De Europeesche Oorlog.
I I TT r -
De Duiiselicrs in Delgië.
Sedert Zaterdag zouden 40,000 Duit-schers
in de buurt van Waterloo gekampeerd zijn.
Buq hoofdkwartier ligt te Ruysbroeck.
De Duitschers geven geen passen meer
naar Bergen, naar verluidt, omdat zij niet
willen, dat men hun grootc legertros, die
reeds uit Drankrijk te Bergen zou zijn te
ruggekomen, zal zien.
Te Grimbergen en te Meysse (ten Door-
den van Brussel) hebben de Duit-schers een
zwaar belegeringskanon opgesteld. In bei
de plaatsen hebben zij de mannelijke inwo
ners in de kerk opgesloten en de vrouwen
naar Brussel gezonden, om te voorkomen
dat dezen zien wat er gebeurt.
Wat men tc Antwerpen weet tc vertellen.
Gister werd te Antwerpen niets minder
noch meer verteld, zelfs werd het door een
blad medegedeeld, dat Von Kluck te Ber
gen zon aangekomen zijn en dat te Xamen
toebereidselen gemaakt zouden worden om
tien generalen staf van den kroonprins te
ontvangen. Een correspondent van de
„Tel.5' meldt daaromtrent: Een Duitsche
staf, ik vernam niét welke, die uit Frank
rijk kwam, beeft zich komen vestigen te
Hal, ten zuiden van Brussel. Hij heeft de
lokalen van het station voor zijn gebruik
jn beslag genomen"en er den stationsoversto
5iit doen verhuizen. In ieder geval schijnt
het zeker, dat de aankomst van een zeei
sterke Duitsclio legermacht, die uit Frank
rijk wijkt, in België bekend is. Op gansch
hun verbindingslijn door België hebben de
Duitschers verdedigende stellingen klaar
gemaakt.
Jn den omtrek van Ninove heeft een En
gelsche vlieger jacht gemaakt op een Duit
sche „Taube" op zeer groote hoogte en
deze neergeschoten. De vlieger werd ge
dood. Dezen namiddag is een Engelsche
vlieger neergekomen op het Wilryckplein,
doch-brak zich bij het vallen een been. Ik
weet niet, of deze Engelschen een en de
zelfde persoon zijn. De „Zeppelin", die de
zen nacht bommen wierp op Ostende, heeft,
naar het thans blijkt, gansch de -provincie
Wcsfc-Vlaanderen overkruist. Hij werd, met
zijn zoeklichten aan, gezien te Kortrijk, te
«Sottcghem, Ronsse. Ninove, Gceraardsber-
gcn. Dat was na zijn verschijning te Os
tende, tusschen 1 en 2 uur in den morgen.
Tusschen Ninove en Brussel rijdt de stoom
tram niet meer.
Mevrouw Knight, uit Amsterdam, is gis
teren alhier aangekomen met 10,000'franc,
eerste storting van het Ncderlandseh
Steuncomité voor weduwen en weezen van
Belgische soldaten.
Heel den dag was de stad vol troepen,
recruten en vrijwilligers, die optrokken
naar hut depots, zingend den Vlaamschen
Leeuw en de Marseillaise.
Al do vrouwen van Belgische staatsamb
ten, dit> nog to Brussel waren, zijn door
den Duitschen gouverneur uitgedreven. Zij
ontvingen een paspoort voor de bestem
ming, die zijzelf aanduidden.
Mag België Buitscliland binnenrukken?
De „Times" beantwoordt de vraag of
België, als onzijdige staat vóór het- uitbre
ken van den oorlog, het recht heeft met
zijn leger Duitscliland binnen te rukken, als
de Duitschers over de Belgische grenzen te
ruggedreven mochten worden, bevestigend.
Belgic zegt het blad is een souverci-
do staat-, waaraan Duitscliland den oorlog
verklaard heeft. Van dat oogenblik af kan
niemand België heb recht, ontzeggen vrije
lijk van zijn souvereine rechten gebruik te
maken en tegenover Duitscliland zoo tc
handelen als het voor zijn eigen belangen
goed acht.
