De Eurojieesche Oorlog. Ingezonden. uitgevoerd, dan is dit de echuld van Regen tenniet van. den Gemeenteraad, Ovea* deze kwestie werd door de hoeren Kruit, Par le vliet, Zijl li er, R. Ouweliand en den Voorzitter het woord gevoerd en mét. op één na algemeens stemmen besloten tot den aankoop van den grond van den heer Van Wijk over te gaan. De heer Parlevliet fitemt tegen. Alsnu wordt besloten voor den grond van het Weeshuis onteigening aan. te vragen, ®.l zou de Voorzitter wenschen, dat Rogenten alsnog waren over te halen. De heer Aan de Wiel vraagt of men de et raat niet om den grond van het Weeshuis heen kan leggen, wat, zooals de lveor R. OuwV^ hand nader met het uitbreidingsplan in han den uiteenzet, niet mogelijk is. Van verschillende zijden wordt nog do wenscli uitgesproken, dat het bestuur van het Weeshuis als nog inschikkelijkheid zal betconen. In verband met dp vaartverbetering ÏJmui- denKatwijk-aan-Zee hebben B. en W. zich in verbinding gestold met liet Dag. Be stuur der gemeente Leiden tot verbreeding der bruggen niet zooals dit zou geschieden tot 7, maar Iqt 8 Meter breedte, in de vaart aldaar. Zoodanige zijn er drie. B. en W. van Leiden stollen voor de meerdere kosten, f4400 bedragende, ieder voor do helft to dragpn. Ka eenige discussie wordt daartoe mc-V ülgemeene stommen besloten. Do lieer R. Ouwehand lichtte vooraf dit Voorstel nog toe. Daaruit bleek, dat ge doemde bruggen toch door Leiden zouden worden verbreed, echter tot slechts 7,50 M. Tot leden van hot stembureau voor de ver kiezing van loden dor Kamer van Koop handel op 13 Nov. werden aangewezen: voor Katwijk aan den Rijn B. en W. en voor Katwijk-aan.Zoe de hoeren Parlevliet, Aan ido Wiel en Don Duik. Do begrooting dienst 1015 voor de water- leading werd zonder discussie vastgesteld, op f14,000 in ontvangsten en uitgaven jen die van de Gasfabriek op f 74,500. Hierna kwam in behandeling de gemeento- begrooting. Algemcene beschouwingen werden niet ge boerd, waarna do uitgaven in behandeling kwamen. De heer Kruit stelt voor om de jaar wedde van den burgemeester van f2500 terug to brengen op f 2200, luet bedrag, waarbij dezo wedde bij Kon. Besluit is vastgesteld. Het voorstel werd met 9 tegen 5 stemmen aan genomen. Tegen de heeren De Klerk, Par levliet, Van Walsorn, De Ruiter Zijlkcr en de Voorzitter. Het subsidie dor Visschorijschool werd yerhoogd mot f150 en gebracht op f450. In ontvangst en uitgaaf word de be.groo- ting aangenomen op f 121,0S0.G072. met een onvoorzien van f 1356,9372 en een post voor den hoofd, omslag van f 22,000 of f 2000 minder dan verleden jaar. Ten slotte kwam nog in behandeling een ftcluijven van het Plaatselijk Steuncomité om zoo noodig over te gaan tot den aankoop van levensmiddelen, hetzij door die te be trokken van het Kon. Nat. Steuncomité, het zij door zich daartoe zelfstandig de noodige fondsen te verschaffen. De ingeslagen levens middelen zullen dan tegen den kostenden prijs in de gemeente verhandeld worden, wanneer zulks noodig is. Den kapitaal van f 10,000 zal noodig zijn. Het PI. Steuncomité wil zich voor het be drag garant stellen, indien echter de ge meente zich bereid verklaart het mogelijk tekort te dekken door bij te passen. B. en yv. adviseeren den Raad aan het Verzoek, in dit schrijven vervat, te voldoen. Als de Rand hiermede accoord gaat, stellen B. en W. tevens voor een commissie uit. den Raad te benoemen, belast met liet toezicht op het financieel beheer van voornoemd Co mité. Na eenige discussie wtórd overeenkomstig het praeadvies besloten. Na rondvraag mórkto de heer De Klerk op, dat de gebouwen, waarin hier de mili tairen ingekwartierd zijn, geen nood-uitgan gen .hebben. Do Voorzitter zal er met den commandant j>ver spreken. Verder zegt hij, dat in de Hoogstraat een revel op het invallen staat. („Van een hooi