N°. 16696 Zaterdag 1 Au^n^tus. Tweede Blad. A0. 1914. Brieven van een Leidenaar. PERSOVERZICHT. De Oorlog tusschen Oostenrijk-Hongarije en Servië en de benarde toestand in Europa. IDSCH CCCCLXXXXI. Waarover zal ik in deze darren van span ning anders schrijven dan over dqp. drei genden oorlogstoestand in Europa, over de jdagen die zuLk een merkwaardige over eenkomst hebben met die, welke vooraf gingen aan den oorlog van 1870, zooals ;de herinnering er van uit mijn prille jeugd thans weer wordt verlevendigd? Ik zou voor elk ander onderwerp immers geen aandacht vinden. Het is een gebeurtenis van beteekenis voor Leiden in de eerste plaats, dat er roof is gepleegd in een onzer Museums, dat er een aantal waarde volle en kostbaio voorwerpen zijn ont vreemd, maar or wordt als ter loops naar geluisterd, onmiddellijk wordt de gedachte ler aan verdrongen door die andere: zal zr een wereldbrand oplaaien, zooals nog nooit tg voren is aanschouwd? Het is geen onderwerp speciaal van Leklsch belang. Ketter liever eens tegen het Museumbestuur, dat de kostbare schat ten zelfs in clen vacantietijd, nu het museum slechts weinig word bezocht en alleen het werkvolk er in verblijf hield, daar zorge loos in een vitrnie haast voor ieder voor 't grijpen liet staan, 't Zal wel onnoodig zijn denk ik, als er ©en kalf verdronken is, 'dempt men gewoonlijk de put. Er zullen nu wel maatregelen genomen worden, dat zooicts niet weer kan gebeuren, doch zoo het noodig mocht blijken zal ik daarvoor kalmer tijden afwachten. Mogen deze spoe dig komen! Doch men zegge niet, "dat, wat daar op het groote wereldtooncel werkt en woelt, wat daar besproken en overlegd wordt in de kabinetten van Staatslieden, het lclein stuk.ie wereld, dat Leiden heet, niet aan gaat. En nu denk ik nier aan het oorlogs gevaar dat ons voorloopig al heel weinig bedreigt, zoodat we ten minste, daarom het hoofd nog gerust kunnen neerleggen en ik denk ook nog niet in de eerste plaats aan de door onze Regeering genomen mi litaire maatregelen, welke zij om, zoo noo- 'dig voor onze neutraliteit te waken, wel licht gedwongen was te nemen en die reeds zware financioele offers zullen vragen, maar ik denk voornamelijk aan het groote na deel, dat zal worden geleden in alle tak ken van handel en bedrijf, met werkloos heid tot nasleep, aan de duurte der levens middelen, die gedurende den gewapenden vrede in Europa tot in de kleinste, afgier- legen dorpjes zal heerschen en die nog er ger zal worden zoodra een- oorlog' uitbreekt en toenemen naarmate deze langer duurt. In vroeger tijden toen de natiën veel los ser naast elkander stonden was dat an ders. Maar in onzen lijd van internationaal verkeer der volkeren hangt alles met eco nomische banden aan elkaar. Onze hande laren doen zaken met collega's in Duitsch land, Frankrijk en Rusland; één telefoontje- internationaal brengt onze nijverheidsinrich tingen een reuzenbestclling uit het buiten land en omgekeerd. Zoo kunnen wij dan ook in de menschen uit verre wereldstre ken, onze vijanden niet meer zien, veeleer medewerkers aan de voortbrenging van maatschappelijke rijkdom. Eu een porlog, .een vechten op leven cn dood, tusschen 'de natiën die in den kamp des vredes en der beschaving overigens vriendschappe lijk wedijveren, lijkt me haast een anachro nisme, een overblijfsel uit een barbaar- >schen tijd. En wij vragen dikwijls ons af, pf dan de fliplomatiek die over de oor logskansen wikt en beschikt, in beschaving niet minstens ©en halve eeuw bij de gewone menschenkinderen ten achter is. Maar wat baat het daarover te zuchtten nu wc staan voor de verschrikkelijke mo gelijkheid, die zich dreigt te verwer kelijken? Of het groote wereldonweer,- dat voor het tninst geheel Europa in vuur en vlam zou zetten nog zal kunnen worden bezworen, wie zal het zeggen? Ik zal mij niet aan gissingen wagen en vooral niet omdat met lelie uur de situatie kan Veranderen. Mis schien zien we den toestand als deze re gels onder do oog en 'der lezers komen, heel anders dan op het oogenblik dat ik (er over schrijf. De gebeurtenissen zullen trouwens niet Sop oorlog of vrede uitloopen naarmate wij joptimist of pessimist zijn, maar wij zullen Iden toestand het best beheerscbcn als we (onder alle omstandigheden zelfbeheer,. $ching toonen ën ons vrijhouden van op