Zaterdag 1 Mei, Derde X5ïad. A» 1315. De Europsesche Oorlog. N<>. I89TS G edeseri oord. Een Ylaamsch briefschrijver van de ..Tel.'' Bchrijffc: Hij was gekleed als een werkman, en jas, vest, broek, ofschoon zeer verscheiden van kleur en nu juist niet aan 't lijf geregen, wekten echter niemands aandacht, hier aan do grens imimers waar ave behoeftige Bel gische vluchtelingen in een Engelsche slip jas of een Amei ikaansch gebreid vost, of in deftigen zwarten "rok zagen. Wat is er al niet. uit de kisten van over zee gekomen 1 Maar de man, dien ik bedoel, vroeg me iets in 't Duitschen dadelijk begreep ik dat ik een deserteur van 't groote leger uit Vlaanderen voor me had. Hij vertelde het trouwens zelf, opgewon den nog, nu hij na twee dagen en twee ■nachten angst en gevaar, a eilig de grens be reikt had en op Nedeilandrschen bodem stond. „Tob de „nase" genoeg van!" zeide hij. „Zie", en hij toonde me een portret van zijn vrouw en twee allerliefste kinderen „Als go daaraan dagelijks denkt en voort durend den dood voor oogen ziet, maanden, dien angst, als een koorts op t lijt" voelt... Och, ik moest weg ik moest vluchten en ik heb het gedaan." De oud-soldaat bekende oprecht, dat wei nigen deden gelijk hij, dat er dus zelden Duifcscliers deserteeren. ,,?t Is ook een moeilijk besluit", vervolgd© hij. „De opvoeding heeft van u een mili tair gemaakt. Cc zit vol van militaire be ginselen. Deserteeren is oen lafheid. De serteeren is gevaarlijken heeft ver strekkende gevolgen. Ik weet nu, dat ik nooit meer naar Duitschland terug ga, zelfs al mocht ik later, zou ik niet willen, 't Le ven zou er me ondragelijk zijnKen laf- ht... ja, maar ik lean niet meerO wut. ik daar gezien heb „Waar?" „Eerst in Frankrijk, aan de Marne en de Aisne. Dan voor Armenticrcs en Warneten (Waasten). Eindelijk bij YpekenWe waren weer aan den slag. We kregen het geweldig vuur der Engelse-hen(De man ha- het over heuvel 60). Onze beurt voor een stormaanval zou komen, en ik had zoo veel gekwetsten zien wegvoeren, zwaar ge kwetsten ookEen stormaanval... Vroe gere tooneelen stonden me vcor den geest. .Voortremien over gewonden en stervenden wi.r geklaag, gehuil, gekerm u toeklinkt... Een veld grijs van gevallen kameraden... De botsing... alles rood voor de oogen... En ik kon niet aan den nieuwen stormaanval meedoen, ik vochtte in den nacht naar de Necterlandsche grens." „Hoe vondt ge ellen weg?" „Op mijn kaart." De Duitsch.er haalde een kaart voor den dag en wees hierop welke richting hij ge volgd liadBecelare, Dadizeele, Ledegera. Dat was 't moeilijkste om buiten 't front te geraken. „Over heb land, door beken", verhaalde hij, „op den grond laten vallen of achter een boschje wegkruipen, als ik wat hoorde. Zoo kwam ik te Iseg<em." „In uniform?" „•Ta. Van Isegcm naar Thielt. .maar alle dorpen en groote wegen vermijdend. Zag ik in de verte militairen, dan verborg ik mij. Vooral in den naclib marcheerde ik. Over dag sliep ik in een boschje. Eten heb ik op een hoeve gevraagd. Zeo duurde de reis lang... drie dagen en drie nachten. "Van Thielt naar Aalter, cn dan naar de grens, maar aan niemand vertel ik, hoe ik bur- gerkleeren kreeg en waar ik de:grens over sein eed. Ik heb goede redenen voor dat zwijgen." „Ge hadt dus geen ontmoetingen." „Neen. Maar u beschrijven hoe ik hande len moest, welk een angst ilc soms uit stond, is mo onmogelijk, 't Was of ik gedurig den dreigenden. kogel om me heen hoorde fluiten. De man sprak over 't front. Dat woord wordt zoo dikwijls cn zoo zonder nadenken uitgesproken. „Hij is aan 't front. Een brief van 't front. Een brief naar 't front, enz.' ,,'t Front," zei me de Duitscher. „Tk heb uren in 't water gestaan, tot aan do borst, en dat in den winter. Ik heb koppen, armen, beenen, lappen bloederig' vleeseh, ingewan den voorbij me zien vliegen. O, die gruwe lijke-tooneelen Nooit to vergeten. lvamer a den, die genu maanden kent, met wie ge uw voedsel deeldet, met wie ge voor 't gevecht nog gesproken hebt, worden plots 'u{|?engeirihktl. Eeta massa lillehid vleeseh ligt daar bij u of bloed', horsenen, ingewan den bespatten u. "t FrontIk hoor ze nog huilen, de arme getroffenen of hen roepen om moe der or vrouw en kinderen, 'k Zie waanzin nigen, die mo aangrijnzen. Of 'fc is de kree>t: „Wasser" of „Om Gods wil", een korte bede, dio ge verstaat, maar niet verhooren kunt, omdat go voort moet... misschien zelf naar den doodmaar voort toch op den vijand in." 