Haagsche Rechtbank.
FEUILLETON.
Sterke Banden.
Eerste Kamer.
liet doen Invoeren van Varkens aa»
Vlekziekte lijdende, in Leiden.
"Na de pauze kwam voor de rechtbank
in booger beroep voor, de zaak tegen
Hendrik Jan den H.,- kweeker te Rijns
burg, die voor het kantongerecht te Lei
den was opgeroepen, om zich te verant
woorden voop het feit, dnt hij op 1 Sept.
van 'dit jaar door zijn knecht Frans van
Eg mond een elftal varkens in Leiden had
ingevoerd, waarvan er zeven bleken te
lijden ,aan vlekziekte. Beklaagde was bij
verstek door den kantonrechter vrijgespro
ken, omdat de kantonrechter niet aannam,
dat de knecht een willoos werktuig van
zijn meester is geweest. Deze had d<us
moeic-n worden vervolgd.
De ambtenaar van het O. M. was tegen
dit vonnis in hooger beroep gekomen en
beklaagde was nu verschenen. Hij ver
klaarde, dat hij niet gezien had, dat N de
beesten ziek waren, evenmin als zijn knecht,
wat deze nader bevestigde. "Een kenner
van varkens, 'C. v. d. Poel,- uit Zoeter-
woude. had de dieren ook gezien,- en had
ook niets van de ziekte bemerkt. Eerst
toen de varkens uitgeladen werden, be
merkte de keurmeester van het Openbaar
Slachthuis, d^ heer Lamme, het, zoodat
de dieren naar het Openbaar Slachthuis
werden gebracht, waar zij door den direc
teur. dr. Stuurman,- werden onderzocht.
Deze, nu als getuige gehoord, verklaar
de, dat zeven der elf varkens door vlek
ziekte waren aangetast. Vermoedelijk had
den zij de ziekte al eenigen tijd onder de
leden gehad en volgens getuige is het
voor een leek wel te zien, dat de dieren
aan de ziekte beginnen te lijden. Ook laten
de varkens dan het eten staan.
Mr. Del Campo was het niet eens met
de memorie, die* de Ambt. van het O.M.
van het Leidsch' kantongerecht bij zijn
appèl had gevoegd, doch vereenigde zich
met het gevoelen van den kantonrechter;
dat de knecht hier had moeten worden
vervolgd, indien er van vervolging sprake
moest zijn. Ilij vToeg derhalve bevestiging
van het vrijsprekend vonnis.
Voor hetzelfde feit verscheen nu in de
bank der beschuldigden de 21-jarige sla
ger Herman B te Katwijk aan den Rijn.
Voor zekeren Schippers had hij met den
vrachtrijder W. van der Gugten, „eenige
varkens naar de Leidsche markt doen ver
voeren. die eveneens aan vlekziekte hadden
geleden. Ook deze beklaagde was op de
gronden, boven aangevoerd, door den Leid-
scben kantonrechter vrijgesproken, waar
mede de Officier zich vereenigde, zoodaf
hij ook vrijspraak vroeg.
Overtreding Verord. Hondenbelasting,
te Leiden.
Daaryoor waren 25 pers. uit Leiden gedag
vaard? (die hadden verzuimd aangifte te
doen van de door hen gehouden honden.
Verschenen was echter de 27-jarige loge=
menthouder Jacob. E., die verklaarde, dat
niet lyj de eigenaar van den hond was^
maar wel een reizend man, die telkens
geruimen tijd bij hem logeert en dan zijn
hond natuurlijk, Lij zich beeft.
De ambtenaai", belast met het toezicht
op de honden, J. Hogervorst,- verklaarde,
dat jicm, toen hij bij de vrouw .van bo
klaagde kwam, daarvan niets gezegd was.
De Officier deed uitkomen, dat de ver
ordening niet spreekt van eigenaar, maar
van houder van den hond en als zoodanig
werd beklaagde beschouwd.
