I
A0 1915.
lio S VVO
T^"oei«sdaa: "S3 frtei.
F5Ia«l.
estendxging staat van belkq
STAAÏ VAN OORLOG.
In hot voorloopig verslag wordt ver
ba rd, dat, nu het gedeelte van. het land,
at in' staat van beleg ia verklaard, zich
'tbrcidt en, naar het zich laat aanzien,
'je staat nog geruimen tijd om allerlei ape-
ale redenen zal moeten worden gehand
bald or naar vele leden meenden, alle re-
bestaat voor de volksvertcgonwoordi-
r, er tegen te waken, dat het militaire
tg niet verder ingrijpe op het gebied
er burgerlijke overheid dan strikt noodza-
elijk is. Of de volstrekte noodzakelijkheid
an zoodanige zelfbeperking het militair
,sag steeds voor oogen heeft gestaan en
f de Regeering doet wat in liaar vermo-
cn is, om de afwijking van dé normale
jerking van 's lands instellingen binnen
heng bepaalde grenzen te beperken, werd
oor bedoelde leden betwijfeld.
Door oendgen hunner werd er in het bij-
-ader de aandacht op gevestigd, dat zioh
p grond van de beschikking van 27 Maart
915 bij de burgerlijke autoriteiten de vraag
loeft voorgedaan of bijv. een verordening
':i het tegengaan van mazelen en zelfs een
ouwverordening door het militair gezag en
iet. door den gemeenteraad moet worden
afgesteld. Zij meenen, dat de woorden
ier beschikking verder gaan dan met
,e bedoeling dier artikelen strookt. Do be
maling van art. 135 der gemeentewet, aan
en Daad opdragende het maken van de
crordeningen, die in het belang der open-
are orde, zedelijkheid en gezondheid wor-
en vereisekt en van andere betreffende do
uhhouding der gemeente, blijft h. i ook
anncor do staat van oorlog of beleg is af-
•ekoodigd, geldon Do heer Pijnappel wees
r bij de openbare behandeling van hot
wetsontwerp m 1390 in de Kamer op, dab
verordeningen kunnen gewijzigd of ge-
"horst worden, maar do bevoegdheid om
to maken niet wordt ontnomen."
Deze woorden werden toen door den Mi
eter van Oorlog niet weersproken.
Gevraagd werd, waarop do afwijkende
pvatting dier wetsbepalingen, welke uit
ministerieel© beschikking en baar toe-
assdng psreekt. steunt. Men wees er daarbij
p, dat het wel een zonderlingen indruk
aakt in die beschikking te lezen, dat ook
is geen militair belang bij de zaak be
rokken, de verordenende bevoegdheid op
et militair gezag overgaat, terwijl vol-
'ens art. 187 der Grondwet het in- staat
oorlog of beleg verklaren juist ge
rond moet zijn op de zorg voor handha-
'ng van de uit- of inwendige veiligheid,
a.w. steocfe zijn reden moet vinden in
r. militair belang.-
Gaarne zou men vernemen of de geh-eele
-egeorine met de opvatting van den Mi-
ister van Oorlog" mede gaat. Dan ware
aar do meening van sommige leden, de
tspraak der Kamer, waarbij op een na-
i.oro wettelijke voorziening wordt aange-
Irongon, onontbeerlijk.
Do wet behoort rekening te houden met
iet feit, dat de staat van oorlog en van be-
kan zijn afgekondigd om geheel andere
sclenen en onder geheel andere oiostan-
ghe-den dan den wetgever van 1899 voor
gen stonden.
Voorts werd er door eenige leden op ge
mzen, dat de verordeningen, door het mi-
kür gezag uitgevaardigd, in juridisch op-
icht soms nog al te wenscheu overlaten,
kindelijk werd de vraag gesteld, op
xena adviezen de besluiten tot het afkon-
'gen van den 9taat van «oorlog of van. bo
eg worden genomen.
,,ZAANSTROOM" EN PK
MA VIER V".