Wij hebben het Belgische veldleger noo-
dig voor onze toekomstige krijgsverrichtin
gen in Duitscliland.
Wij hebben de Belgische officieren en
Belgische getuigen noodig voor de krijgs
raden die waarschijnlijk zullen worden be
last de proeessen te behandelen van de
Duitsclm generaals en de Duitsche officie
ren, die t.c Leuven, Aarschot, Dcndermon-
dc en elders in België cn Frankrijk het be
vel hebben gevoerd.
De Duitsche officieren oefehen een stren
ge tucht uit; zij moeten dus verantwoorde
lijk gesteld worden/ voor de aangerichte
verwoestingen.
De Avonturen van een
Neilcrlansch Fo i ograa 1'.
De lieer A. J. W. de Veer, die*in op
dracht- voor het weekblad ,,De Prins"'
fotografische opnamen in België wille
doen, heeft daar menig benauwd uurtje
doorgemaakt. Hij beeft daarvan een en
ander aan de „Tel." verteld
„Ik wilde naar Brussel, Mechelen en
Dendermonde, om eenige interessante op
namen te doen. Van te voren had ik me,
uit- voorzichtigheid voorzien van de noo-
dige passen, waaronder een, door den
Duitschen consul te Amsterdam ondertee
kend.
l)e misère begon reeds in Maastricht,
waar geen één chauffeur te binden was,
die me liet lanjf der Belgen wilde inrij
den. Eindelijk had ik een geschikt manne
tje te pakken en spoedig waren we over
de grens. Het eerste doel van onzen tocht
was Brussel. We passeerden t Tongeren,
waar een étappe-commandant de teugels
van het bewind voerde. Deeds van te v>
ren had ik van collega's gehoord, dat het-
een lastig heerschap moest zijn. En in
derdaad; ik werd aan den lijve onder
zocht en 't eind van het liedje was, lat
de man op mijn pas schreef: „Tongeren.
Gellich nach Brussel".
Toen bedacht hij zich een oogenblik,
kraste met een nijdige pennestreek het
geschrevene door en verving dit door
„Zurück nach Maestrieht".
Bomdaar zat ik. Ik gevoelde weinig
lust, om rechtsomkeert te maken. Ik
liet m'n chauffeur den zijweg naar Visé
inslaan. Over Luik en Wavres snelden we
naar Brussel.
Op den weg tusschen beide laatstge
noemde steden, kwamen we een Duitschen
motor-wielrijder tegen, die verzocht, mo
de te rijden, daar zijn stuur gebroken
was.
Opvallend was de rustelooze houding
van den militair.
Na een half uur gereden te hebben,
stapte bij uit en laadde zijn karabijn.
Toen ik verwonderd vroeg, of ik soms
iet-s gedaan had, waarop de doodstraf-
moest volgen, antwoordde hij, dat de weg.
waarlangs we reden, allesbehalve veilig
was. Eenige dagen geleden hadden franc-
tircurs, verscholen in kelders van afge
brande huizen, vier Pruisen neergelegd.
Hij ried ons aan. om, wanneer de kerels
weer mochten schieten, plat in den wa
gen te gaan liggen.
Deze ontboezeming had mijn chauffeur
zóó angstig gemaakt, dat z'n handen bet
stuur niet meer naar behooren konden
hanteeren.
Dientengevolge zwaaide de kar van
links naar rechts. Na een kwartier over
den weg gezigzagd te hebben, verklaarde
de dépêcheur, dat het gevaar geweken
was.
De chauffeur werd nu ook kalmer,
waardoor de auto niet meer den geheel en
weg in beslag hoefde te nemen.
In de buitenwijken van Belgié's hoofd
stad verden we weer gevisiteerd. Toen de
soldaten m'n kiekkast zagen, weid ik ge
arresteerd.
M'n toestel werd in beslag genomen en
vier uur lang zaten twee gewapen le,
grimmige militairen naast me. Wat ze
vertelden was allesbehalve geruststellen 1
voor mij en m'n trouwe vriendin, de
camera.
De zolder van de „Kommandantur", al
dus de soldaten, lag vol met foto-toestel
len, die met geweerkolven platgestampt
waren. Ze waren bijna alle van spionnen
afkomsig.
