PARSISCHE BRIEVES,
Vragen en Antwoorden.
FEUlLLETQïi
B© WeMoes&stss3.
(VAN ONZEN SPECIALEN BEIEFSCHIIIJYEE).
(Natfruli Yorbodcn).
Aycz pitié d'ira pauvre propriétaire.
In do revue „Les Huns et les Aut-res"
niet te verwarren met les uns et les nutres—
die op het oogenblik wordt gespeeld in het
Theatre Antoine, komt, in het tweede be
drijf, de oer-komieke Paul Ardot op het
tooneel als huiseigenaar. Een huiseigenaar
in Parijs is altijd rijk, meestal zelfs een schat
rijk man. Wie zoo ongeveer weet wat de
huurwaarde van die ontzaglijk-groote Pa-
vijschö kazerne-woningen bedraagt, kan zich
voorstellen, dat de gelukkige bezitter van
leeni of meer van die kasteelen or zijn
eigenaars, die heele straten him eigendom
kunnen noemen materieel uit de zorg is.
Maar de oorlog, die zooveel abnormale toe
standen heeft meegebracht, veel rijken arm,
ca enkele armen rijk gemaakt, heeft, bracht
zure tijden voor den Parijseben huiseigenaar.
Het moratorium stelt zijn huurders in de ge
legenheid het betalen van hun huur uit te
stollen zonder dat de „proprio" hen de deur
uit kan zetten, zooals liij dat in gewone tij
den niet grooten spoed zou doen. En bleef
het nu alleen bij uitstel van betaling dan
was do geschiedenis niet zoo erg. Maar mas
sa's van de huurders zijn zelf door de tijds
omstandigheden geruïneerd, en waar niet is,
heeft de. huurbaas z'n recht verlogen. Hat
wil zeggen, dat als hij, aan liet einde van
het moratorium, z'n aanspraken wil doen
gelden, hij zich in een massa gevallen zal
moeten tevreden stellen met het op-straat-
zetten van de huurders. Eventueel kan hij
beslag leggen op hun meubelsals dat do
moeite waard is.
Öouden tijd voor de huur tiers Ze weten,
dat de „proprio" hun „niks maken kan", en
hot uitstel van betalen wordt natuurlijk af
stel. Pom* unc fois, zooals de Belgen zeg
gen. wonen ze ,a l'oeuil"*). En op het too-
neel bij Antoine zingt Paul Ardot, terwijl
hij vergeefs een bord ophoudt om centen
Ayez pitié d'un pauvre propriétaire,
Qui par personne ne peut se faire payer
Dat de toestand van heel wat huiseige
naars in Parijs inderdaad alles behalve be
nijdenswaardig is, zal u blijken uit het ver
volg van mijn verhaal. De moderne Parijsche
woningen, die zoo heel iets anders zijn dan
die in Holland, waar iedereen z'n eigen
,huis" bewoont, geven voor den huurprijs
heel wart meer dan do naakte muren plus een
dak beter gezegd een plafond. Ze geven
vrijwel altijd zelfs de goedkoope apparte
menten, d.w.z. de van 400, 500 of 600 franc
per jaar gratis leidingwater, een kookfor-
nuis dat bij de keuken hoort, stookplaatsen
(ingemetselde haarden) in de vertrekken, en
misschien meer van die kleine gerief el ij Sle
den, die me op liet oogenb'lik niet te binuen
schieten, maar die u voor uw huurgeld in
elk geval heel wat meer geven dan in Hol
landwaar u trouwens heel wat minder
betaalt. Maar in de duurdere appartemen
ten wanneer er een nul staat achter de be
dragen, die ik noemde, hetgeen dén lezer riet
behoeft te verbazen, want een werkelijk
..chic" appartement kost gemakkelijk 10.000
franc per jaar. om van de allerrijkste appar
tementen in de westelijke wijken niet eens
to spreken, waar millionnairs 40 of 50.000
franc per jaar verwonen hebt u boven
dien een lift, die u naar uw verdieping
brengt zonder dat. u zich hebt te vermoeien,
cn in uw woning is een geheel-geinstallecr-
do badkamer, bij elke slaapkamer is een ca
binet de toilette, waar marmeren wasch-
tafels met waterleiding (in de allerrijkste
huizen zelfs mat koud en warm water) u het
bestaan vergemakkelijken, vooral omdat de
concierge in het 6ous-terrain het vuur stookt
dat u liet warm water boven brengt; in alle
vertrekken zijn groote spiegelser is een
aparte trap (escalier de service), waarlangs
do slager, bakker en kruidenier naar boven
gaan, en in dén winter hebt u alleen maar
de verwarmingstoestellen te openen om de
warmte te genieten van het vuur, dat alweer
de concierge beneden stookt. Dit alles, wel
te verstaan, in normale tijden.
