De nieuwe Inkomstenbelasting. Uit de Omstreken. FEUILLETON. No, 16924- Vrijdag SO JLpiul. Tweede Blad. A°. 1915. LEIDSCH~glS MÜBLAD I. Den lsten Mei a.s. treedt de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten buiten wer king en komt voor haar do Inkomstenbelas ting in de plaats. Aan deze belasting zijn onderworpen: lo. a. zg, die binnen het Rijk wonen; b. de binnen het Rijk gevestigde naam- leozo vennootschappen, commanditaire ven nootschappen op aandeelen, coöperatieve en antlero vereenigingen en onderlinge verzeke- r in gmaatsc happij en c. de buiten het Rijk' gevestigde stichtin gen, die esn beroep of bedrijf uitoefenen; 2o. de niet binnen het Rijk wonende en gevestigde personen en lichamen, die: a. het genot hebben van een binnen het Rijk gelegen onroerend goed of van een daarop gevestigd recht; b. persoonlijk of door een vertegenwoor diger een bedrijf, of beroep (ambt, betrek king, enz., daaronder begrepen) binnen het R£k uitoefenen, tenzij dit slechts tijdelijk geschiedt en korter dan drie maanden ach tereen duurt; c. anders dan als aandeelhouder, deel- gerechtigd zrjn in de opbrengst van een bedrp of beroep, dat binnen het Rijk wordt uitgeoefend, tenzij dit slechts tijdelijk ge schiedt; d. een uit 's Rijks schatkist bezoldigd ambt bek leed en of zoodanig ambt bekleed hebbende, te dezer zake recht hebben op periodieke uitkeeringen uit 's Rijks schatkist (degenen, die traktementen, pensioenen, enz., genieten uit gemeente- of provincie- kassen, vallen dns niet onder deze bepa ling). Waar echter onze lezers voornamelijk be lang hebben bij de wijze, waarop het inko men moet worden berekend van binnen het R jj k wonende n a t u u r 1 ij k e per sonen, meenen wij ons er toe te mogen bepalen alleen omtrent deze belastingplichti gen, in bijzonderheden uit te welden. Onder inkomen dan wordt verstaan de som van hetgeen, in geld of geldswaarde, zuiver genoten wordt, als opbrengst van: lo. onroerende goederen, zooals: huur en pachtsommen en verdere diensten of praesta- tiën van huurders of pachters, de huurwaarde van gebouwen of gronden, bij den eigenaar in eigen gebruik voor woning of huiselijke doeleinden, uitkeeringen, wegens opstal, erf pacht of vaste huur en uitkeeringen ter zake van grondrente; 2o. roerend kapitaal, waaronder worden verstaan rente van inschrijvingen op de groot boeken der nationale of buitenlandsche schuld, dividend on rente van aandeelbe- w'ijzen, obligatiën en effecten, uitkeering op geldschieting en commandite, rente van an dero schuldvorderingen, uit welken hoofde ook, en onverschillig of van de schuld een bewijs is afgegeven en of de betaling door hypotheek of andere verpanding is verzekerd of niet; alsmede de rente, begrepen in de aflossing van. schuldvorderingen en altijddu rende rente; 3o. uit onderneming en arbeid. Hieron der worden begrepen do niet onder 2o. ge noemde voordeelen, die als wnist, honora rium, traktement, salaris, arbeidsloon, vrije woning, ;iandeel in winst of overwinst, vaca tie- of presentiegeld (of onder welken naam of vorm ook genoten), verkregen worden uit bedrijf of beroep, ambt, waardig-heid, bediening of betrekking en uit handelingen, werkzaamheden en diensten van élken aard. De inkomsten wegens het houden van kostgangers en pensionnaires, het verhuren ran kamers en het geven van privaatlessen worden beschouwrd als opbrengst van onder neming en arbeid. Onder deze soort 7an inkomsten