De Europeesche Oorlog. I I TT r - De Duiiselicrs in Delgië. Sedert Zaterdag zouden 40,000 Duit-schers in de buurt van Waterloo gekampeerd zijn. Buq hoofdkwartier ligt te Ruysbroeck. De Duitschers geven geen passen meer naar Bergen, naar verluidt, omdat zij niet willen, dat men hun grootc legertros, die reeds uit Drankrijk te Bergen zou zijn te ruggekomen, zal zien. Te Grimbergen en te Meysse (ten Door- den van Brussel) hebben de Duit-schers een zwaar belegeringskanon opgesteld. In bei de plaatsen hebben zij de mannelijke inwo ners in de kerk opgesloten en de vrouwen naar Brussel gezonden, om te voorkomen dat dezen zien wat er gebeurt. Wat men tc Antwerpen weet tc vertellen. Gister werd te Antwerpen niets minder noch meer verteld, zelfs werd het door een blad medegedeeld, dat Von Kluck te Ber gen zon aangekomen zijn en dat te Xamen toebereidselen gemaakt zouden worden om tien generalen staf van den kroonprins te ontvangen. Een correspondent van de „Tel.5' meldt daaromtrent: Een Duitsche staf, ik vernam niét welke, die uit Frank rijk kwam, beeft zich komen vestigen te Hal, ten zuiden van Brussel. Hij heeft de lokalen van het station voor zijn gebruik jn beslag genomen"en er den stationsoversto 5iit doen verhuizen. In ieder geval schijnt het zeker, dat de aankomst van een zeei sterke Duitsclio legermacht, die uit Frank rijk wijkt, in België bekend is. Op gansch hun verbindingslijn door België hebben de Duitschers verdedigende stellingen klaar gemaakt. Jn den omtrek van Ninove heeft een En gelsche vlieger jacht gemaakt op een Duit sche „Taube" op zeer groote hoogte en deze neergeschoten. De vlieger werd ge dood. Dezen namiddag is een Engelsche vlieger neergekomen op het Wilryckplein, doch-brak zich bij het vallen een been. Ik weet niet, of deze Engelschen een en de zelfde persoon zijn. De „Zeppelin", die de zen nacht bommen wierp op Ostende, heeft, naar het thans blijkt, gansch de -provincie Wcsfc-Vlaanderen overkruist. Hij werd, met zijn zoeklichten aan, gezien te Kortrijk, te «Sottcghem, Ronsse. Ninove, Gceraardsber- gcn. Dat was na zijn verschijning te Os tende, tusschen 1 en 2 uur in den morgen. Tusschen Ninove en Brussel rijdt de stoom tram niet meer. Mevrouw Knight, uit Amsterdam, is gis teren alhier aangekomen met 10,000'franc, eerste storting van het Ncderlandseh Steuncomité voor weduwen en weezen van Belgische soldaten. Heel den dag was de stad vol troepen, recruten en vrijwilligers, die optrokken naar hut depots, zingend den Vlaamschen Leeuw en de Marseillaise. Al do vrouwen van Belgische staatsamb ten, dit> nog to Brussel waren, zijn door den Duitschen gouverneur uitgedreven. Zij ontvingen een paspoort voor de bestem ming, die zijzelf aanduidden. Mag België Buitscliland binnenrukken? De „Times" beantwoordt de vraag of België, als onzijdige staat vóór het- uitbre ken van den oorlog, het recht heeft met zijn leger Duitscliland binnen te rukken, als de Duitschers over de Belgische grenzen te ruggedreven mochten worden, bevestigend. Belgic zegt het blad is een souverci- do staat-, waaraan Duitscliland den oorlog verklaard heeft. Van dat oogenblik af kan niemand België heb recht, ontzeggen vrije lijk van zijn souvereine rechten gebruik te maken en tegenover Duitscliland zoo tc handelen als het voor zijn eigen belangen goed acht. Wij hebben het Belgische veldleger noo- dig voor onze toekomstige krijgsverrichtin gen in Duitscliland. Wij hebben de Belgische officieren en Belgische