de correspondent een dragonderluitenant, die in een korte, donker grijze pelsjas liep op do wijzo van de Pcolsche jassen. Zeer in trek is de inheemsche jas van schapenbont. Vaak met het zwartgeverfde leer naar buiten. Bij do soldaten ziet men dergelijke vrije uniformen veel minder. Opmerkelijk is echter het grooto aantal Russische jassen bij de colonnes. Deze moeten zeer waterdicht zijn. De correspondent heeft een onderofficier van de artillerie gesproken, die een gewone soldatenjas droeg en daarop tressen gemaakt had van lampenkatoen. Een officier, die het tot eersten luitenant gebracht had, kon aan de Bzura geen sterren krijgen. Hij nam daarom een paar glimmende spijkertjes uit een lederen stoel en zoo werd zijn nieuwe waardigheid aan hem kenbaar. Een Verdediging van Caillaux. Caillaux, die weder te Parijs is, heeft aan zijn kiezers te Hamers een schrijven gericht, waarover heb „Journal de Ge- nèvo" het volgende meldt Caillaux antwoordt op versoheide.no aan vallen, die gedurende, zijn. hem door de regeerkig opgedragen zending naar Zuid- Amerika, tegen hem gericht, werden. Hij verklaart, clat deze zending den Fran- schon staat geen centime gekost heeft. Men heeft bewe-erd, dat hij voor het begin van den oorlog te Weenen is geweest, doch sinds zeven jaar was hij niet in Oos tenrijk. Over zijn houding bij het uitbre ken van den oorlog zogt hij, dat hij, of schoon reeds 51 jaar en geheel vrij van mi litairen dienst zijnde, onmiddellijk om zijn opneming in het leger verzocht heeft cn dat hij opperbetaalmeester is geworden. Verder betoogd Caillaux dc onzinnigheid van do beschhuldiging, dat hij diplomatie ke intriges op touw heeft gezet met het doel een voor Frankrijk nadceligen vrede te sluiten. Den diplomaat, wiens mede plichtige hij zou zijn, had liij nooit gekend. Tegen do aanklacht dat hij vroeger tegen do inwilliging van de noodigo militaire credieten geweest is, herinnert Caillaux er aan, dat hij als minister van Financiën juist het programma der buitengewone uitgaven,' dat hom door zijn voorganger nagelaten was, zonder eenige verminde ring heeft overgedragen. Als minister president had hij in 1911 den minister van Oorlog aangeraden, zoo 6poedig mogelijk voor zware artillerie te zorgen, waaraan hot Fransche leger gebrek had. Wat hot Duitsoh-Fransche verdrag van 4 Novem ber 1911 (Marokko-Congo) betreft, rekent Caillaux het zich tot een eer, dat hij het onder goedkeuring van een grooto parle- mentairo meerderheid en der openbaro meening ondcrtockend heeft. Men behoeft slechts het geelboek to lezen, om op iedere bladzijde den lof van dit verdrag te vin den, dat een teleurstelling voor Duitsch- land is geweest. Aan het slot van zijn schrijven ver klaart Caillaux, dat Frankrijk's zaak die van allo democratiën is. „Het is" schrijft hij, „dc democratie, dio in do weegschaal geworpen wordtzij is liet, clio overwin nen zal, zooals zij eens in do tijden van de grooto revolutie, overwon. Een Tolk eiuler dc Wapens. Men schrijft uit het Rijnland aan dc „N. R. CV: Met het opkomen van den landstorm ook in deze streek krijgt ons Rijnland een nieuw aspect. Tevoren zag men in onze straten veel groengrijze uniformen van soldaten met verlof of herstellenden van het front. Meestal allesbehalve geschikt ora aan hoogc, militaire eischen te vol doen! Want het nieuwe groengrijs schijnt niet zoo duurzaam te zijn als de oude, blauwe