Maandag 1 Februari. Tweede 13 kul. Ak 1915. leidsche schouwburg. Gemengd Nieuws. Sierk© Bansfte. N°. 16850 HEYERMANS-HULDIGING. Leiden heeft zich geschaard in de rij van de Nederlandscho steden, waar onzo eerste tooneelschrijver van den tegenwoor- cligen tijd, Herman Heyermans, gehuldigd is ter gelegenheid van zijn 50ÖQ verjaardag en van de herdenking van do 500ste op voering van het spel-van-de-zee ,,Op Hoop van Zegen". Een internationaal comité was het bewijs, dat niet alleen in ons land behoefte werd gevoeld om Heyermans te huldigen, maar <lat ook over de grenzen het werk van. dezen Nederlandschen auteur den roem heeft weten te verwerven, dien het in het eigen taalgebied deetechtig werd. Dc Sleutelstad is niet een der eerste plaatsen geweest, waar Heyermans gehul digd werd. Eigenlijk was de hoop, dat men hem hier nog zou kunnen toejuichen als uiting van dank voor het genot dat hij de bevolking in al haar lagen door de voortbrengselen van zijn groote talenten heeft geboden, van dank ook van hen, die Heyermans' richting in zijn werken zoo na staan en deze van groote beteekenis oordeelen voor het maatschappelijk leven, zeer gering geworden, tot vóór ruim een week bekend werd, dat een feestvoorstel ling ter herdenking van de 500ste opvoe ring van ,,Op Hoop van Zegen" zou wor den gegeven, waarbij de schrijver zelf te genwoordig zou zijn. Een sub-comité vormde zich om op te wekken tot deelneming aan de huldiging, door dien avond in den schouwburg aan wezig te zijn. Verschillende stadgenqoten van naam maakten hiervan deel uit. Maar nu moet ons direct van het hart, dat dat deel van het schouwburgbezoekend pu bliek, waarop deze bewonderaars van Heyermans kunst hun grootsten invloed uitoefenen, slechts in kleinen getale aan wezig waren. Waar bleven de loge- en baignoire-bezoekers 1 Waar waren de cla- mos- en heeren-studenten, die door de besturen hunner vereenigingen waren op geroepen Doch dat publiek, dat altijd flink tegenwoordig is bij de opvoering van een van Heyermans' tooneeispelen of heb zich met de richting dier spelen altijJ vereenigt, dan wel of het van spel en handeling alleen komt genieten, doet niets ter zake dat publiek was sterk ver tegenwoordigd. Parterre en bovenste ran gen waren geheel uitverkocht en met een tamelijk bezette loge en baignoire mag worden gezegd, dat de opkomst voortref felijk was. De opvoering van ,,Op Hoop van Ze gen" werd een geweldig succes. De laatste paar jaar hebben we hier eenige uitnemen de opvoeringen van dit stuk gehad, doch op zoo hoog peil als ditmaal, stonden die voorstellingen niet. Jan Buderman was als Bos nimmer te voren zoo goedin den loop der tijden heeft zijn vertolking van den reeder ge- v/onnen in breedte en diepte. Hij heeft z'n rol veel meer levenswaarheid gege ven. Dan hebben sommige rollen ook ge wonnen door verandering van vertolkster of vertolker. Al was Henriétbe van Kuyk allengs beter geworden als do reeders- dochtcr, ze gaf hier nooit, wat we nu van Mien ErfmannSasbach zagen. Haar nieuwsgierigheid, zonder eenig meeleven, j naar heb harde leven der visschersvrou- wen, haar betrekkelijke hardheid voor de afgeleefde oudjes, die voor haar slechts zijn motieven voor teekeningetjes, haar wroeging ook, wanneer ze verneemt, dat do drijvende doodkist", do ,,Op Hoop van Zegen" vergaan is, zijn zoo treffend weergegeven. Dan Van Warmelo als Kaps, de boekhouder de laatste keeren aan Hissink toevortrouwd