winding en overijling. Wat de naaste toe komst brengen zal moeten we afwachten,- (doch zeker weten we, dat Europa zidh dok eenmaal weet van dezen schok zal her stellen, zoo goed als het zich van eiken ónderen heeft hersteld. Dit mogen ook' zij' bedenken die Hezeiil Sagen het den spaarbanken lastig maken tpot hun geld op te vragen. Laten zij voor Zoover zij het niet volstrekt noodig hebben het er rustig laten blijven. Op de Rijks- (spaarbamk zoowel aks op 'de Leidsche Spaarbank is hJet veilig biewaard,- veiliger {dan in ons eigen huis. Men moet bedenken dat de banken Kef ter bewaring gegeven geld ook weder be legd hebben,- en dat men het, hoe solide dok belegd,- niet onmiddellijk kan op- ëischen. Doch behoeft jeT Van geen staking van be taling sprake tte zijn. Bij de Rijksspaarbank Öie de .Nlederlaiidjsche Bank achter zidh! heeft,- piet, doch bij de Leidsche evenmjn. Ik heb ©enigen tijd geleden al eens een ©i andeT van dje Ueakjscbe Spaarbank ver teld pok van haar, soliditeit. Ik herhaal nu nóg jeiens, dat (een giroot deel harem groote. bezittingen bestaan in solide effec ten, ,dje ten aillen tijde kunnen worden be leend bij de ,N ederlandsche Bank. Doch waar jnpn nu deze zekerheid heeft en bb- bovendie'n weet, dat thuis het geld minder veilig is en i'n ieder geval renteloos ligt,- terwijl het bij de Spaarbank wel bezwaard is en rente kweekt, daar zou m,en een beetje dwaas doen met de groote hoop mee te loopen en zijn spaarpenningen, veel of weinig, op te vragen. Laat ons met kalmte en met berusting,- voor zoover wij er toch niets aan kunnen veranderen de dingen, die komen zullen afwachten, al is ons hart geneigd met den man der oudhei<j in deze troebele dagiejn wel eens de verzuchting te slaken Wachter wat is er van den nacht? Moge straks nog het antwoord blijdje; klinken: De mprgen is gekomen als voor bode van een heerlijken vredesdag 1 Jjo lUöUvv-Deuoeuiue prof. Sara^cKcii, schrijit ia V a n o n z e n ij d over ae uitzetting der Duitschers o. a. „Uit mets biijKi/, dat ae politie verplicht zouoe zijui, een jL/Uitfieifer alleen oaaroiu niet toe te ï-aieu, wiji rnj geen „neiniatscheiu kan verfcoonen. ook. ae Missive van aea Minister Wan binueniandsctie Zaken vau I Mei 19Ü7, betreffende de uitvoering van het Vestigingsverdrag daargelaten, dat zij in den rechtstoestand der vreemdelingen geen verandering zoude kunuen brengen plaatst zicli niet op dit standpunt. In art. 9 wordt wel den gemeentebesturen ver zocht, toe tc zien, dat de Duitschers voorzien zijn van een geldig paspoort of van een „Heimatschein" en de aandacht van de be trokkenen erop te vestigen dat het bezit van zoodanig stuk noodig is om, mdien daarvoor overigens de voorwaarden aan wezig zijn, aanspraak te kunnen maken op het recht om zich hier te lande te vestigen of bij voortduring of tijdelijk te veiblijven, maar de minister heeft er niet aan gedacht, erbij te voegen, dat de politie, als zoodanige stukken niet werden getoond, verplicht zou de zijn, de Duitschers niet toe te laten of te /verwijderen. De politie heeft steeds te overwegen, of zij bijzondere redenen heeft een Duitsoher zonder pa-spoort of „Heimatsohoin'den toegang tot ons land te ontzeggen: het ge mis van den „Heimatschein" alleen is daarvoor zeker niet voldoende. Stelt de bur gemeester om de eene of andere reden op zulk een indentiteitsstuk prijs, dan kan hij volgens do Missive van den minister bij den betrokkene er op aandringen, dat hij zulk een stuk late komen, maar hem voorloopig rustig laten verblijven. Overweegt de politie, eien vreemdeling niet toe te la-ten of uit te zetton, dan hoeft zij zich wel te vergewissen, met welke be doeling haar het zoo uitgebreide gezag over de vreemdelingen is gegeven, opdat zij zich niet schuldig make aan, of den. schijn op zich lade van wat de Franschen noemen ,,détoumoment de pouvoir", gebruik eener door de wet verleende bevoegdheid om an dere redenen, met, ander© bedoeling dan waarvoor de wet dit gezag heeft toegekend. Bovengenoemd art. 2 van het Vestigings verdrag kan haar daarbij een richtsnoer zijn, in zoover als daarin, zooals bij de behandeling van het) tractaat in de Tweede Kaïn er algemeen werd erkend, zonder twij fel alle denkbare motieven ter rechtvaardi ging eener uitzetting zijn samengevat. De sociaal-democratische Kamerfractie heeft zich indertijd tegen het Vestagings- verdrag verklaard, omdat naar haar mee ning „Nederland zich er mede voor een aan merkelijk deel aanpast aan de Duitsch© po- litieto ©stamden, die door dit verdrag van onzentwege als het ware worden gesanction- neerd". Te hopen is, dat men van die zijde niet de leiding neme, om deze sombere voorspelling in ons eigen land te vervullen. UEULA1HKS, 316 30 40 Cents per regel. België Mobiliseert.Engelsche Oorlogsschepen gezien voor Ostendc cn Vlissingcn. —Nog alle Hoop niet Vervlogen.