't FrontEn de Duitscher beschreef begrafenissen, die hij in Frankrijk of daar m 'fc. hart v .u Vlaanderen bijgewoond had. „Een massa-graf, grijpt u zoo aan", ver telde hij. „Veertig^ vijftig, zestig jonge mannen in één kuil. Scherp moet ge niet Zlen;'t Zou u te veel aangrijpen, want zulke „schrikkelijke doocl'en" bij. Hoe veel liefde, geluk, steun van vrouw en kin- pn of oudershof-veel kracht, talen ten, verstand, o, wat al wordt in dat graf gesloten." „Waarlijk, ik dacht aan mijn kinderen", sprak hij. „En ik huiverde bij de overpein zing. Mijn kinderen moesten eens zien, dat ik nrensehen doodde De deserteur was nu in Nederland. Zijn plannen? Werk zoekenO, zijn oogen blonken bij de gedachten aan vreedzamen arbeid! En later met vrouw en kinderen naar Amerika, zoo hoopte hij. Maar nu is hij nog een'zwerver Ge broken zijn verleden. Wie aan zoo'n front geweest is, 'als ik, telt geen ellende meer," zei hij mij. „Ik ben gehard nu tegen veel ontbering, tegen ellende." 't Land van bloed en tranen, van dood en rouw, van vernieling en ruinen, lag achter hem. De vrede hier greep hem machtig aan. O, wat leeren we nu de beteekenis van dat woord „Vrede" kennen! Jan Olieslagers. Jan Olieslagers, de bekende Belgische vlieger, schrijft aan den sportredacteur van de „Tel.": De Panne, 20 April 1915. Waarde Heer! In verschillende geïllustreerde bladen zie ik nog altoos mijn photo „Olieslagers ge kwetst in het gasthuis te Londen." Het is vcor mij niet-zeer aangenaam, zulks to zien, te meer, daar ik zoo gezond en wel varend ben als in den tijd, toen ik in Ne derland demonstreerde. Als vriend verzoek ik u beleefd, hiervan kennis te geven aan al onze Nederlandsche sportvrienden. Wel heb ik in de maand Januari een tien tal dagen in het gasthuis van Calais door gebracht, -doch wees gerust, er was meer aan het toestel gebroken dan aan mij zelve, en is dit alles reeds lang vergeten, en doe hier aan het front mijn plicht, zooals iedere goede patriot dit voor zijn vader land doen moet. Als bewijs hiervan kan ik u mededeelen, dat ik mij den eersten dag van den oorlog engageerde als gewoon soldaat, en benoemd werd tot korporaal te Antwerpen, sergeant te Leuven. 1ste sergeant te Duinkerken, Chevalier de l'orde de Leopold en S. lieur tenant hier aan het front. Hoogachtend, JAN OLIESLAGERS, sous-Iieutenant-aviateur. Scheiileiiiann over den Oorlog. In de -sociaal-democratische „Müncliener Post" schrijft Scheidemann een artikel te gen Van der Velde, die in Parijs op 13 April zeide vertoornd te zijn tegen de socialisten, die vrede wenscben. Scheidemann zegtOm vrede te kunnen sluiten moeten er twee zijn. Zoolang de eene niet den vrede wil, moet de ander volhouden, als hij zich niet op genade of ongenade wil overgeven. Dit nu is voor het Duitsche rijk onmogelijk. Zoo iemand aan den oorlog een einde kon maken en uit niet deed, zou hij de grootste misdaad be gaan, die denkbaar is, want elke dag ver lenging van den oorlog is een ongeluk voor 'de geheele soenschheid. Maar deze erken ning brengt ons niet dichter bij den vrede, wanneer zij alleen aan deze zijde van de grenzen beersclit. De Voss. Ztg" zegt naar aanleiding van deze uiting, dat. zij klaarblijkelijk min der tot de socialisten in hét buitenland, dan tot de groep Liebknecht is gericht. Be B ril sellc Ivolciiproiluctie. De „Times" verneemt, dat de regeering voornemens