Tweede Blad. Srieven van een Leidenaar. Tweede Kamer. Het Steuncomité. flo, 10931 Zaterdag Blei. A#. 1915. LEIDSCH DAGBLAD DXXX. j Toeö einde 1911 door1 het bestuur der «reen. „De Ambachtsschool", werd beslo- fco een proef te nemen met een üvond- Unrsus voor volwassen handwerkslieden, heb 'fc dat plan met warmte aanbevolen en met l&pe bjj 'de Leidsche handwerkslieden, die br voor in aanmerking kwamen, op aan- fccilrongen, zich voor dezen cursus op te ge- Lu. Het verheugde mij zeer te vernemen, gat de proef als geslaagd was te beschou- Een en 'dat iet bestuur had besloten met het plan 'door te gaan. En eerlijk gezegd, jet viel mij^ .ook mee. 't Is waar, dat een mensck nooit te ,oud is om te loeren, doch iet is voor iemand, die reeds lang de. leer- Haren achter zich heeft en zijn vak geruimen Tsd uitoefent een zelfoverwinning nog eens lieer op school te gaan en daarmee als het ware te kennen te geven, dat hij zich icg niet in zijn vak voldoende bekwaam' Invoelt. Daaruit spreekt een oprecht verlangen ffianr kennisvermeerdering, en het is voorts ja bewijs dat eij nog fut in zulk een Jiensch zit. [Sappe, krachtlooze menscEen, in den ouden teleurgang vastgeroest, voelen geen behoefte Eni zich daaraan te ontworstelen en testre- pk'i om meer .te kennen en te kunnen. En het moge waar zijn, dat zij daarmede _i de eerste plaats hun eigenbelang dien- hen, het is toch ook voor de maatschappij feel waard, 'dat haar leden, groot en klein, berekend zijn voor de taak, die hen door het lot is opgelegd, of die ze ,uit vrijen wil 'lebben aanvaard. Het deed mij goed, uit het laatste jaar verslag der Vereeniging te vernemen, dat let bjj de eerste proef niet is gebleven, hat de vakavondschool voor volwassenen iheeft getoond levensvatbaarheid te hebben in thans een zeer belangrijk deel vormt wan het onderwijs op onze Ambachtsschool gegeven. In April 1912 .werden door het bestuur, ten behoeve va-n dit onderwijs verzoeken gericht tot de Eegeering, de Provinciale (Staten van Z.-H. en den Gemeenteraad van eiden, om subsidies, en voor het jaar 1913 Ion volgende jaren is achtereenvolgend toe- flgekend f1900, f500, en f1000. Nu kon men de zaak eerst met kracht aanvatten, want al vroeg het bestuur een |leeigeld van f2.50 tot 120, voor den ge beden cursus, waarvan alleen bepaald on- I,vermogenden vrijgesteld worden, 't spreekt Ttoch van zelf dat de kosten door het Schoolgeld lang niet gedekt kunnen worden; temeer waar teelcenbenoodigdheden, mate rialen en gereedschappen kosteloos wor- |Scn verstrekt. Behalve den directeur, zijn vier leeraren der Ambachtsschool met het teeken- cn theo retisch onderwijs belast. Voor den cursus 15 Oct. 1913 tot 15 [Maart 1914 meldden zich 160 deelnemers aan, waarvan 155 het onderwijs volgden: CTens werd de heer C. J. Niehoer, in- Jspecteur der Electrisehe Centrale, alhier, L aangesteld voor het geven van onderwijs in I do electrotechniek en de heer H. A. Hui- liters en F. van Kleef, schilderpatroons te ■beiden, voor het practisch onderwijs aan [Ecliilders, in hoofdzaak hout- en marmer- labootsing, letterteekenen en decoratief, en ïe heer B. E- Deggéler, behangers- en stof- !