Eindelijk, nadat ik wanhopig veel kee-
ren een crdonnance met m'n toestel en
platen heen en weer had zien loopen, kon
ik, na mijn eigendommen teruggekregen
te hebben, vertrekken.
Na twee dagen oponthoud, kon ik per
militairen trein naar Aken vertrekken,
nadat me nog eens uitdrukkelijk verklaard
was, dat- ik géén toestemming tot fotogra
feeren kon krijgen.
Voor den adjudant, ritmeester Von
Strempe), moest ik onderschriften der
plaatsjes in de „Prins" vertalen.
De adjudant informeerde belangstellen 1
naar ons land en betreurde het, dat Ne
derland iu oorlog was met Groot-Britan-
«nië
Ze bleken d^iar té Brussel op 't militaire
departement al zéér slecht ingelicht te
zijn. In deze meening werd ik nog ver
sterkt, toen een ordonnance binnen kwam
stuiven en mededeelde, dat Parijs geval
len was
Op de Hollandsche grens trof me weer
de gemoedelijkheid van ons vaderlandje
in deD vorm van een soldaat, die genoeg
lijk onder een groote parapluie zijn pijpje
zat te rooken.
De Duitschers in Frankrijk.
Het officieele Fransche communiqué van
gistermiddag drie uur luidt:
Tusschen de Somme en de Oise is een
zeer hevig algemeen treffen gaande met de
Duitschers, die, na versterkingen te hebben
gekregen, die zijn onttrokken aan zijn cen
trum, uit Lotharingen en de Vogezen cn die
langs Kamerijk, Luik en Valenciennes zijn
aangevoerd, in do streek van Tergnicr (ten
zuiden van St-. Quentin bij La Fere) en St.
Quentin staan.
Onze troepen zijn ten oosten van Reims
naar Berru Moronvillers (5 K.M. ten oos
ten va it Reims) vooruitgedrongen.
Op den rechteroever der Maas is de vijand
er in geslaagd vasten voet te krijgen op de
Maasheuvels en het voorgebergte van Hat-
tonchatelhij is in de richting van St. Mi-
chiel (aan de Maas, 10 K.M. ten zuiden van
Troyon) voortgerukt en heeft twee forten,
Paroches en Camp des Domains, beschoten.
Wij blijven daarentegen de haas ten zui
den van Verdun en Rukken van Toul op
naar Beaumont (10 K.M. ten N.O. van Gi-
ronville).
Op den rechtervleugel hebben wij aanval
len op Nomeny afgeslagen. Ten oosten van
Lunéville hééft de vijand enkele schijnaan-
vallen ondernomen op de lijn Vezouse
Blette.
De toestand blijft dus bevredigend, daar
de beslissende krijgsverrichtingen thans op
den linkervleugel geschieden.
Het groote hoofdkwartier der Duitschers
deelt mee, dat verdere operaties op den
uitersten rechter-vleugel tot nieuwe ge
vechten geleid hebben, waarbij de beslis
sing tot nu nog niet gevallen is.
In het midden van het slag-front is bij
beide partijen afgezien van op zichzelf staan-
de aanvallen, en is niets gebeurd.
Als eerste sperfort, ten zuiden van Ver
dun, in Camp des Romains bij St. Michiel,
gevallen. Het Beicrsche regiment-Von der
Tana heeft- op het fort do Duitsche vlag
geheschen. De Duitsche troepen zijn daav
over He Maa-s getrokken.
Overigens is noch in het westen, noch in
het oostei; ook maar iets in den toestand
veranderd.
De Duitsche linie aan de Aisnc.
Dezer dagen vertelden we op gezag van
de „Times", dat de Duitsche versterkingen
langs de Aisne aangelegd, zeer sterk zijn
Hitelire Belloc, een Engelsche schrijver, gal-
een denkbeeld van het terrein, waarin die
zijn aangelegd. En in do „Manch. Guar
dian" komt nog eens een beschrijving voor
van Duitsche zijde wordt over de posities
in dat gebied niets medegedeeld waarin
gezegd wordtdat de versterkingen der
Duitschers in hun- linie zoo sterk zijn, dat
wanneer geen strategische verrassingen
voorkomen waarop het zeer aangenaam
is te spcculecren, maar die men toch niet
te veel verwachten moet iedere aanval
leiden moet tot een terugslag en slechts
succes kan hebben, wanneer de tegenstan
der tot uitputting is gebracht.
