De vrouw met de adder.
rijk en Engeland verbonden ia en het lot
van deze twee landen deelt.
Tal van kunstenaars, schrijvers, geleer
den en politici in Catalonië hebben een ma
nifest gezonden aan generaal Joffre omdat
zenaar in hun manifest gezegd wordt, huil
overtuiging uit willen 6preken en tegelijker
tijd van hun sympathieën getuigen. Onze
overtuiging is, zoo beet het verder, dat in
Iden huidigen oorlog het Opperste belang
der rechtvaardigheid en der mensëhelijkheid
de overwinning van de bondgenooten der
entente eisohen. Onze sympathie is voor.
frankrijk en Engeland, die sedert eeuwen
'de beschaving beheerscht hebben en voor
België en Servië, de kleine naties, die een
bnsterfelijk voorbeeld gegeven hebben.
Aan het slot van het manifest-, aan welks
aanhef wij bovenstaande zinnen ontleenen,
ijeggen de Spaunsche bewonderaars van
Joffre
Wij zijn met ons hart en ons denken aan
de zijde van Frankrijk en zijn bondgenooten.
Yoor hun overwinning koesteren wij de har
telijkste wensckem
Duitsche Consuls in Rusland.
De ,,Nordd. Allg. Ztg.;' bevat een bijvoeg-
eel, waarin zich een nota bevindt over de
behandeling van Duit-sche consuls in Rus
land en over de verwoesting van de Duit-
Bohe ambassade in Petrograd.
In die nota wordt gezegd
Tot dusver gold het als vanzelf sprekend,
dat de vertegenwoordigers van vreemde,
vijandelijke mogendheden met de hen toe
komende achting werden behandeld. Rus
land echter heeft de Duitsche consuls en
consulaire ambtenaren maandenlang op
de onwaardigste wijze gevangen gehou
den, op de meest geraffineerde wijze ge
kweld, en velen zelfs in hun gezondheid be
nadeeld. Met enkele uitzonderingen de
nota noemt de ambtenaren der consulaten
te Petrograd, Moskou, Wladiwoötock en
Warschau, werden de consuls en consu
laire ambtenaren gearresteerd, de kansela
rijen en particuliere woningen doorzocht-,
de acten in beslag genomen. De ambtena
ren werden als gemeene misdadigers be
handeld allen in hun bezit zijnde zaken,
geld, enz. werd hun ontnomen, zij werden
voor het misdiadigersa-lbum gefotografeerd,
gemeten, hun vingerafdrukken werden ge
nomen en bij elke gelegenheid op verne
derende wijze behandeld en onderzocht.
Vaat werden zij met het laagste ge-peu-
pel tezamen gevangen gezet, in gevange
nissen, die van ongedierte wemelden.
Thans na 8 maanden zijn de consul baron
.Von Lerchenfeld uit Kowno en de viec-con-
sul Anders uit Tiflis nog steeds in de ge
vangenis baron Lerohenfeld in de Peter
en Paulesvesting te Petrograd, waar zij als
misdadigers worden behandeld, gevange-
mskleeding moeten dragen en op een kor
ten brits slapen, consul Anders in hc-t
tuchthuis te Tilfis.
Een to Warschau achter gebleven schrij
ver, Fibiet is naar een kozakken dorp in liet
gouvernement Orenburg verbannen.
Alle pogingen om deze personen in te
ruilen zijn vergeefs geweest. Andere amb
tenaren zijn na zes tot zeven maanden in
Russische gevangenissen te zijn opgesloten
uitgewisseld tegen Russen. Uitgewisseld
werden vijf consuls, zes vice-consuls, 13
consulaire ambtenaren en twee gezant-
6chapsambtenaren. Ondanks de mede dee
ling aan den Amerikaanschen gezant, dat
aan de consuls alle mogelijke faciliteiten
zouden worclen gegeven, geschiedde er
niets. De behandeling bleef dezelfde als
van de ergste misdadigers tegen het ge
meene recht.
Zuigelingensterfte door den Oorlog.
