Nederland en de Slorlog. öe Europeesclie Oorlog. H°. 16778 Donderdag 5 November. Tweede JBlad. A0. 1914. Uit de Omstreken. IDSCH De Koningin en bet Lcgcr. Men schrijft ons: We zijn er op een avond met de veld artillerie op uitgetrokken voor oefeningen in de duinen. Er was al een poosje te vo ren een fluistergerucht gegaan, dat de Koningin onze oefeningen in hoogsteigen persoon zou bijwonen. Eerlijk gezegd heel veel geloof had ik er niet aangesla gen. Zulke nachtelijke oefeningen brengen nu eenmaal haar eigenaardig ongerief me de en ik kan me levendig voorstellen, dat, wanneer men er niet onmiddellijk bij be trokken is, men de stille rust der legerste de verkiest boven de vermoeienissen van een urenlang beweeg te paard in de dui nen. Echter bleek ik niet genoeg rekening te hebben gehouden met de zeer groote belangstelling, die H. M. ten allen tijde voor het leger heeft getoond te gevoelen Immersonze batterij was nog niet flog in stelling gebracht of de Koningin erscheen, te paard, gekleed in amazone- kostuum en met den amazone-hoed stevig astzittende met een breeden band onder de kin door. Zij werd begeleid door den egimentscommandant, met wien zij zien telkenmale opnieuw over de beteekenis en den aard der oefeningen onderhield. Men behoefde waarlijk niet overdre\en Oranje- lievend gezind te zijn, om tot de overtui ging te komen, dat het geen noodzakelijk belangstellingsvertoon" was, dat H. M. deze oefening deed bijwonen. De opmer kingen, welke ik van tijd tot tijd uit den mond van H. M. de Koningin opving, toon den allerduidelijkst het tegendeel en be wezen niet alleen de oprechte belanstel- ling, maar ook het zeer zaakkundig oor deel van H. M. Onze batterij had tegen een duinhelling een pracht van een dekking. De stelling was uitnemend door de duinen zelf be schermd. Maar h. M. was er blijkbaar van doordrongen, dat men in oorlogstijd zulke 6 tellingen allerminst voor het kiezen heeft, en wilde zien, of de batterij, wan neer ze in het open veld moest werken, ook haar dekking zelf zou kunnen maken. Ik rde, dat zij haar verlangen den kolonel ededeelde, en wij kregen bevel een dek- ng te maken, dus zand voor de batterij p te hoopen. 't Was een stoer karweitje, ïaar het werk scheeu tot volle tevreden heid van de Koningin te worden verricht. Gedurende den arbeid der manschappen wendde H. M. zich tot een stukrijder om hem te examineeren. ,Hoe breed moet zoo'n dekking in oor logstijd zijn?" „Drie meter, Majesteit". „Goed. En in gewonen tijd om te oefe nen V' ,,Een meter, Majesteit". ,,Goed". De Koningin reed verder. Tot in den morgen bleef H. M. bij de oefeningen aanwezig, de vrij gevoelige nachtelijke koude trotseerende, her- en derwaarts rijdende, den kolonel inlichting op inlichting vragende. Een poos na onze terugkomst in do ka zernewij kwamen eerst 's middags om twaalf uren weer binnen kregen we de tijding, dat het den commandant genoegen jiou doen, wanneer wij een glaasje bier dronken en een sigaartje rookten op ge wondheid van do Koningin en dat wij daar voor ieder een kwartje kregen. Het gezamenlijk bedrag was door H. M. zelf beschikbaar gesteld. Bloembollencultuur. Uit Amerika wordt bericht, dat 23 Sep tember mot de „Zijldijk", l October met do ,,Hanseat", en 3 October met de „Noordam" te New-York zijn aangekomen te zamen Ulo kisten en -133 pakketten met uit Nederland verzonden bloembollen. Uit Japan wordt aan Amerikaansche vak blad eA