dan gebruik om1 do mijnen to doen sprin
gen °en honderden lichamen vlogen dan,
totaal in stukken gereten, in de lucht.
Veie Duitsche soldaten beschouwen dat
als een onrecht, anderen lachen er om.
Het walgt u we?, maar go moet alles doen
wat er van u verlangd wordt, ook het pn-
ir.enschelijkste.
By een stormaanval kan men ook vaak
onmenschelyke daden zien bedrijven. Eens
het "was in den winter toen de loopgraven
tot op een hoogte van 75 centimeter met
water waren gevuld, zag ik bij gelegenheid
van 'een stormaanval hoo zwaar gewonde
Fransche soldaten languit in het moeras
lagen, waar zij nog juist met den neus
boven uitstaken. Duitsche soldaten en offi
cieren .trappelden bij dozijnen over deze
arme, hulpelooze menschen heen. Ik heb
daar vaak aan moeten denken en "kon mij
niet begrijpen, dat m,en zoo iets kan doen.
Evenals met do menschen gaat het ook
met bet bosck: iedero boom is stukgeschoten
of ontveld. Men is blij als het maar weer
avond wordt, en de aflossing komt; dan
geraakt men weer, uit de hel en alweer is
er, een dag in het Argonnerwoud voorbij,
eii men kan zich niet begrijpen, dat men
ex nogmaals 't leven heeft afgebracht.
Een Gestoorde Mis.
De Parijsche correspondent van ,,De
Tijd" vertaalt uit een brief van den pa-s
toor der Sint Vineentiuskerk te Clichy,
die aan het front staat, gericht aan iemand
uit zijn parochie, het volgende
Zooals ge weet, ben ik voor drie weken
met drie kameraden van de ambulance
verderop gezonden, om de „éclopés" te
verplegen. We zijn gehuisvest in de door
zusters bestuurde, thans opgeheven meis
jesschool. De zusters hebben mij een
klein kamertje aangeboden, vanwaar ik
des avonds getuige ben van artilleriege
vechtenEiken morgen vroeg, wanneer
ge zeker nog slaapt, draag ik de H. Mis
op in een kleine kapel, die zich in het ge
bouw bevindt.
Vanmorgen had ik juist in de kapel de
H. Mis opgedragen, toen een vreeselijke
ontploffing zich deed hooren, die het ge-
beele huis deed schudden. Men spreekt
van gewonden in de naburige kerk, en van
een gewonden priester, aan het altaar. De
kerk ligt juist tegenover onze school, we
behoeven slechts de straat over te steken.
Met twee verplegers haast ik me er heen.
Het middenschip is vol menschen, die in-
en uitgaan én tegen elkaar dringen in de
duisternis, want de zon is nog niet op
gegaan en de kerk is alleen verlicht door
twee petroleumlampen en de kaarsen van
de drie altaren. Ik breek me baan door
de menigte tot bij het altaar.
Een overgetelijk schouwspel treft daar
mijn cogen. Het zal eeuwig in mijn geheu
gen blijven, nooit zal ik het vergeten.
Onder aan de trappen van het altaar
ligt, op den rug uitgestrekt, een priester,
gekleed met de teekenen zijner waardig
heid. In de rechterhand houdt hij een
zakdoek en met krampachtig gebaar veegt
hij zich het gelaat af. Alles is vol bloed
zijn handen, zijn zakdoek, zijn kazuifel en
onder zijn hoofd vloeit nog een zee van
bloed.
Om hem heen bevinden zich de pastoor
en eenige priesters-verplegers. Allen
schijnen geheel ter neer geslagen. Men
was een brancard gaan halen, en vervoer
de hem.
Ik verneem, dat hij juist de H. Mis op
droeg, toen de losbarstingen begonnen.
Bij de vierde was hij aan de consecratie
van den wijn. Toen werd hij getroffen.
Door wat? Men weet het nog niet;
Blechts de gekleurde ruiten boven het
altaar zijn stuk.
