Oe Europessche Oor,03. iVeede A®. 1914. Officleele Kennisgeving. ff N®. 1674:6 Kiiasdag 29 ^epte«il>er. INKOMSTENBELASTING. Burgemeester en Wethouders van Lei den, brengen in herinnering dat den 80sten September e.k., de 3de termijn vervalt van de Plaatselijke Inkomstenbe lasting, dienst 1914, en dat al/.oo op den lsten October minstens de helft van den aanslag moet zijn voldaan. Zij noodigeu mitsdien belanghebbenden uit om, ter voorkoming van vervolgings kosten, tot de betaling van het ver schuldigde ten kantore van den Gemeente ontvanger over te gaan. Voorts zij er op gewezen, dat uu in deze ernstige tijdsomstandigheden \olc uitgaven van de gemeente gevorderd worden, liet een dure plicht is, dat de belastingschuldi gen er zorg voor dragen dat, evenals hun huishuur en andere schulden, ook huu belastingpenningen stipt op tijd worden voldaau. Het verdient bovendien aanbeve ling om, zoo mogelijk, den gehcclen aan slag te voldoen. Burgemeester en Wethouders voornoemd.. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris Leiden, 26 September 1914. RESTITUTIE JACHTAKTEN. Do Burgemeester van Leiden brengt ter kennis van belanghebbenden, dat door de Miuistors van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Financiën is besloten, dat to zijner tijd do teruggave zal worden overwogen van do rocognltle van die Jachtakten, waarvan geen of slechts weinig ge bruik is kunnen worden gemaakt, doch uitslui tend aan die personen, die hun akte vóór 1 Octo ber a.s. bij hom Burgemeester, hebben Inge leverd. Do betaalde zegelgelden zullen echter niet kun nen worden teruggegeven. De Burgemooster voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR. Lolden, 28 September *914. Het moderne Slagveld. Hamilton Fife geeft de volgende schets van het vreeselijke van den modernen oor log ia de Daily Mail": „Dit is ge-en oorlog van menschen, het. is oorlog van machines." Zoo sprak een gewoon officier, en hij zeide het vol bitter heid, want hij had meer dan de helft van het bataljon, dat hij had gecommandeerd, zien weggevaagd als het gras onder de zeis, door die vreeselijke mitrailleuses. ,,Er is iets vreeselijks zielloos in," ver volgde hij, „het is boestachtig onmensche- lijk. Mannen draaien een handvat om en de dood vliegt er uit „in grooto bundels". Wat deze veldslag geweest is het is m werkelijkheid één slag, de Marne en de Aisne, kan niemand beseffen, die het niet heeft bijgewoond. Menschen konden elkander nooit dooden bij hoopen, bij hon derden te gelijk. Zij souden walgen van eulk een slachten op groote schaal. Zij zouden uitroepen: „Wij zijn soldaten, geen slachetrs. E-en slagveld moet geen abattoir zijn." Slechts vernuftig uitgedachte machi nes, gemaakt om menschen te dooden als sprinkhanen wanneer die over 'n vruchtbaar land komen; slechts automatische moorde naars zonder hart of medelijden, of wroe ging, konden de aarde bedekken met doo den, op zulk een vreeselijke wijze." Een groote kurassier vertelde hoe, nadat ©en massa Duitsche infanterie uiteen ge slagen was, en nog eens uiteen geslagen, er een wal van lijken was, een wal, waarover jnen met paarden heen moest springen. Een andere man, een chasseur te voet, beschreef een beetwortel veld, waar de Duitschers dood lagou, als een plaats „waar zij lagen bij honderden, alsof zij door den bliksem waren getroffen. Zoo doodt onze eoixante-quinze", gelijk de goede God doodt, wanneer hij vertoornd is en zijn toorn doet gevoelen door het hemelvuur. Ziet, gedood waar gij stond 1" Do „soixante-qumze is het Fransche 75- millimeter kanon, waarover de soldaten met genegenheid spreken. Zij hebben eigen aardige manieren. Hun artillerie leeft voor hen. Zij spreken er over met een persoon lijk gevoel van dankbaarheid en bewonde ring. Ook de bajonetten hebben zij ver persoonlijkt. Een der gewonde Bpahis sprak van een man-tegen-man gevecht zij zijn zeldzaam geweest waarbij „Rosa lie" grootsch werk had gedaan. „Rosalie," verklaarde hij, „zoo noemen wij ous blanke wapen. Wij doopten het zoo op een