tas!" wordt er geroepen.") Do Voorzitter zegt ook hier oen ondot- Z'"r-*k t-oo. Do lieer Zijl kor wijst etr op, dat op do groenteveiling aan den Hoogen Rijn de grocn- tenkarren dikwijls dc^i weg versperren. An dere leden stommen dit toe. Ook hierin zal de Voorzitter trachten to voorzien. Rodewagens op de Hoogstraat. Mijnheer de Redacteur Verzoeke beleefd opneming van het na volgende. Bij voorbaat mijn dank. Nu de brug aan de Donkerstoeg haar voltooiing nadert, is het duidelijk, dat door haar verbreeding de toegang tot de Hoogstraat, voor het vervoer van voertui gen vooral, zeer zal verbeteren. Niet ondienstig acht ik het, dat bevoeg de autoriteiten nu ook overgaan tot het verplaatsen naar de rustige Hooglandsche Kcrkgracht van de Bodewagens, tot nu toe geposteerd op de Hoogstraat. Deze onooglijke wagens ontsieren daar ten zeerste het centrum der stadmaar bovenal belemmeren zij het verkeer, door dien zij veelal bij hun wagens nog andere wagens hebben staan, die bij hen laden lof overladen. Een wonder mag het dan ook genoemd worden, dat daar nog geen ongelukken xijn voorgekomen. Het plaatsen van alle bodewagens op 'één punt, hier de Hooglandsche Kerk- gracht, heeft ook dit voordeel, dat be langhebbenden voortaan niet meer behoe ven te zoeken, wetende, dat voor de bo den genoemde gracht de aangewezen plaats is. Uw Dw. A b o n n Leiden,, October 1914. De Noordzee sluiten! Dozo radicale maatregel stelt de marine- medewerker van de Times'' voor. Waar door zijn de „Hawke" en de kruisers van het ,,Hogue-type" in gevaar gekomen? Zij wTerdon gebruikt als politie-vaartuigen, om toezicht te houden op den neutrale scheep vaart, waar vijandelijke schepen gemakke lijk onder kunnen doorloopen. Dezo diensten hebben hechts zeer indirect met de verdedi ging des lands to maken. Men make het zich eenvoudiger. Het vol kenrecht kent een oorlogvoerende mogend" heid de bevoegdheid toe de zee af te sluiten. Langs een lijn van de Shetlandsche eilanden naar de Noorsche kust met zoo noodig een smallen open doorgang na-ar het Skagirak zou de „Times"-man dit willen bewerkstel ligen. Yoor den patruoilledienst zoudeD dan niet meer zwaanbemande kruisers gebezigd behoeven te worden. Stoombooten met een 16 mijls vaart en treilers met een paar ka nonnon bewapend, zouden het werk kumien doen. Het blad weet verder to vertellen, dat bij de Engelsche regeering de sluiting van do Noordzee reeds in overweging is genomen. Torpedo's afgeschoten op een Deensche Duikboot. In de internationale wateren heeft tus- schen Nakkehoved en het vuurbaken van Kullen een tevoren niet opgemerkt© duik boot twee torpedo's afgevuurd op de Decn sche duikboot ,,Havmanden", die met een vaart, van vijf knoopen aan de oppervlakte van het water voer. Beide schoten misten. De Deensche duikboot voerde de Deensche vlag. Gisterochtend vroeg is aan het strand van Nakkehoved een torpedo aangedre ven, welke daar ontplofte. De oorlogvoerende mogendheden, die bij dit voorval betrokken konden zijn, zijn van het voorval in kennis gesteld met het ver zoek in den vervolge groot-er voorzichtig heid te betrachten. National Tidende" meldt omtrent het gebeurde: De duikboot bevond zich een flink stuk buiten de Deensche territoriale wateren, toen de commandant, plotseling een wit-to t.reep in het water zag. Het was hem dadelijk duidelijk, dat. deze streep van een torpedo moest zijn, welks koers dien van do duikboot kruiste. Do boot., welke slechts met een snelheid van 5 zeemijlen liep, kon de koers niet zoo spoedig veranderen. Do bemanning was op het ergste voorbereid. Gelukkig ging de torpedo onder de kiel van de boot door zonder schade aan te ric-hten. Enkele minu ten la tor zag de gezagvoerder weer een verdachte 6treep schuim op 't water, doch ditmaal bevond men zich niet in de richting ■die de torpedo volgde. De