Persoverzicht.
L Eo'-Een nog eens gezocht naar eerst-
B Hegeenugssbu k, maar niet. govon-
Het Steuncomité.
18034-
Woensdag 12 IMei.
Tweede IBslaci. /\o
irsc
■^l^jMUiS/ULo
£5?
,f
L 7 van „Pak rns Mee'! bevat:
Rvirpedeeren van het s.s. „Lusitania", van
[ïard-Line, waarbij pan:. 1500 pas-
Tiers oir-kwamen.
Jföeelt ais voorplaat: Het portret van Z.Exc.
Klillerand, Pransche Minister v. Oorlog.
foto's van bet Militaire feest, aange-
Heu door de Franscbe Regeering aan do
■rstellende gewonde Franscbe militairen,
■liet Trocadero-Paleis te Parijs. Duel
Jde wolken tusschen een Franschen on
|cn Puitscben vlieger. Voorts^ nog vele
oorlogs- en andere foto's.
een driestar Afgewezen ?egt
pK STANDAARD";
ioo niet alle, toch zullen nog velen on-
L lezers zich herinneren, hoe voor eeni-
I maanden prof. dr. H. Visscher,
(Utrecht, door den Gereformeerden Bond
|<le Hervormde Kerk benoemd werd tot
liitengewoon hoogloeraar,
college te geven in de Leerstel-
ge Godgeleerdheid,
plegen dit aanzoek is toe.i van ongeloo-
ge zijde aanstonds een heet vuur aan
stookt. Dat zou niet en dat mocht niet
Luren. Een Staatshoogl ceraar mocht
Bet optreden voor een anderen Bond,
lie zijn preken bond aan de Belijdenis
Vaderen.
Vrij kras is hierover toen in Utrecht
1st reden. Het gaf in den Senaat een
lektakel. Tal ook van met-orthodoxe
|den \a.i den Senaat vonden weigering
isurd en in strijd met alle begrip van
Sijheid Blijkbaar was er van halfgeloo-
Jgc en van ongeloovige zij sterke pressie
i meer dan. één hoogleeraar beproefd. En
|t resultaat was, dat de Senaat bij meer-
•rheid den Minister adviseerde, op heb
irzoek niet in te gaan, maar het te
rijzen van de hand.
Sa die beslissing heeft het nog wat ge-
iraineerd, cn nu, verleden Dinsdag 4 Mei,
dan eindelijk toch bij Binnenlandsche
(iken het besluit gevallen, en wel in dien
tin, dat de hooglceraar dr. Visser nul op
ft rekest kreeg.
Natuurlijk kan het hierbij niet blijven.
(Dit is een kwestie,.die van zeer nabij
Jel het beginsel van ons Hooger Onder
lijs raakt, en naar te vermoeden is, zal
(licht door interpellatie nadere verkla-
v. orden gezocht.
Het nu genomen besluit, toch hangt
(am met- heb standpunt v?n de wet, en
ar de laatste herziening van de wet op
Kt Hooger Onderwijs tot stand kwam on-
Per leiding van een tocnmaligen Minister,
Be thans lid van de Staten-Gencraal is,
lag men ditmaal althans op een ernstig
Jderzoek bij zoo belangrijk vraagstuk
|®pcn.
J Vanzelf doet-het ons zeer leed, dab ook
leze ongelegenheid zich weer aan het ve-
]e, dat aan het Bestand knaagt, komt toe-
■Jegen.
(Te meer verheugd het ons daarom, dat
Re intijds gewaarschuwd hebben.
[Men kan nu althans niet zeggen, dat
den te laat komt voor redres.
j?,DE STANDAARD" schrijft over D e
1 e r s t e Kamer en het Eed s-
e t j e
|De vraag, of in rechten de getuige met
bloote verklaring zal kunnen
ölstaan, nadert oolc in de Eerste Kamer
Baar beslissing.
jBe stukken zijn nu gereed. Het Voor
jpopig- definitief verslag van de Kamer is.
met Memorie van Antwoord van de
(peering ingekomen.