wat heeft door zijn creatie het vierde bedrijf ver bazend gewonnen. De namen van Julia Cuypers, Marie Faassen, Willem van der Veer en Adolf Bouwmeester, zijn reeds onafscheidelijk verbonden aan Jo, Marietje, Geert en den ouden Kobus, het diaken-huismannetje. En lest bestKniertje, die goeie, oude Kniertje. Kooit, nooit zal die naam kun nen worden uitgesproken, zonder dat men denkt aan Esther de BoerVan Rijk. Nimmer kan deze grootmeesteres in dö tooneelspeelkunst genoeg lof worden toe gezwaaid voor wat ze hier heeft ge presteerd. Nauw is het doek voor cle vierde maal neergelaten, nauw heeft Knier, als toon beeld van meest-volslagen onderworpen heid het reederskantoor verlaten of het scherm gaat andermaal omhoog en vult zich het tooneel met de actrices en acteurs, die in dit spel-van-de-zee zijn opgetreden. Maar nu in civiel. En wanneer de voor zitter van het schouwburgbestuur, aan 't hoofd van een „huldigende stoete" naar voren schrijdt, komt van de andere zijde van het tooneel onder luide toejuichingen Heyermans op, gearmd met de meesteres vertolkster van meerdere rollen zijner werken, met haar, die nog pas als Knier tje, door haar spel eenige honderden men sehen heeft ontroerd. Als het applaus slechts even bedaard is, richt zich prof. Fockema Andreae tót Heyermans. Veel woorden acht hij niet noodig om Heyermans te huldigen, want geen grooter loftuiting is er voor dezen schrijver, dan dat een zijner stukken meer dan 500 maal i3 opgevoerd. Er zijn, zoo vervolgde prof. Fockema Andreae, twee richtingen in de letter kunde: n.l. die van hen, wier stelregel heb is, om niet alleen de lichtzijde van het leven op het tooneel te laten zien, maar ook den vinger te leggen op do schaduw plekken, die dus spreker's- Friesch hart kwam hier naar voren wil laten zien, dat heb „libben net allinnig rys mei resi- nen, mar ek wol ris grót mei kr^dde" is, wat wil zeggen, dat het leven niet alleen rijst met rozijnen, maar ook wel eens gort met wilde radijs is. En dan de andere richting, die alleen het schoone te zien wil geven onder do mooiste vormen. Dat de eerste kunstrichting plaats ver dient, heeft het succes van de voortbren- selen er van bewezen dat succes is, aldus spreker, zich richtend tot Heyermans, te danken aan uw talent. Prof. Fockema Andreae dankt Heyer mans voor het groote genot dat hij velen geschonken heeft. Dock dat genot is mee te danken aan de uitstekende vertolking door kunstenaars met groote gaven. Dat dan de spreker hier onmiddellijk den naam noemt van de vertolkster van Kniertje, niemand zal dit verwonderen. Niets ontroerenders is er, dan die schep ping van mevrouw De Boer, aldus prof. Fockema Andreae. En clan biedt spreker onder luicl, steeds voortdurend applaus, Heyermans een grooten lauwerkrans aan en mevrouw De Boer een prachtig bloemstuk. Namens het Leidsche Studentencorps overhandigde de heer Assendelft de G'oningh den jubilaris een lauwerkrans met. wit en licht blauwde linten en cle heer Woldringh van der Hoop deed zulks na mens de schouwburg-commissie uit het corps. Met een hartelijken handdruk aan vaardde Heyermans deze hulde. De vierde lauwerkrans, rijkelijk door vlochten met roode tulpen, was er een van de afdeeling Leiden der S.-D. A.