De schrijyer van het Engelsche blad
spreekt dan zijn bewondering uit voor wat
de Duitschers daar hebben gedaan. Zij
hebben de kunst der veldversterking opge
voerd tot een hoogte die nooit te voren op
die schaal is bereikt, en zij hebben daar
door een stelling, die van nature van ge
wone sterkte was, gemaakt, tot- een vesting
linie, sterker en van meer weerstandsver
mogen dan een gebouwde linie van staal
Hij wijst dan op de weinige waarde van
de stalen koepels, die bij de forten van Luik
is gebleken. En hij haalt daarbij aan een
correspondentie van een der grootste En
gelsche autoriteiten op het gebied der ves-
tingbouwkunde, Sir George Clarke, (thans
Lord Sydenham) met den Belgischen gene
raal de Brialmont, den ontwerper der for
ten om Luik cn Namen, Lord Sydenham
wees er dan op, dat de belangrijkste factor
bij et-h verdediging was de beweeglijkheid
en de onzichtbaarheid van de artillerie-
batterijen. Stalen koepels zijn daarom zoo
onjuist, zeide hij, wijl de aanvaller weet,
dat zij er zijn en wijl hun positie niet kan
worden gewijzigd. Dit is juist het voor
deel der Duitsche linies, dat zij geheel aan
den ei' b» beantwoorden door Lord Syden
ham gesteld. En dat maakt de aanvallen
der Fransch-Engelsche troepen op die linies
zoo ontzettend moeilijk. Vandaar dat nu
al sinds weken op dit gebied zoo weinig
verandering is. Voortdurend worden aan
val ien en tegenaanvallen gedaan, maar een
resultaat van eenige beteekenis is niet be
reikt.
Dc Kathedraal van Reims.
Dé Duitschers hebben gisteren de beschie
ting van de kathedraal hervat.
Tegenover het bericht, dat de paus zich
bij den Duitschen keizer over de beschadi
ging van de kathedraal van Reims heeft
beklaagd, deelt- de „Köln. Ztg." mede, dat
de curie zich door den Pruisischen gezant
over de ware toedracht heeft laten inlich
ten cn zich over de opheldering voldaan
heeft betoond.
Ilct verkeer fiissclien Frankrijk ea
Engeland.
Als een voorbeeld van de voortreffelijke
samenwerking, welke tusschen de Britscho
en Fransche autoriteiten bestaat, kan dienen,
dat reizigers van uit Engeland, in Frank
rijk (of omgekeerd) aankomend, ongemoeid
kunnen landen, zonder dat men naar hun
paspoort-en en andere papieren vraagt. De
autoriteiten nemen aan, dat geen reiziger
uit het andere land het Kanaal kan over
steken, indien hun aanwezigheid in liet land
van bestemming ongewenscht ware. De Fran
sche consuls in de Engelsche havens cn hun
Britscho collega's in de Fransche kustplaat
sen. oefenen daarom controle uit op de ver
trekkende reizigers, waardoor dezen bij aan
komst alle onaangename formaliteiten be
spaard worden, terwijl de taak der grensbe
ambten van beide landen aanmerkelijk ver
licht w.ordt.
Generaal Joffre.
Dc „Indépendance" beige" heeft de vol
gende schets van het plan van generaal Jof
fre van de hancl van den bekenden Belgi
schen schrijver L. Dumont-Wilden.