Geëischt werd tegen beklaagde, evenalk
tegen "de ?4 anderen, die niet waren ver
schenen, een boete yan f5 of 5 dagen.
Tegen J. H. de H.7 een jongen man, ge
domicilieerd te Bergen.op-Zoom, die in Juni
pas uit de gevangenis was ontslagen, werd
wegens diefstal van gouden ringen, bij
verschil lende goudsmeden en horlogema
kers te Delft ontvreemd, 3 jaar gevan
genisstraf gecisdht.
Uitspraak in al deze zaken "Maandag
28 December.
KANTONGERECHT TE HOOFDDORP.
.Slechts enkele beklaagden in de mim 90
zaken, die voor het Kantongerecht behan
deld moesten worden, waren verschenen,
12)
Nieuwsgierig, wat hij haar langs dezen
ongewonen weg zou te zeggen hebben,
keerde zij het blaadje om. Zij las:
,,Aan
Mevrouw Martha Hilding.
"Waarom schrijf ik aan U?
Dit schijnt mij zelf bijna even zoo
vreemd too als het U zal toeschijnen.
Reeds verscheidene keeren heb ik er
mij toe gezet en dezen brief begonnen,
maar dau ben ik telkens weder opge
staan w'ant ik weet het maar al to
goed hoe kinderachtig het van mij is
aan U te schrijven. Maar toch moet ik
het nu doen.
Als men zijn rekening met het leven
gaat afsluiten, wil men gaarne zijn
schulden betalen, voor zoover als dit
geschieden kan. En ik gevoel mij tegen
over U met een schuld bezwaard.
Ik heb mijn rekening nauwkeurig op
gemaakt.
Op do eene bladzijde staan de misre
keningen, onrechtvaardigheden, de stief
moederlijke behandeling der natuur, alle
èteenen des aanstoots op mijn weg, alle
teleurgestelde verwachtingen, bedrogen
hoop. Op de andere daarentegen do
voorrechten, die mij ten deel zijn geval
len, de vriendelijke belangstelling, die
ik mocht ondervinden, de zonnige oogen-
bükken in mijn leven.
Het ie niet te ontkennen, bot lot hooft
zoodat do atrtbïg een reer fcsïro rerl.vop
bad.
Een zitting met gesloten deuren ging,
vooraf ter berechting van jeugdige perso
nen, waan'an er sommigen met vader of
moeder waren verschenen.
In de openbare zitting werd allereerst aan
d© orde gesteld de zaak van:
Aaltje V., huisvrouw van G. R., wonende
aan den Ringdijk bij Oudewetering,
die beklaagd was, dat zij in een localiteit van
haar woning bier had verkocht en het ter
plaatse had laten opdrinken, zonder dat zij
hiervoor het vereisekte verlof had bekomen.
ÏBokl. verantwoordde zich, dat zij het bier
had verkocht met de bedoeling, dat het
meegenomen zou worden naar huis. Zoowel
bekl. als haar man zijn evenwel reeds her
haalde malen voor een dergelijk feit ver
oordeeld, zoodat haar verweer niet- erg ge
loofwaardig werd geacht. Het O. M. eischte
tegen beklaagde 10 boete, subs. 5 dagen
hechtenis.
Klaas B., wonende te Aalsmeor, had
de verordening op het bouwen overtreden
door een nieuw gebouwd huis te doen be
wonen, zonder dat een bewijs tot bewoning
van B. en W. was verkregen. Eisch 15
boete, subs. 5 dagen hechtenis.
P. v. d. Z. en J. v. d. L., beiden te A a 1 s-
m e e r, hadden aJs metselaar en timmerman
het huis voor bovengenoemden K. B. ge
bouwd en het bleek nu bij de opneming, dat
zij zich niet aan de bouwverordening had
den gehouden, a. was de verdieping in
de woonkamer een paar centimeters lager
dan voorgeschreven is. In het verhoor tij
dens deze zitting gaven zij elkander de
schuld, zoodat het moeilijk was te consta-
teeren wio do hoofdschuldige is. Beiden zijn
echter verantwoordelijk, zoodat het O. M.
tegen ieder hunner 15 boete eube. 5 dagen
hechtenis eischt.
