De Eurojieesche Oorlog.
Ingezonden.
uitgevoerd, dan is dit de echuld van Regen
tenniet van. den Gemeenteraad,
Ovea* deze kwestie werd door de hoeren
Kruit, Par le vliet, Zijl li er, R. Ouweliand en
den Voorzitter het woord gevoerd en mét.
op één na algemeens stemmen besloten tot
den aankoop van den grond van den heer
Van Wijk over te gaan. De heer Parlevliet
fitemt tegen.
Alsnu wordt besloten voor den grond van
het Weeshuis onteigening aan. te vragen,
®.l zou de Voorzitter wenschen, dat Rogenten
alsnog waren over te halen.
De heer Aan de Wiel vraagt of men de
et raat niet om den grond van het Weeshuis
heen kan leggen, wat, zooals de lveor R. OuwV^
hand nader met het uitbreidingsplan in han
den uiteenzet, niet mogelijk is.
Van verschillende zijden wordt nog do
wenscli uitgesproken, dat het bestuur van
het Weeshuis als nog inschikkelijkheid zal
betconen.
In verband met dp vaartverbetering ÏJmui-
denKatwijk-aan-Zee hebben B. en W. zich
in verbinding gestold met liet Dag. Be
stuur der gemeente Leiden tot verbreeding
der bruggen niet zooals dit zou geschieden
tot 7, maar Iqt 8 Meter breedte, in de
vaart aldaar. Zoodanige zijn er drie. B. en
W. van Leiden stollen voor de meerdere
kosten, f4400 bedragende, ieder voor do
helft to dragpn. Ka eenige discussie wordt
daartoe mc-V ülgemeene stommen besloten.
Do lieer R. Ouwehand lichtte vooraf dit
Voorstel nog toe. Daaruit bleek, dat ge
doemde bruggen toch door Leiden zouden
worden verbreed, echter tot slechts 7,50 M.
Tot leden van hot stembureau voor de ver
kiezing van loden dor Kamer van Koop
handel op 13 Nov. werden aangewezen: voor
Katwijk aan den Rijn B. en W. en voor
Katwijk-aan.Zoe de hoeren Parlevliet, Aan
ido Wiel en Don Duik.
Do begrooting dienst 1015 voor de water-
leading werd zonder discussie vastgesteld,
op f14,000 in ontvangsten en uitgaven
jen die van de Gasfabriek op f 74,500.
Hierna kwam in behandeling de gemeento-
begrooting.
Algemcene beschouwingen werden niet ge
boerd, waarna do uitgaven in behandeling
kwamen.
De heer Kruit stelt voor om de jaar
wedde van den burgemeester van f2500 terug
to brengen op f 2200, luet bedrag, waarbij dezo
wedde bij Kon. Besluit is vastgesteld. Het
voorstel werd met 9 tegen 5 stemmen aan
genomen. Tegen de heeren De Klerk, Par
levliet, Van Walsorn, De Ruiter Zijlkcr en
de Voorzitter.
Het subsidie dor Visschorijschool werd
yerhoogd mot f150 en gebracht op f450.
In ontvangst en uitgaaf word de be.groo-
ting aangenomen op f 121,0S0.G072. met een
onvoorzien van f 1356,9372 en een post voor
den hoofd, omslag van f 22,000 of f 2000
minder dan verleden jaar.
Ten slotte kwam nog in behandeling een
ftcluijven van het Plaatselijk Steuncomité om
zoo noodig over te gaan tot den aankoop
van levensmiddelen, hetzij door die te be
trokken van het Kon. Nat. Steuncomité, het
zij door zich daartoe zelfstandig de noodige
fondsen te verschaffen. De ingeslagen levens
middelen zullen dan tegen den kostenden
prijs in de gemeente verhandeld worden,
wanneer zulks noodig is.
Den kapitaal van f 10,000 zal noodig zijn.
Het PI. Steuncomité wil zich voor het be
drag garant stellen, indien echter de ge
meente zich bereid verklaart het mogelijk
tekort te dekken door bij te passen.