-P. Do heer Sierag zeide, dat do afdeeling blijk heeft willen geven van haar waar deering voor hem, die op do meest tref fende wijze het leed der arbeiders heeft geschilderd. Spr. had meer willen zeggen, maar hij kon dit hier niet doen en zou 't daarom bij cleze weinige woorden laten. Met een langen, hartelijken handdruk aanvaardde Heyermans ook dit huldeblijk, om daarna even zelf het woord te nemen. Voor deze ontvangst toonde hij zich zeer hartelijk dankbaar. Aan Leiden heeft hij twee gezellige en een minder gezellige herinnering. Uit het verdere blijkt, dat spr. waarschijnlijk bedoelde twee minder- gezellige en één gezellige. In 1893 was hij hier voor 't eerst. Voor een publiek van vijf personen, cle vijfde was hij zelf, traden Le Gras, Van Zuylen en Haspels met een stuk van hem op. Het stuk viel. En tpen hij in de bestuurska mer, na afloop een glas wijn dronk, dacht hij- zoo je laatste glas wijn als auteur. Kort daarop woonde hij in Katwijk. Daar werd z'n dochtertje geboren en bij die gelegenheid kreeg hij een telegram van Leidsche groenen, die hem meldden, dat ze zich verplicht gevoelden beschuiten mot muisjes.te eten, ter eere van de geboorte van Mien Heyermans. Een minder aangename is, dat in deze stad van wetenschap en geestesleven, de opvoering van „Allerzielen" steeds verbo den is. Doch Heyermans Röopte, dat, wan neer de 500ste opvoering van dit tooneel- spel zal worden gegeven, Leiden reeds meerdere malen er mee zal hebben kennis gemaakt en mee zal doen aan een her denking van die 500ste opvoering. Dat was heb einde. Langdurig applaus volgde, eenige malen werd gehaald en de Heyermans-huldiging behoorde tot het verleden. „ZENUWACHTIGE VROUWEN". Een stuk van onheteekenenden inhoud, maat dat zich voor een amusanton avond zeel* goed leent. Wjat is el* door de talrijke aanwezigen veel on hartelijk gelachen. De talrijko aanwezigenReeds twoa avonden te voren dichtbezettfl zalen on ook nu weer een bijna uitverkocht parterre, goed-bozette bovenrangen ,en oen good bezoek voor bajg- q,tiire. Do N. V. ,,Heb Toondol" hoeft mot de opvoering van „Les Fomm'es nerveuss»" van Ernst Blum en Raoul Touché, veel suoces gehad. Een vl ot .ges cbreven blijs pal mot veel geestige dingen, maak dat toqh alleen bij oen superieure vertolking het. goed floot. Alex Faassen heeft weer eons getoond, dat do in-scène-zotling van ean blijspel als dit, voer hem altijd nog eon heel aangename bezigheid is. Do ateliers van Royaards leverden \oor hot tweede bedrijf een zeer geslaagd decoratief voor een, banketbakkers winkel. Wie het meeste succes van den avond had, was Jan Musch. Deze knapste en vtel- zijdigsto acteur van Royaards' gezelschap, heeft £ich weer lauweren g^gaayd bij' de vele in zijn verschillendo créaties reeds ver worven. Het eerste bedrijf was tamelijk langdradig, maar voor liet tweedo is dat zoo erg niet, want Musch' is in staat om door .zijn levendig* spel, dab gelicd te dom vergeten, 't Was weer eon prachttype, die koekenbakker. Dat lichtgrijze kostuum, dat snorretje, het dandy.achtige gedraai, 't amu seert alles even sterk'. Dan die hoogs Lam u- sante tooneeltj&s met Sophie cle Vries, die uitmaal ook weer gons echt op droef was. Haar ratelend gebabbel, haar coquet gedoe, het werkt bijzonder mee om (Je mode maakster goed tot haar recht te doon komen. Een ander kostelijk tweetal 'is Alex Faas-scn als Chamcisel en Anna RossingSablairolles als z'n vrouw. Wie kan als deze laatste 'n schoonmoeder uitbeelden, die in alios haar zin weet to krijgen, zoo een met haar op do tanden En wio kan als Faassen con man nen type weergeven, dat z'n vrouw iri veel gelijk geeft, maar