ïeeriierspatroon en onderwijzer ,der ambaehts- Scliool, voor het practisch onderwijs in het 'Btoffeeren en beddemaken, terwijl eindelijk Jïog 'n onderwijzer is benoemd, speciaal voor ■Wiskunde en de Ned. taal. Men ziet, het is piet maap een beetje bezig houden en lief hebberen, er wordt .met ernst gewerkt. En menschen Van alle vakken zijn er wei- om. De deelnemers van hbvengenoemden cub itus oefenden de navolgende beroepen uit: |10 zijn 'behangers, 1 boekbinder, 3 cement- Ipetkers, 8 constructiewerkers, 22 electri- ■ieiens, 2 goud- en zilversmeden, 5 ga3- en |Watc-rfi Iters, 3 huissmeden, 3 instrumentma- ■kérs, 4 kopor- en blikslagers, 1 lithograaf, r 3 lood- en zinkwerkers, 10 machinebank- f Kerkers, 4 metselaars, 6 meubelmakers, 2 Ittonteurs, 1 platteelbakker, 34 schilders, 1 ■(eenhouwer, 2 stucadoors, 1 teekenaar, 16 pnumerlieden, 10 typografen en 3 wagen- Iwakers. Do leeftijd der deelnemers loopt van 18 |*öt 50 jaar. Het aantal deelnemers uit Leiden en ojn- Itreken ook handwerklieden uit andere Plaatsen zijn welkom -voor den loopenden ■cursus is tengevolge der mobilisatie iets Itainder, n.l. 130, doch daar staat tegenover Idat 171 militairen, te Leiden in garnizoen, lach voor deelneming aanmeldden en voor ■zoover de dienst het toelaat de lessen vol- IScn. Over de ambitie en den ijver, waar- ■toede bet grootste deel der mannen het jnmlerwrjs volgt, is het bestuur bijzonder [tevreden. De resultaten zullen dan ook niet uitbljj- I '1- Het werk door deze mannen geleverd, I zal er blijken van geven. En behalve dat I 'J bekwamer worden in hun vak, zullen ze k meer algemeen worden ontwikkeld; de met 'meer ontwikkelden zal hen vor- I jn' "et 'geestelijk peil zal stijgen. Van hen I °P het werk weder invloed ten goede ziiiv011 andere werklieden en zoo zal .konderwijs 'op den geheclen werkmans- M een verheffende werking hebben. 1™" zen hijd, nu er, gelükliig nog bui- dar. 01120 jscpezen, zoovele werkkrachten wor- vemietigd en ia het land zelf zoovelen meer of minder aan geregelden arbeid ont wennen, door 'de langdurige mobiliseering, doet het 'goed eens te kunnen wijzen op een verschijnsel, waar weer uit blijkt, hoe inderdaad de mensch een voortdurende be hoefte in ach gevoelt om zich te .ontwik kelen en 'om te leeren en er onze vreugde over uit te spreken, dat er in Leiden weder een inrichting is gevestigd, die deze be hoefte voor een talrijk deel onzer vakar beiders kan 'bevredigen. Die inrichting verdient den steun van alle weidenkenden den moreelen steun vooral, ge legen in waardeering van het werk. Daarom heb ik voornamelijk ®r; eens de aandacht op gevestigd. Mochten èr ook nu weer zijn, die in dezen socialen arbeid zien arbeidersvertroe- teling en meenen dat deze werklieden er uit zich zelf niet toe zouden zijn gekomen en er evenmin zelf iets voor over hebben dan wil ik ten slotte nog zeggen, dat da drang naar deze cursussen uit de arbeiders kringen zelf js voortgekomen en er aan herinneren, blijkens het verslag der Am bachtsschool, dat ook tal van werklieden verenigingen jaarlijksch geldelijke bijdragen aan de Ambachtsschool afdragen. Ik telde er in de ljjst van donateurs en leden niet minder dan 15 werkliedenorganisaties, ter wijl ook verscheidene handwerkslieden per soonlijk lid zijn. Zitting van gisteren. Dj; BUITENGEWOON OOKLOGSKREDIET ,VAN 30 MILLIOEN EN MOTIE- K. TER LAAN. i De heer BEUMER merkt op, dat de voor waarden, aan sprekers gesteld, niet alleen zijn opgelegd aan sociaal-democraten, doch ook aan sprekers van andere richting. Aan de motie kan spr. zijn stem niet geven, om dat de formuleering voor hem volstrekt on aannemelijk is. Onder „uitingen van poli tiek leven" kan ook anti-militairistische pro paganda vallen. .Verder is van het recht van vereeniging en vergadering geen sprake in plaatsen, die in staat van beleg zijn ver klaard, terwijl vrije keuze van bladen en geschriften ook slaat op bepaald anti-mili taristische geschriften. Ook om de toelich ting, door den heer Ter Laan van de motie gegeven, kan spr. niet met de motie mede gaan. De heer Ter Laan wil met de motie de zaak „voorgoed uit" maken, zoodat de niotie niet is een verzoek, maar een zeer scherp karakter draagt, vooral daar de Mi nister reeds meermalen he6ft geweigerd wat de voorsteller wensckt; waardoor de mo tie een afkeuring van het beleid des Mi nisters inhoudt. Evenwel wenscht ook spr. mildheid bij do toepassing der betrokken bepalingen. Vooral ten aanzien der burgerlijke bevolking in plaatsen, die in staat van beleg zijn ver klaard, welke ook aan het gezag der mili taire autoriteiten is onderworpen, vreest spr., dat de militaire autoriteiten niet steeds in staat zijn om in deze te handelen. Spr. vraagt daarom of de Minister nog eens wil overwegen hoe hij zjjn milde op- opvatting bij de militaire autoriteiten in gang zal doen vinden. De heer VAN NISPEN TOT SEVENAEE (Eheden) vertrouwt, dat het oproepen' der lichting 1916 vermindering van persoonlijke lasten voor ouderen zal ten gevolge hebben. Voorts wijst hij er op, dat de in Overijsel, Gelderland en Drente geldende bepaling, dat geen paarden mogen weiden binnen een af stand van 2 K.M. van de grens, groote be zwaren en moeilijkheden medebrengt voor de daar belangrijke paardenfokkerij. Spr. wenscht. dat alle paarden zullen worden in geschreven en dat allo persoonlijke onthef fingen van het verbod zullen worden ver leend, welke in geval van smokkelarij on middellijk zouden moeten worden ingetrok ken, terwijl miliciens uit die streken afkom stig, daar niet zouden moeten worden in gedeeld, omdat die allicht te toegeeflijk zijn voor de smokkelaars. De heer OTTO meent, dat de commiezen van post en telegrafie, die als reserve-offi cier dienen, benadeeld worden in hun salaris, daar geen rekening wordt gehouden met hun toelage. Ook spr. is van meening, dat het recht van vereeniging en vergadering en van lec tuur zoo min mogelijk moet worden be perkt. Met de bedeeling der motie is hij het dan ook eens. Evenwel acht hij de bewoordingen er van minder juist. Er wordt te precies gezegd, welke maat regelen van den Minister worden verlangd. Voorts wijst spr. op het mislukken van pogingen tot ontwikkeling en ontspanning van dienstplichtigen. De voornaamste oor zaak dier mislukking ziet spr. hierin, dat de militaire autoriteiten het belang er van niet inzagen en niet voldoenden steun verleenden; terwijl voorts de noodige geldmiddelen ont braken om de cursussen goed te doen sla gen. Zal er wat van terecht komen, dan moet de zaak door de militaire autoriteiten zelf ter hand worden genomen. De heer DE JONG klaagt over het niet- bcvorderen van jongelui, die toetraden tot het reservekader, en over h'et uitstellen der opleiding van miliciens der lichting 1915, die zich opgaven voor een hoogeren rang. De heer SCHEURER, meent met den Mi nister, dat het volk zich niet voldoende be wust is, dat ons land nog in een kritieken toestand verkeert Ook in Den Haag vertoont zich een val- sche gerustheid. In plaats van een voorbeeld te geven, maakt de Residentie