worden ook gerekend het eigengebruik van in het bedrijf voortgebrachte of verkregen vruch ten, enz., of van waren, die in het bedrijf worden jv ervaardigd, bewerkt of ten ver koop) ingeslagen. Zoo zal bijvoorbeeld een slager als inkomen mede hebben aan te geven dp waarde van het vleesch, door. hem en zjjn gezin verbruikt; een landbou wer de waarde van fle door hem en zijn gezin genuttigde landbouwproducten, een ©n ander voor zoover deze goederen werden genomen van den eigen voorraad; 4o. rechten op periodieke uitkeeringen, van het leven afhankelijk, welke omvatten de veriofs- en non-activiteitstraktementen (dus niet bijvoorbeeld het traktement van een ambtenaar, want deze bron van inko men valt onder de opbrengsten uit onder neming of arbeid), wachtgelden, pensioe nen, lijfrenten, verschuldigde verstrekkin gen van levensonderhoud, (de uitkeeringen, die kinderen doen aan behoeftige ouders) huisvestingen in het algemeen, alle ver schuldigde uitkeeringen of verstrekkingen, niet aan de vervulling van een ambt of dienstbetrekking verbonden, die bij over lijden van den gerechtigde, of van een der de, eindigen. Voor deze soort van inkomen doet het niet ter zake of de naleving van de verbintenis, waardoor het inkomen wordt verkregen, al of niet in rechten kan wor den gevorderd, tenzij de gever van do uit- keering samenwoont met den ontvanger daar van. Na alzoo de bronnen van inkomsten to hebben opgenoemd, zullen wij thans na gaan, op welke wijze het inkomen wordt berekend, en welke uitgaven al of niet in mindering mogen worden gebracht. Het belastingjaar vangt aan den lsten Mei en eindigt alzoo den 30sten April daarop volgende. Voor de heffing der belasting nu, wordt do opbrengst bepaald van de bron nen ran inkomen, die op 1 Mei bestaan, niet dien verstande, dat bedrijven, beroe pen, handelingen, werkzaamheden, die vóór den Ion Mei zijn uitgeoefend, verricht of be wezen, doch niet voorgoed gestaakt,wrel als een bestaande bron van inkomen moe ten worden aangemerkt. De inkomsten uit iedere bron ran inko men moeten worden gesteld op het zuiver bedrag, hetwelk de belastingplichtige heeft genoten in hot laatst verloop-en kalender jaar (i. c. 1914) of, voor zooveel de op brengst, nit onderneming aangaat, over het laatst verlcopen boekjaar, indien dit niet met het kalenderjaar samenvalt. Is de op brengst van eenige bron van inkomen cog geen vól kalender- of boekjaar genoten, dan wordt zij in rekening gebracht tot haar be kend of te begroeten jaarlijkscb bedrag. Op dezelfde wijze wordt gehandeld, indien door het ontstaan, vervallen of wijzigen eener gemeenschap (uit- of intreding van firman ten in een vennootschap) verandering komt in de verhouding, naar welke de belasting plichtige gerechtigd is, tot het genot der voordeelen van eenige zaak. Bevordering of verplaatsing in een an deren werkkring, bij een tak van openbaren dienst of in dienst van een bijzonder per soon of lichaam, echter, wordt hier be schouwd als het ont-staan eener nieuwe bron van inkomen. Daarentegen wordt het ont staan eener nieuwe bron van inkomen wel aangenomen bij aanvaarding of hervatting van eenigen dienst binnen het Rijk na dienst verrichting ïn liet buitenland of in een der koloniën of bezittingen van het Rjjk„ in andere werelddeelen. De bepaling, dat voor wisselende inkom sten het bedrag, genoten in het laatst ver kopen kalenderjaar, moet worden geno men, is nieuw, daar de