bericht, dat bij het uitbreken van den oorlog vele bestellingen op leliebollen ingetrokken werden. De meeste bestellin gen zijn echter hernieuwd, behalve <lie uit Duifcschland. De verzending naar Duitsch- and is dan ook zeer gering. De voorraad van verschillende soorten is minder dan ge woonlijk waardoor de prijzen gehandhaafd kunnen blijven. Bollen eerste grootte va]i. >iL. longiflorum giganteum" zijn dit jaóï fcchaarscher dan ooit te voren. De oorlog *al van weinig invloed zijn op den handel daar. Uit Chicago wordt gemeld, dat de bollen, welke thans te Ghicago in do winkelkasten 'geëtaleerd worden, de beste zijn, welke daar ooit gezien zijn. De particuliere handel is Vrij goed, doch nog beter als het veel kouder wordt. De groothandel zal weldra 'iet. record van vroegere jaren bereikt heb ben. Ook uit andere Amor. steden komen be richten over de zeer goede kwaliteit van de bollen, welke dit jaar gezonden zijn. Over het. afbestellen van bloembollen door Duit-sehe handelaren wordt in do bindekunsb" het volgende geschreven: Een groot aantal angstige bloemisten ebben hun bloembollen afbesteld of slechts helft van de bestelde bollen genomen, 't is te beschouwen als een fout. In de orste plaats moeten wij in onze winkels_ bloemen en planten hebben: in de tweede plaats noodzaken de Duitschers hierdoor de Hollanders, dat zij de bollen zelf broeien en zo tegen oorlogsprijzen aanbieden. Onmoge lijk is het niet, dat als gevolg hiervan de Hollanders in de volgende jaren naast an dere bloemen meer bloembollen zullen broeien. Bovendien staat het er in Duitsch- land niet zoo buitengewoon slecht voor. De Seringen zijn goed rijp geworden; Chry santhen zijn er tot KerstmisConvallaria zullen, doordat er bijna geen uitvoer is, goedkoop worden. Alleen vreezen wij, dat wij in de maanden Januari, Februari en Maart schaarschte zullen hebben aan snij bloemen. Ditzelfde zal het geval zijn met potplanten, want de aanwezige Begonia Gloire de Lorraine en Cyclamen zuilen spoe dig genoeg verdwenen zijn. Er komen dan zoo af en toe nog wel Hortensia, doch keus zal er niet meer zijn en ons publiek is ver wend. Het zou een voordeel zijn, als in de vak bladen er op gewezen werd, dat de bloemis ten in beider belang er voor zorgden, dat we ■niet al te zeer in verlegenheid komen. Bloembollen als Meel. Naar aanleiding van hetgeen in ons blad over dit onderwerp reeds vroeger geschre ven is, in verband met de proeven, ge nomen door den broodbakker den heer v. d. Weerdt,- te Valkenburg, schrijft prof. Ed. Vcrschaffelt in het „Pharmaocutisch Weekblad" In de dagbladen lieeft men onlangs het bericht kunnen lezen, dat beproefd is, meel van tulpenbollen onder het tarwemeel te verwerken als grondstof voor broodberei ding. Wellicht heeft het eenig belang, er aan te herinneren, dat de bollen van ver schillende Liliaceeën, afgezien van de ah gemeen in gebruik zijnde Allium-s'oorten, tot voedsel strekken aan de natuurvolke ren van sommigestreken. Dragendorff geeft er een lijst van, waaraan trouwens nog eenige namen zouden zijn toe te voe gen. Zij bevat soorten van de geslachten Lilium, Fritillaria, Calochortus, Tulipa,- Erytronium, Ornithogalum, Camassia. Het ee'rsie cn het laatstgenoemde geslacht zijn in dit opzicht het belangrijkste. De bo.l- schubben van verschillende Lteliën worden gegeten in Siberië, China en Japan. Camas sia esculenta Lindl is inheemsch in de Westelijke Vereenigde