zich gereed eens duchtig kermis te vieren. Den geest in het leger acht spr. over het geheel goed, al vertoonen zich hier en daar verschijnselen van een minder goeden geest. Voorts dringt hij er op aan, dat paal en perk zal worden gesteld aan de administra tieve veelschrijverij. Spr. wenscht verder, dat na de mobilisa tie een rapport over 3e samenstelling en de werking van den geneeskundigen dienst aan de Kamer zal worden overgelegd, terwijl hij vraagt, dat den burgerlijken geneeskun digen, die zijn opgeroepen, de rang van kapitein zal worden verleend. Spr. waarschuwt tegen het aandringen op langdurige verloven. Ons leger moet ook in de toekomst een macht zijn, waartegen met eerbied moet worden opgezien. Nog klaagt spr. over gebrek aan vast heid bij de opleiding van het reserve-kader. Verder dringt hij aan op het krachtig tegen gaan van het vloeken, dat nog veelvuldig voorkomt, hoewel het .ook door het Regle ment op de Krijgstucht wordt verboden. Spr. ziet in dezen oorlog de hand Gods. Daarom vindt hij het betreurenswaardig, dat door vloeken Gods oordeel wordt afgeroepen. De beraadslagingen worden verdaagd tot Maandagnamiddag halftwee. MOND- EN KLAUWZEER. Naar aanleiding van de voorgestelde ver hooging van het Tiende Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1.914, spraken bij het afdeelingsonderzoek verscheidene leden hun twijfel uit omtrent de deugdelijkheid der (methode, gevolgd bjj de bestrijding van het mond- en klauwzeer. Het afmakings- systeem eischt aanzienlijke bedragen en het feit, dat nog in de laatste weken nieuwe besloten kringen zijn gemaald, duidt er op, dat toepassing van dit stelsel het euvel niet afdoende beteugelt. De opvatting Wint veld, dat afmaking uitkomst kan geven, waar de ziekte spora disch optreedt, doch dat bij een z'.ch uit- breidende epidemie die methode beter wordt I verlaten, wijl in zulk een gevaf de versprei- j ding der besmetting daarmede toch niet is te keeren. In dit verband merkten een'ge Ieder:'op, dat niet overal voldoende voorzorgen wcr- den genomen om verspreiding der ziekte tegen te houden. Met belangstelling zag men het door den Minister in de toelichting aangekondigde rap port over het verloop der epidemie te ge racet. Men vertrouwde daarin uitvoerige in lichtingen te zullen aantreffen omtrent de uitkomsten der hier besproken bestrijdings wijze, en daaruit tevens te vernemen tot welke beschouwingen en conclusies de re sultaten den Minister hebben geleid. SCHAAKRUBRIEK van hot SCHAAKGEZELSCHAP „P A L A M E D E S". Opgericht 1846. Redactie j L. 3BEERMASZ en J. J. PL ANJER. Oplossing Probleem No. 74: K. f6, enz. Goede oplossingen ontvangen van de lieeren: If. J. Bouwman, J. Cloos, B. S. van Kloeten, G. J. van Leeuwen, L. Schijt huizen, J. W. Schiiss, J. C. Sjardijn, 1. Teleng, L. M. Valkenburgh en mej. Japikse, allen te Leiden; A. Baljeu, Katwijk; C. Bolle, Voorschoten; H. J. Broekveldt, Oogstfeest; H. te N.; K. Haasnoot, Katwijk-aan-Zee; G. Vooijs Gzn., Katwijk aan den Rijn en J. J. Vooijs, Halfweg. CORRESPONDENTIE: B. S. v. K. te L. Wij vermelden nog Uw goede oplossing van liet vorige probleem. Chr. J. V. te L. Probleem 1 is na toe voeging van P. d 1 een tweezet ge bleken, die wegens slechts één variant wei nig belangrijk is. Bij probleem 2 is een nevenoplossing mogelijk door T. d 5 f; enz. Overgenomen uit het Tijdschrift van den Ned. Schaakbond, HoIIandseko Partjj. Jan. 1915. Wit: Z. Zwart: M. Marchand. i. 34, eb. 5. c'4, Ï5 3. Pc3, PK 4. Lg5, Lb4 5. PfS, 0—0 6. e3, b5 '7. Ed3, Lb? S. 0—0, Lc-3: 9. bc3:, d6 10. Pd2, PM7 I 11". f3, De8 12. Lf6:, Pf6: 13. c4, Dh5 14. d5, Tae8 15. de6:, To6: IB. ef5:, I Tb3 17. Pb3, ca IS. Tel, Tf.3:! 