bedrijfsbelasting] bij zoodanige gevallen belastte het inkomen. genoten in. de drie laatste kalender- of boek jaren. Eveneens is verandering gebracht in de wijze van berekening van vast trakte ment en belooningen, die voorheen moest geschieden naar den toestand op 1 Mei van het belastingjaar. Werd dus voorheen genomen het bedrag, hetwelk de belasting plichtige nit ambt, betrekking, enz. naar, de op 1 Mei geldende salarisregeling zou genieten, in het vervolg zal belast zijn het bedrag, dat deze in het laatst verlcopen ka lenderjaar heeft genoten. De jaarlïjksche zuivere opbrengst van tij delijk! niet belegde gelden wordt bepaald naar do wijze, waarop zij Zullen worden belegd, of indien aan de gelden nog geen bestemming is gegeven, berekend op vier ten honderd. Wanneer ten aanzien éener bron van in komen bij de toepassing der regelen omtrent de bepaling der zuivere opbrengst een ver lies wordt verkregen, dan komt dit in min dering ran de zuivere opbrengst van de andere bronnen van inkomen. Een landbou wer, t'evens Molenaar, heeft bijvoorbeeld in het jaar 1914 in de uitoefening van het landbouwbedrijf, een zuivere winst gemaakt van f 3000, doch ïn liet molenaarsbedrijf een verlies geleden van f600. Hij kan nn opgeven een zuiver inkomen van f2400. Heeft men in het afgeloopen kalender jaar op zich zelfstaande werkzaamheden verricht als die van executeur testamen tair, lid eener examen-commissie, enz., dan geldt niet de bepaling omtrent de opbrengst van de bronnen van inkomen die bij den aanvang v'an het belastingjaar bestaan, doch ia men gehouden de opbrengst van deze verrichtingen op te geven hoezeer, zooals' vanzelf spreekt, bij den aanvang ran het belastingjaar deze bron van inkomen niet meer bestaat. Eventueel bij dergelijke werk zaamheden geleden verliezen mogen echter ook van de opbrengst van de andere bron nen van inkomen worden afgetrokken. BOSKOOP. Benoemd is tot burgemeester dezer gemeente mr. Y. H. Rutgers, A.-R. Kar merlid voor Hilversum, te 's-Gravenbage. HILLEGOM. Het heerenhuis, de bloembollensohuur met kantoor, stal, erf en tuin aan de Wee- resteinstraat, alhier, groot 19 aren en 60 centiaren, behoorend© tot den faillieten boedel van Jacobus Telkamp, is gister avond, ten overstaan van notaris Lange- veld, in hoogste bod gebracht op 17,300. De hoogste bieder was de heer C. Schut, lasthebber. KATWIJK. —lil Na gehouden examen slaagden op de Rijksnormaallessen te Katwijk aan den Rijn: Ycor de 2de klasse: J. Óver, Noordwijk- aan-ZeeM. Musers, Noordwrjk-aan-Zee; C. Marrjt,- Ncordwijk. Voor de 3de klasse: A'. v. d. Weyden, Noordwijk; H. Wassenaar, Katwijk-aan-Zeo; N. Kloots, Noordwijk; J. Marjjt, Noordwijk; C. Bellekom, Katwijk aan den Rijn; J. El- burg, Katwijk-aan-Zee. Voor de 4de klasse: R. Hoff, Oegstgeest; A. O wel, Leiden; J. v. d. Weyden, Noord wijk; A. Imthorn, Valkenburg. LIS SE. Do gezamenlijke bakkers alhier en te Lisserbroek hebben besloten van of Woens dag 5 Mei a.s. den nachtarbeid af te schaffen, en zal na dien datum vóór 's mor gens tien uren geen versch brood verkrijg baar worden gesteld. De heer B. H. C. Schauikes, directeur van het post- en telegraafkantoor alhier, is met ingang van 16 Mei a.s. in gelijke be trekking benoemd te Beverwijk. NOORDWIJK, In bet kerkgebouw der Neci-Herv. Gem. van Noordfwijk-Binnen had gister avond een uitvoering plaats, gegeven dioor 'de Chr. Zangverceniging „Halleluja", van Katwijk aan Zee. De leiding