„Naarmate het Fransche veldtochtsplan
duidelijker wordt vijst .een figuur omhoog,
die ongetwijfeld dezen geheelen oorlog be-
hcerschen zal, de figuur van generaal Jof
fre. Voor de tragische Augustusmaand 1914
sprak men te Parijs nogal lichtvaardig over
hem. In die tijden, toen de Pruisen niet aan
onze deur of bij ons in huis waren, beoordce-
!en wij gereedelijk, zoowel in Frankrijk als
in België, alle zaken uit een politiek oog
punt. Generaal Joffre, die het vertrouwen
der republiek genoot-, werd door de reaction-
nairen met wantrouwen bezienen, daar hij
zich niet met politiek bezig hield, bewonder
den de radicaal-socialisten hem ook geens
zins. In het begin van den oorlog zweeg
menmet eeb niet-bevolen discipline, die
de wereld verbaasd heeft, vertrouwde geheel
Frankrijk zich blindelings aan de militaire
overheid toe. Tijdens de donkere dagen
van den terugtocht echter, doorleefden de
Franschen angstige uren; tc Parijs zag men
eiken dag nieuwe scharen vluchtelingen bin
nenkomen, uit Valenciennes Douai, Kame
rijk, daarna uit Atrecht, Amiens. St.Quen
tin, La Fère, Laon, Noyon. Eiken dag, bijna
elk uur, viel een nieuwe stad in vijandelijke
handen en men begon zich af te vragen:
Zon dit plan, dit vermaarde plan, die oorlog
welke uit terugtrekken bestaat, ook bet
overgeven van Parijs, van half Frankrijk,
met zich brengen?
Er kwam zelfs een onrustbarend artikel
van kolonel Rcpington, die zonder scherts
schreef dat Maine een bijzonder gunstig ter
rein was voor een verdedigingsoorlog. Plot
seling veranderde dit alles; een dagorder
van den opperbevelhebber maakte bekend,
dat de terugtrekkende beweging een eindo
nam, het oogenblik yan aanval was geko
men.
Toen ineens, «begreep men het. Zoodra ge
neraal Joffre had ingezien, dat onder den
druk van de- ontzaglijke Duitsche legers,
een dubbele aanval naar den Elzas en België
onmogelijk was, had hij met een prachtige
zekerheid het besluit genomen slechts den
slag te aanvaarden met- zijn gcheele macht
in de hand, op een door hem verkend en ge
kozen terrein, en dat buiteD alle schoolsehe
vooroordeelen om, welke hem de befaamde,
heuvelen der Champagne moesten doen be
zetten. De bijzonder moeilijke taak dit ter
rein te bereiken en daar een zeer talrijk
leger t-e concentreeren en te ontplooien,
he aft généraal Joffre als een groot krijgs
man volvoerd. Hij is daarin zeer zeker gehol
pen door zijn bewonderenswaardige mede
werkers, als generaal Pau en maarschalk
French, do Engelsche generaal, die het plan
terstond begrepen heeft, maar in de bewe
gingen van generaal Joffre zijn de moreele
kracht en het prestige dat hij heeft moeten
toonen, niet minder te bewonderen dan zijn
krijgsmanstalenten. Generaal Joffre, schreef
de Daily Mail," is niet alleen een groot
bevelhebber, maar nok oen groot man. En
hij moest- inderdaad niet slechte talent doch
tevens karakter hebben om zoo hardnekkig
de ondankbare rol van taimend veldheer
te spelen in een land als Frankrijk, waar
men uit traditie schitterende wapenfeiten,
stoutmoedige aanvallen en gewaagde on
dernemingen liefheeft.
Hij heeft den. temperamentrijken Fran
schen soldaat weten te buigen onder de on
dankbare rol, die dc omstandigheden hem
oplegden en daardoor stelt hij tegenover
den legendarische» Franschen generaal van
het tweede keizerrijk, die persoonlijk en on
voorzichtig was, een voor Frankrijk nieuwe
figuur; zwijgend, eigenzinnig, doordrongen
van zijn plicht, die boven ijdelen roem,
welke een enkel schitterend wapenfeit ver
leent, den einduitslag en het heil des vader
lands stelt Joffre is daardoor de verper
soonlijking van een nieuw Frankrijk, dat
men weliswaar te midden der wanordelijke
toestanden de laatste jaren wel vaag onder
scheidde, maar waaraan deze oorlog, onder
nomen voor het recht, voor de vrijheid van
dc wereld cn het bestaan van het vader
land, de noodzakelijke eenheid zal gegeven
hebben met- het juiste inzicht van zijn rol in
de toekomst."
