N°. 16771 Woensdaa: 28 October. Tweede Blad. A*. 1914. Officieele Kennisgeving. Xon Moltke. Scène uit het bombardement van ntwerpen. Fransohe artillerie in gevecht. Een Gemeentcsohool te Antwerpeu. ingericht tot ambulanoc. door Duitsoh geschut vorwoest. Do yerwocito Schoenmarkt to Antwerpen. De geheel verwoesto Beddonstraat to Antwerpen. Een kijkje in do Lange Lóomstraat to Antwerpen. net verstrekken van voedsel aan arme inwoners van Brugge. Een Engelschman. met zware hoofd wouden, verlaat de loopgraven. Engelsche soldaten in de loopgraven. Schotsche soldaten spelendo mot Fransche kinderen. Rood© Kruxs- helpors gewonden in do loopgraven zoekende Hot inschepen van Marokkaausche cn Afrikaan- sohe soldaten naar Frankrijk to Algiers. Een Londenscho motorbus door do Duitschers to Brug ge buitgemaakt. Een gewond offioier bevelen gevende aan een onderoffioler. Een terugblik OP don Fransck—Dultschen oorlog van 1870—'71. r- De Canot-Automobiel bij het Franscho leger. Verpakking en vorzoudiïig van brooden voor het Duitsohe leger. Sokken voor de soldaten. De nieuwe Minister van Landbouw. Uit de Rechtzaal. Duitschland en Nederland. Ingezonden. MDSCÏÏ IN KOM STEN BELA STIN U Burgemeester cn Wethouders van Lei den, brengen in herinnering, dat den Bisten October o.ls., de 4de tenniju vervalt van de Plaatselijke Inkomstenbe lasting, dienst 1914, en dat alzoo op den lsten November minstens 7» gedeelten van den aanslag moeten zijn voldaan. Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit om, ter voorkoming van vcrvolgings- kostcn, tot de betaling van bet ver schuldigde ten kantore van den Gemeente ontvanger over te gaan. Voorts zij er op gewezen, dat, nu in deze ernstige tijdsomstandigheden vele uitgaven van de gemeente gevorderd worden, bet een dure plicht is, dat de belastingschuldi gen er zorg voor dragen dat, evenals buu huishuur cn andere schulden, ook hun bclastingpenningen stipt op tijd worden voldaan. Het verdient bovendien aanbeve ling om, zoo mogelijk, den gehcclen aan slag te voldoen. Burgemeester en Wethouders voornoemd N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 26 October 1914. Het morgen versohijnend nummer bevat uitslui tend foto's betrekking hebbondc op den Europee- aohen oorlog, door Correspondenten genomen, als: Een oude vrouw en haar kleindochter, voor wie. bU haar overhaaste vlucht uit Ostende. geen plaats meer aan boord was. De ingang van de groote bibliotheek to Antwerpen, door do Duxt- aohera bozot. De Duitsoho Kcizor on Gcnerual D© „Sts.-Crt." van gisteravond bevat een Kon. besluit van 36 October 1911, waaruij, mot ingang van een later te bepalen dag, is benoemd tot Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel de heer F. E. Posthuma, .voorzitter van het Neclerlandsch Instituut van Landbouwkundigen, en directeur van de Centrale Werkgevers-Risico-Bank. Gisteravond gaven wij reeds eenigo bij zonderheden omtrent den levensloop van den heer IP. Wij kunnen er thans nog aan toevoegen, dat hij zich heeft betoond te zijn een vlot en aangenaam spreker, wiens-hélder verstand spoedig de kern van ingewikkelde vraagstukken ontdekt. „D ©Residentiebode" zegt, na een korte levensbeschrijving van den nieuwen ti tularis gegeven te hebben, dat hij in zekeren zin een tegenstelling van den heer Treub is. De heer Posthuma is een landbouwspeciali- teifc, terwijl de heer Treub zelf bij de ope ning der jongste Landbouwtentoonstelling «verklaarde wel het onderscheid