Maar in deze oorlogsperiode ie er veel
Yoor niets.
veranderd, en juist vooral in dure woningen.
Zelfs daar zijn heel wat huurders wier zaken
stil staan, en die hun huur niet hebben be
taald. Andoren, die de middelen hadden,
hebben van dezo gedwongen vaoantie ge
profiteerd om in den zonneschijn van de Ri
viera den winter door te brengen. En zoo
za'jn cr huizen, waar één appartement be
woond is en de andere leeg staan. Er zijn
er ook, waar één huurder den huurbaas be-
taaldfe wat des huurbe.zcn is, en de anderen
de kwitantie terugstuurden.
In dit laatste geval was één van mijn
vrienden. Ik bedbel eigenlijk in het vóór
laatste: hij had z'n huur als gewoonlijk be
taald, maar hij was de eenige van het huis.
En toen de koude dagen kwamen, en hij de
vorwarmingskleppen in z'n vertrekken open
zette, blééf bet koud.
Beklag bij den concierge. Antwoord: er
wordt dezen winter niet gestookt. Order
van den patroon
Het spreekt vanzelf dat zij, die him huur
schuldig blijven, een dergelijken maatregel
accepteer en. Maar als je zóóveel lapjes van
1000 franc hebt neergeteld!, die je, volgens
huurcontract, rocht goven op „gratis"
warmte in de wintermaaden, dan vind je
deze grap leelijk on la trouve mauvaise,
zooals do uitdrukking is. Mijn vriend som
meerde per aaavgeteeke-Dden brief z'n huur
baas, hem do verschuldigde warmte illico te
verstrekken.
Antwoord van den huiseigenaar: „het
spijt mij u te moeten berichten, dat ik dis-
zen winter niet laat stoken".
Er is gelukkig voor dergelijke urgente
kwesties snel recht in Frankrijk Het zou
andei's weinig aanlokkelijks hebben, je huis
baas een proces over het stoken aan te deen,
in November, met de kans het te winnen m
Juli of Augustus. Mijn vriend daagde den
„proprio" voor den jugo des rëférés in
Holland den pres. in kort geding voor
urgente zaken, die een voorloopig vonnis
wijst dat dadlelijk van kracht wordt, en dat-
dus ten uitvoer moet worden gelegd al gaan
partijen in hooger beroep, die den eige
naar op staanden voet veroordeelde te sto
ken.
„Meneer schreeuwde de proprio, „u ver
oordeelt mij om meer geld te verstoken dan
ik aan huur ontvang"
„Dat is een omstandigheid", zei de rech
ter „waarmee ik me niet heb in te latea.
U bent verplicht te stoken: u stookt 1"
„En ik zeg u meneer, dat ik niet zal sto
ken 1
„Meneer!" zei de rechter, en hij kwam
van kwaadheid overeind uit z'n fauteuil,
„ik geef u drie dagen tijd. Als over drie da
gen het huis niet naar behoren verwarmd is,
veroordeel ik u tot honderd franc boete per
cb.g, dien u in gebreke blijft
Den derden dag na deze gedenkwaardi
ge gebeurtenis koesterde mijn vriend zich
in de aangename warmte van z'n aparte-
ment.