1 Evenzoo staat het met de „voorwaarde-
Bjke veroordeeling" j slechts met dit ver-
jchil. dat voor zoover er oppositie uitkwam,
Pie oppositie zich veel gematigder aanstel
de bij de veroordceling, dan bij de gefcui-
|on -kwestie.
1 Vaar liet heengaat is noch bij het eer-
noch bij het tweede ontwerp uit de
pbikken op te maken. Elke zweem van
aanwijzing zelfs omtrent het aantal leden,
pat in de bezwaren deelt, bleef geheel uit.
jjK'n vaste lijn loopt door het Verslag niet.
|kn ook in de Memorie van Antwoord heeft
Minister blijkbaar half in den blinde
(ondgetast.
Veel zal derhalve van het debat afhan-
|CIG maar de algemeene indruk is t-och,
tint de Veroor.leelingswe'c er door gaat en
pat de. getuigen-kwestie wel eens molest
fcn opleveren.
..DU, 'NIEUWE COURANT" z:gt:
J VoneerbaarDo schrijver van het stuk-
heeft Jo Memorie van Antwoord over
Eot ï!)fcwe'rP ©oiozen, welke tegelijk met
Bta J j ooi'loopig Verslag bij dat hooge
vfhf hliaa.in zou ingekomen zijn.
D11- -N.lee-n het Afdeelingsverslag troffen
I Of°ad^r verschenen' stukken aan.
|t>ii a ^'^ohien de Memorie van Antwoord
Cva' ndefc ia ons bezit gekomen en zoo
aan onze aandacht omtana/pt was, hebben
we toen gevraagd.
Neen, zoo vernamen wij. De Memorie
heefrb heb Departement van Justitie nog
niet verlaten.
Toeh moet ,,DE STANDAARD" haar ge
lezen hebben. Zij heeft er althans een posi
tieven indruk uit opgedaan ,,Een vaste
lijn zoo prikt de driestar loopt door
'het Verslag niet. En ook in de Memorie
van Antwoord heeft die Minister blijkbaar
half in den blinde rondgetast."
Waaruit dan als „algemeene indruk"
wordt afgeleid, dat het met het ontwerp
betreffende de voorwaardelijke veroordee-
ling wel los zal loopen, maar dat het eeds-
wetjo „wel eens molest kon opleveren".
Kan het zijn, dat die algemeene molest-
indruk bij „DE STANDAAR.D" al bestond
sinds het eedswetje de Tweede Kamer met
alle reohtscho stemmen tegen gepasseerd
was en bij de Eerste aangeland? En dat
haar aangeboren loyaiubedt de redactie ver
bood dien „indruk" wereldkundig te ma
ken, alvorens gehoord te hebben wat de
Minister alsnog op do ingebrachte beden
kingen to antwoorden had?
Maar hoe heeft zij dan nu den Minister
van Justitie „half in den blinde" zien rond
tasten in een stukdat nog niet versche
nen is? Een visioen?
Van den gang van zaken in de Eerste
Kamer is „DE STANDAARD" nog nooit
zoo slecht op de hoogte geweest als sinds
dr. ICuyper deel van dat college uitmaakt,
'fc Is niet. voor het eerst, dat wij het op
merken.
Vreemd, bij .zoo'n éénige gelegenheid
voor oen redactie om zich te informeeren.
Hot moet voor een politiek journalist als
haar uitnemenden l-eicler oen telkens terug-
keerendo ergernis zijn.
De directeur van het Kaascontróle-
station Zuid-Holland, dr. Van Gulik,
schrijft in het ..ORGAAN VAN DEN
BOND VAN KAASPRODUCENTEN":
De kaas is duur en de kaasproducenten
maken .uitstekende zaken; waarom zouden
zij zich nu bekommeren om de kaascontrole,
een instelling;, die bedoelt den goeden naam
•der volvette kaas hoog te houden, en daar
door den prijs hooger te maken?
