Tweede Kamer. Vrouwen-rubriek. Do Eümpesslie örtij. Vergadering van gisteren. .WETSONTWERP TOT WIJZIGING DER VERMOGENSBELASTING. De lieer TEENSTRA aclit een belasting paar do verkoopwaarde de eenig juiste. De bezwaren tegen de voorgestelde wijze van schatting acht spr, schromelijk overdre ven. Wel wil spr. erkennen, dat een schatting moeilijkheden oplevert, doch daar volgt niet uit dat zij niet in onze wetgeving zou mo gen worden gebruikt. Spr. wil een herschatting van de belast bare'opbrengst voor de grondbelasting. Ten slotte raadt hij den minister aan zich schrap te zetten tegenover het amen dement der Commissie van Rapporteurs, het welk uitstel der inwerking-treding van de wet voorstelt. Do heer BOS meent, dat hei den Minister imoeilijk zal vallen te antwoorden op de vraag van den heer Tydeman, hoe hoog ongeveer de opbrengst der nieuwe regeling zal zijn. Het gaat hier evenwel om een bil lijke wijze van belastingheffing en dat is voor spr. hoofdzaak. Het heffen van belas ting van vermogensbestanddeel en, die geen inkomsten opleveren is niet onbillijk te ach ten, omdat zulke bestanddeelen toch ook de draagkracht vermeerderen en over het alge meen in meer productieve vermogensbestamd- declen zijn om te zetten. Wat do uitzondering van parken, buiten plaatsen en dergelijke betreft, spr. ,zou mee- cen, dat men een verkeerden weg zou op gaan door een afzonderlijke belasting te scheppen voor houders van natuurmonumen ten. Deze natuurmonumenten toch vormen in den regel slechts een klein deel van liet geheele vermogen en worden toch op de eer ste plaats gehouden voor eigen genoegen. Dat de bepaling der verkoopwaarde van ionroerend bezit zoo moeilijk zou zijn als wordt voorgesteld, weerspreekt de afgevaar digde op grond van de door hem opgedane ondervinding. Trouwëas is schatting der huurwaarde dikwijls even moeilijk als die van do verkoopwaarde. De groote vraag, is hoe wij met erkenning der moeilijkheden, welke onder ade omstan digheden blijven bestaan, de meest billijke regeling krijgen onzer Vermogensbelasting. En dan meent ook deze afgevaardigde dat het ontwerp de regeling zal brengen. MINISTER TREUB meent, dat hot poli tiek bestand met dit ontwerp niets te maken heeft. Dit bestand, hetwelk meebrengt, dat de Regeering zich onthoudt van de indie ning van ontwerpen, welke partijstrijd kun nen ontketenen, wordt door de Regeering nauwkeurig in acht genomen. Daarom heeft het Z.Exci leed gedaan, dat de afgevaardig de van Nijmegen de linkerzijde tegenover de rechterzijde stelde. Dit doet hem: leed imet het oog op de financieel© toekomst Van het land, daar deze veel grooter moei lijkheden zal meebrengen dan als van het Vinden der vele noodige gelden een partij- kwestie zal worden gemaakt. De heer VAN NISPEN TOT SEVENAER (Nijmegen) interrumpeert,: dat hij: biet Rechts tegenover Links plaatste, doch uitdrukke lijk sprak van bezwaren, die- „niet alleen aan de Rechterzijde" bestaan. De MINISTER verklaart, dat het hem! genoegen doet den afgevaardigde verkeerd te hebben verstaan. Dat spr., niettegenstaande de tijdsomstan digheden en de wetenschap, dat bij vele le lden bezwaar tegen het voorgestelde zou bestaan met het ontwerp is gekomen, vindt zijn ooTzaak hierin, dat met 1 Mei do ver mogensbelasting formeel ia overeenstemming (met de inkomstenbelasting moet zijn, en dat de Regeering daarbij niet mocht nala ten van de gelegenheid gebruik te makea om wat zij' onbillijk achtte uit de wet te doen verdwijnen. Uitstel der