corps, dat op den uitersten linkervleugel
van heb leger der verbondenen stond, om
noord-oostelijk, in de richting van Soissons
te wijken. Sedert Donderdag, den lOclen
September, is de heelo Duitsche rechter
vleugel in groote wanorde aan het terug
trekken, van dichtbij gevolgd door de En-
gelsche en Fransche troepen. Zesduizend
gevangenen en 15 kanonnen zijn den lOden
en den 11 den buitgemaakt-, en er wordt- ge
meld, dat de vijand zijn terugtocht met
6poed over de Aisne voortzet, de streek van
Soissons ontruimend.
De Engelscho cavalerie is, naar gemeld
wordt, tot Fismes doorgedrongen, niet ver
van liheims.
Terwijl de Duitsche rechtervleugel aldus
werd teruggedreven en in wanorde gebracht
waren do Fransche legers verder oostelijk
in hevigen strijd gewikkeld met het Duit
sche centrum, hetVelk tot Vitry was door
gedrongen. Van Dinsdag tot Donderdag
waren onze bondgenooten niet in staat om
ten westen van Vitry veel voordeel te be
halen. Dit gedeelte van het Duitsche leger
begon Vrijdag te wijken en gaf ten slotte
.Vitry prijs.
J)c Frnnsclicit vervolgen dcii vijand en
drijven een gedeelte van zijn strijdkrach
ten naar hel noorden in de richting van
het woud van Argonne. liet aantal kanon"
ncn, dat het derde Fransche leger heeft
huitgemaakt bedraagt waarschijnlijk ÏÖO.
De vijand is derhalve aan het terugtrek
ken over de lieele linie, ten Westen van
de Maas. Tlij leed dus, behalve verliezen
aan manschappen en aan materieel, een
ernstige morecle nederlaag.
En naderhand zijn nog de plaatsen, die
we hier in het begin opsomden in handen
der bondgenooten gevallen.
Uit gevonden dagorders der Duitschers
blijkt, dat zo aan den slag, die op handen
was, ook een buitengewone waarde toeken
den.
Het Fransche communiqué zegt, dat deze
terugtocht veel sneller schijnt te gaan dan
de opmarsch is geweest. Deze was op enkele
punten zoo overhaast, dat onze troepen in
de hoofdkwartieren o. a. te Montmirail,
gelegen aan cle Fetit Morin, achtergelaten
kaarten en schrifturen hebben gevonden en
piketten met ontvangen of nog te verzenden
brieven.
Overal, in het bijzonder bij Fromentières
(Oostelijk Montmirail), heeft de vijand bat
terijen, houwitsers en vele caissons ach
tergelaten.
De gevangenen geven den indruk gebrek
te hebben geleden.
Generaal Joffre, de man die door zijn
zwijgzaamheid den naam van ,,de zwijger"
reeds had verworven, heeft thans ook ge
sproken en maakt melding van een onbe
twistbare overwinning. In zijn mond be
ttekenen deze woorden meer dan die van
een generaal, die een klein succes tot een
overwinning proclameert.
Do Franshce pers 'betoont zich uiteraard
zeer verheugd over de behaalde overwinnin
gen, doch geeft meteen te verstaan, dat men
rn den vreugderoes de voorzichtigheid niet
uit het oog zal verliezen, daar de oorlog nog
niet ten einde is en er nog langdurig ge
vochten zal moeten worden.
De militaire medewerkers der bladen vra
gen zich af welke taktiek de Duitschers
thans zullen volgen. Enkeion gelooven dat
zij al hun troepen uit België en den Bene-
clen-Elzas zullen ter hulp roepen en zullen
trachten een beslissenden slag te leveren
tus^chen Reims en Verdun. Anderen zijn van
oordeel dat de Duitschers nu zullen trach
ten verdere voordeelen op de Russen te be
halen. Allen raden het land, den oorlog niet
als geëindigd te beschouwen en zich krachtig
v te bereiden op de komende dingen.
Officieren van den Engelschen generalen
staf, die te Parijs zijn aangekomen hebben
zich nog uitgelaten dat heele terreinen zoo
danig overdekt zijn met de in staat van ont
binding verkeerende lijken van menschen en
aarden, dat er spoedige maatregelen noo-
dig zijn om het uitbreken van vreeselijke
epidemieën te voorkomen. Do Duitschers
hebben wel getracht een deel van hun doo-
clen te verbranden, doch vele zijn slechts
ten halve verbrand en verspreiden een vree-
selijken stank.