Heeft de kaascontróle nog recht van be
slaan, nu de kaasprijs zelfs tot fJ55 ges le
gen is, en wie weet, misschien nog Jioo-
ger stijgen zal?
Wij weten allen, dat, wat thans Voor
do kaas besteed wordt, oorlogs prijzen zrjn,
en dat die prijzen niets met een gezon
den kaasliandel te maken hebben. En wie
eens een kijkje gaat nemen, hoe het ge
steld is bij den handel met de afgeroom
de kaas, dien slaat de schrik om het hart en
vraagt zich af: Hoe moet dat afloop en na
den oorlog? Wat zullen van zoo'n ongezon
den .toestand de gevolgen zijn, niet alleen
voor de geroomde kaas, iriaar vooral voor
de volyotte kaas?
Als men hoort, dat kaas met minder dan
20 pCt. vet verkocht is voor f50, kaas
vérsch ,uit de pekel, en als men daarbij nog
weet, wefk een min product zoo'n mager
'kaasje op zichzelf reeds is, dan vraagt
men zich af, welk oordeel de buitenlander,
die deze dure, nare kaas te oten krijgt, over
do Nederlandsche kaas moet krijgen.
„Daar komen ongelukken van," zeide de
zer dagen iemand, die midden in de bewe
ging zit, tegen mij, en ja, zoo is het.
Ais de oorlog gedaan zal zijn, dan zat
de terugslag komen en scherp zal men zich
herinneren dé Nederlandsche kaas, de dure
kaas zonder 'smaak en danzal men den
Nederlander met zijn kaas laten zitten, ook
met zijn volvette kaas.
Wat js daartegen te doen en kan «de
producent van volvette kaas daartegen iets
doen?
Juist de producent van volvette kaas kan
daartegen ie(3 doen door Regeeringshulp,
die hij heeft, door liet Rijkskaasmerk.
Laten nu onze kaasproducenten hun vol
vette kaas voorzien van het Rijksmerk! Laat
de kaas met "dat merk bij honderdduizend-
tallen den buitenlander 'in handen komen.
Wie .contrölekaas koopt, ziet door het Rijks-
merk zijn vertrouwen in onze kaas steeds
weer bevestigd, ook in deze troebele tij
den. Dit maakt indruk; dit wekt vertrou
wen. De producent heeft het zelf in zijn
macht, ook thans, om. bij den warwinkel
van geroomde kazon, zijn volvette controle-
kaas buiten dien warwinkel te houden. Do
producent heeft zelf in zijn macht, ook
thans het vertrouwen in de Hollandsche,
dat is de volvette kaas, te handhaven.
Er zjjn nu 460 kaasmakers, die oon-
trölekaas maken. Dit is een heel mooi
begin, doch het aantal moet nog vele ma
len grooter Worden, zal er werkelijk grooto
kracht van uitgaan.
In den 'maalstroom, waarin wij nu leven,
Zal eens, als de oorlog gedaan is, stilstand
komen; dan komt bjj onze afnemers de be
zinning. Producenten, zorgt, dat gjj behou
den uit dezen maalstroom te voorschijn
komt!
FAILLISSEMENTEN.
O. R. J. Bakker, schilder te 's-G ra ven-
li age.
J. O asterbroek, te Apeldoorn.
W. van L-oo, molenaar, te Yaassen.
A. van Dijlc, bakker en koopman, te
Cuyk a/M.
J. van den Broek, bakker, vroeger wo
nend© le Berg.-en TYrblijt, thans te Gul
pen.
II.
Het Steuncomité Leiden „Oorl ogs toe
stand 1914" schrijft ons:
Den 5den Augustus van het vorige jaar
was het Steuncomité op initiatief van den
burgemeester opgericht.
Een 35-tal heeren van allerlei rang en
stand, politieke en godsdienstige gezindheid
namen daarin zitting met den burgemees
ter en den brigade-commandant als eere-
voorzitters.
Uit liun midden werd oen Dagelijksch
Bestuur benoemd, uit 7 leden bestaande.