getuigen noodig voor de krijgs raden die waarschijnlijk zullen worden be last de proeessen te behandelen van de Duitsclm generaals en de Duitsche officie ren, die t.c Leuven, Aarschot, Dcndermon- dc en elders in België cn Frankrijk het be vel hebben gevoerd. De Duitsche officieren oefehen een stren ge tucht uit; zij moeten dus verantwoorde lijk gesteld worden/ voor de aangerichte verwoestingen. De Avonturen van een Neilcrlansch Fo i ograa 1'. De lieer A. J. W. de Veer, die*in op dracht- voor het weekblad ,,De Prins"' fotografische opnamen in België wille doen, heeft daar menig benauwd uurtje doorgemaakt. Hij beeft daarvan een en ander aan de „Tel." verteld „Ik wilde naar Brussel, Mechelen en Dendermonde, om eenige interessante op namen te doen. Van te voren had ik me, uit- voorzichtigheid voorzien van de noo- dige passen, waaronder een, door den Duitschen consul te Amsterdam ondertee kend. l)e misère begon reeds in Maastricht, waar geen één chauffeur te binden was, die me liet lanjf der Belgen wilde inrij den. Eindelijk had ik een geschikt manne tje te pakken en spoedig waren we over de grens. Het eerste doel van onzen tocht was Brussel. We passeerden t Tongeren, waar een étappe-commandant de teugels van het bewind voerde. Deeds van te v> ren had ik van collega's gehoord, dat het- een lastig heerschap moest zijn. En in derdaad; ik werd aan den lijve onder zocht en 't eind van het liedje was, lat de man op mijn pas schreef: „Tongeren. Gellich nach Brussel". Toen bedacht hij zich een oogenblik, kraste met een nijdige pennestreek het geschrevene door en verving dit door „Zurück nach Maestrieht". Bomdaar zat ik. Ik gevoelde weinig lust, om rechtsomkeert te maken. Ik liet m'n chauffeur den zijweg naar Visé inslaan. Over Luik en Wavres snelden we naar Brussel. Op den weg tusschen beide laatstge noemde steden, kwamen we een Duitschen motor-wielrijder tegen, die verzocht, mo de te rijden, daar zijn stuur gebroken was. Opvallend was de rustelooze houding van den militair. Na een half uur gereden te hebben, stapte bij uit en laadde zijn karabijn. Toen ik verwonderd vroeg, of ik soms iet-s gedaan had, waarop de doodstraf- moest volgen, antwoordde hij, dat de weg. waarlangs we reden, allesbehalve veilig was. Eenige dagen geleden hadden franc- tircurs, verscholen in kelders van afge brande huizen, vier Pruisen neergelegd. Hij ried ons aan. om, wanneer de kerels weer mochten schieten, plat in den wa gen te gaan liggen. Deze ontboezeming had mijn chauffeur zóó angstig gemaakt, dat z'n handen bet stuur niet meer naar behooren konden hanteeren. Dientengevolge zwaaide de kar van links naar rechts. Na een kwartier over den weg gezigzagd te hebben, verklaarde de dépêcheur, dat het gevaar geweken was. De chauffeur werd nu ook kalmer, waardoor de auto niet meer den geheel en weg in beslag hoefde te nemen. In de buitenwijken van Belgié's hoofd stad verden we weer gevisiteerd. Toen de soldaten m'n kiekkast zagen, weid ik ge arresteerd. M'n toestel werd in beslag genomen en vier uur lang zaten twee gewapen le, grimmige militairen naast me. Wat ze vertelden was allesbehalve geruststellen 1 voor mij en m'n trouwe vriendin, de camera. De zolder van de „Kommandantur", al dus de soldaten, lag vol met foto-toestel len, die met geweerkolven platgestampt waren. Ze waren bijna alle van spionnen afkomsig. Eindelijk, nadat ik wanhopig veel kee- ren een crdonnance met m'n toestel en platen heen en weer had zien