flo. 16823 Woensdag 30 December. Tweede JBlad. A0. 1914. 0?fiG!6@le Kennisgeving. Ingezonden. Persoverzicht. Eerste Kamer. Kamers van Arbeid vooc de Bouwbedrijven, do Texiieliiijvcrhcid, de Yocdings- en Genotmiddelen en dc Winkel- en Grossicrsbedrijven. Bur^emcoster en Wethouders van Lcideu; Gezien de wet op de Kamers van Arbeid on hot Koninklijk Besluit van 6 Januari 1893 (Staatsblad no. 20) tot vaststelling van ecu kies reglement voor die Kamers Herinneren do hoofden of bestuurders vail de navolgende bedrij ven A vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor dc Bouwbedrijven ïo. het bewerken van hout, steen of metalen; liet leggen van eleotrisoho geleidingen of van gas- of waterleidingen; het schilders-, stoffeerders-, behangers-, beiers-, stukadoors-, mandemakors-, aardwerkors- en straatraakersbedrijf hot ontwerpen van cn het houden van toezicht bij het uitvoeron vn bouw plannen; 2°. do boek-, couranten-, eteou- en plaat- drukkerijen cu de lettorgieterijen; do boekbinderijen; do oartonnage- en do pbotographie- innchtingeu O vertogenwoordigd ia de Kamer van Arbeid voor do Toxtlelnljverhofd: de spinnerijen, weverijen, ververijen, bleeko- rijen en drukkerijen van wol, katoen of linnen do katoenvlechterijen, de nottenmakerïjen, ie breierijeu. de watten-, kapok-, of veeren- bereiderijen, de zadelmakerijen, do vellen- blooterijen, do' leerlooierijen en de zcein- lederfabriekcn het vervaardigen van kleederen. hooden of schoenen de wasch- en strijkinrichtingcn en de kloo- dervorvorijen C vertegenwoordigd in do Kamer van Arbeid voor do Voedln&s- en Conotmiddelcn: 1°. do brood-, koek-, beschuit-, suiker- en banketbakkerijen de cacao- cu de chocolade-, do meel- en do zuivelfabriekenj de tabak- en sigarenfabrieken do bierbrouwerijen, do jenevor- en do likeurstokerijen benevens do mineraal- waterf a briekeu de slagerijen; do zeepfabrieken 20. do fabrieken Yau vorduurznamdo levens middelen D vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Winkel- en Grossiersbedrljven do winkel- on de groasiersbedrijvon, voor zoover die niet zijn of zullou worden ver tegenwoordigd in een andere Kamer van Arbeid waarvan hot gebied zich over de gemeento Leidon uitstrekt; nan hun verplichting om vóór 15 Januari e.k. oen lijst of zoo noodig lijsten op to maken van j de namen en de voornamen der inunnelijko en vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen hot gebied dur bovengenoemde Kamers van Arbeid, wolk gebied zïcli alleen over do gemeente Leiden uitstrekt, als patroons of in hun dienst als werklieden werkzaam zijn geweest gedurende hot laatst vorloopen kalenderjaar, voor zooveel de onder A 2^. B, G IP en D genoemde bedrijven betreft, of gedurendo het laatsto tijdvak van 7 maanden, waarin gewerkt is in de bedrijven, genoemd onder A1° en C20; en om die lijst of lijsten vóór 15 Januari e.k. aan hun Collego in to zenden. Onder patroons verstaat do wet do hoofden of bestuurders van een bedrijf, waarin ton minste 6ón persoon boven de twintig jaar tegon genot van loon werkzaam is, en allen, dio op het be heer der hoofden of bestuurdor3 toozicht houden, benevens hen, die door het hoofd of den bestuur der van een bedrijf in don regel belast worden met het ontwerpen van wetenschappelijke plan nen en modellen of met het doen van weten schappelijke proeven, de procuratiehouders, als mede de personen, (lie bij ontstentenis van liet hoofd of den bestuurder vau het bedrijf, dat hoofd of dien bestuurder vervangen. I Onder werkIloden verstaat de wet allo anderen, die tegen genot van loon in oen bedrijf werlc- I zaam zijn. belialvo degenen, die geheel of ge deeltelijk gezag over andoren uitoofencn. Op die lijsten mogen niet vermeld worden zij, die gedurendo het laatst vorloopen kalenderjaar, waarin in