Belangrijke Mededeeling. De Eurapeesclie Oorlog. B© Weldoenster. ES 33 ïi A M SS 40 Ctg. por regel. aan alle bezitters van Naald-spreekmachir.es. Oratss Aanbieding. Onze nieuwe weergever PATHÉ, speciaal vervaardigd om op naald- spreekmachines van elk systeem ook Pathóplaten te kunnen bespelen, wordt aan een ieder gratis aan geboden bij aankoop ineens van 5 Pathóplaten naar keuze uit een repertoire van meer dan 20.000 opnamen, zang en muziek, vertolkt door de beroemdste Artiesten. Franco toezending van catalogi. Inlichtingen, ook aan huis, kosteloos. Naald-platen worden tegen Pathc- platen ingeruild. Fonograaf Patké G. MENKE, eenig importeur voor Nederland en Koloniën, Reguiiersbreestraat 43, A'darn. Verkrijhbaar bij onze agenten door geheel Nederland. Hun adressen worden op aanvraag gratis verstrekt Wacht u voor namaak en eischt steeds op onze platen en artikelen den naam PATHÉ. 2927 60 Ter gelegenheid van het Paaschfeest zal de heer J. Vincent op Zon dagmorgen van half acht tot acht uren de klokken van het Kon. Paleis te Amsterdam bespelen. Het opperhoofd van de Oss e-i- sie. Het opperhoofd van do Aukaner Böschnogers Osseisie van Otterloo is over leden. Naar aanleiding daarvan schrijft J. G. S. na „De Surinamer" Uit Albina gewerd ons heb bericht, dat de hoofdman Osseisie van Otterloo, overleden is en vermoedelijk zal opgevolgd worden door Insa. °it bericht heeft ons diep getroffen, want wij hebben al de jaren door de stille hoop gekoesterd, dat hij op zijn ouden dag zich toch nog tot het Christendom zou bekceren, vooral nu hij in den laa-tsten tijd niet metr onder invloed stond van den heidenpriester Arabic, die maanden geleden gestorven is. Ket drietalBrokohamaka, Arabic en Osseisie, is betrekkelijk kort achter elkaar heengegaan. In es A is een krachtige, jonge man, hoog en breedgeschouderd. Hij is eigenlijk een twee de neef van den overledene, want zijn moe de' de Saomee moet de nicht wezen van Osseisie. Hij zal een flink figuur maken a2s grmman van zijn stamgènooten. Indertijd ïclicen hjj in Bofoloo, den naderen neef van '4 .i granman, een mededinger te zullen heb ben, doch men vond algemeen, dat B. het to zeer met dc blanken hield, vooral omdat hij het neger-Fransch zoo vlot kon spreken. Insa was in alles de vertrouwde van den Granman geweest, telkens a-ls er officieeïe boodschappen naar Albina of naar de stad moesten verzonden rden, was het Insa, in wiens handen al1 es was toevertrouwd. Soms tot laat in den avond, als het dorp reeds in rust was, kon insa uren lang bij den granman doorbrengen, om naar diens wijze lessen on vermaningen te luisteren. Ook vond granman het noodig, dat zijn vermoe delijke opvolger het beste onderricht zou krijgen in do obia of tooverkunsten e?i daar voor moest I. een tijdje onder speciale lei ding staan van den kapitein Pankoskoe. Wij halen hier nog één staaltje aan van 'de wijze hoe Osseisie- bij do opleiding van ziju neef geen factor uit het oog verloor, maar zijn kweekeling in alles tot een vol bloed boschneger wilde maken. Insd had een kleinen hond gekocht, dien hij in den beginne goed verzorgde en overal met zseh mee nam. Later begon hij hot dier t-o vorwaarloozen en het beest stierf. In den morgen nam hij den d'ooaen hond in dc cor- jaal mede naar den anderen oever, wikkeldo hem in een rijstzak en begroef hem aldaar hij loste als ïaatsto eerbewijs twee schoten en begon met zijn zware stem to weeklagen en te weenen, zooals het gebruikelijk is bij een sterfgeval van een menseh. Toen de granman d't hoorde, was hij woedend gewor den, bet Insa'voor zich komen en onderhield li. n streng over zijn