was in handen van den Directeur van genoemd koor, den heer Th. Enderlé, van Leiden, terwijl het accompagnement verzorgd werd cfcoor den heer Joh. Kres, van Oegstgeest, en in heb slotstuk ook door den heer S. Van Helvert, organist te Leiden, Bovendien verleenden nog twee Chr. Zangvereenigingen haar wel willende medewerking, n.L „Looft den Heer", van Sassenheim en „Zingt den Heer'' van Noordwijk aan Zee. Het Katwijksche koor zong een 7-tal lie deren, waarvan „Lauda Sion'' van F. Men delssohnBartholdy, gecomponeerd in 1846 voor de St.-Martinikerk te Luik, wel het zwaarste was. Wij hebben dit koor leeren waardeeren als een goed koor, dat onder de bekwame leiding van den heer Enderlé blijkbaar ijverig studeert en een toewijding toont, die nog veel mag doen verwachten. Het accompagnement van den beer Kr<?3 was prachtig. Van mej. Si entje Parlevliet, lid van „Halleluja", mochten we een paar sopraansolo's hoor enlater, in „Lauda Sion", hoorden we haar nogmaals. Deizo zangeres beschikt over een mooie stem, die menige vrouw haar mag benijden. Van de dames L. Kruijt en EL Pluimgraaf kregen we mooie duetjes te hooren van Cath. van Bonnes, die heel lief klonken. Alle drie genoemde koren zongen te sa men „Klein Nederland"' van EL van 't Kruys en „Zij zullen hot niet hebben" van H. Snol. Dat samengingen van drie koren nog wel van vergchitlendo plaatsen hoeft zijn eigenaardige bezwaren. Dat kwam ook uit, al was bet tweede lied goed te noemen. „Lau'da Sion", hier boven al genoemd, wa-s h~t zwaarste nummer van „Halleluja". Be1- houdens een paar kleine foutjes, werd hot met begeleiding van orgel. (Van Helvert) en piano (Kres) heel goed weergegeven, 'b Een met het ander was het een uitvoering dij bij het niet talrijk auditorium ongetwij feld in den smaak is gevallen. Zang in een kerk heeft bovendien nog een aparte beko ring, die de uitvoering ten goede komt. Heb college van Commissarissen der „Spaarbank van Noordwijk en Omstreken", dat door de verkiezing van den heer C. Ad miraal Hzn. weer compleet is, koo3 tot zijn president den heer J. van Konijnenburg Gzn. OEGSTGEEST. In het vorige jaar is door do Vereeni- ging „Moederlijke Liefdadigheid" alhier, aan 8 kraamvrouwen de door 'haar ge vraagde ondersteuning verleend. Deze ondersteuning bestemd, als naar gewoon te, in het uitdeelen van goederen, verster kende middelen (vleesdh, brood, melk en kruidenierswaren) en brandstof. Zoo noo- dig werd tevens door de Vereeniging ba ker- of waschvrouwenhulp verstrekt. In elf gevallen werden versterkende middelen verstrekt aan oude en zwakke menscben of aan tuberculose patiëntende ouden van dagen behooren tob de „vaste klanten" der Yerecniging, de jongeren onder de l>e~ deelden werden meest tijdelijk geholpen. Aan het eind van het afgeloopen jaar was de stand der geldmiddelen als volgt: Kasgeld ƒ99.71. Aan rente ƒ229.70. Aan bijdragen 180.50. Te zamen 509.91. Voor de kraamvrouwen en zieken werd uitgegeven ƒ487.59, zoodat op 31 Decem ber in kas was aan contanten 22.32, goederen pl.m. 25. Het oorlogsjaar is ook voor deze Vereer niging ongunstig geweestverschillende leden hebben gemeend, hun bijdrage te moeten onthouden, niet alleen voor dit jaar, maar ook voor bet vervolg. Moge, zegt het bestuur, hun verlaten plaats in onze ledenlijst spoedig door anderen wor den ingenomen. Do uitgaven stijgen door verhooging van allo prijzen, zoodat verster king onzer geldmiddelen ons zeer welkom