Zaterdag 1 Mei,
Derde X5ïad. A» 1315.
De Europsesche Oorlog.
N<>. I89TS
G edeseri oord.
Een Ylaamsch briefschrijver van de ..Tel.''
Bchrijffc:
Hij was gekleed als een werkman, en jas,
vest, broek, ofschoon zeer verscheiden van
kleur en nu juist niet aan 't lijf geregen,
wekten echter niemands aandacht, hier aan
do grens imimers waar ave behoeftige Bel
gische vluchtelingen in een Engelsche slip
jas of een Amei ikaansch gebreid vost, of
in deftigen zwarten "rok zagen. Wat is er
al niet. uit de kisten van over zee gekomen 1
Maar de man, dien ik bedoel, vroeg me
iets in 't Duitschen dadelijk begreep
ik dat ik een deserteur van 't groote leger
uit Vlaanderen voor me had.
Hij vertelde het trouwens zelf, opgewon
den nog, nu hij na twee dagen en twee
■nachten angst en gevaar, a eilig de grens be
reikt had en op Nedeilandrschen bodem
stond.
„Tob de „nase" genoeg van!" zeide hij.
„Zie", en hij toonde me een portret van
zijn vrouw en twee allerliefste kinderen
„Als go daaraan dagelijks denkt en voort
durend den dood voor oogen ziet, maanden,
dien angst, als een koorts op t lijt" voelt...
Och, ik moest weg ik moest vluchten
en ik heb het gedaan."
De oud-soldaat bekende oprecht, dat wei
nigen deden gelijk hij, dat er dus zelden
Duifcscliers deserteeren.
,,?t Is ook een moeilijk besluit", vervolgd©
hij. „De opvoeding heeft van u een mili
tair gemaakt. Cc zit vol van militaire be
ginselen. Deserteeren is oen lafheid. De
serteeren is gevaarlijken heeft ver
strekkende gevolgen. Ik weet nu, dat ik
nooit meer naar Duitschland terug ga, zelfs
al mocht ik later, zou ik niet willen, 't Le
ven zou er me ondragelijk zijnKen laf-
ht... ja, maar ik lean niet meerO wut.
ik daar gezien heb
„Waar?"
„Eerst in Frankrijk, aan de Marne en de
Aisne. Dan voor Armenticrcs en Warneten
(Waasten). Eindelijk bij YpekenWe
waren weer aan den slag. We kregen het
geweldig vuur der Engelse-hen(De man
ha- het over heuvel 60). Onze beurt voor
een stormaanval zou komen, en ik had zoo
veel gekwetsten zien wegvoeren, zwaar ge
kwetsten ookEen stormaanval... Vroe
gere tooneelen stonden me vcor den geest.
.Voortremien over gewonden en stervenden
wi.r geklaag, gehuil, gekerm u toeklinkt...
Een veld grijs van gevallen kameraden...
De botsing... alles rood voor de oogen... En
ik kon niet aan den nieuwen stormaanval
meedoen, ik vochtte in den nacht naar de
Necterlandsche grens."
„Hoe vondt ge ellen weg?"
„Op mijn kaart."
De Duitsch.er haalde een kaart voor den
dag en wees hierop welke richting hij ge
volgd liadBecelare, Dadizeele, Ledegera.
Dat was 't moeilijkste om buiten 't front
te geraken. „Over heb land, door beken",
verhaalde hij, „op den grond laten vallen
of achter een boschje wegkruipen, als ik
wat hoorde. Zoo kwam ik te Iseg<em."
„In uniform?"
„•Ta. Van Isegcm naar Thielt. .maar alle
dorpen en groote wegen vermijdend. Zag
ik in de verte militairen, dan verborg ik
mij. Vooral in den naclib marcheerde ik.
Over dag sliep ik in een boschje. Eten heb
ik op een hoeve gevraagd. Zeo duurde de
reis lang... drie dagen en drie nachten. "Van
Thielt naar Aalter, cn dan naar de grens,
maar aan niemand vertel ik, hoe ik bur-
gerkleeren kreeg en waar ik de:grens over
sein eed. Ik heb goede redenen voor dat
zwijgen."
