dan gebruik om1 do mijnen to doen sprin gen °en honderden lichamen vlogen dan, totaal in stukken gereten, in de lucht. Veie Duitsche soldaten beschouwen dat als een onrecht, anderen lachen er om. Het walgt u we?, maar go moet alles doen wat er van u verlangd wordt, ook het pn- ir.enschelijkste. By een stormaanval kan men ook vaak onmenschelyke daden zien bedrijven. Eens het "was in den winter toen de loopgraven tot op een hoogte van 75 centimeter met water waren gevuld, zag ik bij gelegenheid van 'een stormaanval hoo zwaar gewonde Fransche soldaten languit in het moeras lagen, waar zij nog juist met den neus boven uitstaken. Duitsche soldaten en offi cieren .trappelden bij dozijnen over deze arme, hulpelooze menschen heen. Ik heb daar vaak aan moeten denken en "kon mij niet begrijpen, dat m,en zoo iets kan doen. Evenals met do menschen gaat het ook met bet bosck: iedero boom is stukgeschoten of ontveld. Men is blij als het maar weer avond wordt, en de aflossing komt; dan geraakt men weer, uit de hel en alweer is er, een dag in het Argonnerwoud voorbij, eii men kan zich niet begrijpen, dat men ex nogmaals 't leven heeft afgebracht. Een Gestoorde Mis. De Parijsche correspondent van ,,De Tijd" vertaalt uit een brief van den pa-s toor der Sint Vineentiuskerk te Clichy, die aan het front staat, gericht aan iemand uit zijn parochie, het volgende Zooals ge weet, ben ik voor drie weken met drie kameraden van de ambulance verderop gezonden, om de „éclopés" te verplegen. We zijn gehuisvest in de door zusters bestuurde, thans opgeheven meis jesschool. De zusters hebben mij een klein kamertje aangeboden, vanwaar ik des avonds getuige ben van artilleriege vechtenEiken morgen vroeg, wanneer ge zeker nog slaapt, draag ik de H. Mis op in een kleine kapel, die zich in het ge bouw bevindt. Vanmorgen had ik juist in de kapel de H. Mis opgedragen, toen een vreeselijke ontploffing zich deed hooren, die het ge- beele huis deed schudden. Men spreekt van gewonden in de naburige kerk, en van een gewonden priester, aan het altaar. De kerk ligt juist tegenover onze school, we behoeven slechts de straat over te steken. Met twee verplegers haast ik me er heen. Het middenschip is vol menschen, die in- en uitgaan én tegen elkaar dringen in de duisternis, want de zon is nog niet op gegaan en de kerk is alleen verlicht door twee petroleumlampen en de kaarsen van de drie altaren. Ik breek me baan door de menigte tot bij het altaar. Een overgetelijk schouwspel treft daar mijn cogen. Het zal eeuwig in mijn geheu gen blijven, nooit zal ik het vergeten. Onder aan de trappen van het altaar ligt, op den rug uitgestrekt, een priester, gekleed met de teekenen zijner waardig heid. In de rechterhand houdt hij een zakdoek en met krampachtig gebaar veegt hij zich het gelaat af. Alles is vol bloed zijn handen, zijn zakdoek, zijn kazuifel en onder zijn hoofd vloeit nog een zee van bloed. Om hem heen bevinden zich de pastoor en eenige priesters-verplegers. Allen schijnen geheel ter neer geslagen. Men was een brancard gaan halen, en vervoer de hem. Ik verneem, dat hij juist de H. Mis op droeg, toen de losbarstingen begonnen. Bij de vierde was hij aan de consecratie van den wijn. Toen werd hij getroffen. Door wat? Men weet het nog niet; Blechts de gekleurde ruiten boven het altaar zijn stuk. Terwijl den gewonde een verband werd aangelegd, beklom reeds een ander pries ter het altaar, om de afgebroken H. Mis voort te zetten. Indien we niet in oorlogs tijd leefden, zou de kerk onmiddellijk ge sloten zijn geworden en opnieuw gecon- careerd, alvorens er een nieuw H. Mis offer zou mogen worden opgedragen. KORTE BERICHTEN. liet gemeentebestuur van Sohönberg heeft besloten, ten eindo de-in die stad wonende kunstenaar,-T te steunen, een groot