ten slotte toch stools eigen wil doorzet Daarin zijn zo ook nu weer uitnemend geslaagd. Co Balfoo'rt liad goede oogenblikkcn als Rontgibaud, inaar soms was hij wel wat te onstuimig. Z'n vrouw Antoine werd ge speeld door Jacq. RoyaardsSaudberg. Soms kan deze actrice met zoo'n huilorigcn stem spreken. Een euvel, dat we ook nu moesten constateeïen. Bepaald aangenaam deed het niet aan. Hiermee hebben, we do hoofdpersonen ge noemd. Daarnaast waren er nog ©enigo klei nere rollen: dienstbode, winkelmeisjes, schorre meneer. Ecu kittig dienstmeisje gaf SaTa Hcyblom. Zoo'n aardig verscjhijninkjo met haaï donkere kijkers. Do winkel van Chapeloux ha/1 een groote aantrekkelijkheid door de vier lieftallige win keldametjes, de dames Coha Ka lisbergen, Annie do Raay, Annie Westdijk en Catha- (rina van Praag. Bo schorre meneer van Meyer van Becrn' was mede goed geslaagd. Het blijspel werd vlot gespeld. Van de eene dwaasheid tuimelde mien in do andere cn zoo was ook do vreugde gseu oogenblik van do lucht. Het oude vrouwtje», dat zoo- als dezer dagen gemelcl is in haar wo ning in een hofje aan de Lombardstraat, in Den Haag zioh wat wilde warmen met behulp van haar stoof, waarin zij oen pe troleumlampje had gepla-atst, toen in dommelde, ten slotte in brand geraakte en in deerniswekkenden toestand naar heb Ziekenhuis moest worden overgebracht, is daar Zaterdag aan de bekomen brandwon den overleden. LTsbaan zonder ijs. Hoewel er geen ijs is, heeft het bestuur der IJsclub Haarlem en Omstreken tooh Zaterdag avond do leden met hun dames uitgeuoo- digd een kijkje op cle baan te nemen, hoofdzakelijk om do inderdaad schitteren de verlichting te bewonderen. Deze en het feit, dat do buffetten geopend waren, ga ven aanleiding tot een druk bezoek en tot een ongedachte gezelligheid, zoödat men algemeen dit bestuursplan toejuiohte. Als vanzolf kwamhet tot een dansje cn tot een wensch naar herhaling. Een assistent vermoord. Naar de „Deli-Courant" verneemt, is 17 December op de gouvernementsrubber- onderneming in Langsa een assistent in do fabriek door Javaansdhe koelies aangeval len en vermoord. Do verslagene heet A. Bueno Bibaz, was geboortig uit Soirinamo en 22 of 23 jaar oud. Hij was sinds een halfjaar op do on derneming en belast met de functio van tap-assisfcenfc, en kon daarbij, blijkens hot absoluut uitblijven van klachten of wrij ving, goed met zijn koelies omgaan. De laatste dagen echter verving hij tijdelijk een assistent in de fabriek. Vrijdagmorgen nu wildo plotseling een groote troep koe lies gelijktijdig do fabriek binnentreden, om daar hun latex af to leveren. Daarbij ontstond een gedrang en een tumult, waartegen do vermoorde, ter handhaving van do orde. optrad. Of hij daarbij hard handig is opgetreden, is nog niet bekend, maar wel waarschijnlijk, omdat dc koelies woedend werden en een dreigend© houding aannamen. Om hen van baldadigheden te rug te houden, werd de politie opgebeld cn hun gezegd, dat do politic-hun onmid dellijk een dergelijke houding zou afloe ren. Tijdelijk' werd daardoor de orde her steld, doch voor niet langen tijcl. Een kwartier later kwam n.l. een groote ploeg koelies uit te kebon en het geval hooren de, besloten zij klaarblijkelijk den assis tent aan te vallen. Want zij drougon met elkaar op het hok aan, dat ter beveili ging om den motor is geplaatst en waar binnen de betrokken assistent zioh bevond. Met kapmessen, tjangkols en allerlei voorwerpen, die