Een ding zal ieder opvallen bij het lezen
dezer mededeelingen, n.l. dat nergens ge
sproken wordt van Russische troepen. Fct
ra.idsel of ook Russen in het westen vechten
is dus nog onopgelost.
Do Russische Overwinning op
de Oostenrijkers.
De groote Russische generale staf publi
ceert het volgende communiqué van den
opperbevelhebber over de beslissende over
winning, die door de Russische troepen
op de legers van den vijand bij Krasnik
en bij Tomaszof behaald is.
Dè geheele strijdmacht der Oostenrij
kers en Duitschers telde meer dan 1 mil-
lioen manschappen en 2500 kanonnen, na-
jnelijk meer dan veertig divisies infanterie
en elf divisies cavalerie, die versterkt wa
ren met verscheidene Duitsche divisies.
De hoofdmacht van de vijandelijke legers
ftterk 600.000 man, ontplooide zich in de
richting van Zawichost (bij het punt waar
de San in de Weichsel stroomt aan de Oos
ten rijkschRussisohe grens) en Tomaszof
en rukte op de linie Lublin en Oholm aan.
Haar rechtervleugel werd beschermd door
het leger van Lemberg, tellende 200 batal
jons, haar linkervleugel door verscheidene
©ostenrijksche en Duitsohe divisies en af
delingen in den omtrek van Radom.
Den 25en Augustus begonnen de Oosten-
rijksche legers een vastberaden voor-
waartscho beweging om den slag, die Oost-
Pruisen bedreigde, af te weren.
De ontplooiing van de Russische troe
pen over een front van verscheiden hon
derden mijlen was nog niet voltooid. Wij
konden dus tegenover de Oostenrijkers
in Noordelijke richting slechts veel min
der talrijke troepen stellen.
De eerste aanvallen van den vijand wa
ren tegen Krasnik gerioht. Woldra ver
plaatste zich echter het zwaartepunt van
de pogingen der Oostenrijkers naar het ge
bied om Tomaszof, waar hun versterkin-
gep begonnen, heen te stroqmen.
Den 3en September omstreeks het tijd
stip, dat Lemberg viel, had de voorwaart-
sche beweging der Oostenrijkers haar hoog
tepunt bereikt. De linie van het front van
den vijand strekte uit van Opole (ten N.W.
van Krasnik in Russisch Polen) tot Bicha-
wa en naderde tot op een afstand van een
kanonschot het station Travniki. Zij omsin
gelde Krasnotnrf, Zamosk en Grubeszof
bij Jozefof.
Er werden twee bruggen over de Weich
sel geslagen, over welke de troepen uit
1\?dom zich naar het slagveld begaven.
In afwachting van den uitslag van de
krijgsverrichtingen \an generaal Russky,
was ons plan gebaseerd op een snelle ver
sterking van onzen rechtervleugel! De Rus-t
sische spoorwegen volbrachten die taak
met groot sii'.ces. Onze troepen in het ge
bied van Cholin die onvoldoende en te uit
gestrekt opgesteld waren en tegen wie de
hoofdaanval yai; de Oostenrijkers gericht
was, ontvingen geen versterkingen, daar
een opmarsder Oostenrijkers, zelfs tót
Cholm, toch ten slotte slechts de gevolgen
van hun nederlaag zou verergeren, in ge
val wij op de vlc-ugels de overwinning be
haalden.
Ondanks de numerieke minderheid van
cr.ze troepen in het centrum, bepaalden
wij ons niet t-t de verdediging, maar on
dernamen zij eei: tegenaanval, waarbij zij
bij Lauehtchew, een aanmerkelijk voor
deel behaalden. Daar sloegen zij zes da
gen lang voortdurende aanvallen van den
vijand af. Alleen op 4 September moesten
wij volgens het ontvangen bevel een klein
eind achteruit. Deze manoeuvre stelde ops
in de gelegenheid de omtrekkende bewe
ging van den vijand nog beter te verijde
len.