Staten; de bollen dienen als voedsel bij de Pacifisclie India nen-stammen, van Britsch-Columbië tot Mexico. „Camass" of ,-,Quamash" is zelfs, in de dorre kuststreken van Noodd-Cali- fornië, het voornaamste plantaardige voed sel der inboorlingen. Evenals van andere plantendeelen, wor den van de Camassia-bollen koeken ge maakt Zij worden in een soort oven, on der den grond, met behulp van heet ge maakte stcenen gebraden, komen daaruit als een kleverige, donkergekleurde massa weer. voor den dag en zijn geschikt om te worden gekneed tot koeken of brood jes, die men in de zon laat drogen, en S01119 jaren lang kan bewaren. Door hun hoog gehalte aan koolhydra: ten (zetmeel meestal, doch ook soms lae- vulaan of mannaan) zijn de Liliaceeën-bol- len zeker uitnemend voor de voeding ge: schikt.-Maar zij bevatten zeer vaak ook vergiften. Dit is het geval met de tulp, waarin, althans in den verschen bol, een "hartvergift schijnt voor te komen, dat men tot de alkaloïden rekent, maar dat clicï misch nog weinig is onderzócht. Derge-> lijke toxische bases zijn in de familie der Liliceeën zeer verspreid; bij Wiéhmer vindt men. de literatuur hierover opgegeven. Amaryllideeën schijnen over het algemeen nog 6tèrker werking uit te oefenen, al worden van een enkele soort de bollen wel gegeten. Trouwens, de bereiding, ko ken, roosteren, die de bollen ondergaan,- heeft waarschijnlijk als gevolg, dat de schadelijke bcstanddeclen grootendeels worden verwijderd. Een andere vraag is, of dat alles smakelijk voedsel levert. Men kan zichzelf gemakke lijk er van overtuigen, dat muizen tulpen- hollen versmaden, en evenmin aan de Ga- in assia-bollct-jee knagen willen. De omni\orc tuinslak. Agriolimax agrestis, eet wel van aangeboden sneetjes tulpenbol, maar ver slindt, in vergelijking, veel sneller ajuDr zetmeelhoudend weefsel, van den aardappel- knol bijvoorbeeld. Verder schijnt het, dat- men tulpenbollen met succes, zonder nadee- ligo gevolgen, als varkensvoeder heeft ge bruikt. Wat den menscli betreft, is het. aan te Somen ,dat de bereiding er veel toe zal bijdragen, do bloembollen eetbaar te maken; men moot echter ook niet vergoten, dat, zooals Bancroft vermeldt, de Iudiauen uit do Westelijke Vcrcönigde Staten vrijwel alles eten wat het land aan wortels en bessen oplevert, hos onsmakelijk dit ook voor. oen blanke mogo zijn. Ten slotte een klbine historische bijzonder heid. Reeds Cl 11 si us spreekt, over het eetbaar- zijn van tulpenbollen.. Hij heeft ze in 1592 laten confijten, en acht deze lekkernij, wat den. smaak betreft, ver verheven boven Orchis-knollen, op dezelfde wijze bereid. O Een toepasselijk Opschrift. Tc Breda is in den geve] van een nieuw gebouwd huis aan het Wilhelminapark hot volgend opschrift aaugebracht: „Nooit i6 grooter krijg aanschouwd, Dan toon dit werd gebouwd". Anno 1914. AARLANDERVEEN. Uitslag der aanbesteding v'oor het' ver- breeden der Concordiastraat: Timmerwerk: L. Westmaas f 38 J. van Vieringen f 34.25, Metselwerk: J. Haring f693; B. Yeltman f 715.90; J. Vonk f710; C. do Jeu f688.85. Schilderwerk: A. Lam f33; H, Baas f26; P. van den W,assenberg f 37. SmidswerkC.. van der Volden f46.75; Gebrs. Soliuller f 52.90. HAARLEMMERMEER. Bij den landbouwer W. J. Parlovliet, aan d$n Hillegommerdijk, is door den bur gemeester een partij rogge in beslag ge nomen, daar genoemde landbouwer weigerde de verzekering te geven, dat hij de rogge niet zou verkoopen of vervoeren. LISSE. Gisternamiddag werd het stoffelijk over schot vau ds. W. H. Snethlago, in leven predikant bij de Ned.