Reeds den 15den Aug. verscheen er in
de courant een oproeping tot hen, die ten
gevolge van den Oorlogstoestand in
need verkeerden, om de volgende week
in „De Graanbeurs" voor het Dagelyksch
Bestuur, te verschijnen, ten einde een ver
zoek om ondersteuning in te dienen.
Een sboom van bdanghebbenden maakte
het nemen van bijzondere maatregelen zelfs
noodzakelijk. Deze werd van het Hoofdco
mité naar do Sub-comitérs afgeleid en den
3den September konden de eerste uitkee-
ringen beginnen, berekend over de week van
22 tot 29 Augustus.
Natuurlijk, dat niet allen, die zich aan
meldden, steun ontvingen.
Ook in de weken, die daarop volgden,
moest voortdurend worden geschift.
Er werden er velen afgewezen, die nood
vreesden, maar nog niet in nood ver
keerden, en die later, toen de oorlogstoe
stand werkelijk ging drukken, toch nog wer
den geholpen. Van de 658 afwijsingen tot
1 Mei 1.1. gerekend, werden er 533 voor
goed afgewezen en kwamen er dus 125
na een aanvankelijke weigering later ia aan
merking.
Waar op 1 Mei 2400 aanvragen in be
handeling zijn genomen, blijkt dus, dat
ruim een vijfde gedeelte op hun eerste aan
vrage voor goed zijn afgewezen, en nooit
eenige ondersteumng hebben genoten.
De overgeblevenen zijn dus korter of lan
ger gesteund, gelijk uit de volgende mede-
deelingen blijken zal.
Het is merkwaardig, na te -gaan', wie zich
zcoal bij het Comité aandienden. Esn en
kele bleek verdwaald te zijn, en bij liet
Vluch te lingcomit-é thuis te behoo-
ren. Een zestal, in andere gemeenten woon-
aohtig, meende, dat- het Leid se he Comité
ook buiten Leiden werkte en werden naar
h u li eigen C o m i t ver w cj z e n. On
der dit zestal was er zelfs ce.n pit Rotterdam
afkomstig, die zijn gezin aldaar gelaten had
en naar Leiden was overgekomen, zeken
om dubbel steun te genieten.
In 19 gevallen bestond gegronde vrees,
dat de steun op de oen of andere wyze in
alcohol zou omgezet worden. Deze aan
vragers ontvingen daarom in geenerlei vorm
je enigen steun. Naar de W e r k i n r i c li-
ting werd een zestal verwezen, dewijl hun
toestand niet een gevolg was van den oor
logstoestand, en zij door deze inrichting in
hun onderhoud zouden kunnen voorzien. Aclit
van de zich aandienenden werd alle vorm
van onderstand geweigerd, omdat zij ge
heel niet to controleeren waren, en de op
gaven, die zij zeiven verstrekten, foutief
bleken.
Het bovenstaande geeft e enigszins een
beeld van hetgeen er te onderzoeken is ge-
Veest. Het toekent hoe moei te vol de taak
was, die de rapporteurs op zich genomen
hadden.
De moeilijkheid bleek niet minder groot,
waar liet 't onderzoek betrof, of de oor
logstoestand liet gevolg van liet ge
brek was. Ieder, die in nood verkeerde,
wendde zich blijkbaar maar tot het Steunco
mité, alsof dat een soort van al verzor
ger was. Van 81 aanvragen werd geconsta
teerd. dat het gemis aan voldoende inko
men geen gevolg was van den oorlogs
toestand, terwijl 47 aanvragers naar een
„instelling van weldadigheid" werden ver
wezen, als daar thuisbehoorencle.
De 27 gevallen, waar het i n w onende
k inde r e n betrof, leverden weinig of geen
drukte op. Zoo liet geen kostwinners waren,
werd hun aanvraag onveranderlijk afgewezen,
en den belanghebbenden geadviseerd, dat
hun ouders zich tot liet comité hadden te
(wonden, indien liet gemis va:i hun loon
op het geheele gezin drukte.