De huisbaas is niet in hooger beroep ge
gaan.
Ayez pitié d'un pauvre propriétaire
Dó revue bij Antoine, waarvan ik u den
titel noc-nide, is een revue zooals alle revues.
Daü wil zeggen dat ze als los zand aaneen-
hangt. De Duitsehers zijn natuurLjk ,,tes
Huns". Er is natuurlijk een „ballet van die
geallieerden", dat natuurlijk eindigt met
een apothéose, waarvan het achterdoek het
Fransohe veldkanon van 75 m.M le sci-
xante quinze voorstelt-, waarnaast de Gal
lische Haan koning kraait tegen een op
gaande zon, een-en-ander onder toezicht
van een juffrouw met de phrygische muls
op, en geflankeerd door de vlaggen van de
geallieerden, door de ballet-damessoldaten
bij deze gelegenheid ontplooid. Bij welke
vertooning je een jaar geleden zou hebben
gemeesmuild, maar waarbij je nu je handen
kapot klapt en je keel uit het lid schreeuwt
Maar gekheid op een stokje zelte een
revue wordt interessant gespeeld door al
tisten als Huguenet, De Max, Paid Ariteti
en Gemier, Andrée Mégard cn Jane Pierly.
en gedanst door ba 11 et-artiston van Je opé
ra. Het geweldige geluid van De Max
zooicts als Louis Bouwmeester doet nog
altijd een heele zaal sidderen, en Paul Ar
dot is een komiek, die de aangeboren gave
heeft u te doen kraaien om de groo-tste flau
witeit, die onweerstaanbaar grappig wordt
als ze uit zijn mond komten wat nen
mondgroote godenvan oor tot oor 1
In het tweedie bedrijf her-ontmoeten
elkaar Cambronne (Gémier) en Welling
ton (De Max), die elkaar sedert Waterloo
niet gezien hebben. Cambronne heeft alle
moeite de gewoonte! begrijpt u? om
z'n historisch woord binnen te houden, en
stamelt eindelijk, als het hem bijna ont
snapt: „mereiEn bij het afscheid ne
men vraagt hij Wellington
„Dites-moi done, mon motenfin
Le mot, comment se dit-il en anglais
„En anglais, monsieur", zegt Wellington,
blijkbaar ge-embêteerd bij dezo péniblo
uitlegging, „en anglais, en anglais... ca. se
ditga se diten "anglais ga se dit
pas, monsieur1"
CABOCHON.
SCHAAKRUBRIEK van hot SCHAAKGEZELSCHAP
„PALAMEDE S".
Opgericht 1846.
Speelavond: lederen Maandag
In de Bovenzaal van Cafó „Central", Breestraat.
Aanvang: 8 uren.
Redactie: L. EIEEMASZ en J. J. PLANJER.
PROBLEEM No. 60 (J. VAN DIJK Azn.).
Zwart (3).
abcdelgh
Wit. (5).
Wit: K. c8; T. al en h8; L. a 7 en
P. d 8.
Zwart: K. a 8; T. dl en p. d 2-
Wit speelt en geeft in 2 zetten mat.
Oplossing Probleem No 67L. c4; enz.
Goede oplossingen ontvangen van de
hoerenH. J. Bouwman, D. Kruissink,
L. Schilthuizen, J. W. Schüss, I. Teleng,
L. M. Valkenburgh, Ohr. J Vrucht en
Mej. Japikse, «allen te Leiden; A. Bal-
jeu, Katwijk; H. J. Broekveldt, Oegst-
geestH. te N. H. F. v. Hellemond, te
Alphen a. d. Rijn W. de Koning, Noord-
wijk-BinnenJ. van Os, VoorschotenP.
G. v. d. Tang, OudeweteringG. Vooijs
Gzn., Katwijk a. d. Rijn, en J. J. Vooijs,
Oudshoorn.
CorrespondentieJ. d. H., te L.
