Oe Euroiieesche Oorlog. Vragen en Antwoorden. FEUILLETON. Het Megei*ni3isje. ■Maijji_iiiÉl. 1 „Tribuna" en „Idea Nazionale" vinden dat Salandra zich niot duidelijker had kunnen uitdrukken en dat 't alleen maar op aan komt het geschikte oogenblik af te wach ten. De woorden „Leve Triest", door den republikeinschen afgevaardigde Felice in de Kamer geroepen, zijn volgens de „Secoio" voor 't eerst in de Kamer vernomen zonder dat. de president er aanmerking op maakbe daarmee ie volgens dat blad het bewijs gele verd dat de geschiedenis van het Drievou dig Verbond op haar eind loopt. De demo cratische bladen uiten zich in denzelfden geest. Daarentegen zien clericale bladen als „Italia" en „Osscrvatore Romano" in tëa- landra's verklaring niet anders dan een ver zekering dat Italië zijn onzijdigheid zal be stendigen. De Italiaansohe bladen publiceeren de meening van een groot aantal afgevaardig den met betrekking tot Salandra's verkla ringen. De groote meerderheid is van meening, dat Italië zich in het conflict zal mengen. Signor Labriola zegt: Een woord meer zou een oorlogsverklaring be te eken en. Signor do Felice merkte opEen prach tige en kloeke rode, vereterkt door het ap plaus van de vergaderinghij beteekent oorlog. Signor Roberta denktj dat de zin, die zulk enthusiasm© verwekte, zou kunnen betee- kenen, dat. een Italiaansch-Oostenrijksche overeen komst zou bestaan, in welk geval het eleelite de uitbreiding van de Italia&n- sohe grens zou bet-eekenen door de vreed zame annexatie van een deel van de pro vincie Trente. Signer Cameroon merkte nu op, dat Oos tenrijk thans de gebeurtenissen zou kunnen verhaasten door de verklaring van Salan- dra en de demonstratie van het Italia&n- sohe parlement als een uitdaging uit te leg gen. Russen en Turken. Officieel wordt van Russische zijde ge meld, dat het Russische leger, dat in den Kaukasus opereert, zich meester heeft ge maakt van Serai en Kashkal. De Turken vluchtten na een wanhopigen tegenstan 1 te hebbefl*xgeboden in de richting Van, talrijke ^Wonden en krijgsgevangenen in onze handen achterlatend. Het Turksche hoofdkwartier deelt me de, dat de Turken Koda bezetten, een tamelijk belangrijk punt, twintig kilometer ten oosten van Batoem. Door een handigen zet, stelden de troe pen de electriciteitswerken van Batoem buiten werking, waarbij eenige gevange nen werden gemaakt. Driehonderd Rus sen, die uit Batoem gezonden waren om de door ons bezette plaats te hernemen, vielen in een hinderlaag en werden totaal weggemaaid. Een Amerikaansche dame, die onlangs zes maanden in Konstantinopel heelt door gebracht, heeft verschillende belangrijke mededeelingen gedaan over de toestan den, welke in de Turksche hoofdstad heer- schen. Kaar zei zeide, lijden de Turken gebrek en zijn zij gekant tegen den oor log, waarin zij op verraderlijke wijze door Duitschland werden betrokken. Door de mobilisatie zijn onvoldoende krachten achtergebleven tot verzorging van den oogst en daar Turkije het meerendeel der goederen voor directe levensbehoeften, invoert, deed zich dit zeer spoedig gevoe len. Troepen, die zeer gebrekkig zijn uitge rust, worden overal afgericht, in vele ge vallen onder het commando van Duitsche officieren. Het militaire bestuur eischt al les op, waaraan het behoefte heeft, zooals proviand, kleederen en de voorraden der Armeensche en Grieksche handelslieden. Vele soldaten zijn eenvoudig met sanda len geschoeid en in het algemeen gespro ken is het land niet op den oorlog voor bereid. Genoemde dame deelt verder mede, dat DuitschlaLd den oorlog op groote schaal heeft geprovoceerd door aan de ,,Breslau" waarvan de geheele bemanning uit Duit- schers bestond, die echter in Turksche uniform waren gestoken, bevel te geven om Odessa te bombardeeren. V raag: Wat beduidt het wanneer een jemgmensoh, dat niet rookt, geheel-onthou der