„Ge hadt dus geen ontmoetingen."
„Neen. Maar u beschrijven hoe ik hande
len moest, welk een angst ilc soms uit
stond, is mo onmogelijk, 't Was of ik gedurig
den dreigenden. kogel om me heen hoorde
fluiten.
De man sprak over 't front. Dat woord
wordt zoo dikwijls cn zoo zonder nadenken
uitgesproken. „Hij is aan 't front. Een brief
van 't front. Een brief naar 't front, enz.'
,,'t Front," zei me de Duitscher. „Tk heb
uren in 't water gestaan, tot aan do borst,
en dat in den winter. Ik heb koppen, armen,
beenen, lappen bloederig' vleeseh, ingewan
den voorbij me zien vliegen. O, die gruwe
lijke-tooneelen Nooit to vergeten.
lvamer a den, die genu maanden kent, met
wie ge uw voedsel deeldet, met wie ge voor
't gevecht nog gesproken hebt, worden plots
'u{|?engeirihktl. Eeta massa lillehid vleeseh
ligt daar bij u of bloed', horsenen, ingewan
den bespatten u.
"t FrontIk hoor ze nog huilen, de
arme getroffenen of hen roepen om moe
der or vrouw en kinderen, 'k Zie waanzin
nigen, die mo aangrijnzen. Of 'fc is de kree>t:
„Wasser" of „Om Gods wil", een korte
bede, dio ge verstaat, maar niet verhooren
kunt, omdat go voort moet... misschien
zelf naar den doodmaar voort toch op
den vijand in."
't FrontEn de Duitscher beschreef
begrafenissen, die hij in Frankrijk of daar
m 'fc. hart v .u Vlaanderen bijgewoond had.
„Een massa-graf, grijpt u zoo aan", ver
telde hij. „Veertig^ vijftig, zestig jonge
mannen in één kuil. Scherp moet ge niet
Zlen;'t Zou u te veel aangrijpen, want
zulke „schrikkelijke doocl'en" bij. Hoe
veel liefde, geluk, steun van vrouw en kin-
pn of oudershof-veel kracht, talen
ten, verstand, o, wat al wordt in dat graf
gesloten."
„Waarlijk, ik dacht aan mijn kinderen",
sprak hij. „En ik huiverde bij de overpein
zing. Mijn kinderen moesten eens zien, dat
ik nrensehen doodde
De deserteur was nu in Nederland. Zijn
plannen? Werk zoekenO, zijn oogen
blonken bij de gedachten aan vreedzamen
arbeid! En later met vrouw en kinderen
naar Amerika, zoo hoopte hij.
Maar nu is hij nog een'zwerver Ge
broken zijn verleden. Wie aan zoo'n front
geweest is, 'als ik, telt geen ellende meer,"
zei hij mij. „Ik ben gehard nu tegen veel
ontbering, tegen ellende."
't Land van bloed en tranen, van dood en
rouw, van vernieling en ruinen, lag achter
hem. De vrede hier greep hem machtig aan.
O, wat leeren we nu de beteekenis van dat
woord „Vrede" kennen!
Jan Olieslagers.
Jan Olieslagers, de bekende Belgische
vlieger, schrijft aan den sportredacteur van
de „Tel.":
De Panne, 20 April 1915.
Waarde Heer!
In verschillende geïllustreerde bladen zie
ik nog altoos mijn photo „Olieslagers ge
kwetst in het gasthuis te Londen."
Het is vcor mij niet-zeer aangenaam, zulks
to zien, te meer, daar ik zoo gezond en wel
varend ben als in den tijd, toen ik in Ne
derland demonstreerde.
Als vriend verzoek ik u beleefd, hiervan
kennis te geven aan al onze Nederlandsche
sportvrienden.
Wel heb ik in de maand Januari een tien
tal dagen in het gasthuis van Calais door
gebracht, -doch wees gerust, er was meer
aan het toestel gebroken dan aan mij zelve,
en is dit alles reeds lang vergeten, en doe
hier aan het front mijn plicht, zooals
iedere goede patriot dit voor zijn vader
land doen moet.