B. en yv. adviseeren den Raad aan het
Verzoek, in dit schrijven vervat, te voldoen.
Als de Rand hiermede accoord gaat, stellen
B. en W. tevens voor een commissie uit. den
Raad te benoemen, belast met liet toezicht
op het financieel beheer van voornoemd Co
mité.
Na eenige discussie wtórd overeenkomstig
het praeadvies besloten.
Na rondvraag mórkto de heer De Klerk
op, dat de gebouwen, waarin hier de mili
tairen ingekwartierd zijn, geen nood-uitgan
gen .hebben.
Do Voorzitter zal er met den commandant
j>ver spreken.
Verder zegt hij, dat in de Hoogstraat een
revel op het invallen staat. („Van een hooi
tas!" wordt er geroepen.")
Do Voorzitter zegt ook hier oen ondot-
Z'"r-*k t-oo.
Do lieer Zijl kor wijst etr op, dat op do
groenteveiling aan den Hoogen Rijn de grocn-
tenkarren dikwijls dc^i weg versperren. An
dere leden stommen dit toe.
Ook hierin zal de Voorzitter trachten to
voorzien.
Rodewagens op de Hoogstraat.
Mijnheer de Redacteur
Verzoeke beleefd opneming van het na
volgende. Bij voorbaat mijn dank.
Nu de brug aan de Donkerstoeg haar
voltooiing nadert, is het duidelijk, dat
door haar verbreeding de toegang tot de
Hoogstraat, voor het vervoer van voertui
gen vooral, zeer zal verbeteren.
Niet ondienstig acht ik het, dat bevoeg
de autoriteiten nu ook overgaan tot het
verplaatsen naar de rustige Hooglandsche
Kcrkgracht van de Bodewagens, tot nu
toe geposteerd op de Hoogstraat.
Deze onooglijke wagens ontsieren daar
ten zeerste het centrum der stadmaar
bovenal belemmeren zij het verkeer, door
dien zij veelal bij hun wagens nog andere
wagens hebben staan, die bij hen laden
lof overladen.
Een wonder mag het dan ook genoemd
worden, dat daar nog geen ongelukken
xijn voorgekomen.
Het plaatsen van alle bodewagens op
'één punt, hier de Hooglandsche Kerk-
gracht, heeft ook dit voordeel, dat be
langhebbenden voortaan niet meer behoe
ven te zoeken, wetende, dat voor de bo
den genoemde gracht de aangewezen
plaats is.
Uw Dw. A b o n n
Leiden,, October 1914.
De Noordzee sluiten!
Dozo radicale maatregel stelt de marine-
medewerker van de Times'' voor. Waar
door zijn de „Hawke" en de kruisers van
het ,,Hogue-type" in gevaar gekomen? Zij
wTerdon gebruikt als politie-vaartuigen, om
toezicht te houden op den neutrale scheep
vaart, waar vijandelijke schepen gemakke
lijk onder kunnen doorloopen. Dezo diensten
hebben hechts zeer indirect met de verdedi
ging des lands to maken.
Men make het zich eenvoudiger. Het vol
kenrecht kent een oorlogvoerende mogend"
heid de bevoegdheid toe de zee af te sluiten.
Langs een lijn van de Shetlandsche eilanden
naar de Noorsche kust met zoo noodig een
smallen open doorgang na-ar het Skagirak
zou de „Times"-man dit willen bewerkstel
ligen. Yoor den patruoilledienst zoudeD dan
niet meer zwaanbemande kruisers gebezigd
behoeven te worden. Stoombooten met een
16 mijls vaart en treilers met een paar ka
nonnon bewapend, zouden het werk kumien
doen.
Het blad weet verder to vertellen, dat bij
de Engelsche regeering de sluiting van do
Noordzee reeds in overweging is genomen.
Torpedo's afgeschoten op een
Deensche Duikboot.
