de correspondent een dragonderluitenant, die
in een korte, donker grijze pelsjas liep op
do wijzo van de Pcolsche jassen. Zeer in
trek is de inheemsche jas van schapenbont.
Vaak met het zwartgeverfde leer naar buiten.
Bij do soldaten ziet men dergelijke vrije
uniformen veel minder. Opmerkelijk is echter
het grooto aantal Russische jassen bij de
colonnes. Deze moeten zeer waterdicht zijn.
De correspondent heeft een onderofficier van
de artillerie gesproken, die een gewone
soldatenjas droeg en daarop tressen gemaakt
had van lampenkatoen. Een officier, die het
tot eersten luitenant gebracht had, kon aan
de Bzura geen sterren krijgen. Hij nam
daarom een paar glimmende spijkertjes uit
een lederen stoel en zoo werd zijn nieuwe
waardigheid aan hem kenbaar.
Een Verdediging van Caillaux.
Caillaux, die weder te Parijs is, heeft
aan zijn kiezers te Hamers een schrijven
gericht, waarover heb „Journal de Ge-
nèvo" het volgende meldt
Caillaux antwoordt op versoheide.no aan
vallen, die gedurende, zijn. hem door de
regeerkig opgedragen zending naar Zuid-
Amerika, tegen hem gericht, werden. Hij
verklaart, clat deze zending den Fran-
schon staat geen centime gekost heeft.
Men heeft bewe-erd, dat hij voor het begin
van den oorlog te Weenen is geweest,
doch sinds zeven jaar was hij niet in Oos
tenrijk. Over zijn houding bij het uitbre
ken van den oorlog zogt hij, dat hij, of
schoon reeds 51 jaar en geheel vrij van mi
litairen dienst zijnde, onmiddellijk om zijn
opneming in het leger verzocht heeft cn
dat hij opperbetaalmeester is geworden.
Verder betoogd Caillaux dc onzinnigheid
van do beschhuldiging, dat hij diplomatie
ke intriges op touw heeft gezet met het
doel een voor Frankrijk nadceligen vrede
te sluiten. Den diplomaat, wiens mede
plichtige hij zou zijn, had liij nooit gekend.
Tegen do aanklacht dat hij vroeger tegen
do inwilliging van de noodigo militaire
credieten geweest is, herinnert Caillaux
er aan, dat hij als minister van Financiën
juist het programma der buitengewone
uitgaven,' dat hom door zijn voorganger
nagelaten was, zonder eenige verminde
ring heeft overgedragen. Als minister
president had hij in 1911 den minister van
Oorlog aangeraden, zoo 6poedig mogelijk
voor zware artillerie te zorgen, waaraan
hot Fransche leger gebrek had. Wat hot
Duitsoh-Fransche verdrag van 4 Novem
ber 1911 (Marokko-Congo) betreft, rekent
Caillaux het zich tot een eer, dat hij het
onder goedkeuring van een grooto parle-
mentairo meerderheid en der openbaro
meening ondcrtockend heeft. Men behoeft
slechts het geelboek to lezen, om op iedere
bladzijde den lof van dit verdrag te vin
den, dat een teleurstelling voor Duitsch-
land is geweest.
Aan het slot van zijn schrijven ver
klaart Caillaux, dat Frankrijk's zaak die
van allo democratiën is. „Het is" schrijft
hij, „dc democratie, dio in do weegschaal
geworpen wordtzij is liet, clio overwin
nen zal, zooals zij eens in do tijden van de
grooto revolutie, overwon.
Een Tolk eiuler dc Wapens.
Men schrijft uit het Rijnland aan dc
„N. R. CV:
Met het opkomen van den landstorm ook
in deze streek krijgt ons Rijnland een
nieuw aspect. Tevoren zag men in onze
straten veel groengrijze uniformen van
soldaten met verlof of herstellenden van
het front. Meestal allesbehalve geschikt
ora aan hoogc, militaire eischen te vol
doen! Want het nieuwe groengrijs schijnt
niet zoo duurzaam te zijn als de oude,
blauwe etofhet wordt gauw flodderig en
verliest alle snit. Echter wordt er nu in
oorlogstijd ten minste in steden zonder
garnizoen veel door de vingers gezien,
cn zoo kan het gebeuren, dat men een sol
daat ziet met een donkerblauwe broek en
een grijze uniform aan zelfs schildwach
ten met, cc-n sigaar in den mond heb i!c her-
3D S3 UMIF0M1.