aantal doeken aan te koopen. Daar echter eenige schilders door den aard van hun werk niet in staat zouden zijn, doeken tegen geriugen prijs aan te bieden, heeft het gemeenteb©- stuur den maximumprijs voor schilderijen op 500 mark vastgesteld. Bepaald geen voor deel voor do kunstenaars. Het socialistische tijdschrift „Die Inter nationale7- te Dusseldorp is door d© mili taire overheid onder preventieve censuur ge-stql'd, omdat het 't politieke bestand! heeft geschonden en het sluiten van vrede heeft aanbevolen, voor den vijand is over wonnen. Verder heeft Eet beschouwingen gegeven, die het vertrouwen bij het volk zou den kunnen schokken, door ongunstige ver moedens over de politieke en economische toestanden in Duitschland na den oorlog voor te stellen als wetenschappelijke feiten." Men voelt zich in Zweden ten zeerste be zwaard met de nieuwe Duitsche contra-ban- delijst, aangezien mijnhout daar nu als vol strekte contrabande op voorkomt, alsook fos- forzwak ijzererts en ruw ijzer. Het grootste doel van den Zweedschen uitvoer wordt daardoor getroffen. De corlogsverzekering weigert, nog langer ladingen mijnhout te verzekeren; met het aangeduide erts en ruwe ijzer wil zij het nog doen, om te zien hoe de Duitschers dienaangaande in de praktijk handelen. Volgens een bericht uit Peking aan do Times" is er reden om aan te nemen, dat kapitein Pappenheim, de Duitsche militaire attaché aldaar, in Mongolië is vermoord. Volgens de mare had kapitein Pappenheim zich met eenige Duitschers en Chineezen op weg begeven, met het doel, tunnels van den Siberischen spoorweg op to blazen. Hij had de Chineesche regeering verklaard, dat zijn onderneming een pleizierreisje was., Eenige dagen geleden hebben, naar de Temps'' meldt, vier Engelsche aviateur*; bommen geworpen op de Duitsche munitie depóts te Saint-Quentin. Negentien Duit schers zouden hierbij gedood zijn. Den vol genden dag hebben de vliegers bommen op het station van genoemde plaats geworpen on daar groote Schade aangericht. Toen de Engelsche tweede-luitenant Nor man Read vergezeld van sergeant Cudde te Port Grange, met een monoplane een t-ooht ondernam, sloeg het vliegtoestel plotseling om en stortte het op den grond neer. De machine werd geheel verbrijzeld en Cudde gedood. Luitenant Read liep geen levens gevaarlijke verwondingen op. De Paus stelde 40,000 franc ter beschik king tot hulpverleenling van de vluchtelin gen uit de "overweldigde departementen. In een desbetreffend schrijven zegt de pauselijke staatssecretaris o.a.De zorg van den vader der geloovigen gaat bij voorkeur uit naar diegenen zijner zonen, die hem het levendigst hun eerbied ton nen, waaronder de kinderen van Frank rijk, de oudste dochter der kerk, in de eerste plaats vermeld moeten worden. Vooral jegens de deelen der bevolking, die het zwaarst beproefd zijn gevoelt de paus bijzonder medelijden en hij bidt om een spoedig einde van den oorlog. In Engeland hebben zich in het geheel 60.000 vrouwen opgegeven om oorlogswerk -qog[ "sp -qoojf? jaoqof? ooz nu oqjooqoq ©p qv;p 'qistijouoo op qoj. uoppop uouun^ noz uoii[ossmi uooSqoTj 'aopu-oaos spioai. uoj\no.ia ©zop uba 009 -tooa scoops Soa j© sp joq. -ijoo lOAsnp qojQ 'ufrz qcroaj q©i{ im? oip uou -umu op uua supsuuaioa joq 'uoq-qouioa oqi ter men verVaciit, dïat als nu maar eerst bekend is hoeveel vrouwen rich voor den oorlogsarbeid beschikbaar stellen, dan ook wel door den arbeidsbeurzen de aanvragen zullen binnenkomen. Ingevolge de wettelijke bepalingen van 1 Mei 1915 moeten alle Belgen' van 18 tot 25 jaar, zonder eenige uitzondering, die zieti thens in Frankrijk bevinden en nog niet onder de wapens zijn, zioh vóór half Mei doen inschrijven voor de lichting 1915 op het stadhuis van hun tegenwoordige woonplaats. Wie zich op dien datum met