De voordeelen, die de generaals Russky
en Bruslof behaalden, stelden ons in staat
een algemeencn aanval tegen het centrum
van den vijand te ondernemen, dat bij
Soschodolje verslagen vver h
Dank zij een snellen stoot in de richting
van het centrum tegen de troepen bij
Krasnik werden dezen door generaal
Russky op 6 September uit het ZuiJ-Oos-
ten aangevallen en. gedwongen naar drie
fronten slag te leveren.
Wij sloegen de tegenaanvallen van de
troepen bij Krasnik af. De vijandelijke
stellingen tegenover Opole en Turobin, die
een uitgestrektheid van 60 mijlen hadden,
werden door ons op 9 September in een
onstuimige stormaanval genomen.
De Oostenrijkers sloegen toen op de
vlucht met achterlating van wapenen. Ech
ter gingen zij voort heftige aanvallen op
onzen linkervleugel te doen, met het doel
in de richting van Lemberg een voordeel
te behalen. Maar tegen den 12en dezer^
gingen wij ook daar tot den aanval over.
Thans loopt <le slag in Galicië, die ze
ventien dagen geduurd heeft, ten einde.
De vervolging van den vijand duurt voort.
Een Duitsche en een Oostcr.rijksehe
overwinning.
Het Duitsche hoofdkwartier maakt nog
melding van een Duitsche overwinning op
de Russen in Oost-P ruisen. Een plaatsbepa
ling ontbreekt hierin, zoodat 't niet duide
lijk is of dit een nieuw Duitsch Bucces is of
een vervolgtelegram over het succes bij
Lyck, waarvan reeds eerder melding is ge
maakt-. Het telegram luidt: Het leger van
generaal-veldmaarschalk von Hindenburg
beeft het Russische leger in Oost-Pruisen na
een gevecht van verscheidene dagen volko
men verslagen. De terugtocht der Russen is
een vlucht geworden.
Generaal von Hindenburg is bij de vervol
ging reeds de grens overgetrokken en heeft
tot dusver ruim 10,000 ongewonde gevanger-
nen en ongeveer 80 kanonnen a-an buit ge
rapporteerd. Bovendien zijn machinegewe
ren, vliegtuigen en voertuigen van allerlei
soort buitgemaakt.
Ook de Oostenrijkers zouden in Galicië
een overwinning hebben behaald. De gene
rale staf meldt:
den slag bij Lemberg slaagden onze
strijdkrachten aan en ten Zuiden van den
weg naar Grodek (Westelijk van Lemberg)
er in, om den vijand na een vijfdaagsche
hardnekkige worsteling terug te dringen,
10,000 krijgsgevangenen te maken en talrijke
kanonnen te vermeesteren
Van deze overwinning kon echter niet ge^
heel partij worden getrokken, omdat onze
noordelijke vleugel bij R-awa ruska door een
groote overmacht bedreigd is.
Bovendien zijn nieuwe Russische strijd
krachten zoowel tegen het leger van gene
raal Dankl als in het gebied tusschen dit
leger en het slagveld van Lemiberg opgerukt.
Door tfe aanzienlijke meerderheid van den
vijand zijn wij genoodzaakt onze reeds ge
durende drie weken bijna onafgebroken en
met heldenmoed strijdende legers op een
goed terrein te concentreeren en op verde
re krijgsverrichtingen voor te bereiden.
Onrust onder de Duitsche Landweer?
Op een gevangen officier heeft men een
proclamatie gevonden, waaruit men zou
moeten opmaken, dat er geen al te beste
geest heerscht in een landstorm-bataljon.
In deze proclamatie zegt de commandant:
Er is mij ter kennis gekomen, dat velen
van meening zijn, dat de dienst van den
landstorm buitenlands niet voorzien is in
de Duitsohe wetten. Deze meening is
valsch. Ongetwijfeld moet volgens de wet
de landstorm in de eerste plaats worden
gebruikt als garnizoensbezetting. Echter
kan bij keizerlijk besluit, dat verschenen
is, de landstorm worden aangewend in
een vijandelijk land. Den soldaten dient te
worden herinnerd, dat in den huidigen
oorlog -het bestaan van Duitschland op
het spel staat. Indien onze vele vijanden,
die ons in getalsterkte overtreffen, moes
ten zegevieren, zou hieruit voor Duitsch-
land ongetwijfeld een onzeggelijke ellende
voortspruiten en zouden er aan het rijk
zulke lasten worden opgelegd, dat men
eerst na eeuwen de welvaart zou genieten,
die wij tot hiertoe hadden.