Het Ooi'üecl van Generaal Dc Lacroix.
Generaal De Lacroix levert in den
„Temps" een beschouwing over de actie der
Duitsche legers sinds zij de Maroó loslieten.
Do Duitschers bieden thans, aldus generaal
De Lacroix, een wanhopigen tegenstand in
do Aisne-stclling. Hulde aau de heldhaftig
heid van onze soldaten, dc bekwaamheid van
onze chefslaat ons moediger dan ooit te
voren, volhouden. Wij hebben een ernstig
echec bereid aan dit zelfbewuste leger, dat
ons door het gewicht van zijn massa wilde
vei pletteren en wij hebben in een gigantische
woi steling overwonnen mc-t behulp van onze
bond genoot en.
Onze vijanden, wier doel was ecu overval
van Parijs, trachtten daartoe onzen linker
vleugel te omvatten, van welke manoeuvre
zij de beslissing verwachtte.
Na de ondervonden teleurstelling begin
gen de Duitschers de fout door ons centrum
ts willen om het westelijke leger te scheiden
van de troepen in de Vogezen en Lotharin
gen. Hiermede werkte zij slechts de plannen
van generaal Joffre in de hand.
Zij hebben over de geheele linie het ge
vecht moeten afbreken thans zijn wij
het, die hen onzen wil doen volgen.
De inspanning, welke de voortzetting van
onze actie zal else hen, zal niet boven onze
la achten gaan. De overwinning aan de
Manie zal ons clan verdubbelen cn wij zul
len de laatsie tegenstand der Duitschers
breken.
OnyjQ tegenstanders zijn blijkbaar uilg»
put.* Hun strategen hebben in hun verbin
ding gerekend buiten onze taaie hardnek
kigheid, de krijgsmansdeugden van ous ras
ën de bekwaamheid van onze hoogëre aan
voering, gegrond op dc Napoleontische leer
stellingen. Een handige besparing van
krachten liceft den opzet van generaal Joffre
uitstekend doen slagen.
Welk een dwaasheid beging de vijand, toen
hij ten behoeve van een snel offensief, zijn
achtemvaart6che verbindingen onvoldoende
vei zekerde. Zij vergaten slechts één zaak,
n.l., dat de spoorlijnen, waarover zij be
schikten, onvoldoende capaciteit bezaten om
hun massalegcrs te voeden.
Zij hebben fout na fout begaan; tegen
over een docile wasten tegenstand en een be
kwame leiding moesten zij schipbreuk lijden
en zij hebben dan ook schipbreuk ge
leden. Morgen zullen zij, na door ons op
nieuw geslagen te zijn, het hoofd moeten
bieden aan dc Russen, die hen reeds dicht
op het lijf zitten.
Frankrijk moet, kalm en rustig, dapper
bijgestaan door zijn Engelsche, Russische
en Belgische bondgenooteu, meer dan ooit
vertrouwen hebben
Aldus schetst généraal De Lacroix voor
zijn landgefnopten den toestand.
De duur var. dei» Oorlog.
In de „Guerre Sociale" heeft de oude
republikein Naquet. een artikel geschreven,
waarin hij het o. a. heeft over de regeling
na den oorlog teruggave van Elzas-Lo-
tharingen aan Frankrijk, Slccswijk-Holstein
aan Denemarken, Posen aan Polen, verdee
ling van Oostenrijk-Hongarije, overdracht
van het Duitsche Congogebicd aan België
enz. waarover voorloopig zeker nog niet
yeel te zeggen valt en waarin hij waar
schuwt tegen de fout om echt Duitsch ge
bied te willen anncxecren en de hoop uit
spreekt, dat de Duitschers zelf een repu
bliek zullen willen stichten. Deze toekomst
beelden kunnen wc laten rusten, maar ver
melding verdient wat Naquet zegt over
den duur van den oorlog.
