feisilie™. JDiiiscTag 16 Februari Tweede Biad. A0. 1915. Haagsche Rechtbank. OÊnnesiland. Uit ds Omstreken. N<># 16863 ea^ Voortzetting yan dc Behandeling der Zaak tegen den Wonderdokter I)e Haas. Door den Loidschen Kantonrecht-er werd den 2clen November van het vorig jaai de 79-jarige Abraham Jobs, do H., zonder beroep, in den laatsten tijd woonachtig te Noordwijk-aan-Zee, wegens het zonder noodzaak uitoefenen van een beroep, waarvoor wettelijke bevoegdheid wordt vereischïsy terwijl hij niet tot dat beroep (de uitoefening der geneeskunst) is toege laten, veroordeeld tot een geldboete van ƒ300, subs. 5 dagen hechtenis. Beklaagde kwam tegen dit vonnis in hooger beroep, terwijl ook de Ambt. van het O. M., die een hoogere boete had geëischt, appèl aanteekende. De zaak werd in Januari voor deze recht bank behandeld, waarbij beklaagde zelf tegenwoordig was en het ten laste geleg de bekende. Het gold een behandeling van oea patiënt uit Boskoop, dio zou overle den zijn aan do beenwond, door beklaagde behandeld. Dit laatste was niet waar, zeidc beklaagde toen. De patiënt stierf ten ge volge eener beroerte. De subst.-officier mr. Del Campo cischte toen bevestiging van het vonnis van den Leidschen Kantonrechter. Veertien dagen later gelastte do recht bank heropening der zaak en bepaalde de ze op gisteren. Zij kwam vrij laat in den namiddag aan de orde. Beklaagde, vergezeld van eenige dames, was weder verschenen. Toen hij leunend op den schouder van zijn geleider in do bank van beschuldigden had plaats geno men, werd het eerst als getuige en als deskundige gehoord, dr. Van der Tak, arts te Boskoop. Deze verklaarde, den patiënt, Corn. v. d. Lee, die door Do H. was behandeld, vroeger een korten tijd onder behande ling te hebben gehad. De man leed aan longelasticiteit en als indirect gevolg daar van aan trambose in de bloedvaten, waar door do ontsteking van het onderbeen is ontstaan. Den 26sfen September 1914, zeer lang, nadat, hij den patiënt behandelde, dien hij daardoor uit het oog had verloren, werd hij weder bij hem geroepen en zag onmid dellijk den toestand buitengewoon ernstig in. Twintig minuten later was de man dood. Ilij had de doodsschouw verricht en op heb doodsformulier vermeld, dat de over ledene onder behandeling is geweest van den kwakzalver De Haas, en dat de dood een indirect gevolg is geweest van de on voldoende en dus slechte geneesk behan deling. Dit heeft de justitie wellicht aanleiding gegeven tot ingrijpen. Dc president vroeg Kunt u nu ook ver klaren, dat de dood een gevolg is van de onvoldoendo behandeling? GetuigeDe patiënt had een kwaal, waaraan hij moest sterven, maar de be handeling heeft, zeer stellig den dood ver haast. Bij trambose is elke beweging ge vaarlijk. Het been had rustig omhoog neer- i gelegd moeten worden, terwijl de man kort voor zijn dood nog liep. De president tot beklaagdeHebt gij getuige nog iets to vragen 1 Bekl.: Neen! maar (en nu heftig) mag ik de waarheid zeggen De man is aan een beroerte gestorven. Het been was al ge nezen. Rechter mr. Blecourt tot getuigeIs mogelijk voor een geneeskundig© iemand te behandelen, zonder den patiënt te heb ben gezien? GetuigeNeen, de dokter moet den pa^ tiënt zien, niet alleen, maar ook onder zoeken. Hoe zou u een huis kunnen be- oordeelen zonder het te zien Hoeveel te minder een samengesteld geheel als het menschelijk organisme. Getuige deelde verder nog mede, dat er in den laatsten tijd tal van patiënten in Boskoop heil zoeken bij beklaagde. Hij noemde daarvan eenige gevallen op. Zoo heette iemand genezen en hij was een paar dagen later dood. En zoo loopen er nog rond, waarvan hij do doodsverklaring wel durft schrijven, die heeten beter tezijn. Dit is vooral, waar het tuberculoselijders be treft, niet alleen gevaarlijk voor do patiën ten zelf, maar ook voor de omgeving. Hierna kwam voor mej. De Lee, doch ter