DOOR
r;JÏC6-«EL CORE3AY.
De officieren van de garnizoensplaats Bel-
lefontaino ontvingen een nieuw regiment.
Do ontvangst geschiedde zonder veel drukte;
in plaats ran koffie, likeur of bier in een
benauwde, rcokerig© zaal haastig naar binnen
to werken, nam men nu vóór het diner
rustig een borrel op het terras der officieren
sociëteit.
Op do lango tafel, in hoefijzerverm, waar
op een blank tafelkleed was uitgespreid,
stonden in vroolijke rij, getinte flacons met
likeuren, vazen met kleurige bloemen, waar-
tusschen bonte sigaret tsndoozom
Handig cn tactvol verdeeld, gingen de
officieren rond, kennis makend met do
nïeu w-aangekomen kameraden en, zooals
het gebruik liet nu eenmaal wil, zeer roe
mende do aangename kwaliteiten van hun
garnizoen. Het stemmengegons nam foe,
werd luider, doch de militaire kapel, ergens
in een hoek van den tuin opgesteld, ver
mocht den boventoon te behouden; de kla
terende muziek overstemde alles.
Aan het cindo der tafel bswaarde kapitein
Breton het stilzwijgen. Verstrooid hield hij
zijn uitgebrande sigaret tusschen zijn lip
pen; bij groots teugen ledigde hij werktuig
lijk zijn glas, dat door een welwillenden
buurman voortdurend werd bijgesclionken.
De afwezigheid van majoor Dósardennes
plaagde hom met pijnigende onrust, waar
tegen hij zich tevergeefs trachtte to ver
zetten, doch dio, als een vlieg, welke men
iverjaagt, steeds terugkeerde om des to moer
te prikkelen. Om nauwkeuriger de onrust
bij zichzelven te kunnen verklaren en er
zich' van to bevrijden, sprak hij in zich
zelf, met zachte stem:
„Dus zou de majoor werkelijk mijn vrouw
het hof maken?"
Nauwelijks had hij 'dezen vasten vorm-
aan zijn achterdocht gegeven, of alles scheen
hem gruwelijk, onmogelijk, tegen alles in-
dV'ïischcnfl
haaldelijk oi-.tdclct. Verbeeld u zoo iets in
vredestijd
Maar nu met het opkomen van den. land
storm in do Rijnprovincie (waarmee men
in het belang van de fabrieksnijverheid zoo
lang mogelijk gewacht had) worden alle
steden en dorpen, geloof ik, garnizoens
plaatsen.
In de voorafgaande wintermaanden 2-ijn
de landstormers in de avonduren in de
edele rccrutensebool ingewijdna volgen
gedurende acht weken compagniesoefenin
gen, schieten en opwerpen van verster
kingen en daarna verhuizen de landstor
mers naar de groot© oefeningsveldeai voor
gecombineerde manoeuvres, doen daarna
als bezetting dienst, om zoetjes aan naar
het front te verhuizen.
Meestal voelen zij zich nog niet erg thuis
in de uniform, de zware laarzen zijn ze
nog allesbehalve gewend. Bovendien heb
ben zij een zwaren dienst. In plaats van
de ontbijttafel, in het donker opstaan,
marschen en oefeningen, en wie 'n avonds
gewend was z'n glaasje bier en z'n krant
in rust te genieten, is nu al erg blij als hij
om negen uur in het stroo raag rusten...
Nu wordt het ernst met den oorlog!
Want met liet oproepen van den land
storm wordt de groote massa in dienst ge
steld. Van het oproepen der reserve en
landweer heeft men feitelijk weinig ge
merkt, op straat zag men geep kleiner
wordend aantal mannen. Het heet nu wel,
dat in Duitschland iedereen gediend heeft,
maar do werkelijkheid is heel andere. On
ze technische school bijv. wordt jaarlijks
door circa 500600 leerlingen bezocht van
ten minste 18-jarigen leeftijd, stijgend tot
30 jaar. Van onze vijf laatste jaargangen
zijn er in Augustus. 64 manschappen die ge
diend hebben, opgeroepen, in de afgeloo-
pen maanden 13 reservisten. Slechts een
zeer klein deel had dus blijkbaar maar de
uniform gedragen.
