Oe Europessche Oor,03.
iVeede A®. 1914.
Officleele Kennisgeving.
ff
N®. 1674:6
Kiiasdag 29 ^epte«il>er.
INKOMSTENBELASTING.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den, brengen in herinnering dat den
80sten September e.k., de 3de termijn
vervalt van de Plaatselijke Inkomstenbe
lasting, dienst 1914, en dat al/.oo op den
lsten October minstens de helft van den
aanslag moet zijn voldaan.
Zij noodigeu mitsdien belanghebbenden
uit om, ter voorkoming van vervolgings
kosten, tot de betaling van het ver
schuldigde ten kantore van den Gemeente
ontvanger over te gaan.
Voorts zij er op gewezen, dat uu in deze
ernstige tijdsomstandigheden \olc uitgaven
van de gemeente gevorderd worden, liet
een dure plicht is, dat de belastingschuldi
gen er zorg voor dragen dat, evenals hun
huishuur en andere schulden, ook huu
belastingpenningen stipt op tijd worden
voldaau. Het verdient bovendien aanbeve
ling om, zoo mogelijk, den gehcclen aan
slag te voldoen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd..
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN,
Secretaris
Leiden, 26 September 1914.
RESTITUTIE JACHTAKTEN.
Do Burgemeester van Leiden brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat door de Miuistors van
Landbouw, Nijverheid en Handel en van Financiën
is besloten, dat to zijner tijd do teruggave zal
worden overwogen van do rocognltle van die
Jachtakten, waarvan geen of slechts weinig ge
bruik is kunnen worden gemaakt, doch uitslui
tend aan die personen, die hun akte vóór 1 Octo
ber a.s. bij hom Burgemeester, hebben Inge
leverd.
Do betaalde zegelgelden zullen echter niet kun
nen worden teruggegeven.
De Burgemooster voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR.
Lolden, 28 September *914.
Het moderne Slagveld.
Hamilton Fife geeft de volgende schets
van het vreeselijke van den modernen oor
log ia de Daily Mail":
„Dit is ge-en oorlog van menschen, het.
is oorlog van machines." Zoo sprak een
gewoon officier, en hij zeide het vol bitter
heid, want hij had meer dan de helft van
het bataljon, dat hij had gecommandeerd,
zien weggevaagd als het gras onder de zeis,
door die vreeselijke mitrailleuses.
,,Er is iets vreeselijks zielloos in," ver
volgde hij, „het is boestachtig onmensche-
lijk. Mannen draaien een handvat om en
de dood vliegt er uit „in grooto bundels".
Wat deze veldslag geweest is het is m
werkelijkheid één slag, de Marne en de
Aisne, kan niemand beseffen, die het
niet heeft bijgewoond. Menschen konden
elkander nooit dooden bij hoopen, bij hon
derden te gelijk. Zij souden walgen van
eulk een slachten op groote schaal. Zij
zouden uitroepen: „Wij zijn soldaten, geen
slachetrs. E-en slagveld moet geen abattoir
zijn." Slechts vernuftig uitgedachte machi
nes, gemaakt om menschen te dooden als
sprinkhanen wanneer die over 'n vruchtbaar
land komen; slechts automatische moorde
naars zonder hart of medelijden, of wroe
ging, konden de aarde bedekken met doo
den, op zulk een vreeselijke wijze."
Een groote kurassier vertelde hoe, nadat
©en massa Duitsche infanterie uiteen ge
slagen was, en nog eens uiteen geslagen, er
een wal van lijken was, een wal, waarover
jnen met paarden heen moest springen.
Een andere man, een chasseur te voet,
beschreef een beetwortel veld, waar de
Duitschers dood lagou, als een plaats „waar
zij lagen bij honderden, alsof zij door den
bliksem waren getroffen. Zoo doodt onze
eoixante-quinze", gelijk de goede God
doodt, wanneer hij vertoornd is en zijn
toorn doet gevoelen door het hemelvuur.
