Persoverzicht. L Eo'-Een nog eens gezocht naar eerst- B Hegeenugssbu k, maar niet. govon- Het Steuncomité. 18034- Woensdag 12 IMei. Tweede IBslaci. /\o irsc ■^l^jMUiS/ULo £5? ,f L 7 van „Pak rns Mee'! bevat: Rvirpedeeren van het s.s. „Lusitania", van [ïard-Line, waarbij pan:. 1500 pas- Tiers oir-kwamen. Jföeelt ais voorplaat: Het portret van Z.Exc. Klillerand, Pransche Minister v. Oorlog. foto's van bet Militaire feest, aange- Heu door de Franscbe Regeering aan do ■rstellende gewonde Franscbe militairen, ■liet Trocadero-Paleis te Parijs. Duel Jde wolken tusschen een Franschen on |cn Puitscben vlieger. Voorts^ nog vele oorlogs- en andere foto's. een driestar Afgewezen ?egt pK STANDAARD"; ioo niet alle, toch zullen nog velen on- L lezers zich herinneren, hoe voor eeni- I maanden prof. dr. H. Visscher, (Utrecht, door den Gereformeerden Bond |<le Hervormde Kerk benoemd werd tot liitengewoon hoogloeraar, college te geven in de Leerstel- ge Godgeleerdheid, plegen dit aanzoek is toe.i van ongeloo- ge zijde aanstonds een heet vuur aan stookt. Dat zou niet en dat mocht niet Luren. Een Staatshoogl ceraar mocht Bet optreden voor een anderen Bond, lie zijn preken bond aan de Belijdenis Vaderen. Vrij kras is hierover toen in Utrecht 1st reden. Het gaf in den Senaat een lektakel. Tal ook van met-orthodoxe |den \a.i den Senaat vonden weigering isurd en in strijd met alle begrip van Sijheid Blijkbaar was er van halfgeloo- Jgc en van ongeloovige zij sterke pressie i meer dan. één hoogleeraar beproefd. En |t resultaat was, dat de Senaat bij meer- •rheid den Minister adviseerde, op heb irzoek niet in te gaan, maar het te rijzen van de hand. Sa die beslissing heeft het nog wat ge- iraineerd, cn nu, verleden Dinsdag 4 Mei, dan eindelijk toch bij Binnenlandsche (iken het besluit gevallen, en wel in dien tin, dat de hooglceraar dr. Visser nul op ft rekest kreeg. Natuurlijk kan het hierbij niet blijven. (Dit is een kwestie,.die van zeer nabij Jel het beginsel van ons Hooger Onder lijs raakt, en naar te vermoeden is, zal (licht door interpellatie nadere verkla- v. orden gezocht. Het nu genomen besluit, toch hangt (am met- heb standpunt v?n de wet, en ar de laatste herziening van de wet op Kt Hooger Onderwijs tot stand kwam on- Per leiding van een tocnmaligen Minister, Be thans lid van de Staten-Gencraal is, lag men ditmaal althans op een ernstig Jderzoek bij zoo belangrijk vraagstuk |®pcn. J Vanzelf doet-het ons zeer leed, dab ook leze ongelegenheid zich weer aan het ve- ]e, dat aan het Bestand knaagt, komt toe- ■Jegen. (Te meer verheugd het ons daarom, dat Re intijds gewaarschuwd hebben. [Men kan nu althans niet zeggen, dat den te laat komt voor redres. j?,DE STANDAARD" schrijft over D e 1 e r s t e Kamer en het Eed s- e t j e |De vraag, of in rechten de getuige met bloote verklaring zal kunnen ölstaan, nadert oolc in de Eerste Kamer Baar beslissing. jBe stukken zijn nu gereed. Het Voor jpopig- definitief verslag van de Kamer is. met Memorie van Antwoord van de (peering ingekomen. 1 Evenzoo staat het met de „voorwaarde- Bjke veroordeeling" j slechts met dit ver- jchil. dat voor zoover er oppositie uitkwam, Pie oppositie zich veel gematigder aanstel de bij de veroordceling, dan bij de gefcui- |on -kwestie. 