Het is dus ontwijfelbaar, dat alle weer
bare mannen van den landstorm wor ien
opgeroepen, om in dezen oorlog te dienen.
Wie nu zijn plicht vervult, doet bet niet
alleen voor anderen, maar voor eigen
haard, voor vrouw en kinderen. In de laat
ste dagen hebben enkele mannen van het
bataljon vrees getoond. Ik reken er op,
dat deze gevoelens zich in geen enkele
omstandigheid meer zullen uiten. Volgens
artikel 84-87 der militaire strafwet, wordt
elke inbreuk op den tucht voor den vij
and met gevangenisstraf en -elke laf hei 1
met doorstraf bedreigd. Alle manschappen
van het bataillon vallen onder toepassing
van gezegde wet, sedert de inrichting van
den veiligheidsdienst, dat is sedert den
opmarsch naar Leuven. Deze dagorder zal
letterlijk aan alle mannen worden voorge
lezen.
Uit een Correspondentie.
Gisteren vertelde ik, dat een pater we
gens het bezit van compromitteerende pa
pieren vlak naast den weg bij Tervueren
is gefusilleerd. Uit den mond van Mgr
dien ik aan een maaltijd sprak, vernam ik
in details de volgende gebeurtenis.Door
de militaire post, die mijn twee reisgenco-
ten, Mgrs. Ladeuze en Cauchie later ge
vangen nam, was reeds vroeger een ge
heel troepje priesters op de weide gevoerd.
Daar waren alle zakken en valiesjes
doorzocht. Bij niemand werd er aanwijzing
van schuld gevonden. Alleen had de
jezuiet Du Pierrieux, naar het schijnt een
bekend Thomist, een klein zakboekje bij
zich, waarin men in het Fransch de volgen
de notitie vondToen ik vroeger las,
dat de Hunnen onder Attila geheele
steden hebben verwoest en dat de Arabie
ren de bibliotheek van Alexandrië in vlam
men hebben doen opgaan, glimlachte ik,
Thans glimlach ik niet meer, nu ik gezien
heb, dat de Duitsche horden bibliotheek
en kerken van Leuven in brand gestoken
hebben".
Men kan het onvoorzichtig noemen van
den jezuiet, dat hij deze aanteekeningen
bij zich droeg; slechts weinigen echter zul
len de volgende door den Ober-Leutnant
genomen maatregelen kunnen verklaren.
Een twintigtal priesters, waaronder Mgr.
De Becker, rector van het Collége Améri-
caine te Leuven, en de oud-rector van
hetzelfde College, Mgr. Willemsen, die, tij
delijk met vaoantie uit Rome, te Leuven
vertoefde, werden onzacht gedwongen in
een halve maan om den ongelukkigen
jezuiet te gamn staan. Hun werd voorlezing
gedaan van den gevonden tekst, en de
Duitsohe vertaling werd daarop aan de
troepen voorgelezen. De Ober-Leutnant
deelde mede, dat de pater terstond zou
worden gefusilleerd en liet hem juist den
tijd om bij een der geestelijken te biechten.
Toen werd P. Du Pierreux geblinddoekt,
de geestelijken moesten rechtsomkeert ma
ken, het peloton soldaten trad voor, het
bevel klonk en de schoten vielen. Terston I
werden alle priesters hardhandig gedwon
gen zich om te keeren, tan einde hun ster
venden metgezel te zien. Zij woonden ook
zijn begrafenis bij, en werden toen door
den Ober-Leutnant in naam des Keizers
als gijzelaars gevangen genomen, terwijl
hun werd aangezegd, dat zij met de mar-
cheerende compagnie gedurende den ge-
heelen tocht door België zouden worden
medegevoerd, en intussehen aansprakelijk
zouden zijn met hun leven voor elke daad
der bevolking jegens de compagnie.
Ik voeg hier tusschen haakjes bij, dat
de gefusilleerde priester te Leuven zich
juist voortdurend bad verdienstelijk ge
maakt met de verpleging van Duitsche ge
wonden in bet Roode Kruis.
Ellende van den Oorlog.