invoering van de inkomstenbelasting zou ook een middel zijn geweest, doch dan zou de meerdere opbrengst der inkomstenbelasting moeten rijn prijsgegeven. Wat betreft den geuiten wenscb, om de nieuwe waardebepaling niet met 1 Mei, doch op nader te bepalen dag in werking te doen treien, erkent Z. Excv,. dat thans cle schat- tfngsmoeilijkheden grooter zijn dan anders, doch hij ontkent, dat ze ten aanzien van het onroerend goed grooter zouden zijn dan ten opzichte van het roerend goed. Komende tot de zaak zelf, spreekt de Mi nister er vooreerst zijn verbazing over uit, dat het nog niet tot den heer Kooien is door gedrongen. dat de vermogenbelas dog dooi de tot-stand-koming der inkomstenbelasting totaal van karalrter is veranderd en van deel eener gesplitste belasting is geworden ee-n belattiüg naast de inkomsten belas ling, waar bij niet meer het inkomen uit het vermogen, maar de kapitaalvaarde er van in aanmer king komt. Men heeft willen belasten het enkele feit, dat de vermogensbezifcter een middel bezit, dat steeds kan worden omgezet in inkomsten opleverend vermogen. Ten aanzien van de uitzondering van par ken en buitenplaatsen sluit spr. zich aan brj het betoog van den heer Bos. Waarbij hij er nog <qp wijst, dat een buitenplaats niet mag worden geschat als bijv. bouwter rein, doch als buitenplaats. In verban! me'; lei legenwoorTigc karak ter der vermogensbelasuag. hetwelk belas ting van den blooten eigendom toelaat, om het eenvoudige feit, dat die eigendom ver koopwaarde heeft, is het niet onbillijk, dat met vruchtgebruik bezwaard goed wordt be last. Echter geeft Z.Exc. toe, dat practisch do belasting van dien aard zou kunnen zijn, dat men haar niet zou kunnen invoeren. Dit zal hier evenwel niet het géval zijn. Spr. is daarom niet bereid in dit opzicht verande ring in het ontwerp te brengen. Hierop komt de Minister tot de kwestie der waardebepaling. Ook hij wrenscht vaste gegevens voor de ocrlogsregeling, maar dan moet het vaste criterium goed zijn en dit heeft niemand beweerd ten aanzien der gel dende regeling. Daarom begrijpt hij niet, hoe sommigen, zij het dan, zooals de heer Koo ien vcorloopig, die verkeerde regeling willen behouden. De voorgestelde nieuwe wijze van waardebepaling toch is veel beter. Do daar tegen ingébrachte bezwaren zijn zeer over dreven voorgesteld. De. fiscus zal bij waar- deering ook hebben te letten op de omstan digheden en daarmede zeker rekening hou den. Bovendien is ZLExc. bereid een welwil lende houding aan te nemen tegenover amen dementen, welke dit nog duidelijker in do wet willen doen uitkomen. Voor de grondbelasting heeft spr. reeds opdracht gegeven tot een herschalting der waarde van het gebouwd en ongebouwd. Een herschatting der belas .bare opbrengst van het onroerend bezit voor de vermogens belasting, door den beer Tydeman gewild, zou veel te lang duren en bovendien reeds spoedig niet meer de werkelijkheid in over eenstemming zijn. Hoe de heer De Moaté Verloren kon spre ken van een bevoorrechting van het on roerend goed is, is sur. 