De Europeesohe Oorlog.
l'weede Blad. A°. 1915.
KLEiME ADVERTENTIES
35 Cis.
N®. 15806
"Vrijdag 9 April.
HEDENAVOND is ons Bureau,
Noordeindsploin,
tot 8 uur
geopend. Ad verten tie-orders worden
aangenomen als gewoonlijk.
KLEINE ADVERTENTIES kunnen
tegen 35 ets. worden aangeboden. Op
i Woensdag- en Zaterdagmorgen tot
12.30 n.m., tegen 40 ets.
Officieele Kennisgeving.
HINDERWET.
Burgemeester eu Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8. lsto alinea, der Kinderwet;
Breuceo bij dezo ter algemoene kennis, dat
door hen on heden vergunning is verleend aan
do firma VAN WIJK en Co.. en rechtverkrijgen
den tot hot oprichten van een fabriek van elec-
trische gloeilampen in het perceel Langegracht
no. 113, Sectie B no. 1778,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. Do CIJSELAAR.
Burgemeester.
YAK STELTEN.
Secretaris.
Leiden, ö'u 3 April 1915.
Gemeenteraad van Leiden.
Vervolg van gisteren.
De inspecteur van de gymnasia stond
aan de zijde van de commissie van toe
zicht, wier stelsel meer algemeen gevolgd
wordt in den laatsten tijd.
Bij do artikelsgewijze behandeling merkt
de heer CARPENTIER ALTING op, dat
de verhoogingen voor den rector en ;len
directeur der H. B.-S. in te langzaam
tempo worden toegekend. Spr. en de
heer Hoogenboom stellen voor in plaats
van vijf driejaarlijksche verhoogingen
van 200, vier driejaarlijksche van 250.
De heer HEERES is niet geheel voldaan,
maar toch dankbaar voor het voorstel van
B. en W. Spr. verdedigt, nu het voorstel-
Carpentier Alting er is, dit voorstel.
Rector en directeur t-och beginnen met
hun salaris op eenigszins gevorderden leef
tijd.
De heer VAN DER LIP, wethouder,
wijst er op, dat de hoofden der inrichtin
gen door de nieuwe bepalingen achteruit
gingen. Spr. verklaart zich ook voor heb
amendemcnt-Carpentier Alting.
De heer VERGOUWEN acht, dat men
van de goede lijn afgaat. Er is gezegd,
dat het voorstel gedaan is in het belang
van het onderwijs en nu komt er een
amendement, dat- niet in het belang van
het onderwijs is. Spr. 'wijst ook op het
belang van de gemeentekas. Waar B. en
W. toch zooveel mogelijk rekening zullen
hebben gehouden met het belang van het
onderwijs, wil spr. niet verder gaan. Het
is spr. niet. bekend, dat de onderhavige
personen iets gevraagd hebben.
De heer HOOGENBOOM zegt, dat van
de betreffende personen geen invloed in
deze is uitgegaan. Hij verdedigt het in
gediende amendement, waar de voordee-
lcn voor de titularissen te laat komen.
Dc VOORZITTER is het geheel eens met
den heeT Vergouwen. Het belang van het
onderwijs moet voorop gaan. De alge
meen maatschappelijke stand voor rector
cn directeur is niet liooger dan die van
de leeraren.
De heer HEERES is na het gehoorde
van den heer Vergouwen en den Voorzit
ter van meening veranderd. Hij zal het
amendement niet meer steunen.
De heer OARPENTIER ALTING verde
digt nogmaals zijn standpunt.
Het amendement wordt verworpen met
23 tegen 5 stemmen. Vóór de heeren Van
der Lip, Roem, Hoogenbcom, Reimerin-
ger en Carpentier Alting.
Artikel 1 wordt aangenomen en even
eens artikel 2.
Bij artikel 3 wil de heer HEERES ook
de dienstjaren aan H. B.-S. met 3-jarigen
cursus en eenige andere inrichtingen in
aanmerking nemen. Een amendement zal
hij niet indienen, maar spr. hoopt, dat
B. en W. deze zaak tête reposée eens
zullen overwegen.
De heer VAN HAMEL, wethouder, acht
de clausule betreffende de door B. en W.
daarmee gelijk te stellen inrichtingen vol
doende.
Dc heer VERGOUWEN wil in deze
wachten, tot deze zaak actueel is, tot zich
een geval voordoet.
