Tweede Kamer.
Vrouwen-rubriek.
Do Eümpesslie örtij.
Vergadering van gisteren.
.WETSONTWERP TOT WIJZIGING DER
VERMOGENSBELASTING.
De lieer TEENSTRA aclit een belasting
paar do verkoopwaarde de eenig juiste.
De bezwaren tegen de voorgestelde wijze
van schatting acht spr, schromelijk overdre
ven.
Wel wil spr. erkennen, dat een schatting
moeilijkheden oplevert, doch daar volgt niet
uit dat zij niet in onze wetgeving zou mo
gen worden gebruikt.
Spr. wil een herschatting van de belast
bare'opbrengst voor de grondbelasting.
Ten slotte raadt hij den minister aan
zich schrap te zetten tegenover het amen
dement der Commissie van Rapporteurs, het
welk uitstel der inwerking-treding van de
wet voorstelt.
Do heer BOS meent, dat hei den Minister
imoeilijk zal vallen te antwoorden op de
vraag van den heer Tydeman, hoe hoog
ongeveer de opbrengst der nieuwe regeling
zal zijn. Het gaat hier evenwel om een bil
lijke wijze van belastingheffing en dat is
voor spr. hoofdzaak. Het heffen van belas
ting van vermogensbestanddeel en, die geen
inkomsten opleveren is niet onbillijk te ach
ten, omdat zulke bestanddeelen toch ook de
draagkracht vermeerderen en over het alge
meen in meer productieve vermogensbestamd-
declen zijn om te zetten.
Wat do uitzondering van parken, buiten
plaatsen en dergelijke betreft, spr. ,zou mee-
cen, dat men een verkeerden weg zou op
gaan door een afzonderlijke belasting te
scheppen voor houders van natuurmonumen
ten. Deze natuurmonumenten toch vormen
in den regel slechts een klein deel van liet
geheele vermogen en worden toch op de eer
ste plaats gehouden voor eigen genoegen.
Dat de bepaling der verkoopwaarde van
ionroerend bezit zoo moeilijk zou zijn als
wordt voorgesteld, weerspreekt de afgevaar
digde op grond van de door hem opgedane
ondervinding. Trouwëas is schatting der
huurwaarde dikwijls even moeilijk als die
van do verkoopwaarde.
De groote vraag, is hoe wij met erkenning
der moeilijkheden, welke onder ade omstan
digheden blijven bestaan, de meest billijke
regeling krijgen onzer Vermogensbelasting.
En dan meent ook deze afgevaardigde dat
het ontwerp de regeling zal brengen.
MINISTER TREUB meent, dat hot poli
tiek bestand met dit ontwerp niets te maken
heeft. Dit bestand, hetwelk meebrengt, dat
de Regeering zich onthoudt van de indie
ning van ontwerpen, welke partijstrijd kun
nen ontketenen, wordt door de Regeering
nauwkeurig in acht genomen. Daarom heeft
het Z.Exci leed gedaan, dat de afgevaardig
de van Nijmegen de linkerzijde tegenover
de rechterzijde stelde. Dit doet hem: leed
imet het oog op de financieel© toekomst
Van het land, daar deze veel grooter moei
lijkheden zal meebrengen dan als van het
Vinden der vele noodige gelden een partij-
kwestie zal worden gemaakt.
De heer VAN NISPEN TOT SEVENAER
(Nijmegen) interrumpeert,: dat hij: biet Rechts
tegenover Links plaatste, doch uitdrukke
lijk sprak van bezwaren, die- „niet alleen
aan de Rechterzijde" bestaan.
De MINISTER verklaart, dat het hem!
genoegen doet den afgevaardigde verkeerd
te hebben verstaan.
Dat spr., niettegenstaande de tijdsomstan
digheden en de wetenschap, dat bij vele le
lden bezwaar tegen het voorgestelde zou
bestaan met het ontwerp is gekomen, vindt
zijn ooTzaak hierin, dat met 1 Mei do ver
mogensbelasting formeel ia overeenstemming
(met de inkomstenbelasting moet zijn, en
dat de Regeering daarbij niet mocht nala
ten van de gelegenheid gebruik te makea
om wat zij' onbillijk achtte uit de wet te
doen verdwijnen. Uitstel der invoering van
de inkomstenbelasting zou ook een middel
zijn geweest, doch dan zou de meerdere
opbrengst der inkomstenbelasting moeten rijn
prijsgegeven.