zwakmoedigheid. „Jo© no de g man foe ngo na fetj nanga bakra" enz. (Je bent ongeschikt om een troep tot den strijd met de blanken to leiden, als jij over een hond zoo kan schreien Wij vragen onszei ven af, of met het be stuur van Ins& (of ook Kanapee genoemd) emdelijk de deur voor kerk en school onder dc Aukaner Boschnegers zal geopend wor den. Pc Telefoon in den Oorlog. Aan een velöpostbrief van eon artillerie officier in de „Köln. Volksztg." wordt het volgende ontleend over de werkzaamheid van j dc telefcontroepen te velde: In den positie-oorlog, zooals hij zich over het geheel© front heeft ontwikkeld, speelt do telefonist een bijzonder belangrijke rol. Do bevelspost van een artillerie-commandant is een centrale van een dozijn en nog meer draden, die, gespannen door diep boscii, over ldoven, beken en bergen, in zijn aard bol uitmonden. Van hieruit beheerscht hij zjjn batterijen, leidt het vuur, houdt over leg met do infanterie, met het 'vlieger- station, bespreekt alle maatregelen met de generaals, zonder een voet te verzetten. Het aansluitingssysteem1 der verschillende gelei dingen is het geheim van den telefonist. Hij weet nauwkeurig welk station hij moet aan- j roepen om een gewenscht-e aansluiting te verkrijgen. In het kort, hij is d© meester van de situatie. Zit de telefonist echter in een besloten batterij of in een natt© loopgraaf, waarin do zware granaten inslaan, dan is hij ooi: een held. Hij ligt daar geduldig, mond en oor afwisselend .aan de telefoon. De waar nemer, een artillerie-officier, kijkt ingespan nen door den kijker naar de vijandelijke loopgraaf. Hij fluistert aan den telefonist zijn waarnemingen toe, dio z© verder geeft. De officier heeft voor zich een mijnwerper ontdekt. De telefoon geeft het verder. Deze moet beschoten worden. De telefonist geeft nauwkeurig, volgens aanwijzing van den officier, do plaats op do kaart aan. Voor zichtig moet van gene zijde aangeschoten worden, opdat bij de mogelijke strooiing van de schoten en de nabijheid van het doel, niet de eigen loopgraven getroffen worden. Do telefonist geeft thans alle com mando's en waarnemingen door. „Tien meter te kort, zijde goed." „Acht meter afbreken, vijf meter links/' Aldus gaat het verder. Intusschen fluiten do infanterie- schoten over zijn hoofd. Kartetsen ontplof fen met oorverscheurend geknal Doven hem; van verre kondigt een zware brommer" zich aan en bom! valt hij naast de tele foon in do_ loopgraaf. De telefoonkast is vernield en daarop ligt in zijn bloed do telefonist, den mond nog geopend. Voor zulk een standvast:gheid moet men bijzondere eigenschappen bezitten. De in fanterist in do loopgraaf schiet en verde digt zich. Do telefonist echter ligt weer loos in den regen der schoten, om door den electrischen stroom de verbinding, tussclien waarnemer en batterij to verzekeren. Dikwijls roept hij te vergeefs in het toestel geen antwoord. Hij ziet zijn tele foon na, de aardgeleiding, de verbindings stop alles in orde. Zeker is weder do draad doorgeschoten. De infanterie be hoeft echter hulp, de verbinding moet her steld worden. Over do loopgraaf zingen de kogels. Toch er op uit! Den draad nage- loopen! Rondom zoemt het in alle toonaar den, doch de dappere bekommert zich daar om niet. Gespannen volgt zijn oog nog steeds den metalen draad, steeds verder. Daar een diepe trechter van een granaat, midden daarin de draad afgeschoten! Snel de beide uiteinden aan elkander gelapt en terug onder den kogelregen naar de loopgraaf! Of thans antwoord komt? Gelukkig antwoordt men aan liet andere einde en het onderbroken schie ten gaat verder. Niet altijd wordt de fout