In de internationale wateren heeft tus-
schen Nakkehoved en het vuurbaken van
Kullen een tevoren niet opgemerkt© duik
boot twee torpedo's afgevuurd op de Decn
sche duikboot ,,Havmanden", die met een
vaart, van vijf knoopen aan de oppervlakte
van het water voer. Beide schoten misten.
De Deensche duikboot voerde de Deensche
vlag. Gisterochtend vroeg is aan het strand
van Nakkehoved een torpedo aangedre
ven, welke daar ontplofte.
De oorlogvoerende mogendheden, die bij
dit voorval betrokken konden zijn, zijn van
het voorval in kennis gesteld met het ver
zoek in den vervolge groot-er voorzichtig
heid te betrachten.
National Tidende" meldt omtrent het
gebeurde: De duikboot bevond zich een
flink stuk buiten de Deensche territoriale
wateren, toen de commandant, plotseling een
wit-to t.reep in het water zag. Het was hem
dadelijk duidelijk, dat. deze streep van een
torpedo moest zijn, welks koers dien van do
duikboot kruiste.
Do boot., welke slechts met een snelheid
van 5 zeemijlen liep, kon de koers niet zoo
spoedig veranderen. Do bemanning was op
het ergste voorbereid. Gelukkig ging de
torpedo onder de kiel van de boot door
zonder schade aan te ric-hten. Enkele minu
ten la tor zag de gezagvoerder weer een
verdachte 6treep schuim op 't water, doch
ditmaal bevond men zich niet in de richting
■die de torpedo volgde.
De duikboot voor onmiddellijk naar Deen
sche territoriale wateren terug. Ofschoon
men scherp uitkeek, was er niets van een
vreemde duikboot to bespeuren.
Het Wolff-bureau voegt hieraan toe
Va/n officieele zijde ontvangen wij be
richt, dat de beide torpedo's niet door een
Duitsch vaartuig zijn afgeschoten.
Spiocnenvrces in Engeland.
Volgens de „Times"" heeft de Engelsche
minister van bmnenlandsche zaken last ge
geven, dat geen Belgische vluchtelingen
aan do Oostkust van Engeland mogen on
dergebracht. worden, aangezien er gevreesd
wordt, dat Duitsche spionnen zich onder de
vluchtelingen hebben gemengd. Een groot
aantal Belgen, die reeds in Huil en om
streken waren gehuisvest, moeten elders
Keen. In Plymouth mogen ze ook niet ko
men. Volgens een bericht zijn er te Dover
40 Duitsche spionnen onder de vluchtelingen
gevonden. Maar wat er tegenwoordig al in
Engeland niet als Duitsche spion wordt
behandeld.
De „Times" meldt ook nog aangaande de
BcTgische vluchtelingen in Zeeland, dat- ze,
volgens een miss Sheepshanks, van de In
ternational Women's Relief Committee, die
Donderdag met 500 pd. St.. aan levensmid
delen naar ons land is gegaan, 420,000 tel
den. Tienduizenden hunner, zegt juffrouw
Sheepshanks, hebben, al doen de Nederlan
ders hun uiterste best, geen dak en geeD
et-en. Geen eten is sterk gezegd.
Churchill bij 't Beleg van Antwerpen.
Uit Antwerpen te Londen teruggek. mar.-
soldaten deelen mede, dat-minister Chur
chill hen daarheen heeft vergezeld en tot
■het- laatst met. hen in de loopjgraven is ge
weest.
Churchill heeft ook de stellingen der
Duitschers per vliegtuig verkend.
liet Enthusiasme in Zuid-Afrika.
Uit Johannesburg wordt aan de „Daily
Telegraph" gemeld, d'at generaal Bot/na de
volgende week Pretoria verlaten zal om
zich aan het hoofd van de troepen te stel
len, die tegen den vijand zullen oprukken.
De recrutecring gaat geregeld door en sinds
het verraad van Maritz is de lust der jon
gelui om dienst te nemen nog groot-er ge
worden. Van alle deelen der Unie stroo-
mcsQ vrijwilligers toe. Witwatersrand lever
de een aanmerkelijk grooter contingent dan
waartoe het verplicht waa. In Benoni, waar
nog kort geleden stakingsonlusten heersch-
tera, is sinds den oorlog-de orde hersteld.
