De nieuwe Inkomstenbelasting.
Uit de Omstreken.
FEUILLETON.
No, 16924- Vrijdag SO JLpiul. Tweede Blad. A°. 1915.
LEIDSCH~glS MÜBLAD
I.
Den lsten Mei a.s. treedt de belasting op
bedrijfs- en andere inkomsten buiten wer
king en komt voor haar do Inkomstenbelas
ting in de plaats.
Aan deze belasting zijn onderworpen:
lo. a. zg, die binnen het Rijk wonen;
b. de binnen het Rijk gevestigde naam-
leozo vennootschappen, commanditaire ven
nootschappen op aandeelen, coöperatieve en
antlero vereenigingen en onderlinge verzeke-
r in gmaatsc happij en
c. de buiten het Rijk' gevestigde stichtin
gen, die esn beroep of bedrijf uitoefenen;
2o. de niet binnen het Rijk wonende en
gevestigde personen en lichamen, die:
a. het genot hebben van een binnen het
Rijk gelegen onroerend goed of van een
daarop gevestigd recht;
b. persoonlijk of door een vertegenwoor
diger een bedrijf, of beroep (ambt, betrek
king, enz., daaronder begrepen) binnen het
R£k uitoefenen, tenzij dit slechts tijdelijk
geschiedt en korter dan drie maanden ach
tereen duurt;
c. anders dan als aandeelhouder, deel-
gerechtigd zrjn in de opbrengst van een
bedrp of beroep, dat binnen het Rijk wordt
uitgeoefend, tenzij dit slechts tijdelijk ge
schiedt;
d. een uit 's Rijks schatkist bezoldigd
ambt bek leed en of zoodanig ambt bekleed
hebbende, te dezer zake recht hebben op
periodieke uitkeeringen uit 's Rijks schatkist
(degenen, die traktementen, pensioenen, enz.,
genieten uit gemeente- of provincie-
kassen, vallen dns niet onder deze bepa
ling).
Waar echter onze lezers voornamelijk be
lang hebben bij de wijze, waarop het inko
men moet worden berekend van binnen
het R jj k wonende n a t u u r 1 ij k e per
sonen, meenen wij ons er toe te mogen
bepalen alleen omtrent deze belastingplichti
gen, in bijzonderheden uit te welden.
Onder inkomen dan wordt verstaan de
som van hetgeen, in geld of geldswaarde,
zuiver genoten wordt, als opbrengst van:
lo. onroerende goederen, zooals: huur en
pachtsommen en verdere diensten of praesta-
tiën van huurders of pachters, de huurwaarde
van gebouwen of gronden, bij den eigenaar
in eigen gebruik voor woning of huiselijke
doeleinden, uitkeeringen, wegens opstal, erf
pacht of vaste huur en uitkeeringen ter
zake van grondrente;
2o. roerend kapitaal, waaronder worden
verstaan rente van inschrijvingen op de groot
boeken der nationale of buitenlandsche
schuld, dividend on rente van aandeelbe-
w'ijzen, obligatiën en effecten, uitkeering op
geldschieting en commandite, rente van an
dero schuldvorderingen, uit welken hoofde
ook, en onverschillig of van de schuld een
bewijs is afgegeven en of de betaling door
hypotheek of andere verpanding is verzekerd
of niet; alsmede de rente, begrepen in de
aflossing van. schuldvorderingen en altijddu
rende rente;
3o. uit onderneming en arbeid. Hieron
der worden begrepen do niet onder 2o. ge
noemde voordeelen, die als wnist, honora
rium, traktement, salaris, arbeidsloon, vrije
woning, ;iandeel in winst of overwinst, vaca
tie- of presentiegeld (of onder welken naam
of vorm ook genoten), verkregen worden
uit bedrijf of beroep, ambt, waardig-heid,
bediening of betrekking en uit handelingen,
werkzaamheden en diensten van élken aard.
De inkomsten wegens het houden van
kostgangers en pensionnaires, het verhuren
ran kamers en het geven van privaatlessen
worden beschouwrd als opbrengst van onder
neming en arbeid.