I De procedures over de naar Zeebrügge
fpgcbiiachte schepen „Zaanstróom" en
jjfiatavier V" en de ladingen daarvan, zui-
,0l> den ïsten Jum voor het prijsgerecht te
amburg behandeld worden.
J^BOTËRUITVÜÉR.'
Det C:ntraal-±>Lireau voor" den uitvoer
aiJ boter hoeft den boter fabrieken' toego-
i^an deze week slechts' 60 pCt. van de
[e'"'briceerde boter uit te' voeren.'
P^UTETOEELAG
^OR SPOORWEGPERSONEEL.
Daar ,,Do Tijd" uit goede bron verneemt,
"Lf t de Regecring den spoorweg-directies
pvraagAj of er overwegende bezwaren be-
'an tot het verleen en van een duurte-
"•esjag aan het JScderlandsch personeel
turende den tijd der mobilisatie. Aange-
^e'n de bruto-win s ten der Maatschappij in
r'- 'matste jaren toch door het rijk gewanr-
r"ri [blijven gedurende de mobilisatie,
bh? 3 bestaand© overeenkomsten,
'en de directies tot gunstige adviseering
.csJoten.
kjgTERNEERGE TRAWLERS.
.De „Oceaan ITI", de laatste der t© Cux-
\cn geïnterneerd geweest zijnclo IJmui-
r stoomtrawlers, ia thans behouden te
duiden teruggekeerd,
EEN ZEPPELIN OVER ONS LAND.
Rij Vlieland passeerde gister een Zeppe
lin, gaande in westelijke richting. Ook op
Texel en Ameland zijn Zeppelins gezien.
DIENSTORDER STAATSSPOOR.
Naar het „Utr. Dbl." verneemt, heeft de
directeur-generaal der Staatsspoorwegen be
paald, dat het personeel der S.S. een voor
schot krijgen kan, gelijkstaande aan een
maand traktement. Dit voorschot moet dan
in 2 jaar tijds terugbetaald worden 4- 5
pCt. rente. Alleen van het personeel in
Utrecht „zijn reeds 1000 aanvragen ingeko
men.
HET MIJNENGEVAAR EN HET
RADEN.
Zitting van gisteren.
Mon schrijft aan de „N. Ct-."
Met het oog op het a.s. badseizoen werd
ons van verschillende zijden de vraag ge
daan, of er voor badgasten geen gevaar be
staat, dat uit zee aanspoelende mijnen ont
ploffen, wanneer die bijv. tegen een bad
koets aanslaan.
Het is het laatst van Jan. in de pers ge
publiceerde «artikel van den kapitein ter
zee W. 0. J. Smit, chef van den Marine
staf, geeft hierop reeds voldoende ant
woord. Het komt in 'het kort hierop neer,
dat het zeer onwaarschijnlijk is dat een mijn
ontploft door op het strand te botsen; on-
deskundigen moeten een mijn echter nimmer
aanraken.
Er wordt zorg gedragen, dat de oprui
ming plaats heeft op zoodanige wijze dat de
kans op persoonlijke ongelukken zoogoed
als uitgesloten is.
Het gevaar voor in zee badende en zich
op het strand bevindende personen is dus
uiterst gering.
TWEF. BELGEN AANGEHOUDEN.
De Haarlemsche politie he.eft de hand
gelegd- op den Belgischen diamantbewerker
J. j B., die, uit het militaire kamp te
Ga aster land was g.vlucht en op J. L., een
Belgisch vluchteling, die te Haarlem ver
toeft. Zij beiden hadden van den .wagen
van een vrachtrijder een doos met elf mantel-
C'stumes en tien mantels gestolen, ter ver
zending afgc-geven door de firma Hassink.
Te Amsterdam had het tweetal met hun
vriendinnen zich schuldig gemaakt aan ver
scheidene oplichterijen.
VOOR D_ BELGISCHE KINDEREN.
Het R.-K. Huisve-ting^-Comité ontving
van het A frikaanse1© „Christian Herald
Dutch Committee for Relief to widows and
orphans of the war te Rotterdam, de gift
van 12600.