M. v. d. O. was alö geleider van een hon
denkar aangetroffen zonder een drinkbak
in zijn kar te hebben, terwijl tevens bleek,
dat hij als houder van een hondenkar uit
het desbetir effen de register was geroyeerd.
Beklaagde had dus ten onrechte van zijn
vroeger nummer gebruik gemaakt-, hoewel
hij wist-, dat dit niet geoorloofd was. Eisch
twee geldboeten, een van /5 subs. 3 dagen
hechtenis en een van /10 subs, fi dagen
hechtenis.
A. de"V.,beHaarlemmermeer, had
gejaagd op jachtveld, dat hem niet toebe
hoorde <sn had ook geeoi vergunning van den
rechthebbende op het jachtrecht verkre
gen. Bovendien was hij ook niet in het be
zit van een jachtakte, zoodat hij dubbel
schuldig was. Bekl. geeft voor op zijn eigen
tamme eenden geschoten te hebben, doch
kan deze bewering niet erg aannemelijk
maken. Eisch twoo geldboeten, elk vam 5,
subs. 3 dagen hechtenis voor elke boete.
Daarna stonden terecht K. L., W. D. en
anderen, alien wonende te H i 11 e g o m,
die echter geen van allen waren verschenen.
Zij hadden zich te verantwoorden, dat hun
bond zonder geleide en zonder dat het dier
werd vastgehouden, op den openbaren weg
was aangetroffen door een dienaar van de
H, Hermandad. Eisch tegen elk der over
treders 1 boete subs. 1 dag hechtenis.
A. B te Hoofddorp, heeft de leer
plichtwet overtreden en zijn 9-jarig kind
niet op geregolden tijd de school doen be
zoeken. Het» hoofd der school Pos geeft over
een en ander als getuige inlichtingen. Eisch
f 6 boete, subs. 3 dagen hechtenis.
J. H.te L i s s e r b r o e k, had zijn doch
tertje van 8cliool thuis gehouden, omdat het
kind 13 jaar oud wa§ en naar zijn meening
van de school af mocht. De kantonrechter
maakt hem evenwel duidelijk, dat dit niet
het geval was. Eerst moet het kind óf alle
klassen doorloopen zijn, óf, wanneer dit niet
het geval is, moet het kind het loopende
schooljaar nog de school blijven bezoeken.
Eisch 10 boete su6>s. 3 da-gen hechtenis.
W. B., te Aalsmeer, had voor de zoo--
veelste maal ter gelegenheid van een uitvoe
ring weer eens den boel op stelten gezet
door in staat van dronkenschap te vloeken,
te tieren en meer dergelijke fraaiigheden te
mij meer onthouden dan gegevenmaar
voor het weinige, dat het mij gaf, wil
ik mij dankbaar betoonen. Ik wil mij
daarbij bepalen. De gedachten daaraan
zijn mij lief, thans, nu ik mij zoo ver
moeid gevoel en verlang te gaan slapen.
En tot die lieve herinneringen, die mij
voor den geest zweven, behooren zeer
zeker Uw goede, hartelijke woorden bij
ons laatste samenzijn. U zijt mij toen
zoo vriendelijk en uitvorschend te ge-
moet. gekomen, zooals mijn moeder het
zou hebben gedaan. Ik verwissel en
vereenig U in mijn voorstellingen met
mijn moeder een vreemde dame met
de vrouw, die mij het naast aan het
hart ligt Ik zou beurtelings haar han
den willen kussen en de Uwe en ze
daarna tegeD mijn gloeiend voorhoofd
drukken.