Wat betreft den geuiten wenscb, om de
nieuwe waardebepaling niet met 1 Mei, doch
op nader te bepalen dag in werking te doen
treien, erkent Z. Excv,. dat thans cle schat-
tfngsmoeilijkheden grooter zijn dan anders,
doch hij ontkent, dat ze ten aanzien van het
onroerend goed grooter zouden zijn dan ten
opzichte van het roerend goed.
Komende tot de zaak zelf, spreekt de Mi
nister er vooreerst zijn verbazing over uit,
dat het nog niet tot den heer Kooien is door
gedrongen. dat de vermogenbelas dog dooi
de tot-stand-koming der inkomstenbelasting
totaal van karalrter is veranderd en van deel
eener gesplitste belasting is geworden ee-n
belattiüg naast de inkomsten belas ling, waar
bij niet meer het inkomen uit het vermogen,
maar de kapitaalvaarde er van in aanmer
king komt. Men heeft willen belasten het
enkele feit, dat de vermogensbezifcter een
middel bezit, dat steeds kan worden omgezet
in inkomsten opleverend vermogen.
Ten aanzien van de uitzondering van par
ken en buitenplaatsen sluit spr. zich aan
brj het betoog van den heer Bos. Waarbij
hij er nog <qp wijst, dat een buitenplaats
niet mag worden geschat als bijv. bouwter
rein, doch als buitenplaats.
In verban! me'; lei legenwoorTigc karak
ter der vermogensbelasuag. hetwelk belas
ting van den blooten eigendom toelaat, om
het eenvoudige feit, dat die eigendom ver
koopwaarde heeft, is het niet onbillijk, dat
met vruchtgebruik bezwaard goed wordt be
last. Echter geeft Z.Exc. toe, dat practisch
do belasting van dien aard zou kunnen zijn,
dat men haar niet zou kunnen invoeren. Dit
zal hier evenwel niet het géval zijn. Spr. is
daarom niet bereid in dit opzicht verande
ring in het ontwerp te brengen.
Hierop komt de Minister tot de kwestie
der waardebepaling. Ook hij wrenscht vaste
gegevens voor de ocrlogsregeling, maar dan
moet het vaste criterium goed zijn en dit
heeft niemand beweerd ten aanzien der gel
dende regeling. Daarom begrijpt hij niet, hoe
sommigen, zij het dan, zooals de heer Koo
ien vcorloopig, die verkeerde regeling willen
behouden. De voorgestelde nieuwe wijze van
waardebepaling toch is veel beter. Do daar
tegen ingébrachte bezwaren zijn zeer over
dreven voorgesteld. De. fiscus zal bij waar-
deering ook hebben te letten op de omstan
digheden en daarmede zeker rekening hou
den. Bovendien is ZLExc. bereid een welwil
lende houding aan te nemen tegenover amen
dementen, welke dit nog duidelijker in do
wet willen doen uitkomen.
Voor de grondbelasting heeft spr. reeds
opdracht gegeven tot een herschalting der
waarde van het gebouwd en ongebouwd.
Een herschatting der belas .bare opbrengst
van het onroerend bezit voor de vermogens
belasting, door den beer Tydeman gewild,
zou veel te lang duren en bovendien reeds
spoedig niet meer de werkelijkheid in over
eenstemming zijn.
Hoe de heer De Moaté Verloren kon spre
ken van een bevoorrechting van het on
roerend goed is, is sur. 'n raadsel. Z.Exc. is er
zelfs van overtuigd "dat iedere-Minis Ier van
Financiën, die met r.iouwe bé'a.lirgeoo: s'.el-
le-n komt, het onroerend goed krachtig zal
moeten aanspreken. In 1816 was de belas
ting op het ongebouwd even hoog als thans,
terwijl nu de grondbelasting niet meer dan
10 pCt. van het totaal der belastingen op
brengt.