19. Le2, j Pg4 20. h3, Dh3:l! 21. gh3:, TgSfl 22. Kfl, Lg2| 23. Kgl, Lh3:f 21. Khl, j Pf2j 25. Kk2, Tg2 mat. Een zeldzaam slot- S1 o t s t a n d. I <m :4iï mW) e t g L Het Steuncomité Leiden, „Oor logstoestand 1914" schrijft ons: Zoo nu en dan bereiken ons stemmen, die liet niet eens blijken te zijn met onze werk wijze. De een acht, dat het Comité te vroeg begonnen is. De ander vindt, dat steun ver leend is, waar het niet noodig was. Een derde maakt aanmerking op de hoegrootheid der bijdrage. Wij zullen de .eersten zgn om te bekennen, dat ook aan onzen arbeid, hoe goed bedoeld, gebreken kleven. Het kan niet anders, of or moeten vooral in 't begin fouten gemaakt zjjn. Het werk was immers voor de meesten, die er zich. toe bcréia verklaarden, geheel nieuw. De opzet kon met gemaakt wrorden voor een bepaal den trjd, zoodat de meest geschikte inrich ting der administratie moest "worden afge wacht. En gelijk altijd bf], dergelijke groote bewegingen, waren er ook toen gegadigden, die de gelegenheid aangrepen, zoo mogelijk ten koste van de gemeenschap te leven. Ma ar mate evenwel de oorlogstoestand voort duurde, werden de eerstgemaakte fouten ver beterd; de inrichting werd op een bree deren voet geschoeid; het personeel werkte zich in zijn a rbeid in en de comité's werden met hun wijk vertrouwd. Toch, hoewel erkennende, dat de ge leverde arbeid van den aanvang af verbe tering behoefde, meenen vpij, het geheei overziende, dat de burgerij niet te Idagen heeft over do wijze, waarop de golden, die ze ter beschikking van het Steuncomité tot dusver stelde, besteed zijn. Wij zullen dit met cijfers aantoonen. De burgers zullen daaruit zien hoeveel moeite de dames en heeren, die zich voor den arbeid van het Steuncomité gegeven heb ben,, zich hebben getroost om dezen goed te verricht-en. Het grondbeginsel, volgens hetwelk steun verleend werd, was hen, die getroffen werden door den oorlogstoestand zoodanig te helpen, dat zij zooveel mogelijk konden blijven in de positie, waarin zij zich voor den oorlog bevonden. Het v/aa een geluk, dat de droeve periode in den zomer begon, zoodat de drang naar voorziening in kleeren en de behoefte aan brandstof niet uitermate sterk waren. Hiermede rekening houdende en met het oog op een mogelijk langen duur van den oorlogstoestand, bepaalde het Steuncomité aanvankelijk, dat geen hooger steun kon verleend worden, dan een aanvulling tot GO pCt. van het gemiddelde normale inko men, elk geval op zichzelf beoor deeld. V-cor de losse sjouwers, wier in komen doorgaans niet te berekenen is, werd aks regel een lagere maatstaf aangelegd. Onder het normale inkomen werd verstaan de verdiensten vórér den oorlog van het ge- heele gezin, dat der kinderen daaronder be grepen. De loontrekkende kinderen werden dos niet op zichzelve beschouwd, maar als deel van het gezin. Werden de kinderen door den oorlogstoestand getroffen, dan kon het hoofd van het gezin, waartoe ze behoor den van het Steuncomité een bjjdrage ver krijgen, zoo het gemis van het loon der kinderen de gezamenlijke inkomsten bene den do 60 pCt. van de normale verdien sten