Do „Vorwarts"- vestigt de aandacht op
ieen statistiek der verceniging voor zuigelin-
genverzorging in het distriet Dusseldorp,
waaruit blijkt, dat de zuigelingensterfte in
het oorlogsjaar is toegenomen van 12.1 tot
13.7 procent. Er zijn 1500 kinderen meer
gestorven dan in het voorafgaande jaar.
Als verklaring voor deze ongunstige statia-
jtiek wordt opgegeven: „de algemeene on
rust van de eerste oorlogsmaanden''. De
„Vorwarts" meent echter, dat men vooral
naar sociale oorzaken zal hebben te zoeken,
als toenemend voedselgebrek, sterk ver
meerderde vrouwenarbeid, enz. He-t blad
vreest-, dat de. zuigelingensterfte dit jaar DOg
zal toenemen.
Uit het Engelscü.
Ik was op Oldham Castle in Kent ge
logeerd. Lord Crewe toonde mij rijn schil
derijen. Een 'darnesportret maakte op mij 'n
buitengewonen indruk, het boeide: en bo
gr/gstigdo mij, het was vol geheimzinnigheid.
De schilderij toonde een bleeke, blonde
vrouw; haar trekken waren niet die van
een Europeesche. Opvallend waren haar,
.oogen. Haar gelaatstint was grijs-bleek, haar.
Diïic doorborend, wreed en toch vol charme.
Zij droeg een avondjapon van zeegroene
kleur. Om haar hals lag een collier, van
smaragden. Het vreemde aan het portret
was niet zoozeer de wonderlijke tegenstel
ling van de exotische gelaatsuitdrukking
met het blonde haar der oud-Duitsche ma
donna's, doch het griezelige, vreemde dier,
dat de dame in haar rechterhand omvangen
hield, zooals anderen een bouquet houden.
Het was een walgelijk kruipend dier, dat
veel van een slang had, alleen zaten er
Cnder zijn dikke nek twee kleine plomp©
klauwen, cue direct uit het lijf naar buiten
schenen te groeien.
1 „En dat dat portret, Lord Crewe, dat
Stejt toch niemand uit uw familie voor?"
Lord Crewe lachte.
„0, neen, §ir Ethels tan, wel is waar be
zitten wij een portret van een voorouder,
een dame met een edelmarter, en een oud
tante i^et haar zwarte lievelings-konijntje,
doch Voor een adder uit Javadaar
Ijeeft tot dusver nog niemand van ons ge
slacht uitgesproken sympathie voor gevoeld."
„£oo, zoo, 't ia dus een adder uit Java?
Ik' had het dier versleten voor een soort
Over het Eerewoord.
De „Köln. Zt-g." geeft ecuigc beschou
wingen over het eerewoord van Duitsoho ge
vangenen-officieren. Er is thans een bepa
ling getroffen, dat zulke officieren hun ©ere
woord niet meer mogen geven, dat zij niet
zullen ontvluchten. Eigenlijk heeft het in
geworteld gebruik van het afgeven van het
eerewoord een lange geschiedenis. Er werd
aanvankelijk daarmee onderscheid gemaakt
voor gewonde en niet gewonde gevangenen,
omdat men de mogelijkheid in acht nam,
dat eerstgenoemden later wellicht weer vrij
gelaten konden worden. Bij die gewonden
werd dan nog weer onderscheid gemaakt
tussohen de later eventueel tot den dienst
geschikten en on geschikt-en.
Hiervoor bevatte art. 6 van de Overeen
komst van Genève van 1864 nadere bijzon-
derbeden.
In 1868 werd daaraan toegevoegd een ver
plicht onderscheid betreffende de behande
ling van de niet-gewonden, die in krijgsge
vangenschap bleven en de gewonden, die, ge
nezen, naar huis werden gezonden. Gedu
rende den oorlog van 1870'71 bleek 't ech
ter, dat aan die bepalingen niet de hand te
houden was. Men zag de onmogelijkheid in
on do hersteldo soldaten terug te zenden
met de verplichting daarna de wapens niet
meer te mogen gebruikeD. "Want wie bleef
daarvoor borg?