duikboot voor onmiddellijk naar Deen sche territoriale wateren terug. Ofschoon men scherp uitkeek, was er niets van een vreemde duikboot to bespeuren. Het Wolff-bureau voegt hieraan toe Va/n officieele zijde ontvangen wij be richt, dat de beide torpedo's niet door een Duitsch vaartuig zijn afgeschoten. Spiocnenvrces in Engeland. Volgens de „Times"" heeft de Engelsche minister van bmnenlandsche zaken last ge geven, dat geen Belgische vluchtelingen aan do Oostkust van Engeland mogen on dergebracht. worden, aangezien er gevreesd wordt, dat Duitsche spionnen zich onder de vluchtelingen hebben gemengd. Een groot aantal Belgen, die reeds in Huil en om streken waren gehuisvest, moeten elders Keen. In Plymouth mogen ze ook niet ko men. Volgens een bericht zijn er te Dover 40 Duitsche spionnen onder de vluchtelingen gevonden. Maar wat er tegenwoordig al in Engeland niet als Duitsche spion wordt behandeld. De „Times" meldt ook nog aangaande de BcTgische vluchtelingen in Zeeland, dat- ze, volgens een miss Sheepshanks, van de In ternational Women's Relief Committee, die Donderdag met 500 pd. St.. aan levensmid delen naar ons land is gegaan, 420,000 tel den. Tienduizenden hunner, zegt juffrouw Sheepshanks, hebben, al doen de Nederlan ders hun uiterste best, geen dak en geeD et-en. Geen eten is sterk gezegd. Churchill bij 't Beleg van Antwerpen. Uit Antwerpen te Londen teruggek. mar.- soldaten deelen mede, dat-minister Chur chill hen daarheen heeft vergezeld en tot ■het- laatst met. hen in de loopjgraven is ge weest. Churchill heeft ook de stellingen der Duitschers per vliegtuig verkend. liet Enthusiasme in Zuid-Afrika. Uit Johannesburg wordt aan de „Daily Telegraph" gemeld, d'at generaal Bot/na de volgende week Pretoria verlaten zal om zich aan het hoofd van de troepen te stel len, die tegen den vijand zullen oprukken. De recrutecring gaat geregeld door en sinds het verraad van Maritz is de lust der jon gelui om dienst te nemen nog groot-er ge worden. Van alle deelen der Unie stroo- mcsQ vrijwilligers toe. Witwatersrand lever de een aanmerkelijk grooter contingent dan waartoe het verplicht waa. In Benoni, waar nog kort geleden stakingsonlusten heersch- tera, is sinds den oorlog-de orde hersteld. Het optreden van de „Emden". Lloyds agent te Colombo seint, dat de admiraliteit meldt, dat de Engelsche stoomschepen „C'hilkana", „Troilus", „Benmohr" en „Clan Grant", alsmede baggermolen, waarschijnlijk de „Ponrab- bel", gezonken zijn. Het stoomschip „Exford" werd door den Dultschen kruiser „Emlen" genomen. Over de gezonken schepen kunnen wij de volgende bijzonderheden medcdeelen i De „Benmobr" was een schip van é00ö ton, gebouwd in 1893 en toebehoorend aan William Thomson, te Leith. De „Clan Grant", gebouwd te Glasgow in 190*2, had een inhoud van bijna 4000 ten. De „Troilus" was een der nieuwere schepen van de Ocean Steamship Co. Duitschers te Luik. Een correspondent van de „Daily Mail", die zich een tijd lang in een dorp bij Luik had schuil gehouden en toen naar Neder land is gegaan, vertelt, dat de Duitschers zich rondom de forten sterk verschansen. Zij doen hun best om de vernielde koe pels te herstellen, maar zouden daarin nog niet geslaagd zijn. Duitschers, die te Luik wonen, helpen bij het herstellen van de machinerieën. Zij vellen de bosschen rondom de forten en leggen mijlen lange schansen met prikkeldraadversperringen aan. Op de bruggen zijn barricaden en an dere versperringen aangebracht en op sommige openbare gebouwen machine-ge weren geplaatst. Ook bouwen de Duitschers een nieuwe Zeppelinloods ten noorden van de stad. Een tijdelijke, die eerst -was opgericht, had niet voldaan. Een dapper Wapenfeit der Fransclie Cavalerie. Verleden week staken de Duitschers een voelhoren uit in de richting van Haze- brouck. Wanneer die plaats