Onder deze soort 7an inkomsten worden
ook gerekend het eigengebruik van in het
bedrijf voortgebrachte of verkregen vruch
ten, enz., of van waren, die in het bedrijf
worden jv ervaardigd, bewerkt of ten ver
koop) ingeslagen. Zoo zal bijvoorbeeld een
slager als inkomen mede hebben aan te
geven dp waarde van het vleesch, door.
hem en zjjn gezin verbruikt; een landbou
wer de waarde van fle door hem en zijn
gezin genuttigde landbouwproducten, een ©n
ander voor zoover deze goederen werden
genomen van den eigen voorraad;
4o. rechten op periodieke uitkeeringen,
van het leven afhankelijk, welke omvatten
de veriofs- en non-activiteitstraktementen
(dus niet bijvoorbeeld het traktement van
een ambtenaar, want deze bron van inko
men valt onder de opbrengsten uit onder
neming of arbeid), wachtgelden, pensioe
nen, lijfrenten, verschuldigde verstrekkin
gen van levensonderhoud, (de uitkeeringen,
die kinderen doen aan behoeftige ouders)
huisvestingen in het algemeen, alle ver
schuldigde uitkeeringen of verstrekkingen,
niet aan de vervulling van een ambt of
dienstbetrekking verbonden, die bij over
lijden van den gerechtigde, of van een der
de, eindigen. Voor deze soort van inkomen
doet het niet ter zake of de naleving van
de verbintenis, waardoor het inkomen wordt
verkregen, al of niet in rechten kan wor
den gevorderd, tenzij de gever van do uit-
keering samenwoont met den ontvanger daar
van.
Na alzoo de bronnen van inkomsten to
hebben opgenoemd, zullen wij thans na
gaan, op welke wijze het inkomen wordt
berekend, en welke uitgaven al of niet in
mindering mogen worden gebracht.
Het belastingjaar vangt aan den lsten Mei
en eindigt alzoo den 30sten April daarop
volgende. Voor de heffing der belasting nu,
wordt do opbrengst bepaald van de bron
nen ran inkomen, die op 1 Mei bestaan,
niet dien verstande, dat bedrijven, beroe
pen, handelingen, werkzaamheden, die vóór
den Ion Mei zijn uitgeoefend, verricht of be
wezen, doch niet voorgoed gestaakt,wrel
als een bestaande bron van inkomen moe
ten worden aangemerkt.
De inkomsten uit iedere bron ran inko
men moeten worden gesteld op het zuiver
bedrag, hetwelk de belastingplichtige heeft
genoten in hot laatst verloop-en kalender
jaar (i. c. 1914) of, voor zooveel de op
brengst, nit onderneming aangaat, over het
laatst verlcopen boekjaar, indien dit niet
met het kalenderjaar samenvalt. Is de op
brengst van eenige bron van inkomen cog
geen vól kalender- of boekjaar genoten, dan
wordt zij in rekening gebracht tot haar be
kend of te begroeten jaarlijkscb bedrag.
Op dezelfde wijze wordt gehandeld, indien
door het ontstaan, vervallen of wijzigen eener
gemeenschap (uit- of intreding van firman
ten in een vennootschap) verandering komt
in de verhouding, naar welke de belasting
plichtige gerechtigd is, tot het genot der
voordeelen van eenige zaak.
Bevordering of verplaatsing in een an
deren werkkring, bij een tak van openbaren
dienst of in dienst van een bijzonder per
soon of lichaam, echter, wordt hier be
schouwd als het ont-staan eener nieuwe bron
van inkomen. Daarentegen wordt het ont
staan eener nieuwe bron van inkomen wel
aangenomen bij aanvaarding of hervatting
van eenigen dienst binnen het Rijk na dienst
verrichting ïn liet buitenland of in een der
koloniën of bezittingen van het Rjjk„ in
andere werelddeelen.
De bepaling, dat voor wisselende inkom
sten het bedrag, genoten in het laatst ver
kopen kalenderjaar, moet worden geno
men, is nieuw, daar de bedrijfsbelasting]
bij zoodanige gevallen belastte het inkomen.
genoten in. de drie laatste kalender- of boek
jaren. Eveneens is verandering gebracht in
de wijze van berekening van vast trakte
ment en belooningen, die voorheen moest
geschieden naar den toestand op 1 Mei
van het belastingjaar. Werd dus voorheen
genomen het bedrag, hetwelk de belasting
plichtige nit ambt, betrekking, enz. naar,
de op 1 Mei geldende salarisregeling zou
genieten, in het vervolg zal belast zijn het
bedrag, dat deze in het laatst verlcopen ka
lenderjaar heeft genoten.