Bij de officieren scheen er een uitweg te
bestaan, doordat dezen hun eerewoord kon
den afgeven.Echter bleef ook bij hen het
onderscheid bestaan van gewonden, niet ge
wonden, herstelden en voor den dienst g*e-
schikten of ongeschikten.
Bij al die gevallen was het voor de offi
cieren steeds een lastige gewetens-quaestie
of zij hun eerewoord zouden geven, vcoral
wanneer de gevangen officieren kerngezond
waren of weder volkomen herstelden. Wan-
noer zulk een officier zijn eerewoord gaf
niet meer de wapens op te nemen, dan
kwam hij dürect in conflict met zijn eed
aan zijn vaandel gezworen.
Krijgsgevangen officieren te doen beloven
dat zij niet zullen ontvluchten, brengt die
officieren eveneens ten opzichte van hun eed
in een moeilijk parket en stelt hen voor do
keuze zich niet aan die belofte te houden of
hun eed te breken.
De officieren vrij te laten in het al of
ni afgeven van hun cerewoord gaat, vol
gens het Duitsche blad, ook niet, want cBan
zullen zij die weigerden het verder slechter
hebben in hun gevangenschap dan de ande
ren.
Men heeft, dit alles overwegende, lang
zamerhand andere opvattingen gekregen
over het afgeven van het eerewcord van.
krijgsgevangen officieren en het blad meent
dè nieuwe bepaling van den Duitscben mi
nister van oorlog, uit een moreel oogpunt
zeer te moeten toejuichen.
Een Amerikaaliscli Schip met Bommen
bestookt.
De kapitein van het Vrijdag van Phila
delphia t-e Rotterdam aangekomen Ame-
rikaansche stoomschip Gushing", thans
liggende aan de Pet-roleumkade, heeft ge
rapporteerd, dat Donderdagnamiddag op
zijn schip door een Duitsch luchtschip
drie bommen zijn geworpen. Dit geschied
de toen de Gushing" zich be\ond op
51 45noorderbreedte en 2° 3' ooster
lengte. Twee bommen misten geheel en
een viel er aan bakboordzijde, rakelings
langs de reeling in zee. Op het schip is
de naam cr van in lettors van zes voet
lengte geschilderd en het voerdo de Ame-
rikaansche vlag. Schade, is niet toege
bracht en persoonlijke, ongelukken kwa
men niet voor.
De lading van de Gushing" bestaat
uit ongeveer 3000 ton petroleum, bestemd
voor de „Pure Oil Cy. of Holland", t-e
Rotterdam.
Wanneer het Einde?
Wanneer de oorlog eindigen zal?
Wanneer het vrede zal zijn?
Ziehier een berekening, die althans het
voordeel heeft, historische bekrachtiging
te bezitten.
Wanneer men de oorlogsjaren 1830/31
bij elkaar telt, krijgt men 1830 1831=3661.
Scheidt men deze cijfers in tweeën en telt
men de cijfers der stukken bij elkaar,
schildpad, misschien vcor een soort van
waran."
ik voelde mij trotsch, dat-die waranTmjj
te binnen viel. Gedurende mijn dienstjaren
in den Soedan, had ik dit reptiel dikwijls
hoeren noemen, zonder echter ooit een
exemplaar onder mijn neus te hebben ge
had.
Crewe's natuurwetenschappelijke lieüieb-
berijen zijn in Engeland bekend. Hij ging
dan ook graag op dit onderwerp in.
„Die giftige adder van Java jkeeft een
merkwaardig voorbeeld to zien van het
atavistisch opduiken van overwonnen orga
nen. Hoewel zij een echte slang is, bezit
zij toch een paar rudimentaire voorpooten,
die bij enkele exemplaren, zooals brjv. bij
dit geschilderde beest, sterk ontwikkeld zijn.
Die kenteèkenen kan men echter ook vin
den bij een addersoort in Europa.
„Waarom werd deze giftige slang op het
schilderij gebracht!" onderbrak ik den def-
tigen dilettant.
„Ja, weet u, dat portret- ddar. heeft een
geschiedenis."
„Dat dacht ik wel; mag ik haar hoo-
ren?" 1 -
Ga met mij mee naar het terras, Sir
Ethelstan. Ik' zal u de geschiedenis vertel
len vóórdat mijn vrouw aan de lunch komt.