zal zijn. Met dank voor den verleenden: steun blijft het, de Verecniging in de vein willendheid aanbevelen. VOORSCHOTEN. Niet alleen met verwondering', maar; zeker ook met een gevoel van leedwezen, zullen velen vernomen hebben, dat de zus-: ter van de Wijkverpleging van „Het Groene Kruis", zuster Houtwipper, met 1 Mei als zoodanig ontslag heeft gevraagd en de ge meente gaat tverfaten. In de jaren, die zij Lier werkzaam1 was, heeft de zuster getoond een warnn hart te bezitten voor. de lijdende menschheid en door regen en storm, door, hitte en koude zag men Tiaar uittrekken ons met zachte hand wonden te verbinden en zieken verlichting te verschaffen. Wij geTooven dan ook uit naam Van vefen "te spreken, indien wij zuster Houtwipper be* danken voor hetgeen zij in deze gemeente heeft verricht en voor den ijver, waarmee' zij hier haar plicht heeft gedaan. Zeker; zullen velen haar heengaan betreuren en' zal men straks het gemis gevoelen, maar, dan zal men het ook aan zichzelf te wrjten hebben, omdat men de Wijkverpleging niet zoo gesteund heeft, als men dat kon doen,- zoowel moreel als financieel. KERKELIJKE BERICHTEN. Oegst geest. NecL-Herv. Gom1. Zondag morgen te tien uren, ds. A. J. Ruys; 's avonds te halfzeven, ïn „Irene", ds. G. Henneman, pred. in Oost-Indië. Oudewetering. Rem. Geref. Gem. Zondagmorgen te halftien, ds. Wv Luibingav van Aalsmeer. Voorschoten. Ned.-Herv. Gem. Vrrj-J dagavond te kwart vóór achten. Verjaardag -van Prinses Juliana. Dank- en bidstond, ds. C. van Wijngaarden. BURGERLIJKE STAND.—OMSTREKEN. SA^NHEIM. Geboren: Franciscus Hermanus, Z. v. C. Kuipers en M. Hulsbosch. Jacob Pie- ter, Z. v. A. van Winkel en K. Havenaar^i Leendert, Z. v. J. Oudshoorn en K. J. Lagas. FAILLISSEMENTEN. L. Bouinan, koopman te Gestel. H. Ziert-s Jr., bierbottelaar en handelaar1 in limonade te Dordrecht. J. Vermeren, winkelier in kruideniers waren en wisselwachter bij de E. S. DL, te Zandvoort. H. W. de Bont, rijwielhandelaar, te Nijmegen. \V. Gimberg, te Amsterdam. C. L. A. Dusault, gescheiden echtgenoot te van W. O. van Dusseldorp, pension-" houdster, te Amsterdam. De Handelsvennootschap onder de firma Sluijs en Van Praag (zich ook wel noe mende Van der Sluijs en Van Praag), thans in liquidatie, en van haar leden L.: van der Sluijs en M. van Praag, te Am sterdam. P, W. van Reekum, lood- en ziiikwer- ker, te Rotterdam. C. Verwaal, eertijds bouwer, thans ca féhouder, te Rotterdam. Be Weldoenster. 62) l)e prinses, ïntusschen de onschuldigste van alle brave vrouwen, had nooit bepaald met Anna over Karlchon gesproken, op één keer na, toen zij gevraagd had of hij de allerbeste lakens op zrjn bed moest hebben of op één na de beste, en Anna had ge antwoord: „De slechtste." Mevrouw von Treumann mocht niet op haar geniale wezen met Anna, Anna was het nog minder met mevrouw von Treu mann. Als zij maar kon, ging zij naar het bosch en trachtte ernstig over het geval na te denken. Zij trachtte zich te verzetten tegen het gevoel, dat het leven zich als fc waro rondom haar scheen te verduisteren en toch, na liet bezoek van Karleden, was het zoo. lederen dag waren er al minder en minder kalme oogenblikken in het roezemoes van het allodaagscho leven; hel dere oogenblikken, als vensters, die uit zicht^ geven op do kalme rust, waarmee do eigenlijke dag, de natuurlijke dag, de <mg, dien zrj head moeten beleven, voorbij ging. Mevrouw von Treumann volgde haar x? ..pratte