tusschen kool ©n andijvie te kennen maar dat daarmee zijn landbouwkeruiis ook zoowat ophield. Van den anderen kant, de heer Posthuma is meer blank wab economie en aanverwante wetenschappen betreft, terwijl de heer Treub daarin specialiteit was. Is het mis schien ook uit dien hoofde, dab de heer Treub zijn opera posthuma". zijn nagela ten. werk van het Staatspensioen, met zich uit het landbouwgr&f gered heeft'! „Het Vaderland" schrijft Met de benoeming van den heer Post huma tot. minister van Landbouw, enz. is aan het hoofd van dat in dezen tijden meer dan ooit belangrijk Departement geplaatst ecu man, die de belangen van den landbouw door cn door kent en die beschikt over een buitengewoon organisatorisch talent, zeker twee eigenschappen, die hem zeer te stade zullen komen in zijn nieuwen werkkring. Zijn organisatorisch talent is gebleken zoo wel in zijn functie als directeur van de Centrale Werkgcvers-Risico-Bank als in die van directeur van de Land- cn Tuinbouw- Onderlinge. Zijn kennis van den landbouw en land bouwbelangen heeft hij van huis uit. Kan men dus van zijn optreden als Mi nister do beste verwachtingen koesteren, het blijft natuurlijk een open vraag, of hij niet alleen nu, in den tijd, dat de Tweede Kamer bij uitstek meegaand is, maar ook later, als rustiger tijdperk aanbreekt, wat voor een Minister in de politieke arena met onrustiger tijdperk gelijk staat, zijn man voldoende zal kunnen staan. Politiek© er varing mist hij toch geheel, maardit kan soms ook een voordeel zijn. D© nieuwe Minister behoort tot de vrij zinnig-democratische partij, en is herhaal delijk voor een Kamer-candidatuur aange zocht, maar hoeft die steeds geweigerd. Wij spreken den wensch uit, dat hij in allo opzichten zal blijken the right man te zijn. De „Nieuwe Rotterdamsche Cou rant" ze.gt: De nieuwe Minister heeft, in hoofdzaak een lotndbouwopleiding genoten. Eerst later, door zijn directeurschap van de Centrale Werkgeversrisico-bank, kwam hij van meer nabij, zij het indirect, met nijverheid en handel, de twee takken van Staatszorg,die nu ook aan zijn hoede worden toevertrouwd, in betrekking. Het is te voorzien, dat de heer P. in de eerste plaats dus Minister van Landbouw zal zijn; maar wij mogen hopen, dat h:et enz., de nijverheid en de handel, niet in verdrukking zullen geraken. In de naast© toekomst zullen die het zelfs in de eerste plaats zijn, die 's Ministers aandacht en voortdurende zorg zullen eischen. Voortdurende zorg, èn de noodigs kracht toe zelfstandigheid. De heer P. komt aaai het Departement in e3n tijd, waarin velen met allerlei bïlangen op hem zullen trachten in te werken; hij moge dan zijn zelfstandig oordeel behouden, en de kracht bezitten wat in het welbegrepen algemeen belang g>3wenscht is door te zetten. Als landbouw-9pecdaliteit heeft hij getoond e>en goed organisator te zijn. Zijn organisa torisch© bekwaamheden zullen hem wellicht ook in zijn nieuw ambt te stade komen. De taak, die d.en nieuwen Minister wacht, zal 'in elk geval zwaar zijn, een eerste kracht waardig. Laten wij hopen, dat de heer P. zal toonon, zulk een kracht te zijn. .zoodat zijn benoeming zal blijken voor het minis terie een aanwinst te beteekenen. „De Nieuwe Courant" zegt' D© keuze van den opvolger vau mr. Treub als Minister van Landbouw, Nijverheid en Hand-el komt ons bij uitstek gelukkig voor. Dheer F. -E. Posthuma ia een man, in en met den landbouw opgegroeid en door zijn loopbaan met het bedrijfsleven