P. d 7 strandt o.a. op D. b 8 t-
J. J. V., te O.: Oplossing Probleem 65
niet ontvangen.
Oplossingen worden ingewacht tot
uiterlijk Dinsdag 30 Maart a.s., nam. 5
uren, aan het Bureel van dit Blad
Let vooral op het nieuwe adres:
„N GORDEEND SPLÉIN" I
Vraag: Is het geoorloofd den titel
van Dr., Ds. of Mr. te voeren of op zijn
deur te zetten, wanneer men dit niet is?
Antwoord: De doktersgraad wordt
door de wet toegekend en moet worden
verworven. Iemand die dezen graad, hetzij
door een binnenl au <Lehe universiteit verwor
ven, hetzij in het buitenland verkregen, niet
bezit, mag dien titel ook niet voeren.
Met den titel van mr. en ds. is het anders.
Die mag men voor zijn naam zetten en op
zijn deur plaatsen, hoewel men daarmeo
deur plaateen, hoewel men daarmee een gek
een gek figuur slaat.
Alleen, wanneer iemand onder dien naam
het vertrouwen schendt, bijv. als dominee
gelden verzamelt, enz. zonder dominee te
zijn, dan is dat wel strafbaar.
Vraag: Ik ben wonende in Oegstgeest,
zoudt u denken, dat ik- kans heb Leidenaar
te worden
Antwoord: Een verschrikkelijk groove
kansHet zal nog wel even duren, maar de
annexatie gaat er zeker door. Laat u dus
maar een huisje bouwen voorbij liet Groene
kerkj e.
V raag: Wat beteekent de uitdrukking
„Soli Deo Gloria", hetwelk veel voor een
naam van een Chr. Jongelingsvereeniging
enz. gebruikt, wordt?
Antwoord: Gode alleen de eer
Vraag: Wat zijn cle eisohen voor diplo
ma. M. U. L. O. A en B
Antwoord: Examenprogramma's kun
nen we slechte bij uitzondering opnemen.
Gaat u even naar een onderwijzer aan een
dergelijke school (Noordeinde bijv.), daar
ka-n men u volledig inlichten.
Vraag: Mijn patroon heeft mij bij het
begin van de mobilisatie naar huis gestuurd,
zeggende, dat ik weer terug kon komen,
als cle werkzaamheden dat toelieten. Op mijn
schrijven of ik weer kon terugkomen, ant
woordt hij, dat ik maar een andere betrek
king moet zoeken. Heb ik recht op salaris
en over hoelang?
^Antwoord: Er is op uw vraag, zooals
zg gesteld is, geen bepaald antwoord te ge
ven, aangezien u ons volmaakt in het duister
laat omtrent de arbeidsvoorwaarden, 't Zg
schriftelijk, 't zij bij mondelinge afspraak.
Blijkbaar hebt u bij 't begin der mobilisatie
u niet verzet, zoodat wij vreezen, dat u nu
nog recht op vergoeding kunt laten gelden.
Vraag: Gaarne zou ik mij als leerling
willen opgeven aan de Opleidingsschool voor
Kommies bij den Post- en Telegraafdienst in
Ned.-Indië. Ik heb geen H. B. S.-onderwijs
genoten, doch wel privaatles ia de moder
ne t-alen en aardrijkskunde, zoodat ik in
deze vakken vrij goed thuis ben. Aan wis
kunde echter heb ik nooit iets gedaan. Zoudt
u denken, dat eeti en ander een bezwaar
tot toelating zou zijn? Welke zijn de condi
tiën dezer onderwijsinrichting en tot wien
kan men zich voor nadere inlichtingen wen
den?
Antwoo rd: Wij vermoeden dat u wel
als leerling zult kunnen worden aangeno
men. U zoudt echter nadere inlichtingen
kunnen inwinnen bij den Directeur, den heer
Bitter. De school is in het Wijkgebouw in
de Janvossenstecg.
Vraag: Weet u ook een middel tegen
haar uitvallen?