Ziet, gedood waar gij stond 1"
Do „soixante-qumze is het Fransche 75-
millimeter kanon, waarover de soldaten
met genegenheid spreken. Zij hebben eigen
aardige manieren. Hun artillerie leeft voor
hen. Zij spreken er over met een persoon
lijk gevoel van dankbaarheid en bewonde
ring. Ook de bajonetten hebben zij ver
persoonlijkt. Een der gewonde Bpahis
sprak van een man-tegen-man gevecht
zij zijn zeldzaam geweest waarbij „Rosa
lie" grootsch werk had gedaan.
„Rosalie," verklaarde hij, „zoo noemen
wij ous blanke wapen. Wij doopten het zoo
op een avond toen wij het met goed effect
gebruikt hadden. Maar het aantal dat „Ro
salie" voor haar rekening heeft, is klein in
vergelijking van de massa's, die „automa
tisch." gedood zijn. Aan Duitschcn kant is
het de mitrailleuse, het Maxim-kanon, dat
de meeste schade aanricht; aan Fransche
zijde de „soixante-quinze" Verschillende
doktoren vertelden mij, dat de wonden der
Duitschers meerendeels veel ernstiger zijn,
dan die der Fransche of Britsche soldaten.
De Fransche granaten barsten met
vreeseiijk effect.
Zij scheuren beenen en armen aan stuk
ken. Als zij hoofd of onderlijf raken is al
les voorbij. Het is volkomen juist," voegde
hij er bij op mijn desbetreffende vraag, „dat
mannen dood gevonden werden zonder
©enige verwonding. Wij vinden hen als wij
over het slagveld gaan, knielende, zittende
in de loopgraven in natuurlijke houdingen,
alsof zij nog leefden; juist zooals zij kniel
den of zaten toen de granaat barstte en
hen in een oogenblik door de meliniet-
dampen verdoofde.
O, dat slagveld aan de MarneNooit is
er een oorlog geweest, die iets zoo vreese
lijks te zien gaf. Als de lijken daar in hun
massa's lijken van dieren waren, zouden wij
medelijden hebben. Maar mannen, Mon
sieur, Mannen! Nooit heeft de wereld zóó
iets gezien
Dat klinkt overdrevenmisschien zeggen
sommigen uwer: „Die mannen hadden
nooit een slagveld gezien."
Welnu, hier volgt het getuigenis van een,
die andere slagvelden zagdie aanschouw
de de slagvelden in den Balkan-oorlog, waar
men de dooden telde in nooit-gehoord©
cijfers. Een Roode Kruis zuster, een be
kwaam, degelijke Fransche vrouw, die her
haaldelijk aangewezen werd voor werk, dat
buitengewone hoedanigheden van kalmte
en bedrevenheid vorderde, zegt:
„Afschuwelijk! Afschuwelijk! Afschuwe
lijk J" en dan sluit zij even haar oogen in
haar handen om de vreeselijke beelden
weg te vagen, die voor haar opdoemen.
„Denk eens aan het aantal twee mil-
lioen. Dat is nooit geëvenaard. Denk aan
de juistheid der doodende machines I Aan
het aantal dier machinesAan de ontzet
tende voorraden ammunitie, die zij ver
slinden. Duitschland moet één groot hospi
taal zijn. Frankrijk begint hetzelfde te
worden.
Ik heb zelf gezien. Ik heb juist gereisd
van de Atlantische kust door het midden
van Frankrijk, overal zijn gewonden. Reeds
worden bedden schaars, al zij er gelukkig
zoovele lichtgewonden, dat zij spoedig ge
nezen en ruimte kunnen maken voor ande
ren. Maar men gaat het ontzettende der
worsteling beseffen als meD elke beschik
bare school, gesticht, openbaar gebouw
ziet herschapen in een hospitaal, evengoed
als vele groote spoorwegstations en tal van
particuliere woningen, en dan te bedenken
dat het in Duitschland nog veel erger is..."
De Approviandeering van het Duitsche
Leger.