Het optreden van de „Emden".
Lloyds agent te Colombo seint, dat de
admiraliteit meldt, dat de Engelsche
stoomschepen „C'hilkana", „Troilus",
„Benmohr" en „Clan Grant", alsmede
baggermolen, waarschijnlijk de „Ponrab-
bel", gezonken zijn.
Het stoomschip „Exford" werd door den
Dultschen kruiser „Emlen" genomen.
Over de gezonken schepen kunnen wij
de volgende bijzonderheden medcdeelen i
De „Benmobr" was een schip van é00ö
ton, gebouwd in 1893 en toebehoorend aan
William Thomson, te Leith.
De „Clan Grant", gebouwd te Glasgow
in 190*2, had een inhoud van bijna 4000 ten.
De „Troilus" was een der nieuwere
schepen van de Ocean Steamship Co.
Duitschers te Luik.
Een correspondent van de „Daily Mail",
die zich een tijd lang in een dorp bij Luik
had schuil gehouden en toen naar Neder
land is gegaan, vertelt, dat de Duitschers
zich rondom de forten sterk verschansen.
Zij doen hun best om de vernielde koe
pels te herstellen, maar zouden daarin
nog niet geslaagd zijn. Duitschers, die te
Luik wonen, helpen bij het herstellen van
de machinerieën. Zij vellen de bosschen
rondom de forten en leggen mijlen lange
schansen met prikkeldraadversperringen
aan. Op de bruggen zijn barricaden en an
dere versperringen aangebracht en op
sommige openbare gebouwen machine-ge
weren geplaatst.
Ook bouwen de Duitschers een nieuwe
Zeppelinloods ten noorden van de stad.
Een tijdelijke, die eerst -was opgericht, had
niet voldaan.
Een dapper Wapenfeit der Fransclie
Cavalerie.
Verleden week staken de Duitschers een
voelhoren uit in de richting van Haze-
brouck. Wanneer die plaats eenmaal be
zet is, zou eën overrompeling van Calais
niet moeilijk zijn. maar de poging werd
verijdeld en in den nacht van Vrijdag ging
de Fransclie ruiterij tot. den aanval over
en verrichtte een dapper wapenfeit.
De Pruisen hielden den rechteroever van
de Lys in sterk getal bezet. Zoeklichten
en mitrailleurs speelden op de twee door
waadbare plaatsen te Meuville en Estai-
res. De Franschen moesten echter de
rivier over. De Fransche ruiter aan voerder
slaagde erin zijn manschappen onder dek
king van de duisternis te verzamelen op
een punt niet ver van Aire, aan den lin
keroever van de rivier, zonder dat hij ont
dekt werd. Een van zijn manschappen, die
een ervaren zwemmer is, kleedde zich fluk3
uit en sprong met. een dunne lijn bij zich
te water. Toen hij den anderen oever be
reikt had trok bij aan zijn lijn een zwaar
touw over, dat snel werd vastgemaakt en
waarlangs manschappen en paarden be
gonnen over te zwemmen. Toen de dag
aanbrak, waren er 2000 Fransche dragon
ders aan den rechteroever van de Lys.
De uhlanen, die geringer in getal en in
hun flank bedreigd waren, trokken toen op
Armenttièree terug.
De put op het Slagveld.
Een Hauptmann der infanterie, uit Rus-
laad gewond teruggekeerd vertelt in de
„Pesti Hirlap" het volgende:
„Onze troepen kampeerden ergens in
Rusland, Sommige punten werden bezet,
maar gevochten werd er niet. Ver van de
hoofdmacht had Hongaarsche infanterie een
onafzienbare weide bezet. Ze hadden ver
schansingen gegraven, waarin ze woonden.
Voor hen uit breidde zich de eindelooze
grasvlakte uit, een heel eind verder lagen
echter ook de Russen. En ook de Russen
hadden schansen gegraven en vochten niet.