van Nederland in vele zijner vertakkingen be kend en vertrouwd geworden. Hij., is een geestkrachtige persoonlijkheid, iemand van durf en „aanpakken", vau wil en daad. Organiseerend talent heeft hij getoond te bezitten, zoowel in zijn verschillende be trekkingen op het gebied van den land bouw, waarbij hij zich met name in do bevordering der landbouw-cooperatie onder scheidde, als in die van directeur der Cen trale Werkgevers-Risico.Bank. Zijn helder inzicht, in de practische behoeften van het bedrijf hebben landbouw en nijverheid beide in do jaren zijner werkzaamheid léereh waar- deeren. Niet bevreesd heeft hij zich ge toond voor verantwoordelijkheid, voor het nemen van snelle en toch doordachte beslis singen, op zijn veelzijdige ervaring in het gebied zijner werkzaamheid gegrond. Een politieke figuur is de hoer. P. niet; zijn opneming in het kabinet, in de plan Is van den hoer Bertling, ofschoon niet als diens opvolger, brengt in de staatkundige samenstelling daarvan geen verandering. Ook in zooverre voldoet deze benoeming aan -den eisch van het oogenblik, die ver bood, dat in de positie van het ministerie tegenover het parlement, ten gevolge van het aftreden van een d^r Ministersom per soonlijke redenen, verandering gebracht werd. Afgescheiden hiervan kunnen wij ons slechts verheugen in het optreden als mi nister van (een jeugdig en levenskrachtig man (eerst- ruim 40 jaren oud), wiens eco nomische inzichten .aan de onze in menig opzicht verwant zijn en die in zijn menig vuldige aanrakingen met het Dep., zoowel onder minister Talma's als onder minister Treub's beheer, vau een gezonde opvatting en een vaste overtuiging doorloopend blijk heeft gegeven. Moge de hoer P. parlementaire ervaring missen, nu de afd. Arbeidersverzekering, wel ker leiding aan zoodanige ervaring het meest behoefte heeft, in handen van den nieuwen M'inister van Financiën blijft, is er geen redon om rich. over dit gemis bij voorbaat te verontrusten. Daaraan zal overigens in hooge mate worden tegemoet gekomen door de bijzondere gave om zijn gedachten te fcrmuloeren' cn zijn meening duidelijk en bond'ig uiteen ste zetten, welke ijij in menige vergadering heeft getoond. Met vertrouwen zien wij minister Posthu ma op een voor het land gewichtig oogen blik plaats nemen in het bewind, aan het hoofd van een departement, van welks leiding en werkzaamheid voor het behoud en het herstel, van de welvaart der natie zooveel afhangt. Het „Utrochtsch Dagblad" laat zich aldus uit De benoeming zal in vele kringen, in het bijzonder in landbouwkringen, ongetwijfeld een aangenamen indruk maken hij is geen algemeen -bekende persoonlijkheid, aller minst een bekende politieke figuur, maar in de kringen van den landbouw is hij een diergenen, van wier porsoonlijkheid grooto kracht, en groote invloed is uitgegaan eon dier voormannen, aan wie onze landbouw bevolking zoo enorm veel te danken heeft en op wier Initiatief de laatste jaren zoo vele nieuwe banen van voorspoed en wel vaart zich hebben geopend. De heer P. is in do eerst© plaat© land- bouwspecialiteitop dat gebied heeft hij reeds, jong als hij is, uitnemend werk ver richt werk in velerlei richting, practisch en theoretisch, op Het gebied der landbouw wetenschap zoowel als op dat dor coöperatie en verzekering. De heer P. is een dier man nen, die de teugels van het bestuur maar in de hand behoeven te nemen, om eonigs- zins in het zand geraakte karretjes weer op het goede spoor