'n raadsel. Z.Exc. is er zelfs van overtuigd "dat iedere-Minis Ier van Financiën, die met r.iouwe bé'a.lirgeoo: s'.el- le-n komt, het onroerend goed krachtig zal moeten aanspreken. In 1816 was de belas ting op het ongebouwd even hoog als thans, terwijl nu de grondbelasting niet meer dan 10 pCt. van het totaal der belastingen op brengt. Ten slotte antwoordt Z.Exc. den heer Ty deman, dat het hem cok wel cm de op brengst te doen is, doch vooral om zwaarder beginselen in de belastingheffing. De hoo- gere opbrengst zal vermoedelijk ongeveer 6 ton zijn. Ook met het oog hierop hoopt hij, dat verschillende leden over hun be zwaren zullen heenstappen. Tegen uitstel der principieele beslissing tot 1917, zooals het amendement-Kooien wil, heeft do Minister bezwaar. Het werken zou op die wijze voor de Regeering al te moei lijk worden. De beraadslagingen worden verlaagd tot Dinsdag half twaalf. REGELING VAN WERKZAAMHEDEN. Besloten wordt het ontwerp betreffende do inkomstenbelasting, met het oog op de urgentie, aan cle orde te stellen as. Dïus- 'dag, na het ontwerp betreffende de artse- nijbereidkunde. De meuwtre voonaaFSSTJode. Oorlog of gee-n oorlog, do vrouw moet gekleed zijn. Het oude goed verslijt. Er moet nieuw komen. En waar nieuwe stoffen gekocht werden, wenscht men ook nieuwe modellen. Dies, het verlangen naar oen nieuwe modo bestaat, ondanks den oorlog. Stellig de ernst d'er tijden drukt haar stempel op do nieuwe mode. Het is soberheid en nog eens soberheid. Donkere kleuren, ce-n- voudigo modellen. De mouwen -worden weer lang, heel lang, dat staat vast. En het is zoo goed als zeker, dat onze'rokken weer wijder worden. Dat is een juichkreet waard. Waar do wijdte wordt aange bracht, of do soepelo stof in fijne rimpels vanuit oen kort glad heupstuk zal vallen, dan wel of .de sierlijke volant weer op nieuw zal verschijnen, dat zijn nog gehei men, dio niemand kent, de mode-ontwer- pe-rs en ontwerpsters in eigen persoon nog niet eens. De hoeden blijven klein en versierd met lint, niGt met veeren. De ,^en co-eur"-bals- uitsnede heeft letterlijk te veel harten veroverd, om nu al verbannen tö worden. Naast de modellen halskraag, zooals die verleden jaar gedragen werden, zic-t men verschillendo modellen, die veel op cc col- Cathérino de Médicis gelijken. De vorm is nog iets grillger. Nog trotsehcr zou men het kunnen noemen. Voor vrouwen met langen, slanken hals en fier omhooggedra gen kopje een praclit-dracht Het militarisme heeft ook in zeker op zicht zijn stempel- op de mode gedrukt-. De BrussoLsche correspondent van het „Vlaamsche Nieuws" schrijft over nieuwe ino d e Ondanks de droevige tijden die we bele ven, hebbe-n onze modewinkels het t-oeh nog niet opgegeven nieuwe rnode-s uit te vinden, wel wetende, dat de juffertjes der hoofdstad geen oogenblik zouden willen over de straat loepen, zelfs in oorlogstijd zonder volgens de laatste mode te zijn uit- gc-doscht. De nieuwe mode voor vrouwenhoeden c ah ter is ganse li overeenstemmend met den tijd: we zien nu vrouwtjes rondiloo- pen met een kanoniersmuts op, waaraan van voren waarachtig een kwispel hangt to zwieren andere verkiezen het „bonnet do police" der gidsen, dat, een. weinig schuins gezet, hun waarlijk een militair „air" bijzet; i kzag zelfs een shako van de Icarabiniers,, met een tros wapperende pluimen WQUweSZpïo scfoutfleirs. De Milaaneesche en Turijnsehe schoonen oefenen zich in de kunst van het schieten. Na het uitbreken va-n den Europeeschen oorlog werden zij door een soort veeht- manie aangegrepen, en de beste wijze, om haar strijdlust bot te vieren, was volgens haar, dc oprichting van een schietclub. Zoo kent Lombardïje thans zijn „Milaneesch schubterscorps" en zijn „Bond van schut- tersleerlingen". Groot is het aantal leden weliswaar niét., het overschrijdt echter nog altijd wel do honderd. Dat de dames het ijverig meenen, bewijst wel het feit, dat er in den tijd van twee dagen niet minder dan