ze voor do hand vonden, vielen zij den man aan en in een kort oogenblik lag de assistent -met 14 gapende wonden stervend op den grond. Een col lega, dio zich ook in de fabriek bevond, werd vastgehouden en met een mes op den borst bedreigd zich kalm te houden. Toen geconstateerd werd, dat- de man gedood was, ging er onder de koelies een luid hoera op. De collega wercl daarna losgelaten, maar dezo was zoo van streek, dat hij niet eens wist wie hem hadden vastgehouden en evenmin kon aanwijzen wie den aanval en de moordpartij hadden volvoerd. De politie, die onmiddellijk werd ge waarschuwd, stelt thans een onderzoek in onder de ongeveer 150 koelies, die zich in de sohuur bevonden. Met welk resultaat, is ons tot heden, 19 Decc-mber, onbekend. Op de onderneming begrijpt niemand, wat den koelies aanleiding kan zijn ge weest tot een dergelijke daad. Algemeen mocht, men den verslagene graag en men had de overtuiging, dat k'ij uitstekend met do koelies kon opschieten. Naar aanleiding van het bericht, dat een milicien uit "Wateigraafsmeer te Nichto- vecht zijn vrouw met eeu revolverschot van het leven beroofd zou hebben, deelt men mede, dat volgens verklaring van den medicus van Nicbtevecht, dr. Callonfels, die een der eerst aanwezigen op de plaat3 d s on'ioils was, deze, volgens alles, wat hy daar gezien en gohoord had, overtuigd was, dat het gebeurde geweton moe3t woiden aan eon noodlottig toeval. Voorts wordt nog gemeld, dat de heer R. eenigan tijd geleden per ftefs naar Nichtevecht gereden was en toen zijn revolver by zich had, benevens een flescbje mot zeker vocht. Hy viel, waardoor zijn revolver door liet- vocht beschadigd werd. Eenigen tyd later, toen hy niot meer aan het ongeval dacht, wilde hU zyn revolver schoonmaken, waarbj dan liet noodlottige schot moet zijn afgegaan. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. Stadstimmerwerf. Tolophoon No. 127. Geopend's morgens van 9—12 cn des middags van 2—5 uur. AANVRAAG VAN WERKZOEKENDEN. 2 Klerken, 83 Timmerlieden. 24 Opperlieden. 22 Stucadoors, 27 Metselaars. 5 Voegers. 7 Steen houwers. .53 Schilders, 1 Behanger. 1 Stoffeerder, 6 Moubelmakers. 2 Stokers, 2 Smeden, 5 Grof- bankworkers, 1 Mach. bankwerker, 3 Bakkers, 11 Typografen. 15 Kleermakers. 1 Sigarenmaker, 1 Huiskncoht, 7 Schippers, 17 Grondwerkers, 2 Warmoeziers. 9 Bloemisten, 19 Loopknechten, 6 Loopjongens. 80 losse Werklieden. 130 Mannen (allerlei). AFD. VROUWEN. Volkshuis. Talephoon No 1477. Geopend: van S—12 uur. 5 Dienstboden. 11 Naaisters. 15 Werksters. 1 Kantoorbediende. 4 Winkeljuffrouwen. 2 Kinder juffrouwen. 22 Fabrieksarbeidsters, 63 Textiel- arbeidsters, 45 Vrouwen (allerlei). 44) Jawel. Daar ginds, in de verte, zag zij, alsof haar wcnsch hem had opgeroepen, zijn I rijzige gestalte op den lichten straatweg I nader komen. Maar hij liep zeer langzaam, I als in gedachten verdiept. Trouwens, hij Rad geen haast, want hij had immers geon thuis! Hij wist niet, dat iemand zoo ver- langend uitzag naar zijn komst. I Vlug liep zij naar beneden, do kamera door cn naar de veranda. Daar verstopte zij zioh achter een der pijlers, geheel be- ^ekt door de weelderige wijnranken. Op het B laatste oogenblik, toen hij zijn voet op de onderste trede van de trap gezet had., kwam 74J uit haar schuilhoek to voorschijn. Rij schrikte blijkbaar van die onverwachte I Vorschijning. Haar van blijdschap stralend I gelaat scheen hem te ontroeren en