-Hcrv, Kerk, onder zeer veel blijken van belangstelling in liet familiegraf op de Alg. Begraafplaats alhier bijgezet. Een zevental kransin dekte do last. NIEUW-VENNEP. Bij den landbouwer Th. Dijt, aau den Vennepcrweg, bij feurgerveen. wërdon Maan dagnacht twee schapen ilit liet weiland ge stolen, zgn. kerkschapcn. De dieven hadden geen enkel spoor nagelaten. Toch trokken do veldwachters Lenstra en 'Van do Marei op onderzoek uit en aan hun ijverige, on vermoeide nasporingen is het te danken, dat toch do daders zijn gevonden. Bij hun onderzoekingen in de omgeving van Bur gerveen kwamen zij te wetea, dat in een gezin schap?nvleeseh' was gegeten. Een klein meisje liet dit los. Verder onderzoek leidde tot het resultaat, dat bleek, dat de diavm waron T. J. Cardol, oud 20 jaar, pas ge- liuwd met een weduwe met 5 kinderen, en Cornelis Cardol, neef van den 'oerst-e, oud 19 jaar, thuis bij zijp zwager Verraai, die onder dienst is. Het bleek later, dat do sohapen geworgd en geslacht waren. Bij den eerste werd een partij vloesch gevonden onder den vloer, die weer dichtgespijkerd wasbij den tweede in een tonnetje onder do bedstede. Tot laat in den avond zetten de veld wachters Dinsdag hun onderzoek voort tot alles was gevonden, zelfa de vachten, die men met steencn in do ringvaart had doen zinken. Zij wisten bovendien beide daders tot volledige bekentenis to brengen. De twee daders werden 's nachts in het arrestanten- lokaal te NieuW-Vennep opgesloten en Woens dagavond per spoor geboeid naar Hoofddorp gebracht, om door den burgemeester ge hoord te worden. Een woord van lof aan hot adres der veldwachters Lenstra en Van do Marei voor hun bijzondere activiteit, is zeker wel ver diend. In dezelfde omgeving worden" ook aardappelen en eenden vermist, zoodat men vermoedt, dat do politie een bijzonder goede vangst deed. NOORD WIJK. A AN-ZEE. In plaats van den lieer P. van Bom mel, die het dorp metterwoon heeft ver laten, is de heer G. Es lees benoemd tot lecraav aan de visscherijschool. NOORD WIJK. Het officierenoomité, dat al zoovele kunstavonden organiseerde, hoofdzakelijk om den landweermannen wat afleiding te bezorgen, doc-h tevens 0111 een soort verbroe dering te kweeken tussehen militairen cn burgers, zag ook gisteravond haar moeiten weer beloond in de goed bezette concertzaal van „Hof van Holland'. Het grootste con tingent der bezoekers wordt doorgaans ge vormd door landweermannen, docli het ge tal burgers neemt ook gaandeweg toe. De bezoekers hebben gisteTavond weer echt kunstgenot kunnen smaken Het. pianospel van den heer A. Krul J.Jzn. en heb viool spel van den heer J. W. A. Driessen waren prachtig. Ook hot vioolspel van den heer A. Rom bouts was zeer verdienstelijk.. Het. vocale gedeelte werd verzorgd door den lieer J. Tholc, van Bussum, die eenige liederen zong, in hoofdzaak Duilsche, doch ook een paar Hollandsoho. De bataljonscommandant, majoor Kroon, bedankte de musici voor den genotvollen avond. Het auditorium onderstreepte dezd woorden met kracht. RIJNZATERWOUDE. De vergadering van „Hulpbetoon", alhier, werd geopend door den waarne- menden voorzitter, den heer L. J. Lint horst, die alle leden welkom heette. Een waardeerend woord werd gezegd aan den overleden voorzitter, den heer W. A. vai Heusden. Uit het verslag van