zoo gemakkelijk ontdekt. De geleidingspatrouille gaat den draad dikwijls kilometers ver na en er be hoort veel vindingrijkheid toe om de breuk plaatsen aan boomen of afleidingsplaatsen t© vinden. Doch de telefonist weet hoo ge wichtig zijn ambt is, dat hij on:1 zoo t© zeggen het middenpunt van de gemeenschap van het logge legerkorps vormt en daarom1 vervult hij zijn verantwoordelijk beroep in allo omstandigheden, getrouw tot in den dood. Dc Ilciiige Biircaueratiu.s. De „Matin" doet een vermakelijk verhaal van do pogingen, welke een medewerker van het blad in het werk stelde om een zwaar gewond'©, onlangs uit Duibschland over Zwit serland naar Frankrijk teruggekeerd, op te zoeken. Men had ons van hooggeplaatste ja zéér hooggeplaatste, zijdo aangeraden ons naar het militaire hospitaal te begeveD, waar wij soldaat X. zouden vinden, die ons zou kun nen vertellen van dra hartelijk© ontvangst bij het vervoer door Zwitserland ondervon den. "NVij gingen dus naar bedoeld hospitaal en verzochten bij X. toegelaten te worden. T vergeefs beproefden wij den dokter van dienst te vermurwen. „Onmogelijk," zeide hij trouwens uiterst vriendelijk; „ik kan u geen vergunning geven. Maar kom morgen een vraag naar den dirigeerend officier van g©"ondheiddat is zoo eenvoudig mogelijk." Den volgenden dag kwamen wede diri geerend officier deed zijn ronde. Wij zonden hem een schriftelijk verzoek toe. „Kom over een uur eens terug," ried ons een officier. Een uur later kregen wij. heb schriftelijk antwoord van den dirigeeicnd off'cier van gezondheid, die ons den raad gaf een bezoek to brengen aan generaal Eérrier, inspecteur van den geneeskundigen dienst., dio alleen bevoogd is do verlangde vergunning te ge ven. Ten bureele van die autoriteit aangeland zeide ons de wachthebbende korporaal, dat wij niot voel kans hadden ontvangen te wor den, daar de generaal stuiken teckende. Na eenig over cn weer gepraat,, liet de man zich overhalen onzen brief, dien wij zorgvul dig in 'n schoons enveloppe hadden gedaan, aan een anderen ordonnans t© geven, die wel zoo goed was het epistel naar den toege- voegden officier te brengen. Deze zei de„Het is er ten slotte slechts om te doen een toegangsbewijs te krijgen? Welnu, dan moet u aan het plaatsburcau zijn." Wij naar het plaatsbureau. Met de grootste welwillendheid verstrekte do dienstdoende luitenant ons een toegangs bewijstot zijn chef, een kapitein, die een verdieping hooger bureau hield, die de zaak endosscerdo aan een majoor. Na een ged'ach- tenwisseling tusechen beiden werden zij heb erover eens, dat voor on3 de kortste weg zou zijn een schriftelijk verzoek in te dienen bij den commandeerenden generaalnog sneller zouden wij ons doel bereiken indien wij aan klopten bij den militairen gouverneur van Parijs. Wij ijlden naar diens bureel en verzochten hen of een van zijn officieren tc spreken. Een wachtmeester van de gendarmerie, wien wij het doel van ons bezoek moesten uiteenzetten, stelde onzen brief (dien wij sinds 't begin van onzen tocht zeker al acht maal van een nieuw couvert hadden voor zien) in handen van een ordonnans. Enkel© ©ogenblikken later werden wij ontvangen door den commandant van het hoofdkwar tier, die ons dadelijk doorzond naar den chef van de He afdeeling, die, na ons verzoek aangehoord tc hebben, ons allerbeleefdst vergunning verzocht dit ter afdoening to mogen voorleggen aanliet bureau in spectie van den geneeskundigen dienst. Tegen zes uur 's avonds deelde de chef van do ïïe afdeeling ons mecle, dat hij per telefoon geen verbinding had kunnen krijgen met het bureau-inspectie, maar dat de zaak toch spoedig