feisilie™.
JDiiiscTag 16 Februari
Tweede Biad. A0. 1915.
Haagsche Rechtbank.
OÊnnesiland.
Uit ds Omstreken.
N<># 16863
ea^
Voortzetting yan dc Behandeling der Zaak
tegen den Wonderdokter I)e Haas.
Door den Loidschen Kantonrecht-er werd
den 2clen November van het vorig jaai
de 79-jarige Abraham Jobs, do H., zonder
beroep, in den laatsten tijd woonachtig te
Noordwijk-aan-Zee, wegens het zonder
noodzaak uitoefenen van een beroep,
waarvoor wettelijke bevoegdheid wordt
vereischïsy terwijl hij niet tot dat beroep
(de uitoefening der geneeskunst) is toege
laten, veroordeeld tot een geldboete van
ƒ300, subs. 5 dagen hechtenis. Beklaagde
kwam tegen dit vonnis in hooger beroep,
terwijl ook de Ambt. van het O. M., die
een hoogere boete had geëischt, appèl
aanteekende.
De zaak werd in Januari voor deze recht
bank behandeld, waarbij beklaagde zelf
tegenwoordig was en het ten laste geleg
de bekende. Het gold een behandeling van
oea patiënt uit Boskoop, dio zou overle
den zijn aan do beenwond, door beklaagde
behandeld. Dit laatste was niet waar, zeidc
beklaagde toen. De patiënt stierf ten ge
volge eener beroerte.
De subst.-officier mr. Del Campo cischte
toen bevestiging van het vonnis van den
Leidschen Kantonrechter.
Veertien dagen later gelastte do recht
bank heropening der zaak en bepaalde de
ze op gisteren. Zij kwam vrij laat in den
namiddag aan de orde.
Beklaagde, vergezeld van eenige dames,
was weder verschenen. Toen hij leunend
op den schouder van zijn geleider in do
bank van beschuldigden had plaats geno
men, werd het eerst als getuige en als
deskundige gehoord, dr. Van der Tak, arts
te Boskoop.
Deze verklaarde, den patiënt, Corn. v.
d. Lee, die door Do H. was behandeld,
vroeger een korten tijd onder behande
ling te hebben gehad. De man leed aan
longelasticiteit en als indirect gevolg daar
van aan trambose in de bloedvaten, waar
door do ontsteking van het onderbeen is
ontstaan.
Den 26sfen September 1914, zeer lang,
nadat, hij den patiënt behandelde, dien hij
daardoor uit het oog had verloren, werd
hij weder bij hem geroepen en zag onmid
dellijk den toestand buitengewoon ernstig
in. Twintig minuten later was de man dood.
Ilij had de doodsschouw verricht en op
heb doodsformulier vermeld, dat de over
ledene onder behandeling is geweest van
den kwakzalver De Haas, en dat de dood
een indirect gevolg is geweest van de on
voldoende en dus slechte geneesk behan
deling.
Dit heeft de justitie wellicht aanleiding
gegeven tot ingrijpen.
Dc president vroeg Kunt u nu ook ver
klaren, dat de dood een gevolg is van de
onvoldoendo behandeling?
GetuigeDe patiënt had een kwaal,
waaraan hij moest sterven, maar de be
handeling heeft, zeer stellig den dood ver
haast. Bij trambose is elke beweging ge
vaarlijk. Het been had rustig omhoog neer-
i gelegd moeten worden, terwijl de man
kort voor zijn dood nog liep.
De president tot beklaagdeHebt gij
getuige nog iets to vragen 1
Bekl.: Neen! maar (en nu heftig) mag
ik de waarheid zeggen De man is aan een
beroerte gestorven. Het been was al ge
nezen.
Rechter mr. Blecourt tot getuigeIs
mogelijk voor een geneeskundig© iemand
te behandelen, zonder den patiënt te heb
ben gezien?
GetuigeNeen, de dokter moet den pa^
tiënt zien, niet alleen, maar ook onder
zoeken. Hoe zou u een huis kunnen be-
oordeelen zonder het te zien Hoeveel te
minder een samengesteld geheel als het
menschelijk organisme.