De VOORZITTER zegt, dat men te gc-
legenertijd deze zaak wel zal behandelen.
De heeren CARPENTIER ALTING,
FOKKER, VAN DER LIP, ZWIERS,
VAN DER POT, VAN HAMEL en de
VOORZITTER, discuseeren nog even over
de toekenning van do salari3verhoogin-
gen.
Artikel 3 wordt aangenomen en daarna
de artikelen 4, 5 en 6.
De heer FOKKER vraagt of 't wel noo-
dig is den conrector nog een extra
bezoldiging te geven. De wet schrijft
het voor, maar moet daarvoor nu geld
beschikbaar worden gesteld? Er is toch
ook geen bezoldigde onder-directeur van
de H. B.-S.
Do VOORZITTER verdedigt cle bestaan
de regeling.
Achtereenvolgens worden de artt. 7, 3,
9, 10, 11, 12 en 13 goedgekeurd.
Bij art. 14 merkt de heer VAN DER
POT op, dat ten onreehtu van eervol ont
slag wordt gesproken. Men kan toch
overnemen de bepaling die dienaangaande
voor professoren bestaat.
De VOORZITTER verdedigt de lezing
van het voorgestelde artikel, dat na nog
een korte discussie wordt aangenomen,
met weglating van het woord „eervol".
Na aanneming van artikel 15 komt bij
art 16 in stemming het amendement-
Fokker c. s. over het tijdstip van in-wer-
king-treding. Dit wordt verworpen met
15 tegen 13 stemmen.
Vóór stefrimen de heeren P. J. Mulder,
Bosch, Fokker, J?era, Van Gruting,
Brièt, De Boer, Vergouwen, Driessen,
Sytsma, A. Mulder, Botermans en Zwiers.
Bepaald wordt-, dat-de verordening op
1 Juli 1915 in werking zal treden.
De verordening wordt aangenomen met
23 tegen 5 stemmen. De heer FOKKER
stemt tegen omdat hij bij de tegenwoordige
omstandigheden geen vrijheid kan vinden
er voor te stemmen. Tegen stemden ver
der de heeren Vergouwen, Driessen,
Sytsma cn Pera.
Hierop is aan dc orde de verordening,
houdende regeling van de jaarwedden
der leeraren aan de Hoogere Burgerschol
voor Jongens to Leiden, die zonder discus
sie wordt aangenomen. Het amendement-
Fokker c. s. wordt ingetrokken.
De verordening, houdende wijziging der
verordening van 3 September 1895 (Gem.
blad no. 6) voor de Hoogere Burgerschool
voor Jongens, wordt - aangenomen.
De vergadering wordt hierop gesloten.
DAGBLAD
'•JS'MihicI 1 A
M V j) 8?)
Sr Aftignr
Dc nieuwe pogingen tot doorbraak door dc Franschen tnsschen
Maas en Moezel.
DE STRIJD IN HET WESTEN.
Er is in het westen zoowel als in het
oosten een herleving van den strijd op te
merken. Bj do Karpathen wordt, zooals de
communiqué's van bride partijen doen zien,
hevig gevochten. Maar. meer belang stelt
men hier to lande voor wat in het westen
gebeurt. Dit is dichter bij hui3 en men inte
resseert zich altijd meer voor zijn buren
dan voor vreemdelingen, die ver af wonen.
En in het westen heeft het voorjaar ook
meer strijd gebracht. Wat er thans gebeurt,
wettigt eenigszins het vermoeden, dat we aan
het begin staan van beslissende krijgsver
richtingen. Op twee plaatsen oefenen de
geallieerden een sterken druk uit op net
Duitsche front en daar hebben ze tot nu
toe nogal succesjes te boeken. De Belgen
komen in Vlaanderen langzaam vooruit en
hetzelfde kan gezegd worden van de Fran
schen bij Verdun en Pont-a-Mousson.
By Verdun worden gróoto actirs ver
wacht, zelfs zou een sector in den verdedi
gingskring voor do Engelschen worden in
geruimd.
De Parijsche correspondent van de .Ti
mes" deelt als volgt zijn verwachtingen rr.ee
over de verdere krijgsverrichtingen. Hij
schrijft:
Het lijdt geen twijfel, dat de Franschen
opnieuw een beweging van beteekeris onder
nemen in Woëvre d. w. z. in het bosch-
acktige en bergachtige terrein tusschen de
Maas en de Moezel, ten zuiden van Verdun,
waarover het Duitsche leger zich verspreid
heeft in de gedaante van een voet, waar
van zich de toon te St. Mihiel bevindt.