is een commissie in te stellen voor de controle van den kolenuitvoerliandel. Het heet, pd'at alle vertrekkende schepen, behalve cl'e lijnschepen, van de commissie licenlmn zullen moeten hebben, waarin de hoeveelheid uitgevoerde kolen is opgegeven. De Bïitsche productie is zoo verminderd, dat heb dringend noodig is kolen voor eigen gebruik beschikbaar te houden. De produc tievermindering wordt voor liet eerste oor logsjaar op 40 millioen ton geschat, grooten- deels een gevolg van de toetreding van 150.000 mijnwerkers tot het leger, terwijl de behoeften van de admiraliteit twaalf maal zoo groot, zijn als in tijd van vrede. Japansche Troepen naar Europa? Men meldt; uit Londen aan „De Tijd": „D© Japansche pers bespreekt nog steeds het voorstel, om troepen naar het Euro- peesche oorlcgstooneel te zenden. Een bij eenkomst is to dien einde in Yokohama 'ge houden, waaraan 3000 personen deelnamen. De lieer ICur.oiwa', uitgever van de „Jord- zu." die de eerste spreker was, zeide, dat, indien de oorlog zou eindigen met een over winning! voor Duitschland, Japan's toekomst in gevaar zou verkeeren. Plet zou daarom' voor Japan van het' 'grootste belang zijn, troepen naar Europa te zenden, ten einde dit te verhinderen. Indien de bondgenoot-en als overwinnaars uit het strijdperk treden, zal hun invloed zich in het verre .Oosten' sterk doen gelden en een nauwere band zon noodzakelijk' zijn. Indien de oorlog laïïg zou duren, zouden de oorlogvoerende sisten uit geput raken, met het onvermijdelijke ge1- volg, dat de Vffféenigde Staten de over macht krijgen. De heer Kuraha, oud-lid van het parlef- anent. vroeg, waarom het Japansche volk dacht, dat de oorlog, zou zijn geëindigd met den val van Tsingtau? De toestand is vootf Japan uiterst kritiek en het is zijn "plicht, onmiddellijk troepen naar Europa te zen den. De heer Kasaliare betoogde, dat met het keizerlijke edict, waarbjj di oorlog ver klaard werd aan Duitschland, het oog ge vestigd was op de noodzakelijkheid, Duitsch land te vernietigen. De heer Sudziki voerde aan, dat, terwijl de oppositie zich verzette tegen het uitzeil den iv'an - troepen wegens het kleine leger, er toch in Jajpan 1.200.000 man onder de wapenen zijn, met inbegrip van cLe reserve. Indien 400,000 man werden afgezonden, zou den zij in 40 (lagen het oostelijke front bereikt hebben. Nadat velschillende andere redevoeringen gehouden waren, las de heer Ozeki het vol gend besluit voor, hetwelk met geestdrift ontvangen werd: „De „O-Shu-Shuppei-Kisei-kai" (propagan- da-vereeniging voor het zenden van Japan sche troepen naar Europa) zal liaar uiterst best doen, de regeering er toe te bren gen, zich in verbinding testellen met de Engelsche. Fransche en Russische regeering, teneinde te overleggen op welke wijze't best Japansche troepen verscheept kunnen wor den." Met dit oogmerk zal genoemde vereeni- 'ging de publieke opinie in deze richting trachten te bewerken. De „Yamato" geeft in een artikel over de wenschelijkheid van Japan's inmenging in den strijd als haar meening te kennen, dat liet noodzakelijk is, onmiddellijk Enge land, Frankrijk en f&feland hulp -te ver- leenen tegen Duitschland, Oostenrijk en Tur kije. Duitschland immers verhinderde, dat Japan de vruchten kon plukken van den Chineesch-Japanschen oorlog van 1894'95." Japan spant ook alle krachten in, spoe dig do vloot zoo groot mogelijk te maken. De regeering heeft de werven, waar drie dreadnoughts van 30,600 ton op stapel staan, gelast den bouw zooveel mogeljjk te be spoedigen. Do liniekruiser „Kirisma" van 27,500 ton is reeds in dienst gesteld. Medelijden Vérboden! De politie te Sohwerin heeft het volgen de bekend gemaakt. Het is den la-atsten .tijd herhaaldelijk" voorgekomen, dat de bevolking bij den door tocht van transporten krijgsgevangenen oen buitenger wo on tactlooze houding heeft aan genomen. Niet alleen zijn talrijke nieuws gierigen langs