gemeld heeft zal worden beschouwd als dienstweigeraar en als zoodanig vervolgd. In den Hongaarschen Rijksdag heeft de afgevaardigde Rakovsky namens de oppo sitie voorgesteld, dat aan alle burgers, die den leeftijd van 20 jaren hebben bereikt on dienst hebben gedaan in het leger, het kies recht zal worden verleend. De minister-pre sident, graaf Tisza, verklaarde, dat heel Hongarije eensgezind is in erkentelijkheid aan het leger. Het ware echter onbillijk om' aan den militairen dienst het kiesrecht te verbinden, daar er, immers onder hen, die voor den dienst zijn afgekeurd, ook tal van mannen vol moed en toewijding zijn. Bo vendien, voegde Tisza er aan toe, zou aan neming van het voorstel nood zakelij k er w ij ze tot algemeen kiesrecht leiden, en dit ware voor Hongarije een ongeluk. Het voorstel is met meerderheid van stem men verworpen. Aan het grenskantoor Grunewa-ld bij Kleef, werden twee Duitsche soldaten van de daar geposteerde grenswacht aangehou den, toen zij een partijtje koffie trachtten te smokkelen, dat zij op Hollandsch gebied in een winkel nabij het kantoor Hekkens hadden gekocht. De Roemeensche minister van financiën heeft bepaald, dat voortaan geen vergunning meer verleend mag worden voor den uitvoer van runderen en varkens. .Voorts is een uitvoerverbod, uitgevaardigd voor de vol gende artikelen: delfstoffen, oud yzer en alle andere metalen, katoen, hennep, werk, blik, inmaakblikken. was, stearine, paraffine, glycerine, noten, eiken en esschenhout, gra niet, kwik, ammoniak, soda, kopersulfaat, looistoffen, touw, lijnen, olie en papier. Uit Sofia wordt aan de „Times" geseind, dat de geruchtsgewrjze verkoop van den ge- heelen benzine-voorraad in Roemenië door 'n maatschappij met Fransch kapitaal bevestigd wordt. De maatschappij heeft de groote reservoirs overgenomen, welke de regee ring voor, de pijpleiding naar, Konstantsa had laten bouwen. Sedert het begin van den oorlog is de uitvoer van benzine verboden. Een nieuw bewijs, dat in het Duitsche le ger ook de oudere mannen niet ontbreken is een advertentie in het „Hamburger Frctm- denblatt" van 26 April, waarin medegedeeld wordt dat de 68-jarige Kriegsfreiwillige Jo hannes Schützer, onderofficier van het 163e regiment infanterie plotseling in dienst des vaderlands overleden is. De Duitsche professor Abraham, wiens col leges do studenten der polytechnische liooge- school te Milaan niet meer wilden bijwonen, heeft t raadzaam geacht een rustiger woon plaats op te zoeken en is daarom naar Lu gano verhuisd, tot groote vreugde der sta kende studenten, die thans „den arbeid weder hervat hebben." Uit Boekarest wordt aan de Fransche bla den gemold, dat de Roemeensche studenten een betooging hebben gehouden voor de bu reaux der dagbladen, die de Duitsche be langen behartigen. In de redactie-zalen werd een gToofce verwoesting aangericht, terwijl de kiosken, waar do Duitschgerinde bladen verkocht worden, in brand werden gestoken. Een ongenoemde Belg, die voor den oor log bijna twee jaar heeft doorgebracht met 't catalogiseeren van do bibliotheek van de Trappisten to Bouillon, i|n België vlak op de Fransche grens, schrijft in de Times", dat hij van een ooggetuige heeft gehoord, dat de Duitschers, die d'en 24en Augustus Bouil lon bezetten, de kostbaarste boeken geroofd en naar DuitsGhland gezonden hebben. De monniken, die na de wet op de gods dienstige vereenigingen Frankrijk hadden verlaten, hadden zich voorloopig te Bouil lon in een hoeve gevestigd en daar de boe kerij ondergebracht. To Fort Henry, bij Kingston in Canada, hebben een aantal DujiiJsch© gevangenen' een aanval gedaan op hun bewakers, die verplicht waren zich met de bajonet te ver dedigen. De „Standaard" van Kingston, herinnerende aan het doodvonnis tegen Wil liam Lonsdale, den