Ofschoon de communiqué's in den laatsten
tijd ongewoon kort zijn geweest, wordt er
bijna eiken flag ieto over uien sector ge
meld. Het doel van de Franschen is, de
Duitsche verbindingslijnen met Si Mihiel te
bedreigen met andere woorden, door op
de wreeï en het plat van uen voet 'te beu
ken, den toon te nopen, zich terug te trek
ken.
In het begin van de vorige week-vielen
zij 'te Coihbres en te Les Eparges aan, die
aan de wreef liggen, en dienden hun vliegers
dcor op verschillende punten achter de
Duitsche linies bommen te werpen, spelde-
prikken toe in de streek van den enkel.
Tezelfdertijd heeft hot plat van den voet
ernstig te lijden van voorwaartsche bewe
gingen van de Franschen, eerst in liet Bois
le Prötre, daarna te Fey-en-Haye (dat 1.1.
Woensdag genomen werd) en Régnierille,
dat Zaterdag bezet is.
Door de vermeestering van die dorpen
zijn do Franschen weer wat dichter bij de
Duitsche hoofdaders gekomen den spoor
weg, die door het steile dal van de Rupt
do Mad loopt. Zj zullen nog maar een kilo
meter of drie verder behoeven te komen,
om dien af te snijden.
De Emoties van den Oorlog in dc Lucht.
Tusschen Rousselaere en Dixmuiden heeft
de Fransche vliegenier Garros een hevig
duel in de lucht gehad met een met twee
Duitsche officieren bemande aeroplane.
De ,ontmoeting had plaats op een hoogte
van 1800 meter. Eerst wilden de Duitschers
vluchten, jnaav Garros ging hun achterna
cn sneed den terugweg af door diverse ma
noeuvres. Hij steeg dertig meter boven zijn
vijand ,en opende toen het vuur. De Duit
schers schoten terug en een aantal kogels
troffen het toestel van den Franschman
zonder echter de fijnere onderdeden te be
schadigen. Nadat Garros vijf en dertig scho
ten had gelost, duikelde het Duitsche vlieg
tuig .twee keer om. Het oliereservoir was
doorboord en weldra vatte alies vlam. Gar
ros volgde het Duitsche vliegtuig omlaag,
waaruit reeds de twee Duitsche officieren
waren gevallen. Beneden gekomen, landde
hij vlak bij zijn troepen, die het schouwspel
rnet ontzetting hadden aangestaard. slap
te uit zjjn aeroplane, ging naar de lijken der
Duitschers, die beiden het IJzeren Kruis
droegen, toe, salueerde en viel daarna zelf
neer, .overstelpt door de geweldige emoties.
De Duitsche Socialisten over den Vrede.
De Ber-ijnsche bladen bevatten uitvoe
rige verslagen van een redevoering, die de
sociaal-democratische «afgevaardigde Schei-
demann ts Neurenberg heeft gehouden cn
waarin hij o.a. zeide: „Wij willen een duur-
zamen vrede, die ons zekerheid biedt, dat
wij na den oorlog weder in vrede kunnen
leven met de volken, met welke wij thans
vechten. Ons doel moet zijnde beveiliging
\an ons eigen land en het scheppen van de
mogelijkheid om op de wereldmarkt te con
curreer en".
Verder bracht Sckeidemann hulde aan de
dapperheid der Duitsche troepen en hij ver
volgde dan: „Als vaststaand kan nu wel
worden aangenomen, dat Duitschland in mi
litair opzicht niet overwonnen kan worden,
hoe talrijk de vijanden ook mogen zijn".
Nadat JScheidemann dan verder had ver
klaard, dat Duitschland onder alle omstan
digheden moet volhouden cn zich niet cldor
uithongering tot vrede moet laten dwingen,
al zou men ook ontberingen moeten lijden,
waarschuwde hij voor al te voorbarige be
sprekingen over den vrede en hij eindigde
aldus: „"Wat wij moeten verkrijgen is nog
niet bereikt. Daarom mogen wij thans nog
niet van vrede spreken.
Ieder verstandig mensch wil liever mor
gen vrede dan overmorgen, maar daarom
kunnen wij ons inet bereid verklaren om op
de knieën te vallen en een slappen vrede
te sluiten".