etofhet wordt gauw flodderig en verliest alle snit. Echter wordt er nu in oorlogstijd ten minste in steden zonder garnizoen veel door de vingers gezien, cn zoo kan het gebeuren, dat men een sol daat ziet met een donkerblauwe broek en een grijze uniform aan zelfs schildwach ten met, cc-n sigaar in den mond heb i!c her- 3D S3 UMIF0M1. DOOR r;JÏC6-«EL CORE3AY. De officieren van de garnizoensplaats Bel- lefontaino ontvingen een nieuw regiment. Do ontvangst geschiedde zonder veel drukte; in plaats ran koffie, likeur of bier in een benauwde, rcokerig© zaal haastig naar binnen to werken, nam men nu vóór het diner rustig een borrel op het terras der officieren sociëteit. Op do lango tafel, in hoefijzerverm, waar op een blank tafelkleed was uitgespreid, stonden in vroolijke rij, getinte flacons met likeuren, vazen met kleurige bloemen, waar- tusschen bonte sigaret tsndoozom Handig cn tactvol verdeeld, gingen de officieren rond, kennis makend met do nïeu w-aangekomen kameraden en, zooals het gebruik liet nu eenmaal wil, zeer roe mende do aangename kwaliteiten van hun garnizoen. Het stemmengegons nam foe, werd luider, doch de militaire kapel, ergens in een hoek van den tuin opgesteld, ver mocht den boventoon te behouden; de kla terende muziek overstemde alles. Aan het cindo der tafel bswaarde kapitein Breton het stilzwijgen. Verstrooid hield hij zijn uitgebrande sigaret tusschen zijn lip pen; bij groots teugen ledigde hij werktuig lijk zijn glas, dat door een welwillenden buurman voortdurend werd bijgesclionken. De afwezigheid van majoor Dósardennes plaagde hom met pijnigende onrust, waar tegen hij zich tevergeefs trachtte to ver zetten, doch dio, als een vlieg, welke men iverjaagt, steeds terugkeerde om des to moer te prikkelen. Om nauwkeuriger de onrust bij zichzelven te kunnen verklaren en er zich' van to bevrijden, sprak hij in zich zelf, met zachte stem: „Dus zou de majoor werkelijk mijn vrouw het hof maken?" Nauwelijks had hij 'dezen vasten vorm- aan zijn achterdocht gegeven, of alles scheen hem gruwelijk, onmogelijk, tegen alles in- dV'ïischcnfl haaldelijk oi-.tdclct. Verbeeld u zoo iets in vredestijd Maar nu met het opkomen van den. land storm in do Rijnprovincie (waarmee men in het belang van de fabrieksnijverheid zoo lang mogelijk gewacht had) worden alle steden en dorpen, geloof ik, garnizoens plaatsen. In de voorafgaande wintermaanden 2-ijn de landstormers in de avonduren in de edele rccrutensebool ingewijdna volgen gedurende acht weken compagniesoefenin gen, schieten en opwerpen van verster kingen en daarna verhuizen de landstor mers naar de groot© oefeningsveldeai voor gecombineerde manoeuvres, doen daarna als bezetting dienst, om zoetjes aan naar het front te verhuizen. Meestal voelen zij zich nog niet erg thuis in de uniform, de zware laarzen zijn ze nog allesbehalve gewend. Bovendien heb ben zij een zwaren dienst. In plaats van de ontbijttafel, in het donker opstaan, marschen en oefeningen, en wie 'n avonds gewend was z'n glaasje bier en z'n krant in rust te genieten, is nu al erg blij als hij om negen uur in het stroo raag rusten... Nu wordt het ernst met den oorlog! Want met liet oproepen van den land storm wordt de groote massa in dienst ge steld. Van het oproepen der reserve en landweer heeft men feitelijk weinig ge merkt, op straat zag men geep kleiner wordend aantal mannen. Het heet nu wel, dat in Duitschland iedereen gediend heeft, maar do werkelijkheid is heel andere. On ze technische school bijv. wordt jaarlijks door circa 500600 leerlingen bezocht van ten minste 18-jarigen leeftijd, stijgend tot 30 jaar. Van onze vijf laatste jaargangen zijn er in Augustus. 