Engelechen krijgsgevan gene in Duitschland die tegen rijn bewakere in verzet kwam, dringt nu op even zware bestraffing aan van de muiters in Fort Hen ry. Het blad wijst er op, dat de Ameri- kaansche consul, die tevens de Duitsche be langen thans behartigt, verklaarde dat de gevangenen in Fort Henry goed worden be handeld en geen reden tot klachten hadden. Voor het binnenlandlsche verkeer worden in Oostenrijk nieuwe oorlogspostzegels in omloop gebracht, die 1, 2 en 3 heller duur der zullen rijn dan de aangegeven waai-den, welk bedrag zal aangewend worden tot het ondersteunen van weduwen en weezen van gevallen soldaten. Do postzegel van 3 heller vertoont een soldaat in een loopgraaf, die van 5 heller een oavaleriepatrouille, die van 10 heller do bekende mortier, van 30.5, die van 20 hel ler de dreadnought „Viribus Unitus" en die van 35 heller een vliegtuig. De ontwerpen zijn van professor Kolo Moser en de stem pels van den graveur Schirnböck. i it Br is in Engeland een proclamatie afge- Eondigd, waarbij de invoer van Belgische bankbiljetten in Engeland is verboden. £>e 'Londensche berichtgever van de „Temps" meldt, dat zich den laatsten tijd wekelijks 25 h 30.000 man op de recru- teeringslijsten hebben laten inschrijven. In het geheel zijn tot nu toe, met inbegrip van de koloniale troepen en de Canadeeschel en Australische contingenten 2.600.000 man onder de wapenen, ongerekend de man schappen, die in Canada, Australië en Zuid- Afrika worden geoefend. Uit Mol! en Er el verneem ik, dat ver schillende boeren zware boeten hebben moe ten betalen, daar hun zonen niet terugge keerd zijn op den vastgestelden datum. De meeste boeren konden niet betalen. Nu zijn daar koeien en ander vee opgeëisebt, nadat de som met 20 pCt. was verhoogd. Het Belgische Informatie-Bureau is ge machtigd het bericht van het Wolff-agent- schap, meldend dat de colleges aan de Vrije Hoogeschool van Brussel zouden hervat zijn, tegen te spreken. De Brusselsehe Universi teit is en blijft gesloten. Door dan comïn.-generaal te Munster wordt bekend gemaakt, dat de in het land bouwbedrijf werkzame arbeiiers, opzichters, inspecteurs en hoevenbezitters, zoowel die tot den gewapenden, als die tot den onge- wapenden landstorm behooren, er opmoe ten Irekenen na 15 Mei, naar gelang van het jaar hunner lichting, tot den dienst te worden opgeroepen. In Pruisen is allerwege aan het publiek verzocht, geen 'Apollinaris- en Juliusbronwa- t-er, welke 'de Engelsche „Appollinaris Co. Ltd." te Neuenahr en Remagen levert, te drinken, aangezien men anders een Engel sche onderneming steunt. De 65-jarige generaal Hugo von Seyde- witz, die de oorlogen van 1866 en 1870 medemaakte, ridder van Eet ijveren kruis le en 2e klasse, is gesneuveld. Hoewel in Duitschland een strenge eten suur wordt uitgeoefend, zoekt men in Duit sche bladen tevergeefs naar witte plekken, zooals mén die b'.v. in Fransche en Oosten- rijksche bladen zoo veelvuldig aantreft. Hoe dit kómt, blijkt uit een mededeeling, die ,de „Vorwiirts" geeft: De politie te Dusseldorf heeft de 'uitgifte van het Zondagsnummier, der „Dusseldorfer Volk'szeitung" verboden, omdat eenige 'door' de censuur geschrapte stukken wit wiaren gelaten, inplaats van door andere kopy te zijn vervangen. Witte plek ken worden in Duitsche kranten dus blik baar' niet 'geduld. - BUITENLANDSCHE BERICHTEN. Voor het Beroepshof te Londen ia een rechtzaak behandeld, die nog eens weer Al banië en kolonel Thomson in de herinnering roept. De heer Arthur Moor© n.h, die bui tengewoon correspondent Was van de „Ti mes" in Albanië, had een klacht wegens smaad ingediend tegen dr. Dillon van de „Daily Telegraph", die echter door den rechter niet-ontvankelijk werd verklaard. Het öourt of Appeal echter besliste nu, dat de klacht