Het Nedcrlandsche sociaal-dcmccratisch
orgaan maakt op dit bericht dc volgende
aantèékening
„Heeft partijgenoot Seheidemann inder
daad zoo gesproken als dit beviel.- het voor
stelt, dan komt zijn aanduiding van de ver
langde vredesvoorwaarden meer. overeel
met de verklaring van de woordvoerders del
regeering en der burgerlijke partijen, dai
met die van partijgenoot Haase in de Rijke
dagzitting onlangs geuit'2.
De uitwerking der Duitsche
propaganda.
Het Noorsche tijdschrift „Morgenbladet,'
keurt in een artikel de door Duitschland ii
het buitenland gevoerde propaganda af. Wek
nig, zegt het blad, heeft de openbare meo
ning i,n Noorwegen zoo ten nadeele vat
Duitschland beinvloed, als de propaganda
met allerlei drukwerk. Iedere circulaire heeff
een tegenovergestelde uitwerking als zij be
doelt en is zelfs voor de beste vriendei
van Duitschland stuitend.
Voor ons ligt een vlugschrift met he
portret van sir Edward Grey en het op»,
schrift „Europa's grootste misdadiger." Et
.wordt in geschreven over het „intrigante
spel" van dezen „geraffineerden booswicht.*'
Wij hebben voor ons een andere circulaire
met het portret van den gezant Findla>\
Over den toon kan men zich een begrip
vormen uit het volgende citaat: „Wat was
40 jaar geleden een Thomas te Bremerha
ven met zijn helsche machine in vergelij
king met deze heeren Grey en Findlay? En
wordt tegenover hun schanddaden ergens
ter wereld een grootere huichelarij en schijn
heiligheid getoond als in Engeland? Weg
met deze schurkachtige Britten!" Een reeks
andere vlugschriften hebben slechts ten doel
den vulgairen haat tegen Engeland voedsel
te geven en Dresden schijnt het uitgangs
punt van al deze propaganda te zijn. In
dien de vijanden van Duitschland agenten
in het buitenland zouden hebben, die do
sympathieën voor Duitsclhand moesten ver
minderen en het geloof in de waardigheid
van de Duitsche natie moesten verzwakken,
dan zou hiervoor op niet meer doeltreffende
wijze gezorgd kunnen worden dan door deze
pamfletten, die van Dresden uit over Noor
wegen verspreid worden."
De „Vorwarts" merkt naa*.r aanleiding
hiervan op: Het zou geen kwaad kunnen,
wanneer men niet slechts het buitenland
deze smakelooze geschriften bespaarde, maar
zich ook in het binnenland bij. de beoor
deeling van den vijand meer in toom hield.
Onze partijgenc-ot Bernstein heeft reeds op
dergelijke uitwassen in de sociaal-democra
tische provincie-bladen critiek moeten uit
oefenen.
Onderwijs en Oorlog.
De rijksregeering in. Duitschland heeft
bepaald, dat tegen Paschen geen school
plichtige kinderen voor de laagste klasse
worden aangenomen. Het tekort aan on
derwijzers is tengevolge van den oorlog
zoo groot dat in alle klassen toch geen on
derwijs kan gegeven worden. De kleinen
kunnen later heb nu verzuimde onderwij.i
op do Volksschool wel inhalen Voor kin
deren, die later de hoogere scholen willen
bezoeken zullen drie jaar volksschool
voor vier jaar tellen, zoodat zij niet ach
teruit gezet worden, in vlug doorloopen
van hun leertijd.
Italië en vScrrië.
Naar een officieuze nota te Rome meldt,
naderen de onderhandelingen tusschen Ita
lië en Servië voor het treffen eener over
eenkomst nopens de Aclriatische Zee, haar
einde. De nota voegt hieraan toe, dat de
Italiaansche politiek op den Balkan in alle
opzichten strookt met die der Entente.
FEUILLETON.
H© Weldoenster.
44)
De barones. een kleine, blonde
vremv, met kleine, platte krulletjes, kiss-
me-quick genaamd, 'op iedere wang en wijd
open, licht-blauwe oogen en een kleinen
mond zonder lippen, of lippen zóó dun,
dat ze bijna niet zichtbaar waren, zat heel
Mil, en recht en had een eigenaardige ma
nier haar oogen te bewegen van het eene
gezicht baar het andere zonder haar hoofcï
om .^./draaien. Zij v.as ongetrouwd, waar
schijnlijk ongeveer vijf en dertig jaar, dacht
Anna, maar bij de correspondentie had zij
altijd vragen vermeden, die op haar leef
tijd beirekking hadden. Fraulein Kuhrauber
was ook vijf en dertig, en even stevig en
blozend als de barones klein en bleek was.