Getuige deelde verder nog mede, dat er
in den laatsten tijd tal van patiënten in
Boskoop heil zoeken bij beklaagde. Hij
noemde daarvan eenige gevallen op. Zoo
heette iemand genezen en hij was een paar
dagen later dood. En zoo loopen er nog
rond, waarvan hij do doodsverklaring wel
durft schrijven, die heeten beter tezijn. Dit
is vooral, waar het tuberculoselijders be
treft, niet alleen gevaarlijk voor do patiën
ten zelf, maar ook voor de omgeving.
Hierna kwam voor mej. De Lee, doch
ter van den patiënt in kwestie. Zij ver
klaarde, dat haar vader aan een been
wond had geleden. Dr. Yan der Tak had
over vader gegaan, maar nam geen notitie
van hem.. Zij vonden dan ook bij hem geen
baat.
Toen is zij met de urine van vader naar
beklaagde gegaan en moest een poosje
in de wachtkamer te Noordwijk wachten.
Voor zij bij beklaagde toegelaten werd, be
taalde zij 2.50.
Toen zij de urine liet zien, had bekl.
onmiddellijk de kwaal van vader genoemd.
Hij zeide ook nog, dat vader zich over
werkt had, wat waar is.
Zij had kruiden mee gekregen en was
driemaal teruggekomen. Het been was ver
beterd, hoewel niet genezen, toch dunner
geworden.
Vader wa-s gestorven, doordat het water
hem om het hart was geslagen.
Beklaagde knikte toestemmend.
De président vroeg de juffrouw of zij
in de wachtkamer niet over de kwaal van
vader had verteld en of dat niet aan be
klaagde kon zijn overgebracht. Getuige
had er wel over gesproken, maar zij achtte
het niet mogelijk, dat een ander dat had
overgebriefd. De H. had het echt aan het
water gezien.
Toen, nadat vader het water om het
hart was geslagen, hadden zij dr. Van der
Tak gehaald, die dadelijk had gezegdDe
man heeft een beroerte. Toen hij hoorde,
dat De H. hem had behandeld, sprak
hij echter van bloedvergiftiging.
Onverschillig had hij geroepenDe vent
gaat naar de hel en ik zal er een justitie
zaak van maken.-
Getuige dr. Van der Tak, hierover weer
teruggeroepen, verklaarde wel driftig te
zijn geweest. De gewraakte uitdrukking
heeft hij niet zoo gebezigd als de vrouw
zegt en hij sloeg niet op den patiënt, maar
op beklaagde.
Het is ook om driftig te worden. Men
laat eerst de patiënten verknoeien en dan
haalt men den dokter, die op staanden
voet moet komen, al zit hij te eten.
Mr. Jellinghaus (rechter) met stemver
heffing: Dat ben ik niet met u eens. Als
de menschen een ernstig ziektegeval in
huis hebben, moet de dokter komen.
Mej. De L. schudde onder het spreken
van dr. Van der T. het hoofd en roept:
Verschrikkelijk
Zij wilde dr. Van der Tak blijkbaar nog
eens de waarheid zeggen, maar do presi
dent meende dit niet te kunnen toelaten.
Rechter De Blecourt vroeg ten slotte
aan beklaagde, of hij den patiënt nimmer
had gezien.
Neen zei de beklaagde, maar wel zijn
water.
Als getuige k décharge, door beklaagde
meegenomen, werd nu nog gehoord de 45-
jarige Leldsche spoorwegwerker Corn. v.
d. Spek, die gaarne wat wilde vertollen.
Tot -zijn leedwezen kende hij dokter"
De H. reeds 20 jaar.
De president begreep niet waarom hij
over deze kennismaking zijn leedwezen
uitsprak. Het was, zei beklaagde, omdat
hij voor ziekten en kwalen van zichzelf
en zijn gezin heul en genezing had denken
te vinden bij de geneesheeren. Maar zij
zijn zoo vergevorderd, dat ze niet meer
kunnen zien wat iemand mankeert en dan
moet vader" De H. een mensch weer
opknappen. Zoo is hij, nadat dr. Braaken-
burg hem had bedorven, vóór jaren door
vader" De H. genezen.