Zij kan n.l. het verhaal niet meer aanhoo-
ren."- i - j
„Lady Crewe heeft zeker de geschiede
nis maar al te dikwijls reeds moeten pan-
hocren?" vroeg ik' zacht-sareatisch,
„Integendeel, zij kan haar niet aanliooren,
omdat zij zelf eenig aandeel daarin geno
men heeft. En de herinnering- daaraan is
haar pnverdragelijk." - C- v.
dan krijgt men 36(3 6) en 61(6 1),
den datum van het jaar van vredesluiting,
n.l. den 9en van de 7o maand of 9 Juli.
De vrede werd dan ook gesloten 9 Juli
1831-
Voor den oorlog 1870/71 gaat ditzelfde
ook op: 1870 1671 3741. Dó beide
stukken van dit getal geven Zi of (3 7)
en 4Ï of (4 l), diis de vrede werd geslo
ten den lOen vafl de 6e maand1, Jus op
10 Mei 1871.
Volgens deze berekeningen zou do vre
de van den oorlog 1914/16 op fï Nov. 1915
moeten vallen. Immers 1914+1916=3825,
of 38(3 8) en 29 (2 9) lle van de
11e maand-,
Vergiftiging van Putten
in Duitsch Zuid-West-Afrika.
De Engeische minister van koloniën pu
bliceert een mededeeling omtrent de bezet
ting van Swakopmund door de troepen van
de Unie: „Er was ontdekt, dat zes putten
vergiftigd waren door een arsenicum-hour
dend waschmiddel voor vee. Er. werden
eenige malen zakken vol van dat gif in de
putten gevonden. Generaal Botha, richtte
daarop een schrjjven aan kolonel Franke,
commandant van de Duitsche troepen, waarin
hij er op wees, dat zulk een handelwijze
in strijd was met art. 23a van de Haagsche
Conventie en waarin hij hem tevens mede
deelde, dat hij, als men op dezelfde wijze
voortging, de betrokken officieren daarvoor
aansprakelijk zou stellen, zij het ook met
tegenzin, genoodzaakt zou zijn zulke re
presaille-maatregelen te nemen, als hem'
raadzaam1 voorkwamen.
Do Duitsche commandant antwoordde
daarop, 'dat zijn troepen order hadden ge
kregen om1 zoo mogelijk te voorkomen, dat
water, geschikt voor het gebruik van men-
schen en vee, in handen van den vijand
zou vallen.
Botha drukte in zijn antwoord zijn leed
wezen uit, dat het gebruik van gif blijk
baar door, de Duitsche militaire autoriteiten
gesteund werd en sprak nogmaals de hoop
uit, dat de Duitsche militaire autoriteiten
dergelijke pfaktrjken in het vervolg niet meer
zouden toepassen.
Drie weken later echter werd een schrij
ven van Jcapitein Krüger van de Duitsche
„Schutztruppen" aan een voorpost te
Pfort onderschept: Dit schrijven luidde ais
volgt; Do patrouille te Gabob heeft order,
ontvangen het water met groote omzichtig
heid te infectseren."
Sedert de ontruiming van Aus Waren-
had en andere plaatsen vergiftigden de
Duitschers geregeld op hun terugtocht alle
putten langs de spoorbaan,"
Wat er niet de „Gulflight" gebeurd is.
Dezer dagen kwa,ni uit Washington het
bericht, dat men in de Vereenigde Staten
zeer verontwaardigd was over het torpedee-
ren van het Amerikaansche stoomschip
„Gulflight". Het bericht was zeer kort, ook
andere mede de dingen daaromtrent en nooit
is er meegedeeld, wat precies gebeurd was.
Het schip was getorpedeerd en later,
werd geseind, dat het met ongedeerde lading
bii de Scilly-eilanden was aangekomen. De
„Daily News" meldt nu, dat het schip, na'
het torpedeeren verlaten, ronddrijvend werd
gevonden door vijf visschersvaartuigen van
Lowestoft in de buurt van Scilly. De vis-
scliersschepen namen het schip op sleep
touw en sleepten 'het in dichten mist naar de
kust, maar de onderneming bleek te' gevaar
lijk en men liet het schip maar weer aan zijn
les over. Van de bemanning zag men niets.