1 Vaar liet heengaat is noch bij het eer- noch bij het tweede ontwerp uit de pbikken op te maken. Elke zweem van aanwijzing zelfs omtrent het aantal leden, pat in de bezwaren deelt, bleef geheel uit. jjK'n vaste lijn loopt door het Verslag niet. |kn ook in de Memorie van Antwoord heeft Minister blijkbaar half in den blinde (ondgetast. Veel zal derhalve van het debat afhan- |CIG maar de algemeene indruk is t-och, tint de Veroor.leelingswe'c er door gaat en pat de. getuigen-kwestie wel eens molest fcn opleveren. ..DU, 'NIEUWE COURANT" z:gt: J VoneerbaarDo schrijver van het stuk- heeft Jo Memorie van Antwoord over Eot ï!)fcwe'rP ©oiozen, welke tegelijk met Bta J j ooi'loopig Verslag bij dat hooge vfhf hliaa.in zou ingekomen zijn. D11- -N.lee-n het Afdeelingsverslag troffen I Of°ad^r verschenen' stukken aan. |t>ii a ^'^ohien de Memorie van Antwoord Cva' ndefc ia ons bezit gekomen en zoo aan onze aandacht omtana/pt was, hebben we toen gevraagd. Neen, zoo vernamen wij. De Memorie heefrb heb Departement van Justitie nog niet verlaten. Toeh moet ,,DE STANDAARD" haar ge lezen hebben. Zij heeft er althans een posi tieven indruk uit opgedaan ,,Een vaste lijn zoo prikt de driestar loopt door 'het Verslag niet. En ook in de Memorie van Antwoord heeft die Minister blijkbaar half in den blinde rondgetast." Waaruit dan als „algemeene indruk" wordt afgeleid, dat het met het ontwerp betreffende de voorwaardelijke veroordee- ling wel los zal loopen, maar dat het eeds- wetjo „wel eens molest kon opleveren". Kan het zijn, dat die algemeene molest- indruk bij „DE STANDAAR.D" al bestond sinds het eedswetje de Tweede Kamer met alle reohtscho stemmen tegen gepasseerd was en bij de Eerste aangeland? En dat haar aangeboren loyaiubedt de redactie ver bood dien „indruk" wereldkundig te ma ken, alvorens gehoord te hebben wat de Minister alsnog op do ingebrachte beden kingen to antwoorden had? Maar hoe heeft zij dan nu den Minister van Justitie „half in den blinde" zien rond tasten in een stukdat nog niet versche nen is? Een visioen? Van den gang van zaken in de Eerste Kamer is „DE STANDAARD" nog nooit zoo slecht op de hoogte geweest als sinds dr. ICuyper deel van dat college uitmaakt, 'fc Is niet. voor het eerst, dat wij het op merken. Vreemd, bij .zoo'n éénige gelegenheid voor oen redactie om zich te informeeren. Hot moet voor een politiek journalist als haar uitnemenden l-eicler oen telkens terug- keerendo ergernis zijn. De directeur van het Kaascontróle- station Zuid-Holland, dr. Van Gulik, schrijft in het ..ORGAAN VAN DEN BOND VAN KAASPRODUCENTEN": De kaas is duur en de kaasproducenten maken .uitstekende zaken; waarom zouden zij zich nu bekommeren om de kaascontrole, een instelling;, die bedoelt den goeden naam •der volvette kaas hoog te houden, en daar door den prijs hooger te maken? Heeft de kaascontróle nog recht van be slaan, nu de kaasprijs zelfs tot fJ55 ges le gen is, en wie weet, misschien nog Jioo- ger stijgen zal? Wij weten allen, dat, wat thans Voor do kaas besteed wordt, oorlogs prijzen zrjn, en dat die prijzen niets met een gezon den kaasliandel te maken hebben. En wie eens een kijkje gaat nemen, hoe het ge steld is bij den handel met de afgeroom de kaas, dien slaat de schrik om het hart en vraagt zich af: Hoe moet dat afloop en na den oorlog? Wat zullen van zoo'n ongezon den .toestand de gevolgen zijn, niet alleen voor de geroomde kaas, iriaar vooral voor de volyotte kaas? Als men hoort, dat kaas met minder dan 20 pCt. vet verkocht is voor f50, kaas vérsch ,uit de pekel, en als men daarbij nog weet, wefk een min product zoo'n mager 'kaasje op zichzelf reeds is, dan vraagt men zich af, welk oordeel de buitenlander, die deze dure, nare kaas te oten krijgt, over do Nederlandsche kaas moet krijgen. „Daar komen ongelukken van," zeide de zer dagen iemand, die midden in de bewe ging zit, tegen mij, en ja, zoo is het. Ais de oorlog gedaan zal zijn, dan zat de terugslag komen en scherp zal men zich herinneren dé Nederlandsche kaas, de dure kaas zonder 'smaak en danzal men den Nederlander met zijn kaas laten zitten, ook met zijn volvette kaas. Wat js daartegen te doen en kan «de producent van volvette kaas daartegen iets doen? Juist de producent van volvette kaas kan daartegen ie(3 doen door Regeeringshulp, die hij heeft, door liet