eenmaal be zet is, zou eën overrompeling van Calais niet moeilijk zijn. maar de poging werd verijdeld en in den nacht van Vrijdag ging de Fransclie ruiterij tot. den aanval over en verrichtte een dapper wapenfeit. De Pruisen hielden den rechteroever van de Lys in sterk getal bezet. Zoeklichten en mitrailleurs speelden op de twee door waadbare plaatsen te Meuville en Estai- res. De Franschen moesten echter de rivier over. De Fransche ruiter aan voerder slaagde erin zijn manschappen onder dek king van de duisternis te verzamelen op een punt niet ver van Aire, aan den lin keroever van de rivier, zonder dat hij ont dekt werd. Een van zijn manschappen, die een ervaren zwemmer is, kleedde zich fluk3 uit en sprong met. een dunne lijn bij zich te water. Toen hij den anderen oever be reikt had trok bij aan zijn lijn een zwaar touw over, dat snel werd vastgemaakt en waarlangs manschappen en paarden be gonnen over te zwemmen. Toen de dag aanbrak, waren er 2000 Fransche dragon ders aan den rechteroever van de Lys. De uhlanen, die geringer in getal en in hun flank bedreigd waren, trokken toen op Armenttièree terug. De put op het Slagveld. Een Hauptmann der infanterie, uit Rus- laad gewond teruggekeerd vertelt in de „Pesti Hirlap" het volgende: „Onze troepen kampeerden ergens in Rusland, Sommige punten werden bezet, maar gevochten werd er niet. Ver van de hoofdmacht had Hongaarsche infanterie een onafzienbare weide bezet. Ze hadden ver schansingen gegraven, waarin ze woonden. Voor hen uit breidde zich de eindelooze grasvlakte uit, een heel eind verder lagen echter ook de Russen. En ook de Russen hadden schansen gegraven en vochten niet. Van geen van beide zijden kwam het bevel tot den aanval. Ze beschouwden zich wel als vijanden, maar bleven allen werkeloos. En beide partijen leden een ontzettonden dorst. In den rug van de Hongaren was nergens wat-er t-o bekennen. Maar vóór hen op de weide, zoowat midden tussehen Russen en Hongaren in was een waterput. Eenzaam en verlaten. Waarschijnlijk had hier voor kor ten tijd nog een boerenhofstee gestaan; door den oorlog verdwijnt er zooveel van de aardoppervlakteHier was tenminste alleen nog maar de put overgebleven. Plotseling zagen onze soldaten, dat twee Russen op weg waren naar den put; toen volgden er tien, toen twintig en een paar seconden later was de heele Russische afdeelmg op marsch naar den put. Ook zij leden geweldigen dorst. Toen nu de eerste Russen aankwamen legden zich onze mannetjes direct neer met het geweer in den aanslag, het vizier op den juisten afstand ingesteld. Maar zo wacht ten af, wat er verder komen zou. Ze zagen de Russen vreedzaam om den put staan, een emmer water ophalen en drinken. Wie zijö dorst gestild had, keerde langzaam terug. Onze soldaten zagen rustig toe en schoten niet; er was hun door niemand trouwens order toe gegeven. En zoo deden ook de Russen. Toen ze allemaal gedronken hadden stond de put weer eenzaam en verlaten maar niet lang Want plotseling stonden ook twee van onze infanteristen op en gingen, het geweer onder den arm, naar den put, al spoedig door de geheele atdeeling gevolgd. Emmers met- water werden opge-zwengeld, om den vreeselijken dorst "te stillen. En nu keken de Russen rustig toe, met de ellebogen op den rand der loopgraven, en ook zij -dachten er niet aan, op de onzen te vuren. Daarop werd alles weer stil op de onafzienbare steppe. Dat was in den voormiddag. 