Terwijl den gewonde een verband werd
aangelegd, beklom reeds een ander pries
ter het altaar, om de afgebroken H. Mis
voort te zetten. Indien we niet in oorlogs
tijd leefden, zou de kerk onmiddellijk ge
sloten zijn geworden en opnieuw gecon-
careerd, alvorens er een nieuw H. Mis
offer zou mogen worden opgedragen.
KORTE BERICHTEN.
liet gemeentebestuur van Sohönberg heeft
besloten, ten eindo de-in die stad wonende
kunstenaar,-T te steunen, een groot aantal
doeken aan te koopen. Daar echter eenige
schilders door den aard van hun werk niet
in staat zouden zijn, doeken tegen geriugen
prijs aan te bieden, heeft het gemeenteb©-
stuur den maximumprijs voor schilderijen
op 500 mark vastgesteld. Bepaald geen voor
deel voor do kunstenaars.
Het socialistische tijdschrift „Die Inter
nationale7- te Dusseldorp is door d© mili
taire overheid onder preventieve censuur
ge-stql'd, omdat het 't politieke bestand!
heeft geschonden en het sluiten van vrede
heeft aanbevolen, voor den vijand is over
wonnen. Verder heeft Eet beschouwingen
gegeven, die het vertrouwen bij het volk zou
den kunnen schokken, door ongunstige ver
moedens over de politieke en economische
toestanden in Duitschland na den oorlog
voor te stellen als wetenschappelijke feiten."
Men voelt zich in Zweden ten zeerste be
zwaard met de nieuwe Duitsche contra-ban-
delijst, aangezien mijnhout daar nu als vol
strekte contrabande op voorkomt, alsook fos-
forzwak ijzererts en ruw ijzer. Het grootste
doel van den Zweedschen uitvoer wordt
daardoor getroffen. De corlogsverzekering
weigert, nog langer ladingen mijnhout te
verzekeren; met het aangeduide erts en ruwe
ijzer wil zij het nog doen, om te zien hoe de
Duitschers dienaangaande in de praktijk
handelen.
Volgens een bericht uit Peking aan do
Times" is er reden om aan te nemen, dat
kapitein Pappenheim, de Duitsche militaire
attaché aldaar, in Mongolië is vermoord.
Volgens de mare had kapitein Pappenheim
zich met eenige Duitschers en Chineezen
op weg begeven, met het doel, tunnels van
den Siberischen spoorweg op to blazen. Hij
had de Chineesche regeering verklaard, dat
zijn onderneming een pleizierreisje was.,
Eenige dagen geleden hebben, naar de
Temps'' meldt, vier Engelsche aviateur*;
bommen geworpen op de Duitsche munitie
depóts te Saint-Quentin. Negentien Duit
schers zouden hierbij gedood zijn. Den vol
genden dag hebben de vliegers bommen op
het station van genoemde plaats geworpen
on daar groote Schade aangericht.
Toen de Engelsche tweede-luitenant Nor
man Read vergezeld van sergeant Cudde te
Port Grange, met een monoplane een t-ooht
ondernam, sloeg het vliegtoestel plotseling
om en stortte het op den grond neer. De
machine werd geheel verbrijzeld en Cudde
gedood. Luitenant Read liep geen levens
gevaarlijke verwondingen op.
De Paus stelde 40,000 franc ter beschik
king tot hulpverleenling van de vluchtelin
gen uit de "overweldigde departementen. In
een desbetreffend schrijven zegt de
pauselijke staatssecretaris o.a.De zorg
van den vader der geloovigen gaat bij
voorkeur uit naar diegenen zijner zonen,
die hem het levendigst hun eerbied ton
nen, waaronder de kinderen van Frank
rijk, de oudste dochter der kerk, in de
eerste plaats vermeld moeten worden.
Vooral jegens de deelen der bevolking,
die het zwaarst beproefd zijn gevoelt de
paus bijzonder medelijden en hij bidt om
een spoedig einde van den oorlog.