is, geregeld leeft, geen opwindende boe kon leest en veel in de open lucht is, toch geregeld iederen nacht hardop droomt, en soms, zij het in lichten graad, slaapwan delt! Ons bad wordt gevuld uit een vergaar bak voor regenwater. Die bak is natuurlijk met rink gevoerd, terwijl de aan- en af voerbuizen van lood zijn. De verwarming heeft plaats door gas. Wanneer nu het wa ter uit den geyser komt is het zuiver wit; kort daarna begint het geelachtig te wor den, alsof er iets in lag te roesten. Kan dat water ijzerhoudend zijn? Maar hoe komt regenwater aan ijzerdeeltjes? Gebruikt men dit water voor mondspoeling, dan proeft het licht-samentrekkend. Antwoord: Voor den leek is het ge val moeilijk te verklaren. Vermoedelijk zal de medicus, als hij het jongmensch kent en observeert, wel een verklaring vinden voor het slaapwandelen. Zou het niet het beste zijn een zenuwarts te raadplegen Het regenwater is niet ijzerhoudend, als het uit. de lucht komt vallen, de looden bui zen zullen het niet doen, zoodat wij tot de slotsom moeten komen, dat of in den ver gaarbak roest de binnenwand, of do geyser is van binnen niet zuiver. Openmaken en onderzoeken. Vraag: Is u ook bekend of er jaarlijks een oproeping plaats heeft, voor het in bij gaande „Staatscourant" bedoelde examen? Wordt een dergelijk examen ook voor Fn- discken dienst afgenomen of worden de hier te lande reeds bestaande werkkrach ten naar In-dië uitgezonden? In welke maand heeft bedoelde oproeping plaats en wanneer wordt het examen gehouden Antwoord: Deze oproeping wordt alleen gedaan, wanneer er behoefte aan deze werkkrachten is en dan wel voor 1 Juni. Of er voor Indie een dergelijk exa-> men afgenomen wordt, is ons niet bekend. Vinden wij daarvan een opgave in de „Staatscourant" dan zullen wij dat mede deel en. V raag: BeJeefd verzoek ik u mij te wil-» len opgeven het adres, waar men zich ver voegen moet om als aviateur opgeleid te' worden Kan zulks ook van Rijkswege ge* ecliieden Antwoord: Er heeft een school be* staan te Soesterberg van de firma Verwey Lugard. Vraag eens aan den Redacteur van 't tijdschrift „Avia". Vraag: Is het wel eens gebeurd, dat op het laatste nummer in de Staatsloterij de 100,000 viel met Premie 30,000 en Pre mie ƒ3000? Ik meen van ja maar het werd mij tegengesproken. An t woord: Inderdaad is dit eens twintig jaar geleden gebeurd met een lot? uit de collectie van een Rotterda-msoh col lecteur. U heeft dus gelijk. Vraag: Wij zijn met ons drieën broer#» De eerste ia vrijgeloot, de tweede ia in dienst, ik moet in 1915 loten, heb ik nti broederdienst Antwoord: Ja, ge kunt u als zoodanig aangeven. Vraag: Ik ben 16 jaar en ben van plaiï om vrijwillig dienst te nemen bij hot In structie-Bataljon te Kampen, maar nu er niet eerder plaatsing is dan na de mobili satie en ik nu zonder werk ben, zoo is mijn vraag of er geen gelegenheid bestaat om vooroefeningen of eenig onderricht op mi litair gebied te genieten? Zijn er ook soms leerboeken tot dit doel in den handel Antwoord: Nergens anders op d£ty oogenblik dan bij een weerbaarheidsve©* eeniging. Geeft u op als lid, dan zal mean u ook wel verder op de hoogte brengen. Vraag: Is het niet toevallig, dat „D>- Telegraaf" steeds berichten brengt weikef in een zeer hatelijk daglicht gesteld rij» tegenover Duitschland, en zoo haar sterke» antipathie tegen dat land laat blijken? Ifl dat wel neutraal blijven Antwoord: Deze vraag moet u rich ten tot de redactie van „Do Telegraaf* zelf. Zij is mans genoeg zelf een antwoord te geven. Wij achten ons niet geroepen in de Vragenrubriek een collega een afkeu ring of een goedkeuring te geven. Vraag: lk ben voor mijn nummer ini dienst. In mijn diensttijd is mijn vader oa c..