Gisteren is de Antwerpsche vertegenwoor
digster van hot Comité, mevrouw De la
Faille, wederom naar België vertrokken en
zal waarschijnlijk eerstdaags kinderen mee
brengen uit Leuven, van welke 6tad het
comité reecs een dertigtal kinderen plaatste
en waar nog veel gebrek geledon wordj.
UITVOER VAN DUITSCHE ARTIKELEN.
De Britsche gezant heeft ter kennis van
de Nederlandsche 0 ver zee-Trustmast.:.chap-
pij gebracht, dat de Duitsche goederen,
welke vóór 1 Maart door neutralen besteld
en betaald zijn, alleen dan mogen ver
scheept worden, wanneer ze vóór 15 Mei in
ons land zijn.
Do goederen worden dan begeleid van een
verklaring van d(3"*N. 0. T., dat het zijn
„all licended goods as specified in the let
ter of 15th April 1915 from the British
Legation the Hague", waarvan een uittrek
sel op de verklaring voorkomt.
Na 1 Juni zal door Engeland onder gegn
voorwaarde verzending van Duitsche goede-
ren naar neutrale mogendheden worden toe-
gelaten. Alleen voor die goederen, waaraan
in Nederl.-Indië dringend behoefte bestaat
(b'.v, machinerieën), zal dan nog eon uit
zondering werden toegelaten.
GEBREK AAN AUTOBANDEN.
Men schrijft aan de .,N. Ct.":
Er is op dit oogenbfik banden-nood in
ifolland en wij bemerken, dat de onzin
nigste verhalen over aanvoeren, die wij
zouden krijgen, de rondo doen. 'n Feit is,
dat Engeland zóo nu en dan eon paar hon-
derd stuks loslaat voor Holland, veel te
weinig [echter voor de Nederlandsch© be
hoefte.
Dat wij „schepen" met banden zouden
ontvangen, is dus een fantasie van de ver-
hajers.
Alle rubber-artikelen waren, zjjn en blij
ven schaarsch.
Aanvoer uit Amerika kan niet geschie
den, omdat de directies van Amerikaanscho
bandenfabrieken zich verbonden hebben alle
uitvoer naar N -d: rland over Londen te doen
plaats vind.n; verbond men zich daartoe met,
dan was het onmogelijk voldoende, ruwe
rubber in Amerika.te krijgen, daar de markt
te Liverpool dan niet zou uitlaten.
VOOR DE BËLG-ISOHE
VLUCHTELINGEN.
Van de drie passantenhuizen te Harder
wijk, voor familieleden van Belgische mi
litairen, is het passantenhuis voer mannen
opgeheven, en een der twee passantenhui
zen voor vrouwen, dat aan het station, aan
welk gebouw een andere bestemming zal
worden gegeven, zal morgen opgeheven wor
den.
BUITENGEWOON 00RL0GS CREDIET,
BESTENDIGING STAAT VAN BELEG,
EN MOTIE-K. TER LAAN.
De heer SMEENGE moet tot zijn leedwe
zen erkennep, dat de pogingen tot ontwik
keling en ontspanning van gemobiliseerden
mislukt zijn.. Hij spreekt evenwel een woord
van hulde en waardeering voor den arbeid,
welke dienaangaande door veien is verricht.
De lust om te leeren was er, doch van de cur
sussen kwant niet veel terecht, daar de orga
nisatie aan het particulier initiatief werd
overgelaten. Hij dringt daarom aan op het
meer militair inrichten van de cursussen.
Voorts wenscht spr. verhooging der ver
goeding voor inkwartiering en dringt hij
er op aan, dat de vrijwillige chauffeurs
bekend worden gemaakt met hot gekeelo
land.
Hij dankt den Minister voor hetgeen deze
deed in 't belang der Delflandsche scheep
vaart.
Vérder vraagt spr., dat de scholen zooveel
mogelijk door do militairen zullen worden
ontruimd, en de gemobiliseerde onderwijzers
met verlof zullen worden gezonden.