afgedaan zou worden. Om ons in de gelegenheid te stellen op de hoogte te blijven, gaf hij ons zijn telefoon nummer op Oorlogslcverauties door Amerika. Volgens de „Sun to Baltimore, moet het bedrag der oorlogsleverantiën van Amerika aan de geallieerden op een billioen dollar ge schat worden. De contracten loepen vaak over een termijn van negen maanden, en kel© zelfs over twee jaar. Alle3 gaat naar Canada en wordt vandaaruit verscheept. Ook het oorlogsmateriaal voor Frankrijk en Rusland gaat langs dezen weg en wordt in Engeland verdeeld. Do vierhonderd mil- lioen van de laatste zes maanden waren ver deeld als volgt; Wapens, munitie en ontplofbare stoffen Hl 07 Ijzer %n staal 66 Textiel-goederen 32 Automobielen 22 Chemicaliën en verbandstoffen 6.25 Lederwaren 18 Voedingsstoffen 161 mill. 412.25 Do geheele productie aan wapens, munitie en ontplofbare stoffen is door do geallieer- don opgekocht. Gewoonlijk worden alle con tracten in het geheim door agenten afge sloten. Ook de fabrieken houden alles ten strengste geheim. Toegang tot de fabrie ken is streng verboden; ook de arbeiders moeten passen hebben. De 75 wapen- en mu nitie-fabrieken, die er in Amerika, zijn, ver schaffen in normale tijden 20,000 arbei ders werk en thans, bij verdubbelden en ver driedubbelden werktijd, ongeveer 50,000 ar beiders. De productie van ontplofbare stof fen (door 103 fabrieken met een kapitaal Van 25 millioen en een productie in vre destijd van 250 millioen pond), is verdub beld. Onder do bestellingen komen o. a. voor: 40 millioen pond trinitrotoluol voor do En- gelsche regeering, 20 millioen pond schiet katoen, zooals de Engelsche marine gebruikt* 50,000 pond picrine-zuur. Do prfis van hel laatste is van 25 cent tot 2% dollar per pond gestegen. In Februari bestelde Frank rijk 24 millioen pond schietkatoen over twee jaar verdeeld. Bq do bestellingen betalen do agenten 25 procent vooruit. Sinds het begin van den oorlog hebben de geallieer den meer dan 10,000 automobielen in Ame rika gekocht. De meeste transacties wor den geregeld door het bankiershuis I. P, Morgan Co. Do Houding van Roemenië. Een verslaggever van den „Petit Parisien" heeft een gesprek gehad met den heer Take Jonescu, oud-ir.inister van binnenlaudsche za ken in Roemenië'. Griekenland heeft, toen het aan de zijde der verbondenen weigerde te treden, een zwaren misstap begaan, zei Take Jonescu. Bulgarije zal zich de zwakke politiek van Griekenland weten ten nutte te maken. Want men ziet te Sofia meer en meer in, dat een overwinning van Duitschland en Oos tenrijk een onmogelijkheid is. Bulgarije zal zijn Oostenrijkseh gezinde houding van 1913 thans weer laten varen. Wat Roemenië betreft, het laat ongetwij feld deze eenige gelegenheid niet voorbij gaan. Het zal zijn nationaal ideaal weten te verwezenlijken. Filipescu en ik,, zei Take Jonescu, zijn to dien aanzien heel gerust Dat ideaal bestaat in het vereenigen ondev, een vlag der volken van gelijke taal, die thans iiog aan vrcemcl juk onderworpen zijn. Wij staan voor een dubbel vraagstuk: dat van Bessarabië, en dat van Zevenbergen er Boekowina. Bessarabië behoort Rusland, maar is Roe- m.censch gebleven. Onderstellen wij, dat wijr bij een Duitsch-Oostenrijksche overwinning, Bessarabië in bezit krijgen. Na. enkele jaren zou Rusland voldoende hersteld zijn on: or* die provincie opnieuw af te nemen. Europa" zou het laten begaan, en wij zouden voor ouzo onnoozelheid boeten. Maar Zevenbergen en Boekowina zijn ondei; de heerschappij van een mogendheid, dia thans stervende is. We krijgen zo bij erfenis. En daaron: moeten wrj ook, met de wapenen in do hand, onze