Ten slotte antwoordt Z.Exc. den heer Ty
deman, dat het hem cok wel cm de op
brengst te doen is, doch vooral om zwaarder
beginselen in de belastingheffing. De hoo-
gere opbrengst zal vermoedelijk ongeveer
6 ton zijn. Ook met het oog hierop hoopt
hij, dat verschillende leden over hun be
zwaren zullen heenstappen.
Tegen uitstel der principieele beslissing
tot 1917, zooals het amendement-Kooien wil,
heeft do Minister bezwaar. Het werken zou
op die wijze voor de Regeering al te moei
lijk worden.
De beraadslagingen worden verlaagd tot
Dinsdag half twaalf.
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN.
Besloten wordt het ontwerp betreffende
do inkomstenbelasting, met het oog op de
urgentie, aan cle orde te stellen as. Dïus-
'dag, na het ontwerp betreffende de artse-
nijbereidkunde.
De meuwtre voonaaFSSTJode.
Oorlog of gee-n oorlog, do vrouw moet
gekleed zijn. Het oude goed verslijt. Er
moet nieuw komen. En waar nieuwe stoffen
gekocht werden, wenscht men ook nieuwe
modellen.
Dies, het verlangen naar oen nieuwe
modo bestaat, ondanks den oorlog. Stellig
de ernst d'er tijden drukt haar stempel
op do nieuwe mode. Het is soberheid en
nog eens soberheid. Donkere kleuren, ce-n-
voudigo modellen. De mouwen -worden
weer lang, heel lang, dat staat vast. En
het is zoo goed als zeker, dat onze'rokken
weer wijder worden. Dat is een juichkreet
waard. Waar do wijdte wordt aange
bracht, of do soepelo stof in fijne rimpels
vanuit oen kort glad heupstuk zal vallen,
dan wel of .de sierlijke volant weer op
nieuw zal verschijnen, dat zijn nog gehei
men, dio niemand kent, de mode-ontwer-
pe-rs en ontwerpsters in eigen persoon nog
niet eens.
De hoeden blijven klein en versierd met
lint, niGt met veeren. De ,^en co-eur"-bals-
uitsnede heeft letterlijk te veel harten
veroverd, om nu al verbannen tö worden.
Naast de modellen halskraag, zooals die
verleden jaar gedragen werden, zic-t men
verschillendo modellen, die veel op cc col-
Cathérino de Médicis gelijken. De vorm is
nog iets grillger. Nog trotsehcr zou men
het kunnen noemen. Voor vrouwen met
langen, slanken hals en fier omhooggedra
gen kopje een praclit-dracht
Het militarisme heeft ook in zeker op
zicht zijn stempel- op de mode gedrukt-.
De BrussoLsche correspondent van het
„Vlaamsche Nieuws" schrijft over nieuwe
ino d e
Ondanks de droevige tijden die we bele
ven, hebbe-n onze modewinkels het t-oeh
nog niet opgegeven nieuwe rnode-s uit te
vinden, wel wetende, dat de juffertjes der
hoofdstad geen oogenblik zouden willen
over de straat loepen, zelfs in oorlogstijd
zonder volgens de laatste mode te zijn uit-
gc-doscht.
De nieuwe mode voor vrouwenhoeden
c ah ter is ganse li overeenstemmend met
den tijd: we zien nu vrouwtjes rondiloo-
pen met een kanoniersmuts op, waaraan
van voren waarachtig een kwispel hangt
to zwieren andere verkiezen het „bonnet
do police" der gidsen, dat, een. weinig
schuins gezet, hun waarlijk een militair
„air" bijzet; i kzag zelfs een shako van de
Icarabiniers,, met een tros wapperende
pluimen
WQUweSZpïo scfoutfleirs.
De Milaaneesche en Turijnsehe schoonen
oefenen zich in de kunst van het schieten.
Na het uitbreken va-n den Europeeschen
oorlog werden zij door een soort veeht-
manie aangegrepen, en de beste wijze, om
haar strijdlust bot te vieren, was volgens
haar, dc oprichting van een schietclub. Zoo
kent Lombardïje thans zijn „Milaneesch
schubterscorps" en zijn „Bond van schut-
tersleerlingen". Groot is het aantal leden
weliswaar niét., het overschrijdt echter nog
altijd wel do honderd. Dat de dames het
ijverig meenen, bewijst wel het feit, dat er
in den tijd van twee dagen niet minder dan
S000 patronen verschoten zijn. De schutte-
resscn, waaronder zich studenten, leerares-
se2), telefonistes en typistes bevinden, ma
ken intusscben goede vorderingen in hun
uiterst manlijke liefhebberij Toch verliezen
zo daarbij hun vrouwelijken aard niet. Naar
de secretares.se van een der clubs meedeel
de, had zij van geen der leden den waren
leeftijd te weten kunnen komen.