Het schip dreef later weer zeewaarts, maar
werd ten slctte'weer opgepikt en naar Scilly
gebracht. De bemanning werd opgepikt door
patrouillevaartuigen, de kapitein, en twee
anderen ontbraken.
De „Western Daily Mercury" van Ply
mouth weet wat meer te vertellen. Dit blad
meldt, dat de stoomboot „Lyonnese" drie
en dertig loden van de bemanning van de
„Gulflight" van Scilly t9 Pënzana bracht
en dat hier de tweede officier eenige me-
dedeelingen deed over de lotgevallen van
het schip.
De „Gulflight" is een tankschip van ruim1
5000 ton. Toen het schip Zaterdag op on
geveer 25 mijlen afstand van de Scilly-eilan
den zich bevond, ontdekte het op B1// mijl
vooruit aan bakboordzijde een onderzeeër.
„Ik had de wacht," vertelde de stuurman,
„Ik ben razend nieuwsgierig, Lord
Crewe." -
voor eenige jaren," begon mijn gast
heer, „maakten wij een reisje door do Do
lomieten. Zonder gids gingen wij er op ,uit,
mijn vrouw en ik, omdat ae eigenlijke groo
te toeren niet door ons werden ondernomen.
Op een warmen namiddag traden wij een
afgelegen keet binnen, waarin wij wilden
uitrusten. Klagelijk' gekerm klonk op uit
het opgehoopte stroo in een der hoeken.
„Iemand ligt daar ziel:," zei Lady Eve
lyn en Vól medelijden trpden wij nader.
Daar ontdekien wij een grijs hoofd, een
grijsaard ,dus! De stem jammerde:
„0, daar is zij weer, ga weg, vrouw,
ga weg met die slang!"
De oude scheen vervolgd door een han
gen .droom. Evelyn raakte hemi even aan.
Hij werd wakker; toen hij zijn brandend,
koortsig-gloeiend gezicht - ophief, zagen wjj
een pog jongen man vóór ons. Ik heb nog
vergeten bet allervreemdste t§ vertellen; de
vreemdeling pprak Engeisch!
Nal zijn ontwaken toonde hij' geenerlei
sporen van eenige ziekelijkheid. Hij stond
op, schoof zijn kleeren terecht, en ver
telde, .dat hij van plan was ,ecn voettoerl
te doen en bood beleefd aan, ons den weg
te wijzen naar het einddoel van onzen tocht."
John Harrow was een zeer net, beschei
den mensch. Hij voelde bij instinct den pf-
afstand tussehen ons en hem', kind u,it klein
burgerkringen, en toonde in al zijn manieren
den hoodigen tact, de noodige beleefdheid.
Dien zelfden avond kenden wij zjjn ge
schiedenis, die mij met twijfel, mijn vr/raw
echter met levendigb belangstelling voor,
lO'nzen landsman vervulde.
Harrow stamde uit nette burgerfamilie.
„en ik waarschuwde onmiddellijk den kapi
tein en den eersven officier, die eveneens de
duikboot waarnamen. De boot bleef een
minuut of drie aan de oppervlakte en dook
toen. Vijf en twintig minuten later werden
wjj, zonder eenige waarschuwing, aan
stuurboordzijde getroffen. Een hevige schok
volgde. Ik was op wacht aan bakboordzijde
en had dus geen gelegenheid de duikboot
te zien, jnaar zij verscheen ongetwijfeld
niet aan do oppervlakte eer ze de torpedo
had afgeschoten.
Te voren hadden we twos patrouiliebooten
ontm'oet, die ons ieder aan een kant bege
leidden. De patrouilleboot, dio zich aan
dezelfde zijdo bevond, waar wij werden ge
torpedeerd, ontving zulk een schok door dé
ontploffing, dat de bemanning meende dat
haar boot zelf was getorpedeerd. )Vij zet
ten onmiddellijk de booten uit en verlieten
het schip. Vrijwel dadelijk werden we aan
boord van een patrouillevaartuig genom,en,
maar de mist werd dichter en we zwalkten
rond den geheelen nacht en kwamen eerst
Zondagmorgen te haifelf ongeveer, te Scilly
aan wal. De kapitein stierf des nachts aan
boord van de patrouilleboot.