S000 patronen verschoten zijn. De schutte- resscn, waaronder zich studenten, leerares- se2), telefonistes en typistes bevinden, ma ken intusscben goede vorderingen in hun uiterst manlijke liefhebberij Toch verliezen zo daarbij hun vrouwelijken aard niet. Naar de secretares.se van een der clubs meedeel de, had zij van geen der leden den waren leeftijd te weten kunnen komen. CORRESPONDENTIE. Ingezonden Stukken of Mededeelingen, waarvan do Schrijvers hun Naam en hun Volledig Adres niet aan de Redactie bekend maken, worden Ongeplaatst ter zijde gelegd. X Duitsche Spioimage achter het Belgische Front. De Belgen merkten reeds eenige weken op, dat hun geringste' troepenbeweging on middellijk bij den vijand bekend was. Een uittrekkend regiment werd onmiddellijk met een granatenregen begroet Er werd daar om aan de rpionnage meer aandacht gewijd en met succes. Al dadelijk heeft men twee Duitsche officieren geknipt, die als Engelsche geneesheer gekleed, dag en nacht rond Veurne zwerfden. Om hun valschheid te dekken, trachtten zij de Belgische ge kwetste soldaten met de beste zorgen te behandelen. Twee zoogenaamde leurders werden ook aangehouden, en een van de twee was een Duitsche officier, die reeds lang in België woonde. Vooraleer gefusilleerd te zijn, ver klaarde hij in België te zijn geweest om het land te verraden en hij stierf al roepende „Leve de keizer." Eindelijk werden nog twee gasten nabij Ramscapelle aangehouden, die als Belgisch gendarm gekleed waren. De bewaking en de spionnen jacht wordt hoe langer hoe grooter. Eera DisRsGhor over Betgisch oaazajjdsglheid. Kurt Eisner, een van do vroegere redac teuren van de „Vorwarts", heeft zich als volgt over de kwestie van België's onzijdig heid uitgelaten „Men weet dat Duitschland sedert maan den moeite doet, om door openbaarmE.king1 van vermeende „geheime stukken" hot Duit sche volk e2i. cle geheele wereld te bewijzen dat België zelf zijn onzijdigheid geschonden zou hebben en dat Duitschland, bijgevolg, geen schending van het volkenrecht had be gaan, door in zijn gebied te vallen. Men heeffc de geheime Belgische stukken doorgesnuf feld om aan te toonen, dat België zelf zijn onzijdigheid prijs lia-d gegeven on zoodoende^ in strijd met do openhartige en moedige ver klaring van den rijkskanselier op 4 Augus tus, geen schending van het volkenrecht zou begaan hebben. In werkelijkheid echter be-, wijzen al dio geheime stukken slechts, dat België en de garanten .van zijn onzijdigheid, Frankrijk en Engeland, sedert lang wisten, dat Duitschland in geval van oorlog door müitairo redenen gedwongen zou zijn, Bel gië binnen te vallen. Het strategische spoor wegnet, dat Duitschland naar dis Belgische grens toe had aangelegd, kon voor niemand een geheim dool hebben. Als België dus ge tracht heeft zichzelf te beschermen, door dc hulp van andere mogendheden in te roepen, is. dat geen schending geweest van zijn onzij digheid, maar is dit veeleer in overeenstem ming met de plichten van dc onzijdigheid." Engefands verdediging van do foJok- kade van DuRscfafland, De Engelsche regeering beeft een „white paper" doen verschijnen, bevatende de briefwisseling tusschen. minister Grey en den Amerikaavschzn ambassadeur Page omtrent He wijze van oorlogvoeren ter zee. In antwoord op de vragen yan Page wijst Grey met nadruk op het feit, dat Groot- Britannië en Frankrijk alleen een blokkade van de Duitsche havens door een cordon van kruisers hebben ingesteld in antwoord op de poging van Duitschland