In Engeland hebben zich in het geheel
60.000 vrouwen opgegeven om oorlogswerk
-qog[ "sp -qoojf? jaoqof? ooz nu oqjooqoq
©p qv;p 'qistijouoo op qoj. uoppop uouun^ noz
uoii[ossmi uooSqoTj 'aopu-oaos spioai. uoj\no.ia
©zop uba 009 -tooa scoops Soa j© sp joq.
-ijoo lOAsnp qojQ 'ufrz qcroaj q©i{ im? oip uou
-umu op uua supsuuaioa joq 'uoq-qouioa oqi
ter men verVaciit, dïat als nu maar eerst
bekend is hoeveel vrouwen rich voor den
oorlogsarbeid beschikbaar stellen, dan ook
wel door den arbeidsbeurzen de aanvragen
zullen binnenkomen.
Ingevolge de wettelijke bepalingen van
1 Mei 1915 moeten alle Belgen' van 18 tot
25 jaar, zonder eenige uitzondering, die
zieti thens in Frankrijk bevinden en nog
niet onder de wapens zijn, zioh vóór half
Mei doen inschrijven voor de lichting 1915
op het stadhuis van hun tegenwoordige
woonplaats. Wie zich op dien datum met
gemeld heeft zal worden beschouwd als
dienstweigeraar en als zoodanig vervolgd.
In den Hongaarschen Rijksdag heeft de
afgevaardigde Rakovsky namens de oppo
sitie voorgesteld, dat aan alle burgers, die
den leeftijd van 20 jaren hebben bereikt on
dienst hebben gedaan in het leger, het kies
recht zal worden verleend. De minister-pre
sident, graaf Tisza, verklaarde, dat heel
Hongarije eensgezind is in erkentelijkheid aan
het leger. Het ware echter onbillijk om'
aan den militairen dienst het kiesrecht te
verbinden, daar er, immers onder hen, die
voor den dienst zijn afgekeurd, ook tal van
mannen vol moed en toewijding zijn. Bo
vendien, voegde Tisza er aan toe, zou aan
neming van het voorstel nood zakelij k er w ij ze
tot algemeen kiesrecht leiden, en dit ware
voor Hongarije een ongeluk.
Het voorstel is met meerderheid van stem
men verworpen.
Aan het grenskantoor Grunewa-ld bij
Kleef, werden twee Duitsche soldaten van
de daar geposteerde grenswacht aangehou
den, toen zij een partijtje koffie trachtten
te smokkelen, dat zij op Hollandsch gebied
in een winkel nabij het kantoor Hekkens
hadden gekocht.
De Roemeensche minister van financiën
heeft bepaald, dat voortaan geen vergunning
meer verleend mag worden voor den uitvoer
van runderen en varkens. .Voorts is een
uitvoerverbod, uitgevaardigd voor de vol
gende artikelen: delfstoffen, oud yzer en
alle andere metalen, katoen, hennep, werk,
blik, inmaakblikken. was, stearine, paraffine,
glycerine, noten, eiken en esschenhout, gra
niet, kwik, ammoniak, soda, kopersulfaat,
looistoffen, touw, lijnen, olie en papier.
Uit Sofia wordt aan de „Times" geseind,
dat de geruchtsgewrjze verkoop van den ge-
heelen benzine-voorraad in Roemenië door 'n
maatschappij met Fransch kapitaal bevestigd
wordt. De maatschappij heeft de groote
reservoirs overgenomen, welke de regee
ring voor, de pijpleiding naar, Konstantsa
had laten bouwen.
Sedert het begin van den oorlog is de
uitvoer van benzine verboden.
Een nieuw bewijs, dat in het Duitsche le
ger ook de oudere mannen niet ontbreken
is een advertentie in het „Hamburger Frctm-
denblatt" van 26 April, waarin medegedeeld
wordt dat de 68-jarige Kriegsfreiwillige Jo
hannes Schützer, onderofficier van het 163e
regiment infanterie plotseling in dienst des
vaderlands overleden is.