van het gezin deed dalen. De ver diensten van de vrouwen in 'fabrieken of door huiswerk verworven, werden natuurlijk ook in rekening gebracht. Rijkspensicenen, uitkeeringon krachtevs de ongevallenwet, ouderdomsrente, steun van diaconieën, arm bestuur en burgerljjke gemeente, telden ook mee. Evenzeer de toelage uit de werklo zenkassen voor 'de werkloozen en de rijks- vergceding aan de gezinnen der militairen. Tegen den winter bleek een wintertoe- slag noodig. De behoeften aan brandstof, meerdere dekking en kleeding vroegen voor ziening. Dezo wmtertceslag is het eerst ver leend den 12dea Dec. 1.1. De grootte van den winter toeslag varieer de van 40 cents tot 25 pCt. van den tot dusver genoten steun, met dien verstande, dat do bijdrage in haar geheel een aanvul ling beiiep tot hoogstens 80 pCt. van het gemiddelde normale inkomen. De norm werd dus engoveer met 20 pCt. verhoogd. Elk geval word ook nu op zichzelf beoordeeld, opdat büv. een kinderloos gezin niet- gelijk behandel;! zou worden a's een gezin met een groot aantal kinderen. Op het eind van Januari werd een aan vang gemaakt met het uitreiken van huur- bons. Met inbegrip van de huurbon werd de aanvulling t-ot hoogstens 80 pCt. van het gemiddelde normale inkomen gehandhaafd. Tn een volgend stuk hopen wij een ver dere uiteenzetting te geven. Het Humoristisch. Blad Kikeriki leveren wij des Zaserdagavonds bij het „LEIDSCH DAGBLAD", tegen betaling van slechts 2. d@mt per nummer. Het bevat boeiende verbalen. DIHANT. l)e vorige week braoht ik een bezoek aan het rampzalige Belgische stadje Dinant. Op mijn reizen door België heb ik al heel wat verwoeste plaatsen gezien, ik was er reeds zoo zachtj'es aan gewoon geraakt, puin- hoopen en nog eens puinhoopen te aan schouwen, zoodat diie verwoestingen niet zulk een geweldigen indruk meer op mij maakten. Een mensoh went aan alles, c.ok aan -ellende. Maar dé ellende, die ik te Di nant zag, en de verwoesting, die ik daar aanschouwde, maakten op mij zulk een ver pletterenden indruk, dat ik bij 't eerste ge* zicht mij afvroeg is dat nu schijn of wreede, wreëde werkelijkheid? Helaas, het is liet laatste. Dinant men kan het gerliat zeg gen is totaal verwoest. In deze stad, die raet haar voorstedon pl.m. 8000 zielen telt, liggen 1350 huizen in puin, waaronder bijna alle hotels, waaraan dat door toeristen zoo druk bezochte en schilderachtige plaatsje zoo rijk was. Maar een nog beter beeld van de verwoes ting krijgt men, wanneer men langs een trap van pl. m. 400 treden de 123 m. hoogo Cfitadel beklimt. Het gezicht vanaf deze hoogte op de verwoeste stad is onbeschrij felijk gij staart en blijft staren op een ein- delooze puinhoop, en waar gij uw blikken ook wend, naar links of naar rechts, 't is overal één puin, één verwoesting, een el lende, wat ge te aansohouwen krijgt. Wat moet dat een afgrijselijk gezicht geweest zijn, toen deze geheele stad in brand stond 1 Geen menschen wezen heeft deze brand ech ter van de Citadel kunnen aanschouwen. Want hij zou, staande in deze omgeving, van roo:; cn hitte zeker gestikt zijn. Nu kan ik mij voorstellen, dat een wreede Nero het mooi moet gevonden hebben, toen hij vanaf de hoogte van een der heuvelen van Rome, spelend op zijn harp, neerzag op de stad, drie door zijn wreedheid was in brand ge stoken En is dezo moderne oorlog soms veel be ter dan een wreed Nero-tijdperk? Dooh niet alleen de puinhoopen van Di nant spreken van de ontzettende ellende, clio daar geléden wordt, maar ook is er do cconomioohe toestand alles behalve roos kleurig. Ik liet mij daarover eenige meded-eelin- gen doen door een vrouw van een werk man, die mij door de plaatselijke autoritei ten als een zeer vertrouwd persoon word aangewezen. Haar man was in den oorlog on zij wa3 achtergebleven met 8 kinderen. Dat gezin, bestaande uit 9 personen, kreeg frs'. 