De jongste redevoeringen van leidende
Engelsche politici en verklaringen in zeke
re Engelsche bladen hebben gesproken van
de wenschelijkheid om den oorlog eenige,
twee of drie jaren, zoo noodig, voort te
zetten. Echter, merkt Naquet op, er is
geen kwestie van dat wat Frankrijk betreft
(en ook Duitschland) er hiervan ooit sprake
kan zijn. Voor Frankrijk en voor Duitsch
land is het materieel onmogelijk een oorlog
als deze twee of drie jaren te voeren. Dat
erkent ieder, wat sommige bladen ook mo
gen zeggen. Natuurlijk als Duitscliland in
elk geval bedreigd wordt met nationale ver
nietiging, kan het zoowel door oorlog als
door een vredesverdrag worden vernietigd,
maar heb Fransche volk is niet bereid zich
zelf volkomen uit te putten om Duitscli
land te vernietigen. Goed ingelichte lieden
verklaren, dat de Fransche verliezen nu
reeds 300,000 bedragen. De Duitsche verlie
zen worden op ongeveer een halfmillioen
geschat. Als dé schatting van 300,000 voor
Frankrijk te hoog i$, is dat de schuld van
de regeering, die geen juiste cijfers publi
ceert. Er zijn nu juist zeven weken vcrloo-
pen sedert de mobilisatie is afgekondigd.
Laat ons de Fransche vcrliczn nu schatten
op 200,000, een cijfer, dat veronderstellend,
dat de verliezen op dezelfde schaal door
gaan, 1,500,000 in een jaar zou beteclcencn.
Het is nauwelijks noodig te vragen of eenig
land zulk een verlies zou kunnen dragen,
om nog niet eens te spreken van de econo
mische gevolgen van den oorlog, die reeds
rampzalig zijn.
liet is goed, dat men begrijpt, dat al is
het Fransche volk bereid tot het bitter ein
de te vechten, orii een nederlaag tc voor
komen, het niet bereid is den oorlog onbe-
paal'i voort te zetten, om de overwinning
meer vernietigend te maken. Een oorlog
zelfs van een jaar zou Frankrijk ruïneeren.
In (le Loopgraven.
Philip Gibbs, dc correspondent van de
„Daily Ohron." zendt van Zaterdag 19
Sept." een uitvoerige beschrijving aan zijn
blad over den strijd in Frankrijk en over
„het werk" der soldaten in de loopgraven.
Hij verhaalt dat. lievige stormen woedden
over dc Britsche linie, dat zware regens de
loopgraven onder water zetten en merkt
dan op „Onze soldaten hadden in de beide
laatste dagen den zwaarsten tijd sedert het
begin van den oorlog. Hun zenuwen waren
tot het uiterste gespannen.
„E-nkele oogcnblikken voor ik dat. schreef,
heb ik eenige van onze soldaten gesproken,
die met een speciale opdracht de loopgra
ven verlieten. Zij zijn als lieden, die in een
folterkamer zijn geweest en onvergetelijke
en onzegbare gruwelen hebben ondergaan.
Met modder bedekt, hun gelaat besmeerd
met een grauwachtige kleur, tot het ge
beente verkleumd door den scherpen nacht
wind, bibberend en klappertandend stonden
ze daar.
„Ik zou het niet graag gemist hebben",
zeide een van hen, „maar ik begeer zoo iets
niet weer te beleven. Het is een hel in die
loopgraven en de vijandelijke granaten ver
nielen je zenuwen." Zij schaamden zich
niet te bekennen, dat zij door schrik en
ontsteltenis waren aangegrepen en als kin
deren verheugden ze zich over het geluk,
dat ze uit de vuurlinie, uit de ondergeloo-
pen loopgraven waren weggezonden ter
escorteering van een officier. Een soldaat
was bespat met het bloed van een kame
raad, die eenige uren te voren door een
granaat in stukken was gescheurd. De kolf
van zijn eigen geweer was versplinterd
door een granaatscherf.
,,IIij had medelijden met hen, die in de
loopgraven bleven en niet zoo gelukkig
waren als hij. En zoo is het met al onze
mannen, die vechten in den modder en het
bloed langs de verschanste linie op de hoog
ten van Soissons.