's Avonds kwamen de Russen plotseling weer uit hun loopgraven, maar nu zonder eenige vree^ te toonen. Ze dronken en gin gen weer terug. Toen zei er een van ons: „Komt, jongens, nu zijn wij weer aan de beurt Hetzelfde geschiedde ook nog den vol genden morgen en middag. Maar toen was het voor het laatst. Toen ze van den put te rugkwamen, kregen ze bevel tot den aanval. De geweren werden aan beido zijden in den pojislag gelegd en een oogenblik later begon het snelvuur, totdat de onzen opsprongen eh er met de bajonet op ingingen. De offi cier werd gewond j hospitaalsoldaten namen hem op en verpleegden hem voorloopig. Bij den put was do weide bezaaid met ge wonden en dood en, Ruseen en Hongaren door elkaar. Het geveoht werd voortgezet, maar niet meer op de weide, daar de Ru»- sen in het gebergte waren teruggetrokken. 's Avonds toen de officier weggedragen werd, heerschte alom rust. Ook op de weide. De dooden werden begraven, de gewonden weggebracht en als tevoren stond daar nog altijd midden op de steppe, de waterput, eenzaam e>n verlaten. Oorlogsellende Een gewonden-transport. Uit Parijs 6tuurt de correspondent van de „Daily Tel." het volgende verhaal over de aankomst van een trein met gewonden. Ik verliet Parijs per auto om naar het spoorwegstation van A. te gaan, een rit van ongeveer vijftien mijl. Mijn plan was, er getuige van te zijn, hoe een aantal Fransche en Amerikaansche dames zich kwijten van hun vrijwillig-opge- nomen taak, den zieken en gewonden solda ten, die bij hun vervoer van het front naar de hospitalen in afgelegen provincieplaatsjes A... passeeren, vervei*schingen aan te bie den. Wij naderen het station. Het perron wordt bewaakt door Fransche reservisten id hun roode en blauwe uniform. Binnen een half uur stond, in vier groot© ketels, koffie, melk, soep en thee boven houtskoolvuren te koken, terwijl op lange tafels brood, kaas chocolade, biscuits en ander vast voedsel lag voor hen, wier toe stand hun veroorloofde het te gebruiken. Langzaam daalde de nacht over dit too- neel. Van tijd tot tijd zwoegde een eindeloos lange trein, soms getrokken door drie lo comotieven, door het station met een trans port voedisel en andere levensbehoeften naar het front. Eenmaal ratelde een ex press-locomotief fluitend, met één waggon in een zestig mijls vaart- voorbij om een staf-officier van het front naar Parijs te brengen. Toen alle toebereidselen gereed warm, volgde er een poos wachten, totdat om ongeveer 8 uur aangekondigd werd: „Da mes en heeren, een trein met vierho ïderd gewonden zal dadelijk aankomen!" Kannen werden gevuld met heet© dranken manden met mondvoorraad en kleer.Mi cu toen kroop van uit do duisternis langzaam een lange trein binnen, voor hel grootste gedeelte gevormd uit derde klas wagens en die rechthoekige, doosvormige vee-wagens, die in landen, waar algemeen© dienstplicht bestaat, bij do mobilisatie gebruikt worden. De rij waggons strekte zich uit tot ver voor bij het perron, tot waar de bundel glinste rende rails zich in de duisternis aan het oog onttrok. Bijna onmiddellijk versohenen aan de por tieren der derde-klascoupé's bleVce e i vcor het meerendeel gebaarde gezichten, getooid met een onbeschrijfelijke verscheidenheid van hoofddeksels.Het waven de licht ge wonden. Zij hielden hun kleine tinnc-u be kers voor, om voedsel en drinken te vragen, hetwelk onder hen uitgedeeld we>d. Choco lade viel vooral in den smaak, in het bijzon der bij dó AlgerijnenTunesiers en de kool zwarte Senegaleesche infanterie. Het voor ste deel van den trein was bijna geheel ge vuld met deze licht-gewonden. De mannen waren opgewekt, maar zeer vermoeid en vuil. Velen van hen hadden sinds 't begin van den oorlog geen gelegenheid gehad van linnen te verwisselen. Aan het einde van den trein waren wag gons, waar geen gezichten aan de portieren verschenen en als men de deur opendeed, zag men eeD een verwaarloosd en hulpeloos slachtoffer van den oorlog op stroo liggen, met zwakke stem om drinken roepend en vragend of hier dan eindelijk het hospitaal was, waar zijn lijden een einde zou nemen. Nog meer verderop waren de groot© vee-wa gens met deuren stevig afgesloten door ijze ren staven, die, als ze geopend werden, zes, achc. of