den" weg te hoop geloopen, maar ook hebben vele toeschouwers en vooral toeschouwsters döor we enen, door het toestoppen van eetwaren en door het bieden van hulp bij het dragen van pakken medelijden getoond. De bevolking wordt er op gewezen, dat maatregelen zijn getroffen teneinde in den vervolge dergelijke tooneelen op afdoende wijze to voorkomen. Een Engelseli Krijsgevangene ter dooil veroordeeld. In honger beroep werd voor het RijksmT- litaire gerechtshof te Berlijn de zaak be handeld" van den Engelschen krijgsgevan gene, William Lonsdale, van beroep tram conducteur, die wegens feitelijke handtas telijkheid tegen een meerdere in dienst, voor den troep, in het gevangenkamp te Döbe- ritz, "door den krijgsraad tot 10 jaar ge vangenisstraf, door den hoogen krijgsraad ter dood veroordeeld werd. De beklaagde en zijn verdediger waren niet verschenen. De beklaagde had geen hcoger beroep aangeteek'end, do krijgsraad alleen wegens de toegekende straf. De voor zitter, de Senaatspresident Thielmann, deed na' een langdurige bespreking in raadka mer do volgende uitspraak: De beklaagde is onderworpen aan de rechtspraak van de Duitsche militaire macht, wijl hij als lid eener vijandelijke krijgs macht, zich in krijgsgevangenschap bevindt. Het onderzoek naar de schuldvraag kon 'doof het militaire gerechtshof niet worden ingesteld, daar de beschuldigde geen hoo- ger beroep heeft aangeteek'end en niet bij de behandeling verschenen is, en zich even min deed vertegenwoordigen. Bewezen is, dat de beschuldigde een meerdere in dienst voor den troep heeft aangegrepen en ernstige ongeregeldheden heeft begaan, waardoor de militaire disci pline ernstig werd geschokt. Het vonnis van den hoogeren krijgsraad is geveld, na' een nauwkeurig onderzoek, objectief en subjectief, naar de zwaarte der gepleegde daad. Wegens de ernst der daad en de omstan digheid dat de beschuldigde met yolkomen bewustheid handelde, heeft do hoogere krijgsraad de doodstraf tegen William Lons dale uitgesproken. Het Rijks militaire gerechtshof heeft het beroep tegen die straf verworpen, en het uitgesproken vonnis bevestigd. '.Vjoordat' het vonnis kan worden voltrok ken', moet liet worden onderworpen aan 'de bevestiging door den keizer. Do behandeling van do zaak' v.oor 'de strafkamer werd bijgewoond door een ver tegenwoordiger van de Amerikaansche anv- bassade, in officieele opdracht. k, De Bosschen in Frankrijk. Reeds voor den oorlog bezat Frankrijk weinig bosschen. Waar de strijd gewoed heeft, zijn do wouden thans dermate ver nield, dat het', volgens het oordeel van des kundigen, in dertig jaar niet mogelijk sal zijn den ouden toestand te herstellen. Vriend en vijand zijn voor dezelfde onver biddelijke noodzakelijkheid geplaatst- om geheele bosschen om te hakken, ten einde het benoodigde timmer- en brandhout te krijgen of een vrij schietveld voor hun ka nonnen te maken. Een Fransch architect, Jean Paul Alaux, heeft in een Amerikaansch blad voor boschcultuur zijn bevinding medegedeeld over de -bosschen, die door den ooi-log ver woest zijn. Begeeft men zich van Parijs naar het front, dan vindt men onmid"lel- lijk voor de poorten van de hoofdstad in de bosschen reels sporen van den oorlog. Toen in Augustus en September de Duit sche rs de hoofdstad naderden, moesten de Franschen zelf geheele bosschen om hakken, die den vijand voor schapplaats zouden kunnen dienen. Het woud van Montmorency heeft op deze wijze veel ge leden, die van Vincennes zijn niet zoo erg beschadigd. Meer noordelijk is het echter slechter gesteld. Uit het. woud van Bou- vigny bij Atrecht en het bosch van Ber- thonval is wekenlang steeds meer hout ge haald. Door de vele regens waren alle paden volkomen onbegaanbaar geworden on cm de kanonnen en munitie te kunnen trans- porteeren, moesten planken-wegen wor den aangelegd. Een enkele planken-laag bleek te zwak en daarom werd er een tweede en ten