loopen, kon ik, na mijn eigendommen teruggekregen te hebben, vertrekken. Na twee dagen oponthoud, kon ik per militairen trein naar Aken vertrekken, nadat me nog eens uitdrukkelijk verklaard was, dat- ik géén toestemming tot fotogra feeren kon krijgen. Voor den adjudant, ritmeester Von Strempe), moest ik onderschriften der plaatsjes in de „Prins" vertalen. De adjudant informeerde belangstellen 1 naar ons land en betreurde het, dat Ne derland iu oorlog was met Groot-Britan- «nië Ze bleken d^iar té Brussel op 't militaire departement al zéér slecht ingelicht te zijn. In deze meening werd ik nog ver sterkt, toen een ordonnance binnen kwam stuiven en mededeelde, dat Parijs geval len was Op de Hollandsche grens trof me weer de gemoedelijkheid van ons vaderlandje in deD vorm van een soldaat, die genoeg lijk onder een groote parapluie zijn pijpje zat te rooken. De Duitschers in Frankrijk. Het officieele Fransche communiqué van gistermiddag drie uur luidt: Tusschen de Somme en de Oise is een zeer hevig algemeen treffen gaande met de Duitschers, die, na versterkingen te hebben gekregen, die zijn onttrokken aan zijn cen trum, uit Lotharingen en de Vogezen cn die langs Kamerijk, Luik en Valenciennes zijn aangevoerd, in do streek van Tergnicr (ten zuiden van St-. Quentin bij La Fere) en St. Quentin staan. Onze troepen zijn ten oosten van Reims naar Berru Moronvillers (5 K.M. ten oos ten va it Reims) vooruitgedrongen. Op den rechteroever der Maas is de vijand er in geslaagd vasten voet te krijgen op de Maasheuvels en het voorgebergte van Hat- tonchatelhij is in de richting van St. Mi- chiel (aan de Maas, 10 K.M. ten zuiden van Troyon) voortgerukt en heeft twee forten, Paroches en Camp des Domains, beschoten. Wij blijven daarentegen de haas ten zui den van Verdun en Rukken van Toul op naar Beaumont (10 K.M. ten N.O. van Gi- ronville). Op den rechtervleugel hebben wij aanval len op Nomeny afgeslagen. Ten oosten van Lunéville hééft de vijand enkele schijnaan- vallen ondernomen op de lijn Vezouse Blette. De toestand blijft dus bevredigend, daar de beslissende krijgsverrichtingen thans op den linkervleugel geschieden. Het groote hoofdkwartier der Duitschers deelt mee, dat verdere operaties op den uitersten rechter-vleugel tot nieuwe ge vechten geleid hebben, waarbij de beslis sing tot nu nog niet gevallen is. In het midden van het slag-front is bij beide partijen afgezien van op zichzelf staan- de aanvallen, en is niets gebeurd. Als eerste sperfort, ten zuiden van Ver dun, in Camp des Romains bij St. Michiel, gevallen. Het Beicrsche regiment-Von der Tana heeft- op het fort do Duitsche vlag geheschen. De Duitsche troepen zijn daav over He Maa-s getrokken. Overigens is noch in het westen, noch in het oostei; ook maar iets in den toestand veranderd. De Duitsche linie aan de Aisnc. Dezer dagen vertelden we op gezag van de „Times", dat de Duitsche versterkingen langs de Aisne aangelegd, zeer sterk zijn Hitelire Belloc, een Engelsche schrijver, gal- een denkbeeld van het terrein, waarin die zijn aangelegd. En in do „Manch. Guar dian" komt nog eens een beschrijving voor van Duitsche zijde wordt over de posities in dat gebied niets medegedeeld waarin gezegd wordtdat de versterkingen der Duitschers in hun- linie zoo sterk zijn, dat wanneer geen strategische verrassingen voorkomen waarop het zeer aangenaam is te spcculecren, maar die men toch niet te veel verwachten moet iedere aanval leiden moet tot een