de onder A 2°, B, C1° en D genoemde bedrijven is gewerkt of. voor zooveel do onder A1° en C 2° vermelde bedrijven betreft, dio ge durendo het laatste» tijdvak van 7 maanden, niet binnen het gebied der bovengenoemde Kamers van Arbeid bij lietzc-lfde hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam zijn geweest. Op die lijsten boboeven niet vermeld to worden zij, die geen ingezetenen des Rijks, of geen Nederlanders zijn of die op den 15en Februari o.k. den leeftijd van 25 jaren niet zullen hebben bereikt. Zij, die gedurendo het lnol-tverloopen kalen derjaar. waarin do onder A 2°, B. OIO eri D cronocmdo bedrijven is gewerkt-, ol' voor zooveel de onder A 1° en G 2° vermelde bedrijven betroft, gedurende bet laatste tijdvak van 7 maanden, niet in het bedrijf van hetzelfde hoofd of den- zelfdcn bestuurder zijn werkzaam geweest, en die aanspraak kunnon maken om geplaatst to worden op een 1 iozersiijst voor bovengenoemde Kamers van Arbeid, zijn bevoegd vóór 15 Januari o.k. aangifte to doen bij Burgemeester cn Wet houders voornoemd. Do formulieren dezer aangiften, zoo mode die der lijsten zijn kosteloos voor belanghebbenden tor Cemeonto-Secrotarie verkrijgbaar. Voorts worden do hoofden en' bestuurders van de hierboven genoemde bedrijven er. voor zoo- voel noodig. aan herinnerd, dat het opmaken en inzenden der lijkten een verpLichting is, tegen wier niet nakoming straf is bedreigd bij artikel 43 der wet op de Kamers van Arbeid, luidendo als volgt: „HIJ, die v/edorrcchtelljk niet voldoot aan een hem In esnlgon krachtens doze wet uitgevaar- digden algemoenen maatregel van bostuur op- gelegdo verplichting wordt gestraft mot hechtenis van ten hoogste 14 dagen of peldbooto van ten hoogsto vijf en zeventig gulden". Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. 1)E GIJSELA AR. Burgemeester. VAN STRIJEN, Scorctarls. Leiden, 30 December 1914. OPGAVE VAK PERSONEN. OTE ZTCH TE LEIDEN HEBBEN GEVESTIGD. W. Rijsdam, zetschipper. Dolhuiostceg 9. G. van der Pal, dienstbode, Burcht-steeg 7. J. M. Verhage, Rijn- en Schiekado 110 A. H. de Man, sigarenmaker. Jnnvoascnsteeg 5. A. P. Geratel en gezin, boekhouder, Drie-Octo- ber-straat 59. 33. G. nollen, winkeljuffrouw. Galgewater 1. J. Kuyvcnhoven on gezin, dekenwover, Yan der Worfstraat 54. D. P. Motz, kok. Brcestraat 48-59. O. P. Sala. apotMckersassistonte, Oude Vest 97. H. G. do Groot, scheepmaker. Prinsenstraat 6, L. Rhijnsburger en gezin, landbouwor, Doelen gracht 2. K. T. A. Hclbertsma, Rapenburg 117 A. FAILLISSEMENTEN. K Koning, bakker en wlnkolier te Porno. Akerboom, scheepmaker, te LeMscliondam. J. P. AT. A. F. baron von Twiukel, zonder be- roep, t-e Twello, Kijksvergoctliiigen en Gemeente-Belastingen* Mijnheer de Redacbeur. In Uw El ad van 22 dezer verheft de Keer Bomli nogmaals zijn stem tegep het inhou den van belastingpenningen door den ge meente-ontvanger op do uitkeeringen aan huisgezinnen, wier kostwinners, ten gevol ge van do mobilisatie, onder de wapenen zijn. Bovendien wordt door hem in dat stuk gesproken over misleiding door den amb tenaar, belast met do werkzaamheden aan do afdecling Militaire Zaken, tefWijl hij ten slotte de waarheidsliefde van den burge meester in twijfel brengt. Wij zullen den schrijver niet op den voet volgen maar ter wille van het recht en de waarheidsliefde in het algemeen meenen wij toch iets in het midden te moeten brengen. In do eerste plaats zullen wij nagaan in hoeverre dc gemeente-ontvanger in dezen al dan niet zijn plicht doet. Daarop komt hot aan. Met al do andere dingon, die de schrijver er bij haalt-, hebben wij weinig te maken. Ter zake dan. Do verordening, regeleudo de heffing van oen plaatselijke directe belasting in de ge meente Leiden, bepaalt, dat de aanslag wordt vastgesteld naar het inkomen, dat