CORRESPONDENTIE. Ingezonden
Stukken of Mededeelingen, waarvan do
Schrijvers hun Naam en hun Volledig
Adres niet aan de Redactie bekend maken,
worden Ongeplaatst ter zijde gelegd.
X
Duitsche Spioimage achter het
Belgische Front.
De Belgen merkten reeds eenige weken
op, dat hun geringste' troepenbeweging on
middellijk bij den vijand bekend was. Een
uittrekkend regiment werd onmiddellijk met
een granatenregen begroet Er werd daar
om aan de rpionnage meer aandacht gewijd
en met succes. Al dadelijk heeft men twee
Duitsche officieren geknipt, die als
Engelsche geneesheer gekleed, dag en nacht
rond Veurne zwerfden. Om hun valschheid
te dekken, trachtten zij de Belgische ge
kwetste soldaten met de beste zorgen te
behandelen.
Twee zoogenaamde leurders werden ook
aangehouden, en een van de twee was een
Duitsche officier, die reeds lang in België
woonde. Vooraleer gefusilleerd te zijn, ver
klaarde hij in België te zijn geweest om het
land te verraden en hij stierf al roepende
„Leve de keizer."
Eindelijk werden nog twee gasten nabij
Ramscapelle aangehouden, die als Belgisch
gendarm gekleed waren.
De bewaking en de spionnen jacht wordt
hoe langer hoe grooter.
Eera DisRsGhor over Betgisch
oaazajjdsglheid.
Kurt Eisner, een van do vroegere redac
teuren van de „Vorwarts", heeft zich als
volgt over de kwestie van België's onzijdig
heid uitgelaten
„Men weet dat Duitschland sedert maan
den moeite doet, om door openbaarmE.king1
van vermeende „geheime stukken" hot Duit
sche volk e2i. cle geheele wereld te bewijzen
dat België zelf zijn onzijdigheid geschonden
zou hebben en dat Duitschland, bijgevolg,
geen schending van het volkenrecht had be
gaan, door in zijn gebied te vallen. Men heeffc
de geheime Belgische stukken doorgesnuf
feld om aan te toonen, dat België zelf zijn
onzijdigheid prijs lia-d gegeven on zoodoende^
in strijd met do openhartige en moedige ver
klaring van den rijkskanselier op 4 Augus
tus, geen schending van het volkenrecht zou
begaan hebben. In werkelijkheid echter be-,
wijzen al dio geheime stukken slechts, dat
België en de garanten .van zijn onzijdigheid,
Frankrijk en Engeland, sedert lang wisten,
dat Duitschland in geval van oorlog door
müitairo redenen gedwongen zou zijn, Bel
gië binnen te vallen. Het strategische spoor
wegnet, dat Duitschland naar dis Belgische
grens toe had aangelegd, kon voor niemand
een geheim dool hebben. Als België dus ge
tracht heeft zichzelf te beschermen, door dc
hulp van andere mogendheden in te roepen,
is. dat geen schending geweest van zijn onzij
digheid, maar is dit veeleer in overeenstem
ming met de plichten van dc onzijdigheid."
Engefands verdediging van do foJok-
kade van DuRscfafland,
De Engelsche regeering beeft een „white
paper" doen verschijnen, bevatende de
briefwisseling tusschen. minister Grey en den
Amerikaavschzn ambassadeur Page omtrent
He wijze van oorlogvoeren ter zee.
In antwoord op de vragen yan Page wijst
Grey met nadruk op het feit, dat Groot-
Britannië en Frankrijk alleen een blokkade
van de Duitsche havens door een cordon
van kruisers hebben ingesteld in antwoord
op de poging van Duitschland om te be
letten, dat voorraden Engeland en Frank
rijk zouden bereiken.