De jaarlïjksche zuivere opbrengst van tij
delijk! niet belegde gelden wordt bepaald
naar do wijze, waarop zij Zullen worden
belegd, of indien aan de gelden nog geen
bestemming is gegeven, berekend op vier
ten honderd.
Wanneer ten aanzien éener bron van in
komen bij de toepassing der regelen omtrent
de bepaling der zuivere opbrengst een ver
lies wordt verkregen, dan komt dit in min
dering ran de zuivere opbrengst van de
andere bronnen van inkomen. Een landbou
wer, t'evens Molenaar, heeft bijvoorbeeld in
het jaar 1914 in de uitoefening van het
landbouwbedrijf, een zuivere winst gemaakt
van f 3000, doch ïn liet molenaarsbedrijf
een verlies geleden van f600. Hij kan nn
opgeven een zuiver inkomen van f2400.
Heeft men in het afgeloopen kalender
jaar op zich zelfstaande werkzaamheden
verricht als die van executeur testamen
tair, lid eener examen-commissie, enz., dan
geldt niet de bepaling omtrent de opbrengst
van de bronnen van inkomen die bij den
aanvang v'an het belastingjaar bestaan, doch
ia men gehouden de opbrengst van deze
verrichtingen op te geven hoezeer, zooals'
vanzelf spreekt, bij den aanvang ran het
belastingjaar deze bron van inkomen niet
meer bestaat. Eventueel bij dergelijke werk
zaamheden geleden verliezen mogen echter
ook van de opbrengst van de andere bron
nen van inkomen worden afgetrokken.
BOSKOOP.
Benoemd is tot burgemeester dezer
gemeente mr. Y. H. Rutgers, A.-R. Kar
merlid voor Hilversum, te 's-Gravenbage.
HILLEGOM.
Het heerenhuis, de bloembollensohuur
met kantoor, stal, erf en tuin aan de Wee-
resteinstraat, alhier, groot 19 aren en 60
centiaren, behoorend© tot den faillieten
boedel van Jacobus Telkamp, is gister
avond, ten overstaan van notaris Lange-
veld, in hoogste bod gebracht op 17,300.
De hoogste bieder was de heer C. Schut,
lasthebber.
KATWIJK. —lil
Na gehouden examen slaagden op de
Rijksnormaallessen te Katwijk aan den Rijn:
Ycor de 2de klasse: J. Óver, Noordwijk-
aan-ZeeM. Musers, Noordwrjk-aan-Zee; C.
Marrjt,- Ncordwijk.
Voor de 3de klasse: A'. v. d. Weyden,
Noordwijk; H. Wassenaar, Katwijk-aan-Zeo;
N. Kloots, Noordwijk; J. Marjjt, Noordwijk;
C. Bellekom, Katwijk aan den Rijn; J. El-
burg, Katwijk-aan-Zee.
Voor de 4de klasse: R. Hoff, Oegstgeest;
A. O wel, Leiden; J. v. d. Weyden, Noord
wijk; A. Imthorn, Valkenburg.
LIS SE.
Do gezamenlijke bakkers alhier en te
Lisserbroek hebben besloten van of Woens
dag 5 Mei a.s. den nachtarbeid af te
schaffen, en zal na dien datum vóór 's mor
gens tien uren geen versch brood verkrijg
baar worden gesteld.
De heer B. H. C. Schauikes, directeur
van het post- en telegraafkantoor alhier,
is met ingang van 16 Mei a.s. in gelijke be
trekking benoemd te Beverwijk.
NOORDWIJK,
In bet kerkgebouw der Neci-Herv.