- leden en bleef er een broer over. H'j gaat nu trouwen, dus val ik nu in de termen al# kostwinner en kan mijn moeder nu van het land trekken? Antwoord: Als ge werkelijk kostwiiv- ner rijt en de levensomstandigheden waar onder het gezin naartoe ge behoort, dit noodzakelijk maken, hetgeen bij onderzoek zal blijken, kunt u aan den Burgemeester uwer gemeente om vergoeding vragen. Vraag. Kunt u mij ook meedeelen*. wanneer het 2de ba-t. lichting 1915 ondeü de wapenen moet komen? Antwoord: Neen, is nog niet bekend. Vraag: Zoudt u mij kunnen mededee* len of er brieven naar Rusland verzonden kunnen worden Antwoord: De post hier zal zeer ze ker mail voor Rusland te verzenden heb ben, evenals Engeland en Frankrijk. Eén der wegen is bijv. over Zweden en Finland. I)e Avonturen van een Bioscoop-Operateur. Te Amsterdam is aangekomen de heer Kareis, vertegenwoordiger van het huis Gaumont te Parijs. Belg van geboorte-, om trent wiens hoogst avontuurlijken tocht als operateur dwars door de vuurlinie heen d© „Tel." het volgende mededeelt: Bij liet uitbreken van den oorlog was hij to Brussel, als garde civique onder de wa penen. Bij de bezetting van Brussel werd hij naar Antwerpen gestuurd en voor het bombardement ontwapend. Na de ontwa pening schafte hij rieh een burger pakje aan en ging hij te voet naar Brussel. Daar meldde hij zich weer bij het huis Gaumont, die hem eenige duizenden meter film en een toestel verschafte. Aldus gewapend ging de heer Kareis op weg. Het eerst richtte hij zijn schreden naar het verwoes te Leuven. Een. tijd lang 6laagde hij er in van de gruwelijke verwoestingen eenige op namen te maken. Doch een patrouille snap te hem en hij werd gearresteerd. Men dacht met een spion te doen t-e hebben. Zijn toe stel werd hem afgenomen en met de han den in de hoogte liet men hem een uur lang tegen een muur staan. Reeds dacht hij, dat hij het lot van zoovele ongelukkige landgenooten zou deelen, toen hij voor een officier geleid werd, die beweerde van de cinematografie op de hoogte te rijn. Een nog ongebruikte film hadden de- Duitschers aan het daglicht blootgesteld en de slimme officier vond het een „verzachtende om standigheid", dat crop de film niets te zien was. De heer Kareis bood den officier toen aan een opname speciaal voor hem te ma ken. En deze nam dat voorstel aan, beloof de hem de vrijheid, als hij voor hem een film wilde maken van rijn troep. Dadelijk werd het toestel in gereedheid gebracht, de troep defileerde en do heer Kareis draaide, tot groote voldoening van den of ficier. Zelfs wees de officier hem nog ver- schillende plekken, die hij moest opnemen en gewillig voldeed de operateur aan dit verzoek. Na deze operatie nam hij den of ficier mede naar een donkere kamer, knip te vlug het bovenste, dus ongebruikte stuk film af, pakte dat netjes in een blikken trommel en gaf het den officier, tevens alle aanwijzingen gevend voor de wijzo van ver zending, opdat het ontwikkeld kon worden. Do opname zelf, de onderste rol der film, had hij veilig in zijn zak geborgen. Overgelukkig met zijn film stelde de offi cier den heer Kareis in vrijheid. Deze wandelde nu van Leuven naar Hal. Zijn plan was naar de kust te gaan met vermijding van Brussel en dan te zien of hij naar Engeland kon oversteken. Nu eens loopend, dan weer meerijdend met een vriendelijken koetsier, kwam hij over Door nik en Kortrijk tot Dixmuidcn. Toon hij daar aankwam waren de gevechten in vol len gang. Yan beide rijden had men het te druk om rich met hem bezig te houden. Zonder het zelf te weten, bevond hij zich nabij Dixmuiden midden in de vuurlinie. Hij wist dit pas nadat een Fransch officier hem had meegedeeld, daar hij juist in de linie stond, die bestreken werd door de Fransche mitrailleurs. Hij ging verder, doch werd door een Fransche patrouille gearresteerd. Doch toen hij voor den wachtcommandant werd gevoerd, was het misverstand spoedig op gelost. Alleen verzocht men hem dat hij zich zoo gauw mogelijk achter het front der troepen zou