64 manschappen die ge diend hebben, opgeroepen, in de afgeloo- pen maanden 13 reservisten. Slechts een zeer klein deel had dus blijkbaar maar de uniform gedragen. Maar nu met den landstorm wordt alles, wat gezond is, ingedeeld en van onze groep leeraars verhuizen 7 van de 16 colle ga's naar de kazerne en wat er aan leeraars overblijft, zal aan leerlingen al leen do jongens onder de 19 jaar te onder wijzen hebben. Daarbij komt nog, dat. wie door kleine lichaamsgebreken onbruikbaar is voor den militairen dienst., ingedeeld wordt bij den landstorm zonder wapens. Dat klinkt heel onsohuldig, landstorm zonder wapens, maar de lui, dio daar ingedeeld worden, zijn allesbehalve in hun schikDat zijn do arbeiderscompagnieën, do zoogenaam de „Schuppentruppen". Hun wapen is de spade of het houweel, hun werk het aan leggen en onderhouden van wegen, het graven van reserve-verdedigingswerken. Een nuttige, zelfs noodzakelijko arbeid in •den huldigen oorlog cn bovendien vrij on gevaarlijk. Slechts in enkele gevallen kun nen zij in aanraking komen met verdwaal de granaten! Maar nu wil het booze toeval of lie ver het meer verfijnde leven dat juist landstormers vaai lioogeren stand bij do be ruchte arbeiders-compagnieën ingedeeld werden. G-elukkig maakt de uniform al- Ion gelijk, want anders zou men bij die wegwerkers bekende advocaten en rech ters kunnen vinden. Dat is voor menig een een bittere pilLiever haar het front dian vrijwel buiten gevaar als een grond werker te moeten scheppenMaar dat is ten minste iets goeds bij den militairen dienst, wie ingedeeld is, moet volgen, wie on wat hij ook in het burgerlijk leven is! Over het algemeen moet men zich ver bazen, dat een in het burgerlijk leven zoo diep ingrijpend feit als het oproepen vact don landstorm zoo rustig gaat. Want hoe veel honderden, ja duizenden worden niet uit hun positie, uit hun liefsten familie kring gerukt. Officieel heette het vroeger wel, dat do landstorm alleen voor bezet ting diende, maar de tegenwoordige oot- log, met zijn reusachtige fronten, heeft alles onderste boven geworpen, en de land stormers weten zeer goed, dat zij op een goeden dag in liet. front zullen moeten strijden. En dat dat geen kinderspel is, leeren de verlieslijsten Maar door den - invloed der. ongewone hoeveelheid drank, welke hij had gebruikt, dikto hij zijn gevoelens aan, zag hij de ge- heele intimiteit hunner beide'huishoudingen, die deur aan deur waren, in duidelijke ta fereeltjes vóór 'zich'. Vóórzich ziet hij zijn salon, of dat van zijn buurman Désardenncs, welk kwam er niet cp aan; alle officieren-salons zijn meestal van één karakter. Hij ziet den majoor, met den rug naar liet vuur vertellende. Hij is één dier mannen, die reeds met twintig jaren den vuurdoop van den oor log heeft ontvangen, die'zijn soepele, doch sterke ziel reeds vroeg in bloed gedoopt heeft Elegant van voorkomen, met aangename manieren, en met een jong voorkomen, ver tegenwoordigt hij met zijn fijne snorren, zijn kort-geknipfc haar, het type van den moder nen officier; dem soldaat, die moeite doet het niet te schijnen; te gelijk