Maar nu met den landstorm wordt alles,
wat gezond is, ingedeeld en van onze
groep leeraars verhuizen 7 van de 16 colle
ga's naar de kazerne en wat er aan
leeraars overblijft, zal aan leerlingen al
leen do jongens onder de 19 jaar te onder
wijzen hebben.
Daarbij komt nog, dat. wie door kleine
lichaamsgebreken onbruikbaar is voor den
militairen dienst., ingedeeld wordt bij den
landstorm zonder wapens. Dat klinkt heel
onsohuldig, landstorm zonder wapens,
maar de lui, dio daar ingedeeld worden,
zijn allesbehalve in hun schikDat zijn
do arbeiderscompagnieën, do zoogenaam
de „Schuppentruppen". Hun wapen is de
spade of het houweel, hun werk het aan
leggen en onderhouden van wegen, het
graven van reserve-verdedigingswerken.
Een nuttige, zelfs noodzakelijko arbeid in
•den huldigen oorlog cn bovendien vrij on
gevaarlijk. Slechts in enkele gevallen kun
nen zij in aanraking komen met verdwaal
de granaten!
Maar nu wil het booze toeval of lie
ver het meer verfijnde leven dat juist
landstormers vaai lioogeren stand bij do be
ruchte arbeiders-compagnieën ingedeeld
werden. G-elukkig maakt de uniform al-
Ion gelijk, want anders zou men bij die
wegwerkers bekende advocaten en rech
ters kunnen vinden. Dat is voor menig
een een bittere pilLiever haar het front
dian vrijwel buiten gevaar als een grond
werker te moeten scheppenMaar dat is
ten minste iets goeds bij den militairen
dienst, wie ingedeeld is, moet volgen, wie
on wat hij ook in het burgerlijk leven is!
Over het algemeen moet men zich ver
bazen, dat een in het burgerlijk leven zoo
diep ingrijpend feit als het oproepen vact
don landstorm zoo rustig gaat. Want hoe
veel honderden, ja duizenden worden niet
uit hun positie, uit hun liefsten familie
kring gerukt. Officieel heette het vroeger
wel, dat do landstorm alleen voor bezet
ting diende, maar de tegenwoordige oot-
log, met zijn reusachtige fronten, heeft
alles onderste boven geworpen, en de land
stormers weten zeer goed, dat zij op een
goeden dag in liet. front zullen moeten
strijden. En dat dat geen kinderspel is,
leeren de verlieslijsten
Maar door den - invloed der. ongewone
hoeveelheid drank, welke hij had gebruikt,
dikto hij zijn gevoelens aan, zag hij de ge-
heele intimiteit hunner beide'huishoudingen,
die deur aan deur waren, in duidelijke ta
fereeltjes vóór 'zich'.
Vóórzich ziet hij zijn salon, of dat van
zijn buurman Désardenncs, welk kwam er
niet cp aan; alle officieren-salons zijn
meestal van één karakter.
Hij ziet den majoor, met den rug naar
liet vuur vertellende.
Hij is één dier mannen, die reeds met
twintig jaren den vuurdoop van den oor
log heeft ontvangen, die'zijn soepele, doch
sterke ziel reeds vroeg in bloed gedoopt
heeft
Elegant van voorkomen, met aangename
manieren, en met een jong voorkomen, ver
tegenwoordigt hij met zijn fijne snorren, zijn
kort-geknipfc haar, het type van den moder
nen officier; dem soldaat, die moeite doet
het niet te schijnen; te gelijk den geleerde,
die van successen droomt, den tacticus, die
in zijn goed-gesneden uniform, met de
kaart in de onberispelijk gehandschoende
liand, door een kogel getroffen kan worden.