van den patiënt in kwestie. Zij ver klaarde, dat haar vader aan een been wond had geleden. Dr. Yan der Tak had over vader gegaan, maar nam geen notitie van hem.. Zij vonden dan ook bij hem geen baat. Toen is zij met de urine van vader naar beklaagde gegaan en moest een poosje in de wachtkamer te Noordwijk wachten. Voor zij bij beklaagde toegelaten werd, be taalde zij 2.50. Toen zij de urine liet zien, had bekl. onmiddellijk de kwaal van vader genoemd. Hij zeide ook nog, dat vader zich over werkt had, wat waar is. Zij had kruiden mee gekregen en was driemaal teruggekomen. Het been was ver beterd, hoewel niet genezen, toch dunner geworden. Vader wa-s gestorven, doordat het water hem om het hart was geslagen. Beklaagde knikte toestemmend. De président vroeg de juffrouw of zij in de wachtkamer niet over de kwaal van vader had verteld en of dat niet aan be klaagde kon zijn overgebracht. Getuige had er wel over gesproken, maar zij achtte het niet mogelijk, dat een ander dat had overgebriefd. De H. had het echt aan het water gezien. Toen, nadat vader het water om het hart was geslagen, hadden zij dr. Van der Tak gehaald, die dadelijk had gezegdDe man heeft een beroerte. Toen hij hoorde, dat De H. hem had behandeld, sprak hij echter van bloedvergiftiging. Onverschillig had hij geroepenDe vent gaat naar de hel en ik zal er een justitie zaak van maken.- Getuige dr. Van der Tak, hierover weer teruggeroepen, verklaarde wel driftig te zijn geweest. De gewraakte uitdrukking heeft hij niet zoo gebezigd als de vrouw zegt en hij sloeg niet op den patiënt, maar op beklaagde. Het is ook om driftig te worden. Men laat eerst de patiënten verknoeien en dan haalt men den dokter, die op staanden voet moet komen, al zit hij te eten. Mr. Jellinghaus (rechter) met stemver heffing: Dat ben ik niet met u eens. Als de menschen een ernstig ziektegeval in huis hebben, moet de dokter komen. Mej. De L. schudde onder het spreken van dr. Van der T. het hoofd en roept: Verschrikkelijk Zij wilde dr. Van der Tak blijkbaar nog eens de waarheid zeggen, maar do presi dent meende dit niet te kunnen toelaten. Rechter De Blecourt vroeg ten slotte aan beklaagde, of hij den patiënt nimmer had gezien. Neen zei de beklaagde, maar wel zijn water. Als getuige k décharge, door beklaagde meegenomen, werd nu nog gehoord de 45- jarige Leldsche spoorwegwerker Corn. v. d. Spek, die gaarne wat wilde vertollen. Tot -zijn leedwezen kende hij dokter" De H. reeds 20 jaar. De president begreep niet waarom hij over deze kennismaking zijn leedwezen uitsprak. Het was, zei beklaagde, omdat hij voor ziekten en kwalen van zichzelf en zijn gezin heul en genezing had denken te vinden bij de geneesheeren. Maar zij zijn zoo vergevorderd, dat ze niet meer kunnen zien wat iemand mankeert en dan moet vader" De H. een mensch weer opknappen. Zoo is hij, nadat dr. Braaken- burg hem had bedorven, vóór jaren door vader" De H. genezen. Twee zijner kinderen leden aan diphthe- ritis, een werd op advies van dr. Timmer mans, van Oegstgeest, naar het Ziekenhuis gebracht en stierf, de ander werd door De H. genezen. Verleden jaar is hij gevallen. Dr. Veld- huijzen wilde nauwelijks er notitie van ne men. Hij ging weer naar vader De H. en al zei die, dat zijn ,,poot" verwaarloosd was, hij heeft hem toch weer beter ge maakt. Getuige's vrouw heeft hij van de tering genezen. Hij gelooft, dat niet deze man (getuige wijst naar bekl.) daar moest zit ten, maar de dokter. De subst.