over Karlchen. Fraulein huhrauber velgdo haar overal, met een 'onderdanige genegenheid als die van een °ii sc*leen haar iets te willen ver- eJlen en kwam nooit verder dan duistere uitspraken, die haar verwarden. Barones 1 mreich wees al haar toenadering van de uand,. nïemde haar zorgvuldig Freule Est- >urc en maakte scherpe aanmerkingen op icrT' ,wffc .gezegd en gedaan werd. „Ik ge- u dat zij een hekel aan mij hoeft," dacht Anna met bevreemding. „Ik wou wel eens weten waarom?" De barones had een hekel aan haar; en do reden was zoo eenvoudig mogelijk. Zij hield niet van haar, omdat zij jonger was en mooier en rijker on gezonder dan zij zelf. Daarom kon zij haar niet uitstaan; maar nog veel meer, omdat zij wist, dat zij haar dankbaar moest wezen. De barones vond hot verfoeilijk dankbaarheid te moeten gevoelen dit is een gevoel, niet alleen aan baronessen eigen en ïn dit geval was de last der verplichtingen, waaronder zij gebukt ging, zóó zwaar, dat zij er haast onder bezweek. En er was geen ontsnappen aan. Zrj stierf haast ran honger vóórdat Anna haar opnam en ze zou weer van honger sterven, als Anna haar de deur uitzette. Zij was alles aan haar verplicht; is het dus niet meer dan natuurlijk, dat zij con hekel aan haar Itad? De zeldzaamste liefde is die van een schuldenaar voor ziin schuldeischer. 's Avonds, alleen op haar kamer, dacht Anna na over den dag, dien zij doorleefd had; do weinige voldoening, die zij had ondervonden; het gevoel van leegheid. Wan neer zouden ze beginnen dat betere leven te leiden; het leven, waarin de eene ziel do andere vindt; het leven, dat zjj ver langde? Wat hadden zo het allen druk ge had en wat hadden ze gedaan? Niets. Een beetje doelloos praten; een beetje doelloos naaien; een beetje doelloos rondloopen; eenige brieven schrijven, die niet geschre ven behoefden to worden; een courant in keken, die eigenlijk niemand interesseerde; maaltijden, die elkaar spoedig opvolgden; nacht en vergetelheid. Dat was het, wat zich op do oppervlakte bevond. En wat onder die oppervlakte lag, daar kon men slechts naar gissen; want, na een veertien dagen met de uitverkorenen te hebben om gegaan, zag zrj nog slechts de oppervlakte. In het warme bosch, slaperig makend en welriekend, waar de vitte kapellen als lichte stippen tusschen de donkere prjnboomen op en neer fladderden, den geheelen dag door, de lange eindelooze lanen af, dwaalde zij rond in het namiddaguurtje, wanneer de uitverkorenen hun middagslaapje deden, naar de meest afgelegen plekjes, die zij vinden kon. Op het mos gezeten, waar zij een buitengewoon lief uitzicht had op een wei land in de verte, schitterend door de zon beschenen, aan gene zijd© van de boomen, ot op een struik met licht-groene uitbot tende bladeren aan den voet van een reus- achtigen pijnboom, of op een lief plekje' blauw en wit tusschen de takken heel hoog boven haar hoofd, daar peinsde zij, en peinsde tot zij er vermoeid van werd. In de blikken van Karlchen behoefde zij zich niet te vergissen; zij was niet tever geefs verscheidene seasons een mooi meisje geweest. Karlchen wou met liaar trouwen. Zij was natuurlijk niet van plan met Karl chen te trouwen, maar dat vereffende het ruwe pad niet, dat zij voor zich zag. Zjj zou de voorbereidende beminlijkheden van het nofmaken moeten verdragen en wan neer het hofmaken zelf den staat van rijp heid had bereikt, die haar in de gelegen heid zou stellen hem duidelj'k