In een hoek van liet salon doet de lieve,
corpulente mevrouw majoor onbemerkt een
tukje in haar hoogen leunstoel. Zij past
zoo heelemaal in dien breoden fauteuil, dat
zij er zoo één mee wordt, dat men zich in
het meubel zou kunnen vergissen. Stom
als het meubel, lacht zij mee bij vroolijke
uitvallen, evenzeer als bij ergerlijke; zij
werkt onafgebroken aan een of ander braaf,
vertoonbaar artikel uit de wasch baars echt-
gencots. Dezo schijnt haar dan ook slechts
las een goedige, door do natuur hemi toe
bedeelde verzorgster zijner bullen te be
schouwen.
In het volle licht, met haar móói figuur
geheel naar den majoor gekeerd, luistert
mevrouw Breton, zijn eigen jong wijfje, toe
met vleiende aandacht voor den spreker.
Als rarijsche voelt zjj zich, ondanks de
twee jaren, dio zij reeds in de provincie
doorbracht, nog niet op haar 'gemak, in
KORTE BERICHTEN,
De Duitschers zijn niet de uitvinders
vaai het oorlogsbrood, schrijft de „Figaro"
maar de Fransehen. Het „Journal des Sca-
vans" deelt mode, dat in 1772 reeds brood
gebakken werd uitsluitend van aardap
pelmeel of met ander meel vermengd.
Uit Boulogne wordt aan Engelsohc bla
den geseind dat de kroonprins van Beieren
door een granaat ernstig zou zijn ver
wond.
Onder Mol is een 38-jarige Belg door
do Duitschers gearresteerd, die cr van
verdacht wordt, verscheidene jonge man
nen geholpen te hebben bij de vlucht uit
het bezette gebied. In Hasselt zijn reeds 18
personen samengebracht, die zich aan ge
lijk misdrijf hebben schuldig gemaakt.
Volgens gegevens die van Russische
zij do worden openbaar gemaakt, zijn er' in
Russisoh-Polen in dezen veldtocht 95 ste
den cn groote dorpen in puin gelegd, ter
wijl van de 27,000 kleinere dorpen 4500
zijn verwoest; daarvan zijn 1000 geheel
platgebrand.
De schade wordt ruwweg op 1200 inil-
liocn gulden geschat.
De Amerikaansche Kamer van koop
handel te Berlijn heeft zich telegrafisch tot
Bryan gewend en hem dringend verzocht
do onderhandelingen met Engeland zoo
spoedig mogelijk te beginnen, daar zoo
wel Duitschei als Amerikaansch© export
en importhandel andere groot verlies lij
den.
Enkele dagen geleden, had een Wagner-
uit-voermg in den Muntschouwburg te Brus
sel plaats. Drie Belgen, vertelt thans de
„Echo Beige" uit Amsterdam, bevonden zich
in de zaal. De „Echo Beige" heeft ook den
uitleg van die algemeene onthouding. Een
syndicaat van bankiers en wissel agenten, ten
dien einde gesticht, had dc helft der plaat
sen in de zaal gekocht
Waarlijk: de Brusselsche ironie kan zich
kosten getroosten
In do Berlijnsche voorstad Friedeman
heeft zich, naar de „Beri. Lok. Anz." meldt,
Woensdagnacht een vreeselijk familiedrama
afgespeeld. Toen Donderdagochtend op her
haald bellen de woning van een zekeren Frc-d
'directeur^van een typewriter-bureau, niet
geopend werd, liet men de deur door de po
litie openbreken.
Deze vond Fried, zijn vrouw en zijn 4 kin
deren als lijken in de woning. Voor zooverre
tot nu toe kon worden vastgesteld, heeft
bitter gebrek dc ouders tot hun ontzettende
daad gedreven.
X-
Volgens de „Hamb. Nachz." hebben do
Vcreenigdë Staten gedurende zéven maan
den voor ruim een milliard aan oorlogsma
teriaal uitgevoerd.
In Frankrijk zijn thans Japansche ver
pleegsters aangekomen. Met voorfcecldelooze
toewijding verplegen ze de Frarschc, Engel-
schc en Indische gewonden.