Grey voegt daaraan toe: „Da maatregel,
dcor Frankrijk en Engeland genomen, is
natuurlijk een noodzakelijk gevolg van (le
ongehoorde tegen wet en zedelijkheid in-
druischeode methode, die Duitschland reeds
bij het begin van den oorlog toepaste.
De Engelsche regeering gevoelde, toen
ZQ de blokkade proclameerde, groeten te
genzin om de neutrale schepen de straf op
-te leggen, die op verbreking van de blok
kade staat. Ten einde derlialve de moeilijk
heden, waaronder de neutrale zeehandel on
vermijdelijk te Jijden moest hebben te ver
blinderen, gaf zij het-plan te kennen om'
van het re;h - waarop oorlogvoerenden
'steeds aanspraak hébben gemaakt, om sche
pen of ladingen weg-èqsriiet verbreken der
blokkade te confiskeeren, af te zien. Zij
bepaalt zich tot het aanhouden van ladin
gen, komende van of bestemd voor het ge
bied van den vijand."
Omtrent de jnijhen zegt- Grey: „Er zijn
door Engeland eerst mijnen gelegd nadat
de Duitschers reeds weken lang geregeld
mijnen op zee hadden gestrooid en alle
Engelsche mijnen zijn zoo ingericht, dat zij'
onschadelijk zijn, ais zij losraken."
Hoe de kriigsgevaragenen in Du'ttsch-
iarccS behandeld worden.
De „Times" van M-iandag. heeft een brief
van een ongenoemden Fran«chea krijgsge
vangene in Duitschland. De brief is niet
gedateerd en de plaats, waar de krijgsge
vangene thans gedetineerd is, wordt niet ge
geven. Wij schrijven er het vo-lgonde uit af
„Ik moet erkennen dat de ontvangst (in
September, in Duitschlanl) minder onaange
naam was don ik -verwacht had doch de
vrouwen en kinderen wezen op ons en ga
ven te verstaan, dat men ons het hoofd
moest afslaan. W- kwamen in een groot
kamp, waar wij., tot 15 October, 's nachts
moesten slapen op stroo in oude stallen,
waar de wind van alle kanten doorheem
speelde, 's Nachts liepen dc muizen er rond
.om te zoeken naar de overblijfselen van ons
voedsel. Thans slapen wij in houten hut
ten, dio wat gerieflijker, d. w. z. minder
koud zijn. Wij liggen op ma.traeren en heb
ben ook een deken. Drie maanden heb ik
met mijn kleonen aan geslapen en het zal
u niet verba-zen, dat ik en al do anderen vol
zitten met luizen en dergelijk ongedierte.
Wij krijgen ternauwernood genoeg voed-
-scl om niet van honger te sterven, en dat
voedsel is niet -beter dan varkensvoer..
Nooit krijgen wij ook maar het geringste
stukje vleeseh. 's Middags ontvangen wij
3/4 liter soep,.dat wij uit een.kom eten. De
gehceie maand door is er geen afwisseling in
het voedsel, dat bestaat uit gekookte beet
wortel, mais en gerst. Ook krijgen wij ge
kookte havermout en zemelengemengd met
meel. Eens in de week is er een extra-ge-
recht, n.l. gekookte .kool.
Geloof mij, dat ik op het punt van ons
voedsel mij niet aan overdrijving heb schul
dig gemaakt. Ik heb in dé keuken geholpen
en kan u verzekeren, dat het werkelijk ze
melen en gerst zijn, die <vij krijgen. Wij
schikken ons in alles en eten maar om niet
van honger om te komen'. Men geeft ons on
geveer 303 gr. brood per dag.
ledleren dag werken wij van zeven tot vijf
uur bij wegenaanleg, het omspitten van vel
den, het hakken yan Jx>omeii in het bosch en
het waseohen van do vaten van de officiers
tafel. Ik ben er in geslaagd voor een tij'd^
vrijstelling to krijgen van dat werk, doch ik
heb er mijn portie van gedaan. Ook trekken
wij zandkarren, waarvqpr wij in het gareel
zijn gespaunen, en toch zijn wij wat dit be
treft,zeer bevoorrecht. Do Russen krijgen
stompen met geweerkolven. Wij (Fransclien)
zijn in ons ongeluk de minst gehate" vijanden
van dc Duitsohers. O, dat er spoedig een
eind kwam aan den oorlog.