Dat is belachelijk, nietwaar?
Maar u waart zoo lief voor mij. Daar
om sta ik bij U in de schuldeen schuld,
die ik niet an'ere kan betalen dan
met mijo armzalig woord van dank.
Toch zal dit tot U komen als een luide
kreet van ver, zeer ver ai
Heb dank f"
"Welk een zonderlinge brief was dit en
wat kon die beteekenen Zij werd nu
gloeiend heet en dan ijskoud bij de ge
dachte, die hieromtrent bij haar opkwam.
Als er maar Biet iets ergs was gebeurd
Aan haar eerste opwelling gehoor ge
vende, stond zij op, kleedde zich om uit
te gaan en snelde naar tante Ebba. Toen
zij bij Grundelius voor de deur was ge
lromen en de hand naar de schel ophief,
beefde zij.
doen. Het is echter altijd het oude liedje,
n 1. dat bij last heeft van zenuwaanvallen
cn gewoonlijk weet hij dit zoo voor tc stel
len. dat hij wordt vrijgesproken. De politie
heeft ondcrttosschen zeer veel last van
hem, hetgeen dan ook door den veldwach
ter Yan Boven in het midden werd gebracht.
Opmerkelijk is het, dat B als cr een feestje
of iets dergelijks is, zulke aanvallen heeft
van zijn zenuwen. Bekl. heeft ook nu weer
twee getuigen medegebracht, die verklaar
den, dat hij niet dronken was. doch dat de
zenuwen hem ook weer in dien toestand
brachten. Het O. M. vraagt voor beklaagde
ook ditmaal vrijspraak.
P. van D., teHoofddorp, heeft in het
café van Bakker aldaar, terwijl hij in staat
van dronkenschap verkeerde, de orde ver
stoord, waaruit) een vechtpartijtje was ont
staan. Eisch 10 boete subs. 6 dagen hech
tenis.
Th. H., to L i ss e, had zonder licht gere
den. Het bleek evenwel, dat do dagvaarding
bij iemand wa9 beteekend, die denzelfden
naam droeg, daar het adres door den ver
balisant niet duidelijk was opgenomen. Het
O. M. vraagt nietig verklaring der dag
vaarding.
H. S., to Alkemade (Oudewetering)"
had, zonder daartoe gerechtigd te zijn, over
de spoorbaan geloopen. Bekl. gaf voor ver
gunning te hebben gevraagd, hetgeen hem
aanvankelijk werd toegezegd, doch ten slot
te moest hij er 15 voor betalen en dit
wenschte bekl. niet te doen, daar hij beslist
over de spoorbaan moest, om naar zijn land
tc kunnen komen, en deze toestand was
Tioor de Maatschappij zelf zoo gemaakt.
Eiscli 2 boete subs, 2 dagen hechtenis.
Ten slotte stonden verschillende overtre
ders van de Motor- en Rijwiel wet terecht,
waarvan echter niemand was verschenen.
Eisch tegen ieder hunner 2 boeto subs. 2
dagen hechtenis.
Uitspraak in alle zaken op 29 December
a.s.
AOADEMIENIEUWS.
Amsterdam. Tot arts zijn bevor
derd de heeren H. J. Rosier, geb. te Am
sterdam* P. 0. Borst, geb. te Lienden,
en mej. A. 0. Cheriex, geb. te Batavia.
Het Leen In gs-Ontwerp.
^Verschenen is het Voorloopig VeX-
slag (des: Commissie vaïi Rap.
porteurs over het ontwerp van wet
tot het aangaan van een geld leening of
leeningen van f275.000.000 en tot voor
ziening in ide middelen tot dekking van
Irente en aflossing Idier leening of Lee.
ningen.
Algemegn. verklaarde men, de Regie
ring bij het tot-stand-komen van deze wet
te willen steunen en zich 'daarbij van uit
voerige beschouwingen te onthouden.