Gem. van Noordfwijk-Binnen had gister
avond een uitvoering plaats, gegeven dioor
'de Chr. Zangverceniging „Halleluja", van
Katwijk aan Zee. De leiding was in handen
van den Directeur van genoemd koor, den
heer Th. Enderlé, van Leiden, terwijl het
accompagnement verzorgd werd cfcoor den
heer Joh. Kres, van Oegstgeest, en in heb
slotstuk ook door den heer S. Van Helvert,
organist te Leiden, Bovendien verleenden
nog twee Chr. Zangvereenigingen haar wel
willende medewerking, n.L „Looft den
Heer", van Sassenheim en „Zingt den Heer''
van Noordwijk aan Zee.
Het Katwijksche koor zong een 7-tal lie
deren, waarvan „Lauda Sion'' van F. Men
delssohnBartholdy, gecomponeerd in 1846
voor de St.-Martinikerk te Luik, wel het
zwaarste was. Wij hebben dit koor leeren
waardeeren als een goed koor, dat onder
de bekwame leiding van den heer Enderlé
blijkbaar ijverig studeert en een toewijding
toont, die nog veel mag doen verwachten.
Het accompagnement van den beer Kr<?3
was prachtig. Van mej. Si entje Parlevliet,
lid van „Halleluja", mochten we een paar
sopraansolo's hoor enlater, in „Lauda
Sion", hoorden we haar nogmaals. Deizo
zangeres beschikt over een mooie stem, die
menige vrouw haar mag benijden.
Van de dames L. Kruijt en EL Pluimgraaf
kregen we mooie duetjes te hooren van Cath.
van Bonnes, die heel lief klonken.
Alle drie genoemde koren zongen te sa
men „Klein Nederland"' van EL van 't
Kruys en „Zij zullen hot niet hebben" van
H. Snol. Dat samengingen van drie koren
nog wel van vergchitlendo plaatsen
hoeft zijn eigenaardige bezwaren. Dat kwam
ook uit, al was bet tweede lied goed te
noemen.
„Lau'da Sion", hier boven al genoemd, wa-s
h~t zwaarste nummer van „Halleluja". Be1-
houdens een paar kleine foutjes, werd hot
met begeleiding van orgel. (Van Helvert)
en piano (Kres) heel goed weergegeven, 'b
Een met het ander was het een uitvoering
dij bij het niet talrijk auditorium ongetwij
feld in den smaak is gevallen. Zang in een
kerk heeft bovendien nog een aparte beko
ring, die de uitvoering ten goede komt.
Heb college van Commissarissen der
„Spaarbank van Noordwijk en Omstreken",
dat door de verkiezing van den heer C. Ad
miraal Hzn. weer compleet is, koo3 tot zijn
president den heer J. van Konijnenburg Gzn.
OEGSTGEEST.
In het vorige jaar is door do Vereeni-
ging „Moederlijke Liefdadigheid" alhier,
aan 8 kraamvrouwen de door 'haar ge
vraagde ondersteuning verleend. Deze
ondersteuning bestemd, als naar gewoon
te, in het uitdeelen van goederen, verster
kende middelen (vleesdh, brood, melk en
kruidenierswaren) en brandstof. Zoo noo-
dig werd tevens door de Vereeniging ba
ker- of waschvrouwenhulp verstrekt. In elf
gevallen werden versterkende middelen
verstrekt aan oude en zwakke menscben
of aan tuberculose patiëntende ouden
van dagen behooren tob de „vaste klanten"
der Yerecniging, de jongeren onder de l>e~
deelden werden meest tijdelijk geholpen.
Aan het eind van het afgeloopen jaar
was de stand der geldmiddelen als volgt:
Kasgeld ƒ99.71. Aan rente ƒ229.70. Aan
bijdragen 180.50. Te zamen 509.91.
Voor de kraamvrouwen en zieken werd
uitgegeven ƒ487.59, zoodat op 31 Decem
ber in kas was aan contanten 22.32,
goederen pl.m. 25.
Het oorlogsjaar is ook voor deze Vereer
niging ongunstig geweestverschillende
leden hebben gemeend, hun bijdrage te
moeten onthouden, niet alleen voor dit
jaar, maar ook voor bet vervolg. Moge,
zegt het bestuur, hun verlaten plaats in
onze ledenlijst spoedig door anderen wor
den ingenomen. Do uitgaven stijgen door
verhooging van allo prijzen, zoodat verster
king onzer geldmiddelen ons zeer welkom
zal zijn. Met dank voor den verleenden:
steun blijft het, de Verecniging in de vein
willendheid aanbevelen.