Men laat ons totaal zonder nieuws. Men
vertelt one enkel maar dingen die bëstemcl
zijn om ons te hinderen. Wij zijn hier met
12..COO Fransehen, 2C00 Belgen en Britten en
60CM3 Rureen. Wij zijn omringd mot prikkel
draadversperringen en men bewaakt ons met
evweren en bajonetten, die ons in Frank
rijk zijn afgenomen. De Duitschers zijn er
volkomen var» overtuigd, dat Duitschland
het zal winnen.
De CuRsche veHiezen.
De acht laatste Pruisische verlieslijsten
bevatten, volgens een bericht uit Kopenha
gen, dc namen van 33,142 gedooden, gewon
den of vermisten en brengen het totaal van
do tot dusver alleen door Pruisen geleden
verliezen op 1.050.029. Op do pas versche
nen lijsten staan de namen van elf officieren
en manschappen van den vliogdienst, die be-
suouveld, vier officieren en manschappen,
die gewond, en twee die doo'r de Fransclien
gevangen genomen zijn.,
Dc Stemming in Elzas-Lotharmgcn.
Do „Times"-correspondent té Parijs wijdt
een beschouwing aan de stemming van het
volk in Elzas-Lotharingen, dat, naar hij stel
lig gelooft to kunnen verzekeren, in zijn
hart sterk pro-Fransch is, al durfde het, sinds
1871, dit nimmer openlijk betuigen.
Niet zoodra was de mobilisatie in Frank
rijk begonnen, of 5000 Elzassers haastten
zich do grens over te steken en zich in
't Fransche leger to doen opnemen. De ove
rigen strijden onder den adelaar, en wel
tegen Rusland, want de Duitschers waren
maar al te goed op do hoogte van hun in
nerlijke gevoelens. En voor deze meesters
zrjn reeds honderden Elzassers in de eerste
gelederen in Oost-Pruisen gesneuveld. Niet
temin heeft dit krachtige grens-ras diep. in
zijn nog altijd Keltische ziel gesidderd van
haat jegens den overweldiger.
Het is waar, dat deze onverzoenlijke stem
ming niet onmiddellijk merkbaar is of was.
De Fransche troepen, die in 't begin van
den oorlog 'de verloren provincies binnen
rukten, waren diep teleurgesteld, niet alleen
door de ontstentenis van eenige verwelko
ming, maar ook door het aanwezig zijn van
verraad. Er werd gespionneerd, soldaten wer
den in een hinderlaag opgewacht en neer
gelegd. Waren de Elzassers zóó ontaard?
,Was de oude liefde voor Frankrijk verdwe
nen na een nauwe aanraking van bijna een
halve«»eeuw rnet Pruisen?
Een zoodanige twijfel leek natuurlijk, en
toch vergaten zij, die hem ondergingen, een
zeer belangrijk feit. Zij vergaten, dat er
niet minder dan 300,000 „echte" Duitschers
in do verloren provincies geïmmigreerd wa
ren, dat is een zeer aanzienlijk percentage
op een bevolking van 1,800,000 zielen. Op
het eerste gezicht zien de immigranten er wel
als do oorspronkelijke bewoners uit, niaar
inderdaad verschillen zij er hemelsbreed me
de. Zij vertellen u wel, dat zij Elzassers zijn,
maar in hun gevoelens, zoowel als in hun
afkomst, behooren zij tot den overkant van
den Rijn, en dat wprdt thans overduidelijk
bewezen.
.Van nature is do geboren Elzasser wan
trouwig en wars van uithooring door vreem
delingen. Gij zult onmogelijk inzicht kun
nen krijgen in de plaatselijke gevoelens, door
b.v. den bakker of slager te ondervragen.
Zij doen dadelijk oen slot op hun mond als
gij over politiek begint. De boer, zoowel als
de stedeling, heeft al to veel geleden om
nog mededeelzaam te kunnen zijn. Zij storten
hun hart alleen bij zeer jntieme, gelijk den
kende, vrienden uit.