Rijkskaasmerk. Laten nu onze kaasproducenten hun vol vette kaas voorzien van het Rijksmerk! Laat de kaas met "dat merk bij honderdduizend- tallen den buitenlander 'in handen komen. Wie .contrölekaas koopt, ziet door het Rijks- merk zijn vertrouwen in onze kaas steeds weer bevestigd, ook in deze troebele tij den. Dit maakt indruk; dit wekt vertrou wen. De producent heeft het zelf in zijn macht, ook thans, om. bij den warwinkel van geroomde kazon, zijn volvette controle- kaas buiten dien warwinkel te houden. Do producent heeft zelf in zijn macht, ook thans het vertrouwen in de Hollandsche, dat is de volvette kaas, te handhaven. Er zjjn nu 460 kaasmakers, die oon- trölekaas maken. Dit is een heel mooi begin, doch het aantal moet nog vele ma len grooter Worden, zal er werkelijk grooto kracht van uitgaan. In den 'maalstroom, waarin wij nu leven, Zal eens, als de oorlog gedaan is, stilstand komen; dan komt bjj onze afnemers de be zinning. Producenten, zorgt, dat gjj behou den uit dezen maalstroom te voorschijn komt! FAILLISSEMENTEN. O. R. J. Bakker, schilder te 's-G ra ven- li age. J. O asterbroek, te Apeldoorn. W. van L-oo, molenaar, te Yaassen. A. van Dijlc, bakker en koopman, te Cuyk a/M. J. van den Broek, bakker, vroeger wo nend© le Berg.-en TYrblijt, thans te Gul pen. II. Het Steuncomité Leiden „Oorl ogs toe stand 1914" schrijft ons: Den 5den Augustus van het vorige jaar was het Steuncomité op initiatief van den burgemeester opgericht. Een 35-tal heeren van allerlei rang en stand, politieke en godsdienstige gezindheid namen daarin zitting met den burgemees ter en den brigade-commandant als eere- voorzitters. Uit liun midden werd oen Dagelijksch Bestuur benoemd, uit 7 leden bestaande. Reeds den 15den Aug. verscheen er in de courant een oproeping tot hen, die ten gevolge van den Oorlogstoestand in need verkeerden, om de volgende week in „De Graanbeurs" voor het Dagelyksch Bestuur, te verschijnen, ten einde een ver zoek om ondersteuning in te dienen. Een sboom van bdanghebbenden maakte het nemen van bijzondere maatregelen zelfs noodzakelijk. Deze werd van het Hoofdco mité naar do Sub-comitérs afgeleid en den 3den September konden de eerste uitkee- ringen beginnen, berekend over de week van 22 tot 29 Augustus. Natuurlijk, dat niet allen, die zich aan meldden, steun ontvingen. Ook in de weken, die daarop volgden, moest voortdurend worden geschift. Er werden er velen afgewezen, die nood vreesden, maar nog niet in nood ver keerden, en die later, toen de oorlogstoe stand werkelijk ging drukken, toch nog wer den geholpen. Van de 658 afwijsingen tot 1 Mei 1.1. gerekend, werden er 533 voor goed afgewezen en kwamen er dus 125 na een aanvankelijke weigering later ia aan merking. Waar op 1 Mei 2400 aanvragen in be handeling zijn genomen, blijkt dus, dat ruim een vijfde gedeelte op hun eerste aan vrage voor goed zijn afgewezen, en nooit eenige ondersteumng hebben genoten. De overgeblevenen zijn dus korter of lan ger gesteund, gelijk uit de volgende mede- deelingen blijken zal. Het is merkwaardig, na te -gaan', wie zich zcoal bij het Comité aandienden. Esn en kele bleek verdwaald te zijn, en bij liet Vluch te lingcomit-é thuis te behoo- ren. Een zestal, in andere gemeenten woon- aohtig, meende, dat- het Leid se he Comité ook buiten Leiden werkte en werden naar h u li eigen C o m i t ver w cj z e n. On der dit zestal was er zelfs ce.n pit Rotterdam afkomstig, die zijn gezin aldaar gelaten had en naar Leiden was overgekomen, zeken om dubbel steun te genieten. In 19 gevallen bestond gegronde vrees, dat de steun op de oen of andere wyze in alcohol zou omgezet worden. Deze aan vragers ontvingen daarom in geenerlei vorm je enigen steun. Naar de W e r k i n r i c li- ting werd een zestal verwezen, dewijl hun toestand niet