heeft ooit binnen eeni- (ge maanden een vrijwilligersleger van 2,009,000 bij elkaar gebracht en is bereid da gelijks twee millioen uit te geven zoolang zij 2 millioen uit te geven heeft, ten ©inde haar legor te velde te versterken? Zoo noodig zullen er nog meer komen. De grond voor ons geloof in de eind- zegepraal is, dat wij en onze bondgenooten allen deze gezindheid hebben en dat wij goede en kwade tijding kunnen vernemen, in de vaste wetenschap, dat wij hebben den wil en de macht, om op de lange baan de bovenhand te krijgen. In dit geloof kunnen wij met kalme elke phase van dén veld tocht onder de oogen zien, zonder te sid deren bij elk ongunstig teéken. De giftgassen kunnen den vijand een enkel punt doen winnen, maar zij beslissen niet over den veldtocht en na een weinig on derzoek zullen wij de doeltreffende, mid delen daartegen vinden. Laat ons allen onzen moed en vastbera denheid in dit stadium van uiterste heftig heid samenvatten en vooral toezien, dat de vijand niet cle moreelo en intellectueel© resultaten behaalt, welko hij bedoelt en dan zullen we ook door deze phase komen, zooals we door d© andere kwamen en ten slotte ontwaren, dat de uitputting aan de zijde van den vijand en niet aan onze zijd© is. De Uitwerking van de Verslikkende Gassen. Een officier, die in het hospitaal een be zoek heeft gebracht aan de slacato'T'er* der door de Duitsche ra gebruikte versth kor.dy gassen, geeft in de bladen een beschrijving van het verschrikkelijke lijden, door gassen veroorzaakt. Hij zegt. Ik. behoefoe niet te vragen, in welke zaal de lijders lagen. Het gekerm van de arme kerels bij hun pogingen om lucht te krijgen, was vol doende, om ons te leiden. Ik zag er onge veer twintig, die allen in min of meer zit tende houding tegen den muur leunden en ineenkrompen vm pijn, niet open monid. trachtten lucht te krijgen. Hun oogen war ren verglaasd en hun gelaat en armen had den een grijszwarte kleur. Het wao een afgrijselijk gezicht. Er kan zoo goed ais niets voor hen gedaan wordbn. Als gevolg van het gas ontwikkelt zich in de lor.gon een waterige, schuimende stof, die langza merhand de longen geheel vult, tot zij in don mond komt, waarna de slachtoffers ster ven. Het is een langzame verstikking, dio in enkele gevallen een of twee dagen duurt. Meer dan do helft "van de mansschappen, die naar de hospitalen gebracht werden, zijn gestorven. Anderen liggen op sterven, ter wijl zij, dio de onmiddellijke uitwerking van het gas te boven komen, i ziekte in de longen krijgen. Hot is een vreeselijke vorm van wetenschappelijke mar^emig. Niet óén van de manschappen, dio ik in het hospi taal zag, had een wonde of zelfs een schram. Het gebruik van deze gassen heeft zulk een verontwaardiging gewekt, dat enkele Engel echo bladen thans vragen, de Duitse hora met hun eigen wapens to bestrijdc. Zij zeggen, dat, afgezien van de vraag omtrent het winnen of verliezen van slageó, dit noo- dig is om onzon eighh soldaten recht te j doen wedervaren -en wijzen er op, dat, daar de wind in normale omstandigheden meestal zuidwest is, de Duitschers ten slotte spijt kunnen hebben van hun baibaarsohe vinding i cn hun schandelijke inbreuk op de in tere a- 1 t ion al" ov°^esnkomst"" wij hun vin ding „vólgen, zal yau i-^-Ucniand 'in gee- nen deele de schande afgewenteld worden haar te hebben ingevoerd, noch hun misdaad van de lijst afgevoerd worden, waarvan aan het eind van den oorlog verantwoording moet worden gevraagd. Do bladen zijn bet er over eens, dat protest niet zal baten. De vijand geeft niets om die meening der neu tralen of de verachting en verafschuwing waaraan hij zich blootstelt. Zij verklaren, dat men niet met gov ouwen handen kan toezien, hoe onze dappere mannen ter dood gebracht worden door dit nieuwe wapen. De' kwestie is er een, waaraan de regceringen der geallieerden onmiddellijk 'naar aanda-cht moeten schenken. Een Volkssamenhooping aan tJe Dardancllen. Wij liggen in een, door land omringde haven, voor anker en doe gedurende vier, dagen niets zoo schrijft een marinesol daat aan de „Times". De plaats is sedert do landtroepen Luer verzameld zijn, zeer in teressant geworden. In de nauwe haven straatjes verdringen zich Franschen, in h'm blauwe ja-ssen en rood© pantalons geklcpd, Afrikaansohe jagers op prachtige Arabische paarden, Senegaleezen infanteristen met inktzwarte gezichten, Britsche soldaten, ma trozen, Grieksehe soldaten en tal van man nen en vrouwen in de meest kleurige ©n wonderlijkste kleederdraehten van bet Oos ten. Die Senegaleezen verblijven in merkwaar dige kleine tentjes van 8 bij t voet. Ze slapen daarin met hun aessen. Die tenten bestaan uit zes deelen en elke man. draagt er een stuk van. 'e Avonds worden do lap pen aau elkaar bevestigd door middel van knoop en en knoopsgaten. Overdag die>nt 't doel voor zonnescherm. Hun officieren zijn natuurlijk allen Fran- Bchen, flinke, lange, jonge mannen met zon verbrande gezichten, een keurbende op zich zelf. Voorts ziet men tal van Australiërs, allen opvallend lang en gespierd. Zij zitten ech ter op knollen van paarden en berijden die dieren op een manier, alsof zij er elk oogenblik zullen afvallen. Overal in de pla^ta ontstaan nieuwe win keltjes, kleine hokjes, waarin voorna.rt-l,;k de Grieksehe kooplui goede zaakjes mal aai Vruchten, zoetigheid, briefkaarten, spon sen, conserven, whisky, brandewijn en uieh zijn hun voornaamste artikelen. Opschriften als „Grillroom" of ,,Bor Marche" doen zien, welke c-liëntcele zij wen- schen dat komen. De transporten gaan voortdurend door de straatjes. Zwaar beladen muilezels zoeken zelf hun weg tusschen ammunitiekarren, Roode Kruiswagens en honderden kinderen. Deze laatstcn kunnen reeds opperbest: „penny, signor, penny", schreeuwen en dui ken daarvoor elk oogenblik in het water. Slagschepen, kruisers, transportschepen, kolenschepen enz. vullen 't levendig schouw spel van de haven hier aan. Op den bouw- valligen steiger die jarenlang voldoende was voor het dommelende Grieksehe dorp is thang zooveel opgeetapeld, en er heertcht zooveel drukte daarop, dat 't ding eik oogenblik kan instorten. Tusschen al dat loven door, schrijden de Grieksehe geestelijken met hun, op vroii- wenmanier gevlochten lange haren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 9