Wie betrekkingen in Duitschland in
het veld heeft moet geduld hebben,
en gelaten afwachten welk lot voor
hen beschikt is. De ondershandsche
mededeeiing van verliezen, rechtstreeks
aan de familie, schijnt echter heel wat
prompter to werken, dan die door de aan
geslagen lijsten. Zoo worden waarschijnlijk
zelfs maar een gedeelte van de verliezen be
kend gemaakt.
Het somberdste wat wij zien in deze da
gen, is de advertentierubriek van de deftige
Kreuzzeitung. Daar maken de officiersfa-
milies de slagen bekend, die hen getroffen
hebben. In de laatste dagen heeft het blad
gemiddeld vijftig doodsadvertenties van of
ficieren per avond. Het is een schokkende
lectuur, te lezen van de jonge vrouwen, die
den dood van hun man aankondigen, of van
de vele ouders die hun eenigen zoon betreu
ren. Deze laatste gevallen zijn akelig talrijk.
Dan leest men weer, hoe ouders mededee-
len, dat zij twee zoons tegelijk verloren heb
ben. Een officier, zelf kapitein, meldt op de
ze wijze het sneuvelen van zijn drie broeders,
ctie luitenants waren.
Steeds door hooren wij verhalen, niet al
leen van officieren natuurlijk. Krachtige fa
milies worden uitgeroeid. Het is een einde-
looze ellende, die met groote gelatenheid
gedragen wordt. Gister verscheen een oude
dame op het inhchtingsbureau, en moest
daar vernemen, dat haar drie zoons, offi
cieren, allen gesneuveld waren. En toch
vond zij nog de kracht troost te vinden in
vaderlandsche gevoelens.
Zeer 6terk heeft dezer dagen het
doodsbericht getroffen van den socialisti-
schen Rijksdagafgevaardigde dr. Ludwig
Frank. Men moet dit als een zwaar verlies
beschouwen /oor liet heele Duitsche volk.
Dat was-nu &en van de zeer weinige indruk
wekkende politieke talenten, die wij in den
Rijksdag kénnen, een voortreffelijke, en
ondanks zijn bijtende ironie sympatieke
spreker. Als hij het woord nam, stroomden
zelfs de conservatieven uit de wandelgan
gen naar binnen. Maar zijn beteekenis
schuilt niet alleen in zijn welsprekendheid,
maar vooral in zijn politiek doorzicht. Hij
was in partij misschien de grootste tacticus,
en voor het Duitsche volk was hij de man,
die door zijn gezag in de sociaal-democrar
tie meer dan een ander de macht scheen te
bezitten, om haar te brengen tot een niet
slechts negatieve politiek. Men zag in hem
een revisionistischen Bebel.
Frank bezat ook de uiterlijke beschaving
en aesthetische neigingen, die door yeie
Duitsche socialisten van gezag zoozeer ver
waarloosd worden.
President Poincaró aan
President Wilson.
De consul' van Frankrijk deelt mede,
dat de president van de Fransche ropubliek
aan den president dor Vercfenigde Staten het
volgende telegram, zond:
„Mijnheör de president. Ik vérntetem, dat
de Duitsche rogcering getracht heeft u te
misleiden door te beweren, dat dumdum-
kogels zouden zijn vervaardigd in oen Fran
sche staats werkplaats en zouden zijn ge
bruikt door onze soldaten. Deze lastér is
slechts een sluwe poging om de rollen te
verwisselen. Sedert den aanvang van den
oorlog hebben de Duitschers dum-dum-ko-
gels gebruikt en dagelijks zich schuldig ge
maakt aan overtredingen van het volken
recht. Sedert 18 Augustus en na dien nog
herhaalde malen, hadden wij gelegenheid de
aandacht van Uwe Excellentie en die der
mogendheden, welke de Conventie van 's-Gra-
venhago onderteekenden, "op deze overtredin
gen te vestigen. Duitschland, dat onze pro
testen kent, tracht nu de zaak orn te keeren
en zich van leugenachtige voorwendsels te
bedienen om nieuwe daden van barbaarsch-
hedd te plegen. In naam van het miskende
recht en van de beleedigde beschaving zend
ik Uw Excellentie een verontwaardigd pro
test."
Spionnenvrces in Engeland.
In het Lagerhuis heeft minister Mc.