om te be letten, dat voorraden Engeland en Frank rijk zouden bereiken. Grey voegt daaraan toe: „Da maatregel, dcor Frankrijk en Engeland genomen, is natuurlijk een noodzakelijk gevolg van (le ongehoorde tegen wet en zedelijkheid in- druischeode methode, die Duitschland reeds bij het begin van den oorlog toepaste. De Engelsche regeering gevoelde, toen ZQ de blokkade proclameerde, groeten te genzin om de neutrale schepen de straf op -te leggen, die op verbreking van de blok kade staat. Ten einde derlialve de moeilijk heden, waaronder de neutrale zeehandel on vermijdelijk te Jijden moest hebben te ver blinderen, gaf zij het-plan te kennen om' van het re;h - waarop oorlogvoerenden 'steeds aanspraak hébben gemaakt, om sche pen of ladingen weg-èqsriiet verbreken der blokkade te confiskeeren, af te zien. Zij bepaalt zich tot het aanhouden van ladin gen, komende van of bestemd voor het ge bied van den vijand." Omtrent de jnijhen zegt- Grey: „Er zijn door Engeland eerst mijnen gelegd nadat de Duitschers reeds weken lang geregeld mijnen op zee hadden gestrooid en alle Engelsche mijnen zijn zoo ingericht, dat zij' onschadelijk zijn, ais zij losraken." Hoe de kriigsgevaragenen in Du'ttsch- iarccS behandeld worden. De „Times" van M-iandag. heeft een brief van een ongenoemden Fran«chea krijgsge vangene in Duitschland. De brief is niet gedateerd en de plaats, waar de krijgsge vangene thans gedetineerd is, wordt niet ge geven. Wij schrijven er het vo-lgonde uit af „Ik moet erkennen dat de ontvangst (in September, in Duitschlanl) minder onaange naam was don ik -verwacht had doch de vrouwen en kinderen wezen op ons en ga ven te verstaan, dat men ons het hoofd moest afslaan. W- kwamen in een groot kamp, waar wij., tot 15 October, 's nachts moesten slapen op stroo in oude stallen, waar de wind van alle kanten doorheem speelde, 's Nachts liepen dc muizen er rond .om te zoeken naar de overblijfselen van ons voedsel. Thans slapen wij in houten hut ten, dio wat gerieflijker, d. w. z. minder koud zijn. Wij liggen op ma.traeren en heb ben ook een deken. Drie maanden heb ik met mijn kleonen aan geslapen en het zal u niet verba-zen, dat ik en al do anderen vol zitten met luizen en dergelijk ongedierte. Wij krijgen ternauwernood genoeg voed- -scl om niet van honger te sterven, en dat voedsel is niet -beter dan varkensvoer.. Nooit krijgen wij ook maar het geringste stukje vleeseh. 's Middags ontvangen wij 3/4 liter soep,.dat wij uit een.kom eten. De gehceie maand door is er geen afwisseling in het voedsel, dat bestaat uit gekookte beet wortel, mais en gerst. Ook krijgen wij ge kookte havermout en zemelengemengd met meel. Eens in de week is er een extra-ge- recht, n.l. gekookte .kool. Geloof mij, dat ik op het punt van ons voedsel mij niet aan overdrijving heb schul dig gemaakt. Ik heb in dé keuken geholpen en kan u verzekeren, dat het werkelijk ze melen en gerst zijn, die <vij krijgen. Wij schikken ons in alles en eten maar om niet van honger om te komen'. Men geeft ons on geveer 303 gr. brood per dag. ledleren dag werken wij van zeven tot vijf uur bij wegenaanleg, het omspitten van vel den, het hakken yan Jx>omeii in het bosch en het waseohen van do vaten van de officiers tafel. Ik ben er in geslaagd voor een tij'd^ vrijstelling to krijgen van dat werk, doch ik heb er mijn portie van gedaan. Ook trekken wij zandkarren, waarvqpr wij in het gareel zijn gespaunen, en toch zijn wij wat dit be treft,zeer bevoorrecht. Do Russen krijgen