den geleerde, die van successen droomt, den tacticus, die in zijn goed-gesneden uniform, met de kaart in de onberispelijk gehandschoende liand, door een kogel getroffen kan worden. In een hoek van liet salon doet de lieve, corpulente mevrouw majoor onbemerkt een tukje in haar hoogen leunstoel. Zij past zoo heelemaal in dien breoden fauteuil, dat zij er zoo één mee wordt, dat men zich in het meubel zou kunnen vergissen. Stom als het meubel, lacht zij mee bij vroolijke uitvallen, evenzeer als bij ergerlijke; zij werkt onafgebroken aan een of ander braaf, vertoonbaar artikel uit de wasch baars echt- gencots. Dezo schijnt haar dan ook slechts las een goedige, door do natuur hemi toe bedeelde verzorgster zijner bullen te be schouwen. In het volle licht, met haar móói figuur geheel naar den majoor gekeerd, luistert mevrouw Breton, zijn eigen jong wijfje, toe met vleiende aandacht voor den spreker. Als rarijsche voelt zjj zich, ondanks de twee jaren, dio zij reeds in de provincie doorbracht, nog niet op haar 'gemak, in KORTE BERICHTEN, De Duitschers zijn niet de uitvinders vaai het oorlogsbrood, schrijft de „Figaro" maar de Fransehen. Het „Journal des Sca- vans" deelt mode, dat in 1772 reeds brood gebakken werd uitsluitend van aardap pelmeel of met ander meel vermengd. Uit Boulogne wordt aan Engelsohc bla den geseind dat de kroonprins van Beieren door een granaat ernstig zou zijn ver wond. Onder Mol is een 38-jarige Belg door do Duitschers gearresteerd, die cr van verdacht wordt, verscheidene jonge man nen geholpen te hebben bij de vlucht uit het bezette gebied. In Hasselt zijn reeds 18 personen samengebracht, die zich aan ge lijk misdrijf hebben schuldig gemaakt. Volgens gegevens die van Russische zij do worden openbaar gemaakt, zijn er' in Russisoh-Polen in dezen veldtocht 95 ste den cn groote dorpen in puin gelegd, ter wijl van de 27,000 kleinere dorpen 4500 zijn verwoest; daarvan zijn 1000 geheel platgebrand. De schade wordt ruwweg op 1200 inil- liocn gulden geschat. De Amerikaansche Kamer van koop handel te Berlijn heeft zich telegrafisch tot Bryan gewend en hem dringend verzocht do onderhandelingen met Engeland zoo spoedig mogelijk te beginnen, daar zoo wel Duitschei als Amerikaansch© export en importhandel andere groot verlies lij den. Enkele dagen geleden, had een Wagner- uit-voermg in den Muntschouwburg te Brus sel plaats. Drie Belgen, vertelt thans de „Echo Beige" uit Amsterdam, bevonden zich in de zaal. De „Echo Beige" heeft ook den uitleg van die algemeene onthouding. Een syndicaat van bankiers en wissel agenten, ten dien einde gesticht, had dc helft der plaat sen in de zaal gekocht Waarlijk: de Brusselsche ironie kan zich kosten getroosten In do Berlijnsche voorstad Friedeman heeft zich, naar de „Beri. Lok. Anz." meldt, Woensdagnacht een vreeselijk familiedrama afgespeeld. Toen Donderdagochtend op her haald bellen de woning van een zekeren Frc-d 'directeur^van een typewriter-bureau, niet geopend werd, liet men de deur door de po litie openbreken. Deze vond Fried, zijn vrouw en zijn 4 kin deren als lijken in de woning. Voor zooverre tot nu toe kon worden vastgesteld, heeft bitter gebrek dc ouders tot hun ontzettende daad gedreven. X- Volgens de „Hamb. Nachz." hebben do Vcreenigdë Staten gedurende zéven maan den voor ruim een milliard aan oorlogsma teriaal uitgevoerd. In Frankrijk zijn thans Japansche