Kenna een weinig den spot gedreven met
de nog altijd in Engeland bestaande spion-
nenvrees, die blijkbaar tot de meest dwaze
geruchten aanleiding geeft. De minister
verklaarde, dat alle geruchten omtrent een
organisatie onder de vreemdelingen (on
der de Duitschers werd dan natuurlijk be
doeld) om vijandige daden in Engeland te
verrichten, ongegrond waren en dat ér
geen sprake van was, dat er liefst 250.000
gewapende Duitschers in Engeland zouden
zijn. Men behoefde zich volstrekt niet on
gerust te maken, de politie en de militaire
overheid waakten voldoende tegen alle mo
gelijk individueele gevallen van spionage.
De minister deelde mede, dat de politie
niet minder dan 8000 k 9000 gevallen van
vermoedelijke spionage had onderzocht
sedert het uitbreken van den oorlog, maar
in slechts negentig van deze gevallen was
het vermoeden sterk genoeg gegrond om
tot inhechtenisneming te leiden. Yan eeni-
ge gemeenschappelijke organisatie onder
de vreemdelingen was geen sprake, meen
de de politie. Verdachte personen, en dat
waren er ongeveer een 1900, werden onder
toezicht gehouden en ook overigens werd
nauwkeurige controle geoefend op de in
Engeland aanwezige Duitschers en Oosten
rijkers, van wie zich respectievelijk ,50632
en 16141 hadden laten inschrijven.
Oorlogvoeren der Russen.
Dag aan dag bevatten de Russische dag
bladen artikelen, waarin zij wel zeer
verschillend van wat velen in West-Europa
zouden verwacht hebben er op banieren,
dat alle barbaarsoheid aan de Russische
oorlogvoering vreemd behoort te blijven,
maar dat vooral ook het Russische volk
zich vrij behoort te houden van fanatieken
volkerenhaa^.
Een treffend staaltje, één voorbeeld uit
vele, on tie enen wij aan de Rjetej van 15/28
Aug. Daar heet het in eeai artikel, getiteld
„Het allergevaarlijkste/' aldus:
„Wij zijn den oorlog vol vuur begonnen.
Alle meeningsversobillen, alle partijschap
pen zdjn verdwenen tegenover het alge
meen gevaar. Een zware proef wacht ons,
maar wij zullen haar doorstaan.
„Doch ons wacht nog een ander gevaar
het gevaar, onze beste menschelijke ge
voelens te verliezen.
„Een droevig voorbeeld hebben wij voor
onze oogen. Na 1870 placht men met voor
liefde het juiste gezegde aan te halen, dat
het tweede keizerrijk overwonnen was door
den Duitschem sohoolmeester. Sindsdien zijn
veertig jaren verloopen, en hoe is Duitech-
land veranderd. De plaats van den echool-
teester is ingenomen door den Feldwe-
bel....
„Daarin ligt de verklaring van al die
grove ruwheid, waardoor ons het cultuur
volk der Duitschers thane zoo verrast.
„Wij moeten echter voor ons zelf dit ge
volg daaruit trekkenten dage der zwaar
ste beproevingen behooren wij alle kracht
in te spannen om onze beste gevoelens
staande te houden, en om die verbittering
uit ons te bannen, die zich in de aangrij
pende oorlogsdagen zoo licht van menschen
meester maakt. Men bericht, dat de Duit
schers onze gewonden doodschieten, wij
zullen de Duitsche gewonden verbinden
men bericht, dat de Duitschers afschuwelijk
ruw met onze burgers omspringen, wij
zullen bedenken, dat de onder ons wonende
Duitschers in het ongeluk zijn, en dat wij
trachten moeten hun lot niet te verzwaren.
„Volgden wij thans de Duitsche wreed
heid na, dat zou hierop neerkomen, dat wij
ons door hen lieten dicteeren, dat wij
ons niet gedroegen naar ons eigen richt
snoer, maar naar de Duitsche manieren.
Zou dat niet beneden onze waardighoid
zijn
„Straks trekt de vijand af. Maar het ge
voel van vijandigheid, van haat tusschen de
volken, zal blijven en zal ons kostbaarste
goed vernielen: dat gevoel juist van wel
gezindheid jegens de menschen, waar de
ziel van het groote Russische volk op
leeft."
De stemming In Znid-A*frika en hoe
dit aan den Strijd zal deelnemen.
Ook in den Senaat heeft generaal Botha
voorgesteld een adres van verknochtheid
te richten tot den koning.