begeven. Hij voldeed aan dit. bevel, maar was toch nog in staat me nige interessante opname te nemen a-an de Yse-r, nabij Yperen en in de loopgraven. Van de Yser ging hij naar Boulogne, van waar hij per bpot overstak naar Folkesto ne. Hij begaf zich toen met. zijn kilometers- oorlogsfilm naar het Gaumont-filiaal te Londen, waar hij met gejuich werd binnen gehaald. Twee dagen na rijn aankomst te Londen, trilden de oorlogsbeelden van den heer Ka reis al op de doeken der Londensche bio scooptheaters. Hij bracht zelf zijn film naar Parijs en kwam van Parijs langs den gewonen weg der laatste maanden dat is via Boulogne en Folkestone, naar Amsterdamom ook hier het resultaat van zijn arbeid te vertoonen. De heer Kareis, die als vertegenwoordi ger der Gaumont-fabriek geregeld Amster dam bezocht, is in de Amsterdamsche bios coopwereld een zeer bekend persoon. Naar de „Frankf. Ztg." uit Tokio ver neemt heeft de Russische generaal Henno nius met Japansche geschutgieterijen een contract gesloten voor de levering van 48 batterijen. Slot.) Toen zij haar gelaat naar ons toekeer de, stiet ik een kreet van van verbazing en ontzetting uit. Het had een hoogst zonderlinge, \ale gelaatskleur en de trek ken misten alle uitdrukking. Een oogenblik later was het geheim ontdekt. Holmes streek lachend met zijn hand achter het oor van het kind, een masker viel naar beneden en voor ons zateen klein, koolzwart negermeisje, dat van pleizier over onze verblufte gezichten al haar wit te tanden liet zien. Ik moest instemmen met haar vroolijk lachen, doch Grant Mun- ro staarde haar sprakeloos aan en greep met zijn hand naar zijn keel. „Mijn hemel", riep hij eindelijk. „Wat moet dat beteekenen?" „Ik zal je zeggen, wat het moet betee kenen", zeide mevrouw Munro, terwijl zij met een vastberaden, kalm gelaat de ka mer binnentrad. „Gij hebt mij tegen mijn verlangen tot spreken gedwongen en nu moeten wij ons beiden, zoo goed het gaat in het geval schikken. Mijn man is te At- De ondergang van de Engelsche Super-dreadnought „Audacious". In de New-York Times" van den 16dcn November komt een uitvoerig verhaal voor Aan ooggetuigen over het vergaan Aan de Engelsche dreadnought „Audacious" op de Iersche kust. Het verhaal wordt gedaan door den kapelmeester James R. Beainea en den muzikant Hugh Griffith, van het sch-eepsorkest van de „Olympic", die op den 27sten October de bemanning van het Engelsche slagschip redde en naar Lough Swilly bracht. Ofschoon zich 900 officieren en manschappen op de „Audacious" be vonden en het reddingwerk door een he vige» storm bemoeilijkt werd, gingen slechts twee menschenlevens verloren. Aa-n het verhaal wordt het aTolgende ontleend: Nadat de „Olympic" op den 21sten Oc tober New-York verlaten had, werd van de Noord-Oostkust van Ierland gemeld, dat daar zeemijnen lagen en sommigen vreesden voor een behouden overtocht. Alles ging intussehen goed tot den 27sten October, des morgens toen de Tory-eilanden op de Iersc-he kust in het gericht kwamen. Het was koud, somber weer en er stond een holle zee. Om elf uur zagen wij twee oor logsschepen. Het grootste rolde zwaar en helde zoodanig over, dat. de stortzeeën over het. achterdek spoelden. Het was de „Auda cious". Eerst dachten wij aan niets ern stigs, tot plotseling het andere schip, de kruiser „Liverpool" rig-zags-gewijze dwars voor de „Olympic" begon te manoeuvree- ren. Dat duurde ongeveer een kwartier. Intussehen waren wij voldoende genaderd om met het bloote oog te kunnen waarne men, dat het oorlogsschip do noodvlag aan zijn gTOoten sign aal mast had geheschen. Het manoeuvreeren van do „Liverpool" had ten doel zich te vergewissen, dat geon gevaar voor mijnen meer bestond Wij stop ten op 500 yard van het oorlogsschip en eenige minuten later klonk het bevel„In de booten". Veertien reddingbooten wor den eerst aan bakboordzijde