zwijgend bleef hij een oogenblik tot haar opzien. I v.,1aarom sta, jo hier?" vroeg hij cinde- I hjk. i,Omdat ak met je wenschio to spreken I 01udat ik zoo bang was, dat je morgen B t>p trcia zoudt gaan zonder afscheid van mij I te nemen." k"waJa horen en ging op een van do Yn ffCV'ochten canapés zitten. Zij liep met hem' modo en ging- naast hem zitten. -hu, wat is er?" vroeg hij, zonder zijn I fa wijzS-gon. ,vf zeide zij, „het was niet wda'r wat Jk J® straks gezegd heb, dat ik komedie Jvspeekl cn je gevleid had. Ik had hot wel doenik had sedert lang gehoopt iets dergelijks te kunnen dc-en; maaJr toen ik begon, werd liet ernst, zonder dat ik er iets tegen kon doen." Hij wierp een onderzoekenden blik op haak en zag toon oen onderen kant uit. „Jo zegt dat nu, omdat jo zoo iets als inedolijdeu met mij gevoelt, en mij wilt troosten." „Neon. neen, waarlijk niet. Hbt is waar." Maar zoo dadelijk liet hij zich niot over tuigen. Zijn gelaat wildo maar niet ophel deren en nu bewaarden zjj bedden liet stil zwijgen. „Overigens doet het er niets too wat je bedoeling was," z-cido hij ton laatste. „Do beteekenis blijft dezelfde." Martha zat met neergebogen hoofd Cn het zakte al dieper en lager op haar borst. Plot seling liet zij haaT voorhoofd togen zijn arm, die over 'het kussen gelegd was, rusten. „Vergeef heb mij, Olof," fluisterd© zij; „vergeef mij." „Vergeven? Jou?" vroeg hij verrast, zoo wel over haal* ontroering als «ver die be weging met haar hoofd. „Wat is or to ver geven? Dio scherts van onlangs?" „Dio, en nog veol, voel meer. O, als je eens wist hoe verheugd ik ben, Olof! Wat is het een. genot jou om vergiffenis te kunnen vragen I" „Martha, wat zeg jé daar?" Hij hief haar gelaat voorzichtig óp en keerdo het liom too. „Toen wij' naar huis' gingen, heb jo iets tegen mij gezegd, dat mij to denken .heeft gegeven," vervolgde zij. „Namelijk, dat ik nooit lieve woordjes tob je gesproken had. En dat heb ik ook niot gedaan, Olof. Ik heb hot jo nooit gezegd of flink getoond "wat jo voor mij waart; hoo h'oog je in mijn aqhfeing «tondt .wolk eog ephoone, Welk een heerlijke heldenfiguur je in mijn oogen was En je gevoelde ör natuurlijk behoefte aan dit iu mijn oogen to lezen. Het doet zoo goed ons van. onze beste zijde' te zien, door een ander. Zoo iets verheft ion ver edelt; het vormt een sterken band tusschen twee harten. En do liofdo is vooTzeker in de eerste plaats geroepen ons dat goede beeld te vertonnen. Maar ik had dit niot begre pen cn daarom kon ik zoo weinig voor je zijnHet js mijn schuld, dat het tusschen ons zóó ver gekomen is." Wederom gleod haar hoofd neer, maar thans niet op zjjn arm, doch tegen zijn borst. Toen nam hij haar béide handen in zijne, drukte er bijna .eerbiedig zijn lippen op, en er bbuik een traan in zijn Oogen, toen hij haar aanzag. „Martha, mijn lief vrouwtje, je zult over dit uur nimmer spijt behoeven te gevoe len ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Alles in het oude Revo huis, dat getuigo Was geweest van hun groot geluk en liun grooto smart, moest voor den dag gehaald, Sn kisten gepakt cn bewaard worden. Nog vóór 'Ji et einde van September zouden die noodzakelijke bemoeiingen afgedaan en zij onderweg zijn naar een ander tehuis, in oen ander land. Geen wonder, dat Martha, aodert zij met oom en tante weder naar de stad was teruggekeerd, haar handen vol werk had. Desniettegenstaande nam Olof toch gedurig haar tijd voor