De Duitsche professor Abraham, wiens col
leges do studenten der polytechnische liooge-
school te Milaan niet meer wilden bijwonen,
heeft t raadzaam geacht een rustiger woon
plaats op te zoeken en is daarom naar Lu
gano verhuisd, tot groote vreugde der sta
kende studenten, die thans „den arbeid
weder hervat hebben."
Uit Boekarest wordt aan de Fransche bla
den gemold, dat de Roemeensche studenten
een betooging hebben gehouden voor de bu
reaux der dagbladen, die de Duitsche be
langen behartigen. In de redactie-zalen werd
een gToofce verwoesting aangericht, terwijl
de kiosken, waar do Duitschgerinde bladen
verkocht worden, in brand werden gestoken.
Een ongenoemde Belg, die voor den oor
log bijna twee jaar heeft doorgebracht met 't
catalogiseeren van do bibliotheek van de
Trappisten to Bouillon, i|n België vlak op de
Fransche grens, schrijft in de Times", dat
hij van een ooggetuige heeft gehoord, dat
de Duitschers, die d'en 24en Augustus Bouil
lon bezetten, de kostbaarste boeken geroofd
en naar DuitsGhland gezonden hebben.
De monniken, die na de wet op de gods
dienstige vereenigingen Frankrijk hadden
verlaten, hadden zich voorloopig te Bouil
lon in een hoeve gevestigd en daar de boe
kerij ondergebracht.
To Fort Henry, bij Kingston in Canada,
hebben een aantal DujiiJsch© gevangenen'
een aanval gedaan op hun bewakers, die
verplicht waren zich met de bajonet te ver
dedigen. De „Standaard" van Kingston,
herinnerende aan het doodvonnis tegen Wil
liam Lonsdale, den Engelechen krijgsgevan
gene in Duitschland die tegen rijn bewakere
in verzet kwam, dringt nu op even zware
bestraffing aan van de muiters in Fort Hen
ry. Het blad wijst er op, dat de Ameri-
kaansche consul, die tevens de Duitsche be
langen thans behartigt, verklaarde dat de
gevangenen in Fort Henry goed worden be
handeld en geen reden tot klachten hadden.
Voor het binnenlandlsche verkeer worden
in Oostenrijk nieuwe oorlogspostzegels in
omloop gebracht, die 1, 2 en 3 heller duur
der zullen rijn dan de aangegeven waai-den,
welk bedrag zal aangewend worden tot het
ondersteunen van weduwen en weezen van
gevallen soldaten.
Do postzegel van 3 heller vertoont een
soldaat in een loopgraaf, die van 5 heller
een oavaleriepatrouille, die van 10 heller do
bekende mortier, van 30.5, die van 20 hel
ler de dreadnought „Viribus Unitus" en die
van 35 heller een vliegtuig. De ontwerpen
zijn van professor Kolo Moser en de stem
pels van den graveur Schirnböck.
i it
Br is in Engeland een proclamatie afge-
Eondigd, waarbij de invoer van Belgische
bankbiljetten in Engeland is verboden.
£>e 'Londensche berichtgever van de
„Temps" meldt, dat zich den laatsten tijd
wekelijks 25 h 30.000 man op de recru-
teeringslijsten hebben laten inschrijven. In
het geheel zijn tot nu toe, met inbegrip van
de koloniale troepen en de Canadeeschel
en Australische contingenten 2.600.000 man
onder de wapenen, ongerekend de man
schappen, die in Canada, Australië en Zuid-
Afrika worden geoefend.
Uit Mol! en Er el verneem ik, dat ver
schillende boeren zware boeten hebben moe
ten betalen, daar hun zonen niet terugge
keerd zijn op den vastgestelden datum. De
meeste boeren konden niet betalen. Nu zijn
daar koeien en ander vee opgeëisebt, nadat
de som met 20 pCt. was verhoogd.
Het Belgische Informatie-Bureau is ge
machtigd het bericht van het Wolff-agent-
schap, meldend dat de colleges aan de Vrije
Hoogeschool van Brussel zouden hervat zijn,
tegen te spreken. De Brusselsehe Universi
teit is en blijft gesloten.