op 1 Januari van het dienstjaar wordt ge- neten. Do aanslagen over 1814 zijn dus ge regeld naar den toestand op 1 Januari 1914. Deze etaan vast, tenzij, na ingediende re clame, duidelijk wordt aangetoond, dat het inkomen, waarnaar iemand is aangeslagen, door hom. op 1 Januari niet tot dat bedrag werd genoten. Het recht eischt dan, dat do aanslag wordt verminderd. En de practijk toont aan, dat het recht in dezen wordt to eg op ast. Andere wordt het geval, wan neer een aangeslagene in den loop des jaars zijn inkomen ziet verminderen, ten gevolge van welke omstandigheden dan ookin het onderhavige gevalheb onder de wapenen komen in verband met de mo bilisatie van ons leger. Ook in deze aange legenheid heeft dc Heffingsverordening voorzien; zij bepaalt in art. 10, wij heb ben het artikel voor ons liggen, dat ver meerdering of vermindering van in komen gedurende den loop van het belas tingjaar goen verandering brengt in den aanslag. Deze blijft dus verschuldigd, on verschillig door welke omstandigheden het inkomen in den loop des jaars mocht zijn verminderd, 't Is een regel van recht, ge schapen door een Wetgevend Lichaam in deze den Gemeenteraad en waaraan ieder zich eenvoudig heeft te onderwerpen. En dc heer Bomli heeft m. i. door dc disci pline in do S.-D. A.-P. voldoende geleerd, dat eenmaal vastgestelde regelen moeten worden opgevolgd. Wie dit niet doet do ijzeren tucht in cle partij heeft dit go- leerd wordt buiten de gelederen geban nen. Zelfs critiek cp de handelingen der lei ders wordt niet geduld de vermetele, dio zich dat recht veroorlooft, wordt zonder vorm van proces op straat gezet. Hij is een' onwaardige. Zijn lidmaatschap is der partij niets meer dan een lasthij is geen dienst willige dienaar meer. Men kan hem slij tenMaar aan heb lidmaatschap der S.-D. A.-P. is tevens do plicht voor elk lid verbonden, om zijn contributie te offe ren in de kas van de z.g. proletariërs. En naar wij meenen, weet men in de partij wel welken weg men moet inslaan om de drib beltjes van de arme strijders binnen te krij gen. Wij constatceren dus twee feiten lo. verbanning uit de partij, wanneer een lid zich niet gedraagt naar de door haar geschapen regelen 2o. het offeren van een jaarlijksche con tributie in do partijkas. We vragen, met deze feiten voor oogen, heeft de hóer B. het recht zich te beklagen over de haudeling van den gemeente-ont vanger 1 Indien hij de strenge toepassing van dc door de partij geschapen regelen goedkeurt en als lid der S.-D. A.-P. zal hij zulks eenvoudig moeten doen dan zal hij moeten toegeven, dat de ontvanger niets andere dan zijn plicht doet. Hij doet niets anders als te zorgen, dat de gemeentelijke bolastdng wordt geïnd. Do wet en zijn in structie gebieden hem dit. Hij kan zioh in dezen niet aan zijn plicht onttrekken. Krachtens den door hem opgelegden eed staat hij hier voor het feit: of heen to gaan öf te handelen,, zooals wet en instructie hem voorschrijven. Een middenweg bestaat niet. Do ontvanger is ambtenaarhet is hom niet geoorloofd te handelen naar eigen inzichten. Wellieht moot hij meermalen als ambtenaar handelend optreden, waar do menscli in hem zioh daartegen verzet. Maar voor deze moeilijkheden komt ieder to staan, dio als openbaar ambtenaar, vooral in belastingzakon krachtens wet, instructie en eed niets andere heeft te ver vullen dan zijn plicht. Dienovereenkom stig tracht hij in overleg met do belasting schuldigen zelf want do belasting is, zoo als wij hiervoren hebben aangetoond, krach tens de verordening verschuldigd de nog niet aangezuiverde belasting gelei delijk op de van Rijkswege toegekende ver goedingen in to houden. Niemand is tob dus verre in dezen nog gedwongen, maar zen der eenige zachten dwang is nu eenmaal niets te bereiken. Men laat