VOORSCHOTEN.
Niet alleen met verwondering', maar;
zeker ook met een gevoel van leedwezen,
zullen velen vernomen hebben, dat de zus-:
ter van de Wijkverpleging van „Het Groene
Kruis", zuster Houtwipper, met 1 Mei als
zoodanig ontslag heeft gevraagd en de ge
meente gaat tverfaten. In de jaren, die zij
Lier werkzaam1 was, heeft de zuster getoond
een warnn hart te bezitten voor. de lijdende
menschheid en door regen en storm, door,
hitte en koude zag men Tiaar uittrekken
ons met zachte hand wonden te verbinden
en zieken verlichting te verschaffen. Wij
geTooven dan ook uit naam Van vefen "te
spreken, indien wij zuster Houtwipper be*
danken voor hetgeen zij in deze gemeente
heeft verricht en voor den ijver, waarmee'
zij hier haar plicht heeft gedaan. Zeker;
zullen velen haar heengaan betreuren en'
zal men straks het gemis gevoelen, maar,
dan zal men het ook aan zichzelf te wrjten
hebben, omdat men de Wijkverpleging niet
zoo gesteund heeft, als men dat kon doen,-
zoowel moreel als financieel.
KERKELIJKE BERICHTEN.
Oegst geest. NecL-Herv. Gom1. Zondag
morgen te tien uren, ds. A. J. Ruys; 's avonds
te halfzeven, ïn „Irene", ds. G. Henneman,
pred. in Oost-Indië.
Oudewetering. Rem. Geref. Gem.
Zondagmorgen te halftien, ds. Wv Luibingav
van Aalsmeer.
Voorschoten. Ned.-Herv. Gem. Vrrj-J
dagavond te kwart vóór achten. Verjaardag
-van Prinses Juliana. Dank- en bidstond, ds.
C. van Wijngaarden.
BURGERLIJKE STAND.—OMSTREKEN.
SA^NHEIM.
Geboren: Franciscus Hermanus, Z. v.
C. Kuipers en M. Hulsbosch. Jacob Pie-
ter, Z. v. A. van Winkel en K. Havenaar^i
Leendert, Z. v. J. Oudshoorn en K. J.
Lagas.
FAILLISSEMENTEN.
L. Bouinan, koopman te Gestel.
H. Ziert-s Jr., bierbottelaar en handelaar1
in limonade te Dordrecht.
J. Vermeren, winkelier in kruideniers
waren en wisselwachter bij de E. S. DL,
te Zandvoort.
H. W. de Bont, rijwielhandelaar, te
Nijmegen.
\V. Gimberg, te Amsterdam.
C. L. A. Dusault, gescheiden echtgenoot
te van W. O. van Dusseldorp, pension-"
houdster, te Amsterdam.
De Handelsvennootschap onder de firma
Sluijs en Van Praag (zich ook wel noe
mende Van der Sluijs en Van Praag),
thans in liquidatie, en van haar leden L.:
van der Sluijs en M. van Praag, te Am
sterdam.
P, W. van Reekum, lood- en ziiikwer-
ker, te Rotterdam.
C. Verwaal, eertijds bouwer, thans ca
féhouder, te Rotterdam.
Be Weldoenster.
62)
l)e prinses, ïntusschen de onschuldigste
van alle brave vrouwen, had nooit bepaald
met Anna over Karlchon gesproken, op één
keer na, toen zij gevraagd had of hij de
allerbeste lakens op zrjn bed moest hebben
of op één na de beste, en Anna had ge
antwoord: „De slechtste."