Uit een mededeeling van den tweeden
machinist blijkt nog, dat bij. het bemannen
van de reddingsbooten de marconist en een
Spaansch matroos (Over, boord vielen en ver
dronken. -
Roosevelt en Domburg.
De „Times" maakt melding van een ver
baal, dat in de pers te New-York de -ronde
doet. Dernburg, de Duitsche gezant, zou
aan den oud-president Rposevelt gevraagd
hebben, waaront Lij zoo vijandig tegenover
Duitschiand stond.
„Omdat ik vind, dat Duitschlands positie
verkeerd is," antwoordde Eooseveit.
„Maar," zei Dernburg, „u is toch een
vriend van den keizer."
„Ik heb grooten eerbied voor den keizer
en bewondering voor het Duitsche volk, maar
hen tegen hun wijzo van oorlogvoeren, dat
is alles," merkte Roosevelt op.
„Niettegenstaande het Duitsche volk u bij
uw bezoek meer "dan eenig ander burger,
van uw land eer heeft bewezen," bleef Dern
burg aanhouden. „De keizer noodigde u zelfs
aan tafel!"
„Hetgeen koning George ook gedaan
heeft," was het antwoord van Roosevelt
Hiermede eindigde het gesprek.
Generaal Von Auffenberg in staat van
Beschuldiging.
Naar officieel wordt medegedeeld, is
tegen den generaal der infanterie, Ritter
Von Auffenberg, een onderzoek ingeleid,
om opheldering to brengen in zake tegen
hem aangevoerde en in den allerlaatsten
tijd geuite beschuldigingen over plichts
verzaking bij de uitoefening van zijn
ambt.
Het feit der beschuldiging betreft geheel
gebeurtenissen uit het jaar 1912 en houdt
in geen enkel opzicht verband met deu
tegeuwoordigen oorlog.
Generaal Von Auffenberg was van 20
April 1911 tot 0 September 1912 minister
a an Oorlog, en bet is niet onmogelijk, dat
do feiten, waarop in bovenstaand telegram
gezinspeeld wordt, in deze periode zijn
voorgevallen.
Dij beeft toen belangrijke plainer om
trent 's lands verdediging uitgewerkt en
moest aftreden, toen zijn voorstellen, be
treffende de versterking van Tirol geen
bijval vonden in den ministerraad
Toeh Dienstplicht in Engeland?
Men weet, (dat in Engeland gewerkt wordt
door een groep personen onv "dienstplicht
ingevoerd te krijgen. Vooral wjjlen lord
Rolberts was daarvan een groot voorstander.
Het succes was tot nu toe nihil. Zelfs de
oorlog heeft voor de voorstanders niets ten
goede kunnen uitwerken. Er schijnt thans
kentering te kotaen:
Uit Londen wordt aan het Deenseh'e blad
„■Politiken" bericht, dat de vereeniging
van fabrikanten van lederwaren en andere
groepen van legerleveranciers van het
ministerie van oorlog een waarschuwing
hebben ontvangen on.1 zich tijdig te voor
zien van geoefende vrouwelijke werkkrach
ten, daar op grond van een nieuwe leger-
Hi," was geruimen tijd in ons graafschap als
secretaris werkzaam geweest. Door omstan
digheden was hij die betrekking kwijtge
raakt; toen er een plaats bij de magistra
tuur te D.over open kwam, was hij ,er heen
gegaan om to solliciteeren; jammer genoeg
wco de post vergeven. Moedeloos zocht hij
voor den nacht onderdak in 'een beschei
den logement.
Midden in den nacht werd hij plotseling
wakker. Een vreemde siddering doorvoer
onverwachte zijn lichaam. Hij hoorde geen
ander geluid dan het ruischen der zee, maar
hij zag de kamer in een fiikkerend, Jblaüw
licht. In det vreemde licht ontdekte hij
een vrouwelijke gestalte vóór zich. Zij had
blond haar en koude, grijze, wreede oogen.