zijn recht op do uitkeeringen gelden tot de uiterste grens toe, maar wenscht zich .In geen enkel op zicht eenige opoffering te getroosten om zijn verplichtingen inzake het betalen van belasting te volbrengen. En toch, de heer B. zal dit moeten toegeven om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen in deze tijden van druk, ligt het voor de hand, dab de gemeente geld noodig heeft; en daarom heeft de ontvanger do zeer onaangename en ondankbare taak te vervullen, te zorgen, dat ieder, onverschillig wie, zijn belasting- penningen op tijd offert. Onthoudt der ge meente haar voedsel, het geld, de belas tingpenningen hoe spoedig zal zij haar diensten moeten weigeren en dusdo door haar voor te schieten Rijks vergoedin gen niet meer kunnen uitkeeren. Juist daarom moet ieder het als een ijzeren nood zakelijkheid gevoelen mede te werken tob het bevorderen van een geregelden gang van zaken. Hij nu, die er eon ambtenaar een verwijt vaD maakt, dat deze zijn: taak opvat zooals het behoort, begrijpt eenvoudig niet van hoeveel belang het is, dat juist in deze tij den met vastheid en beleid maar zon der dwang de zaken in het rechte spoor worden gehouden. Wie dat niet be grijpt of begrijpen wil hij houde zich stilof onderzoek© eerst, alvorens oen woord van afkeuring te doen hoeren, wat er wordt gedaan om langs den weg van ge leidelijkheid de zaken te doen marcheeren. Vooral van de zijde der S.-D. A.-P., waar in men leeft volgens vaste regelen en die bij hardnekkig verzet mcb strenge tucht worden gehandhaafd mag men niet an ders verwachten. In die partij-organisatie weet men wat discipline is; heeft me nigeen daarvan den geweldigen druk on dervonden een druk, waarvan we en goluklrig in onze tegenwoordige maat schappij nog verschoond zijn gebleven. We zullen niet trachten den heer B. te bestrijden in zijn bewering, al zou dc Mili tie-ambtenaar hem hebben misleid, al zou do burgemeester in do Raadsvergadering een andere gedragslijn hebben gevolgd als togen den schrijver, we willen er slechts op wijzen, dat juist die ambtenaar en do burgomeesber den heer B. cn zijn mede werkers dc meesto welwillendheid hebben betoond. Aan tal van hun bezwaren heeft men getracht te gemoet te komen. Maar als er soms anders is gehandeld als door den heer B. werd gemeend, dat er moest worden gehandeld, dan schuift hij een amb tenaar misleiding in zijn schoenen en tracht hij het voor te stellen alsof de burgemees ter het met de waarheid niet zoo nauw zou nemen. Wij nu noemen dergelijk optreden geen medewerking ten goede, maar een verdachtmaking, die we niet gaarne voor onze rekening zouden nomen, waarvoor we ons zouden schamen, al zijn we geen lid der S.-D. A.-P. Maar er is in dezo zaak iets anders dat naar veren dient to worden gebracht. Krachtens van Rcgceringswege gegeven voorec-hriften, is de uibkeering en de bepa ling van do hoegrootheid daarvan opge dragen aan den burgomeester. In die voor schriften zijn hem regelen gesteld, waar naar hij dient te handelen. Dezo stipt en zonder aanzien des persoons uit te voeren, zonder to letten op eenig p a r t ij belang, ziedaar don plicht van den burgemees ter. Van zijn handelingen ia hij verant woording verschuldigd aan liem, wiens voorschriften hij uitvoert. Aan niemand an ders. Wil hij met vertegenwoordigers van een of andere organisatie in overleg tre den, 't is een tegemoetkomende houding zijnerzijds. Van een recht daarop kan nie mand aanspraak maken. En wij hadden verwacht, dat, waar tegenover den heer B. een in allo opzichten wol willende houding is aangenomen, hij dezo welwillendheid niet had beloond met verdachtmakingen zijner- rijd s. De heer B. pleit voor het recht en do waarhoid. Welaan, mijnheer, doe dan in hot vervolg oen plicht en zorg, dat geen vergoeding