Mevrouw von Treumann mocht niet op
haar geniale wezen met Anna, Anna was
het nog minder met mevrouw von Treu
mann. Als zij maar kon, ging zij naar het
bosch en trachtte ernstig over het geval
na te denken. Zij trachtte zich te verzetten
tegen het gevoel, dat het leven zich als
fc waro rondom haar scheen te verduisteren
en toch, na liet bezoek van Karleden,
was het zoo. lederen dag waren er al
minder en minder kalme oogenblikken in het
roezemoes van het allodaagscho leven; hel
dere oogenblikken, als vensters, die uit
zicht^ geven op do kalme rust, waarmee
do eigenlijke dag, de natuurlijke dag, de
<mg, dien zrj head moeten beleven, voorbij
ging. Mevrouw von Treumann volgde haar
x? ..pratte over Karlchen. Fraulein
huhrauber velgdo haar overal, met een
'onderdanige genegenheid als die van een
°ii sc*leen haar iets te willen ver-
eJlen en kwam nooit verder dan duistere
uitspraken, die haar verwarden. Barones
1 mreich wees al haar toenadering van de
uand,. nïemde haar zorgvuldig Freule Est-
>urc en maakte scherpe aanmerkingen op
icrT' ,wffc .gezegd en gedaan werd. „Ik ge-
u dat zij een hekel aan mij hoeft," dacht
Anna met bevreemding. „Ik wou wel eens
weten waarom?"
De barones had een hekel aan haar;
en do reden was zoo eenvoudig mogelijk.
Zij hield niet van haar, omdat zij jonger
was en mooier en rijker on gezonder dan
zij zelf. Daarom kon zij haar niet uitstaan;
maar nog veel meer, omdat zij wist, dat
zij haar dankbaar moest wezen. De barones
vond hot verfoeilijk dankbaarheid te moeten
gevoelen dit is een gevoel, niet alleen
aan baronessen eigen en ïn dit geval
was de last der verplichtingen, waaronder
zij gebukt ging, zóó zwaar, dat zij er haast
onder bezweek. En er was geen ontsnappen
aan. Zrj stierf haast ran honger vóórdat
Anna haar opnam en ze zou weer van
honger sterven, als Anna haar de deur
uitzette. Zij was alles aan haar verplicht;
is het dus niet meer dan natuurlijk, dat
zij con hekel aan haar Itad? De zeldzaamste
liefde is die van een schuldenaar voor ziin
schuldeischer.
's Avonds, alleen op haar kamer, dacht
Anna na over den dag, dien zij doorleefd
had; do weinige voldoening, die zij had
ondervonden; het gevoel van leegheid. Wan
neer zouden ze beginnen dat betere leven
te leiden; het leven, waarin de eene ziel
do andere vindt; het leven, dat zjj ver
langde? Wat hadden zo het allen druk ge
had en wat hadden ze gedaan? Niets. Een
beetje doelloos praten; een beetje doelloos
naaien; een beetje doelloos rondloopen;
eenige brieven schrijven, die niet geschre
ven behoefden to worden; een courant in
keken, die eigenlijk niemand interesseerde;
maaltijden, die elkaar spoedig opvolgden;
nacht en vergetelheid. Dat was het, wat
zich op do oppervlakte bevond. En wat
onder die oppervlakte lag, daar kon men
slechts naar gissen; want, na een veertien
dagen met de uitverkorenen te hebben om
gegaan, zag zrj nog slechts de oppervlakte.
In het warme bosch, slaperig makend en
welriekend, waar de vitte kapellen als lichte
stippen tusschen de donkere prjnboomen op
en neer fladderden, den geheelen dag door,
de lange eindelooze lanen af, dwaalde zij
rond in het namiddaguurtje, wanneer de
uitverkorenen hun middagslaapje deden, naar
de meest afgelegen plekjes, die zij vinden
kon. Op het mos gezeten, waar zij een
buitengewoon lief uitzicht had op een wei
land in de verte, schitterend door de zon
beschenen, aan gene zijd© van de boomen,
ot op een struik met licht-groene uitbot
tende bladeren aan den voet van een reus-
achtigen pijnboom, of op een lief plekje'
blauw en wit tusschen de takken heel hoog
boven haar hoofd, daar peinsde zij, en peinsde
tot zij er vermoeid van werd.
In de blikken van Karlchen behoefde zij
zich niet te vergissen; zij was niet tever
geefs verscheidene seasons een mooi meisje
geweest. Karlchen wou met liaar trouwen.