slotte een derde overheen gelegd. Ontzaglijke .hoeveelheden hout zijn gebruikt voor woningen en verwar ming. Zoo zijn b.v. het woud van Yitri- mont en het woud van Neufchateau in de nabijheid van het fort Bourlémont, volko men omgehakt. In het bosch van Cham- penoux zijn alle boomext op een meter bo ven den grond afgezaagd, in bet bosch van Meaux, op de hoogvlakte van Amance voor Nancy, in het bosch van Crévie bij Arancourt, en in vele andere bosschen staan in het geheel geen boomen meer. In het bosch van La Haye zijn de boomen en liet struikgewas volkomen opgebruikt. Dag in, dag uit, zag de architect de sol daten uittrekken om hout te hakken cn mfc zware lasten tcrugkeeren. Tot dus ver was slechts sprake van bosschen, die met opzet omgehakt zijn. Hierbij komen nog de ontelbare boomen, die bet olfcr geworden zijn van de artillerie of de ma chinegeweren. De mooie bosschen T.an Chant-illy en Compiègns hebben wegens hun ligging slechts geringe schade sclc- den. Een Verklaring van den Russischen Minister van Oorlog. Naar aanleiding van de herhaalde me- dedeelingen uit Berlijn en Weenen, dat het Russische offensief in de Karpathen en elders geheel gebroken was of dat de Russen voorgoed gekeerd waren, heeft Je New-York "World" een telegram aan ge neraal Soechomlinof, den Russischen mi nister van oorlog, gezonden, vragende of er eenige grond voor deze bewering was en wat er verder waar was van het ge rucht, dat grootvorst Nikolaj, de Russi sche opperbevelhebber, door een van zijn eigen generaals gewond was. Generaal Soechomlinof's antwoord luidt al-s volgt: Petrograd, 23 April. „Sedert ongeveer 5 April hebben onze troepen, ondanks het bloedig verzet van de Oostenrijkers en Duitschers, bezit ge nomen van de voornaamste hoogten in de Karpathen over een front van 120 K.M., waarbij zij eiken dag bij hun opmarscb ge middeld 3000 gevangenen maakten. Wij houden reeds de passen van de Karpathen en de stellingen, die de dalen beheer- schen, welke in het zuiden op de vlakten van Zuid-Hongarije uitkomen, bezet. Ons leger gebruikt elke gelegenheid, om op te rukken cn do steunpunten van het ver zet des vijamds te nemen, waarbij het alle pogingen, tot een strategisch offen sief ondernomen afslaat en den vijand zware verliezen toebrengt. De rivieren, die buiten hun oevers tre den, de slechte toestand van het terrein en het smelten van de sneeuw vertragen onzen opmarch, maar zonder hem te stuiten. Het belang van onzen opmar sch, zoowel uit een politiek als uit een stra tegisch oogpunt verplicht de Oostenrijk- sclie en Duitsche regeeringen om aller lei maatregelen te nemen, ten einde den ernst van den toestand voor liun volk te verbergen. De toestand blijft gunstig voor ons en wij behouden bij alle krijgsver- ver rich tingen bet initiatief. Alle insinuaties van onze tegenstanders nopens den gezondheidstoestand van den grootvorst-opperbevelhebber zijn volko men ongegrond." KORTE BERICHTEN. De „Vorwarts" meldt dat de leiders der Italiaansoho socialisten; in de weer zijn om een internationaal socialistencongres in Zwitserland bijeen te krijgen. De Duitsche soc-dem. partij zal echter niet worden uitgenoodigd, wegens do vrees voor botsingen' tusschen Fransohe en Duit- soho socialisten. Do eerste minister van Nepal (een der Himalajastaten) heeft aan koning George een complete batterij van 31 machinege weren ten gebruik© in den oorlog aange boden. De koning nam heden aan het Bucking- hampaleis do geweren in o ogenschouw en zond den schenker een telegram, waarin hij hem dankbetudgde en mededeelde, dat de geweren naar het Engelsche leger in Frankrijk zullen worden gezonden. w Te Antwerpen waren tijdens het beleg do schilderijen der hoofdkerk naar het Museum overgebracht. Toen men ze daar controleerde, bleken er twee aan te ont breken, die deel uitmaakten van een reeks, voorstellende de legende en mirakelen van Sint.Rumoldois, en bestaande