Door dan comïn.-generaal te Munster
wordt bekend gemaakt, dat de in het land
bouwbedrijf werkzame arbeiiers, opzichters,
inspecteurs en hoevenbezitters, zoowel die
tot den gewapenden, als die tot den onge-
wapenden landstorm behooren, er opmoe
ten Irekenen na 15 Mei, naar gelang van
het jaar hunner lichting, tot den dienst
te worden opgeroepen.
In Pruisen is allerwege aan het publiek
verzocht, geen 'Apollinaris- en Juliusbronwa-
t-er, welke 'de Engelsche „Appollinaris Co.
Ltd." te Neuenahr en Remagen levert, te
drinken, aangezien men anders een Engel
sche onderneming steunt.
De 65-jarige generaal Hugo von Seyde-
witz, die de oorlogen van 1866 en 1870
medemaakte, ridder van Eet ijveren kruis
le en 2e klasse, is gesneuveld.
Hoewel in Duitschland een strenge eten
suur wordt uitgeoefend, zoekt men in Duit
sche bladen tevergeefs naar witte plekken,
zooals mén die b'.v. in Fransche en Oosten-
rijksche bladen zoo veelvuldig aantreft. Hoe
dit kómt, blijkt uit een mededeeling, die ,de
„Vorwiirts" geeft: De politie te Dusseldorf
heeft de 'uitgifte van het Zondagsnummier,
der „Dusseldorfer Volk'szeitung" verboden,
omdat eenige 'door' de censuur geschrapte
stukken wit wiaren gelaten, inplaats van door
andere kopy te zijn vervangen. Witte plek
ken worden in Duitsche kranten dus blik
baar' niet 'geduld. -
BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
Voor het Beroepshof te Londen ia een
rechtzaak behandeld, die nog eens weer Al
banië en kolonel Thomson in de herinnering
roept. De heer Arthur Moor© n.h, die bui
tengewoon correspondent Was van de „Ti
mes" in Albanië, had een klacht wegens
smaad ingediend tegen dr. Dillon van de
„Daily Telegraph", die echter door den
rechter niet-ontvankelijk werd verklaard.
Het öourt of Appeal echter besliste nu, dat
de klacht vervolgd diende te worden. De
zaak is dezeDe heer Moore seinde op 15
Juni 1914 uit Durazzo aan de „Times het
sneuvelen van kolonel Thomson. Hij en
oen Albanees, voegde hij hierbij, kwamen den
gevallene te hulp en majoor Roelfsema én
de correspondent van de „Times" droegen
daarop den gewonde weg.
Op denzelfden dag echter zond Dillon uit
Durazzo een telegram, waarin hij beweerde
dat bij het sneuvelen van Thomson alleen
tw Russische journalisten en een Fransch.
journalist aanwezig waren en dat deze met
een Nedterlandsch officier, die zi-ch bij hen
voegde, den gevallen kolonel vervoerdien.
De heer Moore zag in dit telegram e?n
toeleg om de door hem aan de „Times" ge
geven voorstelling als onwaar te brandmer
ken en om zijn journalistieke eer te redden
diende hij een klacht, tegen Dillon in, die
das nu, na do beslissing van het Court o£
Appeal, in behandeling zal komen.
Te Madrid is een uit de 18de eeuw,
dateerend groot' gerechtsgebouw afge
brand. Een der rechters, Aranda, kwam!
,om; het leven by een poging om het archief
van zijn kamer te redden: hij stikte in den
rook. Ook tal van brandAveerheden zrin ge
kwetst.
Door gebrekkige bluschmiddelsn gmg liet
geheele gebouw in vlammen op. Het was
een reusachtig bouwwerk, in de Calle de
Dona Barbara, doch van betrekkelijk weinig
kunstwaarde.
Een officieel Russisch bericht deelt
thans omtrent de ontploffing in de kruit
fabriek te Ochta op 25 April nadere bij
zonderheden mee. Op^het oogenbiik der ont
ploffing waren er 278 arbeiders werkzaam.