een gevolg was van den oor logstoestand, en zij door deze inrichting in hun onderhoud zouden kunnen voorzien. Aclit van de zich aandienenden werd alle vorm van onderstand geweigerd, omdat zij ge heel niet to controleeren waren, en de op gaven, die zij zeiven verstrekten, foutief bleken. Het bovenstaande geeft e enigszins een beeld van hetgeen er te onderzoeken is ge- Veest. Het toekent hoe moei te vol de taak was, die de rapporteurs op zich genomen hadden. De moeilijkheid bleek niet minder groot, waar liet 't onderzoek betrof, of de oor logstoestand liet gevolg van liet ge brek was. Ieder, die in nood verkeerde, wendde zich blijkbaar maar tot het Steunco mité, alsof dat een soort van al verzor ger was. Van 81 aanvragen werd geconsta teerd. dat het gemis aan voldoende inko men geen gevolg was van den oorlogs toestand, terwijl 47 aanvragers naar een „instelling van weldadigheid" werden ver wezen, als daar thuisbehoorencle. De 27 gevallen, waar het i n w onende k inde r e n betrof, leverden weinig of geen drukte op. Zoo liet geen kostwinners waren, werd hun aanvraag onveranderlijk afgewezen, en den belanghebbenden geadviseerd, dat hun ouders zich tot liet comité hadden te (wonden, indien liet gemis va:i hun loon op het geheele gezin drukte. Grooter zwarighe'd, werd ondervonden bij de beoordeeiing der gezinnen, die door den crisis waren getroffen, maar waar nog ver diensten binnenkwamen. Bjj gezinnen met een groot aantal werkende kinderen was het 'geen zeldzaamheid, dat bij vijf a zes patroons om informatie moest worden aan geklopt. Dat het inwinnen van inlichtingen bij de werkgevers noodzakelijk was, bleek maar al te vaak. Zoo kwam' liet voor, dat ar beiders overwerk niet medegerekend had den bij de opgave van hun loon. Textielar beiders vergaten menigmaal hun premie op to geven. Ouders van grooto gezinnen maak ten oen berekening van het kostgeld, dat de kinderen inbrachten, maar telden niet de geheele verdiensten. Er waren ambtenaren in dienst der gemeente, die, militair zijnde, 80 pCt. van hun loon ontvingen, cn toch nog om steun aanklopten. Menigmaal kwam het ook' vcor, dat de opgaven van man en vrouw niet overeenkwamen, omdat de man zijn zak geld van zijn loon had afgetrokken. Inkom sten uit thuiswerk als wasschen, groenten on schoonmaken, werden dikwijls vergeten. Zelfs werd soms vergeten, dat er pensioen genoten werd. Dit alles gaf een uitzoeken van belang. Het gevolg was, dat 37 aanvragen werden afgewezen, omdat duidelijk bleek, dat do verdiensten normaal of nagenoeg normaal waren, terwjjl in ruim 300 gevallen de ion- dersteuning niet noodig bleek, omdat de in komsten van het gezin boven of gel ij k aan den norm kwamen, dien het Comité gesteld had. Onder deze laatste 300 zijn ook gerekend de lui, die werk konden krijgen, maar er oru de eeno of andere reden voor bedankten. Ook dezen >verd natuurlijk steun gewei gerd. Ziet men deze cijfers, dan krijgt men eenigszins een indruk van de bezwaren, die te overwinnen waren. En de afgewezenen ga ven nog do grootste drukte niet, daar men er soms na een of meer recla mes af was. Uit volgende berichten zal een en ander nader blijken. „IÜ3MSA". De verhalen van geredden. Thans komen, door do Enge-Isohe couran ten, die hun reporters met (ie overlevenden hebben laten praten, de verhalen van de ware 'toedracht van het ongeluk aan het licht. Zoo vertelde er een: Er 'hing op dien praentigen Meidag een vage mist over de zee, maar toch waren in den warmen zonneschijn de klippen aan de Iersche Icust duidelijk zichtbaar. De kapitein deed vaart minderen, omdal full- speed varen iu dit klippenland brj mist niet wenschelijk is. Bijna alle passagiers waren aan dok, vroolijk de spoedige thuis komst verbeidend. De 2de lunch beneden was bijna afgel-copen, nog enkele gastro nomen zaten aan tafel. Het muziekkorps speelde „Tipperary". Plots zagen do twee uitkijken op de voorbrug do periscoop van een duikboot in zee, niet ver weg, aan bakboord. 