Slechts enkele leden betreurden het, dat
niet was voorgesteld de noodige gelden
door een "heffing ineens te verkrijgen. Zy
betoogden, dat met toepassing een er be-
hoorlij'ke progressie, opklimmende van drie
procent af, de Regeering 2ich het benoo-
digde bedrag had kunnen verschaffen.
Het bezwaar, dat door een heffing ineens?
het nationaal vermogen te veel zou ver
minderen, werd door hen niet overwegend'
geacht? daarbij afgaande jop ^Ministers
mededeeling, dat in de laatste jaren het
nationaal vermogen met 228 millioen ver
meerderd was. De jaarlij'ksChe uitgaaf ech
ter, lelie volgens het ontwerp de leening
vorderde, zou het nadeelig gevolg hebben?'
Idait .gedurende jaren dringende sociale
maatregelen wegen® geldgebrek zouden
moeten achterwege blijven en het oecono.
misch en politiek leven schade zou lijden.
In alle kringen der maatschappij, zoo zei
lden deze leden, wordt het groot belang
cener oorlogsheffing bepleit, ook in krin
gen, waarop de lasten in dat geval het
meest zouden 'drukken. Deze leden gaven
(clan ook hun afkeuring tc kennen met
's Ministers onaannemen 1 ijkverklaring van
het amendement-Vliegen, op art. 10, ten
Ja, het werd hoe langer hoe moor bij
haar tot zekerheid, dat zij aanstonds een
verschrikkelijk feit zou te hooren krijgen.
De meid, die opendeed met een ont&te'd,
bleek gelaat, was ©ok juist niet geschikt
om haar gerust te stellen. Zij en Martha
zagen elkander aan als twee menschen,
die zich voor elkander groot willen hou
den, maar die toch gevoelen, dat zij bei
den hetzelfde geheim weten.
Het was dus waar, dat vreesclijke,
waarop in den brief werd gezinspeeld 1
Het geweten sprak reeds zijn vonnis
over haar uit. Waarom had zij aan haar
opwelling, om iets voor hem to doen, geen
gevolg gegeven? Immers, zij had hot wel
begrepen, dat zij eenigen invloed op hem
zou kunnen uitoefenen, en toch had zij
geen vingor uitgestoken om hem te hel
pen.
Een oogenblik bleef zij in het voorhuis
dralen uit vrees de bevestiging van haar
vermoeden te vernemen. Zij had den moed
niet om te hooren, dat dit de onherroe
pelijke waarheid was.
Ten laatste legde zij de hand op den
knop der voorkamerdeur. Hier was nie
mand maar nauwelijks was zij er binnen
gegaan, of tante kwain uit het salon naar
haar toe, met een gelaat, waarop een
slecht beheerschte aandoening duidelijk
te lezen stond.
,,0 tante, is het waar?"
Bij die woorden verloor de goede vrouw
haar restje van zelfbeheersching en diep
ontroerd vroeg zij terug:
,,Weet je het al? Hoe kan dat wezen f"
,,Ik heb een brief ontvangen".
Martha haalde het papier te voorschijn.
Mevrouw GrundeJius liet er haar ©ogen
Idocl hebbende reeds nu in de wet vast
tc leggen, dat de algeheel© inlossing der
leening moet plaatsinden vóór 1 Mei
1918. Wei laat art. 38 tic mogelijkheid
open, dat alsnog na drie jaren de leening
in haar geheel zal worden aigeiost uit
een heffing inééns, doch zij vreesden, dat
de offervaardigheid na het sluiten van den
vrede grootendecls zou zijn verdwenen en
alle kans bestond, dat dan de opcenten,
heffing zou worden voortgezet. De Mi
nister heeft dus het „psychologisch mo
ment" laten voorbijgaan, zoodat de Staat
door de zware lasten in banen zou wor
den geleid, waarin zij' hem niet gaarne
zouden zien. Wel wilde deze leden echter
erkennen, en anderen voegden zich hier
bij. dat op dit oogenblik nu de oorlog
in bijma alle naburige landen woedt
aan de uitvoering van een heffing inééns
niet kon worden gedacht, 'daar de waarde
der fondsen niet te bepalen is en evenmin
Üe waarde van onroerend goed. Ook de
inning zou wel onmogelijk blijken, daar
velen geen baar geld voor betaling hebben.