-officier mr. Del Campo, einde lijk het requisitoir nemend, begon met op te merken, dat de zaak heel eenvoudig is voor hen, die de medische wetenschap als de alleen heilaanbrengende beschouwen, en meenen, dat de doctoren het weten en niemand anders. Maar zoo eenvoudig is voor spr. de zaak niet. Wanneer hij onbevooroordeeld de getui gen heeft gehoord is zijn meening, dat de qualificatie kwakzalver niet op dezen be klaagde past en van dat standpunt ge zien, zou de boete te hoog zijn. Heeft deze man gaven, die de medische wetenschap niet kent, niet begrijpt? Spr. zou deze vraag niet onmiddellijk ontken nend beantwoorden. Waar hij bij zijn eer sten eisch bevestiging van het vonnis van den kantonrechter blijft persisteeren geeft hij de rechtbank in overweging na te gaan of een boete van 300 voor dezen beklaag de niet te hoog is. Mishandeling tc Katwijk-aau-Zee# Een 18-jarige visscher te Katwijk-aan- Zee, Willem G., had 'sa\onds te halfzes op de Voorstraat Arendje Jonker, een 21- jarig Katwijksch visschersmeisje, met wan gen van melk en bloed, zoowaar een klap ge-geven. Het was den president en rechters, toen zij de blozende deerne met do Zuid-Holl. kap voor zich zagen, een raadsel hoe de jongen daartoe gekomen was. Zij hadden heel wat lief lijkers van hem verwacht. Beklaagde zeide, dat het meisje hem eerst een klap gegeven had, wat de rech ters niet geloofden, of het moest dartel spe-1 zijn geweest. Er was ook niets van waar, zei het meis je op een toon alsof ze zeggen wilde: ,,hoe zou ik nou een jongen slaan!" De Katwijksehe veldwachter, Wijbe Kla- renberg, had wel gezien, dat Willem Arendje een slag gaf, ma-ar of Arendje eerst Willem op een klap getrakteerd had, kon hij uiet zeggen. Hij wist wel, dat er nog een meisje bij was. De officier dacht, dat zoo'n klap, aan een meisje gegeven, duur geboet moest worden en eisch te daarom 10 of 10 dagen. Diefstal van Spoeling ouder Veur. Een schuitenvoerder uit Leidschendam, Hendrik Martinus G., had voor het paard van zijn baas een emmer spoeling wegge nomen uit een schuit, toebehoorende aan den landbouwer Groenewegen, te Veur. Beklaagde zeide, dat zijn baas eiken dag twee emmers spoeling voor het paard kocht. Nu had hij een emmer omgegooid en daarna weer een halven emmer uit de schuit gehaald. De verbalisant, do veldwachter Gerrifc- sma, verklaarde, dat mensohen hem wel eerder spoeling hebben zien weghalen. Heb bleek echter uit het verhoor, dat hij in ieder geval voor zijn baas had gestolen, om dat hij zelf niet voor het paard behoefde te zorgen. Eisch 6 of 6 dagen. Op de vraag van den president of zijn baas nu ook de boete zou betalen, ant woordde beklaagde, dat hij dit niet wist. Hij was bang het zelf te moeten betalen. Vernieling van Glasruiten tc Leiden. Daarvoor werd opgeroepen de koopman Piet er N., uit Leiden. Hij was in den nacht van 25 op 26 December over zijn bier ge weest en liep zoo met eenige vrienden op straat lawaai te maken. De agent P. de Jong had de lui aangemaand zich rustig te hou den en naar huis te gaan. Zij weigerden dat en cm te toonen, dat hij durfde, sloeg beklaagde van een pakhuis der firma G. W. de Jong Co., op de Uiterstegracht, eerst één cn later nog een ruit in. Daarvoor had hij zich nu moeten ver antwoorden. Hij was echter niet versche nen, doch nadat de verbaliseerendo agent en de heer Van Raay, lid der firma De Jong, waren gehoord, eischt het O. M. f 10 of 10 dagen. Uitspraak in al die zaken Maandag 22 Februari. Het nieuwe Ooglijdersgesticht te Rot terdam, een schenking van mevrouw M. C. Blankenheym, is gisteren geopend. Het in den Raad van Nijmegen in behandeling genomen voorstel van de hee- ren De Rooy, De Haan en Van Cranen- burgii, om het voetbalspel op Zondagen en daarmede gelijkgestelde feestdagen te verbieden vóór des middags elf uren, gaf aanleiding tot uitvoerige bespreking. De 'heer Van Cransnburgüi was van meening, dat ;de overheid hierin mag en moet in grijpen, hetwelk hij niet in strijd achtte met het beginsel van scheiding van Kerk en Staat. Het voorstel bedoelt geen partijstel- Len tegenover het voetbalspel, doch meer het samengaan van do zedelijke en licha melijke ontwikkeling. Een door den heer Bonté daarna gedaan voorstel, om het ver bod te doen gelden tot twaalf uren 's mid. dags, werd