Twee zijner kinderen leden aan diphthe-
ritis, een werd op advies van dr. Timmer
mans, van Oegstgeest, naar het Ziekenhuis
gebracht en stierf, de ander werd door
De H. genezen.
Verleden jaar is hij gevallen. Dr. Veld-
huijzen wilde nauwelijks er notitie van ne
men. Hij ging weer naar vader De H. en
al zei die, dat zijn ,,poot" verwaarloosd
was, hij heeft hem toch weer beter ge
maakt.
Getuige's vrouw heeft hij van de tering
genezen. Hij gelooft, dat niet deze man
(getuige wijst naar bekl.) daar moest zit
ten, maar de dokter.
De subst.-officier mr. Del Campo, einde
lijk het requisitoir nemend, begon met op
te merken, dat de zaak heel eenvoudig is
voor hen, die de medische wetenschap als
de alleen heilaanbrengende beschouwen,
en meenen, dat de doctoren het weten en
niemand anders.
Maar zoo eenvoudig is voor spr. de zaak
niet.
Wanneer hij onbevooroordeeld de getui
gen heeft gehoord is zijn meening, dat de
qualificatie kwakzalver niet op dezen be
klaagde past en van dat standpunt ge
zien, zou de boete te hoog zijn.
Heeft deze man gaven, die de medische
wetenschap niet kent, niet begrijpt? Spr.
zou deze vraag niet onmiddellijk ontken
nend beantwoorden. Waar hij bij zijn eer
sten eisch bevestiging van het vonnis van
den kantonrechter blijft persisteeren geeft
hij de rechtbank in overweging na te gaan
of een boete van 300 voor dezen beklaag
de niet te hoog is.
Mishandeling tc Katwijk-aau-Zee#
Een 18-jarige visscher te Katwijk-aan-
Zee, Willem G., had 'sa\onds te halfzes
op de Voorstraat Arendje Jonker, een 21-
jarig Katwijksch visschersmeisje, met wan
gen van melk en bloed, zoowaar een klap
ge-geven.
Het was den president en rechters, toen
zij de blozende deerne met do Zuid-Holl.
kap voor zich zagen, een raadsel hoe de
jongen daartoe gekomen was. Zij hadden
heel wat lief lijkers van hem verwacht.
Beklaagde zeide, dat het meisje hem
eerst een klap gegeven had, wat de rech
ters niet geloofden, of het moest dartel
spe-1 zijn geweest.
Er was ook niets van waar, zei het meis
je op een toon alsof ze zeggen wilde: ,,hoe
zou ik nou een jongen slaan!"
De Katwijksehe veldwachter, Wijbe Kla-
renberg, had wel gezien, dat Willem
Arendje een slag gaf, ma-ar of Arendje
eerst Willem op een klap getrakteerd had,
kon hij uiet zeggen. Hij wist wel, dat er
nog een meisje bij was.
De officier dacht, dat zoo'n klap, aan
een meisje gegeven, duur geboet moest
worden en eisch te daarom 10 of 10 dagen.
Diefstal van Spoeling ouder Veur.
Een schuitenvoerder uit Leidschendam,
Hendrik Martinus G., had voor het paard
van zijn baas een emmer spoeling wegge
nomen uit een schuit, toebehoorende aan
den landbouwer Groenewegen, te Veur.
Beklaagde zeide, dat zijn baas eiken dag
twee emmers spoeling voor het paard
kocht. Nu had hij een emmer omgegooid
en daarna weer een halven emmer uit de
schuit gehaald.
De verbalisant, do veldwachter Gerrifc-
sma, verklaarde, dat mensohen hem wel
eerder spoeling hebben zien weghalen. Heb
bleek echter uit het verhoor, dat hij in
ieder geval voor zijn baas had gestolen, om
dat hij zelf niet voor het paard behoefde
te zorgen.
Eisch 6 of 6 dagen.