Als bewijs hiervan kan ik u mededeelen,
dat ik mij den eersten dag van den oorlog
engageerde als gewoon soldaat, en benoemd
werd tot korporaal te Antwerpen, sergeant
te Leuven. 1ste sergeant te Duinkerken,
Chevalier de l'orde de Leopold en S. lieur
tenant hier aan het front.
Hoogachtend,
JAN OLIESLAGERS,
sous-Iieutenant-aviateur.
Scheiileiiiann over den Oorlog.
In de -sociaal-democratische „Müncliener
Post" schrijft Scheidemann een artikel te
gen Van der Velde, die in Parijs op 13 April
zeide vertoornd te zijn tegen de socialisten,
die vrede wenscben. Scheidemann zegtOm
vrede te kunnen sluiten moeten er twee zijn.
Zoolang de eene niet den vrede wil, moet de
ander volhouden, als hij zich niet op genade
of ongenade wil overgeven. Dit nu is voor
het Duitsche rijk onmogelijk. Zoo iemand
aan den oorlog een einde kon maken en uit
niet deed, zou hij de grootste misdaad be
gaan, die denkbaar is, want elke dag ver
lenging van den oorlog is een ongeluk voor
'de geheele soenschheid. Maar deze erken
ning brengt ons niet dichter bij den vrede,
wanneer zij alleen aan deze zijde van de
grenzen beersclit.
De Voss. Ztg" zegt naar aanleiding
van deze uiting, dat. zij klaarblijkelijk min
der tot de socialisten in hét buitenland, dan
tot de groep Liebknecht is gericht.
Be B ril sellc Ivolciiproiluctie.
De „Times" verneemt, dat de regeering
voornemens is een commissie in te stellen
voor de controle van den kolenuitvoerliandel.
Het heet, pd'at alle vertrekkende schepen,
behalve cl'e lijnschepen, van de commissie
licenlmn zullen moeten hebben, waarin de
hoeveelheid uitgevoerde kolen is opgegeven.
De Bïitsche productie is zoo verminderd,
dat heb dringend noodig is kolen voor eigen
gebruik beschikbaar te houden. De produc
tievermindering wordt voor liet eerste oor
logsjaar op 40 millioen ton geschat, grooten-
deels een gevolg van de toetreding van
150.000 mijnwerkers tot het leger, terwijl
de behoeften van de admiraliteit twaalf maal
zoo groot, zijn als in tijd van vrede.
Japansche Troepen naar Europa?
Men meldt; uit Londen aan „De Tijd":
„D© Japansche pers bespreekt nog steeds
het voorstel, om troepen naar het Euro-
peesche oorlcgstooneel te zenden. Een bij
eenkomst is to dien einde in Yokohama 'ge
houden, waaraan 3000 personen deelnamen.
De lieer ICur.oiwa', uitgever van de „Jord-
zu." die de eerste spreker was, zeide, dat,
indien de oorlog zou eindigen met een over
winning! voor Duitschland, Japan's toekomst
in gevaar zou verkeeren. Plet zou daarom'
voor Japan van het' 'grootste belang zijn,
troepen naar Europa te zenden, ten einde
dit te verhinderen. Indien de bondgenoot-en
als overwinnaars uit het strijdperk treden,
zal hun invloed zich in het verre .Oosten'
sterk doen gelden en een nauwere band zon
noodzakelijk' zijn. Indien de oorlog laïïg zou
duren, zouden de oorlogvoerende sisten uit
geput raken, met het onvermijdelijke ge1-
volg, dat de Vffféenigde Staten de over
macht krijgen.
De heer Kuraha, oud-lid van het parlef-
anent. vroeg, waarom het Japansche volk
dacht, dat de oorlog, zou zijn geëindigd met
den val van Tsingtau? De toestand is vootf
Japan uiterst kritiek en het is zijn "plicht,
onmiddellijk troepen naar Europa te zen
den.