den pen ningmeester bleek, dat in de spaarbank was f 209.10Vj over het boekjaar 1913-Tl en een saldo van 26.75. Het materiaal is, behoudens eenige aan vullingen en reparatie, in goede orde. Het aftredende bestuurslid, do heer J. P. Jansen, werd herkozbn, alsmede tot bestuurslid gekozen de heer Weststijn. Beiden nawen de benoeming aan. Het bestuur kiest de heer L. J. Linthorst als voorzitter, do hoer J. P. Jansen als secretaris. Na drie niaauden Oorlog. In de „Temps" trekt generaal De La- croix een parallel tussehen den toestand na drie maanden oorlogvoeren in 1870 en nu. Hoe stond Frankrijk ervoor op het ein de van October 1870 en hoe is de toestand nü, terwijl de strijd in beide oorlogen voor een groot deel geleverd werd op hetzelfde terrein 1 Thans staat het geheele volk onder de wapens en beheerschen wij den toestand, niettegenstaande de tegenslagen'in den aan vang, zegt de generaal. Veertig jaar geleden werden wij bo- heerscht, zoodra de keizerlijke legers waren verslagen of gevangen genomen; Frankrijk beschikte te zijner verdediging nog slechts over geïmproviseerde strijdkrachten. Welk een hemelsbreed verschil in allo opzichten met den toestand van nu. De Duitsche geweldsstrategie heeft schipbreuk geleden het Fransche volk staat als een muur aaneengesloten tegenover die inval len. Een zelfde discipline maakt de kracht uit van strijders en noneombattantcn. Al- lon beoefenen dezelfde dingen, n.l. die van geduld hebben. Onze aanvoerders sparen de krachten van hun troepen en gaan niet. roekeloos met menschenlevens om. De mokerslag, welke tegen Frankrijk gericht- werd, heeft slechts zijn harnas sterker aaneengesmeed. Ner gens op het reusachtige front van 500 K.M. heeft de Duitscher eens verloren terrein vermogen terug te winnen. Geleidelijk heeft hij den grootston druk van zijn aanval moe ten overbrengen van het oosten naar het zuidwesten van België, waar hij zich thans te pletter loopt tegen de Fi*ansche, Engel- selie en Belgische legers. En de „Temps" eindigt-: In 1870 ging het om de suprematie thans gaat het om het bestaan van de onafhan kelijkheid der volken. Een strijd voor zulk een geheiligd doel ingezet moet- eindigen met de overwinning. Trouwens, als een' al oud militair axioma geldt, dat „uioreelo krachten de veldslagen winnen." In een overzicht van den militairen toe stand komt generaal de Lacroix tot de con clusie, dat het oogenblik gekomen is om voldoende strijdkrachten samen te trekken op een bepaald punt en tot. het beslissend offensief over te gaan. Immers, de Duit schers schijnen het maximum van hun krachtsinspanning bereikt te hebbende woisteling heeft heb hoogtepunt bereikt. Daaromthans tot den aanval overgegaan en het geheele vijandelijke front zal wijken. De vijand onder den indruk van zijn verlie zen en heb nuttelooze van zijn pogingen, zal eindelijk inzien, dat zijn strategische en tactische opvattingen niet de juist-e zijn en tot nieta leiden. Het doorgevoerde offensief is een wijze van ageeren, maar om tot een rosultaat te leiden, moet in die methode leven, wat Napoleon noemde do goddelijko vonk iif de kunst van oorlogvoeren. Generaal Do Laoroix heeft van talrijke officieren inlichtingen gekregen over de ge vechten en de wijze, waarop aan weerskan ten gestreden wordt. Een Fransoh kapitein bijv. was van mea ning, dat de Duitsche infanterie bewezen heeft een uitnemend onderlegde troep te zijn. Wat aangaat voorzichtigheid, metho