Antwoord: Als e^n goed middel tegen
het uitvallen van haar, vinden we vermeld:
riciuusolie en goede Franscho brandewijn
goed door elkaar vermengd, waarmede het
hoofd voornamelijk 's morgens en 's avonds
mee moet worden ingewreven.
Het middel lijkt in elk geval onschade-
dolijk.Overigens is eht 't best een genees
heer te raadplegen.
Vra ag: Als mevrouw met Mei 14 da
gen uit de tl tad gaat eu ik 14 dagen naar
huis mag, is mevrouw nu verplicht mij kost
geld te geven?
A n t w o o r d Ja, tenzij bij het inhuren
andere conditiën zijn gemaakt.
Vraag: Zou u ook een middel weten
om sinaasappelen, die men vooruit klaar
maakt, niet bitter te laten worden. Zelfs
wanneer ik tot het laatste oogenblik wacht
met do suiker er op te doen, dan zijn zij
nog bitter!
Antwoord: Daartegen is niets te doen.
Wacht liever met het klaarmaken totdat ze
gebruikt worden. Daar is immers ook niets
tegen.
Vraag: Indien iemands vermogen naden
laatst betaalden aanslag greater is gewor
den, moet hij daar dan dadelgk of na het
volgende belastingjaar kennis van geven
Antwoord: Bij de aangifte van het
eerstvolgende belastingjaar, moet dit wor
den opgegeven.
Vraag: Indien genoemd vermogen be
langrijk is toegenomen, bijv. door loterij^
heeft men daardoor dan in bijzonderheden
te treden tegenover den fiscus?
Antwoord: In bijzonderheden treden is
niet noodig. Eet is den fiscus genoeg als
het vermogen eerlgk wordt opgegeven.
Vraag: Ik ben van de lichting 1016,
doch daar een j'ongere broer van mij se
dert kort vrijwillig in dienst is gegaan,
meent hij, dat bij nu van de militie vrij
gesteld is. Is dit zoo
Antwoord1: Ja, wanneei uw broer
zich voer minstens vijf jaren als vrijwil
liger heeft verbonden.
Vraag: Is het billijk, dat oen burgo-
meester de vergoeding voor miliciens ge
deeltelijk intrekt op grond, dat iemand
sergeant is? Mijns inziens is dat beschik
ken over hot traotement van een onderof
ficier, 't welk hem van den minister is
toegekend.
Antwoord: O. i. wel. Het tractcmenb
heeft de man immers zelf niet noodig,
daarmede kan hij zijn gezin ondersteunen,
zooals het behoort. Het Rijk heeft betook
maar niet voor het opscheppen. Wie weet
hoe een groot gat reeds al weer in de 275
rnillioen, in het begin des jaars geleend,
is geslagen.
V raag: Sedert begin November ben
ik niet meer in cle gemeente Leiden woon
achtig. Hoe moet ik nu handelen om terug
betaling te verkrijgen van Plaatsel. Directe
Belasting over de twee laatste maanden
1914? Moet dit op zegel geschieden?
Antw-oord: U moet u per gezegeld
adres t-ot B. en W. wenden met juiste «ver
melding van den datum, waarop u de ge
meente. hebt verlaten. Het bedrag zal dan
na onderzoek door den ontvanger ter uwer
beschikking worden gesteld.
V raag: Mijn dochter heeft zich per
maand verhuurd en met Nieuwjaar haar
godspenning ontvangen. Hoe lang moet zij
nu in haar dienst blijven, zoodat mevrouw
geen recht meer heeft om hem af te houden
van haar loon
Antwoord: Minstens tot 1 Juni.
Vraag: Hoe moet men het aanleggen
in een andere stad of dorp te trouwen, als
meisje en jongen in Leiden wonen
Antwoord: U moet aan het bureau
van den burgerlijken stand te Leiden uw
stukken daarvoor in orde laten maken. Men
kan het daar wel voor u beredderen. Er
zullen echter eenige kosten op komen.