De heer Kasaliare betoogde, dat met het
keizerlijke edict, waarbjj di oorlog ver
klaard werd aan Duitschland, het oog ge
vestigd was op de noodzakelijkheid, Duitsch
land te vernietigen.
De heer Sudziki voerde aan, dat, terwijl
de oppositie zich verzette tegen het uitzeil
den iv'an - troepen wegens het kleine leger,
er toch in Jajpan 1.200.000 man onder de
wapenen zijn, met inbegrip van cLe reserve.
Indien 400,000 man werden afgezonden, zou
den zij in 40 (lagen het oostelijke front
bereikt hebben.
Nadat velschillende andere redevoeringen
gehouden waren, las de heer Ozeki het vol
gend besluit voor, hetwelk met geestdrift
ontvangen werd:
„De „O-Shu-Shuppei-Kisei-kai" (propagan-
da-vereeniging voor het zenden van Japan
sche troepen naar Europa) zal liaar uiterst
best doen, de regeering er toe te bren
gen, zich in verbinding testellen met de
Engelsche. Fransche en Russische regeering,
teneinde te overleggen op welke wijze't best
Japansche troepen verscheept kunnen wor
den."
Met dit oogmerk zal genoemde vereeni-
'ging de publieke opinie in deze richting
trachten te bewerken.
De „Yamato" geeft in een artikel over
de wenschelijkheid van Japan's inmenging
in den strijd als haar meening te kennen,
dat liet noodzakelijk is, onmiddellijk Enge
land, Frankrijk en f&feland hulp -te ver-
leenen tegen Duitschland, Oostenrijk en Tur
kije. Duitschland immers verhinderde, dat
Japan de vruchten kon plukken van den
Chineesch-Japanschen oorlog van 1894'95."
Japan spant ook alle krachten in, spoe
dig do vloot zoo groot mogelijk te maken.
De regeering heeft de werven, waar drie
dreadnoughts van 30,600 ton op stapel staan,
gelast den bouw zooveel mogeljjk te be
spoedigen. Do liniekruiser „Kirisma" van
27,500 ton is reeds in dienst gesteld.
Medelijden Vérboden!
De politie te Sohwerin heeft het volgen
de bekend gemaakt.
Het is den la-atsten .tijd herhaaldelijk"
voorgekomen, dat de bevolking bij den door
tocht van transporten krijgsgevangenen oen
buitenger wo on tactlooze houding heeft aan
genomen. Niet alleen zijn talrijke nieuws
gierigen langs den" weg te hoop geloopen,
maar ook hebben vele toeschouwers en
vooral toeschouwsters döor we enen, door
het toestoppen van eetwaren en door het
bieden van hulp bij het dragen van pakken
medelijden getoond.
De bevolking wordt er op gewezen, dat
maatregelen zijn getroffen teneinde in den
vervolge dergelijke tooneelen op afdoende
wijze to voorkomen.
Een Engelseli Krijsgevangene ter dooil
veroordeeld.
In honger beroep werd voor het RijksmT-
litaire gerechtshof te Berlijn de zaak be
handeld" van den Engelschen krijgsgevan
gene, William Lonsdale, van beroep tram
conducteur, die wegens feitelijke handtas
telijkheid tegen een meerdere in dienst, voor
den troep, in het gevangenkamp te Döbe-
ritz, "door den krijgsraad tot 10 jaar ge
vangenisstraf, door den hoogen krijgsraad
ter dood veroordeeld werd.
De beklaagde en zijn verdediger waren
niet verschenen. De beklaagde had geen
hcoger beroep aangeteek'end, do krijgsraad
alleen wegens de toegekende straf. De voor
zitter, de Senaatspresident Thielmann, deed
na' een langdurige bespreking in raadka
mer do volgende uitspraak:
De beklaagde is onderworpen aan de
rechtspraak van de Duitsche militaire macht,
wijl hij als lid eener vijandelijke krijgs
macht, zich in krijgsgevangenschap bevindt.
Het onderzoek naar de schuldvraag kon
'doof het militaire gerechtshof niet worden
ingesteld, daar de beschuldigde geen hoo-
ger beroep heeft aangeteek'end en niet bij
de behandeling verschenen is, en zich even
min deed vertegenwoordigen.