vragen co oen hoogcr loon op geeft dan hij werkelijk verdient, om aldus een hoogero uibkeering te verkrijgen. Is dat niet in uw macht, publiceer dan ook dio feiten, welke wij onder misleiding rangschikken. Zorg er bovendien voor, dat uw partijgenooten werklieden in het vervolg bij de o-pgave van hun inkomen voor do gemeentelijke belasting goen inko men opgeven, lager dan zij verdienen, om aldu3 buiten de belasting te vallen of ora één of twee klassen lager te worden aan geslagen. Want bij de regeling der Rijks- vergoedingen cn bij do behandeling van uitkeeringen vanwege het Steun-Comitó is onomstootelijk gebleken, <lat hun genoten loon meermalen voel hoogor was, dan hun inkomen, waarnaar ze in do gemeentelijko inkomstenbelasting zijn aangeslagen. Kunt go ook te dezen aanzien het ver- eischto doel niet bereiken, wij herha len: publiceer dan ook die feiten, wel ke wij noemenopgaven in strijd met de waarheid, opzettelijk gedaan. Eerst wanneer het den heer B. mogelijk is to zorgen, dat in dezen misleiding achterwege blijft in het vervolg, dat eer lijke, overeenkomstig de waarheid, belas- tingopgaven worden gedaan, eerst dan hoeft hij het recht anderen te beschuldigen van misleiding en het nict-dicnen dor waar heid. P. W, De „NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT" en „DE NIEUWE COU RANT" bevatten artikelen, waarin met kracht wordt opgewekt om de o o r 1 o g s- 1 e e n i n g te doen slagen. Do „NIEUWE ROTTERDAM SO RE COURANT" wijst er op, dat het eigenlijke karakter van de oorlogsleening is: een tot nationaal zelfbehoud, en schrijft dan Op dit het wezenlijke 1 karakter van do leening mag in dc naaste dag-en de volle nadruk worden gelogd. Men woat, wat ér uit zal worden bestroden. In do eerste plaats do zeer groofce sommen, dio uitgege ven zijn moeten worden, om leger en, vloot, hot instrument tot handhaving van onze onzijdigheid in den oorlog', paraat to houden. Dat onzo weermacht togen haar taak opge wassen gebleken is, mag mee een van xlo ïodencn genoemd worden, waarom, onzo on zijdigheid onaangetast is gebleven, cn aan ons land tot nu toe hel; meest ontzettende is bespaard. In dit opzicht is do oorlogs leening voor ons eigenlijk een vredesleenïng. In do tweede plaats strekt de koning, om aan do Re geer in g de middelen to ver schaffen, ten einde do economische inzin king, die rich als gevolg van. den oorlog allorwege oponbaari, in ons land zooveel doenlijk te beperken, opdat ons volk na den oorlog aan den vreedzamen maat schappelijke n strijd der volleen onder niet al to ongunstigo voorwaarden opnieuw zal kunnen deelnemen. Men wil, voor zoover dat mogelijk is, ook de economische krachten des lands gemobiliseerd houden tot het oorlogsgevaar zal zijn geweken en het Vredesleven zijn dan ongetwij feld .zeer moeilijken loop zal kunnen hernemen. Ten slotte heeft do leening ton' dool, liet onnoemlijk leed, dat de oorlog over onzo landsburen, van wier bevolking dui zenden en honderd duizenden op onzen bo dem een wijkplaats hebben gezocht-, althans eenigermato te verzachten. O ver dit altruïs tisch karakter van do leoning past hot riiefc in een Ned-erlandscli dagblad uit to weiden. Wel mogen wij er op wijzen, dat oolc in dit gedeelte aan do leuning een nationaal karakter niet mag wonden ontzegdwij wenschen een ouden naam niet teloor te doen gaan. Waarom wij dit alles thans ia herinne ring brengen Om goen andere roden, dan in 'i licht te stellen, dat wij bij deze loaning oen voor ons kleine land buitengewoon greote leening mot oen bij uitstek nationale onderneming hebben te doen. Dit brengt ver plichtingen moe. Dc leerling moet slagen. Wij geven geen financi-ecle adviezen. Ter zak© kundigen zeggen, dat do stukken van de koning a-ls beleggingsfonds geenszins Icwa^d znllcn zijn ware