Zij was natuurlijk niet van plan met Karl
chen te trouwen, maar dat vereffende het
ruwe pad niet, dat zij voor zich zag. Zjj
zou de voorbereidende beminlijkheden van
het nofmaken moeten verdragen en wan
neer het hofmaken zelf den staat van rijp
heid had bereikt, die haar in de gelegen
heid zou stellen hem duidelj'k haar eigen
plannen to kennen te geven, zou zij een
aantal droevige scènes moeten hebben met de
moeder. En dan zou de moeder het stof
van Kleinwalde van haar beleedigde voeten
schudden en heengaan en dat zou zijn haar
eerste échec. In de binnenste schuilhoeken
van haar hart, hoe onaangenaam die hof-
ïnakerjj van Karlchen ook mocht wezen,
als hot eenmaal achter den rug was, zou
het misschien nog zoo kwaad met wezen;
want sedert Karlchen's bezoek begreep zij,
dat mevrouw von Treumann toch niet de
persoon was, die zij verlangde ïn liaar te
huis voor ongelukkigen. Ongelukkig, dat was
zij stellig geweest, arm mensch; maar met
Anna zou zij nooit gelukkig zijn. Zij had
de eerste leugentjes, die de arme dame
verteld had, vergeven; maar zrj kon niet
voortdurend leugens vergeven. Al die kleine
berekende onwaarheden, zoowel mondeling
als schriftelijk, over Karlchen's bezoek, wat
waren die vreeselrjk! Waarheidlievendheid,
dacht Anna, is zeker niet alleen aangenaam!
en prettig, maar ze is absoluut onmisbaar
als basis voor een echte vriendschap. Hoe
kon de eene ziel tot de andere naderen
door een netwerk van leugens heen?. En
hetgeen nog pijnlijker was zij! moest het
met schaamt9 bekennen, dat dit haar nog
meer pijn deed dan do leugens het was
duidelijk, dat mevrouw von Treumann haar
een dwaas schepsel vond. Niet alleen be
schouwde zij haar als iemand, die weinig
verstand heeft of traag is van begrip, maar
als een volkomen zottin. Dat moest zij wei
denken, anders zou zij zich meer moeite
gegeven hebben, ten minste eenige moeite,
om haar plannen een weinig minder door
zichtig te maken. Anna haatto zichzelf, om
dat zij zich hierdoor gekwetst gevoelde,
maar het was een feit, dat zij zich niet ge
kwetst voelde.
Zelfs een wijsgeer vindt het niet prettig,
veertien dagen lang 70or een dwaas ge
houden te worden. Hjj mag er om glim
lachen, zeer stellig zal het hem hinderen.
En daar Anna geen wijsgeer was, 'hinderde
het haar wel, maar zij glimlachte niet.
„Ik denk," zei ze tot Manske, toon hjj
eens op een morgen aankwam met een lijst
van uitgekozen sollicitanten, „ik denk, dat
liet beter is nog wat te wachten, voordat
wij de negen anderen kiezen."
„De freule wordt het weldoen toch niet
moede?" vroeg hij dadelijk.
„O neen, dat niet; ik doe gaarne wel,'*
zei Anna een weinig loom, „maar het is
niet zoo gemakkelijk als het lijkt."
„Ik heb negen personen gevonden, die»
het zeer verdienen," drong hij aan, „en
later zouden er misschien
„Neen, neen," viel Anna hem ïn de rede,
„wij zullen nog wat wachten. In den herfst
misschien; maar nu nie't. Eerst moet ik
degenen, die wij hebben, gelukkig maken.
U weet," zei ze glimlachend, „ze zijn hier
gekomen om gelukkig gemaakt te worden."
„Ja zeker, dat weet ik. En gelukkig moe
ten ze hier zeker wezen, door alles, wat
het leven schoon en begeeren6waardig
maakt."
„Dat zou men zoo denken," zei Anna'
peinzend. „Het is mooi hier. nietwaar, het
moest gemakkelijk wezen hier gelukkig te
zijn en toch ben ik niet zeker, dat zij
dit zijn."
„Niet zekerManske keek haar ver.-i
schrikt aan.
„Wat is er noodig voor do menscben,'
voor de meeste menschen, voor gewone men
scben, om hen gelukkig te maken?" vroeg
zij ernstig. Zij sprak tot zichzelve, meer;
dan tot hem, en verwachtte geen verkla
rend antwoord.
„De vreeze des Heeren," antwoordde hij
dadelijk; en dit woord maakte een einde
aan het èssprék.
(Wordt vervolgd).