Een lid, die niet tegen een heffing ineens
is, had bezwaar om deze voornamelijk van
.vermogen te heffen en voelde meer voor
een heffing pp het inkomen, mer sterke
progressie.
Men jneende tegenover het voorafgaand
betoog cr kortelijk op te moeten wijzen,
dat .vermindering van vermogens ten ge
volge van een heffing ineens, door den
middenstand en de arbeiders terdege zou
gevoeld worden. Maar die heffing is ook
onbillijk, daar zij op eeai klein deel der
natie zal drukken en vooral op degenen,
die gespaard hebben, terwijl degenen
die veel verteerd en weinig vermogen be
legd hebben, vrij uitgaan. Delging der lee
ning alleen door het kapitaal zou ook daar
om niet billijk zijn, omdat het geheele
vaderland belang heeft by1 het handhaven
.van onze neutraliteit en ieder in de kosten
daarvan naar draagkracht behoort bij1 te
dragen.
,Vele leden hadden het compromis tus-
schen Regeering en Tweede Kamer waar
door de dekking der leening slechts voor,
de perste drie jaren geregeld is, met* vol
doening gezien, daar toch op dit oogen
blik allerminst is te voorzien, welke ver
dere financieele offers de huidige toestand
nog zal vorderen.
Alleen betreurden sommigen het, dat het
'tijdstip daarvan aan den vooravond valt
yan al ge me ene verkiezingen.
Enkele leden klaagden er over, dat ex
geen voeling had plaats gehad tusschen
de Regoering en de Eerste Kamer, nu de
Regeoring een erkende voeling hield met
het senioren-convent in 'de Tweede Kamer.
Aangezien vry algemeen de aanneming
yan dit wetsontwerp in 's lands belang on
vermijdelijk werd geacht, was het, naar
men meende, aller plicht, krachtig mede
te werken pm het welslagen der leening
te verzekeren.
De leening kan men eerst geslaagd noe
men,- wanneer zij volteekend wordt; niet
alleen om te voorkomen een gedwongen
leening, maar ook om aan binnen- en bui*
tenland te toonen, dat het volk van
Nederland het noócüge geld voor cle hand
having van zyn neutraliteit en 'daardoor
yan zijn onafhankelijkheid over heeft.
Eenige leden betreurden hot hooge rente-
type en meenden, dat het lager had kun
nen zyin, waar toch ook andere landen
waren voorgegaan tegen een lagere rento
te leenen. Voor ons land, dat tot nu toe
van .oorlog is verschoond gebleven, zou
leen rente yan 4 pCt. voldoende zijn, wat
een rentebesparing van 23/* millioen gul
den zou geven. Men vreesde, dat de rente
standaard in het algemeen daarvan gedu.
rende geruimen tyd den schadelijken in
vloed zou ondervinden,- tot ongerief van
yelerlei be'drijf.
Et werd aangedrongen op ide opening
tier Beurs. Vooral in verband met deze
leening is het hoogst gewenscht, 'dat de
opening na de sluiting der ins'tihrijying1,
doch vóór de storting zal geschieden, op
dat de inschrijvers voor deze leening in
de gelegenheid zullen zijn, om geld los
te maken,- noodig voor. hun inschrijvings
bedrag.
Naar aanleiding van berichten, in finan
cieele bladen voorkomende, dat de leening
tegen 97 pCt. 20U worden uitgegeven,
wenschte men een officieele tegenspraak;
over gaan, zonder veel van den injiond
er van te vatten, want zij las wel de re
gels, maar kon den samenhang niet ver
staan, terwijl zij te zenuwachtig was om
zioh met het zoeken daarnaar in te span
nen. Haar nicht kon niet wachten tot zij
don brief in zijn geheel doorgelezen zou
hebben.