Daarvan werden er 26 gedood of zoodanjg
gew.ond, dat zij aan hun kwetsuren bezwe
ken; 59 arbeiders werden in het hospitaal
opgenomen, 43 zijn vermist. In ds hulzen-
makery Verden 4 arbeiders gedood, 3 ver
wond. .Van do IS soldaten, die de fabriek
bewaakten, verden er 11 gedood, 4 ge
wond.
Van het stoomschip „Niggem", dat
in 't begin van December met een lading
katoen van Alexandrië naar Engeland ver
trok, was sedert niets meer vernomen. Thans
seint kapitein Macintyre, de gezagvoerder,
uit Solium (golf van Tripolis), dat het
schip op 27 December is vergaan. Behalve
de kapitein, zijn zeven personen van de be
manning gered.
In mèjuïfr.o.uw Agnete LaubHa as Ai
heeft Denemarken zijn eerste architecte. Zij
is den lsten Mei met haar einddiploma ais
bouwmeesteres van de kunstacademie
to Kopenhagen gekomen. Zy gaat trouwen
met een architect. Op de academie zijn nu
nog een zeven of acht dames, die in do
bouwkunst sfcudeeren.
Naar uit Hamburg aau de Berlijnsche
bladen wordt gemeld, begon aldaar voor de,
Tweede Strafkamer van het kantongerecht.
Altona, het proces tegen den burgemeester,
van Uetersen, Muus geheeten.
Do 51-jarige beklaagde, die al jaren bur
gemeester van Uetersen is, staat terecht
wegens nét verduisteren van 1824 mark, toe-
bekoorende aan de „Vaterlandïsche Frauen-
vereib", 5542 mark van de stedelyke „Frau-
enverein Uetersen", en nog 14 h 15,000
m!ark van een vereeniging tot verpleging
van de jeuga te Uetersen.
De man wordt voorts beschuldigd zich,
als ambtenaar, verscheidene erfenissen, die
hy in zyn ambtelijke hoedanigheid onder
zijn berusting had, onrechtmatig te hebben
toegeëigend.
De recherche te Neu-Köln, bij Berlijn,
is er in geslaagd een brutaler, oplichter
in den kraag to vatten, die zyn in dezen
tijd stellig zwaar aangerekend misdrijf duur
zal móeten betalen.
De gearresteerde, zekere Gotthelf Grams,
gaf zich uit voor „invalide", en wandelde,
gehuld in do uniform1 van Saksischen veld
artillerist en versierd met liet IJzeren
Kruis en de dapperheidsniedaille, door Ber-
lyn rond. Onder de voorspiegeling, dat zijn
advocaat zijn baar vermogen ad 32,000 mark
in oorlogsleenmgsaandeeien had vastgelegd,
wist hij vooral van dames, grootere en kleine
bedragen af te troggelen.
Do oplichter had bij een weduwe een on
derdak gevonden, en zich niet „gemeldet".
Silla hoe had hij haar niet eerder her
kend I Silla was de meesteres
Schielijk wilde hij zich verwijderen, heen
gaan voor altijd, maar Silla hield hem vast.
„Wees niet bang voor Boroboedoer, Johnny''
zrido zij mot haar ietwat heesche, exotische,
vleiende, weeke stem.
„Ja, ja, Boroboedoer, jij krijgt een nieu
wen baas, wees maar zoet, mijn scliatje!"
Harrow was reeds zoodanig in haar macht,
dat. hij zich schikte, hoewel hij wist dat dit
walgelijke, Indische kruipdier zijn noodlot
was, dat hem op dien oen of anderen dag
om het leven zou brengen.
Harrow's huwelijk was, zooals u zioh den
ken kunt, verre van gelukkig. Silla dacht er
oiet aan, haar loven eenigszins te verande
ren, hoewel zij haar beroep opgaf; haar
verkwistingen waren grenzenloos, de in
komsten van haar man raakten geheel uit-
geput. Daarbij kwam dan nog de onver-
dragelijke nabijheid van het monster 1 Har
row walgde van alles en besloot hot te-
genstandige monster onschadelijk te maken.