Hij deelde voorts mede, dat de regeering
besloten heeft, in overeenstemming met
don wensch van de rijksregeering, enke
le d e e 1 e n van Duitsch Zuid-
West -Afrika uit strategische
overwegingen te doen bezet-
,t o n.
De regeering is tot dit besluit gekomen,
omdat zij den naam en de reputatie yan
oprechtheid van Zuid-Afrika wenscht te
handhaven. Zuid-Afrika heeft onder de En-
gelsche vlag de grootst mogelijke vrijheid
genoten, heb is bijna even vrij geweest'al»
onder den rcpublikeinschen regeerings-
vorm.
Als ooit een volk zeido Botha met
„schoone handen" ten oorlog is gegaan,
dan is het thans het Engelsche volk.
Duitschland heeft het den oorlog opge
drongen.
Het Engelsch sprekende volksdeel van
Zuid-Afrika moet geen even groote geest
drift voor den oorlog verwachten bij liet
Afrikaansch sprekende volksdeel als bij
zichzelf, maar toch is onder de Afrikaan-
ders niet de minste ontrouw, en zelfs on
der hen die misschien het minst geestdrif
tig gestemd zijn, is niemand die liever on
der Duitsche dan onder Engelsche vlag
zou wenschen te leven. De twee deelen
des volks hebben gedurende, de laatste 12
jaar vriendschappelijk samengeleef 1 en
spr. hoopte, dat de huidige gebeurtenissen
hen nog dichter bij elkaar zullen brengen,
en een groote natie zullen makeD van het
Zuid-Afrikaansche volk.
Voorts verzekerde Botha, dat de oorlog
gericht is tegen het Duitsche militairisme
en niet tegen het Duitsche volk en hij her
innerde dat tal van Duitsche onderdanen
in de Unie voortreffelijke burgers zijn.
Hij legde er den nadruk op dat, zoolang
zij goede burgers blijven, er geen repré
saille-maatregelen tegen hun mogen wor
den genomen.
Generaal De la Rey verklaarde steeds
van oordeel te zijn geweest, dat een oor
log zoo mogelijk moet worden vermeden.
Hij is een tegenstander geweest van den
oorlog van 1899, maar indien Zuid-Afrika
mocht worden aangevallen, zou hij het met
allo krachten helpen verdedigen. Hij be
tuigde instemming met Botha's rede en
zeide, dat Duitschland's macht gebroken
moet worden, omdat dan Zuid-Afrika van
gevaar bevrijd zal zijn. Als echter <?e
macht van Engeland gebroken mocht wor
den, wat vroeg spr. zou dan van
Zuid-Afrika worden? Als zijn steun noodig
was, zou hij steeds ter beschikking van
de regeering zijn.
Dc houding van Australië.
In hot Australische Gemcenebest is een;
Verkiezing gehouden, die de arbeideirepairtijf
een groote overwinning heeft bezorgd. In;
het vorige Huis van Afgevaardigden wogen,
de partijen nagenoeg tegen elkaar op. VoL
gens do laatste opgave zitten er in hetj
nieuwe 41 arbeiderspartijdérs, 33 liberalen!
en 1 onafhankelijke. In den Senaat zitten!
31 arbeiderspartijdérs en 5 liberalen. Het-»
ministérie-Cook is afgetreden en Fishér, diej
leider der arbeiderspartij en oud-eerste mi*
uister, heeft opdracht gekregen een nietfw)
ministerie te vormen.
Aan oen oorrespondent van de „Times'81
heeft Fisher gezegd„Bij1 hot begin van detf
octrlog heb ik gezegd, dat het Gomècnebesf!
Engeland mot zijn laatsten mam en zijlhj
laatste shilling moet steunen. Ik ben blij
nu in de gelegenheid te zijn die verklaring
zoo noodig waar te maken."
406de STAATSLOTERIJ.
Trekking; van Maandag 14 Sept.
2da Klasse 1ste Lyst.
No. 16363 f XO.OOO. No. 19707 2000.
Nos. 15647, 20353 /I500. No. 7414 f IOOO.
No. 1460 f 400. No. 17266 /200. No». 6233,
12862, 14899, 17723 /TOO.
Prijzen van 30.