het met zoo, dc leening zou niettemin behooren te slagen. Want naar de vrij ze, waarop dezo leen in g tol stand zal worden gebracht, zullen onze nationale gevoelens worden beoordeeld. Te recht, omdat nu do gelegenheid wordt go- boden door een daad hot land to hulp to komen. Een volstrekt nog niet grooische daad, trouwens; een daad je veeleer: schrijft voor uw part in voor rentegevonde staals- obligatiën. „DE NIEUWE CRT.", die van oordeel is, dat Nederland zelf, binnen een ii.iAsver loop van cnkelo woken, de vollo 275 mil- liocn zal hebben te verschaffen, wekt ook ten zeerste tot deelneming op. Het blad brengt bjj zijn beschouwingen vooral dit imnfc naar voren Hot behoeft geen betoog, dat, indien do 275 millioen voor het groots to deel bij- wege van belcenïng der inschrijvingen wer den bijeengebracht, daarmede ana het uiterst belangrijke, nevendoel, do versterking van de positie onzer centrale c.r-erdacrinsbriling, da Nedcrlnndsche Baulc, niet zou worden beantwoord. Daarom is hot van zooveel belang, dat ook zij, die niet voor deel neming iu de ge dwongen 'leening in aanmerking komen, niot-v-ermogende dus, maar die in het be ril van lifluïdo geld milde Ion zijn, in groe ien getalo op do vrijwillige Iooning in schrijven. Men - hoeft berekend, dat eert b&drag vmi meer dan 150 millioen, ton gevolge van do paniek onder grooto on kleine bezitters bij hot uitbreken van den oorlog ontstaan on waarvan do werking nog steeds voortduurt, aan do circulatie is onttrokken, opgebor gen ligt iu safe, brandkast of spaarpot Welnu, voor dat bedrag biedt de 5 pCt. lee ning do mooist den kb ar o cn zekerste be legging. Voor zooveel maal honderd gulden als do kleino bezitter of spaarder beschik baar heeft, schrijve hij in; van de toewij zing van het vollo bedrag, waarvoor hij teekent, kan iedere lclc-ine» inschrijver zoo goed als zeker zijn. En ook hij, niet rum- dor dan de grooto, bewijst door zijn in sein'ij ving niet allecu zichz>olven, maar ook zijn land oeu dienst. „Wanneer wordt deelgenomen zei do eon dair sprekers iu de Tweed o Kamer zoo terecht „door lion, die liquide middelen hebben opgebor gen (of toevallig beschikbaar hébben, voe gen wij er bij), geraken, doze doordoor uit do doode hand en dat gold komt dus dom* deze deelneming in circulatie; in dit geval wordt do positie van de Nederlandachó Bank door icdcrcn gulden, waardoor in do leening wordb deelgcnomcji, mot oen gul don versterkt on daarom is het toch ton 8lolfc$ to doon". v Zitting van gisteren. Aan dc oruo komen Wijziging van Hoofdstuk IV der Staats- begroeting voor 1913 (Diverse ondcrwcr-! pen); nadere wijziging van do wet van 24 Juli 1908 tot wijziging van dc wet van 5 Juni 1905, houdende wijziging van artikel 22 der Beroepswetverhooging van Hoofd stuk V der Staatsbegrooting voor 1911 (Di verse onderwerpen). De MINISTER VAN BIXNENLAXD- SCHE ZAKEN, deelt betreffende dc inter- neeringska-mpen en de vluchtoorden mede, dat z. i. publiciteit ten slotte tot- een bil lijker oordeol zal leiden. Daarom zullen geen bezwaren aan de publiciteit ia den weg worden gelogd. Vaststelling van de bogrooting van in komsten en uitgaven van heb Bouwfonds voor het- Departement van Binnenlandscho' Zaken voor 1915; wijziging en aanvulling van do „Bovorderingsweb voor de Zeemacht 1902" wijziging der wet van 12 Juli 1895 tot regeling van de bevordering en het ont slag van die officieren der Kon. Ned. Mari ne-Reserve en do pensionneering van offi cieren, onderofficieren en minderen cn van hun weduwen cn kinderen nadere wijzi ging cn aanvulling van het "VIdo Hoofdstuk der Staatsbegrooting 1913 (Diverse onder werpen) wijziging van do bogrooting van inkomsten en uitgaven van het Staatsbedrijf der Artillerio-Inrichtingen voor 1914 ver klaring Van heb a-lgcmeen nut der