avond toen wij het met goed effect gebruikt hadden. Maar het aantal dat „Ro salie" voor haar rekening heeft, is klein in vergelijking van de massa's, die „automa tisch." gedood zijn. Aan Duitschcn kant is het de mitrailleuse, het Maxim-kanon, dat de meeste schade aanricht; aan Fransche zijde de „soixante-quinze" Verschillende doktoren vertelden mij, dat de wonden der Duitschers meerendeels veel ernstiger zijn, dan die der Fransche of Britsche soldaten. De Fransche granaten barsten met vreeseiijk effect. Zij scheuren beenen en armen aan stuk ken. Als zij hoofd of onderlijf raken is al les voorbij. Het is volkomen juist," voegde hij er bij op mijn desbetreffende vraag, „dat mannen dood gevonden werden zonder ©enige verwonding. Wij vinden hen als wij over het slagveld gaan, knielende, zittende in de loopgraven in natuurlijke houdingen, alsof zij nog leefden; juist zooals zij kniel den of zaten toen de granaat barstte en hen in een oogenblik door de meliniet- dampen verdoofde. O, dat slagveld aan de MarneNooit is er een oorlog geweest, die iets zoo vreese lijks te zien gaf. Als de lijken daar in hun massa's lijken van dieren waren, zouden wij medelijden hebben. Maar mannen, Mon sieur, Mannen! Nooit heeft de wereld zóó iets gezien Dat klinkt overdrevenmisschien zeggen sommigen uwer: „Die mannen hadden nooit een slagveld gezien." Welnu, hier volgt het getuigenis van een, die andere slagvelden zagdie aanschouw de de slagvelden in den Balkan-oorlog, waar men de dooden telde in nooit-gehoord© cijfers. Een Roode Kruis zuster, een be kwaam, degelijke Fransche vrouw, die her haaldelijk aangewezen werd voor werk, dat buitengewone hoedanigheden van kalmte en bedrevenheid vorderde, zegt: „Afschuwelijk! Afschuwelijk! Afschuwe lijk J" en dan sluit zij even haar oogen in haar handen om de vreeselijke beelden weg te vagen, die voor haar opdoemen. „Denk eens aan het aantal twee mil- lioen. Dat is nooit geëvenaard. Denk aan de juistheid der doodende machines I Aan het aantal dier machinesAan de ontzet tende voorraden ammunitie, die zij ver slinden. Duitschland moet één groot hospi taal zijn. Frankrijk begint hetzelfde te worden. Ik heb zelf gezien. Ik heb juist gereisd van de Atlantische kust door het midden van Frankrijk, overal zijn gewonden. Reeds worden bedden schaars, al zij er gelukkig zoovele lichtgewonden, dat zij spoedig ge nezen en ruimte kunnen maken voor ande ren. Maar men gaat het ontzettende der worsteling beseffen als meD elke beschik bare school, gesticht, openbaar gebouw ziet herschapen in een hospitaal, evengoed als vele groote spoorwegstations en tal van particuliere woningen, en dan te bedenken dat het in Duitschland nog veel erger is..." De Approviandeering van het Duitsche Leger. Majoor Morath, de militaire medewerker van het „Berl. Tagebl." heeft van een te ruggekeerd gewond officier de volgende bijzonderheden gehoord over de approvian deering van de troepen in België en Frank rijk In België hebben wij nog steeds zooveel bij elkaar kunnen schrapen, dat wij zonder honger t© lijden verder kwamen. Wel wa ren huis en hof leeg en werden brood en boter zeldzaam, maar er was versche melk, want wij lieten de koeien, die wij op de weide of in de stallen aantroffen, door onze manschappen melken. Roode wijn was er in overvloed. Als wij haastig opbraken ha perde hot met kommiesbrood hier en daar, vooral in den tijd, toen wij den verslagen vijand achtervolgden. Overvloed was er aan kippen, kalveren en varkens. Zeer van pas kwam ons ook de groote menigte gelei, die zelfs het armste huis in voorraad heeft, en ook do overvloed van groente. Do winkels in de groote dorpen waren meestal door de terugtrekkende Belgen geheel leeggehaald. Anders werd het in Frankrijk. Hier von den wij onmiddellijk in de eerste stad een menigte goed voorziene winkels, die ons voor eenige dagen proviand verschaften. Daar de bevolking van Frankrijk zich over het algemeen tegemoetkomend toonde en ons alle eetwaren, die zij eenigsrins missen kon zonder tegenstribbelen