ver pleegsters aangekomen. Met voorfcecldelooze toewijding verplegen ze de Frarschc, Engel- schc en Indische gewonden. In Miinchen had het dragon Van uniformen door kinderen zulke afmetingen aangenomen, dat het hoofd der politie zich genoodzaakt heeft gezien er tegen op ts treden. Ouders stellen er zich namelijk niet mee tevreden hun jongens in fantasie-uniformen uit te dosschen, maar ze «teken hen in een militair pa.k, dat bedriegelijk op liet echte gelijkt; de uitmonstering en o n d c ré ch ei din gs tc ek c - nen van den rang ontbreken er niet aan, en het ijzeren krui® voltooit de versiering van het nieuwerwetsehe kin derkostuum. Geen wonder, dat de jongens, aldus uitgerust, zich verplicht aclitén om aan hen, dio tot het dragen van de uniform gerechtigd zijn, het militair saluut te brengen. Het hoofd der politie richt een ernstig afkeurend en ver manend woord tot dc ouders om in deze ernstige tijden hun kinderen toch geen uni formen als speelgoed te geven. de enge atmosfeer der kléin-stad., .Voor haar hebben deze avondgesprekken een- zekere charme, 'die nu een paar maal in de week plaats vinden, sedert de laatste maanden, dat de beide huisgezinnen naast elkaar zijn komen woüen. Maar wat voert de majoor in zijn schild? Probeert hij haar belangstelling, te prikkelen of volgt hij slechts da begeerte, om te schitteren, te heerschen, welke vele man nen ondervinden, die gewend zijn aan loftui tingen en aangevuurd worden door de aan wezigheid esner mooie vrouw? De ontvangst was inmiddels ten einde geloopen; alle officieren waren opgestaan en de brigade-commandant fluisterde den nieuwen overste met groote aandoening en geweldig© militaire welbespraaktheid, de vleiendste dingen in het oor. Toen volgde een tinkelend kriscal-geluid, daarna een ru moerig, algemeen opbreken, een dof gedreun van weggeschoven stoelen, geschuur van slepende sabels over kiezel, waarboven uit luidruchtig stemgeluid in lichte opwinding, gevolg van veel alcohol. Op straat, onder liet loopen tegen deu wind in, overviel Breton opnieuw z>jn oude vrees. Hoe klein voelde hij zich tegenover den majoor, hoe ondergeschikt in den vollen omvang van het woord! Wat had die man niet in zijn mars, ondanks zijn uiterlijke jeugd! .Wat wist hij handig te vertellen, nuchter-geestig, bescheiden cn boeiend te gelijk! v Wat een veelzijdigheid, wat een kloek heid cn superieure mannelijkheid! Die man boezemde hem groote achting in. Bij alle ontmoetingen zag hij in hem steeds den meerdere, en zelfs in zijn eigen salon was het hem1 als moest hij nog voor hem.1 „in positie" staan. Zijn jaloezie, door deze overdenkingen al mec-r en meer geprikkeld, drong hem met haastige passen naar zijn woning. Bij drie treden te gelijk sprong hij de trappen op, hij opende in zenuwachtige op- Vragen en Aniwoordsn. Vraag: Ik heb broers en zusters, die ge huwd zijn en één is overleden met nalating van vrouw en kinderen. Komen nu de kin deren van mijn overleden broer voor hun vader op en kan ik mijn uiterste wilsbeschik kingen (aangezien het na te laten bedrag niet zoo hoog is) op een zegeltje van f 0.22beschrijven Antwoord: De kinderen van uw broe der komen voor hun vader op. Wanneer u overtuigd zijt, adt uw erfgenamen uw wen- schen opvolgen, behoeft u het niet op een zegeltje to schrijven; dat geeft niets. Maar u doet beter, al is liet bedrag gering, uw wilsbeschikking door