de, schieten, heb kennen van do tactiek be zit zij onbetwistbare eigenschap pen.maar in de toepassing van de tactiek zijn wij hen de baas. Van nature ontbreekt den Duit- sehen soldaat stoutmoedigheid en de 000- dige scherpzinnigheid om onmiddellijk te weten waar het opaan Icomt; dank zij oen krachtige encadreering nochtans en eeu intensieve africhting in de instructiekam pen hebben de gevechtseenheden oen zoer groote strijdvaardigheid verkregen. Over de Fransche infanterie schroef een luitenant: „Ik wist, dat ik mot mijn man nen alles kon wagen maar ik vermoedde niet, dat zij tegenover het gevaar zoo onver schillig en koelbloedig waren; ze zijn altijd bereid orop in te gaan met de bajonet; hebben groot uithoudingsvermogen, klagen en mopperen nooit, en behouden steeds en onder alle omstandigheden hun opgewekt heid. Hot zijn prachtkerels." Generaal De Lacroix meent, dat do col lectieve waarde van de Duitsche e.enheden geleidelijk zal afnementerwijl aan Fran sche zijde dat versohijnsel zich niet kan voordoen, aangezien do iudividucelo waar de van den Franschen soldaat dezelfde blijft, waardoor tevens tot zekere hoogte het verlies aan kader wordt gecompenseerd. Ten slotte oefent de generaal critiok op de Duitsche strategie. Hij is van oordeel, dat het overmatig breedc front, waarmede de Duitschers door België en Frankrijk zijn gerukt, een fout is geweest cn niet in overeenstemming met-.de bedoeling van den invaller, n.l. een snellen overval, wat ook de voor hem aangewezen methode was. Daartoe echter had hij zijn rechtervleugel niet over de Maas moeten brengoa. Dan had hij een overstelpend offeusief kunneu uitvoeren en zou hij tevens minder wijd- uitloopende verbindingslijnen gehad heb ben De Maas overtrekken betcekcnde een treffen zoeken, dat geen beslissing kon brengen. Het zwakke punt in do Duitsche actie bestond in te groote ontwikkeling in de breedte, hetgeen het ton tooneele ver schijnen van het leger van Parijs op hcc juiste oogenblik he9ft mogelijk gemaakt. Een Amerikaan over ile Duitschers iu u itl-België. Donald Thompson, een photograaf va-n do „New.Yorlc .World", heeft iu Belgie eenige-wekeu met het Duitsche leger door gebracht. Te Nieuwpoort, waar hij mot eemge Duitsche officieren dineerde, werd hij door een granaat vau een der Britöclie oorlogsschepen gewond. Hij is thans te Londen aangekomen en geeft in de „Daily Chron. het relaas van zijn bevindingen. Het begin van zijn verhaal, handelende over zijn aankomst op 18 October te Ant werpen en zijn trekken van daar naar Brus sel, Mechelon, Leuven en andere plaatsen, kunnen we laten rusten, na alles wat om trent de toestanden hier reeds 111 ons blad is vermeld. Maar dan vertelt Thonipsoti verder Mijn volgende pleisterplaats was een plaatsje iets ten noorden van Dixmuiden, waar Duitsche soldaten mij waarschuwden dat ik niet verder kon gaan, daar de wegen door artillerie werden beschoten. Een Duitsch kapitein wilde me doen arresteeren, maar ik toonde heni mijn pas, gcteckcnd door generaal Von Beseier, did mij vergunde photo's te neme.11 van het Duitsche leger. Hij zeide: „O, zeer goed", en noodigde me uit zijn compagnie op weg naar do kust te vergezellen. Gctliu'ende mijn gesprek mot hem, vroeg hij me o* ik dacht, dat de Duitschers den oorlog zouden- kunnen winnen. „Wat dunkt u?" vroeg ik hem. „Ik denk dat onze kansen niet al te best 6taan", antwoordde hij ernstig. Maar