V raag: Indien men in de Staatslote
rij een hoogen prijs trekt, kan men de
gelden hiervoor in Den Haag halen? Wilt
u mij het adres aldaar opgeven
Antwoord: Dat kunt u ontvangen
door bemiddeling van den collecteur, bij
wien ge uw lot gekocht hebt.
V raag: Mijn dienstbode ontvangt per
3 maanden haar loonFebruari, Mei, enz.
Nadat haar den dienst was opgezegd, 6
weken vóór Februari, verzocht zij te ^mo
gen blijven, wat haar is toegestaan en ont
ving zij haar nieuwjaarsfooi. Er doen zich
nu omstandigheden voor, dat het toch be
ter is, dat zij heengaat; kan haar nu den
dienst worden opgezegd
Antwoord: Als de huur weer is in
gegaan en tenzij geen bijzondere onderlinge
afspraken ten opzichte van wat gij nu
wenscht te doen, zijn gemaakt kunt ge eerst
op 15 Maart tegen 1 Mei opzeggen
Vraag: Zou u mij kunnen zeggen of
er ook gelegenheid is, om als vrijwilliger
bij de bereden wapenen te teekenen?
Antwoord: Tijdens de mobilisatie is
de werving voor vrijwillige dienstneming
gesloten.
Vraag: Gaarne zou ik willen weten,
in hoeverre de zorg voor openbaar lager
onderwijs der gemeente zich moet uit
strekken. Wanneer er bijv. vele gezinnen
en bijgevolg ook vele kinderen wonen aan
den Haagweg, clan komt mijns inziens de
gemeente Zoeterwoudo haar verplichting
niet na, door alleen een sohoel te hebben
in het dorp zelf.
Antwoord: De gemeente Zoeterwou
do heeft een overeenkomst aangegaan met
Voorschoten en met Leiderdorp voor het
bezoeken der openbare la-gere school voor
kinderen, die al te ver van de kom van Let
dorp verwijderd wonen. Trouwens van
den Haagweg naar Voorschoten is ook nog
al een heel eind loopen. Hier is weer een
roden waarom inlijving bij Leiden van de
gedeelten der buitengemeenten, welke om
Leiden liggen wenschelijk is.
Vraag. Ivunt u mij zeggen op welke
dagen en uren de Batavier-lijn Rotterdam
Londen vaart. Hoeveel dagen van te vo
ren en bij wien kan men plaats bespreken,
en wat zijn de ksten, enkele re??.?
Antwoord: Aan boord om 4.30. In
normale tijden vertrek ongeveer 5 uren,
enkele reis ƒ12 retour ƒ18.
29)
Hij was even onderdanig als altijd, waint
ongelukkig hing alles, zijn brood on zijn bo
ter, af van dat onhandelbare jonge meis-
i je; maar hij was ook ernstiger en minder
j spraakzaam-, want hij' had bij zichzelf over
legd, dat hij' toch maar niet over zulk een
smaad kon heenstappen zonder een kleine
verandering Ün zijn manier van doen. Hij
moest laten merken, vond hij; dat hij ge
griefd was, en het zoo duidelijk toonen,
dat zij misschien eenige verklaring zou geven
van haar gedrag. Daarom nam hij de gere
serveerde houding aan van iemand, die in
zijn gevoelens gekwetst is, en Anna dacht:
'wat wint hij bij nadere kennismaking.
Hij zou er vrij wat voor over gehad
hebben te weten waar zij de couranten voor
noodig had, want het was toch heel vreemd,
'dat een vrouw couranten las! Als er een
moord was geschied of iets van dien aard,
wou zijn vrouw de courant wel graag inzien,
maar anders nooit.
„Stelt de freule belang in politiek?" vroeg
hij, terwijl hij er verscheidene bij elkaar
legde.
„Neen, niet erg," zei Anna, „ten minste
niet in de Duitsche politiek. Ik moet hier
eerst een poosje gewoond hebben."
„In in letterkunde misschien?"
„Neen, ook niet bijzonder. Ik weet zoo
weinig van Duitsche boeken."