ter beschikking stelde, was er geen gebrek. Hoe verder wij echter in het gebied van de wijnbergen kwa men, des te moeilijker werd het om aan levensmiddelen te komen. Yier dagen lang leefden wij slechts van spek en champagne van wereldberoemde merken. Wij zouden gaarne een kist Veuve Cliquet gegeven heb ben voor een goeden vleeschschotel. Ook hier was weer overvloed van blikjes-groen te, doperwten, heerenboontjes, champignons tomaten. Wij vonden ook goulasj en zelfs kreeft en sardines waren niet zeldzaam. Het gebied van Epernay, Ay en Reims le verde alles, wat men zich wenschen kon. Om deze dingen to krijgen worden bon3 uitgegeven, maar slechts door officieren. Op de bons werd in francs of marken de prijs bepaald met opgave van den naam en do woonplaats van dengeen, die de bon ge- gegeven had. De bevolking nam deze bons gaarne in ontvangst. Wat niet gerequi- reerd, maar direct opgeëischt werd, werd contant, betaald. De meerderen waakten streng tegen elk misbruik. Waar geen inwo ner te vinden was, werden de bons op het raadhuis afgegeven voor de wettige eige naars. De slagers van de troepen werden met touwen in de stallen gestuurd om slachtvee. Dit- werd dan uitgezocht en ge taxeerd. Op deze wijze hebben wij met ge ringe t.usschenpoozen bijna altijd goeden kost gehad, 's Morgens hadden wij koffie, waarvan de rest in do veldflesch ging. 's Middags een maal uit de veldkeuken of uit. de kookketels en 's avonds bij het brood vleoschwaren -uit den broodzak of uit de zadeltasch. Daarbij een sterk verdunde punch van rooden wijn. In do Fransche winkels vonden wij overigens veel Duitsohe bouillon-blokjes en ook pudding-poeder. Die kwamen ons zeer te pas. Het wittebrood dat wij overal kregen, smaakte ons op den duur niet meer. Heel goed daarentegen samen met kommiesbrood. Wij moesten vaak posten voor de bakkerijen zetten, op dat het brood uit den oven niet te vroeg opgegeten werd. Daar gedurende de moei lijke dagen, dat er in stellingen gevochten werd, geen vuur aangemaakt mocht wor den, moesten wij den inhoud van de blikje3 koud eten. Een genot was dit natuurlijk niet. In de achtergelaten ransels van de Franschen, die men bij duizenden langs den weg vond, ontdekten wij spoedig een soort goulasj in blik, die bepaald een lekkernij was, en die men zelfs koud kon eten. Proviand-colonnes, zoo vertelde de offi cier, had hij op tien geheelen marsch en 11a de gevechten niet te zien gekregen. Ook de levensmiddelen wagens bereikten slechts voor een klein gedeelte de troepen. Daar voor was de opmarsch te snel. De man schappen zijn bij deze levenswijze mager geworden, maar daar zij over het algemeen gezond zijn, was dit nog een voordeel voor hun bewegelijkheid. Een dronken soldaat heb ik niet gezien. Een gevaar echter waren de druiven, die zij half rijp verslonden. De gcvoclitcu om ecu Kasteel-. De correspondent van de „Manch. Guardian" en de „Daily Tel." zendt aan zijn blad een verhaal van het gevecht om het kasteel Mondement, waar de staf van het leger van den Duitschen kroonprins ingekwartierd geweest is. Het wer l vier maal genomen en hernomen. Zooala men weet, bleef het ten slotte in handen van de Franschen. Men zegt, lat de kroonprins den nacht vóór dat de Franschen het her overden, in het kasteel geslapen heeft. Zijn leger bezette het front van Fère in Champagne tot een punt beoosten Eper nay^ Zijn voortroepen waren op den weg SézanneEpernay. De Fransche strijd macht werd op vijf legerkorpsen geschat. Het land, waar heb kasteel van Mondement in ligt, ziet er uit alsof het voor alle verrichtiigen geschikt ia go-lvend, met en kele beboschte heuvels. Maar de dalen zijn moerassen en in die moerassen is ten slotte de vijand gedreven. Op 18 Septem ber, den datum waarop do correspondent van de Manchester Guardian en de D. T. zijn verslag schreef, kwamen er uitgehon gerde Duitsche soldaten, sommigen ge wond, uit het moerasland, waar ze zich verborgen hadden, to voorschijn om zich over te geven. Twee-en-veertig stukken van de Duitsohe