terugslag en slechts succes kan hebben, wanneer de tegenstan der tot uitputting is gebracht. De schrijyer van het Engelsche blad spreekt dan zijn bewondering uit voor wat de Duitschers daar hebben gedaan. Zij hebben de kunst der veldversterking opge voerd tot een hoogte die nooit te voren op die schaal is bereikt, en zij hebben daar door een stelling, die van nature van ge wone sterkte was, gemaakt, tot- een vesting linie, sterker en van meer weerstandsver mogen dan een gebouwde linie van staal Hij wijst dan op de weinige waarde van de stalen koepels, die bij de forten van Luik is gebleken. En hij haalt daarbij aan een correspondentie van een der grootste En gelsche autoriteiten op het gebied der ves- tingbouwkunde, Sir George Clarke, (thans Lord Sydenham) met den Belgischen gene raal de Brialmont, den ontwerper der for ten om Luik cn Namen, Lord Sydenham wees er dan op, dat de belangrijkste factor bij et-h verdediging was de beweeglijkheid en de onzichtbaarheid van de artillerie- batterijen. Stalen koepels zijn daarom zoo onjuist, zeide hij, wijl de aanvaller weet, dat zij er zijn en wijl hun positie niet kan worden gewijzigd. Dit is juist het voor deel der Duitsche linies, dat zij geheel aan den ei' b» beantwoorden door Lord Syden ham gesteld. En dat maakt de aanvallen der Fransch-Engelsche troepen op die linies zoo ontzettend moeilijk. Vandaar dat nu al sinds weken op dit gebied zoo weinig verandering is. Voortdurend worden aan val ien en tegenaanvallen gedaan, maar een resultaat van eenige beteekenis is niet be reikt. Dc Kathedraal van Reims. Dé Duitschers hebben gisteren de beschie ting van de kathedraal hervat. Tegenover het bericht, dat de paus zich bij den Duitschen keizer over de beschadi ging van de kathedraal van Reims heeft beklaagd, deelt- de „Köln. Ztg." mede, dat de curie zich door den Pruisischen gezant over de ware toedracht heeft laten inlich ten cn zich over de opheldering voldaan heeft betoond. Ilct verkeer fiissclien Frankrijk ea Engeland. Als een voorbeeld van de voortreffelijke samenwerking, welke tusschen de Britscho en Fransche autoriteiten bestaat, kan dienen, dat reizigers van uit Engeland, in Frank rijk (of omgekeerd) aankomend, ongemoeid kunnen landen, zonder dat men naar hun paspoort-en en andere papieren vraagt. De autoriteiten nemen aan, dat geen reiziger uit het andere land het Kanaal kan over steken, indien hun aanwezigheid in liet land van bestemming ongewenscht ware. De Fran sche consuls in de Engelsche havens cn hun Britscho collega's in de Fransche kustplaat sen. oefenen daarom controle uit op de ver trekkende reizigers, waardoor dezen bij aan komst alle onaangename formaliteiten be spaard worden, terwijl de taak der grensbe ambten van beide landen aanmerkelijk ver licht w.ordt. Generaal Joffre. Dc „Indépendance" beige" heeft de vol gende schets van het plan van generaal Jof fre van de hancl van den bekenden Belgi schen schrijver L. Dumont-Wilden. „Naarmate het Fransche veldtochtsplan duidelijker wordt vijst .een figuur omhoog, die ongetwijfeld dezen geheelen oorlog be- hcerschen zal, de figuur van generaal Jof fre. Voor de tragische Augustusmaand 1914 sprak men te Parijs nogal lichtvaardig over hem. In die tijden, toen de Pruisen niet aan onze deur of bij ons in huis waren, beoordce- !en wij gereedelijk, zoowel in Frankrijk als in België, alle zaken uit een politiek oog punt. Generaal Joffre, die het vertrouwen der republiek genoot-, werd