Majoor Morath, de militaire medewerker
van het „Berl. Tagebl." heeft van een te
ruggekeerd gewond officier de volgende
bijzonderheden gehoord over de approvian
deering van de troepen in België en Frank
rijk
In België hebben wij nog steeds zooveel
bij elkaar kunnen schrapen, dat wij zonder
honger t© lijden verder kwamen. Wel wa
ren huis en hof leeg en werden brood en
boter zeldzaam, maar er was versche melk,
want wij lieten de koeien, die wij op de
weide of in de stallen aantroffen, door onze
manschappen melken. Roode wijn was er
in overvloed. Als wij haastig opbraken ha
perde hot met kommiesbrood hier en daar,
vooral in den tijd, toen wij den verslagen
vijand achtervolgden. Overvloed was er aan
kippen, kalveren en varkens. Zeer van pas
kwam ons ook de groote menigte gelei, die
zelfs het armste huis in voorraad heeft, en
ook do overvloed van groente. Do winkels
in de groote dorpen waren meestal door de
terugtrekkende Belgen geheel leeggehaald.
Anders werd het in Frankrijk. Hier von
den wij onmiddellijk in de eerste stad een
menigte goed voorziene winkels, die ons
voor eenige dagen proviand verschaften.
Daar de bevolking van Frankrijk zich over
het algemeen tegemoetkomend toonde en
ons alle eetwaren, die zij eenigsrins missen
kon zonder tegenstribbelen ter beschikking
stelde, was er geen gebrek. Hoe verder wij
echter in het gebied van de wijnbergen kwa
men, des te moeilijker werd het om aan
levensmiddelen te komen. Yier dagen lang
leefden wij slechts van spek en champagne
van wereldberoemde merken. Wij zouden
gaarne een kist Veuve Cliquet gegeven heb
ben voor een goeden vleeschschotel. Ook
hier was weer overvloed van blikjes-groen
te, doperwten, heerenboontjes, champignons
tomaten. Wij vonden ook goulasj en zelfs
kreeft en sardines waren niet zeldzaam.
Het gebied van Epernay, Ay en Reims le
verde alles, wat men zich wenschen kon.
Om deze dingen to krijgen worden bon3
uitgegeven, maar slechts door officieren.
Op de bons werd in francs of marken de
prijs bepaald met opgave van den naam en
do woonplaats van dengeen, die de bon ge-
gegeven had. De bevolking nam deze bons
gaarne in ontvangst. Wat niet gerequi-
reerd, maar direct opgeëischt werd, werd
contant, betaald. De meerderen waakten
streng tegen elk misbruik. Waar geen inwo
ner te vinden was, werden de bons op het
raadhuis afgegeven voor de wettige eige
naars. De slagers van de troepen werden
met touwen in de stallen gestuurd om
slachtvee. Dit- werd dan uitgezocht en ge
taxeerd. Op deze wijze hebben wij met ge
ringe t.usschenpoozen bijna altijd goeden
kost gehad, 's Morgens hadden wij koffie,
waarvan de rest in do veldflesch ging.
's Middags een maal uit de veldkeuken of
uit. de kookketels en 's avonds bij het brood
vleoschwaren -uit den broodzak of uit de
zadeltasch. Daarbij een sterk verdunde
punch van rooden wijn. In do Fransche
winkels vonden wij overigens veel Duitsohe
bouillon-blokjes en ook pudding-poeder.
Die kwamen ons zeer te pas. Het wittebrood
dat wij overal kregen, smaakte ons op den
duur niet meer. Heel goed daarentegen
samen met kommiesbrood. Wij moesten
vaak posten voor de bakkerijen zetten, op
dat het brood uit den oven niet te vroeg
opgegeten werd. Daar gedurende de moei
lijke dagen, dat er in stellingen gevochten
werd, geen vuur aangemaakt mocht wor
den, moesten wij den inhoud van de blikje3
koud eten. Een genot was dit natuurlijk
niet. In de achtergelaten ransels van de
Franschen, die men bij duizenden langs den
weg vond, ontdekten wij spoedig een soort
goulasj in blik, die bepaald een lekkernij
was, en die men zelfs koud kon eten.