stompen met geweerkolven. Wij (Fransclien) zijn in ons ongeluk de minst gehate" vijanden van dc Duitsohers. O, dat er spoedig een eind kwam aan den oorlog. Men laat ons totaal zonder nieuws. Men vertelt one enkel maar dingen die bëstemcl zijn om ons te hinderen. Wij zijn hier met 12..COO Fransehen, 2C00 Belgen en Britten en 60CM3 Rureen. Wij zijn omringd mot prikkel draadversperringen en men bewaakt ons met evweren en bajonetten, die ons in Frank rijk zijn afgenomen. De Duitschers zijn er volkomen var» overtuigd, dat Duitschland het zal winnen. De CuRsche veHiezen. De acht laatste Pruisische verlieslijsten bevatten, volgens een bericht uit Kopenha gen, dc namen van 33,142 gedooden, gewon den of vermisten en brengen het totaal van do tot dusver alleen door Pruisen geleden verliezen op 1.050.029. Op do pas versche nen lijsten staan de namen van elf officieren en manschappen van den vliogdienst, die be- suouveld, vier officieren en manschappen, die gewond, en twee die doo'r de Fransclien gevangen genomen zijn., Dc Stemming in Elzas-Lotharmgcn. Do „Times"-correspondent té Parijs wijdt een beschouwing aan de stemming van het volk in Elzas-Lotharingen, dat, naar hij stel lig gelooft to kunnen verzekeren, in zijn hart sterk pro-Fransch is, al durfde het, sinds 1871, dit nimmer openlijk betuigen. Niet zoodra was de mobilisatie in Frank rijk begonnen, of 5000 Elzassers haastten zich do grens over te steken en zich in 't Fransche leger to doen opnemen. De ove rigen strijden onder den adelaar, en wel tegen Rusland, want de Duitschers waren maar al te goed op do hoogte van hun in nerlijke gevoelens. En voor deze meesters zrjn reeds honderden Elzassers in de eerste gelederen in Oost-Pruisen gesneuveld. Niet temin heeft dit krachtige grens-ras diep. in zijn nog altijd Keltische ziel gesidderd van haat jegens den overweldiger. Het is waar, dat deze onverzoenlijke stem ming niet onmiddellijk merkbaar is of was. De Fransche troepen, die in 't begin van den oorlog 'de verloren provincies binnen rukten, waren diep teleurgesteld, niet alleen door de ontstentenis van eenige verwelko ming, maar ook door het aanwezig zijn van verraad. Er werd gespionneerd, soldaten wer den in een hinderlaag opgewacht en neer gelegd. Waren de Elzassers zóó ontaard? ,Was de oude liefde voor Frankrijk verdwe nen na een nauwe aanraking van bijna een halve«»eeuw rnet Pruisen? Een zoodanige twijfel leek natuurlijk, en toch vergaten zij, die hem ondergingen, een zeer belangrijk feit. Zij vergaten, dat er niet minder dan 300,000 „echte" Duitschers in do verloren provincies geïmmigreerd wa ren, dat is een zeer aanzienlijk percentage op een bevolking van 1,800,000 zielen. Op het eerste gezicht zien de immigranten er wel als do oorspronkelijke bewoners uit, niaar inderdaad verschillen zij er hemelsbreed me de. Zij vertellen u wel, dat zij Elzassers zijn, maar in hun gevoelens, zoowel als in hun afkomst, behooren zij tot den overkant van den Rijn, en dat wprdt thans overduidelijk bewezen. .Van nature is do geboren Elzasser wan trouwig en wars van uithooring door vreem delingen. Gij zult onmogelijk inzicht kun nen krijgen in de plaatselijke gevoelens, door b.v. den bakker of slager te ondervragen. Zij doen dadelijk oen slot op hun mond als gij over politiek begint. De boer, zoowel als de stedeling, heeft al to veel geleden om nog mededeelzaam te kunnen zijn. Zij storten hun hart alleen bij zeer jntieme, gelijk den kende, vrienden uit. Maar abbé Wetterló had