vervolgd diende te worden. De zaak is dezeDe heer Moore seinde op 15 Juni 1914 uit Durazzo aan de „Times het sneuvelen van kolonel Thomson. Hij en oen Albanees, voegde hij hierbij, kwamen den gevallene te hulp en majoor Roelfsema én de correspondent van de „Times" droegen daarop den gewonde weg. Op denzelfden dag echter zond Dillon uit Durazzo een telegram, waarin hij beweerde dat bij het sneuvelen van Thomson alleen tw Russische journalisten en een Fransch. journalist aanwezig waren en dat deze met een Nedterlandsch officier, die zi-ch bij hen voegde, den gevallen kolonel vervoerdien. De heer Moore zag in dit telegram e?n toeleg om de door hem aan de „Times" ge geven voorstelling als onwaar te brandmer ken en om zijn journalistieke eer te redden diende hij een klacht, tegen Dillon in, die das nu, na do beslissing van het Court o£ Appeal, in behandeling zal komen. Te Madrid is een uit de 18de eeuw, dateerend groot' gerechtsgebouw afge brand. Een der rechters, Aranda, kwam! ,om; het leven by een poging om het archief van zijn kamer te redden: hij stikte in den rook. Ook tal van brandAveerheden zrin ge kwetst. Door gebrekkige bluschmiddelsn gmg liet geheele gebouw in vlammen op. Het was een reusachtig bouwwerk, in de Calle de Dona Barbara, doch van betrekkelijk weinig kunstwaarde. Een officieel Russisch bericht deelt thans omtrent de ontploffing in de kruit fabriek te Ochta op 25 April nadere bij zonderheden mee. Op^het oogenbiik der ont ploffing waren er 278 arbeiders werkzaam. Daarvan werden er 26 gedood of zoodanjg gew.ond, dat zij aan hun kwetsuren bezwe ken; 59 arbeiders werden in het hospitaal opgenomen, 43 zijn vermist. In ds hulzen- makery Verden 4 arbeiders gedood, 3 ver wond. .Van do IS soldaten, die de fabriek bewaakten, verden er 11 gedood, 4 ge wond. Van het stoomschip „Niggem", dat in 't begin van December met een lading katoen van Alexandrië naar Engeland ver trok, was sedert niets meer vernomen. Thans seint kapitein Macintyre, de gezagvoerder, uit Solium (golf van Tripolis), dat het schip op 27 December is vergaan. Behalve de kapitein, zijn zeven personen van de be manning gered. In mèjuïfr.o.uw Agnete LaubHa as Ai heeft Denemarken zijn eerste architecte. Zij is den lsten Mei met haar einddiploma ais bouwmeesteres van de kunstacademie to Kopenhagen gekomen. Zy gaat trouwen met een architect. Op de academie zijn nu nog een zeven of acht dames, die in do bouwkunst sfcudeeren. Naar uit Hamburg aau de Berlijnsche bladen wordt gemeld, begon aldaar voor de, Tweede Strafkamer van het kantongerecht. Altona, het proces tegen den burgemeester, van Uetersen, Muus geheeten. Do 51-jarige beklaagde, die al jaren bur gemeester van Uetersen is, staat terecht wegens nét verduisteren van 1824 mark, toe- bekoorende aan de „Vaterlandïsche Frauen- vereib", 5542 mark van de stedelyke „Frau- enverein Uetersen", en nog 14 h 15,000 m!ark van een vereeniging tot verpleging van de jeuga te Uetersen. De man wordt voorts beschuldigd zich, als ambtenaar, verscheidene erfenissen, die hy in zyn ambtelijke hoedanigheid onder zijn berusting had, onrechtmatig te hebben toegeëigend. De recherche te Neu-Köln, bij Berlijn, is er in geslaagd een brutaler, oplichter in den kraag to vatten, die zyn in dezen tijd stellig zwaar aangerekend misdrijf duur zal móeten betalen. De gearresteerde, zekere Gotthelf Grams, gaf zich uit voor „invalide", en wandelde, gehuld in do uniform1 van Saksischen veld artillerist en versierd met liet IJzeren Kruis en de dapperheidsniedaille, door Ber- lyn rond. Onder de voorspiegeling, dat zijn advocaat zijn baar vermogen ad 32,000 mark in oorlogsleenmgsaandeeien had vastgelegd, wist hij vooral van dames, grootere en kleine bedragen af te troggelen. Do oplichter had bij een weduwe een on