„Er zijn nu en das goed geschreven arti-
kelen in over modes en 'dames-toiletten.
^Is .jt.heusch waar?" j
„Mijn vrouw heeft mij verteld, dat zij
er vaak wenken in vindt voor wat er ge
dragen wordt. Dames, dat weten we," voeg
de hij er bij met een nederbuigend glim
lachje, dat hij evenwel spoedig beteugelde,
daar hij zich herinnerde, dat hij gegriefd
was, „stellen belang in die soort dingen."
„Ja, datdoen ze," stemde Anna glim
lachend toe, terwijl zij de hand uitstak naar
de couranten.
„0, was dat het, wat de freule lezen
wou?" zei hij vlug.
„Neen, dat juist niet." Anna begon in te
zien, dat bij ook lijdende was aan den alge-
meenen geest van onderzoek. Daarenboven,
zij was te bang, dat hg zusters had, of dat
zijn vrouwszusters had, die verlangend waren
te komen en een zegen voor haar te zijn,
om hem wat van haar advertentie te ver
tellen."
Dellwig vergezelde do beide jongedames
tot den uitgang; daar stond een man op
do trap voor liet huis, die juist van zijn
paard was gestegen. Hij trok zijn handschoen
uit, terwijl hij zijn paard nakeek, dat door
een jongen werd weggebracht. Hij stond
met den rug naar Anna gekeerd en zij
keek er met belangstelling naar, want die
rug leek in 't geheel niet op hetgeen zij
tot nu toe in Kleinwalde gezien had; het
was de rug van een lieer.
„Dat is Herr von Lohm," zei Dellwig;
„hij is hier vanmorgen voor zaken. Enkelen
van ons werkvolk drinken te veel op feest
dagen, zooals op Goeden Vrijdag bijv., en
dan krijgen ze twist. Ik heb de freule al
verteld, dat hij onze Amtsvorsteher is."
Herr von Lohm keerde zich om, toen hij
de stem van Dellwig hoorde, en nam zijn
hoed af. „Wees zoo goed mij aan de dames
voor te stellen," sri hjy tot Dellwig, en hij
maakte een even diepe buiging voor Lefcty
als veer Anna, tot haar groote voldoening.
„Dat is dus mijn buurman," dacht Anna,
terwijl zij met do couranten onder den arm
van de hoogere trede op hem neerzag.
„Dus, dat is het nichtje van den ouden
Joachim, waar hij altijd ever praatte," dacht
Lohm, tot haa-r opziende. „Een verstandige
oude man, om do plaats aan haar na te
laten in plaats van aan die onaangename
zoons." Enc- hij maakte een paar gebruike
lijke opmerkingen; hij hoopte, dat haar
nieuw tehuis haar goed zou bevallen en
dat zij spoedig aan bet buitenleven gewend
zou zijn. „Het is zeer stil en eenzaam1 voor
een dame, die niet gewend is aan ons platte
land met zijn groote landgoederen en wei
nige buren," zei hij in 't Engelsch. „Mag ik
Engelsch met u praten? Het is een waar ge
noegen voor mij."
„Heel graag," zei Anna. Dat was een
man, van wien zij misschien veel hulp kon
bebben, als zij soms geen raad meer wist;
en wat zag hij er knap uit, zoo netjes, en
wat had hij een aangename stern, zij klonk
bepaald liefelijk in haar ooren, die reeds
pijn deden van het schreeuwen van Dellwig
en de overdreven welsprekendheid van den
predikant
Hij was tusschen de dertig en veertig,
niet jong meer, dacht zij; zijzelf voelde
zich nog altijd zeer jong; en behalve dat
hij lang en mager en gespierd was, zonder
eenigen aanleg tot dik worden, zooals zrj
met genoegen opmerkte, was er niets bij
zonders aan hem'. Zjjn laarzen met gele,
verlakte kappen en zijn groene Norfolkbuis
en groene vilten hoed met een klein veertje
er op, gaven hern net uiterlijk van een
sportman. Het was verkwikkend hem' aan
te treffen, al was het alleen nVaar,_dat h][
niet telkens boog. En terwijl zrj hem van
boven van de stoep opnam, kwam zij plot
seling tot het bewustzijn, dat Dellwig en
de dominee hun uiterlijk verwaarloosden,
meer dan betamelijk was. Het waren beiden
zonder twijfel beste menschen; maar zij
hield van net gewasschen mannen.