losgemaakt, maar zij werden weder vastgemaakt, waar na de booten aan stuurboordzijde neerge laten werden. Zij werden met matrozen, stokers en stewards van de „Olympic" zon der eenige opwinding bemand. Intussehen etict van het oorlogeechip een boot met vijf man af, die door de hooge zee spoedig om sloeg. Eén man verdronk, terwijl de ande ren gered werden. De reddingbooten hadden een half uur noodig om het oorlogsschip te bereiken. De bemanning aan boord van de „Audacious" gedroeg rich schitterend. Rustig wachtten zij hun beurt af om in de booten plaats te kunnen nemen en kalm liepen do of ficieren op de commandobrug heen en weer alsof er niets aan de hand was. Tijdens 't reddingwerk verschenen verscheidene tor- pedobooten, visschersvaartuigen en kleine kruisers op het tooneel van de ramp, die door draa-dlooze seinen der „Liverpool" te hulp geroepen waren. Twee-honderd-vijf tig leden der bemanning van de „Auda cious" werden door de „Olympic" aan boord genomen, terwijl 450 op de andere schepen verdeeld werden. De overige 200 bleven aan boord van het oorlogsschip, ten einde bij den bergings-arbeid te helpen. De „Audacious" had reeds veel water gemaakt. Om acht uur vas het schip op de mijn geloopen en gedurende ongeveer 5 uur lang was het water door het aan bak boordzijde ontstane lek binnengedrongen. Het bakboord geschut in den grooten toren stak nog slechts even boven het water uit. Om één uur waren de manschappen van de „Olympic" weder aan boord \'an hun schip teruggekeerd. Een der booten had niet minder dan drie tochten moeten onderne men. Dc veertien redddngbooten liet. men drijven, daar het ten gevolge van het on stuimige weder niet mogelijk was ze weder op te halen. Do pogingen om de „Audacious" te ber gen werden door den kleinen torpedojager „Tury" met kracht ter hand genomen. Het mocht echter niet gelukken het schip weg te slepen, daar de trossen telkens braken. Ten slotte verliet de „Olympic" bij het invallen van de duisternis, met achterlating van haar reddingbooten, het zinkende oor logsschip en kivam denzclfden avond nog te Lough Swilly aan. Een machinist van de „Audacious" ver haalde het volgende over de ramp „Ik bevond mij in het. ruim van het schip, toen ik plotseling een luiden knal hoorde, alsof er een kanon afgeschoten werd. Eenige minuten later werd in de machi nekamer het bevel ontvangen „Torpedo aan bakboord. Allo waterdich te schotten sluiten Nadat dit bevel uitgevoerd was, begaf ik mij aan dek, waar de geheele bemanning rustig nadere bevelen stond af to wachten. 't Andere oorlogsschip ran het eskader stoomde spoedig na de ontploffing, over eenkomstig het bevel der admiraliteit, weg, om eerst ©enigen tijd later terug te kee- ren. Aanvaokelij'k meende men, dat de „Auda cious" door een torpedo van een onder zeeër getroffen was, doch later bleek, dat het schip op een drijvende mijn geloopen was, die afkomstig was van een visschers- vloot, welke onder Noorsche vlag voer. Op bevel a-an den vlootcommandant liet men de „Audacious" om 9 uur '6 avonds in de lucht vliegen. Daar de admiraliteit het vergaan van de „Audacious" geheim wilde houden, moest de „Olympic" een week lang te Lough Swilly blijven, terwijl alle passagiers moes ten beloven, bij hun landing te Belfast het diepste stilzwijgen te zullen bewaren. Een correspondent van de Hea-rt-bloden, die rich aan boord van de „Olympic" be vond, schildert het gebeurde als volgt af: Dinsdagmorgen zagen wij op de hoogte van Ierland op een afstand van 4 k 5 mij len, een Engelsche dreadnought, een krui-\ ser en een torpedoboot. Wij voeren naar deze schepen toe en vonden de „Auda cious", die ons meldde, clat rij in zinkenden toestand was. Herhaalde malen poogde de dreadnought op de „Olympic" een kabel over te brengen, om op die wijze in ondie per water gesleept te kunnen worden. Doch eerst toen een Zweedsch