te brengeneen organi sator, een leider bij uitnemendheideen energiek en vooruitstrevend man, met. groote begaafdheden. Een politicus is de heer P. nietwel is waar is hij de vrijzin nige beginselen toegedaan, zolfs de zéér vooruitstrevende vrijzinnige beginselen, maar op den voorgrond getreden in het po litieke leven is de nieuwe Minister niet zijn werk verrichtte hij, zijn arbeidskrachten gaf hij in het belang van gillen, door prac- tisfcho maatregelen en gezonde beginselen nieuw leven brengend in vaak verouderde en uit den tijd geraakte toestanden maar de politiek bleef er bij buiten spel het extra-parlementair cachet van het Kabinet blijft dus door de uittreding van minister Bertling en de intrede van minister Posthu ma volkomen bewaard. De nieuwe Minister doet onder zeer moei lijke omstandigheden zijn intrede in het Ka binet; ook aan zijn Dep. stelt de oorlogs crisis meer dan gewone cischen Maar de heer P. heeft zich op ander gebied onder óók méér dan gewoon-moeilijk© omstandig heden een krachtige figuur getoond, waar van leiding en initiatief uitging. Dat geeft ons vertrouwen voor de> toekomst en doet ons, óók in samenwerking met den nieuwen Minister van Financiën, veel goeds ver wachten. Rotterdamsohe Rechtbank. Jlet Kamerlid Spiekman voor do Rechtbank. Het O. M. .bij de Rotterdamsche recht bank eischte tegen (den heer II. Spiekman 1 maand gevangenisstraf, wegens jYct op nemen in het „Volksweekblad" van 8 Aug. van een artikel, waarin werd geschreven, dat de kruidenier H. van der Pols, te Charlois, een bankbiljet van 10 gulden voor 8 gulden in ontvangst zou hebben ge nomen. Dit zou gebeórdozijn in de jong ste crisis-dagen. Amsterdamsehc Rechtbank. De Vergiftiging aan den Koninginneweg. De zaak tegen H. C. J. Wijnoogst, be-: schuldigd van poging tot moord (vergif tiging) op zijn moeder, broeder en zuster, te Amsterdam, werd heden voor dc vijfde kamer der rechtbank in openbare zitting behandeld. Voor de behandeling van deze zaak zijn 'een aantal dagen gereserveerd. Er zijn 27 getuigen gedagvaard, onder wie zes deskundigen (scheikundigen). Her O. M. wordt waargenomen 'door m'"- W. L'. Luyken Glashorst. Als verdediger van den beklaagde treedt op mr. Th. Muller Massis. Aan beklaagde vvercl ten laste gelegd, dat hij te Amster dam, ter uitvoering ,van het door hem na kalm beraad en rustig overleg beraamd en opgevat voornemen, om zijn moeder Alicia van Dijk, weduwe van IT. Chr. J. Wijnoogst, zijn broer Dirk Wijnoogst en zijn zuster Alida A. J. Wijnoogst, althans één of twee hunner,- van het leven le be- rooven. 1. Op 10 November 1913 opzettelijk in een flesch, gevuld met melk en staande in het destijds door bovengenoemde per sonen bewoonde bovenhuis van het per ceel Koninginneweg 190, welke melk be stemd was om door die personen te wor den genuttigd, een hoeveelheid cyaan-ka- lium, althans een hoeveelheid van een stof, bevattend oen blauwzuurverbinding, heeft gebracht, en wel een zoodanige hoeveel heid, dat zij bij nuttiging van die melk den 'dood van dengene, die er van ge nuttigd liad, ten gevolge zou hebben, zijn de evenwel de verdere uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf niet vol tooid. alleen ten gevolge van de van zijn wil afhankelijke Omstandigheden, eensdeeis, dat niet ieder van de hierbovengenoemde personen .een hoeveelheid van die melk heeft genuttigd, anderdeels, dat bij den- gene der drie gemelde personen, die een gedeelte van die melk genuttigd heeft, de nuttiging 'daarvan geen cloodelijk gevolg heeft teweeg gebracht. 