„Zij doen 't niet voorkomen, dat ze plei-
zier in hun werk hebben. Zij laten er zich
in zeer lcelijke woorden over uit. Maar
ze erkennen ook, dat het moet gebeuren,
dat ze het zullen doen. Niemand bluft op
zijn moed. Allen erkennen, dat ze een raar
gevoel krijgen, als de Duitsche granaten
fluiten, maar" zegt de correspondent, nooit
in do Engelsche historie hebben onze troe
pen met grooter heldenmoed zulk een doo-
delijk vuur doorstaan, dan deze flinke,
vuile jongens, die nu den Duitschen rech
tervleugel tegenhouden en den vijand uit
zijn verschanste posities terugdringen."
Verhalen van Duitsche Krijgsgevangenen.
De „Matin" 'doet een aantal medcdeelin-
gen omtrent wat het blad noemt de moede
loosheid der Duitsche krijgsgevangenen
Het ontleent ze aan de mededeelingcn der
gevangenen zelf of aan documenten, die in
handen der Fransehen gevallen zijn, na de
gevechten, die ef*van 11 tot 16 dezer in do
buurt van Reims geleverd zijn.
Van een artillerie-officier: Een moderno
oorlog is de grootste dwaasheid. In het 10©
corps zijn compagnieën van 2óO man tot 70
man verminderd. Er zijn gardg-coinpag-
niecn, die door vrijwilligers aangevoerd
worden, daar er geen officieren meer zijn.
Van een infanterie-kapiteinWij zijn door
de Franschen verrast. Ik heb mijn compag
nie verloren. Toen ik er in een dorp naar
ging zoeken «ben ik gevangen genomen.
Mijn lot is in Gods handen.
Van een te Reims gevangen genomen of
ficier: Om taktische redenen heeft de gardo
moeten wijken. Er zijn van de onzen 10 of
ficieren gesneuveld en SCO man gekwetst.
In het eerste bataljon van het eerste garde-
legiment is geen officier meer over. De
Fransche artillerie was zoo goed verspreid,
dat wij haar ligging niet konden uitvinden.
Onder de gesneuvelden zijn generaal von
Schack en de kolonel van het 21ë regiment
garde-artillerie.
Deze officier voegt hier nof*bij: Iloe el
lendig eiken avond den dood van kameraden
te moeten vernemen. Men moet in den slag
geweest zijn en 's avonds geen kruimel
te eten hebben, met den grond als bed, om
den dichter te waardeeren, die schreef:
„Heet was de slag en bloedig de strijd;
koud is de avond en stil de nacht."
Van een luitenant van het 26e artillerie:
Het corps is voortdurend in touw van het
begin van den veldtocht af. Bijna al onze
paarden zijn gevallen. Wij vechten eiken dag
van vijf uur 's morgens tob acht uur des
avonds, zonder eten of drinken. Het schieten
van de Fransche'*artillerie is beangstigend.
Ik ben zoo moe, dat ik niet meer te paprd
Kan blijven zitten, zelfs niet in stap. Tegen
twaalf" uur vanmiddag is onze batterij let
terlijk overstelpt met Fransche granaten en
dat duurt voort drie dagen. Het 10e korps
en de garde zijn in het bijzonder geteisterd.
Wij 'hopen, dat een beslissende slag aan de
zen toestand een eind zal maken. Zelfs des
nacht-s in het het bivak kunnen onze troepen
niet rusten. Een Fransch vlieger heeft van-
nacht vier bommen naar beneden geworpen,
waarvan drie raak. Er zijn twintig paarden
gedood of gewondvier man zijn gedood en
acht gekwetst. Wij ontvangen geen brie
ven meer, daar de post-auto's van het 10e
corps vernietigd zijn.
Van een officier van de Pruisische garde:
Mijn regiment is met 60 officieren uitgetrok
ken: er zijn er nog 5 over. Meer dan 20CO
soldaten zijn buiten gevecht; mijn regiment
is niets dan een. overschot. Wij worden ver
schrikkelijk beproefd.
Wanneer deze medcdeclingen juist zijn,
dan blijken do verhalen van de gewond©
Franschen en Engelschen, die van het front
terugkeerden, over ontzettende verliezen der
Duitschers niet overdreven.