rechten laten gelden. Engeland staat niet vijandig tegenover ons. Men heeft beweerd, dat Engeland het be* staan van Hongarije, dat Luthersch is, noo» dig achtte toj bescherming van Europa tegeC het Slavisme. Maar daar is niets van aan, en de sympathieën van Engeland niet alleen, maar ook van Frankrijk en Rusland zijn ons verzekerd. De bewering houdt geen steek, trouwens: Hongarije kan niet beschermen, daar het niet één is, maar verdeeld, wat taal, wat godsdienst, wat zeden, neigingen en nationale denkbeelden betreft. Maar n£ één enkele generatie zou er volkomen een heid bestaan tussclien Zevenbergen, Boeko wina en Roemenië. Wij willen in vrijheid leven, en geen leenroerigen worden van Oostenrijk. Daarom zal Roemenië eens aan de zijde van Frank rijk staan. Engclsehc Booten getorpedeerd Het Engelsche stoomschip „Flaminian' van Glasgow naar de Kaap onderweg, ia Dinsdag op 50 mijlen afstand van de ScUIy< eilanden gezonken. De bemanning, 41 kop pen sterk, is door bet Deensch© schip „Fin- iandia" opgepikt en t© Holyhead aan land gezet. Do bemanning van de „Flaminian", een schip van 3500 ton, in 1914 gebouwd, heeft nauwelijks tijd gekregen om in de boo ten to gaan, voordat het schip getorpedeerd werd. Ook is bericht ontvangen, dat de stooror boot „Crown of Castilo" van Glasgow, bij do Scilly-eilan'den getorpedeerd is. Do „Crown of Castile" is een stal et. schroef stoomschip, in 1905 te Fartiek ge bouwd, metende 2828 ton netto en 4504 bru to, en thuisbeiioorend to Glasgow. De bemanning van bet stoomschip „City of Cambridge" uit Glasgow, dat te Live;'- pool aankwam, vertelt, hoe zij ontsnapt i£ aan een duikboot welko zij op de west-kust van Engeland ontmoette. Door handig ma noeuvreeren hield de kapitein de duikboot achter zicTi en belette haar een torpedo to laneeeren. Het stoomschip werd echter een half uur lang beschoten, waardoor" dl bóóten"vernield en in do stateroom verwoei/ tingen werden aangericht. Geen van de of ficieren werd getroffen. Ten slotte was de duikboot gedwongen cfo vervolging te sta ken, daar zij wind en zee tegen had, Een Duitsclic Duikboot vernietigd? Het Franscbe ministerie van Marino deelt mede, dat eon Franscli oorlogsschip giste- ren eon Duitsche duikboot bemerkte bij Dieppe, or onmiddellijk jacht op maakte eil haar noopto om onder te duiken. Daarop zoncl het een granaat af op de periscoop en maakte zich gereefd om de duikboot te rammen. Op het oogenblik, dat de peris< coop verdween, zag men een grooto hoeveel heid olio op het water drijven.' Gebrek aan Eieren en Melk in Oostcnryk-Hoiigarijc. De Zwïtsersche bladen berichten, dat d* gemeenteraad van Weenen, dia daartoe h buitengewone zitting bijeenkwam, over do maatregelen beraadslaagde, die men tegen 1 den hongersnood zou moeten nemen. Het gebrek aan eieren en melk wordt der mate algemeen, dat de Hongaarsche regee ring er reeds toe is 'overgegaan, aan restau rants en café's to verbieden, na tien uur, 's morgens, al ware het de kleinste hoeveel heid, melk to verkoopen. FEöllLLETOü 40) „Niemand?" i l 1 1 „Neen, niemand." De prinses vond dat' werken voor zijn trood verre verkieslijk tos boven het aan nemen van Anna's liefdadigheid; maar zij Iwas dan ook bijzonder krachtig en onaf hankelijk van aard. „Ik kan u verzekeren," zei ze na een korte pauze, „dat ik mijn best wil doen om toezicht te houden op uw huis en uw uw vriendinnen en u zeil." 1 „Maar ik heb' iemand noodig, die alles wil doen zeggen wat er gegeten zal wor den, do dienstmeisjes dresseeren alles. En daarenboven vroeg opstaan," zei Anna) Tiet zeer weifelende stem. De prinses be hoorde zonder twijfel, dat voelde