Frau von Treumann was over- de vijftig en
had meer verdriet, naar haar brieven te
oordeelen, dan 'de beide anderen. Zjj zat
liet dichtst bij Anna, die telkens haar hand
vriendelijk op 'de hare legde en haar daar
'c,en oogen blik' liet rusten, vast besloten al
'de koude van het begin af aan te doen
ontdooien. „O, ik zou heelemaal vergeten."
zei ze vroolijk, en de vroolijkheid, dié zij
in haar stem wilde leggen, maakte haar
zelf aan t lachen, „ik zou heelemaal ver
geten u aan elkaar voor te stellen."
„Dat hebben 'wij aan het station al gie
tman," zéï_ Frau von Treumann, „toen wij
alle drie in hetzelfde rijtuig stapten."
..Do Elmreiehs zijn geparenteerd aan de
mpumanns," merkte do barones op.
hebben zulk een groote familie/' zei
Frau von Treumann snel, „dat wij bijna
met iedereen geparenteerd zijn."
Dit werd op koelen toon gezegd en er
ontstond een stilte. Geen van beiden scheen
familie to zijn van Fraulein Kuhrauber, die
haar gezicht in haar kopje verborg, waar
het. theelepeltje in bleef, terwijl zij dronk,
en hartelijk naar 'familieleden verlangde.
Maar die had ze niet. Zij had geen familie
betrekkingen hoegenaamd, behalve overle
dene. Zij was sedert haar tweede jaar een
wees; een tante zorgde voor haar tot ze
tien was. En toen stierf haar tante en zij
kwam tot haar zestiende jaar in een wees
huis; toen zei men, dat ze zelf haar brood
moest verdienen. Zij was een traag meisje,
zelf reeds in die dagen; zij at liever haar
haar brood dan dat zij het verdiende. Daar
zij echter niet langer in het weeshuis kon
blijven, kwam zij als Stiitze der Hausfrau
in een domineesgezin. Deze Stütze of hulpen
in do huishouding komen zeer veel in fa
milies van den Duitschen middenstand; zulke
meisjes helpen de vrouw des huizes in al
haar werkzaamheden: koken, bakken, ver
stenen, strijken, de kinderen onderwijzen of
bezig houden ze zijn een troost en zegen
voor de afgetobde moeders. Maar Fraulein
Kuhrauber had geen talent hoegenaamd voor
het helpen van huismoeders en haar werd
al zeer spoedig verzocht de drukke en volk
rijke pastorie te verlaten; en daarop volg
de een Lange reeks van zwerftochten, twin
tig jaar lang, waarna zij door een wonder
lijke wending der 'fortuin «aanlandde in
Anna's armen.
Toen zj do advertentie onder de oogen
kreeg, zag haar toekomst er zeer donker
uit. Men had haar, zooals gewoonlijk, haar
betrekking -opgezegd en zïj had nog geen
andere op het oog en had niets overgespaard.
"Wel is waar bood men in de advertentie
alleen aan vrouwen van goeden huize een
tehuis aan, maar zij stapte over dat bezwaar
heen.
Zij schreef daarom in gloeiende bewoor
dingen over den vader van het gezin
Kuhrauber, „gegen wartig mitt Golt", zoo
als zij het noemde en Weidde uit over zijn
verstand en zijn gaven (hij was een gelet
terde man, schreef zjj), terwijl hij nog op
aarde vertoefde. Hoeveel nasporingen
Mansko ook deed, hij kon niets anders te
weten komen dan dat zij een wees was,
zcoals ze zelf ook had gezegd, arm, zonder
vrienden, zwoegende om het leven door te
komen. Anna, die op dat oogenblik al de
bezwaren begon moede te worden, die de
prinses maakte over iedere sollicitatie, be
sloot dadelijk deze aan te nemen; tegen
haar was nog geen enkel woord ingebracht.