door de reaction- nairen met wantrouwen bezienen, daar hij zich niet met politiek bezig hield, bewonder den de radicaal-socialisten hem ook geens zins. In het begin van den oorlog zweeg menmet eeb niet-bevolen discipline, die de wereld verbaasd heeft, vertrouwde geheel Frankrijk zich blindelings aan de militaire overheid toe. Tijdens de donkere dagen van den terugtocht echter, doorleefden de Franschen angstige uren; tc Parijs zag men eiken dag nieuwe scharen vluchtelingen bin nenkomen, uit Valenciennes Douai, Kame rijk, daarna uit Atrecht, Amiens. St.Quen tin, La Fère, Laon, Noyon. Eiken dag, bijna elk uur, viel een nieuwe stad in vijandelijke handen en men begon zich af te vragen: Zon dit plan, dit vermaarde plan, die oorlog welke uit terugtrekken bestaat, ook bet overgeven van Parijs, van half Frankrijk, met zich brengen? Er kwam zelfs een onrustbarend artikel van kolonel Rcpington, die zonder scherts schreef dat Maine een bijzonder gunstig ter rein was voor een verdedigingsoorlog. Plot seling veranderde dit alles; een dagorder van den opperbevelhebber maakte bekend, dat de terugtrekkende beweging een eindo nam, het oogenblik yan aanval was geko men. Toen ineens, «begreep men het. Zoodra ge neraal Joffre had ingezien, dat onder den druk van de- ontzaglijke Duitsche legers, een dubbele aanval naar den Elzas en België onmogelijk was, had hij met een prachtige zekerheid het besluit genomen slechts den slag te aanvaarden met- zijn gcheele macht in de hand, op een door hem verkend en ge kozen terrein, en dat buiteD alle schoolsehe vooroordeelen om, welke hem de befaamde, heuvelen der Champagne moesten doen be zetten. De bijzonder moeilijke taak dit ter rein te bereiken en daar een zeer talrijk leger t-e concentreeren en te ontplooien, he aft généraal Joffre als een groot krijgs man volvoerd. Hij is daarin zeer zeker gehol pen door zijn bewonderenswaardige mede werkers, als generaal Pau en maarschalk French, do Engelsche generaal, die het plan terstond begrepen heeft, maar in de bewe gingen van generaal Joffre zijn de moreele kracht en het prestige dat hij heeft moeten toonen, niet minder te bewonderen dan zijn krijgsmanstalenten. Generaal Joffre, schreef de Daily Mail," is niet alleen een groot bevelhebber, maar nok oen groot man. En hij moest- inderdaad niet slechte talent doch tevens karakter hebben om zoo hardnekkig de ondankbare rol van taimend veldheer te spelen in een land als Frankrijk, waar men uit traditie schitterende wapenfeiten, stoutmoedige aanvallen en gewaagde on dernemingen liefheeft. Hij heeft den. temperamentrijken Fran schen soldaat weten te buigen onder de on dankbare rol, die dc omstandigheden hem oplegden en daardoor stelt hij tegenover den legendarische» Franschen generaal van het tweede keizerrijk, die persoonlijk en on voorzichtig was, een voor Frankrijk nieuwe figuur; zwijgend, eigenzinnig, doordrongen van zijn plicht, die boven ijdelen roem, welke een enkel schitterend wapenfeit ver leent, den einduitslag en het heil des vader lands stelt Joffre is daardoor de verper soonlijking van een nieuw Frankrijk, dat men weliswaar te midden der wanordelijke toestanden de laatste jaren wel vaag onder scheidde, maar waaraan deze oorlog, onder nomen voor het recht, voor de vrijheid van dc wereld cn het bestaan van het vader land, de noodzakelijke eenheid zal gegeven hebben met- het juiste inzicht van zijn rol in de toekomst." Het Ooi'üecl van Generaal Dc Lacroix. Generaal