Maar abbé Wetterló had gelijk, toen hij
onlangs verklaarde: Elzas-Lotharingen is
meer anti-Duitsch dan ooit De Elzasser heeft
dan ook alle reden om van Frankrijk te hou
den, want onder het bestuur van dat land
bloeiden zijn kunst, zijn nijverheid en zijn
ondè^v'éö. Theoretisch is hij autonomist. De
politieke partijen in de grensprovincies ver
klaren zich steeds verknocht aan dit be
ginsel, onverschillig wat hun ware houding
ten aanzien van Duitschland is, en de reden
is gemakkelijk te bevroeden. De anti-Duit-
scher wenscht zijn geheime gevoelens niet
te uiten op een openbare vergadering, bin
nen het gehoor van den politie-verslaggever.
Plij praat dus maar liever over het streven
naar autonomie, waarop niemand aanmer
king kan maken, te meer, waar de naar stem
men hengelende pro-Duitschers hetzelfde
doen of voorgeven te doen. En toch zien
beide partijen zeer wel de volmaakte holheid
van die leuze in, die immers te Berlijn, nooit
en nimmer weerklank zou vinden. Maar de
geboren Elzasser noemt zichzelf graag auto
nomist, omdat er in dit woord een glimp
van vrijheid schuilt en een half ei is
beter dan een leego dop.
Dat het ras in d:zo prov'noics talent 'én
oorspronkelijkheid bezit, blijkt uit het aantal
Elzasser schrijvers. Ook industrieel was deze
streek een der rijkste van Frankrijk. Maar
■lil llj_ JUIN •-1-:, -^r
het Duitsche kapitaal heoffc zich van ©enige;
der meest belangrijke ondernemingen meestér;
gemaakt, en anderai worden er achtevopgeJ
steld door oneerlijke concurrentie. Alle le
veranties voor burgerlyke en miütaire auto
riteiten worden aan Duitselie fïrma.'s ge
gund. En toch is dit nog minder drukkend1
dan het justitieel bewind. Voor den Elzas-i
ser of Lotharinger van Fransche afkomst
bestaat er om1 zoo te zeggen, geen wet en.
ook geen vrijheid. Zaken, waarbij een oor
spronkelijk bewoner tegenover een Duitsch;
immigrant komt te staan, zijn al bij voorbaat,
heslist. De Statthalter heeft onmetelijke'
macht en gebruikt die te pas en te onpas.
Hij verbiedt bladen zoowel als vereênigingen 1
en dat om; dezelfde reden: een al te gunstige
gezindheid jegens Frankrijk.
Dan is daar het bekende incidenttvan Za-
bern, dat, al moge het den oorlog niet ver
haast hebben, toch zeker een somber voor
teeken van komende gebeurtenissen was. Men
weet, dat geheel Zabern in woedend verzet
kwam, dat er patrouilles en mitrailleurs noo-
dig waren om die Herren Offiziere te be
schermen. De Zabern-affairo kenmerkt de
ware gevoelens der oorspronkelijke inwoners
van de verloren provincies.
Nu heerscht er de stilte van het kerkhof,
behalve in het strookje tegenover Belfort,
dat dezer dagen door M. Poincaré werd
bezocht „Leve de President! Leve do Elzas!
Leve Frankrijk!" jubelde het toen in stad
en land door dio 15 mijlen gezuiverd grond
gebied. Oude menschen weendon van vreugd
de, en uit de vensters wuifden vrouwen en
hieisjes met zakdoeken. Vlaggen, die 45
jaar verborgen waren geweest, kwamen als
bij tooversla.g te voorschijn.
En alleen deze uiting van geestdrift zou
voldoende zijn geweest, om1 de bewering te
weersprekep, dat Elzas-Lotharingen flauw
hartig en lauw zou zijn geworden onder den
hiel van den overweldiger.
Hoe dc Gruwelverhalen ontstaan.