met 5 stemmen tegen aange nomen. Door wijlen mevrouw OukoopGenis, wed. van den heer K. G. Oukoop, in leven wethouder van Breda, is aan die gemeente gelegateerd f58.000, waarvan f50.000 voor de restauratie van het gemeentehuis, bin nen tien jaar te verwerken en f8000 voor het Burgerlijk Armbestuur, om van de rente elk jaar op den 2d en Kerstdag een extra-bedeeling te houden. -Bij Kon. besluit is ter zake van zijn verrichtingen in het gouv. Atj'eh en Onder- hoorigheden, gedurende 1909, 1910 en 1911 alsnog benoemd tot ridder der Militaire Willemsorde 4de kl., 'de onderluitenant dei- marechaussee van het leger in Ned..Indië A. H. C. Roclofsen. De gewone audiëntie van den Minister van Marine zal Vrijdag 19 Februari en die van den Minister van Justitie Zaterdag 20 Februari a. s. ïiiet plaats hebben. Do Stemming. Men schrijft ons uit de hoofdstad: De beurs is geopend, en al is hiermee niet direct het oivderwetsche zakendoen te ruggekeerd, de stemming in de hoofdstad is er beter door geworden in ieder gevaL De fondsenhandel heeft feitelijk nog wei nig te betcckenen. De omzet is gering. Men looft en biedt, maar dikwijls komt meza niet tot zakendoen. Maar de beursmenschen loopen nu niet langer 's middags met hun ziel onder hun arm. Er is weer werk, werk, cn men hoopt, dat langzaam 'de toestanden zich zullen verbeteren. De Amsterdamse he zakenm-en- schen en speciaal de effectenlui, hebben het gevoel van een zieke, die weet, dal hij de crisis doorstaan heeft. Er liepen hardnekkige geruchten, dat die firma die zwak stond, en dat die firma zoo wankelde,' en men had zich op het ergste voorbereid. En ziet.... de faillissementen bLijven uit, er zijn geen „slachtingen", er is geen sen satie. Wel spreekt men algemeen over de chronische bloedarmoede, maar daar be staat remedie tegen. De crisis is voorbij. Het voorj.aar nadert! Een nieuwe lente en een nieuw geluid! KATWIJK-AAN-ZEE. Het bestuur der Katwijksehe Naai school mag zich in een voondurenden blod der school verheugen. Eerstdaags zal de ledenvergadering gehouden worden. Het bestuur stelt zich voor alsdan ouders |en begunstigers in de gelegenheid te stellen,- kennis tc nemen van de resultaten van bet onderwijs. Niet alleen de dagschool, maar ook de avondlessen worden druk bezocht* Ook de knipcursus blijkt in een bestaande behoefte te voorzien. Een inrichting als deze, waar zoo vele meisjes onderlegd wor den in voor haar in de toekomst schieïi onmisbare kennis en vaardigheid, is voor zeker voor onze gemeente van zeer groot belang. LISSE. Het ophoogen van het voetbal terrein door 'de gemeentelijke werkverschaffing is afgeloopea en lean dus het terrein weer in gebruik worden genomen. Doordat met dit werk tevens het aan B. cn W. voor dk doel toegestane krediet van f2000 is ver bruikt, is de werkverschaffing, althans voor. loopigy geëindigd. Gisteravond gaf de Tconeelvereenig. „St.-Genesius" ceii feest-uitvoering in het gebouw van den Ned. R..K. Volksbond,- voor de leden en donateurs dier Vcreeni- ging. Het niet zorg samengestelde program ma werd keurig uitgevoerd. NOORDWIJK. Evenals andere jaren, gaf de toonod- vereeniging „Het tooneel is ons streven," ook dit jaar een vastenavonduitvoering in de zaal van café „Flora," van den heet? P. H. v. d. Voort. Het was een vroolijki programma. „De drie naamgenooten," en „Jochcm Uilenspiegel," waren blijspelle tjes van één bedrijf, die èn door hun in houd, èn door het vlotte, losse spel de lacJ> j spieren der aanwezigen wisten tc priklce- len. Voorts werden eenige duetten ge- I maakt cn tot slot ceil spektakelstuk op gevoerd, waardoor de vtooI jkheid ten top j steeg. De zaal was aardig bezet, de stem- ming was uitmuntend, zoodat „H.T.I.O.S.* j de voldoening mag smaken, aan velen oen I vroolijken avond bezorgd te hebben. Door dk Schrijfster van tElizabolli and hor Gorman Garden". (Nadruk Verboden). 