Voor de ymkers dringt de afgevaardigde
aan op verloven.
De heer LIEFTINCK is met den heer Van
Leeuwen voor de grootst mogelijke vrijheid
ten aanzien van vergaderingen en hetgeen
men op vergaderingen eoi bijeenkomsten wil
ten gehoore brengen. Men moet het volk zelf
maar laten beslissen wat het wil hooren en
waarin het stichting wil zoeken. En zoo is
het ook met het lezen van bladen en boeken.
Men moet wat ruim zijn ea niet overal op
zitten.
Evenwel wenscht spr. met den Minister
©en grief van het minder ruim optreden van
sommige commandanten te maken. Eet komt
vooral aan op het bezit van tact en bescha
ving bij de officieren. Gemis daaraan veroor
zaakt ook het vloeken. "Wel is dit ruw, on
hebbelijk en omioodig, doch de superieuren,
die vloeken, doen dit uit gebrek aan bescha
ving. Als de beschaving toeneem^ zal ook
de ruwheid verminderen.
Spr. is ook hierin voor een breeder© op
vatting, omdat verboden toch niet helpen.
Voorts wenscht spr., dat de dienstplichti
gen zoo dicht mogelijk bjj hun woonplaats
zullen worden ingedeeld en dat voor de mi
litaire hoefsmeden een vastere lijn in hun
positie zal komen. Nog maakt spr. eenige
opmerkingen over de paardenfokkerij, wélke
cl.oor de zedelijkheid wordt belemmerd, daar
het verbod van den totalisator en de Zede-
lijkheidswetten zeer veel schade aan die fok
kerij veroorzaakt
Hij vraagt daarom of de Minister bereid
is met zijn ambtgenoot van Justitie te over
leggen omtrent een opheffing van het tota-
lisatorverbod.
De heer DE WIJKERSLOOTH DE
WEEEDENSTIJN dringt er op aan, dat de
commissies voor de schatting van de schade,
toegebracht door militaire maatregelen, in
het vervolg door dén Minister zullen worden
benoemd. Het aantal der bestaande commis
sies acht hij te gering, vooral, daar onmiddel
lijke taxatie noodig is, wijl anders een juiste
schatting veelal niet meer mogelijk is
De heer BOS behoort tot de leden, die
meenen, dat kritiek op het beleid der Regee
ring tot nadere gelegenheid moet worden
uitgesteld. Hij heeft evenwel met de leden,
die denken als hij, weinig pleizier van zijn
houding gehad, daar de Regeering met het
verwijt is gekomen, dat men het haar door
het opsommen van allerlei grieven niet ge
makkelijk maakt. Voor zoover daarin een ver
wijt is gelegen aan de Commissie van Rap
porteurs, wijst spr. dit af. Er zijn tal van
grieven weggelaten met het oogmerk het de
Regeering niet moeilijk te maken.
Spr. acht het verkeerd, dat Kamerleden
zouden opkomen voor de belangen van bij
zondere personen, die misbruik maken van
hun relatiën met politieke personen.
Door het aankomen met allerlei persoon
lijke grief] es, wordt de gevoeligheid voor al
lerlei dingen vermeerderd en wordt het ge
voel van de noodzakelijkheid, dat gezamen
lijk moeilijkheden moeten worden gedragen,
verminderd.
Wel mOet, ook in het belang van den
geest en 'het moreel der troepen, zoo goed
mogelijk worden gezorgd voor tie gezinnen
tier manschappen, terwijl spr. voorts de
ontwikkeling' van de gemobiliscerden meer
wenscht beschouwd te zien als een deel van
de militcöre Overheidstaak. Particulieren
kunnen daarbij diensten bewijzen, maar lei
ding en organisatie moeten van het Depar
tement van Oorlog uitgaan, Daarbij' zal in
de 'eerste maanden vooral aan lichamelijke
ontwikkeling, aan spel, de aandacht moeten
worden gewijd.