2. Op of omstreeks 12 November 1913 opzettelijk in een karaf,- welke eveneens in het bovengenoemde destijds door meerge noemde personen bewoonde bovenhuis stond en waarin zicli water bevond, het welk bestemd was om door een of meer van die drie personen te worden gebruikt, een hoeveelheid cyaankalium, althans een hoeveelheid \an een stof, bevattende een blauwzuur-verbinding,- heeft gebracht, en wel een zoodanige hoeveelheid, dat zij bij gebruik 'van liet water als drinkwater, den dood van den gebruiker ten gevolge van de van zijn wil afhankelijke omstandig-- heden, jóiat niet ieder van de (drie hier boven genoemde personen zich van het zich in die karaf bevindende water heeft bediend, anderdeels dat voor zoover van dat water door een of meer dor ge-' noemde personen is gebruik gemaakt dat gebf uik geen doodclijk gevolg lioeft teweeggebracht. lu overleg met de Britsche sectie \an het Internationaal Socialistisch Bureau ma-aki/ do heer P. J. Troelstra een rondreis door de verschillende Europeesche hoofdsteden. Dezer dagen bevond hij zich te Berlijn, waar hij een onderhoud had met den waarncmen- den Duitschen minister van Buitenlandschc Zaken, Zimmermann. In „Het Volk" schrijft de heer Tro'elstra hieromtrent het volgende: „Voordat :k nu med-edeeling doe van ver schillende besprekingen met I>uitsche partij- genooten over don oorlog, wil ik verslag ge ven van een kleine diplomatieke zending, die ik, nu tocKeenmaal in Berlijn zijnde, mij zelf heb opgedragen. Aanleiding hiertoe vond ik in een onderhoud met onzen Mün- chener partijgenoot, dr. Adolf Muller, die mij voor enkele weken bezocht. Ik deelde hem mede, dat dc oude vrees van ons volk, voor do annexatiezuebt van Duitschland niet weinig door liet optreden van dat rijk in dezen oorlog is versterkt. Als zooals tot heden het geval schijnt alles aan de „oorlogsnoodzaak" cn de machtsbegeerte der grooten mag worden opgeofferd, wat- moot er dan worden van het recht en de vrijheid der kleinen Wat is dus uw meening zoo vroeg ik hem, over de plannen der Duit- scho regeering ten opzichte der nationale 1 zelfstandigheid en integriteit (.onschend baarheid van grondgebied; van ons land i Het antwoord van onzen partijgenoot, met groote beslistheid gegeven, vindt men hier onder. Het was gunstig genoeg om te wen- schen, dat het werkelijk de meening der Duitsche regeering weergaf en toen ik nu toch naar Berlijn moest, besloot ik, mij per soonlijk van die meening te overtuigen. Bij den Duitschen gezant in Den Haag vroeg ik dus een introductie bij den leider der Duitsche buitenlandsche politiek, den staatssecretaris van het „Auswartige Amb", von Jagow. De heer von Mfiller zeid© mij dat deze niet in Berlijn, maar in het .hoofd kwartier van den genera-Ion staf aanwezig wasmaar, dat hij bereid was, bij diens plaatevervanger, den onderstaatssecretaris Zimniermaiin, telegrafisch voor mij belet to vragen, wat ik dankbaar aanvaardde. Zoo anti-chambreercle ik dezer dagen „mot andere diplomaten" een paar maal in de Wilhelmstrasse en opdat het resultaat, van mijn bezoek zoo duidelijk mogelijk zou vaststaan, heb ik het bericht, daarvan door mij opgemaakt, den heer Zimmermann ter goedkeuring voorgelegd. Zijn antwoord op mijn vraag, hieronder opgenomen, is dus volkomen authentiek en hij weet, dat het aldus door mij zou worden gepubliceerd. Ziellier dan het bericht van ons onder houd Ik deelde