1) HOOFDSTUK I. Toon Anna. Ertcourt vijf cn twintig jaar cn zich begon af te vragen of het ga lgen, dat het leven biedt., wel opweegt kgen de lasten, gebeurde er iets wonder lijks. 2 ij was een buitengewoon knap meisje, jkt had moeten genieten van het leven. y had een zacht, onregelmatig gezichtje, 'erliefste oogen, kuiltjes in de wangen, een aardig lachje en een lang en slank figuur. a. stellig, zij had moeten genieten van het cvon- Li plaats daarvan, verbeuzelde zij haar jJd met dat dwaze peinzen over do vraag- 8 ukken van het bestaan over het waarom Ja waarvoor, waarop toch geen antwoord geven is, en waarmee vrouwen zich in regel slechts bezighouden, wanneer zij zijn en loei ijk. Ve-lo en verschillende Z])Q de beweegredenen, die een vrouw tot overpeinzingen leiden; in Anna's ge- bestond er geen verhevener drijfveer ian 6 voortdurende tegenwoordigheid van _^Ulr ^oonzuster. De schoonzuster was rijk, 2mhzclf een aangename omstandig- maar do schoonzuster was ook open- tafk, l!aar man en Anna waren geheel l,a^an ve^j'c van haar, en haar rijkdom en iVeiü,.Oï?0n^lartif!rhcid b.j elkaar noopten haar iJOiend veel .toespelingen te maken op do armoede van de Ertöourts. Haar man vond, dat die toespelingen getuigden van weinig goeden smaak. Behalve dat gaf hij er niet veel om, want hij vond, dat hij haar rijkelijk waar voor haar geld gegeven had, door zijn naam te schenken aan een persoon, dio eigenlijk geen naam had: hij was Sjr Peter Ertcourt van de Devonshire Ertoourts, cn zij was een Dobbs uit Birmingham. Daar enboven was hij een wijsgeer en wijsgeeren trekken zich nooit iets aan. Maar Amna was in een minder aangenamen toestand. Zij was geen wijsgeer, zij was overgevoelig, zij had niets gegeven en moest alles aannemen en zij had een onafhankelijke natuur; en een onafhankelijke natuur zonder geld is een groote last voor den bezitter. Toen zij jonger was en overdrevenen dan nu, bad zij soms gesproken van straatveeg ste r t'. willen worden; maar haar schoon zuster Susie wou niet hooren van straat vegen on zij kleedde haar mooi en liet haar uitgaan en dansen en dineeren en doen zooals andere meisjes deden, daar zij van meening was, dat een rijke echtgenoot van goede positie haar meer zou voldoen dan straatvegen en haar hoogstwaarschijnlijk meer vergoeding zou geven voor al de uit gaven, die zij gedaan had. Op haar achttiende jaar zag Anna er zoo aardig uit, dat de volmaakte echtgenoot slechts een kwestie van dagen scheen tc wezen. Wat kon de meest begeerenswa-ardiga man, dacht Susic, wanneer zij haar aanzag, meer verlangen dan zulk een betooverend jeng schepsel? Maar hij kwam niet, in ieder geval niet de man van Susie's droomen, en na een paar jaar, toen Anna begon te be grijpen, wat al dio mooie lclceren ea dat dansen eigenlijk beteckenden, en nadat zij aanzoeken gehad had van menschen, waar zij niet van hield, cn zelf verliefd was ge worden op een jongen, man zonder geld, die zoo voorzichtig geweest was -met iemand anders to trouwen met geld, trok zij zich terug eu werd koeler en verzetto zich met hoe langer hoe. meer beslistheid tegen Susie's persoonlijken krachLigcn aandrang tot het huwelijk. Zij maakte somtijds cynische op merkingen tot haar bewonderaars, die afge schrikt werden door zulke kenteekenen vau toenemenden leeftijd en dan ook aanmerkelijk in aantal verminderden. Het was in dezen tijd, toen zij nauwelijks twee en twintig jaar was, dat zij begon te praten van straatvegen. Susio had haar ernstig berispt, omdat zij de avances vau een ouden, rijken, ongetrouwden heer niet met geestdrift beantwoord had; zij had te vens toespelingen gemaakt op het aantal ponden, die zij dc laatsto drie jaar voor haar had uitgegeven, en op de noodzakelijk heid door een huwelijk aan al dio uitgaven, een eind te maken. In plaats van verstan dig te zijn en bedaard over do dingen te praten, had Anna een