hij* voegde er bij dat het- Duitsche leger Calaiï zou bereiken, al.zou ook de laatste man moeten worden opgeofferd. Ik ging hierop niet verder in, maar van wat ik later zag kwam het me voor dat do Duitschers er ver van af zijn om hun doel te bereiken. Inderdaad ik begrijp niet, hoe ze nu ooit naar Galais zullen komen, al brengen ze óok hun zware kanonnen in actie. Ze vertelden me dat ze weldra twee van "hun 42 c.M. kanonnen en acht van liua, 32 c.M. kanonnen in de vuurlinie zouden hebben. Er was, naar me werd meegedeeld, order gegeven alle huizen in Dixmuiden met den. grond gelijk te maken en van een kerktoren in een dorpje achter de arbillerieloopgraven zag men onophoudelijk de granaten in de stad ontploffen ongeveer vijftig granaten per minuut. Het merkwaardigste wat ik zag was ceil Roode Kruis-auto, vol met gewonden, die Dixmuiden onder een hagelbui van grana ten binnenreed en de stad doorging naar de achterhoede, zonder geraakt te worden. In den namiddag was de rook zoo zwaar, dat het onmogelijk was iets duidelijk te zien. Op Donderdag liet ik mijn motorrijwiel staan en vergezelde ik te paard een officier naar de loopgraven achter Nieuwpoort. On derweg was ik getuige van het dalende mo reel van de Duitsche troepen. Een infanterist aarzelde aan het bevel van -den kapitein tot voortrukken in de vuurzone te voldoen en de hcele compagnie begon gedemoraliseerd te raken. De kapt" t-ein trok onmiddellijk zijn revolver en schoot den soldaat- neer, waarna de andere soldaten dadelijk do bevelen gehoorzaam de. Do verschansingen hier waren in de duinen en voor liet eerst was ik getuigt van een ongeloofelijke slachting in het handgemeen. Ik groef me oen klein hol aan het eind van een infanterie-Ioopcrhaf en zat daar luisterend naar het gefhiit der granaten, ziende hoe de mannen op enkele meters afstand bij troepjes werden weggemaaid. De Duitschers moesten eindelijk terug trekken en ik volgde hen op den voet, al raakte ik haast verdwaald in de ondergronds sche gangen der loopgraven. Onder voortdurend vuren van de Britsche oorlogsschepen trokken we door de duinen terug tot wc eeu uorpje bereikten, dat do basis was. Daar bleef ik den heelen volgen den dag en 's avonds toen ik met een dozijn officieren in bet huis, dat als hoofdkwani'-r dienst deed, dineerde, viel een Britsche granaat door het dak. Ik herinner me niets meer. eer ik mij zelf terugvond in een amibulancewagen op weg naar Brugge. Men vertelde me, dat allen in het- huis gedood of gewond waren. Twee der officieren met wie ik aan tafel had ge zeten, waren dadelijk gedood, een derde stierf in het hospitaal. Duitsche Roode Ivruis-mannen verbon den mijn wonden, die niet zoo ernstig wa ren als eerst) wel leek en na eenige dagen kon ik op eeu munitiewagen naar Antwer pen terugkeeren. Na korten tijd van rush kon ik naar Londen gaanvoorloopig h< o ik vau vechten genoeg. Twee dingen maak ten in het Duitsche leger den meesten in druk op me, n.l. het aantnl deserties 011 het aantul uitgereikte IJzeren Kruisen. De Belgische Burgemeester In vrijheid gesteld. Mca herinnert zich het geding van de burgemeesters en secretarissen uit de grens gemeenten om Tongeren, die cn voor den krijgsraad èn in hoogcr beroep vrijgosprnk. v. werden. Na die vrijspraak voor den Duilschen krijgsraad werden zij door den toen u»a li gen oommandant van Tongeren gevangen gel. ju*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5