derdak gevonden, en zich niet „gemeldet". Silla hoe had hij haar niet eerder her kend I Silla was de meesteres Schielijk wilde hij zich verwijderen, heen gaan voor altijd, maar Silla hield hem vast. „Wees niet bang voor Boroboedoer, Johnny'' zrido zij mot haar ietwat heesche, exotische, vleiende, weeke stem. „Ja, ja, Boroboedoer, jij krijgt een nieu wen baas, wees maar zoet, mijn scliatje!" Harrow was reeds zoodanig in haar macht, dat. hij zich schikte, hoewel hij wist dat dit walgelijke, Indische kruipdier zijn noodlot was, dat hem op dien oen of anderen dag om het leven zou brengen. Harrow's huwelijk was, zooals u zioh den ken kunt, verre van gelukkig. Silla dacht er oiet aan, haar loven eenigszins te verande ren, hoewel zij haar beroep opgaf; haar verkwistingen waren grenzenloos, de in komsten van haar man raakten geheel uit- geput. Daarbij kwam dan nog de onver- dragelijke nabijheid van het monster 1 Har row walgde van alles en besloot hot te- genstandige monster onschadelijk te maken. Op een avond, toen zijn vrouw wederom langer uitbleef dan afgesproken was, ont vlamde in liem een woeste toorn. Hij voel- do daardoor cok plotseling de macht het reptiel te dooden. Hij greep naar het glazen terrarium en ijlde ermee naar de deur om höfc naar buiten te dragen, naar het bosch, "^■aar hij den heelen vuilen boel wilde ver- éietigen. Opeens liep hij tegen zijn vrouw nan, die hem toeschreeuwde: j>Wat wil je doen met Boroboedoer?"- »,Jou en mezelf wil ik van dat monster bevrijden 1" siste hij. Maar een duivel-sche opwelling deed haar glas hem uit 'de handen el aan, zij greep de adder en dreigde hem ermee, precies als in dien na-cht van zijn droombeeld. In do odelij ken angsf ontkwam hij haar dreigen en meed van toen af aan zijn huis, zijn stad. Zijn haar was e-chter wit geworden na dien vreeselijken avond. Met het laatste beetje overgebleven geld. dwaalde hij van land tot land rond. Wakend en slapend, steeds vervolgde hem het monster, Boroboe doer. Hij bezat nog enkele geldstukken en wilde zoo gauw mogelijk een betrekking trachten to .vinden. In overleg met mijn vrouw, namen wij Har row aan als onzen secretaris. Wij hadden plan den winter in Rome door te brengen. Jolin betoonde rich een opge wekte, handige, prettige hulp. Alleen voelde hij een angst voor on-s mogelijk teruggaan naar Engeland. Jammer was het, dat hij niet al te best op kon schieten met mijn kamerdienaar, die de gunstige positie van den secretaris met afgunst gadesloeg. Die kamerdienaar was eigenlijk een losbol, maar hij was buitenge woon bruikbaar en, daar hij opvallend knap was, zeer decoratief tevens. Daarom zag ik maar wat door de vingers, hoewel mijn vrouw hem niet uit kon staan. Overal, waar heen wij reisden, knoopte hij liefdesban den aan. Wij woonden nauwelijks in Rome, of ik hoorde van een relatie van hem met een rondtrekkende gooehelaarster. In die clagen werd John's gemoed opnieuw weer heel somber. Zijn angsten keerden te rug. Eens toen ik hem een brief dicteerde, viel hem do pen uit de handen staarde hij met wasbleek gezicht naar buiten. Ik volgde zijn blik en ontdekte een arme vrouw, die zich in het zonnetje scheen te koesteren. Zijn afkeer voor Franklin nam bijna zieke lijke afmetingen aan. Hoewel zeer terug houdend, stond hij zichzelf eens die opmer king toe, om mij attent te maken op een parfum, dat om Franklin was, wat hij, Har row niet verdragen kon, daar het hem her innerde aan den gruwelijksten tijd in rijn leven. Mijn vrouw wra-s steeds zeer voorkomend mee hem en haar bekende hij eens, dlat hij overtuigd was, dat zijn einde nabij was d!at hij zijn kómen eten verjaardag niet meer zou beleven. Op zekeren dag kwam ik met mijn vrouw, vroeger van een uitstapje terug dan ons plan was. Ik belde om Franklin, hij