Bewezen is, dat de beschuldigde een
meerdere in dienst voor den troep heeft
aangegrepen en ernstige ongeregeldheden
heeft begaan, waardoor de militaire disci
pline ernstig werd geschokt.
Het vonnis van den hoogeren krijgsraad
is geveld, na' een nauwkeurig onderzoek,
objectief en subjectief, naar de zwaarte der
gepleegde daad.
Wegens de ernst der daad en de omstan
digheid dat de beschuldigde met yolkomen
bewustheid handelde, heeft do hoogere
krijgsraad de doodstraf tegen William Lons
dale uitgesproken.
Het Rijks militaire gerechtshof heeft het
beroep tegen die straf verworpen, en het
uitgesproken vonnis bevestigd.
'.Vjoordat' het vonnis kan worden voltrok
ken', moet liet worden onderworpen aan 'de
bevestiging door den keizer.
Do behandeling van do zaak' v.oor 'de
strafkamer werd bijgewoond door een ver
tegenwoordiger van de Amerikaansche anv-
bassade, in officieele opdracht. k,
De Bosschen in Frankrijk.
Reeds voor den oorlog bezat Frankrijk
weinig bosschen. Waar de strijd gewoed
heeft, zijn do wouden thans dermate ver
nield, dat het', volgens het oordeel van des
kundigen, in dertig jaar niet mogelijk sal
zijn den ouden toestand te herstellen.
Vriend en vijand zijn voor dezelfde onver
biddelijke noodzakelijkheid geplaatst- om
geheele bosschen om te hakken, ten einde
het benoodigde timmer- en brandhout te
krijgen of een vrij schietveld voor hun ka
nonnen te maken.
Een Fransch architect, Jean Paul Alaux,
heeft in een Amerikaansch blad voor
boschcultuur zijn bevinding medegedeeld
over de -bosschen, die door den ooi-log ver
woest zijn. Begeeft men zich van Parijs
naar het front, dan vindt men onmid"lel-
lijk voor de poorten van de hoofdstad in
de bosschen reels sporen van den oorlog.
Toen in Augustus en September de Duit
sche rs de hoofdstad naderden, moesten
de Franschen zelf geheele bosschen om
hakken, die den vijand voor schapplaats
zouden kunnen dienen. Het woud van
Montmorency heeft op deze wijze veel ge
leden, die van Vincennes zijn niet zoo erg
beschadigd. Meer noordelijk is het echter
slechter gesteld. Uit het. woud van Bou-
vigny bij Atrecht en het bosch van Ber-
thonval is wekenlang steeds meer hout ge
haald.
Door de vele regens waren alle paden
volkomen onbegaanbaar geworden on cm
de kanonnen en munitie te kunnen trans-
porteeren, moesten planken-wegen wor
den aangelegd. Een enkele planken-laag
bleek te zwak en daarom werd er een
tweede en ten slotte een derde overheen
gelegd. Ontzaglijke .hoeveelheden hout
zijn gebruikt voor woningen en verwar
ming. Zoo zijn b.v. het woud van Yitri-
mont en het woud van Neufchateau in de
nabijheid van het fort Bourlémont, volko
men omgehakt. In het bosch van Cham-
penoux zijn alle boomext op een meter bo
ven den grond afgezaagd, in bet bosch van
Meaux, op de hoogvlakte van Amance
voor Nancy, in het bosch van Crévie bij
Arancourt, en in vele andere bosschen
staan in het geheel geen boomen meer. In
het bosch van La Haye zijn de boomen
en liet struikgewas volkomen opgebruikt.
Dag in, dag uit, zag de architect de sol
daten uittrekken om hout te hakken cn
mfc zware lasten tcrugkeeren. Tot dus
ver was slechts sprake van bosschen, die
met opzet omgehakt zijn. Hierbij komen
nog de ontelbare boomen, die bet olfcr
geworden zijn van de artillerie of de ma
chinegeweren. De mooie bosschen T.an
Chant-illy en Compiègns hebben wegens
hun ligging slechts geringe schade sclc-
den.