Haar rechterhand omvatte het lichaam van
een slangachtig dier, met een paar scherpe
klauwen, dat zijn hals dik liet opzwellen,
ontstoken als het was in giftige woede.
Zij paderde zijn bed, haar blik' aldoor pp.
Harrow gevestigd. Een bijna onnaspeurbaar,
vreemd en tegonstandig parfum kwam tot
hem. Steeds kwam de kleine, witte hand
naderbij en met haar de dreigende kop van
het pponster. Het zweet druppelde jjskoud
langs Harrow's slapen.
Eindelijk vond hij den wil tot verdedigen
van zijn leven. Hij gildo luid op ca hield
de verwoedo adder het beddelaken voor.
Hij meende to hooren hoe de tanden en do
klauwen van het kruipdier krabden en haak
ten in do stof. Toen opeens was bet blauw
achtige schijnsel uitgedoofd1. Het was heele-
maal donker in de kamer en John werd nu
werkelijk heelemaal wakker.
Een torenklok, buiten, sloeg twee uur.
En opeens herinnerde zich John Harrow,
dat hij jarig was, of liever, dat hij op dit
wet de weerbare mannon binnen drie maa.
deD onder do wapens zullen worden gero^
Een Dag In de Argonnc als Sappeur,
Een Duitsche deserteur heeft aan de ,Te] 4
helt 'volgende verhaal gedaan van esn "voor
val uit honderden, dat hij in het Argonrièr-
woud bijwoonde:
Zes maanden streed ik' als pionier es
sappeur in het Argonnerwoud. Hiep is (]llT
en nach't eender. Altijd dezelfde moord!
partjj, "dezelfde slachting, dag ia, dag uj{_
Ons kamp met de noodige dekkingen be
vindt zich op 3 kilometer afstand achler
de loopgraven-linie.
Wij hebben rust genoten en moeten np
„naar "voren" om de kameraden, na eea
arbeid 'van 24 uren af te lossen. Het is
nu donker geworden. Want slechts bij
nacht kan de aflossing veilig plaats beb.
ben. Luide bevelen door het kamp: Sap.
peurs hier aantreden, pioniers hier, gra.
nastwerpers hier, mijnwerpers hier, enz.
Wjj marcheeren weg. Over ons heen be
schiet 'de vijandelijke artillerie de spoorlijn
Apremcn'tChatel, maar het gierfluiten der,
■granaten hindert ons niet meer wij zijn
het gewoon. Ook' onze .artillerie schiet.
Wij komen een paar .onzer, kanonnen voor.
bjj, 'die in hol' struikgewas verdekt opge
steld vuren. Ik' vraag den richtkanonnier;
„Waarop schiet jullie?" „Op een dorp!''
antwoordt hij. „Kunnen daar dan geen vrou
wen en kinderen meer zijn?" vraag ik weer,
„het is immers winter!" „Dat doet er, niet
toe,'' zegt hij, „ze kunnen immers weg
gaan!"
Een jonge luitenant, die juist voorbij
komt, zegt: „Dat komt er trouwens niets
Op aan vrouwen en kinderen z>jn ook
Franschen, feh zelfs dat gebroed moet wor
den 'uitgeroeid, zoodat de jNation de eersto
honderd jaar niet tegen ons óp kan." Hij
gaat Verder en wjj ook. Ik denk niet veel
het vele denken is niet goed. Maar de
woorden van den officier komen mij altijd
opnieuw voor den geest.
Wjj gaan verder en ondanks het koude
jaargetijde zweten wij, want wij zijn met
brandgrauaten, werpmijnen en schanstuig
zwaar beiaden. "Rondom- ons Sissen do ge
weerkogels, die hier en daar in de hoornen
slaan. Men kan ook hier, een naar hon
derd nieter achter het front, gemakkelijk
getroffen worden, en menigeen, die vooraan
in do loopgraven zijn 24 uren veilig had
doorgebracht, werd op den terugweg hier
nog door een kogel achterhaald.