Grooter zwarighe'd, werd ondervonden bij
de beoordeeiing der gezinnen, die door den
crisis waren getroffen, maar waar nog ver
diensten binnenkwamen. Bjj gezinnen met
een groot aantal werkende kinderen was
het 'geen zeldzaamheid, dat bij vijf a zes
patroons om informatie moest worden aan
geklopt. Dat het inwinnen van inlichtingen
bij de werkgevers noodzakelijk was, bleek
maar al te vaak. Zoo kwam' liet voor, dat ar
beiders overwerk niet medegerekend had
den bij de opgave van hun loon. Textielar
beiders vergaten menigmaal hun premie op
to geven. Ouders van grooto gezinnen maak
ten oen berekening van het kostgeld, dat de
kinderen inbrachten, maar telden niet de
geheele verdiensten. Er waren ambtenaren
in dienst der gemeente, die, militair zijnde,
80 pCt. van hun loon ontvingen, cn toch nog
om steun aanklopten. Menigmaal kwam het
ook' vcor, dat de opgaven van man en vrouw
niet overeenkwamen, omdat de man zijn zak
geld van zijn loon had afgetrokken. Inkom
sten uit thuiswerk als wasschen, groenten
on schoonmaken, werden dikwijls vergeten.
Zelfs werd soms vergeten, dat er pensioen
genoten werd.
Dit alles gaf een uitzoeken van belang.
Het gevolg was, dat 37 aanvragen werden
afgewezen, omdat duidelijk bleek, dat do
verdiensten normaal of nagenoeg normaal
waren, terwjjl in ruim 300 gevallen de ion-
dersteuning niet noodig bleek, omdat de in
komsten van het gezin boven of gel ij k
aan den norm kwamen, dien het Comité
gesteld had.
Onder deze laatste 300 zijn ook gerekend
de lui, die werk konden krijgen, maar er
oru de eeno of andere reden voor bedankten.
Ook dezen >verd natuurlijk steun gewei
gerd.
Ziet men deze cijfers, dan krijgt men
eenigszins een indruk van de bezwaren, die
te overwinnen waren. En de afgewezenen ga
ven nog do grootste drukte niet,
daar men er soms na een of meer recla
mes af was. Uit volgende berichten zal een
en ander nader blijken.
„IÜ3MSA".
De verhalen van geredden.
Thans komen, door do Enge-Isohe couran
ten, die hun reporters met (ie overlevenden
hebben laten praten, de verhalen van de
ware 'toedracht van het ongeluk aan het
licht.
Zoo vertelde er een:
Er 'hing op dien praentigen Meidag een
vage mist over de zee, maar toch waren in
den warmen zonneschijn de klippen aan
de Iersche Icust duidelijk zichtbaar. De
kapitein deed vaart minderen, omdal full-
speed varen iu dit klippenland brj mist
niet wenschelijk is. Bijna alle passagiers
waren aan dok, vroolijk de spoedige thuis
komst verbeidend. De 2de lunch beneden
was bijna afgel-copen, nog enkele gastro
nomen zaten aan tafel. Het muziekkorps
speelde „Tipperary".
Plots zagen do twee uitkijken op de
voorbrug do periscoop van een duikboot in
zee, niet ver weg, aan bakboord.
1-Ieir.eI,zij hebben het gedaan! riep een
Amerikaan, op het promenadedek, (lie juist
de rn.v'gelijkheid -van terpeJeering had staan
bespreken.
Bij die eene ontploffing bleef het.
In elk geval was dadelijk de hoofd-
stoc-mpijp gebroken en daarmede de mo
gelijkheid cm het schip to doen stoppen
(Loc-r het achteruit zetten der machines.
Er was geen paniek. Men geloofde niet,
dat het schip zinken ?ou. Immers waren
alle waterdichte schotten gesloten, éér de
„Lusitania" in de Iersche wateren kwam.
Toch deed kapitein Turner dadelijk de
booten strijken cm hij beval, dat vrouwen
en kinderen er het eerst i:i zouden gaan.