gelijk, toen hij onlangs verklaarde: Elzas-Lotharingen is meer anti-Duitsch dan ooit De Elzasser heeft dan ook alle reden om van Frankrijk te hou den, want onder het bestuur van dat land bloeiden zijn kunst, zijn nijverheid en zijn ondè^v'éö. Theoretisch is hij autonomist. De politieke partijen in de grensprovincies ver klaren zich steeds verknocht aan dit be ginsel, onverschillig wat hun ware houding ten aanzien van Duitschland is, en de reden is gemakkelijk te bevroeden. De anti-Duit- scher wenscht zijn geheime gevoelens niet te uiten op een openbare vergadering, bin nen het gehoor van den politie-verslaggever. Plij praat dus maar liever over het streven naar autonomie, waarop niemand aanmer king kan maken, te meer, waar de naar stem men hengelende pro-Duitschers hetzelfde doen of voorgeven te doen. En toch zien beide partijen zeer wel de volmaakte holheid van die leuze in, die immers te Berlijn, nooit en nimmer weerklank zou vinden. Maar de geboren Elzasser noemt zichzelf graag auto nomist, omdat er in dit woord een glimp van vrijheid schuilt en een half ei is beter dan een leego dop. Dat het ras in d:zo prov'noics talent 'én oorspronkelijkheid bezit, blijkt uit het aantal Elzasser schrijvers. Ook industrieel was deze streek een der rijkste van Frankrijk. Maar ■lil llj_ JUIN •-1-:, -^r het Duitsche kapitaal heoffc zich van ©enige; der meest belangrijke ondernemingen meestér; gemaakt, en anderai worden er achtevopgeJ steld door oneerlijke concurrentie. Alle le veranties voor burgerlyke en miütaire auto riteiten worden aan Duitselie fïrma.'s ge gund. En toch is dit nog minder drukkend1 dan het justitieel bewind. Voor den Elzas-i ser of Lotharinger van Fransche afkomst bestaat er om1 zoo te zeggen, geen wet en. ook geen vrijheid. Zaken, waarbij een oor spronkelijk bewoner tegenover een Duitsch; immigrant komt te staan, zijn al bij voorbaat, heslist. De Statthalter heeft onmetelijke' macht en gebruikt die te pas en te onpas. Hij verbiedt bladen zoowel als vereênigingen 1 en dat om; dezelfde reden: een al te gunstige gezindheid jegens Frankrijk. Dan is daar het bekende incidenttvan Za- bern, dat, al moge het den oorlog niet ver haast hebben, toch zeker een somber voor teeken van komende gebeurtenissen was. Men weet, dat geheel Zabern in woedend verzet kwam, dat er patrouilles en mitrailleurs noo- dig waren om die Herren Offiziere te be schermen. De Zabern-affairo kenmerkt de ware gevoelens der oorspronkelijke inwoners van de verloren provincies. Nu heerscht er de stilte van het kerkhof, behalve in het strookje tegenover Belfort, dat dezer dagen door M. Poincaré werd bezocht „Leve de President! Leve do Elzas! Leve Frankrijk!" jubelde het toen in stad en land door dio 15 mijlen gezuiverd grond gebied. Oude menschen weendon van vreugd de, en uit de vensters wuifden vrouwen en hieisjes met zakdoeken. Vlaggen, die 45 jaar verborgen waren geweest, kwamen als bij tooversla.g te voorschijn. En alleen deze uiting van geestdrift zou voldoende zijn geweest, om1 de bewering te weersprekep, dat Elzas-Lotharingen flauw hartig en lauw zou zijn geworden onder den hiel van den overweldiger. Hoe dc Gruwelverhalen ontstaan. Hoe gruwelberichten ontstaan is mogweer eens te Insterburg gebleken. Daar meldde zich een dakloos arbeider bij de politie! taan, die de vingers van z^m rechterhand kwijt was. Hjj vertelde, dat de Russen biji een van hun invallen in Oost-Pruisen hem) hadden weggevoerd en gedwongen in het Russische leger te