onteige ning ten behoeve van den aanleg van een. spoorweghaven te Leeuwarden verhoo ging van 't tiendo Hoofdstuk der Stnat&bo- groot-ing voor 1913 (Verschillende onderwer pen) verhooging van het. Xldo Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1913 (Kost-en landmacht Curasao)Staatsbegrooting voor 1915 Hoofdstuk I. Hoofdstuk VII A wij ziging en verhooging van Hoofdstuk VII B dor Staatsbegrooting voor 1913 (Diverse on derwerpen) verhooging der begrooting van het. Fonds voor de uitvoering van de Tiend- wet 1907 voor 1913 (Schrijfloonen en koeten van aankondigingen)wijziging van de We- duwenwet voor de ambténaren 1S90 wette lijke voorziening naar aanleiding van het Kon. besl. van 2 Nov. 1914 Staatsblad" No. 514). Do heer REG OUT heeft-recrU vroeger verklaard het dengenen, dio zulk ccn zwa-ro taak hebben, niet. moeilijk te willen maken. Toch mag hier oen woord van critiek niet achterwege blijven. Reeds aan do andero zijdo van het Binnenhof is betoogd, dat de overbrenging van de arbeidersverzekering van Landbouw naar Financiën bij Kon. be sluit luid moeten worden geregeld. Voor spr. is deze zaak van minder betcekenis dan het feit, dat om persoonlijke redenen de verzekering is overgebracht. Naar spr.'s oordeel zijn de nadoelen grooter-dan de voordeelcn. Tot staving van zijn meening voort spr. aan bezwaren van politicken, sociaal-technisohen en financieclcn aard. Spr. betoogt, dat men de rechterzijde, die in deae clagcn de trouwe bondgenoot bleek der Regeering, had moeten ontzien. Spr.'5 voornaamste bezwaren zijn echter van za- kelijken aard. Wo hadden tot dusver een departement, waarin do voornaamste tak ken van heb Volksbestaan waren bijeenge bracht. Thans krijgen we arbeiders bescher ming cn arbeidersverzekering onder vcr- scliillcnde departementen, terwijl het toch zaken zijn, die zeer nauw samenhangen. Men onttrekt dus de arbeidersverzekering aan de zoo bekwame adviezen van den secreta ris-generaal van Landbouw. Met heb ver hangen van een bordje, zöoa.ls de Minister in de andere Kaïner zei, komt men er du3 niet af. Bij verschillende sociale maatregelen dient toch ook rekening to worden gehou den met don toestand van heb bedrijf. Grooto schokken op economisch gebied zijn wellicht, to wachten. Waar in dezen oorlog vele arbeiders worden gedood of gewond, zullen wellicht uit Nederland arbeiders naar elders worden getrokken. Wellicht zullen ook liicr Duitsche fabrieken verrij zen, om naar Engeland ie kunnen uitvoe rend Hoc kan men nu aan Financiën met kennis van zaken over werkloosheid oerdee- lcnt Laat men van. do verschillende kwa den het minste kiezen en als het tegenwoor dig Ministerie van Landbouw, enz to om vangrijk wordt., afscheiden den landbouw zelf. Echter is or nog meer voor te zoggen den Landbouw terug te brengen naar Wa/- tor staat. Wat de financieolo bezwaren betreft wijst spr. er op, dat sedert onheuglijke tijden do Minister van Financiën is beschouwd als do bewaker der schatkist tegenover te hooge cischen zijnor ambtgenoot cn. Vele nuttige zaken worden in ons land niet uitgevoerd wegens den toestand van de financiën. D-o Minister heeft in den regel wel hart voor zijn departement, doch zwicht voor liet veto van Financiën. Thans is echter te vreczen, cSat deze minister van Financiën, als dc wel gevulde schotel binnenkomt, hem in de eer ste plaats op zijn eigen bord zal om koeren. Hoe zal hij dan de anderen tot zuinigheid kunnen aanmanen? Toch zal spreker in deze omstandigheden vóór heb ontwierp stemmen. Do Minister hoeft, getoond arbeidersverzekering- te wil len meenomen. Zijn prestïgo is dus gered. Thans kan dc zaak nader onder dc oogen worden gezien. Aan het Dep. van Landbouw is opgetreden een Minister, dio met verzo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5