„Is hij dood?" vroeg zij fluisterend.
Tante zag op.
„Dood? Neen, God lank niet; ofsohoon
dit wel zijn bedoeling zal zijn geweest".
Een mislukte poging van zelfmoord dus 1
Do spanning, die Martha bijna belet bad
adem te halen, was oogenblikkelijk ver
dwenen. Waarom toch is er altijd iets
belachelijks en alledaags in een mislukte
poging tot zelfmoord? Zou het misschien
zijn, omdat die door zulke plechtige woor
den is voorafgegaan en dat dan plotseling
niets komt van de groote reis, hetzij
omdat de dood den ongeroepene nipt wil
medenemen en hem terugstoot in het le
ven, hetzij omdat hij zelf geen veerkracht
^énoeg bleek te hebben voor den sprong
in de eeuwigheid?
De verhoudingen van de gebeurtenissen
krompen onwillekeurig samen in het oog
van Martha; en haar eerste werktuiglijke
handeling was het terugnemen van dien
brief uit tante Ebba's hand. Als het
schrijven van een afgestorvene zou bot
ontroering hebben kunnen wekkenmaar
als de brief van een nog levendon medfl-
mensch lag er een wanklank in. Het
scheen haar toe als ware die geschreven,
om vorm te geven aan een drang id do
eenzaamheid, die nooit tot haar zou zijn
gekomen, als hy had kunnen denken, dat
immers het slaat vast, 'dat de leening
pari zal worden uitgegeven.
Vele leden betreurden het terugnomen
van de 10 opcenten op dc invoerrechten.
Vooral nu deze opcenten eenmaal in het
wetsontwerp waren voorgesteld,- zal de
terugneming beschouwd worden ais een
verlichting voor den kleinen man, terwijl
zij, gelijk dc Minister terecht in de Tweede
Kamer aantoonde, van luttele beteekems
voor hem zijn. Men wees er op, dat een
verhooging van de bedrijfsbelasting op in,
directe wijze den arbeider meer zal druk,
leen dan een matige verhooging .van het
tarief.
De Memorie van Antwoord
ia het Voorloopig Verslag op dcD voet ge
volgd.
Do Minister van Financiën meent het
niet noodig te achten opnieuw in een breed
voerige uiteenzettmg van het standpunt der
Regeering te moetea treden.
Hij sluit zich aan 'bij de meening van di>-
leden, die van oordeel zijn, dat een heffing
ineens door do terugwerking daarvan op
alle takken van volksbestaan, door den
middenstand en de arbeiders terdege zou
worden gevoeld.
Voorts merkt de Minister op, dat, wan
neer men aanneemt, dat onder den drtvic
der omstandigheden de vermogend-en, op
wie een heffing ineens zou neerkomen, thans
over het algemeen in een stemming van of
fervaardigheid verkeeren, welke hun het
brengen van het van ben verlangde offer
betrekkelijk licht zou doen vallen, indien
dat offer terstond kon worden gebracht, nu
deze laatste voorwaarden niet in vervulling
kan gaan, het rechtsgevoel in opstand moet
komen tegen het denkbeeld, van die stem
ming gebruik te maken tot het thains reed»
opgelegde van dat offer tegen een tijd, waar
van men zelf aanneemt, dat het offer, we
gens het alsdan verdwenen zijn van di«
verheven stemming, aanmerkelijk yeei
zwaarder zal worden gevoeld.