ze, tot 'de categorie der bedroefden en mistroosti- gen en treurenden; indien zij een plaats gevraagd had bij de twaalf, dan zou er geen bezwaar geweest zijn haar die te ge ven. Maar do gezelschapsdame, die zij zich voorgesteld liad, moest bepaald een hulp Voor haar wezen; iemand, wie zij haar be velen kon geven, als zij or lust in had, zeker niet een persoon, waar zrp geen nut Ivan had en waarover zij niet beschikken kon. Zelfs Helena, de schoonzuster van den dominee ieek haar nog beter dan deze. „Natuurlijk-, dat zou ik alles willen doen. Denkt u dan, als ik niet te trolsch hen om salaris aan te nemen, dat ik dan wel te trotsch zou wezen 0111 het werk te doen, iwaarvoor ik betaald word?" „Zou u niet liever begon Anna aar zelend. „Wat moest ik liever willen, kindlief?" „Zou u niet liever - zou het niet aan genamer voor u zijn hier te komen wonen zonder te werken? Ik zou een andere ge- schapsdamo kunnen zoeken en het zou mij heel veel plezier doen als u hier wou ko men als als een van de anderen." De prinses lachte; een hartelijke, gulle lach, in harmonie m/ït haar dikke persoon. „Neen," zei ze, „dat zou ik in 't geheel niet willen. Maar dank u wel, lief kind, voor het aanbod. Laat mij hier blijven en al het werk doen, dat u graag gedaan wilt hebben, en dan betaalt u er mij voor en wij zijn quitte. Ik verzeker u, dat het een prettig, bevredigend gevoel is quitte te zijn. Ik verwacht bepaald niet meer ontzien te worden dan u Frau Schultz doen zou. En ik zal in staat zijn voor u to zorgen; ik denk, u moet mij niet kwalijk nemen, dat ik het zeg, dat u daar wel iemand voor noodig heeft." „Nu, goed dan," zei Anna niet zonder inspanning, „laten wij het dan drie maanden probeeren." Een ontzettend zware last werd. bij die woorden van het hart der prinses afgewen teld. „U zult het niet betreuren," zei ze met nadruk. Maar daar was Anna nog zoo zeker niet van. Ofschoon zij haar best deed eeu vroolijk gezicht te zetten bij deze nieuwe aanwinst, zij kon niet anders dan zich ongerust maken, dat haar onderneming verkeerd begonnen was. "Zij was buitengewoon stil den heelen avond. HOOFDSTUK XIII. Wat Prinses Ludwig dacht van haar nieu we betrekking, is moeilijk te zeggen. Zij nam. haar positie aan als toedienster van vertroostingen aan de tot nu too trooste- loozen zonder eenige aanmerking en geheel alsof het iets heel natuurlijk was. Zij stond op voorbeeldig vroege uren op en liep den geheelen dag het huis door, rinkelend met een bos sleutels. Zij was een totaal practisch mcnsch en evenzeer ontbloot van illusies als van opvoeding in de gewone beteekenis van het woord. Haar kenni3 van de Duitsche letterkunde reikte niet verder dan die van Letty; van andere talen en andere letterkun de wist zij absoluut niets en zij gaf er ook niet om. Wat illusies betreft, zij zag do dingen zooals ze waren; zij had nooit in wolk tijdperk van haar leven ook, enthusias- me gekend. Evenmin had z;j smaak in din gen van verborgen beteekenis en symbo len. Indien zij ooit van Maeterlinck gehoord had, zou ze hem met een glimlachje aan 'den kant hebben gezet De witgekalkte mu ren van Anna' waren in haar oogen niets anders dan witgekalkte muren een lee- lijke, maar goedkoopc muurbedekking. Zij wist, dat het goedkoop was, en vond het 'daarom goed; hoe kon zij droomon, dat het ook zinnebeeldig was? Zij droomde nooit, noch slapende, noch wakende. Indien zij bij toeval in gepeins verdiept was, peinsde zij over gezondo, krachtige dingen, over de voortreffelijkheid van de Duitsche natie, de kookkunst in haar drie soorten, feine, bür- gerliche en Hausmannskost, en in al die soorten van