Een passagier, die te bed lag, werd
door den schok daar uit geworpen en liep
naar buiten met het plan het bootendek
op te zoeken. Er waren negen dekken op
de „Lusitania". Dóch i.i de corridors be
merkte hij. dat hét schip vol dikken rook
hing en dat zien en mogelijk was. Hij ging
terug 'om een roddingagordel te zoeker.
Het elecfcrisch licht was uitgegaan en
beneden de waterlijn was er een diep
duister in het schip.
Op het bootendek hingen de sloepen
reeds sinds den vorigen middag voor da
delijk strijken gereed, doch aan stuur
boord, dat omhooog geheven was, kon men
de booten niet buiten brengen, aan bak
boord was dat om de vaart van hst schip
bijna onmogelijk De twee eerst3 booten
vielen dan ook oni en zonken.
Bijna alio passagiers waren thans op
het bootendek. Vanderbilt, de rijke Ameri
kaan, gaf een voorbeeld van kcelbloedighci 1.
Hij stond „of hij op een trein stond te
wachten," zei iemand.
Zijn reddingsgerdel had hij om het lijf,
doch daar zag hij een vrouw schreiend,
omdat zij den hare verloren had.
Dadelijk deed .Vanderbilt den zijne uit
en gaf hem1 de vrouw.
Een hofmeester met een enorme stem,
deed niets dan roepen: „Rustig nu, rustig
nu! Eerst' vrouwen!"
Er was niet de minste paniek.
De bemanning deed kalm haar werk en
deed zooveel booten zoo snel mogelijk da
len, als zij Icon.
Üit do offi-oieelo passagierslijst van de
Oimard-lijn blijkt, dat aan boord van de
„Lusitania" 422 vrouwolijke passagiers, tal
van hofmeester esse i en ongeveer 62 kinde
ren waren, hoewel dit laatste getal waar
schijnlijk nog grooter is. Een van de gered-
do passagiers vertelde, dat hij te Quee-n-
sbown op den vloer van oen geïmprovi
seerd, ongeveer -dertig lijken van kleine
kinderen zag liggen.
Er worden verder droevige tconëelen be
schreven, die aan de ramp van de „Titanic"
doen denken.
Een Grieksche dame, mevrouw Papado-
poulo, nam teeder afscheid van haar
man, die haar dwong in een boot te gaan
en niet raeewilde, omdat er nog vrouwen
te redden waren. Zij zag bent staan, voor
op het dek en hij wuifde haar to^, toen
het schip zonk.
Vrouwen met hun kinderen klommen
de hoogste bruggen, op, alsof daar meer
reddingskans wo Men hoorde de kinde
ren ald'ior schreien.
Toen viel het schip geheel om cn hon
derden mensehen gleden er af iiec water
in. Do voorsteven zakte het eerst Weg on
ten slotte was heit achterschip boven wa
ter. Men zegt, dat de schroeven toon nog
draaiden en dat or een man gezien werd,
hangende aan oen schroei o.a in geweldige
snelheid daarmede rondgeslagen.
Eén van de afschuwelijkste» momenten
was, even vóór het zinken, het afknappen
en omvallen van één der vier reusacbLge
schoorsteenen, die met schrikkelijke geweld
op het dek sloeg en oi velen verpletterde.
Vreemd, a's steeds bij zulke massa-
rampen, zijn de verhalen, die hier en daar
gedaan werden.
Zoo werden, naar hun verhaal, een aan
tal menschen in één van de schoorsteenen
neergezegen, toen plots omlaag een ont
ploffing plaats had, die hen, de monden
vel smook en sintels, ver in z?o wierp,
waar zij door een boot werden opgepikt.
Een vrouw kwam zelfs dadelijk in een boot
terecht.
Een kooneelspeler O. Bernard, verzeker
de één van de vier menschen te zijn ge-
weert, cllio de torpedo van do Duitsche
duikboot zagen komen. Het was precies
2.15 Vrijdagmiddag, zegt hij. Even tevoren
had ik do periscoop van de duikboot ge
zien, maar er was zoo weinig tijd tusschen
dat ik zelfs geen gelegenheid had om te
schreeuwen. Ik was hevig verschrikt.