Van geen van beide zijden kwam het bevel
tot den aanval. Ze beschouwden zich wel als
vijanden, maar bleven allen werkeloos.
En beide partijen leden een ontzettonden
dorst.
In den rug van de Hongaren was nergens
wat-er t-o bekennen. Maar vóór hen op de
weide, zoowat midden tussehen Russen en
Hongaren in was een waterput. Eenzaam en
verlaten. Waarschijnlijk had hier voor kor
ten tijd nog een boerenhofstee gestaan;
door den oorlog verdwijnt er zooveel van de
aardoppervlakteHier was tenminste alleen
nog maar de put overgebleven.
Plotseling zagen onze soldaten, dat twee
Russen op weg waren naar den put; toen
volgden er tien, toen twintig en
een paar seconden later was de
heele Russische afdeelmg op marsch naar
den put. Ook zij leden geweldigen dorst.
Toen nu de eerste Russen aankwamen legden
zich onze mannetjes direct neer met het
geweer in den aanslag, het vizier op den
juisten afstand ingesteld. Maar zo wacht
ten af, wat er verder komen zou. Ze zagen
de Russen vreedzaam om den put staan, een
emmer water ophalen en drinken. Wie zijö
dorst gestild had, keerde langzaam terug.
Onze soldaten zagen rustig toe en schoten
niet; er was hun door niemand trouwens
order toe gegeven. En zoo deden ook de
Russen. Toen ze allemaal gedronken hadden
stond de put weer eenzaam en verlaten
maar niet lang
Want plotseling stonden ook twee van
onze infanteristen op en gingen, het geweer
onder den arm, naar den put, al spoedig
door de geheele atdeeling gevolgd. Emmers
met- water werden opge-zwengeld, om den
vreeselijken dorst "te stillen. En nu keken
de Russen rustig toe, met de ellebogen op
den rand der loopgraven, en ook zij -dachten
er niet aan, op de onzen te vuren. Daarop
werd alles weer stil op de onafzienbare
steppe.
Dat was in den voormiddag.
's Avonds kwamen de Russen plotseling
weer uit hun loopgraven, maar nu zonder
eenige vree^ te toonen. Ze dronken en gin
gen weer terug. Toen zei er een van ons:
„Komt, jongens, nu zijn wij weer aan de
beurt
Hetzelfde geschiedde ook nog den vol
genden morgen en middag. Maar toen was
het voor het laatst. Toen ze van den put te
rugkwamen, kregen ze bevel tot den aanval.
De geweren werden aan beido zijden in den
pojislag gelegd en een oogenblik later begon
het snelvuur, totdat de onzen opsprongen
eh er met de bajonet op ingingen. De offi
cier werd gewond j hospitaalsoldaten namen
hem op en verpleegden hem voorloopig.
Bij den put was do weide bezaaid met ge
wonden en dood en, Ruseen en Hongaren
door elkaar. Het geveoht werd voortgezet,
maar niet meer op de weide, daar de Ru»-
sen in het gebergte waren teruggetrokken.
's Avonds toen de officier weggedragen
werd, heerschte alom rust. Ook op de weide.
De dooden werden begraven, de gewonden
weggebracht en als tevoren stond daar nog
altijd midden op de steppe, de waterput,
eenzaam e>n verlaten.
Oorlogsellende
Een gewonden-transport.
Uit Parijs 6tuurt de correspondent van
de „Daily Tel." het volgende verhaal over
de aankomst van een trein met gewonden.
Ik verliet Parijs per auto om naar het
spoorwegstation van A. te gaan, een rit van
ongeveer vijftien mijl.
Mijn plan was, er getuige van te zijn,
hoe een aantal Fransche en Amerikaansche
dames zich kwijten van hun vrijwillig-opge-
nomen taak, den zieken en gewonden solda
ten, die bij hun vervoer van het front naar
de hospitalen in afgelegen provincieplaatsjes
A... passeeren, vervei*schingen aan te bie
den.