In Miinchen had het dragon Van uniformen
door kinderen zulke afmetingen aangenomen,
dat het hoofd der politie zich genoodzaakt
heeft gezien er tegen op ts treden. Ouders
stellen er zich namelijk niet mee tevreden
hun jongens in fantasie-uniformen uit te
dosschen, maar ze «teken hen in een militair
pa.k, dat bedriegelijk op liet echte gelijkt;
de uitmonstering en o n d c ré ch ei din gs tc ek c -
nen van den rang ontbreken er niet aan, en
het ijzeren krui® voltooit de versiering van
het nieuwerwetsehe kin derkostuum. Geen
wonder, dat de jongens, aldus uitgerust, zich
verplicht aclitén om aan hen, dio tot het
dragen van de uniform gerechtigd zijn, het
militair saluut te brengen. Het hoofd der
politie richt een ernstig afkeurend en ver
manend woord tot dc ouders om in deze
ernstige tijden hun kinderen toch geen uni
formen als speelgoed te geven.
de enge atmosfeer der kléin-stad., .Voor haar
hebben deze avondgesprekken een- zekere
charme, 'die nu een paar maal in de week
plaats vinden, sedert de laatste maanden,
dat de beide huisgezinnen naast elkaar zijn
komen woüen.
Maar wat voert de majoor in zijn schild?
Probeert hij haar belangstelling, te prikkelen
of volgt hij slechts da begeerte, om te
schitteren, te heerschen, welke vele man
nen ondervinden, die gewend zijn aan loftui
tingen en aangevuurd worden door de aan
wezigheid esner mooie vrouw?
De ontvangst was inmiddels ten einde
geloopen; alle officieren waren opgestaan
en de brigade-commandant fluisterde den
nieuwen overste met groote aandoening en
geweldig© militaire welbespraaktheid, de
vleiendste dingen in het oor. Toen volgde
een tinkelend kriscal-geluid, daarna een ru
moerig, algemeen opbreken, een dof gedreun
van weggeschoven stoelen, geschuur van
slepende sabels over kiezel, waarboven uit
luidruchtig stemgeluid in lichte opwinding,
gevolg van veel alcohol.
Op straat, onder liet loopen tegen deu
wind in, overviel Breton opnieuw z>jn oude
vrees.
Hoe klein voelde hij zich tegenover den
majoor, hoe ondergeschikt in den vollen
omvang van het woord! Wat had die man
niet in zijn mars, ondanks zijn uiterlijke
jeugd! .Wat wist hij handig te vertellen,
nuchter-geestig, bescheiden cn boeiend te
gelijk! v
Wat een veelzijdigheid, wat een kloek
heid cn superieure mannelijkheid!
Die man boezemde hem groote achting
in. Bij alle ontmoetingen zag hij in hem
steeds den meerdere, en zelfs in zijn eigen
salon was het hem1 als moest hij nog voor
hem.1 „in positie" staan.
Zijn jaloezie, door deze overdenkingen
al mec-r en meer geprikkeld, drong hem
met haastige passen naar zijn woning.
Bij drie treden te gelijk sprong hij de
trappen op, hij opende in zenuwachtige op-
Vragen en Aniwoordsn.
Vraag: Ik heb broers en zusters, die ge
huwd zijn en één is overleden met nalating
van vrouw en kinderen. Komen nu de kin
deren van mijn overleden broer voor hun
vader op en kan ik mijn uiterste wilsbeschik
kingen (aangezien het na te laten bedrag niet
zoo hoog is) op een zegeltje van
f 0.22beschrijven
Antwoord: De kinderen van uw broe
der komen voor hun vader op. Wanneer u
overtuigd zijt, adt uw erfgenamen uw wen-
schen opvolgen, behoeft u het niet op een
zegeltje to schrijven; dat geeft niets. Maar
u doet beter, al is liet bedrag gering, uw
wilsbeschikking door een notaris te laten
opmaken. U is dan zeker.
Vraag: Ik heb mij een letter op mijn
band geprikt met Oost-Indisch cn inkt, nu
zou ik graag willen weten hoe dat ver
wijderd kan worden. Het is ongeveer 12
jaar geleden gebeurd.