1-Ieir.eI,zij hebben het gedaan! riep een Amerikaan, op het promenadedek, (lie juist de rn.v'gelijkheid -van terpeJeering had staan bespreken. Bij die eene ontploffing bleef het. In elk geval was dadelijk de hoofd- stoc-mpijp gebroken en daarmede de mo gelijkheid cm het schip to doen stoppen (Loc-r het achteruit zetten der machines. Er was geen paniek. Men geloofde niet, dat het schip zinken ?ou. Immers waren alle waterdichte schotten gesloten, éér de „Lusitania" in de Iersche wateren kwam. Toch deed kapitein Turner dadelijk de booten strijken cm hij beval, dat vrouwen en kinderen er het eerst i:i zouden gaan. Een passagier, die te bed lag, werd door den schok daar uit geworpen en liep naar buiten met het plan het bootendek op te zoeken. Er waren negen dekken op de „Lusitania". Dóch i.i de corridors be merkte hij. dat hét schip vol dikken rook hing en dat zien en mogelijk was. Hij ging terug 'om een roddingagordel te zoeker. Het elecfcrisch licht was uitgegaan en beneden de waterlijn was er een diep duister in het schip. Op het bootendek hingen de sloepen reeds sinds den vorigen middag voor da delijk strijken gereed, doch aan stuur boord, dat omhooog geheven was, kon men de booten niet buiten brengen, aan bak boord was dat om de vaart van hst schip bijna onmogelijk De twee eerst3 booten vielen dan ook oni en zonken. Bijna alio passagiers waren thans op het bootendek. Vanderbilt, de rijke Ameri kaan, gaf een voorbeeld van kcelbloedighci 1. Hij stond „of hij op een trein stond te wachten," zei iemand. Zijn reddingsgerdel had hij om het lijf, doch daar zag hij een vrouw schreiend, omdat zij den hare verloren had. Dadelijk deed .Vanderbilt den zijne uit en gaf hem1 de vrouw. Een hofmeester met een enorme stem, deed niets dan roepen: „Rustig nu, rustig nu! Eerst' vrouwen!" Er was niet de minste paniek. De bemanning deed kalm haar werk en deed zooveel booten zoo snel mogelijk da len, als zij Icon. Üit do offi-oieelo passagierslijst van de Oimard-lijn blijkt, dat aan boord van de „Lusitania" 422 vrouwolijke passagiers, tal van hofmeester esse i en ongeveer 62 kinde ren waren, hoewel dit laatste getal waar schijnlijk nog grooter is. Een van de gered- do passagiers vertelde, dat hij te Quee-n- sbown op den vloer van oen geïmprovi seerd, ongeveer -dertig lijken van kleine kinderen zag liggen. Er worden verder droevige tconëelen be schreven, die aan de ramp van de „Titanic" doen denken. Een Grieksche dame, mevrouw Papado- poulo, nam teeder afscheid van haar man, die haar dwong in een boot te gaan en niet raeewilde, omdat er nog vrouwen te redden waren. Zij zag bent staan, voor op het dek en hij wuifde haar to^, toen het schip zonk. Vrouwen met hun kinderen klommen de hoogste bruggen, op, alsof daar meer reddingskans wo Men hoorde de kinde ren ald'ior schreien. Toen viel het schip geheel om cn hon derden mensehen gleden er af iiec water in. Do voorsteven zakte het eerst Weg on ten slotte was heit achterschip boven wa ter. Men zegt, dat de schroeven toon nog draaiden en dat or een man gezien werd, hangende aan oen schroei o.a in geweldige snelheid daarmede rondgeslagen. Eén van de afschuwelijkste» momenten was, even vóór het zinken, het afknappen en omvallen van één der vier reusacbLge schoorsteenen, die met schrikkelijke geweld op het dek sloeg en oi velen verpletterde. Vreemd, a's steeds bij zulke massa- rampen, zijn de verhalen, die hier en daar gedaan werden. Zoo werden, naar hun verhaal, een aan tal menschen in één van de schoorsteenen neergezegen, toen plots omlaag een ont ploffing plaats had, die hen, de monden vel smook en sintels, ver