veld-artillcrie ^zijn in het moerasland weggezonken. De concierge van het ka-steel-Mondement heeft aan den correspondent verteld, 'lat er op den avond van 6 September, toen men zeide, dab de kroonprins in het kasteel was, een groote maaltijd gehouden is, tnet jam, kip, schapenvleesch, alles wat het land maar opleverde en t-allooze flesschen champagne. Een ruw ontwaken wachtte hen den volgenden ochtend. Turco's, een divisie uit Marokko, deden den eersten aanval op het door de Duitschers bezette Mondement. Als een troep wolven moe ten zij in hun wilden vechtlust op de Duit schers aangestormd zijn. Velen gooiden hun geweren weg en stoven op den vijan 1 aan slechts met de geweldige Fransche bajonet gewapend. Niets was tegen hen bestand. Maar toen de Franschen het kas teel binnengedrongen waren, kwamen zij onder het Duitsche granaatvuur en door dit beschermd kwam de vijandelijke infan- terio nader en nader.Op iederen vierkanten meter muur zijn, naar de blutsen te oor- deelen, wel een dozijn kogels neergekomen, zoowel aan de oostelijke als aan de wes telijke gevels van het gebouw. Zoo dreef een vernietigend geweervuur de Afrikaan- sche troepen terug. Maar zij hernieuwden den aanval, gesteund door de Fran sche 7.5 cM.-kanonnen en weldra is dien dag voor den tweeden keer het kasteel in handen van de Franschen. Den volgenden ochtend keeren de Duitschers terug en voor de derde maal valt Mondement hun in handen. En dan herhaalt zich het ge- heele geval. De Turco's rennen tegen het moordende vuur in, dat uit het kasteel komt, de troepen der linie-regimenten ach ter hen aan en wederom is het slot Mon dement in handen der rechtmatige eige naars. Door dezen inval in het centrum wankelt de geheele vijandelijke linie. Do Fran schen dringen overal door en de Duitschers trekken allengs terug, naar den weg van Ch&lons a. d. Marne naar Verdun. En daarbij komen zij in het moeras terecht. De artillerie het eerst. Paarden zakken weg, caissons en kanonneu. De terug trekkende infanterie komt de kanonniers te hulp en dan komt er wat. orde in de chaos. Een achterhoede-gevecht voerende weet het trotsche leger van den kroonprins te ontsnappen. Het was op bijna honderd kilometer afstand van Parijs toen het te ruggedreven werd Wat een Russisch Generaal zag. Generaal Paltof, van de Russische mari niers, is te Potrograde teruggekeerd, na een zes weken lang gedwongen verblijf te Berlijn. Om trent zijn wedervaren vertelde bij, volgens den „Time s'-correspondent te Petrograde, het volgende Aan den vooravond der oorlogsverklaring arriveerde hij, met- zijn vrouw en zijn oude ren broeder, van Kissingen te Berlijn. Zij gingen terstond op reis naar Rusland, maar werden van Eydtkuhnen naar Berlijn te ruggezonden. De generaal werd van zijn gezelschap gescheiden en naar dc gevange nis vervoerd in een auto, waarvoor de po litie hem zelf liet betalen. Twee dagen lang bleef zijn vrouw in het onzekere om trent zijn lot. De generaal werd twaalf dagen lang opgesloten gehouden in een kleine cel, zonder meubelen en zelfs zon der bed. Bovendien werd hij zoo slecht ge voed, dat hij ongesteld werd. De cipier vreesde voor zijn leven en bracht de zaak ter kennis van den commandant van Ber lijn, generaal Von Jacobi, die voorheen Duitsch militair zaakgelastigde was en al daar generaal Paltof leerde kennen. Hij bewerkstelligde zijn vrijlating op parool. Generaal Paltof bleef daarna nog een maand te Berlijn, in betrekkelijke vrijheid. Door fcusschenkomst van den Russischen gezant werd hem veroorloofd naar Rusland terug te keeren. Naar zijn zeggen is de aanvankelijke vreugde van het Berlijnsche volk veran derd in een neerslachtigheid, die zich in openlijke ontevredenheid dreigt te uiten. Krupp hanl aan 't werk. Te Edinburgh is een Schotsclie vrouw teruggekomen, die te Essen eenigen tijd bij vrienden doorbracht en pas Duitsch land mocht verlaten. Zij verklaarde aldaar zeer hoffelijk te zijn behandeld, enkel moest zij zich op bepaalde tijden bij de politie aanmelden. Volgens haar zeggen wordt er in de Kruppfabrieken met koortsachtigen haast gewerkt, uitsluitend voor de vervaardiging van wapenen en munitie. 