koopvaardijschip verscheen, dat de kabel oppikte en aan boord van de „Olympic" bracht, gelukte het, een verbinding tot etand te brengen. Maar nauwelijks zette de „Olympic" zioh in beweging, of do kabel brak. Ten slotte begaf de „Olympic" zich, overeenkomstig de ontvangen bevelen, naar Lough Swilly. langzaam stoomde het 6chip weg en toen wij op vrij grooten afstand van het wrak gekomen waren, hoorden wij plotseling een ontzettenden knal. Een groote vuurkolom zagen wij oplaaien en nauwelijks dertig seconden later waa allee in diepen, etik- donkeren nacht gehuld. Het kruitmagazijn was in de lucht gevlogen en het mooie oor logsschip was in de dliepte verdwenen. Dc homling van Italië. De verklaring van Salandra wordt in de heele buit-enlandsche pers be-sproken. De „Neue Freie Eresse" van Weeoen vat haar samen in de a\ oordenonzijdigheid in den oorlog, aanspraken in den vrede. Zulk een politiek van aanspraken meent het Ween- sche blad kan geen rechtstreekschen in vloed op den tegen woord igen toestand oefe nen, want bij benadering valt nog niet te zeggen welke groep van oorlogvoerende sta ten Arergroot en welke verkleind uit den oor log te voorschijn zal komen. Yan recht- streeksche waarde is dan ook alleen ds ver klaring dat dc onzijdigheid het meest met Italië's belangen overeenkomt.' De Zeit", een ander Weensch blad, acht de zinsnede dat Italië er niet alleen voor zorgen moet onverlet te blijven, maar ook er tegen moet waken dat 't tengevolge van de vergrooting iran andere staten naar ver houding in beteekenis zou verminderen, het belangrijkste punt in Salandra's redevoe ring. Het Kopenhaagsche blad „Berlingske Ti- den de" bevat een telegram uit Parijs, dat de-n indruk weergeeft die de rede oaar heeft gemaakt. Men is daar van meening dat de richting welke Italië inslaat, op deelneming aan den oorlog moet uitloopen. Een beslis sing is echter voorshands nog niet te wach ten. Alles zal er van afhangen hoe de toe stand zich in den Balkan en de Mohaaime- daansehe wereld ontwikkelt. De krachtige woorden van Salandra moe ten echter reeds aanstonds grooten invloed uitoefenen op het handelsverkeer van Ita lië met Duitschland en Oostcnrijk-Honga- rije, te meer daar vooral Duitschland voor den invoer van levensmiddelen in sterke mate afhankelijk is van Italië. Fransche bladen bespreken'in verband met Salandra's rede ook de positie van Servië. Belgrado's val achten zij te betreuren, doch uit militair oogpunt is hij van geen beteekenis. Het sa mentrekken van grooto Oostenrijksch-Hon- gaarsche troepen in Servië behoeft op zich zelf geen verderen opmarsch in Servië te beteekenen. Maar wanneer Italië zijn on zijdige houding laat varen en zich begint te roeren aan de Adriatische kust, kunnen de Oostenrijkers moeilijk terugkeeren wanneer zij eenmaal te ver in het Servische bergland zijn doorgedrongen. Ook een aantal Ttaliaansche bladen heeft in Salandra's rede de belofte gelezen dat Italië zich in den oorlog zal mengen. Zij wij zen vooral op de aanspraken te land en ter zee, welke Salandra heeft aangeroerd. „Corrière della Sera", „Secoio", „Yita", voorzichtig te zijn, liet ik het kind over dag niet buiten komen en haar gezichtje en haar handen bedekken, opdat niet wanneer iemand haar voor het raam zag, het gerucht zich zou kunnen verspreiden, dat zich hier een negerkind bevond. Zoo ik minder voorzichtig ware geweest, zou ik wellicht verstandiger hebben gehandeld, maar ik was half waanzinnig van angst, dat gij achter de waarhied zoudt kunnen komen. Gij deeldet mij mede, dat het huisje weer betrokken waa. Ik had toen wel tot den volgenden morgen kunnen wachten, maar ik kon niet slapen van zenuwachtig heid en dus kleedde ik mij eindelijk aan, daar ik wist, dat gij niet licht wakker wordt. Maar gij zaagt mij de kamer verla ten en daarmee begon mijn ellende. Den volgenden dag hadt gij