zelfs meer mannen bleken te bevat ten, die hulpeloos op het stroo lagen, som tijds in volslagen duisternis, of slecht ver licht door een lantaarn. Het tooneel maakte op mij een zeer pijnlijken indruk. Enkelen van hen riepen jammerend: „A boirel A boiro!" (Drinken, drinken!) Uit één wogen hoorden wij, voordat wij de groote houten deur weggeschoven had den, slechts gekreun van stervenden. Het was er donker, ik nam een lantaarn en bij het zwakke iiclit zag ik hun bleeke gezich ten, die in ijlenden doodsstrijd mij aanstaar den. Bijna twee dagen hadden zij gelegen in dezen donkeren wagen, zonder verschc lucht, met brandende koorts en wonden, die bij iedere beweging van den trein pijn deden en staken. Zij hadden geen begrip van tijd of plaats en acht-en-veertig uur lang hadden zij niets ariders gehoord dan het knarsen van ijzeren wielen en het geschreeuw van hun kameraden. Wij deden wat. wij konden voor deze ar me gewonden, gaven hun voedsel, drinken en kleeren, waarvoor zij de meest treffende dankbaarheid toonden. Vaak moest ik ia het halfdonker over de lichamen heenstappen, die op het stroo lagen en de hoofden der gewonden opbeuren, als zij niet in staao wa ren om te drinken. Aan alle kanten hoorde ik jammerklachten van mannen, die enkel© dagen tevoren sterk en in den bloei van hun leven waren en nu hulpelooze invaliden, misschien wel voor hun geheel© leven. Een man, die twee kogels in de borst en een in den schouder had gekregen, had zich in zijn hevige koortsen ontdaan van al zijn kleeren en wentelde zich naakt in het stroo om. Ik wikkelde hem in een laken cn gaf hem wat heete melk, maar toen ik den wagen ver liet, hoorde ik hem nog kermen. Een ander, met een gewond been, vertel de mij, dat hij vier-en-twintig uur op het slagveld gelegen had voor een ambulance- afdeeling hem opgenomen had. Ik opende de deur van een derde klasse- coupé. Het was er volmaakt donker, maar vaag onderscheidde ik een donkere massa op het stroo. Ik ging de treden op, kroop langs de bank, om den soldaat te ontwijken, die op bet stroo moest liggen en nep hem toe: „Wil je wat drinken, mijn vriend?" Hij antwoordde niet. Ik riep nog eens en kreeg weer geen antwoord. Toen haalde ik oen doosje lucifers te voorschijn en maak te licht. Een infanterist lag op zijn zijde met het gezicht in het stroo. Ik boog me over hem heen en beurde rijn hoofd op maar zijn gezicht was bleek en de oogen levenloos. Een diep afgrijzen voelde ik bij do gedachte aan dezen eenzamen doode, op het stroo in een donkere spoorwegcoupé, ver van famlie en vrienéen, met niemand om in de laatste oogen blikken bij te staa n. Den goheelen Dacht door rolde trein na trein van het slagveld binnen en toen de ochtend aanbrak over het stille stadje, wa ren wij nog aan het werk. Om zeven uur 's morgens, toen anderen ons aflosten, wa ren dertien treinen gepasseerd met meer dan drieduizend gewonden en dat in één nacht. Zoo is het doorgegaan, dag en nacht over do twee weken lang en dit zijn slechts de slachtoffers van een deel van het slagveld De ernstig gewonden werden naar hospi talen in do buurt gezonden, de overigen gingen naar Bretagne, de Vendée en het Zuiden van Frankrijk. Een gemoedelijke bezetting. Omtrent den intocht en het verblijf der Russen in Marmoros Sziget geeft, de „Pestï Naplo" do volgende levendige beschrij ving Het was Zaterdag in den vroegen och tend. In de. verlaten stad wist men reeds, dat de Russen zouden komen. Op het raad huis een groote drukte. De gemeenteraad is bijeengekomen. De tweede burgemeester, Dobay, treft nog de laatste schikkingen. Een vrijwilliger, die zich aanmeldde, werd als wachtpost voor de stad geplaatst, om de aankomst der Russen te melden. In dit geval moet de witte vlag worden geheschen. Even later waait van het raadhuis en de huizen aan den buitenkant