Op de vraag van den president of zijn
baas nu ook de boete zou betalen, ant
woordde beklaagde, dat hij dit niet wist.
Hij was bang het zelf te moeten betalen.
Vernieling van Glasruiten tc Leiden.
Daarvoor werd opgeroepen de koopman
Piet er N., uit Leiden. Hij was in den nacht
van 25 op 26 December over zijn bier ge
weest en liep zoo met eenige vrienden op
straat lawaai te maken. De agent P. de Jong
had de lui aangemaand zich rustig te hou
den en naar huis te gaan. Zij weigerden
dat en cm te toonen, dat hij durfde, sloeg
beklaagde van een pakhuis der firma G.
W. de Jong Co., op de Uiterstegracht,
eerst één cn later nog een ruit in.
Daarvoor had hij zich nu moeten ver
antwoorden. Hij was echter niet versche
nen, doch nadat de verbaliseerendo agent
en de heer Van Raay, lid der firma De
Jong, waren gehoord, eischt het O. M. f 10
of 10 dagen.
Uitspraak in al die zaken Maandag 22
Februari.
Het nieuwe Ooglijdersgesticht te Rot
terdam, een schenking van mevrouw M. C.
Blankenheym, is gisteren geopend.
Het in den Raad van Nijmegen in
behandeling genomen voorstel van de hee-
ren De Rooy, De Haan en Van Cranen-
burgii, om het voetbalspel op Zondagen
en daarmede gelijkgestelde feestdagen te
verbieden vóór des middags elf uren, gaf
aanleiding tot uitvoerige bespreking. De
'heer Van Cransnburgüi was van meening,
dat ;de overheid hierin mag en moet in
grijpen, hetwelk hij niet in strijd achtte met
het beginsel van scheiding van Kerk en
Staat. Het voorstel bedoelt geen partijstel-
Len tegenover het voetbalspel, doch meer
het samengaan van do zedelijke en licha
melijke ontwikkeling. Een door den heer
Bonté daarna gedaan voorstel, om het ver
bod te doen gelden tot twaalf uren 's mid.
dags, werd met 5 stemmen tegen aange
nomen.
Door wijlen mevrouw OukoopGenis,
wed. van den heer K. G. Oukoop, in leven
wethouder van Breda, is aan die gemeente
gelegateerd f58.000, waarvan f50.000 voor
de restauratie van het gemeentehuis, bin
nen tien jaar te verwerken en f8000 voor
het Burgerlijk Armbestuur, om van de
rente elk jaar op den 2d en Kerstdag een
extra-bedeeling te houden.
-Bij Kon. besluit is ter zake van zijn
verrichtingen in het gouv. Atj'eh en Onder-
hoorigheden, gedurende 1909, 1910 en 1911
alsnog benoemd tot ridder der Militaire
Willemsorde 4de kl., 'de onderluitenant dei-
marechaussee van het leger in Ned..Indië
A. H. C. Roclofsen.
De gewone audiëntie van den Minister
van Marine zal Vrijdag 19 Februari en
die van den Minister van Justitie Zaterdag
20 Februari a. s. ïiiet plaats hebben.
Do Stemming.
Men schrijft ons uit de hoofdstad:
De beurs is geopend, en al is hiermee
niet direct het oivderwetsche zakendoen te
ruggekeerd, de stemming in de hoofdstad
is er beter door geworden in ieder gevaL
De fondsenhandel heeft feitelijk nog wei
nig te betcckenen. De omzet is gering.
Men looft en biedt, maar dikwijls komt meza
niet tot zakendoen.
Maar de beursmenschen loopen nu niet
langer 's middags met hun ziel onder hun
arm. Er is weer werk, werk, cn men hoopt,
dat langzaam 'de toestanden zich zullen
verbeteren. De Amsterdamse he zakenm-en-
schen en speciaal de effectenlui, hebben
het gevoel van een zieke, die weet, dal
hij de crisis doorstaan heeft. Er liepen
hardnekkige geruchten, dat die firma die
zwak stond, en dat die firma zoo wankelde,'
en men had zich op het ergste voorbereid.