De Lacroix levert in den „Temps" een beschouwing over de actie der Duitsche legers sinds zij de Maroó loslieten. Do Duitschers bieden thans, aldus generaal De Lacroix, een wanhopigen tegenstand in do Aisne-stclling. Hulde aau de heldhaftig heid van onze soldaten, dc bekwaamheid van onze chefslaat ons moediger dan ooit te voren, volhouden. Wij hebben een ernstig echec bereid aan dit zelfbewuste leger, dat ons door het gewicht van zijn massa wilde vei pletteren en wij hebben in een gigantische woi steling overwonnen mc-t behulp van onze bond genoot en. Onze vijanden, wier doel was ecu overval van Parijs, trachtten daartoe onzen linker vleugel te omvatten, van welke manoeuvre zij de beslissing verwachtte. Na de ondervonden teleurstelling begin gen de Duitschers de fout door ons centrum ts willen om het westelijke leger te scheiden van de troepen in de Vogezen en Lotharin gen. Hiermede werkte zij slechts de plannen van generaal Joffre in de hand. Zij hebben over de geheele linie het ge vecht moeten afbreken thans zijn wij het, die hen onzen wil doen volgen. De inspanning, welke de voortzetting van onze actie zal else hen, zal niet boven onze la achten gaan. De overwinning aan de Manie zal ons clan verdubbelen cn wij zul len de laatsie tegenstand der Duitschers breken. OnyjQ tegenstanders zijn blijkbaar uilg» put.* Hun strategen hebben in hun verbin ding gerekend buiten onze taaie hardnek kigheid, de krijgsmansdeugden van ous ras ën de bekwaamheid van onze hoogëre aan voering, gegrond op dc Napoleontische leer stellingen. Een handige besparing van krachten liceft den opzet van generaal Joffre uitstekend doen slagen. Welk een dwaasheid beging de vijand, toen hij ten behoeve van een snel offensief, zijn achtemvaart6che verbindingen onvoldoende vei zekerde. Zij vergaten slechts één zaak, n.l., dat de spoorlijnen, waarover zij be schikten, onvoldoende capaciteit bezaten om hun massalegcrs te voeden. Zij hebben fout na fout begaan; tegen over een docile wasten tegenstand en een be kwame leiding moesten zij schipbreuk lijden en zij hebben dan ook schipbreuk ge leden. Morgen zullen zij, na door ons op nieuw geslagen te zijn, het hoofd moeten bieden aan dc Russen, die hen reeds dicht op het lijf zitten. Frankrijk moet, kalm en rustig, dapper bijgestaan door zijn Engelsche, Russische en Belgische bondgenooteu, meer dan ooit vertrouwen hebben Aldus schetst généraal De Lacroix voor zijn landgefnopten den toestand. De duur var. dei» Oorlog. In de „Guerre Sociale" heeft de oude republikein Naquet. een artikel geschreven, waarin hij het o. a. heeft over de regeling na den oorlog teruggave van Elzas-Lo- tharingen aan Frankrijk, Slccswijk-Holstein aan Denemarken, Posen aan Polen, verdee ling van Oostenrijk-Hongarije, overdracht van het Duitsche Congogebicd aan België enz. waarover voorloopig zeker nog niet yeel te zeggen valt en waarin hij waar schuwt tegen de fout om echt Duitsch ge bied te willen anncxecren en de hoop uit spreekt, dat de Duitschers zelf een repu bliek zullen willen stichten. Deze toekomst beelden kunnen wc laten rusten, maar ver melding verdient wat Naquet zegt over den duur van den oorlog. De jongste redevoeringen van leidende Engelsche politici en verklaringen in zeke re Engelsche bladen hebben gesproken van de wenschelijkheid om den oorlog eenige, twee of drie jaren, zoo noodig, voort te zetten. Echter, merkt Naquet op, er is geen kwestie van dat wat Frankrijk betreft (en