Met nadruk dringt spr. voorts aan op
spoed met het maken van een administratief
overzicht van do kosten der mobilisatie, op
dat gemaakte fouten niet administratief
zullen worden bedekt en de garner een goed
inricht van de zaak zal kunnen krijgen.
Spr.- is het met den heer Lieftinck eens,
dat ten aanzien van vereenigingen en ver
gaderingen en van lectuur niet al te veel
regelend moet worden opgetreden.
Veel beter zou het zijn repressief dan
preventief op te treden. Er moet ook van
hoogerhand vertrouwen worden gesteld in
het volk. En daar dat vertrouwen wederkee-
rig moet zijn, betreurt spr. het, dat de heer
Ter Laan het niet afkeurde, dat men hem
in kennis stelde van een geheime circulaire
van den opperbevelhebber.
De heer SCHAPER betoogt, dat, wanneer
ondershandsche mededeelingen zooals hij die
deed aan den Minister, geen gevolg hebben,
het (d e plicht der Kamerleden is in het open
baar voor h,et belang der militairen op te
komen.
Ook spr. wenscht verlof voor de bijen
houders. Voorts klaagt hij over de huisves
ting van militairen in sommige kazernes en
kampementen. In het leger ontbreekt een
sanitaire dienst.
(Tijdens de rede van den heer Schaper
verlaat de Voorzitter de vergadering, welke
verder geleid wordt door den heer Lieftinck,
het oudste lid, daar geen der beide onder
voorzitters aanwezig is).
De ontwikkeling der manschappen moet
gelijkwaardig worden gemaakt aan den
dienst.
Nog klaagt spr. over de wijze, waarop
sommige oflicie-reu hun manschappen don
derjagen. Velen hebben van tucht en disci
pline een geheel verkeerde voorstelling.
Daarvan getuigd ook de circulaire betref
fende hot streng de hand houden aan het
salueeren. Spr. memoreert hierbij het geval
van een soldaat uit Delft, die voor de infor
maliteit, dat hij in een adres aau de Ko
ningin ook namens anderen onderteekend,
werd gestraft met 14 dagen provoost en
voor zijn vraag, waar hij tegen die straf kon
reclarceeren, met 8 dagen po],t©kamer, ter
wijl de grieven, waarover in het adres werd
gesproken, spoedig werden opgeruimd en
blijkbaar dus juist waren.
De heer LIMBURG had willen spreken
over do ministerieel© circulaire, waarin wordt
gezegd, dat in landsgedeelten, welke in staat
van beleg zijn verklaard, de bevoegdheid om
huizen te wijzigen, overgaat aan het mili.air
gezag, met welke circulaires hij het abso
luut oneens is. Hij zal daarmede evenwel
wachten tot do behandeling van het wets
ontwerp tot bestendiging van den staat van
beleg.
Da heer VAN HA MET, is het -eens met
den heer Limburg en steunt het verzoek
van den heer Ketelaar om vergoeding voor
de bewoners van ontruimde woningen bij
Naarden.
De heer FRUIJTIER dringt er opgaan, dat
de dijken' in Zeeland zooveel mogelijk on
aangeroerd zullen worden gelaten, wat in
het belang der waterkeering is.
De heer ELAND meent, dat de Kamer te
veel vergeet, dat de toestand nog ernstig
is. Hij komt op tegen de minachting, welke
de heer Van Leeuwen toonde voor het in
tellect der officieren.
Minister BOSBOOM krijgt het woord,
waarna de beraadslagingen worden ver
daagd tot Woensdag te twaalf uren.
Een Engelsoh Blad over het huidige
Oorlogsstadiimi.
Na op de jongste oorlogsmiddelen: vergif
tiging van bronnen in Afrika, vergiftgas-
sen en aanvallen op weerloozen ber zee ge
wezen te hebben, verklaart de „Westm.
Gaz.", dat men bet een jaar geleden on
mogelijk zou hebben geacht, dat eenige
Europeesche natie door welke noodzake
lijkheid ook tot gebruik van zulke strijd
middelen gebracht zou worden. Thans heb
ben wij met al deze dingen, als feiten, te
rekenen en wij verwachten nog een climax
van verschrikking.