Proviand-colonnes, zoo vertelde de offi
cier, had hij op tien geheelen marsch en 11a
de gevechten niet te zien gekregen. Ook de
levensmiddelen wagens bereikten slechts
voor een klein gedeelte de troepen. Daar
voor was de opmarsch te snel. De man
schappen zijn bij deze levenswijze mager
geworden, maar daar zij over het algemeen
gezond zijn, was dit nog een voordeel voor
hun bewegelijkheid. Een dronken soldaat
heb ik niet gezien. Een gevaar echter waren
de druiven, die zij half rijp verslonden.
De gcvoclitcu om ecu Kasteel-.
De correspondent van de „Manch.
Guardian" en de „Daily Tel." zendt aan
zijn blad een verhaal van het gevecht om
het kasteel Mondement, waar de staf van
het leger van den Duitschen kroonprins
ingekwartierd geweest is. Het wer l vier
maal genomen en hernomen. Zooala men
weet, bleef het ten slotte in handen van
de Franschen. Men zegt, lat de kroonprins
den nacht vóór dat de Franschen het her
overden, in het kasteel geslapen heeft.
Zijn leger bezette het front van Fère in
Champagne tot een punt beoosten Eper
nay^ Zijn voortroepen waren op den weg
SézanneEpernay. De Fransche strijd
macht werd op vijf legerkorpsen geschat.
Het land, waar heb kasteel van Mondement
in ligt, ziet er uit alsof het voor alle
verrichtiigen geschikt ia go-lvend, met en
kele beboschte heuvels. Maar de dalen
zijn moerassen en in die moerassen is ten
slotte de vijand gedreven. Op 18 Septem
ber, den datum waarop do correspondent
van de Manchester Guardian en de D. T.
zijn verslag schreef, kwamen er uitgehon
gerde Duitsche soldaten, sommigen ge
wond, uit het moerasland, waar ze zich
verborgen hadden, to voorschijn om zich
over te geven. Twee-en-veertig stukken
van de Duitsohe veld-artillcrie ^zijn in het
moerasland weggezonken.
De concierge van het ka-steel-Mondement
heeft aan den correspondent verteld, 'lat
er op den avond van 6 September, toen
men zeide, dab de kroonprins in het kasteel
was, een groote maaltijd gehouden is, tnet
jam, kip, schapenvleesch, alles wat het
land maar opleverde en t-allooze flesschen
champagne. Een ruw ontwaken wachtte
hen den volgenden ochtend. Turco's, een
divisie uit Marokko, deden den eersten
aanval op het door de Duitschers bezette
Mondement. Als een troep wolven moe
ten zij in hun wilden vechtlust op de Duit
schers aangestormd zijn. Velen gooiden
hun geweren weg en stoven op den vijan 1
aan slechts met de geweldige Fransche
bajonet gewapend. Niets was tegen hen
bestand. Maar toen de Franschen het kas
teel binnengedrongen waren, kwamen zij
onder het Duitsche granaatvuur en door
dit beschermd kwam de vijandelijke infan-
terio nader en nader.Op iederen vierkanten
meter muur zijn, naar de blutsen te oor-
deelen, wel een dozijn kogels neergekomen,
zoowel aan de oostelijke als aan de wes
telijke gevels van het gebouw. Zoo dreef
een vernietigend geweervuur de Afrikaan-
sche troepen terug. Maar zij hernieuwden
den aanval, gesteund door de Fran
sche 7.5 cM.-kanonnen en weldra is dien
dag voor den tweeden keer het kasteel in
handen van de Franschen. Den volgenden
ochtend keeren de Duitschers terug en
voor de derde maal valt Mondement hun
in handen. En dan herhaalt zich het ge-
heele geval. De Turco's rennen tegen het
moordende vuur in, dat uit het kasteel
komt, de troepen der linie-regimenten ach
ter hen aan en wederom is het slot Mon
dement in handen der rechtmatige eige
naars.
Door dezen inval in het centrum wankelt
de geheele vijandelijke linie. Do Fran
schen dringen overal door en de Duitschers
trekken allengs terug, naar den weg van
Ch&lons a. d. Marne naar Verdun. En
daarbij komen zij in het moeras terecht.