een notaris te laten opmaken. U is dan zeker. Vraag: Ik heb mij een letter op mijn band geprikt met Oost-Indisch cn inkt, nu zou ik graag willen weten hoe dat ver wijderd kan worden. Het is ongeveer 12 jaar geleden gebeurd. Antwoord: Tatouage is alleen langs operatieven weg te verwijderen. Uw dokter moet dus de huid wegsnijden en de natuur zal u misschien een tweede doen groeien- ,V r a a g: Bestaat er hier in Leiden ook een afdeeling van den Vrijwilligen Land storm? Zoo ja, tot v/ïen moet ik mrj dan wenden om daarbij te worden ingedeeld? Antwoord: Ja, het Leidsch Studenten- .Vrijwilligerskorps. Daarbij worden uit den aard der zaak slechts studenten ingedeeld. Vraag: Indien men zich vóór 22 Maart voor het reservekader heeft doen keuren en men is afgekeurd om gezondheidsredenen, kan men dan nog herkeuring aanvragen? Zoo ja, binnen welken termijn na de keu ring en bij wien? Antwoord: Zoodra u weet,, dat u zijt afgekeurd, kunt u herkeuring vragen bij request aan den Minister van Oorlog. Ge moet zorgen zóó vroeg gekeurd te zijn, dat do verbintenis bij bet reservekader vóór 21 Maart kan gesloten worden, 't Is dus nu te laat. Vraag: Ik ben van de lichting 1S15 en ingedeeld bij het 3de bataljon grenadiers. Wanneer zou ik nu op moeten komen? Antwoord: Tusschen 1 en 5 October a. s., tanzij buitengewone oms.andigheden daarin verandering brengen. Vraag: Ik ben in 1912 gepasporteerd. Kan ik nu in dienst komen met vergoeding, zoolang de mobilisatie duurt? Antwoord: Neen, de werving daartoe is gesloten. V raag: Eenige dagen geleden zag ik een jongen, naar mijn gedacht© 15 a 16 iaar oud, op de Breestraat alhier, in beide han den zakken geld, en over de schouders zak ken geld. Ik zag hem na en zag, dat hij naar de Ned. Bank ging; zeker een jongen van een bankierskantoor. Nu vraag ik u, of het voor een firma niet een groote verant woordelijkheid is, in den tfgenv/oordigen slechten tijd, zoo'n jongen met zooveel geld of wissels weg te zenden?. Hoe kcht kan het niét gebeuren, dat een individu, zoo'n zak met geld uit zijn handen trekt, e.i er mc-e aan dén haal gaat? Zou het niet wensciie- iijk zijn'H.H. bankiers enz. Uaarop eens attent te maken en in 't vervolg volwassen perso nen met geld of wissels weg te zenden? Antwoord: Het heeft ook onze aan dacht wel eens getrokken, dat knapen, soms nog jonger, vrij groote geldbedragen langs de straat droegen. Hoewél in plaatsen ais Leiden er niet zooveel gevaar bestaat voor straatroof ais in groote plaatsen met druk verkeer, is het ook ons inziens- wel wat on voorzichtig. Maar het gaat met zulke din gen oók wéieens zooals het spreekwoord zegt: er moet eerst een kalf verdronken zijn voor "de put wordt gedempt. Enfin, de risico is voor d© bankinstel lingen. Vraag: Ik ben van lichting 1916. Kan ik mij nu nig aanmelden voor het Reserve kader 1 Wanneer wordt heb toelatings-cxamen gehouden Antwoord: Ja, tot 21 Maart a.s. kunt ge u nog aanmelden. winding, door den wijn nog verergerd, de deur. en liep regelrecht op het silo'n toe. Vóór zich, cp de canapé, ziet' hij dè majoors-uniform, mst wjjd-uitgcs'.rekta mou wen, liggen. Een man, tusschen twee buffers gekneld, kon zich niet benauwder voelen, kon niet verdaasder en verstarder staan, door den toegebrachten, afgrijselijken sloot, dan Bre ton tegenover de uniform van zijn mili tairen supérieur. Van uit de aangrenzende kamer, welke slechts