En ziet.... de faillissementen bLijven uit,
er zijn geen „slachtingen", er is geen sen
satie. Wel spreekt men algemeen over de
chronische bloedarmoede, maar daar be
staat remedie tegen. De crisis is voorbij.
Het voorj.aar nadert! Een nieuwe lente en
een nieuw geluid!
KATWIJK-AAN-ZEE.
Het bestuur der Katwijksehe Naai
school mag zich in een voondurenden blod
der school verheugen. Eerstdaags zal de
ledenvergadering gehouden worden. Het
bestuur stelt zich voor alsdan ouders |en
begunstigers in de gelegenheid te stellen,-
kennis tc nemen van de resultaten van bet
onderwijs. Niet alleen de dagschool, maar
ook de avondlessen worden druk bezocht*
Ook de knipcursus blijkt in een bestaande
behoefte te voorzien. Een inrichting als
deze, waar zoo vele meisjes onderlegd wor
den in voor haar in de toekomst schieïi
onmisbare kennis en vaardigheid, is voor
zeker voor onze gemeente van zeer groot
belang.
LISSE.
Het ophoogen van het voetbal terrein
door 'de gemeentelijke werkverschaffing is
afgeloopea en lean dus het terrein weer in
gebruik worden genomen. Doordat met dit
werk tevens het aan B. cn W. voor dk
doel toegestane krediet van f2000 is ver
bruikt, is de werkverschaffing, althans voor.
loopigy geëindigd.
Gisteravond gaf de Tconeelvereenig.
„St.-Genesius" ceii feest-uitvoering in het
gebouw van den Ned. R..K. Volksbond,-
voor de leden en donateurs dier Vcreeni-
ging. Het niet zorg samengestelde program
ma werd keurig uitgevoerd.
NOORDWIJK.
Evenals andere jaren, gaf de toonod-
vereeniging „Het tooneel is ons streven,"
ook dit jaar een vastenavonduitvoering in
de zaal van café „Flora," van den heet?
P. H. v. d. Voort. Het was een vroolijki
programma. „De drie naamgenooten," en
„Jochcm Uilenspiegel," waren blijspelle
tjes van één bedrijf, die èn door hun in
houd, èn door het vlotte, losse spel de lacJ>
j spieren der aanwezigen wisten tc priklce-
len. Voorts werden eenige duetten ge-
I maakt cn tot slot ceil spektakelstuk op
gevoerd, waardoor de vtooI jkheid ten top
j steeg. De zaal was aardig bezet, de stem-
ming was uitmuntend, zoodat „H.T.I.O.S.*
j de voldoening mag smaken, aan velen oen
I vroolijken avond bezorgd te hebben.
Door dk Schrijfster van
tElizabolli and hor Gorman Garden".
(Nadruk Verboden).
1)
HOOFDSTUK I.
Toon Anna. Ertcourt vijf cn twintig jaar
cn zich begon af te vragen of het ga
lgen, dat het leven biedt., wel opweegt
kgen de lasten, gebeurde er iets wonder
lijks.
2 ij was een buitengewoon knap meisje,
jkt had moeten genieten van het leven.
y had een zacht, onregelmatig gezichtje,
'erliefste oogen, kuiltjes in de wangen, een
aardig lachje en een lang en slank figuur.