De artillerie het eerst. Paarden zakken
weg, caissons en kanonneu. De terug
trekkende infanterie komt de kanonniers
te hulp en dan komt er wat. orde in de
chaos. Een achterhoede-gevecht voerende
weet het trotsche leger van den kroonprins
te ontsnappen. Het was op bijna honderd
kilometer afstand van Parijs toen het te
ruggedreven werd
Wat een Russisch Generaal zag.
Generaal Paltof, van de Russische mari
niers, is te Potrograde teruggekeerd, na
een zes weken lang gedwongen verblijf te
Berlijn. Om trent zijn wedervaren vertelde
bij, volgens den „Time s'-correspondent te
Petrograde, het volgende
Aan den vooravond der oorlogsverklaring
arriveerde hij, met- zijn vrouw en zijn oude
ren broeder, van Kissingen te Berlijn. Zij
gingen terstond op reis naar Rusland, maar
werden van Eydtkuhnen naar Berlijn te
ruggezonden. De generaal werd van zijn
gezelschap gescheiden en naar dc gevange
nis vervoerd in een auto, waarvoor de po
litie hem zelf liet betalen. Twee dagen
lang bleef zijn vrouw in het onzekere om
trent zijn lot. De generaal werd twaalf
dagen lang opgesloten gehouden in een
kleine cel, zonder meubelen en zelfs zon
der bed. Bovendien werd hij zoo slecht ge
voed, dat hij ongesteld werd. De cipier
vreesde voor zijn leven en bracht de zaak
ter kennis van den commandant van Ber
lijn, generaal Von Jacobi, die voorheen
Duitsch militair zaakgelastigde was en al
daar generaal Paltof leerde kennen. Hij
bewerkstelligde zijn vrijlating op parool.
Generaal Paltof bleef daarna nog een
maand te Berlijn, in betrekkelijke vrijheid.
Door fcusschenkomst van den Russischen
gezant werd hem veroorloofd naar Rusland
terug te keeren.
Naar zijn zeggen is de aanvankelijke
vreugde van het Berlijnsche volk veran
derd in een neerslachtigheid, die zich in
openlijke ontevredenheid dreigt te uiten.
Krupp hanl aan 't werk.
Te Edinburgh is een Schotsclie vrouw
teruggekomen, die te Essen eenigen tijd
bij vrienden doorbracht en pas Duitsch
land mocht verlaten. Zij verklaarde aldaar
zeer hoffelijk te zijn behandeld, enkel
moest zij zich op bepaalde tijden bij de
politie aanmelden.
Volgens haar zeggen wordt er in de
Kruppfabrieken met koortsachtigen haast
gewerkt, uitsluitend voor de vervaardiging
van wapenen en munitie. 46.000 werklieden
zijn onafgebroken aan don arbeid. De voe
ding is er overvloedig. Sommigelevens
middelen, te voren ingevoerd, zijn thans
goedkcoper dan vóór den oorlog.
Naar beweerd wordt, wemelt het in Essen
van buitenlandsche spionnen. Op één dag
werden niet minder dan veertien Russen
doodgeschoten. Zij waren als vrouwen ver
kleed, een zelfs als non.
Vierduizend Duitsche gewonden worden
te Essen verpleegd.
De Fransche Kanonnen.
In Duitsche bladen wordt er herhaaldelijk
molding van gemaakt, dat de Fraaischen
hun kanonnen zoo goed verdekt weten op te
stelleneen Amerikaansch correspondent
van de „Times", schrijft hierover het vol
gende
Op 13 September gelukte het mij, bij de
Fransche troepen te komen en marcheerde
ik mede naar Soisson. Ik bevond mij op een
hoogtevoor mij op 600 yards afstand lag
de stad Soisson, en verderop stroomde de
Aisne, waar de Duitsche troepen langs trok
ken. Granaten sprongen bij honderdtallen
in onze nabijheid. Een Fransche brigade
veld-artillerie trok bijzonder mijn aandacht,
vooral door haar handigheid in het ver
bergen der kanonnen. Van iedere terrein-
plooiing werd gebruik gemaakt, de raderen
der kanonnen stonden in een kuil en de
loop scheen daarboven te rusten op den
vlakken grond, heel nauwkeurig was de
diepte van de kuil daarvoor berekend. Om
dat ik er achter stond, kon ik dit goed
waarnemen, aan de voorzijde was er even
wel niets van te zien.