Op
een avond, toen zijn vrouw wederom
langer uitbleef dan afgesproken was, ont
vlamde in liem een woeste toorn. Hij voel-
do daardoor cok plotseling de macht het
reptiel te dooden. Hij greep naar het glazen
terrarium en ijlde ermee naar de deur om
höfc naar buiten te dragen, naar het bosch,
"^■aar hij den heelen vuilen boel wilde ver-
éietigen. Opeens liep hij tegen zijn vrouw
nan, die hem toeschreeuwde:
j>Wat wil je doen met Boroboedoer?"-
»,Jou en mezelf wil ik van dat monster
bevrijden 1" siste hij.
Maar een duivel-sche opwelling deed haar
glas hem uit 'de handen el aan, zij greep
de adder en dreigde hem ermee, precies
als in dien na-cht van zijn droombeeld. In
do odelij ken angsf ontkwam hij haar dreigen
en meed van toen af aan zijn huis, zijn stad.
Zijn haar was e-chter wit geworden na
dien vreeselijken avond. Met het laatste
beetje overgebleven geld. dwaalde hij van
land tot land rond. Wakend en slapend,
steeds vervolgde hem het monster, Boroboe
doer. Hij bezat nog enkele geldstukken en
wilde zoo gauw mogelijk een betrekking
trachten to .vinden.
In overleg met mijn vrouw, namen wij Har
row aan als onzen secretaris.
Wij hadden plan den winter in Rome door
te brengen. Jolin betoonde rich een opge
wekte, handige, prettige hulp. Alleen voelde
hij een angst voor on-s mogelijk teruggaan
naar Engeland.
Jammer was het, dat hij niet al te best
op kon schieten met mijn kamerdienaar, die
de gunstige positie van den secretaris met
afgunst gadesloeg. Die kamerdienaar was
eigenlijk een losbol, maar hij was buitenge
woon bruikbaar en, daar hij opvallend knap
was, zeer decoratief tevens. Daarom zag ik
maar wat door de vingers, hoewel mijn
vrouw hem niet uit kon staan. Overal, waar
heen wij reisden, knoopte hij liefdesban
den aan.
Wij woonden nauwelijks in Rome, of ik
hoorde van een relatie van hem met een
rondtrekkende gooehelaarster.
In die clagen werd John's gemoed opnieuw
weer heel somber. Zijn angsten keerden te
rug. Eens toen ik hem een brief dicteerde,
viel hem do pen uit de handen staarde hij
met wasbleek gezicht naar buiten. Ik volgde
zijn blik en ontdekte een arme vrouw, die
zich in het zonnetje scheen te koesteren.
Zijn afkeer voor Franklin nam bijna zieke
lijke afmetingen aan. Hoewel zeer terug
houdend, stond hij zichzelf eens die opmer
king toe, om mij attent te maken op een
parfum, dat om Franklin was, wat hij, Har
row niet verdragen kon, daar het hem her
innerde aan den gruwelijksten tijd in rijn
leven.
Mijn vrouw wra-s steeds zeer voorkomend
mee hem en haar bekende hij eens, dlat hij
overtuigd was, dat zijn einde nabij was d!at
hij zijn kómen eten verjaardag niet meer zou
beleven.
Op zekeren dag kwam ik met mijn vrouw,
vroeger van een uitstapje terug dan ons
plan was. Ik belde om Franklin, hij ver
scheen niet. In zijn plaats kwam 'de secreta
ris. Een bediende volgde onmiddellijk en
meldde dat Franklin op zijn Lanter was,
waar hij damesbezoek had en schijnbaar
dronken wa-s.
„Maar dat is toch al te kras", riep mijn
vrouw uit. „Ik verlang van je, Ormond, dat
je dien man wegzendt."
Ik weet niet, welke listige demon mij in
blies den secretaris uit te kiezen voor het
overbrengen van mijn besluit. Misschien;
dacht ik den flinken vent een kleine over
winning to bezorgen.