Een Verklaring van
den Russischen Minister van Oorlog.
Naar aanleiding van de herhaalde me-
dedeelingen uit Berlijn en Weenen, dat
het Russische offensief in de Karpathen
en elders geheel gebroken was of dat de
Russen voorgoed gekeerd waren, heeft Je
New-York "World" een telegram aan ge
neraal Soechomlinof, den Russischen mi
nister van oorlog, gezonden, vragende of
er eenige grond voor deze bewering was
en wat er verder waar was van het ge
rucht, dat grootvorst Nikolaj, de Russi
sche opperbevelhebber, door een van zijn
eigen generaals gewond was.
Generaal Soechomlinof's antwoord
luidt al-s volgt:
Petrograd, 23 April.
„Sedert ongeveer 5 April hebben onze
troepen, ondanks het bloedig verzet van
de Oostenrijkers en Duitschers, bezit ge
nomen van de voornaamste hoogten in de
Karpathen over een front van 120 K.M.,
waarbij zij eiken dag bij hun opmarscb ge
middeld 3000 gevangenen maakten. Wij
houden reeds de passen van de Karpathen
en de stellingen, die de dalen beheer-
schen, welke in het zuiden op de vlakten
van Zuid-Hongarije uitkomen, bezet. Ons
leger gebruikt elke gelegenheid, om op te
rukken cn do steunpunten van het ver
zet des vijamds te nemen, waarbij het
alle pogingen, tot een strategisch offen
sief ondernomen afslaat en den vijand
zware verliezen toebrengt.
De rivieren, die buiten hun oevers tre
den, de slechte toestand van het terrein
en het smelten van de sneeuw vertragen
onzen opmarch, maar zonder hem te
stuiten. Het belang van onzen opmar sch,
zoowel uit een politiek als uit een stra
tegisch oogpunt verplicht de Oostenrijk-
sclie en Duitsche regeeringen om aller
lei maatregelen te nemen, ten einde den
ernst van den toestand voor liun volk te
verbergen. De toestand blijft gunstig voor
ons en wij behouden bij alle krijgsver-
ver rich tingen bet initiatief.
Alle insinuaties van onze tegenstanders
nopens den gezondheidstoestand van den
grootvorst-opperbevelhebber zijn volko
men ongegrond."
KORTE BERICHTEN.
De „Vorwarts" meldt dat de leiders der
Italiaansoho socialisten; in de weer zijn om
een internationaal socialistencongres in
Zwitserland bijeen te krijgen.
De Duitsche soc-dem. partij zal echter
niet worden uitgenoodigd, wegens do vrees
voor botsingen' tusschen Fransohe en Duit-
soho socialisten.
Do eerste minister van Nepal (een der
Himalajastaten) heeft aan koning George
een complete batterij van 31 machinege
weren ten gebruik© in den oorlog aange
boden.
De koning nam heden aan het Bucking-
hampaleis do geweren in o ogenschouw en
zond den schenker een telegram, waarin
hij hem dankbetudgde en mededeelde, dat
de geweren naar het Engelsche leger in
Frankrijk zullen worden gezonden.
w
Te Antwerpen waren tijdens het beleg
do schilderijen der hoofdkerk naar het
Museum overgebracht. Toen men ze daar
controleerde, bleken er twee aan te ont
breken, die deel uitmaakten van een reeks,
voorstellende de legende en mirakelen van
Sint.Rumoldois, en bestaande uit 25 stuks.
Allen zijn van een meesterde eerste
dagteekenen van 1340; de laatste van 1515.
Hun koloriet en eigenaardige voorstelling
herinneren aan de Brugsche school. Ook
geven zij trouw de kleeding des tijds, en
prachtige brokken van Oud-Mechelen we
der.
Het „Hbld. v. Antw." verneemt thans,
dat de twee ontbrekende paneel en ontdekt
zijn in de kelders van het aartsbisdom.
Zij waren verloren geraakt tusschen schil
derijen van mindere kunstwaarde, die men
niet noocMg geacht heeft over te brengen.