Ik amuseerde mij er mee, de Duitsche
artillerie bezig te zien met het zoeken naar
deze batterij. Er was te veel winct om er
een vliegmachine op af te sturen voor het
doen van waarnemingen, dus moesten zij
zich bepalen tot gissingen. Zij meenden, dat
ze 500 yards verder stond, dan werkelijk
het geval was en zij beschoten die plaats
drie uur lang.
Een jonge luitenant kwam naar mij toe
en zei:
„Een interessant schouwspel zal dat ge
huchtje daarginds opleveren aan de over
zijde van de rivier. Het 18de legercorps
stak vannacht de rivier over, en trok in
westelijke richting, waar het slaags is ge
raakt met den Duitschen rechtervleugel."
Bijna onmiddellijk daarna begon de bat
terij, die ik gade had geslagen, te werken
en een grootere aan de linkerzijde even
eens do kanonnade deed den grond dreu
nen. Soldaten, die bezig waren koffie te
drinken, brieven te schrijven of met iets
anders, stonden langzaam op en knikten el-
ka r toe, terwijl zij naar het bewuste ge
hucht keken. Zij wisten heel goed, wat er
gaande was. Het teeken, dat de infanterie
contact had met den vijand, was gegeven
en do artillerie steunde haar nu.
Weldra kon men rookwolken uit het ge
hucht zien opstijgen cn in weinig minuten
stond het geheel in brand het was van de
aarde verdwenen als een bos stroo. Het had
in den weg gelegen, dat was alles.
Knnon-gcdonder.
In de veelbewogen dagen, welke tegen
woordig ons deel zijn, worden de bewoners
der westelijke en zuidelijke provinciën nu
en dan opgeschrikt, doordien zij hooren ot
vermeenen te hóoren het gedonder van ge
schut in de verte. Omtrent den afstand
waarop geluid kan doordringen gaf on
langs de „Hamburger Nachrichten" enkele
mededeelingen.
Veel hangt af van verschillende toestan
den in de lucht. Zooals bekend bedraagt de
snelheid van het geluid bij 0 gr., 330 meter
in de seconde. De invloed van den wind
brengt daarin al dadelijk wijziging. Waait
die wind uit tegengestelde richting, zoo
wordt het geluid naar boven afgeleid en
dus op do aarde niet meer waarneembaar.
Dergelijke afleiding wordt eveneens beïn
vloed door de aanwezigheid van meer ol
minder luchtstroomingen in loodrechte
richting. Zelfs een helderen schoonen zo
merdag kan de voortplanting van het go-
luid zeer ongunstig wezen, terwijl zich het
tegendeel bij dichten nevel of sneeuwjacht
kan voordoen. Uitgestrekte watervlakten
en gletschers zijn voor de voortplanting het
meest geschikt. Proeven door Young, bq
Gibraltar genomen toonden aan, dat de
menschelijke stem onder die omstandighe
den tot 16 K.M. reiktepoolonderzoekei*
constateerden nog verderen afstand.
Des nachts dringt het geluid nog verder
dan overdag door, in verband met de op
gewekte luchtstroomingen als gevolg van
het verschil in verwarming der aarde.
Bij gunstigen weertoestand is het gedon
der van het geschut tot op enormen afstand
gclrordAls voorbeelden worden aange
haald, dat in 1870 het geschut-vuur in den
slag bij Sedan te Lunéville (120 K.M.) en
dat voor Parijs te Dieppe (140 K.M.) werd
gehoord.