uit 25 stuks. Allen zijn van een meesterde eerste dagteekenen van 1340; de laatste van 1515. Hun koloriet en eigenaardige voorstelling herinneren aan de Brugsche school. Ook geven zij trouw de kleeding des tijds, en prachtige brokken van Oud-Mechelen we der. Het „Hbld. v. Antw." verneemt thans, dat de twee ontbrekende paneel en ontdekt zijn in de kelders van het aartsbisdom. Zij waren verloren geraakt tusschen schil derijen van mindere kunstwaarde, die men niet noocMg geacht heeft over te brengen. Dinsdag vloog een Fransche tweedekker, komende uit oostelijke richting, over Obêr- dorf (Wurtemberg) en wierp daar vier bommen op de Mauser-wapenfabriek. De vlieger had machinegeweren bij zich. Door bomsplinters werden zes burgera gedood en een zwaar gewond. Do „Huma.nité" verneemt dat 56 Fran sche afgevaardigden aan de regeering heb ben verzocht-, de verldeslijsten voor het tijd perk van 4 Augustus tot 31 December 1914 zoo spoedig mogelijk openbaar te maken. rr Tengevolge van het sluiten van de haven te Emden is de scheepvaart op het Eems- kanaa-1 in de laatste 8 maanden zeer achter uitgegaan. Do fiöheepvaartvereemgingen hebben zich nu tot den minister gewend om hulp voor de vele schippers, die door den oorlogstoestand zeer getroffen zijn. Hét te Bergen thuis beboerende stoom schip „Caprivi", op wég van Baltimore naar Christiania, is bij Tory Island, op de westkust van Ierland, op een mijn geloopen en gezon ken. De bemanning is gered. De „Badische Pr esse" meldt dat de Rijks dagafgevaardigde Peirotes buiten het ves- tinggebied van Straatsburg is verbannen. Hg zal tot hef einde van den oorlog te Holz- minden verblijven. Da reden van de verban ning is, dat Peirotes van het begin van den oorlog een sterk oppositioneele houding te genover de regeering en de maatregelen van de militaire overheid heeft aangenomen. De „Corriere della' Sera" verneemt dat thans 30,000 Albaneezen gereed staan Ser vië binnen te vallen. Naar de „Hestia" meldt onderhandelt de Grieksche regeering met een Amerikaansch consortium, over een sbaatsleeuing van 35 millioen drachmen. De „Canadian Car and Foundry Cy", heeft' Onlangs van Rusland een bestelling gekregen van granaten en ontplofbare stoffen, in het geheel voor 16 millioen pd.st, waarvan i/j bij' New-Yorksche banken is 'gedeponeerd.; Dertig h veertig Amerikaansche maat schappijen werken" aan deze bestelling; de levering zal vermoedelijk binnen een week of vier kunnen beginnen, met 90,000 gra naten daags, welk aantal tegen Juli tot 500! duizend zal zijn gestegen. De Fransche regeering beeft voor 20 mil lioen pd.st. kruit besteld bij de kruitfabrieken' van de Mij. „Du Pont" te Chicago. •<- De correspondent van de Temps" te Pe trograd verzekert dat Rusland nog geen vierde deel van zijn reserves lieeft aange. sproken en als het noodig is nog jaren lang) het leger op oorlogssterkte kan houden. X Twaalf Duitsche matrozen van in Spaan-, sclie havens liggende Duitsche koopvaar-; ders hebben een poging gedaan om over Ita lië hun land te bereiken. De Fransche post boot Anatole heeft de boot, waarmee zij in zee waren gestoken, onderweg aangehouden en naar 'Marseille opgebracht. Jr Het Russische Gezantschap te 's-Graven- hago deelt mede, dat het bericht uit Oos^ tenrijkseh-Duitsche bron, nopens een be weerde ziekte van grootvorst Nicolaas, 0]>— peibevelhebber der Russische legers, geheel valsch is. Zijn keizerlijke hoogheid is vol maakt gezond en heeft juist den tsaar ver gezeld op de reis, door Zijne Majesteit in Galicië ondernomen. j. - Kwoadoardige ld. - iVoor een raam Van een sigarenwinkel vertelt de ,N. Gron. Ct.", hangt een bulle tin. Een paar mannen staan het te lezen. De een zegt: „Nou zal d'oorlog wel gauw doan wezen." „Waarom"? vraagt een ander. „De Dar'danellen vechten nou met; eri dat binu' kwaodoardige li jong," is het ant woord, -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 13