a. stellig, zij had moeten genieten van het
cvon- Li plaats daarvan, verbeuzelde zij haar
jJd met dat dwaze peinzen over do vraag-
8 ukken van het bestaan over het waarom
Ja waarvoor, waarop toch geen antwoord
geven is, en waarmee vrouwen zich in
regel slechts bezighouden, wanneer zij
zijn en loei ijk. Ve-lo en verschillende
Z])Q de beweegredenen, die een vrouw tot
overpeinzingen leiden; in Anna's ge-
bestond er geen verhevener drijfveer
ian 6 voortdurende tegenwoordigheid van
_^Ulr ^oonzuster. De schoonzuster was rijk,
2mhzclf een aangename omstandig-
maar do schoonzuster was ook open-
tafk, l!aar man en Anna waren geheel
l,a^an ve^j'c van haar, en haar rijkdom en
iVeiü,.Oï?0n^lartif!rhcid b.j elkaar noopten haar
iJOiend veel .toespelingen te maken op
do armoede van de Ertöourts. Haar man
vond, dat die toespelingen getuigden van
weinig goeden smaak. Behalve dat gaf hij
er niet veel om, want hij vond, dat hij haar
rijkelijk waar voor haar geld gegeven had,
door zijn naam te schenken aan een persoon,
dio eigenlijk geen naam had: hij was Sjr
Peter Ertcourt van de Devonshire Ertoourts,
cn zij was een Dobbs uit Birmingham. Daar
enboven was hij een wijsgeer en wijsgeeren
trekken zich nooit iets aan. Maar Amna was
in een minder aangenamen toestand. Zij was
geen wijsgeer, zij was overgevoelig, zij had
niets gegeven en moest alles aannemen en
zij had een onafhankelijke natuur; en een
onafhankelijke natuur zonder geld is een
groote last voor den bezitter.
Toen zij jonger was en overdrevenen dan
nu, bad zij soms gesproken van straatveeg
ste r t'. willen worden; maar haar schoon
zuster Susie wou niet hooren van straat
vegen on zij kleedde haar mooi en liet haar
uitgaan en dansen en dineeren en doen
zooals andere meisjes deden, daar zij van
meening was, dat een rijke echtgenoot van
goede positie haar meer zou voldoen dan
straatvegen en haar hoogstwaarschijnlijk
meer vergoeding zou geven voor al de uit
gaven, die zij gedaan had.
Op haar achttiende jaar zag Anna er zoo
aardig uit, dat de volmaakte echtgenoot
slechts een kwestie van dagen scheen tc
wezen. Wat kon de meest begeerenswa-ardiga
man, dacht Susic, wanneer zij haar aanzag,
meer verlangen dan zulk een betooverend
jeng schepsel? Maar hij kwam niet, in ieder
geval niet de man van Susie's droomen, en
na een paar jaar, toen Anna begon te be
grijpen, wat al dio mooie lclceren ea dat
dansen eigenlijk beteckenden, en nadat zij
aanzoeken gehad had van menschen, waar
zij niet van hield, cn zelf verliefd was ge
worden op een jongen, man zonder geld, die
zoo voorzichtig geweest was -met iemand
anders to trouwen met geld, trok zij zich
terug eu werd koeler en verzetto zich met
hoe langer hoe. meer beslistheid tegen Susie's
persoonlijken krachLigcn aandrang tot het
huwelijk. Zij maakte somtijds cynische op
merkingen tot haar bewonderaars, die afge
schrikt werden door zulke kenteekenen vau
toenemenden leeftijd en dan ook aanmerkelijk
in aantal verminderden.
Het was in dezen tijd, toen zij nauwelijks
twee en twintig jaar was, dat zij begon te
praten van straatvegen. Susio had haar
ernstig berispt, omdat zij de avances vau
een ouden, rijken, ongetrouwden heer niet
met geestdrift beantwoord had; zij had te
vens toespelingen gemaakt op het aantal
ponden, die zij dc laatsto drie jaar voor
haar had uitgegeven, en op de noodzakelijk
heid door een huwelijk aan al dio uitgaven,
een eind te maken. In plaats van verstan
dig te zijn en bedaard over do dingen te
praten, had Anna een stortvloed van dwaze
gevoelens uitgekraamd over het ellendige
bewustzijn» dat men van haar verwachtte,
dat zij aardig zou zijn tegen iederen ïnan
met geld, over het onuitstaanbare leven, dat
zij leidde, en over de grootcro aantrekke
lijkheid van straatvegen als middel van
bestaan.
„Ach, Anna; je hebt niet eens geld ge
noeg voor een bezem," zei Susio ongeduldig.
„Je kunt niet vegen zonder bezem', weet je.
Ik wou, dat je een bectjo minder dwaas
was, Anna, cn een beetje meer dankbaar.