dienen. Toen ze merk ten dat hij, wanneer 't er op aankwam op de Duitschers te schieten, te hoog of te laag] aanlegde, hadden ze hem rijn vingers afge hakt. Hij was toen in 't hospitaal opgenomen en daaruit later ontslagen. Anderen zou het net zoo zijn gegaanLénige dagen later kTeeg de politie .te Insterburg bericht van do stationskommandantur te Gumbinnen, dat de arbeider z\jn vingers bij een ongeval in ?t boerenbedrijf had verloren en ongevallen- rente genoot. Er wordt nu een vervolging tegen dezen verzinner van Russische gruwe len ingesteld. l j Het Beleg van Przcmjsl. De „Times" verneemt uit Petrograd, dat de zware .kanonnen van -die Russen nu te gen Przemysl in volle actie zijn. Ee-n week geleden is reeds ernstige schade aan eeni ge forten, toegebracht. Na dien tijd is de belegering blijkbaar in eon beslissend sta dium gekomen. Bij een Oostenrijksoh vlieger, die in han den van de Russen is gevallen, liccft men oen brief gevonden, waarin de schrijver, een officier van gezondheid, in bedekte ter men toegeeft, dat er gebrek aan levens middelen komt en er veel ziekte ondier het garnizoen heerscht. Te Pet.rogr.ad acht men het zoo good als zeker, dat do vesting binnen weinige da gen zal vallen. Gevangen ge-nomon solda ten van het garnizoen verzekeren, dat er in d'e vesting hongersnood gaat hoerschen. Eon Homgaarsch hHacil ove? de stem ming dor Russische soldaten. De to Budapest verschijnende „Magy- arorszag" publiceert een onderhoud meteen in krijgsgevangenschap geraakten jongen Russische werktuigkundige, die verklaarde: Onze soldaten gaven do Kar path en den naam van witte hel, welke bijnaam zéker niet' overdreven is. De geheele wereld spreekt bijna alleen over de Mazoerische meren, om dat men ons van daar driemaal verdreven! heeft waarom spreekt men ook niet van deze ontzettende gebergten, waaniit onze troepen niet drieïnaal, maar wie weet hoe- vele malen zijn teruggeworpen? Onze ver liezen in de Karpathen zijn zeker oven groot als in Oost-Pruisen; de afmetingen waren^in de Karpathen wellicht kleiner. Bij de Ma zoerische meren werden ineens tienduizen den omsingeld; in de Karpathen werden de onzen in partieel© gevechten bij honderden en duizenden gevangen genomen. Het slot is hetzelfde. Er waren plaat teen, waar geen onzer patrouilles terug keerden. Ten slotte moesten onze voorhoe den met de nagaika tot hun plicht gebracht worden. Op berggevechten zijn wij in het geheel tiiet voorbereid; in ieder geval niet zóó goed als de tegenpartij. Wij hebben hier voor geen geoefende troepen. Hongerig en halfbevroren gaan wij voorwaarts, omdat wjj niet anders kunnen; maar als wij te rug moeten, dan wordt het eerst recht eer hel. Waarheen we ook vluchten, overal ver volgen ons de Oostenrijksche granaatkar tetsen; uw uitnemend berggeschut liet vaak niet het kleinste gaatje onbeschoten, zoo lang wij op Oostenrijksch gebied waren. 1 Al zijn wij ook aangewezen op eigen kracht, zoo hopen wij toch te overwinnen. Helaas vermindert de eerste geestdrift reeds .wellicht komt er spoedig een einde aan; den oorlog, zoodat wij elkaar weer als vroeger de hand kunnen reiken. Do JacEni op do s,Pr;nz EReB Frïedrichi"- Volgons -een New-Yorksch bericht aan do „Basler Nachr." is een aantal Britschs oorlogsschepen voor Kaap Henry, aan de kust van Yirginië' samengetrokken, om den Duitsehen hulpkruiser „Prinz Eitel Friedticli" te vaogen, zoodra het schip de haven van New-Port News verlaat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6