der stad do wit te vlag. De leden van het stadsbestuur ko men op het hoofdplein bijeen. Het volgend oogenblik verschijnt reeds de ruiter in ga lop en meldt: „Do Russen zijn reeds bij* Kamaraerdo Het bestuur begeeft zich daarop naar de grenzen der stad. Ieders hart klopt van vrees. Uit de verte hoort men rhythmisch gezang, alsof een zangvereeniging in aan tocht was. Om elf uur ongeveer ziet men, nog ver verwijderd, een stofwolk over den weg. Zij komen En zij kwamen ook, een kleine troep sol daten te paard. Zij zongen een Russisch volkslied. Ter zijde van de troep rijdt een knappe, blonde jongeman, een kozakken- 1 uitenant. Dobay stelde zich aan het hoofd van do deputatie, mot bleek gelaat, doch in een manhaftige, kalme houding en wacht te. Do officier steeg van zijn paard cn maakte een buiging. Dobay sprak in het Hongaarseh, dat de tolk in het Russisch vertaalde „Wij verwachten u met vreedzame bedoe lingen en verzoeken u, -deze vredesstad geen .leed aan te doen." De officier knikte, gaf een ordonnance bevel, naar den generaal terug te rijden en deze mededeeling over te brengen. Intusschen werd eon hoffolijk gosprek ge voerd. De officier stelde do deputatie go- rust. „Ook wij zijn met vredelievende bedoelin gen gekomen en niemand zal eenig leed ge schieden. Doch, het is goed, dat de heeren gekomen zijnwanneer wij elkander iets later hadden ontmoet, zou het misschien minder goed afgeloopen rijn." De ordonnance keert terug. „Het is alles in orde", vertelt hij. „De heeren kunnen naar de stad teruggaan. Aan de bevolking der stad mogen geen alcoho lische dranken worden verstrekt, doch ook niet aan de kozakken. De generaal noodig* den burgemeester hedenmiddag uit in zijn kwartier." De deputatie en de zich in haar gezelschap bevindende burgers begaven zich naar huis, om de stad gerust te stellen. Spoedig daarop reed de eerste kozakken- afdeeling de stad binnen, later volgde een bataljon. Zij stelden zich op het plein op. Het was 12 uur 's middags toen do grijze Russische generaal den tweeden burgemees ter, Dobay, en eenige functionarissen ont ving. Hij was niet barsch, doch gaf eerder den indruk van een jovialen soldaat. „De heeren kunnen plaats nemen." Ieder zette zich neder. De generaal glim lachte. „Het verheugt mij, dat de sta-d nog rustig is. Dat is zeer verstandig en goed. U be hoeft voor ons geen vrees te koesteren. Wij.vechten alleen met soldaten. Burgers vallen wij niet lastig. Waar is het hoofd van de.stad?" „Ik vertegenwoordig hem", antwoordde Dobay. „Nu, het is goedIk wil alleen maar zeg gen, dat ik de stad een oorlogsschatting van 180,000 kronen opleg. Want u moet weten, mijne heeren, ook wij hebben iets van do Duitschers geleerd." Dobay lachte treurig en antwoordde „Excellentie, ik verzoek u, de stad te la ten bombardeeren." De Rus kijkt verwonderd op. „Ja, ja, Excellentie, want waar zal ik 180,000 kronen vandaan halen? Wij bezitten nauwelijks 180 kronen De deputatie en de Russische officieren wachtten in spanning wat het resultaat zou zijn. Het gemoedelijke gezicht van den gene raal vertoondo rimpels en nam een drei gende uitdrukking aan. „Zooveel haver, zooveel hooi, zooveel paarden cn ossen en honderdduizend siga retten moeten er zijn." Hij 6tond op. Allen verhieven zich van' hun stoelen. „Nog één ding, mijne heeren. Vier van u zullen voortdurend met ons eten en zul len in het hotel „Do Kroon", waar de of ficieren hier intrek hebben genomen, sla pen. Want u moet weten, als iemand ons in -do lucht wil laten vliegen, dan sterven wij samen." Des nachts waren de straten der stad vol komen donker. Kozakken bevonden zich op straat cn alleen enkele nieuwsgierige bur gers stonden vóór den toren. Uit het comitaatsgebouw drong pianospel naar buiten. De generaal zat er te spelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 2