23 on dersteuning in 'de maand, terwijl het na het uitbreken van den oorlog een keer voor frs. 5 ar map-pelen gekregen had. Vorder moest men leven van dc soep; die een par ticulier Comité verstrekte. Vanaf 1 April had dit gezin geen brood meer in huis ge had. Dit was een van de gunstigste- gevallen. Onder leiding van den tor plaatse zeer kundigen vice-consul der Nederland-en, den heer Van Rijcbsvorsel, dio een waar wel doener dezer plaats is, bezocht ik meerdere huizen en krotten, waar de bevolking is on dergebracht. Er zijn 4 k 5000 menschen naar deze puinhoopen teruggekeerd en velen wo nen in hokken, schuren en stallen. Ik trof een moeder met vijf kinderen aan op een zolderkamer van een gespaard gebleven school. Drie liarcr gefusilleerde familiele den had diazo vrouw zelf begraven. Van ge heel haar huisraad was niets anders overge bleven, dan een paar kinderstoeltjes en en kele portretten. Haar waven voor haar ge heele gezin tweö bedden, benevens het aller- noodigste voor de huishouding verstrekt. Do ellende, die ik hier zag, was zoo onbe schrijfelijk. dat ik 't er niet uithouden kon. Betere familis's, zag ik gehuisvest in een soort gespaard gebleven goot of achterge bouw. En toen ik de vraag stelde, „maar menschen, waarom zijt gij toch hier terugge keerd", liiidde het antwoord, met een ver wijzing naar cle voor gelegen puinen „W© zijn tenminste bij onzen eigendom"... Op deze wijze had de consul niet minder dan 375 huishoudens te onderhouden. Een der oorzaken, dat- in deze plaats zoo veel ellenc-e geleden wordt, schudt ook hier in, dat Dinant op politiek gebied veel te veel verdeeld is. Het is een groote font van België, dat zelfs in dezen oorlogstijd de po litieke hartstochten te zeer tot uiting komen. Daardooiv wordt de Charitas gedesorgani seerd. Er is geen samenwerking, geen orde, geen organisatie. Sterke staaltjes kwamen mij ter core. Het voors'tedeko LMfe telt C09 zielen. On der deze zijn 120 weduwen, daar bijna alle mannen indertijd gefusilleerd zijn Tn 't ve il eel zijn hier nog 20 mannen. Welnu, aange zien Leffo ge-en kiezers meer heeft, ont trekt de politieke partij aan deze plaats al haar steun, en brengt hem in dubbele mate ovor naar buurten, waar meer mannen zijn overgebleven. Zoo komt het. dat. sommigen goed. anderen geenszins bedeeld worden. Een andere oorzaak van den treurigen toestand te Dinant schuilt- in zijn geografi sche ligging. Dinant is zoo voed als van rJles afgesloten. Het, heeft -acht, maanden ge duurd. eer de eerste hulo van het Ameri- ka-ansche voedingecoteitó kwam. Terwijl an- dero plaatsen volop van dien steun geno ten, was in Dinant zelf nog niets gedaan.- Toon is Holland een beetje tusscTmnheide gjekomen en hebben -conige particulier en plm. 6 duizend franc gestuurd. Maar ozk dezo geldon zün reeds totaal op, on komt hier niet spoedig redding, dan staat e-*- een zekere hongersnood vcor de deur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 9