Toch was de „onderzeeër" hot eenige ge
sprek aan boord geweest van het oogenblik
af, dat wij New-York verlieten.
Een Amerika ansche da ine, die roast mij
op -een stool zat, had ook de torpedo ge
zien. Zij stond rustig op cn zei, nonchalant,
tob me:
Heb was een torpedo, is 't niet?
Ik was te beroerd om te antwoorden.
Het schot, trof precies, waar de. ondor-
zeeër heb moet hebben bedoeld, in het hart
van het schip.
Ik liep naar beneden -en op de trap golf
den groote watermass's over mij heen. De
reusachtig© watertanks op het bovendek
v aren gebarsten on zonden hun stro omen
in het arme schip omlaag.
Op do trappen was het een naar ge
drang.
Een jonge Engelsohman wilde met alle
geweld naar boven, met zijn kioktoostel
klaar in de hand.
Het schip zinkt immers toch niet!
riep hij. Ik ga een kiek van do duikboot
maken.
Dab gaf wat rust voor een oogenblik.
Op het booten iek vond Rornard een red-
dingsgordel, dien hij aandeed om -op het
oogenblik van ondergang in zee te sprin
gen.
Merkwaardig zijn zeker de volgende, ver
halen
Een dame, mevrouw Lobb van Bermuda
was met ee reddingsgordel in zee ge
sprongen en hact twee uur rondgedreven,
toen een boot nabij Icwam. Die boot was
echter propvol.
„Hier dame, hier, come on" riep e»en
stem en een man trok haar in do boot en
sprong er zelf uit. Zij kent zijn naam niet,
herinnert zich alleen, dat hij een eerste
violist was in het. orkest van de „Lusita-
nia."
Een derde klasse passagier, een En-
gelschman, die het breken cn omvallen van
den schoorsteen de oorzaak noemde van
den dood van velen zijner klassegcnooten,
vertelt, dat hij, mot oen reddingsgerdel
om, in eon boot kwam, die te water ^gela
ten werd.
Eon touw raakte onklaar en het zakken
haperde. Toen riep de kapitein, die cr bij
stond, dat allen or uit moesten komen en
hoewel hot. echip zinkende was, gehoor
zaamde iedereen dadelijk.
8n d© machinekamer.
Dat de- machinist-en het kwaadste lot ge
troffen heeft, laat zich begrijpen, nu do
torpedo middenschips troï.
Meer dan 50 pet. van het personeel der
machinekamers is dadelijk een vreeselijken
dood gestorven, toen de torpedo trof.
Een geredde heeft een stoker gezien,
wiens arm was afgeslagen en die met zijn
overgebleven arm iu de golven worstelde.
Ecu kleine verschrompelde runner is tot
het laatste oogenblik boven bezig geweest
v.vii het uitlaten der booten en 't helpen
van vrouwen en kinderen daar binnen. Hij
deed het glimlachend en hartelijk. Niette
min waren hem de klecren bijna van het
lijf gebrand en zijn hand bloedde door de
zwarte brandwonden heen.
Er is weer op die „Lusitania" één van die
wonderbaarlijke gelukkige mensohe ge-
Aveest ,,a man who cannot be drowned'"
noemen de bladen hem, die de schipbreuk
van de „Titanic", va.n do „Empress of
Ireland" en nu van de „Lusitania" hoeft
overleefd. Het was een rtcker, Tonner.
Een ander man, een matroos, Delaney,
was ook van de Titanic" gered.
Queenstown ©en doodensiad.
Queenstown is nu overvol met doodea,
gewonden zieken en familieleden der ge
redden en vermisten. De hotels zijn veran
derd in hospitalen cn hot stadhuis en vele
andere openbare gebouwen zijn ingericht
tot lijkenhuizen.
Talrijke begrafeniss en trokken door heb
sta,djel Do meeste lijkbaren zijn gedekt
door een vlag, meestal de Amerikaansehe