Antwoord: Tatouage is alleen
langs operatieven weg te verwijderen. Uw
dokter moet dus de huid wegsnijden en
de natuur zal u misschien een tweede
doen groeien-
,V r a a g: Bestaat er hier in Leiden ook
een afdeeling van den Vrijwilligen Land
storm? Zoo ja, tot v/ïen moet ik mrj dan
wenden om daarbij te worden ingedeeld?
Antwoord: Ja, het Leidsch Studenten-
.Vrijwilligerskorps. Daarbij worden uit den
aard der zaak slechts studenten ingedeeld.
Vraag: Indien men zich vóór 22 Maart
voor het reservekader heeft doen keuren en
men is afgekeurd om gezondheidsredenen,
kan men dan nog herkeuring aanvragen?
Zoo ja, binnen welken termijn na de keu
ring en bij wien?
Antwoord: Zoodra u weet,, dat u zijt
afgekeurd, kunt u herkeuring vragen bij
request aan den Minister van Oorlog. Ge
moet zorgen zóó vroeg gekeurd te zijn, dat
do verbintenis bij bet reservekader vóór 21
Maart kan gesloten worden, 't Is dus nu te
laat.
Vraag: Ik ben van de lichting 1S15 en
ingedeeld bij het 3de bataljon grenadiers.
Wanneer zou ik nu op moeten komen?
Antwoord: Tusschen 1 en 5 October
a. s., tanzij buitengewone oms.andigheden
daarin verandering brengen.
Vraag: Ik ben in 1912 gepasporteerd.
Kan ik nu in dienst komen met vergoeding,
zoolang de mobilisatie duurt?
Antwoord: Neen, de werving daartoe
is gesloten.
V raag: Eenige dagen geleden zag ik een
jongen, naar mijn gedacht© 15 a 16 iaar
oud, op de Breestraat alhier, in beide han
den zakken geld, en over de schouders zak
ken geld. Ik zag hem na en zag, dat hij
naar de Ned. Bank ging; zeker een jongen
van een bankierskantoor. Nu vraag ik u, of
het voor een firma niet een groote verant
woordelijkheid is, in den tfgenv/oordigen
slechten tijd, zoo'n jongen met zooveel geld
of wissels weg te zenden?. Hoe kcht kan het
niét gebeuren, dat een individu, zoo'n zak
met geld uit zijn handen trekt, e.i er mc-e
aan dén haal gaat? Zou het niet wensciie-
iijk zijn'H.H. bankiers enz. Uaarop eens attent
te maken en in 't vervolg volwassen perso
nen met geld of wissels weg te zenden?
Antwoord: Het heeft ook onze aan
dacht wel eens getrokken, dat knapen, soms
nog jonger, vrij groote geldbedragen langs
de straat droegen. Hoewél in plaatsen ais
Leiden er niet zooveel gevaar bestaat voor
straatroof ais in groote plaatsen met druk
verkeer, is het ook ons inziens- wel wat on
voorzichtig. Maar het gaat met zulke din
gen oók wéieens zooals het spreekwoord
zegt: er moet eerst een kalf verdronken zijn
voor "de put wordt gedempt.
Enfin, de risico is voor d© bankinstel
lingen.
Vraag: Ik ben van lichting 1916. Kan
ik mij nu nig aanmelden voor het Reserve
kader 1
Wanneer wordt heb toelatings-cxamen
gehouden
Antwoord: Ja, tot 21 Maart a.s. kunt
ge u nog aanmelden.
winding, door den wijn nog verergerd, de
deur. en liep regelrecht op het silo'n toe.
Vóór zich, cp de canapé, ziet' hij dè
majoors-uniform, mst wjjd-uitgcs'.rekta mou
wen, liggen.
Een man, tusschen twee buffers gekneld,
kon zich niet benauwder voelen, kon niet
verdaasder en verstarder staan, door den
toegebrachten, afgrijselijken sloot, dan Bre
ton tegenover de uniform van zijn mili
tairen supérieur.