ook Duitschland) er hiervan ooit sprake kan zijn. Voor Frankrijk en voor Duitsch land is het materieel onmogelijk een oorlog als deze twee of drie jaren te voeren. Dat erkent ieder, wat sommige bladen ook mo gen zeggen. Natuurlijk als Duitscliland in elk geval bedreigd wordt met nationale ver nietiging, kan het zoowel door oorlog als door een vredesverdrag worden vernietigd, maar heb Fransche volk is niet bereid zich zelf volkomen uit te putten om Duitscli land te vernietigen. Goed ingelichte lieden verklaren, dat de Fransche verliezen nu reeds 300,000 bedragen. De Duitsche verlie zen worden op ongeveer een halfmillioen geschat. Als dé schatting van 300,000 voor Frankrijk te hoog i$, is dat de schuld van de regeering, die geen juiste cijfers publi ceert. Er zijn nu juist zeven weken vcrloo- pen sedert de mobilisatie is afgekondigd. Laat ons de Fransche vcrliczn nu schatten op 200,000, een cijfer, dat veronderstellend, dat de verliezen op dezelfde schaal door gaan, 1,500,000 in een jaar zou beteclcencn. Het is nauwelijks noodig te vragen of eenig land zulk een verlies zou kunnen dragen, om nog niet eens te spreken van de econo mische gevolgen van den oorlog, die reeds rampzalig zijn. liet is goed, dat men begrijpt, dat al is het Fransche volk bereid tot het bitter ein de te vechten, orii een nederlaag tc voor komen, het niet bereid is den oorlog onbe- paal'i voort te zetten, om de overwinning meer vernietigend te maken. Een oorlog zelfs van een jaar zou Frankrijk ruïneeren. In (le Loopgraven. Philip Gibbs, dc correspondent van de „Daily Ohron." zendt van Zaterdag 19 Sept." een uitvoerige beschrijving aan zijn blad over den strijd in Frankrijk en over „het werk" der soldaten in de loopgraven. Hij verhaalt dat. lievige stormen woedden over dc Britsche linie, dat zware regens de loopgraven onder water zetten en merkt dan op „Onze soldaten hadden in de beide laatste dagen den zwaarsten tijd sedert het begin van den oorlog. Hun zenuwen waren tot het uiterste gespannen. „E-nkele oogcnblikken voor ik dat. schreef, heb ik eenige van onze soldaten gesproken, die met een speciale opdracht de loopgra ven verlieten. Zij zijn als lieden, die in een folterkamer zijn geweest en onvergetelijke en onzegbare gruwelen hebben ondergaan. Met modder bedekt, hun gelaat besmeerd met een grauwachtige kleur, tot het ge beente verkleumd door den scherpen nacht wind, bibberend en klappertandend stonden ze daar. „Ik zou het niet graag gemist hebben", zeide een van hen, „maar ik begeer zoo iets niet weer te beleven. Het is een hel in die loopgraven en de vijandelijke granaten ver nielen je zenuwen." Zij schaamden zich niet te bekennen, dat zij door schrik en ontsteltenis waren aangegrepen en als kin deren verheugden ze zich over het geluk, dat ze uit de vuurlinie, uit de ondergeloo- pen loopgraven waren weggezonden ter escorteering van een officier. Een soldaat was bespat met het bloed van een kame raad, die eenige uren te voren door een granaat in stukken was gescheurd. De kolf van zijn eigen geweer was versplinterd door een granaatscherf. ,,IIij had medelijden met hen, die in de loopgraven bleven en niet zoo gelukkig waren als hij. En zoo is het met al onze mannen, die vechten in den modder en het bloed langs de verschanste linie op de hoog ten van Soissons. „Zij doen 't niet voorkomen, dat ze plei- zier in hun werk hebben. Zij laten er zich in zeer lcelijke woorden over uit. Maar ze erkennen ook, dat het