88 2S69 5267 7736 10232 13180 16142 18735
115 2870 327S 7788 10244 13523 16216 18733
214 2873 5360 7831 10292 13565 16302 18735
38S 30c5377 7838 10304 13588 16323 18796
516 3037 5469 7874 10454 13705 16370 18806
536 305S 5501 7905 10533 13717 16412 1SÖ96
537 3089 5521 7928 10559 13721 16424 18940
509 3120 5524 7941 10593 13747 16455 '8952
620 3122 5575 7942 10041 13784 16489 18987
709 3132 5578 7962 10681 13919 16542 19055
740 3133 5641 7966 10729 »3923 16631 19062
747 3*45 5.804 7974 I0S17 14005 16701 19066
811 3150 5836 8022 10963 14037 16772 19108
8(7 3219 5845 8173 11029 14068 1678^ 19134
834 3251 5865 8276 11037 14068 16S30 19160
862 3257 5953 S298 11073 14123 170CO 19176
943 327« 5956 8393 mot 1419J 17011 19212
956 3297 5957 8485 11280 14231 17097 19222
957 3383 5973 S541 U349 14219 17103 19244
958 3429 5985 8545 U353 14257 '7i2j 1932»
967 3.509 0106 8548 1141 14380 17197 19380
'007 3569 6135 8601 11417 14398 17202 J9405
1058 3578 6158 8603 11423 14503 172.37 19426
1068 3032 6201 SÓ27 H445 14511 «7267 19470
1117 36S2 6270 8632 11540 14540 17354 !9507
1128 3764 6273 S675 11550 14505 17360 19519
1238 3826 0294 8679 Uöóo 14599 »7S03 19522
1240 3841 °375 8801 11863 14ÖU 17537 '9531
1360 3869 6389 8919 11914 14719 17599 19568
1442 3875 0480 8912 41953 14721 17642 19601
1449 3b88 6489 8981 11976 14783 17648 19017
1510 3930 6493 9018 11991 14805 17714 19059
1519 3945 6497 9041 12082 14810 17716 iy68a
lóoo 3946 6007 9086 12152 14835 1774»97oi
1609 400J 0674 9094 12188 14807 17776 19788
1Ó66 4117 6679 9182 12209 14904 17884 19954
1697 41ÓJ 0721 9246 12257 14916 17896 19994
1759 4230 0728 9271 12350 14997 17977 20079
1772 4272 073Ó 92.0 12302 15093 17999 20198
17S2 4280 0797 9335 12377 15121 iöoS6 20251
1832 4325 079s 9360 12397 15138 18102 20253
1802 4354 °8o; 9392 12454 I5H4 18117 20269
1884 4300 6joi 9407 12Ó03 15'83 18176 20277
1SS9 4386 7052 94=7 12650 iSi'93 18232 2°342
1905 4395 7c64 9469 12655 15213 18241 20353
1993 4430 7172 9606 12666 10253 18269 20404
2106 4500 7184 9686 13'17 15293 18282 20429
2125 4587 7233 9753 12825 15314 18298 20463
2203 4018 7341 98i5 12830 15442 18373 20494
2231 4O83 7345 9822 '2834 15479 18399 20587
2252 4729 7378 9892 i2$7i 15488 18417 20591
2259 47 3 3 7389 9907 12877 13042 18457 20748
2303 4745 7428 9979 '2095 '5087 18405 20786
2324 4704 7438 loooi 12931 15765 18472 20829
2379 4708 7450 10015 13961 '5790 18463 20859
2511 48jO 7523 *0025 '2975 '595 3 '8197 20911
2514 4870 75,o ioobi '2988 15977 18552 20913
2624 4911 7oi2 10081 1303a 15982 18007 2°93*
2877 4985 76.6 «0138 13101 16034 18051 20940
2796 5141 7685 10176 13111 16002 18697 20^65
2843 5229 76,o '0231 13148 16127 18715 20993
2-59
burgerlijke stand van leiden,
ONDERTROUWDL. Waasdorp, jm. 22 j., en
A StoeUcn. jd. 20 j. J. Th. Silvester, jm. 25 j.*
en M. Jlcueeii. jd. 26 j. - J. O. Thonus, jm. 26
en A. II. S. Arentsen, jd. 26 j. II. Koronhof-
jm. 23 j.. en P. van der Linden, jd. 23 j.
vau der Laan, jm. 37 j.f en P. 't Hart, jd, 3»