den heer onderstaatssecretaris mede. dat partijgenoot Adolf Miiller mij had gezegd, de verzekering te kunnen geven, dat de Duitsche regeering er niet aan denkt, de onafhankelijkheid en de vrij© wilsbepaling van ons land te schenden en dat zij op geen wijze zou trachten, Neder land een verhouding tot Duitschland op to dringen, di© niet overeen zou komen met den eigen vrijen wil onzer natie. Ik wees op de beteekenis dezer verkla ring van de verhouding tusschen beide sta ten en verzocht den heer onderstaatssecre taris, mij te willen zeggen, of bij zich er mede kon vereenigen. Het antwoord, dat ik kreeg, luidde als volgt-: „Ik kan u de woorden van den heer Mul ler slechts bevestigen. De Duitsche regee ring kent do Hollanders, zij weet, dat deze een zelfbewust en evenals mijn Oostprui- sische landgenooten eigenzinnig volk zijn. Wat zouden wij met hen beginnen Geen ernstig monsch bij ons denkt er aan, den Hollanders geweld aan te doeu, om uw land bij het Duitsche Rijk in te lijven. Wat ook deze of gene privaat-persoon vroeger wel moge gezegd of geschreven hebben, in do Duitsche regeering -bestaat t-en opzichte der onvoorwaardelijke erkeaning der Hol- landsche onafhankelijkheid cn integriteit de meest volledige eenstemmigheid. Dit kan ik u niet slechts persoonlijk, maar ook ambtelijk verzekeren. „Dit, wat de politieke onafhankelijkheid betreft, di© u wel het eerst interesseert. Over de ekonomisclie verhoudingen na den oorlog is thans nog niets te zeggen. „Ik zou mij kunnen voorstellen, dat zich in aansluiting aan dén oorlog een economi sche toenadering tusschen verschillende staten ontwikkelt, en dat Holland het dan zelf in zijn belang zou achten, zich daarbij aan te sluiten. Maar ook in zulk een geval zou iets nieuws tusschen ons en Holland slechts op vriendschappelijke wijze tot- stand komen". Hierbij teekent de „Tel." het volgende aan: „Deze verklaring van den 'onder-staats secretaris voor Buitenlandsche Zaken aan den politieken leider onzer sociaal-demo cratische partij laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Na afloop van den oorlog, wat uit den mond van den heer Zimmermann. niets an ders kan beteekenen dan: als wij, Duitschers, gewonnen hebben, zullen wij wel zoo vrien delijk zijn aan Nederland's politieke onaf hankelijkheid niet te raken, doch met zijn economische is het uit. Natuurlijk. HeeFt. iemand in het neutrale Nederland ©r ooib aan getwijfeld Met Duitschland als overwinnaar wat dus zeg gen wil, dab Engeland ter zee vernietigd ia excusez du peuzal ons klein landj© van alle zijden, omgeven zijn door het groot© Duitsche Rijk. Amsterdam en Rotterdam zullen, rneb concurrenten als Antwerpen, Emden, Bremen en Hamburg, doodgekne pen worden en Holland, politiek onafhan kelijk gelaten, zal ziohzclf „annektiren", om met het woord van Bismarck te spreken.: Tenzij het zich oconomisch geheel afhanke lijk van Duitschland maakt. Dan zullen onz© havens bloeien en groeien cn dc Duitsche invasie, thans reeds zoo sterk, zal ziender- oogen. toenemen en aangezien een staat, die van een anderen, invloed rijkeren economisch! afhankelijk is, t-en slotte als een rijpe vrucht in den schoot van den machtigen nabuur valt, zal het met onze politieke onafhanke lijkheid ook gedaan zijn. Wat tc bewijzen was Aangenomen natuurlijk, dat EngelancI's heerschappij ter zee met- dezen oorlog ein digt Mobilisatie. Harmonie-Muziekkorps. Hooggeachte Redactie. Mag ik U even mededeel en. dat bij