Wie bij wetgeving en bestuur met stem
mingen rekening houdt en de Minister
wil gaarne erkennen, dat dit vooral onder
zoo bijzondere omstandigheden als waar
onder men thans verkeert, wenschelojk en
zelfs tot zekere hoogte noodzakelijk kaai
zijn maakt van'de stemming, waarvan hij
gebruik maakt, misbruik, als hij zelf er op
rekent, dat zij zal voorbij zijn op het oogen
blik, dat zijn maatregel effect zal sorteeren.
Bovendien is uit niets gebleken of zelfe
maar waarschijnlijk gemaakt, dat er thara
onder hen, die door de heffing ineen© zou
den worden getroffen, een algemeen© stem
ming zou lieerschen, die hun het via hen
verlangde offer betrekkelijk liebt zou ma
ken.
Mot groote voldoening heeft de Regeering
kennis genomen van de verklaring, duA
aangezien vrij algemeen de aanneming va£
dit. wetsontwerp in 's lands belang onvermij
delijk werd geacht het aller plicht wordt
gerekend, krachtig mede te werken om he&
welslagen der leening te verzekeren.
Do Regeering hoopt eai vertrouwt, dat dit
oordeel van de Eerste Kaaner en de finan
cieele beschouwingen, die er aan werden
vastgeknoopt, met nalaten zullen indruk in
den lande te maken en do kansen van sla
ge® der leening aanmerkelijk te verhoogen.
Ook de Regeermg betreurt, dat zi|, tem
eind©- het welslagen der leeDing niet ra ge
vaar te brengen, geen lager rente-type da®
het ontwerp inhoudt, kon vooratelfen. D»t
de veThoogmg van den rentestand een scha
delijken invloed zal hebben op velerlei be
drijf, is moeilijk tegen te sproken. Die ver
hooging zou echter niet achterwege blijven,
ook al ware voor deze leening op gevaar
van mislukking af ee® lager rentetype
aangenomen.
Een algemeene opening der Beurs schijnt
den Minister vooralsnog niet gorade®. Een
beperkte opening voor zeer enkele, bepaald
aan te wijzen, fondsen, ongeveer op het tijd
stip, dat in het Voorloopig Verslag verd
aangegeven, wordt overwogen. Het Beura-
reglement, dat vooraf moet worden vastge
steld, is in een vergevorderd stadium v*tf
voorbereiding. Echter is, alvorens tot die
vaststelling kan worden overgegaan, ec'ï
kleine wijziging der Beurswet, waarvan het
ontwerp waarschijnlijk dezer dagen T>ij de
Tweede Kamer zal -worden ingediend, g©-
wen&ckt, zoo al niet strikt noodig.
zij, of iemand anders, hem zou komen bo
klagen.
Trouwens, tante was er meer toe gene
gen te vertéllen wat er gebeurd was, da»v
zich te verdiepen in dien brief. Toe»'©**
lig nu zeer gelukkighad zij om
twee uren in den nacht wakker geLgort
en het geluid van een zonderling gekerm
uit de kamer van Tholander meenen t©
hooren. Iedereen in huis werd opge
roepen.
Men wist in zijn slaapkamer te komen
en daar lag hij te krimpen van de pijD
Hij had vergif genomen in een te groote',
hoeveelheid, zoodat zijn maag het niet in
zioh had kunnen opnemen, en hjj, na
hevige brakingen, slechts een zeer klein
gedeelte er van had binnengehouden. Toen
had de dokter, dien men dadelijk had
laten roepen, hem van de rest bevrijd en
nu lag de arme jongen ziek van al die
bewerkingen, half bewusteloos, voor zoo
ver zij had kunnen zien, maar in elk go-
val gered.
Gered, als hij had verlangd te sterven I
Gedwongen om een leven voort te leven,
dat hem tot een last geworden was! Kon
men dat gered noemen?
Het tragische in zijn toestand pakte
Martha zóó hevig, dat zij Ita i^eei mede
lijden met hem had dan strake^-tosn rij
hem dood had gewaand.
„Laat mij bij hem gaan", fluisterde zij.
(Wordt, vdrvolgd).