Wij naderen het station. Het perron
wordt bewaakt door Fransche reservisten id
hun roode en blauwe uniform.
Binnen een half uur stond, in vier groot©
ketels, koffie, melk, soep en thee boven
houtskoolvuren te koken, terwijl op lange
tafels brood, kaas chocolade, biscuits en
ander vast voedsel lag voor hen, wier toe
stand hun veroorloofde het te gebruiken.
Langzaam daalde de nacht over dit too-
neel. Van tijd tot tijd zwoegde een eindeloos
lange trein, soms getrokken door drie lo
comotieven, door het station met een trans
port voedisel en andere levensbehoeften
naar het front. Eenmaal ratelde een ex
press-locomotief fluitend, met één waggon
in een zestig mijls vaart- voorbij om een
staf-officier van het front naar Parijs te
brengen.
Toen alle toebereidselen gereed warm,
volgde er een poos wachten, totdat om
ongeveer 8 uur aangekondigd werd: „Da
mes en heeren, een trein met vierho ïderd
gewonden zal dadelijk aankomen!"
Kannen werden gevuld met heet© dranken
manden met mondvoorraad en kleer.Mi cu
toen kroop van uit do duisternis langzaam
een lange trein binnen, voor hel grootste
gedeelte gevormd uit derde klas wagens en
die rechthoekige, doosvormige vee-wagens,
die in landen, waar algemeen© dienstplicht
bestaat, bij do mobilisatie gebruikt worden.
De rij waggons strekte zich uit tot ver voor
bij het perron, tot waar de bundel glinste
rende rails zich in de duisternis aan het oog
onttrok.
Bijna onmiddellijk versohenen aan de por
tieren der derde-klascoupé's bleVce e i vcor
het meerendeel gebaarde gezichten, getooid
met een onbeschrijfelijke verscheidenheid
van hoofddeksels.Het waven de licht ge
wonden. Zij hielden hun kleine tinnc-u be
kers voor, om voedsel en drinken te vragen,
hetwelk onder hen uitgedeeld we>d. Choco
lade viel vooral in den smaak, in het bijzon
der bij dó AlgerijnenTunesiers en de kool
zwarte Senegaleesche infanterie. Het voor
ste deel van den trein was bijna geheel ge
vuld met deze licht-gewonden. De mannen
waren opgewekt, maar zeer vermoeid en
vuil. Velen van hen hadden sinds 't begin
van den oorlog geen gelegenheid gehad van
linnen te verwisselen.
Aan het einde van den trein waren wag
gons, waar geen gezichten aan de portieren
verschenen en als men de deur opendeed,
zag men eeD een verwaarloosd en hulpeloos
slachtoffer van den oorlog op stroo liggen,
met zwakke stem om drinken roepend en
vragend of hier dan eindelijk het hospitaal
was, waar zijn lijden een einde zou nemen.
Nog meer verderop waren de groot© vee-wa
gens met deuren stevig afgesloten door ijze
ren staven, die, als ze geopend werden, zes,
achc. of zelfs meer mannen bleken te bevat
ten, die hulpeloos op het stroo lagen, som
tijds in volslagen duisternis, of slecht ver
licht door een lantaarn. Het tooneel maakte
op mij een zeer pijnlijken indruk. Enkelen
van hen riepen jammerend: „A boirel A
boiro!" (Drinken, drinken!)
Uit één wogen hoorden wij, voordat wij
de groote houten deur weggeschoven had
den, slechts gekreun van stervenden. Het
was er donker, ik nam een lantaarn en bij
het zwakke iiclit zag ik hun bleeke gezich
ten, die in ijlenden doodsstrijd mij aanstaar
den. Bijna twee dagen hadden zij gelegen
in dezen donkeren wagen, zonder verschc
lucht, met brandende koorts en wonden, die
bij iedere beweging van den trein pijn deden
en staken. Zij hadden geen begrip van tijd
of plaats en acht-en-veertig uur lang hadden
zij niets ariders gehoord dan het knarsen
van ijzeren wielen en het geschreeuw van
hun kameraden.