haar eigen plannen to kennen te geven, zou zij een aantal droevige scènes moeten hebben met de moeder. En dan zou de moeder het stof van Kleinwalde van haar beleedigde voeten schudden en heengaan en dat zou zijn haar eerste échec. In de binnenste schuilhoeken van haar hart, hoe onaangenaam die hof- ïnakerjj van Karlchen ook mocht wezen, als hot eenmaal achter den rug was, zou het misschien nog zoo kwaad met wezen; want sedert Karlchen's bezoek begreep zij, dat mevrouw von Treumann toch niet de persoon was, die zij verlangde ïn liaar te huis voor ongelukkigen. Ongelukkig, dat was zij stellig geweest, arm mensch; maar met Anna zou zij nooit gelukkig zijn. Zij had de eerste leugentjes, die de arme dame verteld had, vergeven; maar zrj kon niet voortdurend leugens vergeven. Al die kleine berekende onwaarheden, zoowel mondeling als schriftelijk, over Karlchen's bezoek, wat waren die vreeselrjk! Waarheidlievendheid, dacht Anna, is zeker niet alleen aangenaam! en prettig, maar ze is absoluut onmisbaar als basis voor een echte vriendschap. Hoe kon de eene ziel tot de andere naderen door een netwerk van leugens heen?. En hetgeen nog pijnlijker was zij! moest het met schaamt9 bekennen, dat dit haar nog meer pijn deed dan do leugens het was duidelijk, dat mevrouw von Treumann haar een dwaas schepsel vond. Niet alleen be schouwde zij haar als iemand, die weinig verstand heeft of traag is van begrip, maar als een volkomen zottin. Dat moest zij wei denken, anders zou zij zich meer moeite gegeven hebben, ten minste eenige moeite, om haar plannen een weinig minder door zichtig te maken. Anna haatto zichzelf, om dat zij zich hierdoor gekwetst gevoelde, maar het was een feit, dat zij zich niet ge kwetst voelde. Zelfs een wijsgeer vindt het niet prettig, veertien dagen lang 70or een dwaas ge houden te worden. Hjj mag er om glim lachen, zeer stellig zal het hem hinderen. En daar Anna geen wijsgeer was, 'hinderde het haar wel, maar zij glimlachte niet. „Ik denk," zei ze tot Manske, toon hjj eens op een morgen aankwam met een lijst van uitgekozen sollicitanten, „ik denk, dat liet beter is nog wat te wachten, voordat wij de negen anderen kiezen." „De freule wordt het weldoen toch niet moede?" vroeg hij dadelijk. „O neen, dat niet; ik doe gaarne wel,'* zei Anna een weinig loom, „maar het is niet zoo gemakkelijk als het lijkt." „Ik heb negen personen gevonden, die» het zeer verdienen," drong hij aan, „en later zouden er misschien „Neen, neen," viel Anna hem ïn de rede, „wij zullen nog wat wachten. In den herfst misschien; maar nu nie't. Eerst moet ik degenen, die wij hebben, gelukkig maken. U weet," zei ze glimlachend, „ze zijn hier gekomen om gelukkig gemaakt te worden." „Ja zeker, dat weet ik. En gelukkig moe ten ze hier zeker wezen, door alles, wat het leven schoon en begeeren6waardig maakt." „Dat zou men zoo denken," zei Anna' peinzend. „Het is mooi hier. nietwaar, het moest gemakkelijk wezen hier gelukkig te zijn en toch ben ik niet zeker, dat zij dit zijn." „Niet zekerManske keek haar ver.-i schrikt aan. „Wat is er noodig voor do menscben,' voor de meeste menschen, voor gewone men scben, om hen gelukkig te maken?" vroeg zij ernstig. Zij sprak tot zichzelve, meer; dan tot hem, en verwachtte geen verkla rend antwoord. „De vreeze des Heeren," antwoordde hij dadelijk; en dit woord maakte een einde aan het èssprék. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5