Herr von Lohm begon over oom Joachim
te praten, met wien hg zeer intiem was ge
weest. Anna kwam de stoep af en hij ging
een eindje met haar mee en liet Dellwig
aan de deur staan; de oogen van Dellwigs
vrouw, die verscholen was achter de gor
dijnen van haar slaapkamer, volgden hen.
„Ik kom aanstonds bij u," riep Lohm
hem over zgn schouder toe.
„Gut," zei Dellwig; en hij ging naar bin
nen eu vertelde aan zijn vrouw, dat die
Engelsche dames al heel vrij met heeren
waren; zij moest op zijn woorden letten, het
zou niet lang meer duren of Lohm en Klein
walde waren één landgoed.
„En wij? Wat zal er dan van ons worden?"
vroeg zij, terwijl zij hem bezorgd aanzag.
„Dat wou ik ook wel eens weten," ant
woordde haar echtgenoot. „Dat komt er van,
als men een landgoed nalaat aan een ander
dan do natuurlijke erfgenamen." En met
grooten nadruk verwenschte hij de nage
dachtenis van zijn overleden meester.
Lohm's Engelsch was zoo goed, dat Anna
er zich over verbaasde. Het was wat stijf
en langzaam, maar hij maakte in 't geheel
geen fouten-. Hij had iets ernstigs in zijn
manier van doen; toen zij hem oplettender
aanzag, ontdekte zij sporen van inspanning
en hard werken op zijn gezicht. Hij vertelde,
dat zijn moeder een nicht was geweest van I
oom Joachims vrouw. „Zoodat wij door/ zgn
huwelijk een klein beetje familie van elkaar j
zgn," zei hij. b
„Een heel klein beetje," zei Anna glim
lachend; „bijna niet na te sporen."
„Blijft uw nichtje voor onbepaalden tijd
bij u?" vroeg hg; „ik kan ef niets aan
doeD, dat ik weet, dat zij uw nichtje is,
en dat zij hier is met haar gouvernante
en dat lady Estcourt op Goeden Vrijdag
plotseling vertrokken is; alles, wat u be
treft, wekt de grootste belangstelling van
do inwoners van dit stille plaatsje en zij
praten over niet veel anders
„Hoe lang zou het duren, voordat zij aan
mij gewend zijn? Ik vind het niet prettig
een voorwerp van belangstelling te wezen.
Neen, Letty gaat' naar huis zoodra ik een
gezelschapsdame gevonden heb. Daarom; nam
ik de couranten mee van den inspecteur.
Ik kan geen advertentie opstellen uit mijn
voorraad Duitsch; nu wilde ik trachten iets
te vinden, dat als model kan dienen."
„0, mag ik u helpen? Wat moet u ieder
uur van den dag een moeilijkheden onder*
vinden!"
„Dat is zoo," stemde Anna toe. Zij dacht
aan alles, wat er nog gedaan moest worden,
voordat zij haar deuren en haar armen kon
openen voor het twaalftal
„Iedere dienst, dien ik bewijzen kan aan
het nichtje van mijn oudsten vriend, zal een
groot genoegen voor mij zijn. Wilt u mij
toestand de advertentie voor u in te zen
den? U kunt nauwelijks weten hoe cn waar
ze ingezonden moet worden."
„Neen, 'dat weet ik ook niet. Het zou
heel vriendelijk van u zijn ik zou er
u werkelijk dankbaar voor wezen. Hot is
van heel veel belang voor mij spoedig iemand
te vinden."
(Wordt vervolgd). I