De meeste meisjes zouden juichen over de
prachtige gelegenheid, die je nu hebt om to
trouwen en een eigen fortuin te verwer
ven. Je praat een massa onzin over onaf
hankelijk zijn en als je kans hebt om die
onafhankelijkheid te verwerven en ik doo
alles, wat ik kan cm' je to helpen, dan
werdt je opgewonden en wil je de straat
gaan vegen. WezenlijkJ' voegde Susie er bij,
zenuwachtig den schouder ophalende, „je
moest eens bedenken, dat het voor mij ook
niet alles is om do dochter van een ander
een man te bezorgen."
„Natuurlijk is dat niet alles," zei Anna,
geleund tegen den schoorsteenmantel en haar
aanziende met opgetrokken wenkbrauwen:
„Het spijt mij erg voor je. Ik wou, dat jo
niet zoo verlangde van mij af to zijn. Ik
wou, dat ik wat doen kon om je te helpen.
Maar woet je, Susio, jo hebt inij uiet op
geleid voor een betrekking. He kan niets
voor mijn eigen rekening beginnen of je
moest mij als laatste cadeau een bezem geven
cn mij mijn geluk laten beproeven bij den
eersten den besten overgang van een straat.
Hier aan het eind van do straat wordt hij
slecht onderhouden. Wat zou je cr vau
denken, als ik daar eens begon?"
•Welk antwoord moest men nu geven op
zulke dwaasheden?
Toen zij vier en twintig jaar was, waren
bijna alle jonge meisjes, die gelijk met
haar gepresenteerd waren, getrouwd en zij
had een gevoel of zij een geest was, die
ronddool do in de balzalen van een jonger
geslacht. Zij vond dit een onaangenaam ge
voel en werd al stijver en al ontoeganke
lijker; het was in do/.c periode, dat zij ver
ontschuldigingen bedacht, om te bedanken
voor de meeste dingen, waarvoor zij ge
ïnviteerd werd; zij begon een eenvoud te
betrachten in haar kleeding en kapsel, die
bepaald streng geboomd mocht worden. Nu
bereikte Susie's verbittering haar toppunt.
;,Ik begrijp niet waarom' je je er op moet
toeleggen er zoo leelijk mogelijk uit te zien,*
zei ze op een boozon toon, toen Anna be»
paald weigerde haar kapsel te veranderen^
„Beuzelachtig zijn verveelt mij," zei Anna.
„Heb jo er idee van hoo lang dat golven
van je haar duurt? En je weet hoe dio
Hilton praten kan? Nu is alles in twee
minuten opgemaakt en ik bespaar mij die
praatjes."
„Maar jc bent bepaald leelijk!' riep Susie
uit. „Het i3 net of jc hetzelfde rneiSjO niet
meer bent. Het eenige, wat jc beste vriend
nu van je zou kunnen zeggen, is, dat jc er
netjes uitziet."
„Nu, ik zie er graag netjes uit," zei
Anna en zij ging voort rond tc loopen met
haar haren netjes weggestreken achter haar
ooren; de onmiddellijke belooning hiervoor
was een huwelijksaanzoek van een dominee,
geen veertien dagen daarna.
Peter Ertcourt was'zelfs nog meer ver
baasd dan zijn vrouw, dat Anna niet al
jaren geleden een goed huwelijk gedaan had.
Zij had geen geld, dat is zoo, maar zij wa3
een knap meisje van goede familie en zij
moest met gemak een man kunnen vinden.
Hij wenschtc van harte, dat zij weldra ge
lukkig getrouwd mocht wezen, want kg
hield veel van haar en wist, dat zij cn
Susie met den besten wil van de wereld
geen groote vriendinnen konden wezen. Daar
enboven, iedere vrouw moest ccn eigèu huis
houden hebben en ccn man en kindereu. Dat
dacht hij altijd, als hij zijn gedachten over
Anna liet gaan, en als hij dezen volzin
had uitgedacht, voelde hij, dat li ij cr niets
meer aan kon doea en hij begon aan iets
auders te denken.
(Wordt vervolgd).