in z?o wierp, waar zij door een boot werden opgepikt. Een vrouw kwam zelfs dadelijk in een boot terecht. Een kooneelspeler O. Bernard, verzeker de één van de vier menschen te zijn ge- weert, cllio de torpedo van do Duitsche duikboot zagen komen. Het was precies 2.15 Vrijdagmiddag, zegt hij. Even tevoren had ik do periscoop van de duikboot ge zien, maar er was zoo weinig tijd tusschen dat ik zelfs geen gelegenheid had om te schreeuwen. Ik was hevig verschrikt. Toch was de „onderzeeër" hot eenige ge sprek aan boord geweest van het oogenblik af, dat wij New-York verlieten. Een Amerika ansche da ine, die roast mij op -een stool zat, had ook de torpedo ge zien. Zij stond rustig op cn zei, nonchalant, tob me: Heb was een torpedo, is 't niet? Ik was te beroerd om te antwoorden. Het schot, trof precies, waar de. ondor- zeeër heb moet hebben bedoeld, in het hart van het schip. Ik liep naar beneden -en op de trap golf den groote watermass's over mij heen. De reusachtig© watertanks op het bovendek v aren gebarsten on zonden hun stro omen in het arme schip omlaag. Op do trappen was het een naar ge drang. Een jonge Engelsohman wilde met alle geweld naar boven, met zijn kioktoostel klaar in de hand. Het schip zinkt immers toch niet! riep hij. Ik ga een kiek van do duikboot maken. Dab gaf wat rust voor een oogenblik. Op het booten iek vond Rornard een red- dingsgordel, dien hij aandeed om -op het oogenblik van ondergang in zee te sprin gen. Merkwaardig zijn zeker de volgende, ver halen Een dame, mevrouw Lobb van Bermuda was met ee reddingsgordel in zee ge sprongen en hact twee uur rondgedreven, toen een boot nabij Icwam. Die boot was echter propvol. „Hier dame, hier, come on" riep e»en stem en een man trok haar in do boot en sprong er zelf uit. Zij kent zijn naam niet, herinnert zich alleen, dat hij een eerste violist was in het. orkest van de „Lusita- nia." Een derde klasse passagier, een En- gelschman, die het breken cn omvallen van den schoorsteen de oorzaak noemde van den dood van velen zijner klassegcnooten, vertelt, dat hij, mot oen reddingsgerdel om, in eon boot kwam, die te water ^gela ten werd. Eon touw raakte onklaar en het zakken haperde. Toen riep de kapitein, die cr bij stond, dat allen or uit moesten komen en hoewel hot. echip zinkende was, gehoor zaamde iedereen dadelijk. 8n d© machinekamer. Dat de- machinist-en het kwaadste lot ge troffen heeft, laat zich begrijpen, nu do torpedo middenschips troï. Meer dan 50 pet. van het personeel der machinekamers is dadelijk een vreeselijken dood gestorven, toen de torpedo trof. Een geredde heeft een stoker gezien, wiens arm was afgeslagen en die met zijn overgebleven arm iu de golven worstelde. Ecu kleine verschrompelde runner is tot het laatste oogenblik boven bezig geweest v.vii het uitlaten der booten en 't helpen van vrouwen en kinderen daar binnen. Hij deed het glimlachend en hartelijk. Niette min waren hem de klecren bijna van het lijf gebrand en zijn hand bloedde door de zwarte brandwonden heen. Er is weer op die „Lusitania" één van die wonderbaarlijke gelukkige mensohe ge- Aveest ,,a man who cannot be drowned'" noemen de bladen hem, die de schipbreuk van de „Titanic", va.n do „Empress of Ireland" en nu van de „Lusitania" hoeft overleefd. Het was een rtcker, Tonner. Een ander man, een matroos, Delaney, was ook van de Titanic" gered. Queenstown ©en doodensiad. Queenstown is nu overvol met doodea, gewonden zieken en familieleden der ge redden en vermisten. De hotels zijn veran derd in hospitalen cn hot stadhuis en vele andere openbare gebouwen zijn ingericht tot lijkenhuizen. Talrijke begrafeniss en trokken door heb sta,djel Do meeste lijkbaren zijn gedekt door een vlag, meestal de Amerikaansehe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5