moet gebeuren, dat ze het zullen doen. Niemand bluft op zijn moed. Allen erkennen, dat ze een raar gevoel krijgen, als de Duitsche granaten fluiten, maar" zegt de correspondent, nooit in do Engelsche historie hebben onze troe pen met grooter heldenmoed zulk een doo- delijk vuur doorstaan, dan deze flinke, vuile jongens, die nu den Duitschen rech tervleugel tegenhouden en den vijand uit zijn verschanste posities terugdringen." Verhalen van Duitsche Krijgsgevangenen. De „Matin" 'doet een aantal medcdeelin- gen omtrent wat het blad noemt de moede loosheid der Duitsche krijgsgevangenen Het ontleent ze aan de mededeelingcn der gevangenen zelf of aan documenten, die in handen der Fransehen gevallen zijn, na de gevechten, die ef*van 11 tot 16 dezer in do buurt van Reims geleverd zijn. Van een artillerie-officier: Een moderno oorlog is de grootste dwaasheid. In het 10© corps zijn compagnieën van 2óO man tot 70 man verminderd. Er zijn gardg-coinpag- niecn, die door vrijwilligers aangevoerd worden, daar er geen officieren meer zijn. Van een infanterie-kapiteinWij zijn door de Franschen verrast. Ik heb mijn compag nie verloren. Toen ik er in een dorp naar ging zoeken «ben ik gevangen genomen. Mijn lot is in Gods handen. Van een te Reims gevangen genomen of ficier: Om taktische redenen heeft de gardo moeten wijken. Er zijn van de onzen 10 of ficieren gesneuveld en SCO man gekwetst. In het eerste bataljon van het eerste garde- legiment is geen officier meer over. De Fransche artillerie was zoo goed verspreid, dat wij haar ligging niet konden uitvinden. Onder de gesneuvelden zijn generaal von Schack en de kolonel van het 21ë regiment garde-artillerie. Deze officier voegt hier nof*bij: Iloe el lendig eiken avond den dood van kameraden te moeten vernemen. Men moet in den slag geweest zijn en 's avonds geen kruimel te eten hebben, met den grond als bed, om den dichter te waardeeren, die schreef: „Heet was de slag en bloedig de strijd; koud is de avond en stil de nacht." Van een luitenant van het 26e artillerie: Het corps is voortdurend in touw van het begin van den veldtocht af. Bijna al onze paarden zijn gevallen. Wij vechten eiken dag van vijf uur 's morgens tob acht uur des avonds, zonder eten of drinken. Het schieten van de Fransche'*artillerie is beangstigend. Ik ben zoo moe, dat ik niet meer te paprd Kan blijven zitten, zelfs niet in stap. Tegen twaalf" uur vanmiddag is onze batterij let terlijk overstelpt met Fransche granaten en dat duurt voort drie dagen. Het 10e korps en de garde zijn in het bijzonder geteisterd. Wij 'hopen, dat een beslissende slag aan de zen toestand een eind zal maken. Zelfs des nacht-s in het het bivak kunnen onze troepen niet rusten. Een Fransch vlieger heeft van- nacht vier bommen naar beneden geworpen, waarvan drie raak. Er zijn twintig paarden gedood of gewondvier man zijn gedood en acht gekwetst. Wij ontvangen geen brie ven meer, daar de post-auto's van het 10e corps vernietigd zijn. Van een officier van de Pruisische garde: Mijn regiment is met 60 officieren uitgetrok ken: er zijn er nog 5 over. Meer dan 20CO soldaten zijn buiten gevecht; mijn regiment is niets dan een. overschot. Wij worden ver schrikkelijk beproefd. Wanneer deze medcdeclingen juist zijn, dan blijken do verhalen van de gewond© Franschen en Engelschen, die van het front terugkeerden, over ontzettende verliezen der Duitschers niet overdreven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 6