Dinsdag vloog een Fransche tweedekker,
komende uit oostelijke richting, over Obêr-
dorf (Wurtemberg) en wierp daar vier
bommen op de Mauser-wapenfabriek. De
vlieger had machinegeweren bij zich.
Door bomsplinters werden zes burgera
gedood en een zwaar gewond.
Do „Huma.nité" verneemt dat 56 Fran
sche afgevaardigden aan de regeering heb
ben verzocht-, de verldeslijsten voor het tijd
perk van 4 Augustus tot 31 December 1914
zoo spoedig mogelijk openbaar te maken.
rr
Tengevolge van het sluiten van de haven
te Emden is de scheepvaart op het Eems-
kanaa-1 in de laatste 8 maanden zeer achter
uitgegaan. Do fiöheepvaartvereemgingen
hebben zich nu tot den minister gewend om
hulp voor de vele schippers, die door den
oorlogstoestand zeer getroffen zijn.
Hét te Bergen thuis beboerende stoom
schip „Caprivi", op wég van Baltimore naar
Christiania, is bij Tory Island, op de westkust
van Ierland, op een mijn geloopen en gezon
ken. De bemanning is gered.
De „Badische Pr esse" meldt dat de Rijks
dagafgevaardigde Peirotes buiten het ves-
tinggebied van Straatsburg is verbannen. Hg
zal tot hef einde van den oorlog te Holz-
minden verblijven. Da reden van de verban
ning is, dat Peirotes van het begin van den
oorlog een sterk oppositioneele houding te
genover de regeering en de maatregelen van
de militaire overheid heeft aangenomen.
De „Corriere della' Sera" verneemt dat
thans 30,000 Albaneezen gereed staan Ser
vië binnen te vallen.
Naar de „Hestia" meldt onderhandelt de
Grieksche regeering met een Amerikaansch
consortium, over een sbaatsleeuing van 35
millioen drachmen.
De „Canadian Car and Foundry Cy", heeft'
Onlangs van Rusland een bestelling gekregen
van granaten en ontplofbare stoffen, in het
geheel voor 16 millioen pd.st, waarvan i/j
bij' New-Yorksche banken is 'gedeponeerd.;
Dertig h veertig Amerikaansche maat
schappijen werken" aan deze bestelling; de
levering zal vermoedelijk binnen een week
of vier kunnen beginnen, met 90,000 gra
naten daags, welk aantal tegen Juli tot 500!
duizend zal zijn gestegen.
De Fransche regeering beeft voor 20 mil
lioen pd.st. kruit besteld bij de kruitfabrieken'
van de Mij. „Du Pont" te Chicago.
•<-
De correspondent van de Temps" te Pe
trograd verzekert dat Rusland nog geen
vierde deel van zijn reserves lieeft aange.
sproken en als het noodig is nog jaren lang)
het leger op oorlogssterkte kan houden.
X
Twaalf Duitsche matrozen van in Spaan-,
sclie havens liggende Duitsche koopvaar-;
ders hebben een poging gedaan om over Ita
lië hun land te bereiken. De Fransche post
boot Anatole heeft de boot, waarmee zij in
zee waren gestoken, onderweg aangehouden
en naar 'Marseille opgebracht.
Jr
Het Russische Gezantschap te 's-Graven-
hago deelt mede, dat het bericht uit Oos^
tenrijkseh-Duitsche bron, nopens een be
weerde ziekte van grootvorst Nicolaas, 0]>—
peibevelhebber der Russische legers, geheel
valsch is. Zijn keizerlijke hoogheid is vol
maakt gezond en heeft juist den tsaar ver
gezeld op de reis, door Zijne Majesteit in
Galicië ondernomen. j. -
Kwoadoardige ld. -
iVoor een raam Van een sigarenwinkel
vertelt de ,N. Gron. Ct.", hangt een bulle
tin. Een paar mannen staan het te lezen.
De een zegt:
„Nou zal d'oorlog wel gauw doan wezen."
„Waarom"? vraagt een ander.
„De Dar'danellen vechten nou met; eri
dat binu' kwaodoardige li jong," is het ant
woord, -