Eindelijk bereiken wij de verbindingslcop-
fraven, en kunnen nu, gedekt tegen de
ogels, do laatste 200 meter afleggen. De
kameraden jvachten ons reeds en zijn blij,
dat zij afgelost worden, en uit de hot
weg kunnen. Ik behoor tot de sappeurstroe-
pen, en door een 25 meter lange, onder-
aardscho gang komen .wij op de plek waar
„gewerkt" wordt.
Hier wordt alles bij kaarslicht gedaan.
Da afgeloste kameraden vertrekken, na do
noodige instructies, of de vijand ook soms
aan het werk' is. Dat wordt verklikt door.
een aan den wand aapgebrachten „spion".
Do „spion" is heel eenvoudig ingericht: een
Fransche officiersdegen wordt in dén zij
wand van do mijngang gestoken, en aan
het gevest wordt een dun touw bevestigd,
dat aan het einde oni een leeg conserven-
blikje is gebonden. Houdt men nu, hc-t
touwtje strak trekkend, het blik aan het
oor, dan kan men zeer duidelijk hooren
of de vijand aan het werk is, en zich daar
naar richten.
.Verscheidene van zulke mijngangen wor
den tegelijkertijd in de richting van de vijan
delijke loopgraven aangelegd en op onge
veer 2 meter afstand vóór. de vijandelijke
loopgraaf door een dwarsgang verbonden.
In deze dwarsgang wordt met een grootd
hoeveelheid dynamiet opgestapeld en zoo
ontslaat de fladdermijn.
Deze mijnen kunnen op velerlei wijzo
worden toegepast. Ik moest zelf mede hel
pen, onze eigen loopgraven te ondermijnen-
Als nu de vijand een aanval ondernam,-
moesten wij op bevel van onze superieuren
do loopgraaf ontruimen, en de vijand be-
zetto die dan, zonder te vermoeden, dat
er mijnen onder lagen. Als de vijand en
dan een dag vertoefde, deden de Duitschers
een schijnaanvai, om den tegenstander to
dwingen, de loopgraaf sterk te bezetier.
.Van dat oogenllik maakten de Duitschers
uur indertijd was geboren.
Maar, het droombeeld werd vergeten, cü
de ro,randen gingen voorbij. Hij had een
goed jaar; hem gewerd een erfenis, zon-
dat hij in volkomen rust kon uitzien nou'
do een of andere hem passende betrek
king. Aan den vooravond van zijn verjaa -
dag woonde hij een tweede-rangs variété
opvoering bij in zijn vaderstad. Onverschil
lig bekeek hij het programma cn zonder,
erg spelde hij de onder de vet-gedrukto
letters der sensatie-nummers den naam van:
Mevrouw Silla Siriaks, beroemlde Nederr
landsch-Indiscbe soubrette, uit Batavia.
Mevrouw Siriaks trad op en zong haai'
ondeugende liedjes.- John Harrow wist, dit
bij zijn noodlot ontmoet had-. Dit ougcnieca
perverse gezicht, eb3 half Germaanrdlnv
half Maleische, betooverdo cn bedwelmde
hem.
De slangachtige bewegingen van haar
mager, in doorzichtig groen gehuld lichaaui,
namen zijn ganseóc. wezen gevangen.
Maar ik wil niet zijn liefdesgeschie
denis vertellen; het zij genoeg dat ik mee
deel, clat de Maleische zangeres al heel
gauw mevrouw John Harrow werd.
Toen John zijn eersto bezoek bij de ult
hecmsclio en avontuurlijke bruid maakte,
ter wille van wie hij zich met zijn eigo
strenge familieleden gebrouilleerd had, zag
hij iets, dat hem gruwelijk ontstelde cn
hem bijna tot verbreking van het engage
ment bracht. In een glazen kastje, mid
den op een miserabel leelijk salontafeltJc>
wrong zich ecu dik, grijs, slangaoktig dun-
Toen John de kamer binnentrad, blies lw
zich op ca rekte kronkelend den monster
lijken kop. Opeens herkende hij het dier
Het was het monster uit zijn droonieu cD