door een eenvoudige porliëre werd afgescheiden, weerklonk helder gelach, lachen van zijn vrouw, dat door onderdrukt gefluister, werd onderbroken, alsof een zachte stem korte ophelderingen gaf. Bre ton luisterde. De onweerstaanbare réang tot handelen, tot dooden, tot iemand fijn knijpen, greep hem aan, doorschokte zijn gehecle lichaam. Doch met aaneengesloten hakken bleef hij toch als vastgespijkerd staan voor de uniform. h Hoe kan men ooit met woorden hem, die het nooit ondervonden heeft, de niet te ont- gane toovermacht der onderscheidingstee- kens, van den gouden kraag op een onbe- weeglyk-stille uniform duidelijk maken? Deze absoluut onloochenbare, geweldige macht, die de levenskern van liet leger is! Het is een zóó diep-ingeworteld gevoel, dat, niet zoodra een oude, aan dc officiers- kletstafel wel eens bespotte, voor den gek gehouden officier met de ordeteekenen van zijn rang verschijnt, of hij is de onbetwist bare meerdere, wien men stom, en zonder een critische gedachte, gehoorzaamt. Angst en respect, bangheid en schroom, dit alles kan door ©en opgehangen keni worden ingeboezemd. Hoö lang duurdo des© strijd Twintig se conden. een minuut misschien? Eindelijk behaald© de man de overwinning op den soldaat. Bret-on dééd een paar passen vooruit en scïlöof do portier© opzij- Bij liet venster zat tam en goedig de vriendelijk© mevrouw Désardcnnes, die zijn vrouw inwijdde in de Omtrent het toelatings-examen geven we u in overweging zich te richten tot den Hoofdofficier voor het Reservekader Bu reel Willemstraat 4 's-Graven ha ge, fdwaar go do noodige inlichtingen kunt ontvangen. Vraag: a, Ik heb bij de cavalerie ge diend. Ik ben in 1913 gepasporteert, was dug van de lichting 1905, en bij den landstorm. Kom ik nu in geval van oproeping in mijn funotio terug bij inijn wapen, of val ik nu onder het voetvolk als gewoon soldaat b. Heb ik nog last als het kader opgeroe pen wordt, of val ik daarbuiten, daar ik bij het paardenvolk gediend heb 1 Men leest af en toe wel van verschillende corpsen, maar van het paardenvolk bijna niets. c. Roept de Regeering den landstorm nog eerder op dan in geval van oorlog Antwoord: Bij terugkeer kunt ge in den rang van korporaal bij een onbereden wapen worden geplaatst. Landstorm is niet b&reden. b. Als het noodig is roept men u op. j c. Het kan voorkomen, dat nog voor het uitbreken van den oorlog de landstorm wordt opgeroepenclat hangt van de om standigheden af. V raag: Hoc lang is de weg van Leiden Ycenendaal (c?e Klomp), cn langs welke plaatsen kom ik dan'? Is het in een dag te fietsen 1 Antwoord: Leiden, Leiderdorp, Kou dekerk, Alphen, Bodegraven, Woerden, Harmeien, Utrecht, de Bildt, Zeist, Wou denberg, .Scherp enzeel, Renswouden, de Klomp, 87.9 K. M. Per uur rijdt men gemiddeld 12 li 15 K.M. V raag: Ik heb .een zoon, 18 jaar oud. Dezo wilde graag .een betrekking in Indie hebben op een kantoor of een dergelijk© betrekking. Tot wien nioet ik mij wencüen om inlichtingen en moet hij daar neg bepaalde diploma's voor hebben, en welke taal is daar het meest in gebruik Antwoord: Dat willen wij wel gelco- ven clat Uw zoon een goede betrekking in Indie wil hebben, maar dit is even.'moeilijk als hier! U moet zich in verbinding stellen met iemand, dio familie of kennissen hcèft in Indiezonder diploma krijgt U nooit een flinko betrekking. Men spreekt er Hol- landeeh cn Maleisch. Vraag: Miin zoon is in militaire dienst cn lang ziek geweest, waardoor hij, nu aan de beterende hand is, met 13 dagen zieken verlof naar huis gestuurd. Heeft hij nu recht op zijn soldij, als hij weer bij zijn troep terugkomt Antwoord: Ja, van af den dag, dat hij weer dienst verricht en is teruggekeerd van zijn verlof, heeft uw zoon verlof gehad t-ot herstel van gezondheid, dan geniet hij ook gedurende - clat verlof soldij. Vraag: Is u ook bekend een specia liteit voor huidziekten? A n t'w oord Dr. Kerkhof f, Witte Singel. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. StacJstlmrnorwerfc Teleptncn No. 12?. Geopend: 'e morions von 9—12 en des middags -an 2—5 uur. AANVRAAG VAN WERKZOEKENDEN. 2 klerken, 48 timmerlieden, 35 Metse laars, 5 steenhouwers, 1 voeger, 21 opper lieden, 14 stucadoors, 38 schilders, 2 be hangers, 5 meubelmakers, stoffeerder, 3 stokers, 1 smid, 1 electricien, 1 blik slager, 9 typografen, 4 kleermakers, 1 bak ker, 1 spekslager, 1 huisknecht, 1 kellner, 1 koetsier, 2 schippers, 12 grondwerkers, 15 loopknechten, 6 loopjongens, 60 losse werklieden. AFD. VROUWEN. Volkshuis. Tclephoon Mo 1477. Geopend: van 9—12 uur. 8 dienstboden, 14 werksters, 11 naaisters, 3 waschvrouwen, 1 strijkster, 3 huishoud sters, 2 kooksters, 9 fabrieksarbeidsters, 9 tcxtielarbeidsters, 1 kinderjuffrouw, 4 vrouwen (allerlei), 1 kantoorbediende. netelige kunst van tressen opnaaien op één der beid© uniformen van haar man. die zij extra voor dit doel meegebracht had. Bre toil stond opnieuw stram, salueerde en lacht© pijnlijk-verlegen. Daarna sloeg hij opnieuw de hakken tegen elkaar, draaid© zich „militairement" om en vloog de kamer uic naar zijn eigen kleine rookkamer. En daar, neergevallen in can broaden clubstoel, waarin hij meermalen samen met zijn vrouw had gezeten, barstte hij uit in e©n schater lach, di© zijn heelo lichaam deed schud den. Hij lachte, lachte, zooals hij in zijn leven nog niet gelachen had en waarschijn lijk ncoit meer lachen- zau. Zóó werd hij gevonden door zijn vrouwtje, dat, verbaasd over zijn plotseling verdwijnen, hem.' kwam opzoeken. Haar d© reden van ziin matelcoze vroolijkheid verklaren, kon hij niet. Hij voelde, dat hij kaar in zijn gedachten onrecht, groot onrecht, had gedaan. Maar de zaak was to komisch, en opnieuw verviel hij in zijn daverenden lach. Hij bruid© het uit, hij kon niet anders „Toe, René, lach nu niet zoo. lach nu niet zoo dom, zoo akelig dom," zei het vrouwtje. Maar telkens, als hij zich bedwing ai wild© en haar antwoorden, barstte hij opnieuw uit, totdat zij hem ernstig aankeek- en zei: „Er is met jou geen praten vandaag. Dat kort van al dat gefuif niet de kamera den. Majoor Désardcnnes heeft je zeker veer erg geanimeerd. "We spraken cr juist over, zijn vrouw en ik, dat zulke borrel- partijen niet goed zijn voor or.z© mannen." „Noen, neen," hikte hij tusschen een paar lachbuien. „Niks goed, niks goeii En toen bij e©n nieuwe lachbui zijr. klein, moei vrouwt j e pa r mantg-ver on twaard ig l zijn rookkamer uitging, zagend© !i\i de slecht© reputatie, waarin bet fuiven van mannen, alleen bij do vrouwen stonk Nu behoefd© Lij ten minst© geen uitlegging 1© geven cn nam hij, voor het eerst 1:1 zijn leren, met blijdschap do verdenking op zich. van geen maat to hebben kunnen houden. Majoor Dó sardennes had hem immers geanimeerd!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 7