Van uit de aangrenzende kamer, welke
slechts door een eenvoudige porliëre werd
afgescheiden, weerklonk helder gelach,
lachen van zijn vrouw, dat door onderdrukt
gefluister, werd onderbroken, alsof een
zachte stem korte ophelderingen gaf. Bre
ton luisterde. De onweerstaanbare réang
tot handelen, tot dooden, tot iemand fijn
knijpen, greep hem aan, doorschokte zijn
gehecle lichaam. Doch met aaneengesloten
hakken bleef hij toch als vastgespijkerd
staan voor de uniform. h
Hoe kan men ooit met woorden hem, die
het nooit ondervonden heeft, de niet te ont-
gane toovermacht der onderscheidingstee-
kens, van den gouden kraag op een onbe-
weeglyk-stille uniform duidelijk maken?
Deze absoluut onloochenbare, geweldige
macht, die de levenskern van liet leger is!
Het is een zóó diep-ingeworteld gevoel,
dat, niet zoodra een oude, aan dc officiers-
kletstafel wel eens bespotte, voor den gek
gehouden officier met de ordeteekenen van
zijn rang verschijnt, of hij is de onbetwist
bare meerdere, wien men stom, en zonder
een critische gedachte, gehoorzaamt.
Angst en respect, bangheid en schroom,
dit alles kan door ©en opgehangen keni
worden ingeboezemd.
Hoö lang duurdo des© strijd Twintig se
conden. een minuut misschien? Eindelijk
behaald© de man de overwinning op den
soldaat.
Bret-on dééd een paar passen vooruit en
scïlöof do portier© opzij- Bij liet venster
zat tam en goedig de vriendelijk© mevrouw
Désardcnnes, die zijn vrouw inwijdde in de
Omtrent het toelatings-examen geven we
u in overweging zich te richten tot den
Hoofdofficier voor het Reservekader Bu
reel Willemstraat 4 's-Graven ha ge, fdwaar
go do noodige inlichtingen kunt ontvangen.
Vraag: a, Ik heb bij de cavalerie ge
diend. Ik ben in 1913 gepasporteert, was dug
van de lichting 1905, en bij den landstorm.
Kom ik nu in geval van oproeping in mijn
funotio terug bij inijn wapen, of val ik nu
onder het voetvolk als gewoon soldaat
b. Heb ik nog last als het kader opgeroe
pen wordt, of val ik daarbuiten, daar ik bij
het paardenvolk gediend heb 1 Men leest af
en toe wel van verschillende corpsen, maar
van het paardenvolk bijna niets.
c. Roept de Regeering den landstorm nog
eerder op dan in geval van oorlog
Antwoord: Bij terugkeer kunt ge in
den rang van korporaal bij een onbereden
wapen worden geplaatst. Landstorm is niet
b&reden.
b. Als het noodig is roept men u op. j
c. Het kan voorkomen, dat nog voor het
uitbreken van den oorlog de landstorm
wordt opgeroepenclat hangt van de om
standigheden af.
V raag: Hoc lang is de weg van Leiden
Ycenendaal (c?e Klomp), cn langs welke
plaatsen kom ik dan'? Is het in een dag te
fietsen 1
Antwoord: Leiden, Leiderdorp, Kou
dekerk, Alphen, Bodegraven, Woerden,
Harmeien, Utrecht, de Bildt, Zeist, Wou
denberg, .Scherp enzeel, Renswouden, de
Klomp, 87.9 K. M.
Per uur rijdt men gemiddeld 12 li 15 K.M.
V raag: Ik heb .een zoon, 18 jaar oud.
Dezo wilde graag .een betrekking in Indie
hebben op een kantoor of een dergelijk©
betrekking. Tot wien nioet ik mij
wencüen om inlichtingen en moet hij
daar neg bepaalde diploma's voor hebben,
en welke taal is daar het meest in gebruik
Antwoord: Dat willen wij wel gelco-
ven clat Uw zoon een goede betrekking in
Indie wil hebben, maar dit is even.'moeilijk
als hier! U moet zich in verbinding stellen
met iemand, dio familie of kennissen hcèft
in Indiezonder diploma krijgt U nooit een
flinko betrekking. Men spreekt er Hol-
landeeh cn Maleisch.