46.000 werklieden zijn onafgebroken aan don arbeid. De voe ding is er overvloedig. Sommigelevens middelen, te voren ingevoerd, zijn thans goedkcoper dan vóór den oorlog. Naar beweerd wordt, wemelt het in Essen van buitenlandsche spionnen. Op één dag werden niet minder dan veertien Russen doodgeschoten. Zij waren als vrouwen ver kleed, een zelfs als non. Vierduizend Duitsche gewonden worden te Essen verpleegd. De Fransche Kanonnen. In Duitsche bladen wordt er herhaaldelijk molding van gemaakt, dat de Fraaischen hun kanonnen zoo goed verdekt weten op te stelleneen Amerikaansch correspondent van de „Times", schrijft hierover het vol gende Op 13 September gelukte het mij, bij de Fransche troepen te komen en marcheerde ik mede naar Soisson. Ik bevond mij op een hoogtevoor mij op 600 yards afstand lag de stad Soisson, en verderop stroomde de Aisne, waar de Duitsche troepen langs trok ken. Granaten sprongen bij honderdtallen in onze nabijheid. Een Fransche brigade veld-artillerie trok bijzonder mijn aandacht, vooral door haar handigheid in het ver bergen der kanonnen. Van iedere terrein- plooiing werd gebruik gemaakt, de raderen der kanonnen stonden in een kuil en de loop scheen daarboven te rusten op den vlakken grond, heel nauwkeurig was de diepte van de kuil daarvoor berekend. Om dat ik er achter stond, kon ik dit goed waarnemen, aan de voorzijde was er even wel niets van te zien. Ik amuseerde mij er mee, de Duitsche artillerie bezig te zien met het zoeken naar deze batterij. Er was te veel winct om er een vliegmachine op af te sturen voor het doen van waarnemingen, dus moesten zij zich bepalen tot gissingen. Zij meenden, dat ze 500 yards verder stond, dan werkelijk het geval was en zij beschoten die plaats drie uur lang. Een jonge luitenant kwam naar mij toe en zei: „Een interessant schouwspel zal dat ge huchtje daarginds opleveren aan de over zijde van de rivier. Het 18de legercorps stak vannacht de rivier over, en trok in westelijke richting, waar het slaags is ge raakt met den Duitschen rechtervleugel." Bijna onmiddellijk daarna begon de bat terij, die ik gade had geslagen, te werken en een grootere aan de linkerzijde even eens do kanonnade deed den grond dreu nen. Soldaten, die bezig waren koffie te drinken, brieven te schrijven of met iets anders, stonden langzaam op en knikten el- ka r toe, terwijl zij naar het bewuste ge hucht keken. Zij wisten heel goed, wat er gaande was. Het teeken, dat de infanterie contact had met den vijand, was gegeven en do artillerie steunde haar nu. Weldra kon men rookwolken uit het ge hucht zien opstijgen cn in weinig minuten stond het geheel in brand het was van de aarde verdwenen als een bos stroo. Het had in den weg gelegen, dat was alles. Knnon-gcdonder. In de veelbewogen dagen, welke tegen woordig ons deel zijn, worden de bewoners der westelijke en zuidelijke provinciën nu en dan opgeschrikt, doordien zij hooren ot vermeenen te hóoren het gedonder van ge schut in de verte. Omtrent den afstand waarop geluid kan doordringen gaf on langs de „Hamburger Nachrichten" enkele mededeelingen. Veel hangt af van verschillende toestan den in de lucht. Zooals bekend bedraagt de snelheid van het geluid bij 0 gr., 330 meter in de seconde. De invloed van den wind brengt daarin al dadelijk wijziging. Waait die wind uit tegengestelde richting, zoo wordt het geluid naar boven afgeleid en dus op do aarde niet meer waarneembaar. Dergelijke afleiding wordt eveneens beïn vloed door de aanwezigheid van meer ol minder luchtstroomingen in loodrechte richting. Zelfs een helderen schoonen zo merdag kan de voortplanting van het go- luid zeer ongunstig wezen, terwijl zich het tegendeel bij dichten nevel of sneeuwjacht kan voordoen. Uitgestrekte watervlakten en gletschers zijn voor de voortplanting het meest geschikt. Proeven door Young, bq Gibraltar genomen toonden aan, dat de menschelijke stem