Protesten baten niet. Ons rest enkel
kalmte en vastberadenheid. Wij zijn in een
oorlogsstadium gekomen, waarin deze disci
pline allermeest noodzakelijk is.
Lord Rosebeiy heeft over deze dingen
goed gesproken in zijn rede op de Londen-
sche universiteit. Ik lean, zeade hij, niet
uitstaan het gepraat van die leunstoelpoli
tici, die discussieeren over de onverschil
ligheid van de natie in betrekking tot den
oorlog. Welko natie heeft ooit binnen eeni-
(ge maanden een vrijwilligersleger van
2,009,000 bij elkaar gebracht en is bereid da
gelijks twee millioen uit te geven zoolang
zij 2 millioen uit te geven heeft, ten ©inde
haar legor te velde te versterken?
Zoo noodig zullen er nog meer komen.
De grond voor ons geloof in de eind-
zegepraal is, dat wij en onze bondgenooten
allen deze gezindheid hebben en dat wij
goede en kwade tijding kunnen vernemen,
in de vaste wetenschap, dat wij hebben den
wil en de macht, om op de lange baan de
bovenhand te krijgen. In dit geloof kunnen
wij met kalme elke phase van dén veld
tocht onder de oogen zien, zonder te sid
deren bij elk ongunstig teéken.
De giftgassen kunnen den vijand een enkel
punt doen winnen, maar zij beslissen niet
over den veldtocht en na een weinig on
derzoek zullen wij de doeltreffende, mid
delen daartegen vinden.
Laat ons allen onzen moed en vastbera
denheid in dit stadium van uiterste heftig
heid samenvatten en vooral toezien, dat
de vijand niet cle moreelo en intellectueel©
resultaten behaalt, welko hij bedoelt en
dan zullen we ook door deze phase komen,
zooals we door d© andere kwamen en ten
slotte ontwaren, dat de uitputting aan de
zijde van den vijand en niet aan onze zijd©
is.
De Uitwerking van
de Verslikkende Gassen.
Een officier, die in het hospitaal een be
zoek heeft gebracht aan de slacato'T'er* der
door de Duitsche ra gebruikte versth kor.dy
gassen, geeft in de bladen een beschrijving
van het verschrikkelijke lijden, door
gassen veroorzaakt. Hij zegt. Ik. behoefoe
niet te vragen, in welke zaal de lijders
lagen. Het gekerm van de arme kerels bij
hun pogingen om lucht te krijgen, was vol
doende, om ons te leiden. Ik zag er onge
veer twintig, die allen in min of meer zit
tende houding tegen den muur leunden en
ineenkrompen vm pijn, niet open monid.
trachtten lucht te krijgen. Hun oogen war
ren verglaasd en hun gelaat en armen had
den een grijszwarte kleur. Het wao een
afgrijselijk gezicht. Er kan zoo goed ais
niets voor hen gedaan wordbn. Als gevolg
van het gas ontwikkelt zich in de lor.gon
een waterige, schuimende stof, die langza
merhand de longen geheel vult, tot zij in
don mond komt, waarna de slachtoffers ster
ven. Het is een langzame verstikking, dio
in enkele gevallen een of twee dagen duurt.
Meer dan do helft "van de mansschappen, die
naar de hospitalen gebracht werden, zijn
gestorven. Anderen liggen op sterven, ter
wijl zij, dio de onmiddellijke uitwerking van
het gas te boven komen, i ziekte in de
longen krijgen. Hot is een vreeselijke vorm
van wetenschappelijke mar^emig. Niet óén
van de manschappen, dio ik in het hospi
taal zag, had een wonde of zelfs een schram.