Vraag: Miin zoon is in militaire dienst
cn lang ziek geweest, waardoor hij, nu aan
de beterende hand is, met 13 dagen zieken
verlof naar huis gestuurd. Heeft hij nu
recht op zijn soldij, als hij weer bij zijn
troep terugkomt
Antwoord: Ja, van af den dag, dat hij
weer dienst verricht en is teruggekeerd van
zijn verlof, heeft uw zoon verlof gehad t-ot
herstel van gezondheid, dan geniet hij ook
gedurende - clat verlof soldij.
Vraag: Is u ook bekend een specia
liteit voor huidziekten?
A n t'w oord Dr. Kerkhof f, Witte
Singel.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
StacJstlmrnorwerfc Teleptncn No. 12?.
Geopend: 'e morions von 9—12 en
des middags -an 2—5 uur.
AANVRAAG VAN WERKZOEKENDEN.
2 klerken, 48 timmerlieden, 35 Metse
laars, 5 steenhouwers, 1 voeger, 21 opper
lieden, 14 stucadoors, 38 schilders, 2 be
hangers, 5 meubelmakers, stoffeerder,
3 stokers, 1 smid, 1 electricien, 1 blik
slager, 9 typografen, 4 kleermakers, 1 bak
ker, 1 spekslager, 1 huisknecht, 1 kellner,
1 koetsier, 2 schippers, 12 grondwerkers,
15 loopknechten, 6 loopjongens, 60 losse
werklieden.
AFD. VROUWEN.
Volkshuis. Tclephoon Mo 1477.
Geopend: van 9—12 uur.
8 dienstboden, 14 werksters, 11 naaisters,
3 waschvrouwen, 1 strijkster, 3 huishoud
sters, 2 kooksters, 9 fabrieksarbeidsters,
9 tcxtielarbeidsters, 1 kinderjuffrouw, 4
vrouwen (allerlei), 1 kantoorbediende.
netelige kunst van tressen opnaaien op één
der beid© uniformen van haar man. die zij
extra voor dit doel meegebracht had.
Bre toil stond opnieuw stram, salueerde
en lacht© pijnlijk-verlegen. Daarna sloeg hij
opnieuw de hakken tegen elkaar, draaid©
zich „militairement" om en vloog de kamer
uic naar zijn eigen kleine rookkamer. En
daar, neergevallen in can broaden clubstoel,
waarin hij meermalen samen met zijn vrouw
had gezeten, barstte hij uit in e©n schater
lach, di© zijn heelo lichaam deed schud
den. Hij lachte, lachte, zooals hij in zijn
leven nog niet gelachen had en waarschijn
lijk ncoit meer lachen- zau.
Zóó werd hij gevonden door zijn vrouwtje,
dat, verbaasd over zijn plotseling verdwijnen,
hem.' kwam opzoeken. Haar d© reden van ziin
matelcoze vroolijkheid verklaren, kon hij
niet. Hij voelde, dat hij kaar in zijn gedachten
onrecht, groot onrecht, had gedaan. Maar de
zaak was to komisch, en opnieuw verviel
hij in zijn daverenden lach. Hij bruid© het uit,
hij kon niet anders
„Toe, René, lach nu niet zoo. lach nu
niet zoo dom, zoo akelig dom," zei het
vrouwtje.
Maar telkens, als hij zich bedwing ai wild©
en haar antwoorden, barstte hij opnieuw
uit, totdat zij hem ernstig aankeek- en zei:
„Er is met jou geen praten vandaag.
Dat kort van al dat gefuif niet de kamera
den. Majoor Désardcnnes heeft je zeker
veer erg geanimeerd. "We spraken cr juist
over, zijn vrouw en ik, dat zulke borrel-
partijen niet goed zijn voor or.z© mannen."
„Noen, neen," hikte hij tusschen een paar
lachbuien. „Niks goed, niks goeii
En toen bij e©n nieuwe lachbui zijr. klein,
moei vrouwt j e pa r mantg-ver on twaard ig l
zijn rookkamer uitging, zagend© !i\i de slecht©
reputatie, waarin bet fuiven van mannen,
alleen bij do vrouwen stonk Nu behoefd©
Lij ten minst© geen uitlegging 1© geven cn
nam hij, voor het eerst 1:1 zijn leren, met
blijdschap do verdenking op zich. van geen
maat to hebben kunnen houden. Majoor Dó
sardennes had hem immers geanimeerd!