het in uw macht, mijn geheim op het spoor te komengij waart echter zoo grootmoedig je voordeel er niet mee te doe;i. Drie dagen later waren kind en verpleegster nauwelijks de achterdeur uit, of gij stormdet de voor deur binnen. En nu weet gij alles en ik vraag je: Wat moet er van ons, van mijn kind en mij worden Zij sloeg haar handen ineen en wachtte op antwoord. Het duurde ruim twee minuten vóórdat Grant Munro het stilzwijgen verbrak. Het antwoord echter, dat hij gaf, was zóó, dat ik het mij altijd met genoegen zal herinne ren. Hij tilde de kleine op, kuste haar, stak daarop, met het kind op zijn arm, d© moeder zijn hand toe en wendde zich toen naar de dour. „Wij kunnen de zaak beter thuis bespre ken", zeide hij. „Ik ben geen bijzonder goed man, Effie; maar mij dunkt toch, dat ik beter ben dan gij mij hebt geschat". Holmes en ik volgden hen op het pad tusschen de hagen. Toen wij op den straat weg kwamen, trok mijn vriend mij aan de mouw en fluisterde mij toe: „Mij dunkt, wij kunnen ons in Londen nuttiger maken dan in Norbury". Hij liet eich verder met geen enkel woord over het geval uit, doch toen hij zich laat 's avonds met een brandend© kaars naar zijn slaapkamer begaf, zeide hij: „Mocht het je eens voorkomen, Watson, dat ik ietwat te zelfbewust word, of mij minder moeite voor een ge\al geef, dan het dit verdient, fluister mij dan slechte, bid ik je, het woord Norbury iu 't oor ©a ik zal je zeer dankbaar zijn". lanta gestorven, mijn kind is echter in heb leven gebleven". „Jouav kind?" Zij trok een zilveren medaillon uit haar boezem. „Gij hebt dit nooit open gezien". „Ik dacht, dat het niet geopend kon worden". Zij drukte op een veer en de bovenkant sprong open. Het portret van een man met een knap, intelligent gelaat, hetwelk de onmiskenbare kenmerken van een Afrikaansche afkomst droeg, vertoonde zich. „Dit is John Hebron uit Atlanta", zei de de dame, ,,een uitnemend mensch, dien niemand aan zielenadel overtrof. Ik raak te met mijn geheele familie wegens mijn huwelijk met hem in onmin, maar ik heb daarvan, svolang hij leefde, geen oogen blik berouw gehad. Wij betreurden het, dat ons eenig kind meer naar zijn volk dan het mijne aardde. Dat komt dikwijls in zulke huwelijken voor en onze kleine Lucy is veel donkerder dan haar vader was. Maar donker of blank, zij is mijn lief klein meisje, en moeders lieveling". Bij die woorden sprong de kleine op, liep op de dame toe en verborg haar ge laat in haar japon. „Dat ik haar in Amerika liet", ging mevrouw Munro voort, „gebeurde slechvs, wijl zij een zwakke gezondheid bezat en de verandering aran lucht nadeelig voor haar kon zijn. Ik vertrouwde haar aan de zorg van een trouwe Schotsche vrouw toe, die bij ons al de jaren van ons huwelijk had gediend. Geen oogenblik heb ik er aan gedacht haar als mijn kind te willen ver loochenen. Toen het lot ons echter samen bracht, Jack, en ik je leerde liefhebben, zag ik er tegen op met je over mijn kind te spreken. God moge het mij vergeven, maar ik was bang je te verliezen en ik had den moed niet er met jou over te spre ken. Ik moest tusschen u beiden kiezen en in mijn zwakheid keerde ik mij van mijn eigen klein meisje af. Ik heb drie jaren haar bestaan voor je verborgen ge houden, maar haar verpleegster schreef mij geregeld en ik wist, dat zij het goed maakte. Maar eindelijk kon ik aan het ver langen naar mijn kind geen weerstand meer bieden al mijn pogingen om dat te onderdrukken waren vruchteloos. Ofschoon Lk mij van het gevaar was bewust, waar aan ik mij blootstelde, besloot ik het kind te laten overkomen, al was het ook maar voor een paar weken. Ik zond de ver pleegster honderd pond en huurde voor haar dit huis, zoodat zij mijn buurvrouw kon worden, zonder dat ik toch in eenige relatie tol haar scheen te staan. Om recht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 6