Wij deden wat. wij konden voor deze ar
me gewonden, gaven hun voedsel, drinken
en kleeren, waarvoor zij de meest treffende
dankbaarheid toonden. Vaak moest ik ia het
halfdonker over de lichamen heenstappen,
die op het stroo lagen en de hoofden der
gewonden opbeuren, als zij niet in staao wa
ren om te drinken. Aan alle kanten hoorde
ik jammerklachten van mannen, die enkel©
dagen tevoren sterk en in den bloei van hun
leven waren en nu hulpelooze invaliden,
misschien wel voor hun geheel© leven. Een
man, die twee kogels in de borst en een in
den schouder had gekregen, had zich in zijn
hevige koortsen ontdaan van al zijn kleeren
en wentelde zich naakt in het stroo om. Ik
wikkelde hem in een laken cn gaf hem wat
heete melk, maar toen ik den wagen ver
liet, hoorde ik hem nog kermen.
Een ander, met een gewond been, vertel
de mij, dat hij vier-en-twintig uur op het
slagveld gelegen had voor een ambulance-
afdeeling hem opgenomen had.
Ik opende de deur van een derde klasse-
coupé. Het was er volmaakt donker, maar
vaag onderscheidde ik een donkere massa
op het stroo. Ik ging de treden op, kroop
langs de bank, om den soldaat te ontwijken,
die op bet stroo moest liggen en nep hem
toe: „Wil je wat drinken, mijn vriend?"
Hij antwoordde niet. Ik riep nog eens
en kreeg weer geen antwoord. Toen haalde
ik oen doosje lucifers te voorschijn en maak
te licht. Een infanterist lag op zijn zijde
met het gezicht in het stroo. Ik boog me
over hem heen en beurde rijn hoofd op
maar zijn gezicht was bleek en de oogen
levenloos. Een diep afgrijzen voelde ik bij do
gedachte aan dezen eenzamen doode, op het
stroo in een donkere spoorwegcoupé, ver
van famlie en vrienéen, met niemand om
in de laatste oogen blikken bij te staa n.
Den goheelen Dacht door rolde trein na
trein van het slagveld binnen en toen de
ochtend aanbrak over het stille stadje, wa
ren wij nog aan het werk. Om zeven uur
's morgens, toen anderen ons aflosten, wa
ren dertien treinen gepasseerd met meer
dan drieduizend gewonden en dat in één
nacht. Zoo is het doorgegaan, dag en nacht
over do twee weken lang en dit zijn slechts
de slachtoffers van een deel van het slagveld
De ernstig gewonden werden naar hospi
talen in do buurt gezonden, de overigen
gingen naar Bretagne, de Vendée en het
Zuiden van Frankrijk.
Een gemoedelijke bezetting.
Omtrent den intocht en het verblijf der
Russen in Marmoros Sziget geeft, de „Pestï
Naplo" do volgende levendige beschrij
ving
Het was Zaterdag in den vroegen och
tend. In de. verlaten stad wist men reeds,
dat de Russen zouden komen. Op het raad
huis een groote drukte. De gemeenteraad
is bijeengekomen. De tweede burgemeester,
Dobay, treft nog de laatste schikkingen.
Een vrijwilliger, die zich aanmeldde, werd
als wachtpost voor de stad geplaatst, om
de aankomst der Russen te melden. In dit
geval moet de witte vlag worden geheschen.
Even later waait van het raadhuis en de
huizen aan den buitenkant der stad do wit
te vlag. De leden van het stadsbestuur ko
men op het hoofdplein bijeen. Het volgend
oogenblik verschijnt reeds de ruiter in ga
lop en meldt: „Do Russen zijn reeds bij*
Kamaraerdo
Het bestuur begeeft zich daarop naar de
grenzen der stad. Ieders hart klopt van
vrees. Uit de verte hoort men rhythmisch
gezang, alsof een zangvereeniging in aan
tocht was. Om elf uur ongeveer ziet men,
nog ver verwijderd, een stofwolk over den
weg.