stortvloed van dwaze gevoelens uitgekraamd over het ellendige bewustzijn» dat men van haar verwachtte, dat zij aardig zou zijn tegen iederen ïnan met geld, over het onuitstaanbare leven, dat zij leidde, en over de grootcro aantrekke lijkheid van straatvegen als middel van bestaan. „Ach, Anna; je hebt niet eens geld ge noeg voor een bezem," zei Susio ongeduldig. „Je kunt niet vegen zonder bezem', weet je. Ik wou, dat je een bectjo minder dwaas was, Anna, cn een beetje meer dankbaar. De meeste meisjes zouden juichen over de prachtige gelegenheid, die je nu hebt om to trouwen en een eigen fortuin te verwer ven. Je praat een massa onzin over onaf hankelijk zijn en als je kans hebt om die onafhankelijkheid te verwerven en ik doo alles, wat ik kan cm' je to helpen, dan werdt je opgewonden en wil je de straat gaan vegen. WezenlijkJ' voegde Susie er bij, zenuwachtig den schouder ophalende, „je moest eens bedenken, dat het voor mij ook niet alles is om do dochter van een ander een man te bezorgen." „Natuurlijk is dat niet alles," zei Anna, geleund tegen den schoorsteenmantel en haar aanziende met opgetrokken wenkbrauwen: „Het spijt mij erg voor je. Ik wou, dat jo niet zoo verlangde van mij af to zijn. Ik wou, dat ik wat doen kon om je te helpen. Maar woet je, Susio, jo hebt inij uiet op geleid voor een betrekking. He kan niets voor mijn eigen rekening beginnen of je moest mij als laatste cadeau een bezem geven cn mij mijn geluk laten beproeven bij den eersten den besten overgang van een straat. Hier aan het eind van do straat wordt hij slecht onderhouden. Wat zou je cr vau denken, als ik daar eens begon?" •Welk antwoord moest men nu geven op zulke dwaasheden? Toen zij vier en twintig jaar was, waren bijna alle jonge meisjes, die gelijk met haar gepresenteerd waren, getrouwd en zij had een gevoel of zij een geest was, die ronddool do in de balzalen van een jonger geslacht. Zij vond dit een onaangenaam ge voel en werd al stijver en al ontoeganke lijker; het was in do/.c periode, dat zij ver ontschuldigingen bedacht, om te bedanken voor de meeste dingen, waarvoor zij ge ïnviteerd werd; zij begon een eenvoud te betrachten in haar kleeding en kapsel, die bepaald streng geboomd mocht worden. Nu bereikte Susie's verbittering haar toppunt. ;,Ik begrijp niet waarom' je je er op moet toeleggen er zoo leelijk mogelijk uit te zien,* zei ze op een boozon toon, toen Anna be» paald weigerde haar kapsel te veranderen^ „Beuzelachtig zijn verveelt mij," zei Anna. „Heb jo er idee van hoo lang dat golven van je haar duurt? En je weet hoe dio Hilton praten kan? Nu is alles in twee minuten opgemaakt en ik bespaar mij die praatjes." „Maar jc bent bepaald leelijk!' riep Susie uit. „Het i3 net of jc hetzelfde rneiSjO niet meer bent. Het eenige, wat jc beste vriend nu van je zou kunnen zeggen, is, dat jc er netjes uitziet." „Nu, ik zie er graag netjes uit," zei Anna en zij ging voort rond tc loopen met haar haren netjes weggestreken achter haar ooren; de onmiddellijke belooning hiervoor was een huwelijksaanzoek van een dominee, geen veertien dagen daarna. Peter Ertcourt was'zelfs nog meer ver baasd dan zijn vrouw, dat Anna niet al jaren geleden een goed huwelijk gedaan had. Zij had geen geld, dat is zoo, maar zij wa3 een knap meisje van goede familie en zij moest met gemak een man kunnen vinden. Hij wenschtc van harte, dat zij weldra ge lukkig getrouwd mocht wezen, want kg hield veel van haar en wist, dat zij cn Susie met den besten wil van de wereld geen groote vriendinnen konden wezen. Daar enboven, iedere vrouw moest ccn eigèu huis houden hebben en ccn man en kindereu. Dat dacht hij altijd, als hij zijn gedachten over Anna liet gaan, en als hij dezen volzin had uitgedacht, voelde hij, dat li ij cr niets meer aan kon doea en hij begon aan iets auders te denken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5