ver scheen niet. In zijn plaats kwam 'de secreta ris. Een bediende volgde onmiddellijk en meldde dat Franklin op zijn Lanter was, waar hij damesbezoek had en schijnbaar dronken wa-s. „Maar dat is toch al te kras", riep mijn vrouw uit. „Ik verlang van je, Ormond, dat je dien man wegzendt." Ik weet niet, welke listige demon mij in blies den secretaris uit te kiezen voor het overbrengen van mijn besluit. Misschien; dacht ik den flinken vent een kleine over winning to bezorgen. De secretaris echter aarzelde. Mijn vrouw ried aan een anderen bediende de boodschap te laten doen. John wierp haar een verwonderlijken bljk toe, waarin een namelooze dang wae op gesloten. Ik was echter over een en an der wat ontstemd en ik voelde geen lust toe te geven. 7 „Ga, Harrow, zeg den man, dat ik hem niet terug wensch te zien en betaal hem zijn loon uit". De secretaris gehoorzaamde. Hij liep den langen corridor, die de binnenplaats van ons palazzo omgaf, door. Wij konden hem met onze oogen volgen. Hij liep zeer on zeker; wisten wij niet beter, wij zouden hem voor beschonken hebben gehouden. .Vóór de deur van Franklin wachtte hij een oogenbiik. Toen trad hij binnen. Direct daarop vernamen wij een gil, dien wij nooit meer kunnen vergeten. JLk zelf rende den corridor door, halverwege kwain mij de kamerdienaar tegemoet ontnuch terd', bleek, stotterend van ontzetting sta melde hij: „Ik ben onschuldig, heer, ik ben onschul dig Zij heeft het. dier op hem losgelaten !'- Wij vonden Harrow in afschuwelijke krampen op den grond liggen. Men droeg hem naar rijn kamer. De dokter kon nie'C meer helpen: het vergif dat in John's ade ren rondspookte, stamde af van een buiten gewoon gevaarlijke slangensoort, die in Ita lië onbekend was. Voordat bet 's nachts twee uur had geslagen, was hij gestorven, zonder tot bewustzijn gekomen te rijn. Het was, zooals wij later ontdekten, do voor avond van rijn verjaardag, waarin zijn noodlot hem acherhaald had. Do kamerdienaar bekende, dat hij de rondzwervende sohoono, die .volgons hloar zeggen, als slangenbezweerster haar brood verdiende, in zijn kamer had gelokt. De tpovernartes, die zicli Silla de SIrio noem de, was niet te scheiden van haar getemde Indische adder; overal sleepte rij dat gif tige kruipdier met rich mee in een niandje. Ook nu had zij, tot groote ergernis vari haar bewonderaar, het slangenmandje mee gebracht en in een hoek gezet. Toen Har row binnentrad, schreeuwde zij luid op en werd hij zoo wit als een lijk en kon geen woord uitbrengen. Zij echter krijschte: „Zoo, zóó dus daar heb ik je eindelijk! Eindelijk kan ik je vlucht betaald zetten!"" Bliksemsnel lichtte zij het deksel van de mand op greep naar de adder en wierp zich ermee op den secretaris. Hij hief af wend de hancl omhoog, het woedende beest beet hem in den pols. Terwijl Franklin de kamer uitstortte, was de bezweerster met korf en ondier do diensttrap afgehold en ontsnapt. Men heeft liaar nooit meer terug gezien. Ik voelde mij medeschuldig aan den dooci van. mijn besten secretaris en vele verwijten moest ik hooren van mijn vrouw. Ik voel ook een diep bei-ouw. Maar dat is alles Kismet, zooals onze Turksclie vrienden ple gen te zeggen. Tegelijk als boete voor mijn onvoorzichtigheid, als ter gedachtenis van dit merkwaardige geval, liet ik door een begaafden jongen kunstenaar de beeltenis schilderen dier wondere Silla. Een photo- grafie, die uit gelukkige dagen stamde, vonden nog bij Harrow's paperassen, en do beschrijvingen, die hij mij van haar gaf, in spireerde. den schilder genoeg om dit mooie schilderij te wrochtenHalloDaar hoor ik mijn vrouwGelukkig dat ik juist mijn verhaal ten einde heb En tusschcn bet groen werd de lichte ge stalte van Lady Evelyn zichtbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 15