kookkunst bezat zij een meer dan alledaagsche bekwaamheid zij zou ge peinsd hebben over feiten, die vaststaan en niet betwist kunnen worden. Indien zij kin doren gehad had, zou zij een uitstekende moeder geweest zijn; nu maakte zjj over heerlijke taarten ook een soort werk zaamheid, die aanbevolen kan worden. jVan geboorte was zij een Dettingen; de Dettin- gens belmoren tot een van de oudste Prui sische geslachten en hebben meer uitsteken de soldaten en staatslieden voortgebracht en een grooter aantal moeders van groote mannen dan eenig ander geslacht in dat ge deelte van Duitschland. De Penheims en Dettingens waren telkens onder elkaar getrouwd en het was aan het Dettinger bloed van zijn moeder, dat do eerste Fürst Penheinï de energie te danken had, waaraan hij zijn verheffing in den adelstand verschuldigd was; Prinses Ludwig was een goedo vertegenwoordigster van het beste type der vrouwelijke Dettingens. Zcoals vele ongeletterde menschen, ver hief zij zich voornamelijk op haar stoer, gezond verstand. Daar zij deze gave welko zij bezat, als veel gewichtiger beschouwde dan andere, weike zij niet bezat, was het niet waarschijnlijk, dat zij veel sympathie 'gevoelde noch voor Anna's plan om1 do menschen gelukkig to maken, noch voor do personen, die bereid waren zich op die manier gelukkig te laten maken. Een ver- standigo vrouw, meende zij, kan altijd wel werk vinden en behoeft niet ver te zoeken naar een tehuis. Zij zelve was daarin belem merd door haar ongelukkigen titel en toch had zij eindelijk ook een veilige haven ge vonden. Alleen luie 011 sentimenteele men schen, dat zijn do minderwaardigen op zede lijk gebied, zouden een aanbod als dat van Anna aannemen; daarvan was zij overtuigd. Dat waren haar zaken echter niet. Haar taak was Anna's huishouden na te gaan; en dat deed zij met een ijver en een dege lijkheid, die de harten der dienstmeisjes met schrik vervulden. Trudi's ongeregelde ijver 'beduiddo niets, hierbij vergeleken. Trudi had werklui in huis geroepen en een chaos veroorzaakt; de prinses, met een snelheid en een handigheid, die iedereen verbaasd zon hebben, dio niet bekend was met de be-, kwaamheden van ec-rn welopgevoede Duit sche Hausfran, verwijderdo de werklieden en herstelde den chaos tot orde. Binnen de drie weken was het huis klaar en Anr.a zag met kloppend hart het oogenblik naderen, dat do eerste groep ongelukkigen ontvanger kon worden. Manske's tijd werd geheel in beslag ge nomen door het schrijven van informatie brieven naar de sollicitanten en het was merkwaardig.in hoe groote hoeveelheden da dair.es moesten worden afgewezen. Van de vijftig brieven, die op één dag ontvangen werden, bleven er drie of vier over, wélke, na genomen inlichtingen, nog nader onder zocht moesten worden, en van deze dris of vier bleef er somtijds niet één over. In het begin vroeg Anna raad aan da PriDses zoowel als aan Manske; als zij bij de overleggingen was, werd de stapel af ge-, keurde brieven veel grooter dan anders. Alle dames, die tot de biirgerliahe of midden-i klasse behoorden, kwamen in haar oogen niet in aanmerking. Als Anna had voorge steld waschvrouwen in huis te nemen eit do hulp van d'o prinses had ingeroepen, on< het l'even van die vrouwen te veraangenamen, dun zou zij dio hulp in volle mate gegeven hebben, in overloopende maat zelfs, zooals aan een Christelijke édelvrouw betaamt; maar voor Bürgerlichen menschen, die be hoorden tot den stand onmiddellijk beneden den hare, waren de gevoelens van de prin ses alleen christelijk, wanneer zij een heel eind uit de buurt bleven. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6