onder die omstandighe den tot 16 K.M. reiktepoolonderzoekei* constateerden nog verderen afstand. Des nachts dringt het geluid nog verder dan overdag door, in verband met de op gewekte luchtstroomingen als gevolg van het verschil in verwarming der aarde. Bij gunstigen weertoestand is het gedon der van het geschut tot op enormen afstand gclrordAls voorbeelden worden aange haald, dat in 1870 het geschut-vuur in den slag bij Sedan te Lunéville (120 K.M.) en dat voor Parijs te Dieppe (140 K.M.) werd gehoord. Omtrent de grooto uitbarsting der dyna- mietfabriek te Avigliana bij Turijn (16 Ja nuari 1900) wordt vermeld, dat die uitbar sting nog te Lugano (150 K.M.) waarneem baar wa3 ALLERLEI KORTE BERICHTEN. In het gevangen-kamp te Wesol, waard in thans 1250 Engelsche, Belgische, Fran sche en Russische krijgsgevangenen rijn opgenomen, is plaats voor 10,000 mnj». Op het exercitieveld, dat met een 2$ me ter hooge haag van prikkeldraad is om ringd, zijn thans reed3 20 groote houten barakken gebouwd. Er liggen te Wesel een sterke garni zoensplaats met vele forten thans nog ongeveer 60,000 militairen, onder wie 20.000 man geregelde troepen, de rest be hoort tot de nieuwe lichtingen, die opge leid worden, en verder tot de landstorm. Aan de to Kopenhagen verschijnende „Politiken" wordt uit Londen gemeld, da* Maxim Gorki als vrijwilliger in het Rus sische leger op verschillende punten in Galicië aan den strijd deelgenomen heeft. Volgens een door de „Corriere della Sera" te Triest ontvangen telegram, is de Oostenrijksche stoomboot, do „Baron Gautsch" in de Adriatische Zee op oen mijn geloopen en gezonken. Het was ©en schip van 2069 ton. Erg smerig, koninklijke hoogheid. D« dochter des Keizers, hertogin Victoria, Louise van Brunswijk, die zooals men weet als regentes de regeeringsplichten van haar gemaal waarneemt, bezocht de zer dagen een hospitaal te Brunswijk. Toen do hertogin hoorde, dat een van de gewonden hertog Ernst August in het veld gezien had, vj-oeg zij hoe de hertog er toen uitzag. Eenigsrins verrassend klonk he* antwoord van den soldaat„Erg 6merig, koninklijke hoogheid". Professor Anathon Aall, van de univer siteit te Christiania, geeft in overweging het geld, dat jaarlijks aan Nobelprijzen wordt uitgegeven, t-e storten in een fonds, bestemd om na dezen oorlog een interna tionale beweging ten gunste va-n den we reldvrede te organiseeren. De „Times" bevat een telegram uit Ve netië van 23 dezer, volgens hetwelk hek Hongaarsche ministerie van binnenland- sche zaken ambtelijk heeft erkend, dat er negen gevallen van cholera ontdekt waren bij soldaten, die gewond van het front te rug zijn gekomen. Prinses Marie van Griekenland, -de dochter van prins Roland Bonaparte, heeft uit Denemarken 50,000 frank aan mevrouw Poincaré gezonden. Het geld is bestemd om verdeeld te worden tusschen de Vereeniging voor hulp aan gekwetsten en den Bond van Fransche vrouwen. De prinses schrijft, dat zij blij is deze gift to kunnen zenden als herinnering aan de me dewerking, die zij in Griekenland van do verpleegsters der beide Fransche vrou- wenvereenigingen ondervonden heeft. De Russische regeering heeft, zoo meld* de Pester Lloyd, prins Radriwill, den lei der der Poolsche partij in den Duitschom Rijksdag, die in de eerste dagen vasi Augustus in Wolhynië in hechtenis geno men is, naar Petrograde laten overbrengen, waar hij wegens spionage gevonnist zal worden. Ingezetenen van Antwerpen hebben hek initiatief genomen een museum tot stand to brengen, dat in later jaren, als de her innering aan dezen oorlog zal rijn vervaagd, tot een blijvend gedenkteeken zal kunnen strekken, om aan langenoot en vreemdeling de geschiedenis dezer benarde dagen te ver tolken. De heer Claes, consenator van het mu seum Steen, dat na inrichting van hek Vlceschhuis, uitsluitend historisch museum zal blijven, heeft daar een zaal opengesteld, waar een verzameling van alles wat op don krijg betrekking heeft zal worden tentoon gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5