hemzelf in beslag. Zij geleken het meest op een p'as ver loofd paar. Als Zij aan haaT naaiwerk zat, trok hij haar dit uit de hand, om haar aTmen om 'Zijn hals te leggen. Als zij samen wog-dn uitgereden om een paar nooligta inkoopen to doen, dan kon hg opeens den koetsier order geven om naar buiten te rijden en dan verspilden zij den gchéekoi morgen met wandelen en rijden, bij afwisseling. Was Martha ergens bezoek gaan afleggen, dan kwam hij haar al spoedig afhalenvaak vond zij liem ook op de straat wachtende. Zij dachten aan niets of niemand dan aan elkander. Soms liet Martha de handen peinzend in den schoot vallen met liet naaiwerk, of zij bleef midden in de kamer staan, als zij iets was gaan halen, alleen om adem1- te halen en zichzelf verwonderd af to vragen of zij waakte of droomdeOf het waarlijk voor haar was, dat de nieuwe lento nog zoo Jaat ïn den zomer haar bloemensehat toonde? Tante Ebba had niets gezegd; zij had volstrekt niet getriomfeerd over do juiste uitkomsten van haar voorspellingmaar zij Rep door het liuis met haar oud gelaat innig vergenoegd glimlachend en als zij tot of over hen sprak, noemde zij Martha $n Olof altijd „haar Reve kinderen," Alleen, als zij aan do reis on het" verblijf te Parijs dacht, werd dio vroolijke uitdruk king door een bedroefd wolkje verduisterd. Zonder Martha zou haar wereld zoo akelig stil en ledig zijn. Als Martha thans bij do oudelui kwam, Vroeg zij nu en dan wel eens naar Kurt Tholandor, maar hij was nooit thuis. Of hij was reeds uit, als zij kwam, óf hij was dadelijk daalrna uitge gaan, zooda.t tan to Ebba, hom' niot inteer in zijn kamer vond. Zij bedoolde met haar v'ragón naar liem' nu juist niet bepaald het verlangen om hom; to ontmoeten. Seder-1 do omstandigheden zich op dezo wij zo hadden ontwikkeld als in den laatston tijd het geval geweest was, zag zij een weinig togen het samenzijn met hem. op. Hij zou haar wijze van handelen zeker niet begrijpen cn ua hot halve ver-trouwen, dat zij hem gesclioukcn liaal, mjoest haar gedrag hem misschien wol onverklaarbaar toeschijnen. Zij was er ook volstrekt niet zeker van, dat zij dit voor hem zou kunnen ophelderen, als zij trachtte hot to doon; iets, waar too zij zeer weinig lust b: speur de. Maar omtrent dit alles behoefd© zjj hem geen rekenschap te g»even. Zij wist zelf nauwelijks hoe alles zoo gekomen was. Toch deed zijn ontwijken van haar, Marlhai onaangenaam aan. Dit kon moeilijk anders. Hij scheen haar zijn minachting te villen laten gevoelen. En soms bekroop haar do gedachte, dat zij in zeker opzicht verant woordelijk was voor hem. ILad zij zich in zijn oogen niet voorgedaan als oen geheel and ére» Wouw dan zij werkelijk was? Hij had haar zeker voor voel sterker, volliar- dender en trotseher gehouden dan zij nu bewezen had te zijn, want Hij wist iyimerts niot-, datnoen, dat kon hij niet weten, en haar daarom ook niet verslaan Zij zou toch hetland niot willen ver laten zonder hem to hebben ontmoet. Daarom giing zij, den dag vóór hun vertrek, op con vroeg uur naar tante Ebba; op dien tijd wist zij zeker, dat hij altijd thuis was; en na mot do andoren een paar woorden to hebben gewisseld, liet zij hom door do meid verzoeken binnon to willen komen. Dadelijk Méma verscheen lig ook reeds op 'den (Hompel zij nor kamerdeur, ging het salon door en trad mot oen gomaakt lacbja naaj* Mart'ha. ("Wordt vervolgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 1