Omtrent de grooto uitbarsting der dyna-
mietfabriek te Avigliana bij Turijn (16 Ja
nuari 1900) wordt vermeld, dat die uitbar
sting nog te Lugano (150 K.M.) waarneem
baar wa3
ALLERLEI
KORTE BERICHTEN.
In het gevangen-kamp te Wesol, waard
in thans 1250 Engelsche, Belgische, Fran
sche en Russische krijgsgevangenen rijn
opgenomen, is plaats voor 10,000 mnj».
Op het exercitieveld, dat met een 2$ me
ter hooge haag van prikkeldraad is om
ringd, zijn thans reed3 20 groote houten
barakken gebouwd.
Er liggen te Wesel een sterke garni
zoensplaats met vele forten thans nog
ongeveer 60,000 militairen, onder wie
20.000 man geregelde troepen, de rest be
hoort tot de nieuwe lichtingen, die opge
leid worden, en verder tot de landstorm.
Aan de to Kopenhagen verschijnende
„Politiken" wordt uit Londen gemeld, da*
Maxim Gorki als vrijwilliger in het Rus
sische leger op verschillende punten in
Galicië aan den strijd deelgenomen heeft.
Volgens een door de „Corriere della
Sera" te Triest ontvangen telegram, is de
Oostenrijksche stoomboot, do „Baron
Gautsch" in de Adriatische Zee op oen
mijn geloopen en gezonken. Het was ©en
schip van 2069 ton.
Erg smerig, koninklijke hoogheid. D«
dochter des Keizers, hertogin Victoria,
Louise van Brunswijk, die zooals men
weet als regentes de regeeringsplichten
van haar gemaal waarneemt, bezocht de
zer dagen een hospitaal te Brunswijk.
Toen do hertogin hoorde, dat een van de
gewonden hertog Ernst August in het veld
gezien had, vj-oeg zij hoe de hertog er toen
uitzag. Eenigsrins verrassend klonk he*
antwoord van den soldaat„Erg 6merig,
koninklijke hoogheid".
Professor Anathon Aall, van de univer
siteit te Christiania, geeft in overweging
het geld, dat jaarlijks aan Nobelprijzen
wordt uitgegeven, t-e storten in een fonds,
bestemd om na dezen oorlog een interna
tionale beweging ten gunste va-n den we
reldvrede te organiseeren.
De „Times" bevat een telegram uit Ve
netië van 23 dezer, volgens hetwelk hek
Hongaarsche ministerie van binnenland-
sche zaken ambtelijk heeft erkend, dat er
negen gevallen van cholera ontdekt waren
bij soldaten, die gewond van het front te
rug zijn gekomen.
Prinses Marie van Griekenland, -de
dochter van prins Roland Bonaparte,
heeft uit Denemarken 50,000 frank aan
mevrouw Poincaré gezonden. Het geld is
bestemd om verdeeld te worden tusschen
de Vereeniging voor hulp aan gekwetsten
en den Bond van Fransche vrouwen. De
prinses schrijft, dat zij blij is deze gift to
kunnen zenden als herinnering aan de me
dewerking, die zij in Griekenland van do
verpleegsters der beide Fransche vrou-
wenvereenigingen ondervonden heeft.
De Russische regeering heeft, zoo meld*
de Pester Lloyd, prins Radriwill, den lei
der der Poolsche partij in den Duitschom
Rijksdag, die in de eerste dagen vasi
Augustus in Wolhynië in hechtenis geno
men is, naar Petrograde laten overbrengen,
waar hij wegens spionage gevonnist zal
worden.
Ingezetenen van Antwerpen hebben hek
initiatief genomen een museum tot stand
to brengen, dat in later jaren, als de her
innering aan dezen oorlog zal rijn vervaagd,
tot een blijvend gedenkteeken zal kunnen
strekken, om aan langenoot en vreemdeling
de geschiedenis dezer benarde dagen te ver
tolken.
De heer Claes, consenator van het mu
seum Steen, dat na inrichting van hek
Vlceschhuis, uitsluitend historisch museum
zal blijven, heeft daar een zaal opengesteld,
waar een verzameling van alles wat op don
krijg betrekking heeft zal worden tentoon
gesteld.