het lste bataljon 4de regt. inf., hier in garni zoen, een mobilisatic-barmoriie-inuziek- korps is opgericht, stellig geen wereld schokkende gebeurtenis maar even zeker iets,dat .aan den troep en vooral aan de ar- tisten aangename oogenblikken zal verschaf fen. Indien nu ieder Leidsch ingezetene eens naarstig in huis en hof rondzocht of er soms op de rommelkamer of ergens anders een eensgebruikt stel bekkens, een klein© trom, een piston oF een groote trom te vin den was. waarop nog behoorlijk geblazen kan worden en deze voorwerpen zou willen afstaan, zoo noodig tijdelijk, dan zou dat ■hoogélijk gewaardeerd wordenen nu komt de aap uit- de mouw, indien er eens leven waren, die bijv. een dubbeltje of een kwartje zonden, zou ons dab buitengewoon verheugen cn wij geven de plechtige verze kering, dat, waneer wij triomfantelijk met ons eigen korps door dc stad trekken, iedet' geefster of gever officieel het recht heeft don alsdan te spelen marsch te beschouwen, als speciaal te harcr of zijner eer geblazen. U dankzeggend voor do verleende plaats ruimte. Hoogachtend, Uw dienstw. Kapitein F. LEERS, beschermheer van het mobilisatie-Muziek korps van I 1 K. I. Hoofdkwartier van het korps school Latt* gebrug. Muziek loor Militairen. Zeer Geachte Redactie 1 Het is ons, miliciens van de 1de comp. 3de bat. School Boomniarlct-, alhier, gelukt, na- gezamenlijke maandelijkschc bijdragen oen piano te huren. Daarbij bevindt zich in ons midden o. a. een lste-klassc-pianist, zoowol als violist, die ons, zooals vanzelf spreekt, ten zeerste door hun talenten kun nen boeien. Echter, cn dit is van groot belang er ontbreekt ons goede muziek, zooals opera's, etc. Bekend met de bereidwilligheid die u te genover ons, militairen, steeds bet-oondo, wagen wij het ons tot u te wenden om door middel van uw veelgelezen blad de aan dacht uwer lezers daarop te vestigen. Zeer zeker zou het ons zoodoende geluk ken goede muziek bijeen te krijgen, waar voor intussch.cn dc meeste zorg zou worden godragen. Wij vleien ons, dat u a-an ons vorzoek gevolg wilt geven en hebben de eer te zijn Met de meeste hoogachting dc milicien© van de school Boommarkt. Namens allen J. ITALIAANDER. Leiden, 27 Oct. 1914. De werkzaamheden te Hazerswoudc. Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoek ik U ccnige plaatsruimte in Uw veel gelezen Blad. Bij voorbaat mijn hartelijken dank. Tot mijn grootste verwondering las ik in het verslag der Raadsvergadering van Oc tober j.l. der gemeento Hazerswoudo, dat het in die gemeente met dc werkzaamheden nogal gunstig is, daar tot nu toe in die ge meente nog geen bedrijf was stop gezet. Maar hoe verklaart men dan het besluit van den heer C. Filippo, fabrikant (tevens Raadslid), die er den Aden Augustus 6 i\ 7 ongehuwden cn den ltden Augustus écn gehuwde en 2 ongehuwden gedaan heeft gegeven, daar het draineerbuizen-bedrijf was stop gezet-, wegens oorlogsomstandig heden En dat hij bovendien zijn werklie den, die vast salaris genoten, den 7den Augustus uurloon ging uitbetalen, zoodat zij ƒ2.50 k f 3 minder ontvingen, cn ook zij deelden heb zelfde lot, die per maand wer den uitbetaald. En tot heden tee laat de heer C. Filippo zijn volk nog steeds 10 pCt. van hun loon betalen, omdat genoemde lieer, zoo hij zegt, dit ook moet geven. Dus naar mijn meening heeft er in di© gemeente wel degelijk een stopzetting van het bedrijf plaats gehad. Hoogachtend. K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5