Zij komen
En zij kwamen ook, een kleine troep sol
daten te paard. Zij zongen een Russisch
volkslied. Ter zijde van de troep rijdt een
knappe, blonde jongeman, een kozakken-
1 uitenant. Dobay stelde zich aan het hoofd
van do deputatie, mot bleek gelaat, doch
in een manhaftige, kalme houding en wacht
te. Do officier steeg van zijn paard cn
maakte een buiging. Dobay sprak in het
Hongaarseh, dat de tolk in het Russisch
vertaalde
„Wij verwachten u met vreedzame bedoe
lingen en verzoeken u, -deze vredesstad geen
.leed aan te doen."
De officier knikte, gaf een ordonnance
bevel, naar den generaal terug te rijden
en deze mededeeling over te brengen.
Intusschen werd eon hoffolijk gosprek ge
voerd. De officier stelde do deputatie go-
rust.
„Ook wij zijn met vredelievende bedoelin
gen gekomen en niemand zal eenig leed ge
schieden. Doch, het is goed, dat de heeren
gekomen zijnwanneer wij elkander iets
later hadden ontmoet, zou het misschien
minder goed afgeloopen rijn."
De ordonnance keert terug.
„Het is alles in orde", vertelt hij. „De
heeren kunnen naar de stad teruggaan. Aan
de bevolking der stad mogen geen alcoho
lische dranken worden verstrekt, doch ook
niet aan de kozakken. De generaal noodig*
den burgemeester hedenmiddag uit in zijn
kwartier."
De deputatie en de zich in haar gezelschap
bevindende burgers begaven zich naar huis,
om de stad gerust te stellen.
Spoedig daarop reed de eerste kozakken-
afdeeling de stad binnen, later volgde een
bataljon. Zij stelden zich op het plein op.
Het was 12 uur 's middags toen do grijze
Russische generaal den tweeden burgemees
ter, Dobay, en eenige functionarissen ont
ving. Hij was niet barsch, doch gaf eerder
den indruk van een jovialen soldaat.
„De heeren kunnen plaats nemen."
Ieder zette zich neder. De generaal glim
lachte.
„Het verheugt mij, dat de sta-d nog rustig
is. Dat is zeer verstandig en goed. U be
hoeft voor ons geen vrees te koesteren.
Wij.vechten alleen met soldaten. Burgers
vallen wij niet lastig. Waar is het hoofd
van de.stad?"
„Ik vertegenwoordig hem", antwoordde
Dobay.
„Nu, het is goedIk wil alleen maar zeg
gen, dat ik de stad een oorlogsschatting van
180,000 kronen opleg. Want u moet weten,
mijne heeren, ook wij hebben iets van do
Duitschers geleerd."
Dobay lachte treurig en antwoordde
„Excellentie, ik verzoek u, de stad te la
ten bombardeeren."
De Rus kijkt verwonderd op.
„Ja, ja, Excellentie, want waar zal ik
180,000 kronen vandaan halen? Wij bezitten
nauwelijks 180 kronen
De deputatie en de Russische officieren
wachtten in spanning wat het resultaat zou
zijn.
Het gemoedelijke gezicht van den gene
raal vertoondo rimpels en nam een drei
gende uitdrukking aan.
„Zooveel haver, zooveel hooi, zooveel
paarden cn ossen en honderdduizend siga
retten moeten er zijn."
Hij 6tond op. Allen verhieven zich van'
hun stoelen.
„Nog één ding, mijne heeren. Vier van
u zullen voortdurend met ons eten en zul
len in het hotel „Do Kroon", waar de of
ficieren hier intrek hebben genomen, sla
pen. Want u moet weten, als iemand ons
in -do lucht wil laten vliegen, dan sterven
wij samen."
Des nachts waren de straten der stad vol
komen donker. Kozakken bevonden zich op
straat cn alleen enkele nieuwsgierige bur
gers stonden vóór den toren.
Uit het comitaatsgebouw drong pianospel
naar buiten. De generaal zat er te spelen.