Het gebruik van deze gassen heeft zulk een
verontwaardiging gewekt, dat enkele Engel
echo bladen thans vragen, de Duitse hora
met hun eigen wapens to bestrijdc. Zij
zeggen, dat, afgezien van de vraag omtrent
het winnen of verliezen van slageó, dit noo-
dig is om onzon eighh soldaten recht te
j doen wedervaren -en wijzen er op, dat, daar
de wind in normale omstandigheden meestal
zuidwest is, de Duitschers ten slotte spijt
kunnen hebben van hun baibaarsohe vinding
i cn hun schandelijke inbreuk op de in tere a-
1 t ion al" ov°^esnkomst"" wij hun vin
ding „vólgen, zal yau i-^-Ucniand 'in gee-
nen deele de schande afgewenteld worden
haar te hebben ingevoerd, noch hun misdaad
van de lijst afgevoerd worden, waarvan aan
het eind van den oorlog verantwoording
moet worden gevraagd. Do bladen zijn bet
er over eens, dat protest niet zal baten. De
vijand geeft niets om die meening der neu
tralen of de verachting en verafschuwing
waaraan hij zich blootstelt. Zij verklaren,
dat men niet met gov ouwen handen kan
toezien, hoe onze dappere mannen ter dood
gebracht worden door dit nieuwe wapen. De'
kwestie is er een, waaraan de regceringen
der geallieerden onmiddellijk 'naar aanda-cht
moeten schenken.
Een Volkssamenhooping aan tJe
Dardancllen.
Wij liggen in een, door land omringde
haven, voor anker en doe gedurende vier,
dagen niets zoo schrijft een marinesol
daat aan de „Times". De plaats is sedert
do landtroepen Luer verzameld zijn, zeer in
teressant geworden. In de nauwe haven
straatjes verdringen zich Franschen, in h'm
blauwe ja-ssen en rood© pantalons geklcpd,
Afrikaansohe jagers op prachtige Arabische
paarden, Senegaleezen infanteristen met
inktzwarte gezichten, Britsche soldaten, ma
trozen, Grieksehe soldaten en tal van man
nen en vrouwen in de meest kleurige ©n
wonderlijkste kleederdraehten van bet Oos
ten.
Die Senegaleezen verblijven in merkwaar
dige kleine tentjes van 8 bij t voet. Ze
slapen daarin met hun aessen. Die tenten
bestaan uit zes deelen en elke man. draagt
er een stuk van. 'e Avonds worden do lap
pen aau elkaar bevestigd door middel van
knoop en en knoopsgaten. Overdag die>nt 't
doel voor zonnescherm.
Hun officieren zijn natuurlijk allen Fran-
Bchen, flinke, lange, jonge mannen met zon
verbrande gezichten, een keurbende op zich
zelf.
Voorts ziet men tal van Australiërs, allen
opvallend lang en gespierd. Zij zitten ech
ter op knollen van paarden en berijden die
dieren op een manier, alsof zij er elk
oogenblik zullen afvallen.
Overal in de pla^ta ontstaan nieuwe win
keltjes, kleine hokjes, waarin voorna.rt-l,;k
de Grieksehe kooplui goede zaakjes mal aai
Vruchten, zoetigheid, briefkaarten, spon
sen, conserven, whisky, brandewijn en uieh
zijn hun voornaamste artikelen.
Opschriften als „Grillroom" of ,,Bor
Marche" doen zien, welke c-liëntcele zij wen-
schen dat komen.
De transporten gaan voortdurend door de
straatjes. Zwaar beladen muilezels zoeken
zelf hun weg tusschen ammunitiekarren,
Roode Kruiswagens en honderden kinderen.
Deze laatstcn kunnen reeds opperbest:
„penny, signor, penny", schreeuwen en dui
ken daarvoor elk oogenblik in het water.
Slagschepen, kruisers, transportschepen,
kolenschepen enz. vullen 't levendig schouw
spel van de haven hier aan. Op den bouw-
valligen steiger die jarenlang voldoende
was voor het dommelende Grieksehe dorp
is thang zooveel opgeetapeld, en er heertcht
zooveel drukte daarop, dat 't ding eik
oogenblik kan instorten.
Tusschen al dat loven door, schrijden de
Grieksehe geestelijken met hun, op vroii-
wenmanier gevlochten lange haren.