En zoo geschiedde, dat Fraulein Kuhrauber,
die haar geheele leven getracht had zoo wei
nig mogelijk werk te doen, een nutteloos en
zorgloos wezen, dat zich nooit bijzonder on
gelukkig gevoeld had en wier vader brie
venbesteller was geweest, welkom' werd ge-
heeten in Anna's huis met een geestdrift,
die haar zelf verbaasde. Zij werd toege
lachen, op den schouder geklopt; er wer
den lieve woorden tot haar - gesproken, juist
tegenovergesteld aan wat zij gewend was,
waardoor zij een gevoel had of zij nu voor
goed rust kon nemen; zich veilig voelen en
niets uitvoeren. Dat was, wat haar het ge
lukkigst maakte.
Het was heerljjk. Het scheen veel, veel
te goed om waar, te kunnen zijn. En de
vreugde, die haar vervulde, toen zij lek
kere koekjes zat te eten, en het nare ge
voel, dat zjj ondervond als de twee andere
dames haar zaten aan te kjjjketo, en het
bewustzijn, dat zij nooit had leeren omgaan
met menschén, die von voor hun naam had
den. dit alles te zamen gaf haar zulke ge
mengde gevoelens van verrukking en van
vrees, dat het heel natuurlijk was, dat zij
het suikertangetje liet vallen, en het melk
kannetje omgooide en zich verslikte in de
koffie want al deze dingen deed ze
tot Anna's smart. Want Anna leed met haar
medo in haar agitatie, terwijl de oogen van
de twee anderen iedere der opeenvolgende
rampen met de grootste aandacht nagin
gen.
Het was een akelig halfuurtje. „Ik ben
verlegen en zj zjjn verlegen," dacht Anna
bij zich zelve bijwijze van verontschuldiging
voor de vervelende stemming, die zonder
eenigen twijfel de overhand had. Maar hoe
zou het anders kunnen wezen? dacht zij.
Had zo dan verwacht, dat zij zouden uit
weiden in betuigingen van dankbaarheid?
Dat verhoede de Hemel! Het was toch een
gewichtige crisis in haar leven, deze over
gang voor altjd van veronachtzaming en
eenzaamheid tot liefde, en het verbaasde
haar eenigszins, dat de gewaarwording, die
blijkbaar het meest op den voorgrond'trad,
belangstelling was in cle onhandigheid van
Friiulein Kuhrauber.
Haar Duitsch werd zeer gebrekkig en
dreigde haar geheel in den steek te laten.
De onvermjdelijke pauze kwam, zij hoor
den de musschen in den tuin, schitterend
van gouden zonlicht, krakeelen en een pomp
in de verte piepen.
„Wat is het stil," merkte de barones
op met een lichte huivering.
„U heeft geen boerenerf bij het huis
om het wat vroolijker te maken," zei Frau
von Treumann. „Bij mijn vader lag de tuin
achter het huis en het erf vooraan, men
voelde zich niet zoozeer van alles afgesloten.
Er gebeurde altjd wat op het erf er
was altijd leven en beweging."
„Werkelijk?" zei Anna; en weder boord)
men de pomp en de musschen.
„De stilte is bepaald opmerkelijk." zei de
barones weder.
„Ja eben," zei Fraulein Kuhrauber.
„Maar het is mooi, nietwaar?" zei Anna
en zij tuurde naar het licht op het water.
„Het is zoo - rustig, zoo kalmeerend. Kijk,
wat zal de zon vanavond prachtig onder
gaan. Wij kunnen het aan dezen kant var
het huis niet zien, maar kijk eens naar
do kleur van liet gras en het water."
„Ach, u houdt veel van de natuur,"
zei Frau von Treumann en heel even keer
de zij het hoofd naar het raam; toen wierp
zij een onderzoekenden blik op Anna. „ik
ook. Eu is niets, \\aar ik meer van hour,
dan van de natuur. Doet u aan schilderen?"
„Ik wou, dat het waar was."
„0, dan aan zingen of piano spelen?*
„Aan geen van beide."
„So? Maar wat heeft u hier dan bijwijze
van afleiding, van tjdverdrjf?"
„Ik geloof van niets," zei Anna glim
lachende. „Ik heb het tot nu toe heel druk
gehad om alles voor u in gereedheid te
brengen, en voortaan zal ik alleen al genie-
ten. dat ik leef."
Frau von Treumann keek een oogenblik
verbijsterd. Toen zei ze. „Ach so."
Opnieuw eenig stilzwijgen.
„Mag ik u nog een kopje koffie inschen
ken?" VToeg Anna, terwijl zij de kan uitnoo-
digend opnam. Zj voelde zich wat bedrem
meld en bloosde onzinnig bij dat Ach sow
(Wordt vervolgd).