Hoe gruwelberichten ontstaan is mogweer
eens te Insterburg gebleken. Daar meldde
zich een dakloos arbeider bij de politie!
taan, die de vingers van z^m rechterhand
kwijt was. Hjj vertelde, dat de Russen biji
een van hun invallen in Oost-Pruisen hem)
hadden weggevoerd en gedwongen in het
Russische leger te dienen. Toen ze merk
ten dat hij, wanneer 't er op aankwam op
de Duitschers te schieten, te hoog of te laag]
aanlegde, hadden ze hem rijn vingers afge
hakt. Hij was toen in 't hospitaal opgenomen
en daaruit later ontslagen. Anderen zou het
net zoo zijn gegaanLénige dagen later
kTeeg de politie .te Insterburg bericht van
do stationskommandantur te Gumbinnen, dat
de arbeider z\jn vingers bij een ongeval in
?t boerenbedrijf had verloren en ongevallen-
rente genoot. Er wordt nu een vervolging
tegen dezen verzinner van Russische gruwe
len ingesteld. l j
Het Beleg van Przcmjsl.
De „Times" verneemt uit Petrograd, dat
de zware .kanonnen van -die Russen nu te
gen Przemysl in volle actie zijn. Ee-n week
geleden is reeds ernstige schade aan eeni
ge forten, toegebracht. Na dien tijd is de
belegering blijkbaar in eon beslissend sta
dium gekomen.
Bij een Oostenrijksoh vlieger, die in han
den van de Russen is gevallen, liccft men
oen brief gevonden, waarin de schrijver,
een officier van gezondheid, in bedekte ter
men toegeeft, dat er gebrek aan levens
middelen komt en er veel ziekte ondier het
garnizoen heerscht.
Te Pet.rogr.ad acht men het zoo good als
zeker, dat do vesting binnen weinige da
gen zal vallen. Gevangen ge-nomon solda
ten van het garnizoen verzekeren, dat er
in d'e vesting hongersnood gaat hoerschen.
Eon Homgaarsch hHacil ove? de stem
ming dor Russische soldaten.
De to Budapest verschijnende „Magy-
arorszag" publiceert een onderhoud meteen
in krijgsgevangenschap geraakten jongen
Russische werktuigkundige, die verklaarde:
Onze soldaten gaven do Kar path en den naam
van witte hel, welke bijnaam zéker niet'
overdreven is. De geheele wereld spreekt
bijna alleen over de Mazoerische meren, om
dat men ons van daar driemaal verdreven!
heeft waarom spreekt men ook niet van
deze ontzettende gebergten, waaniit onze
troepen niet drieïnaal, maar wie weet hoe-
vele malen zijn teruggeworpen? Onze ver
liezen in de Karpathen zijn zeker oven groot
als in Oost-Pruisen; de afmetingen waren^in
de Karpathen wellicht kleiner. Bij de Ma
zoerische meren werden ineens tienduizen
den omsingeld; in de Karpathen werden de
onzen in partieel© gevechten bij honderden
en duizenden gevangen genomen.
Het slot is hetzelfde. Er waren plaat
teen, waar geen onzer patrouilles terug
keerden. Ten slotte moesten onze voorhoe
den met de nagaika tot hun plicht gebracht
worden.
Op berggevechten zijn wij in het geheel
tiiet voorbereid; in ieder geval niet zóó
goed als de tegenpartij. Wij hebben hier
voor geen geoefende troepen. Hongerig en
halfbevroren gaan wij voorwaarts, omdat
wjj niet anders kunnen; maar als wij te
rug moeten, dan wordt het eerst recht eer
hel. Waarheen we ook vluchten, overal ver
volgen ons de Oostenrijksche granaatkar
tetsen; uw uitnemend berggeschut liet vaak
niet het kleinste gaatje onbeschoten, zoo
lang wij op Oostenrijksch gebied waren. 1
Al zijn wij ook aangewezen op eigen
kracht, zoo hopen wij toch te overwinnen.
Helaas vermindert de eerste geestdrift reeds
.wellicht komt er spoedig een einde aan;
den oorlog, zoodat wij elkaar weer als
vroeger de hand kunnen reiken.
Do JacEni op do s,Pr;nz EReB Frïedrichi"-
Volgons -een New-Yorksch bericht aan do
„Basler Nachr." is een aantal Britschs
oorlogsschepen voor Kaap Henry, aan de
kust van Yirginië' samengetrokken, om
den Duitsehen hulpkruiser „Prinz Eitel
Friedticli" te vaogen, zoodra het schip de
haven van New-Port News verlaat.