De secretaris echter aarzelde.
Mijn vrouw ried aan een anderen bediende
de boodschap te laten doen.
John wierp haar een verwonderlijken bljk
toe, waarin een namelooze dang wae op
gesloten. Ik was echter over een en an
der wat ontstemd en ik voelde geen lust toe
te geven. 7
„Ga, Harrow, zeg den man, dat ik hem
niet terug wensch te zien en betaal hem zijn
loon uit".
De secretaris gehoorzaamde. Hij liep den
langen corridor, die de binnenplaats van
ons palazzo omgaf, door. Wij konden hem
met onze oogen volgen. Hij liep zeer on
zeker; wisten wij niet beter, wij zouden
hem voor beschonken hebben gehouden.
.Vóór de deur van Franklin wachtte hij een
oogenbiik. Toen trad hij binnen.
Direct daarop vernamen wij een gil, dien
wij nooit meer kunnen vergeten. JLk zelf
rende den corridor door, halverwege kwain
mij de kamerdienaar tegemoet ontnuch
terd', bleek, stotterend van ontzetting sta
melde hij:
„Ik ben onschuldig, heer, ik ben onschul
dig Zij heeft het. dier op hem losgelaten !'-
Wij vonden Harrow in afschuwelijke
krampen op den grond liggen. Men droeg
hem naar rijn kamer. De dokter kon nie'C
meer helpen: het vergif dat in John's ade
ren rondspookte, stamde af van een buiten
gewoon gevaarlijke slangensoort, die in Ita
lië onbekend was. Voordat bet 's nachts
twee uur had geslagen, was hij gestorven,
zonder tot bewustzijn gekomen te rijn.
Het was, zooals wij later ontdekten, do
voor avond van rijn verjaardag, waarin zijn
noodlot hem acherhaald had.
Do kamerdienaar bekende, dat hij de
rondzwervende sohoono, die .volgons hloar
zeggen, als slangenbezweerster haar brood
verdiende, in zijn kamer had gelokt. De
tpovernartes, die zicli Silla de SIrio noem
de, was niet te scheiden van haar getemde
Indische adder; overal sleepte rij dat gif
tige kruipdier met rich mee in een niandje.
Ook nu had zij, tot groote ergernis vari
haar bewonderaar, het slangenmandje mee
gebracht en in een hoek gezet. Toen Har
row binnentrad, schreeuwde zij luid op en
werd hij zoo wit als een lijk en kon geen
woord uitbrengen. Zij echter krijschte:
„Zoo, zóó dus daar heb ik je eindelijk!
Eindelijk kan ik je vlucht betaald zetten!""
Bliksemsnel lichtte zij het deksel van de
mand op greep naar de adder en wierp
zich ermee op den secretaris. Hij hief af
wend de hancl omhoog, het woedende beest
beet hem in den pols. Terwijl Franklin de
kamer uitstortte, was de bezweerster met
korf en ondier do diensttrap afgehold en
ontsnapt. Men heeft liaar nooit meer terug
gezien.
Ik voelde mij medeschuldig aan den dooci
van. mijn besten secretaris en vele verwijten
moest ik hooren van mijn vrouw. Ik voel
ook een diep bei-ouw. Maar dat is alles
Kismet, zooals onze Turksclie vrienden ple
gen te zeggen. Tegelijk als boete voor mijn
onvoorzichtigheid, als ter gedachtenis van
dit merkwaardige geval, liet ik door een
begaafden jongen kunstenaar de beeltenis
schilderen dier wondere Silla. Een photo-
grafie, die uit gelukkige dagen stamde,
vonden nog bij Harrow's paperassen, en do
beschrijvingen, die hij mij van haar gaf, in
spireerde. den schilder genoeg om dit mooie
schilderij te wrochtenHalloDaar hoor
ik mijn vrouwGelukkig dat ik juist mijn
verhaal ten einde heb
En tusschcn bet groen werd de lichte ge
stalte van Lady Evelyn zichtbaar.