—Spoorwegverkeer Duitschland—België ge staakt.—Een Franselie Tunnel vernield.—Engeland en Italië'» Houding nog niet bepaald. België Mobiliseert. België heeft het Nederlandsche voorbeeld gevolgd en is tot mobilisatie overgegaan en reeds zijn troepen naar dc grens gestuurd. Een ware paniek heeft angst en verwar ring onder het publiek gebracht. Sedert den vroegen morgen stond een ontzaglijke menigte voor de Nationale Bank te Brussel, en men moest de brandweer te hulp roepen, die de aanwezigen kletsnat spoot. Daar dit blijkbaar niet hielp, moest men zijn toevlucht tot de soldaten nemen. De vrees voor depreciatie van het bank papier* heeft oenigszins afgenomen door het nieuws dat de Nationale Bank voor twintig millioen goud munten laat. Hoe voorbarig de vrees voor verlies echter geweest is, be wijst het feit, dat dezelfde bank gisteren voor drie on een half millioen biljetten te gen zilver heeft uitgewisseld. Deze omzet ting zal den handel vermoedelijk vergemak kelijken, immers bij kleinhandelaars wei gert men bepaald papieren geld. Zelfs op de post wil men geen uitwisseling meer aanvaarden en aan de loketten van den spoorweg eischt men gereed geld daar het publiek zooveel mogelijk papier van de hand wil doen. Zeeloodsen, te Vlissingen aangekomen, verklaren, dat zij -gisternacht een eskader hebben waargenomen, samengesteld uit En gelsche kruisers, die met gedoofde vuren in Noordoostelijke richting opstoomden^ cn die bij Schouwenbank b.:draaiden. Twee Duitsohe koopvaardijschepen, die gistermorgen uit Antwerpen waren vertrok ken, zijn daar gistermiddag weer terugge keerd. Het zijn de „Schildturn", van do Hansa Linie, die zich op weg naar Rangoon bevond, en onderweg last had gekregen van haar reeder, om naar Antwerpen terug te keeren, en de „Ka-mdelfeld", afkomstig van Kurrachee, die te Antwerpen een deel harer lading had ontscheept, en naar Hamburg was vertrokken, waar zij de rest van de la ding zou hebben gelost. Voorts wordt gemeld, dat Duitsche sche pen, uit Hamburg met bestemming naar Antwerpen vertrokken, weder naar eerst genoemde haven zijn teruggekeerd. In het leger lieersoht. onder de opgeroe pen lichtingen opgewektheid, talrijke jonge lieden hebben zich als vrijwilligers aange meld. Do ontbonde-n regimentsscholen leveren honderden onderofficieren, ook de militaire school staat ontbonden te worden voor den vervoerdienst is gezorgd zoodat alles voor de algemeen© mobilisatie, die echter nog niet is beslist, gereed kan geacht worden. "Vier zonen van een groote adellijke familie hebben zich voor den diesnt aangemeld. De maatschappij der Brusselsche tramwe gen biedt haar paarden aan en talrijke par ticulieren verklaren zich bereid hun auto mobielen te leeneu. Voor den ambulance dienst zijn talrijke aanbiedingen. Een aan nemer van openbare werken te Blankenber- go schenkt ten behoeve van de regeering j een half millioen in klinkende munt, Het Belgische Leger. In oorlogstijd is de Belgische 'Strijdmacht; verdeeld in eeri veldleger, vesting troepen en deputtroepen. Het effectief van het leger te velde be draagt dan, volgens de Almanack de Gotlia van 1914, 2513 officieren en 97,991 man schappen. Het totaal effectief der vesting, en depot- tiocpon bedraagt in oorlogstijd 80,000, de of ficieren inbegrepen. De bul'gergarde is in oorlogstijd 157,537- man sterk, terwijl het aantal gendurmien ruim 2500 man bedraagt. De totale sterkte van het Belgische legeer in oorlogstijd bedraagt circa 340,000 man. Chef van den generalen staf van het Belgische leger is luitenant-generaal de Lilliers de Mo- ranville. Er is nog Hoop. Niettegenstaande den groeten ernst van het oogenblik, niettegenstaande het feit, dat de volkeren van Europa zich gereed maken om zich tot de tanden te wapenen, is er nog hoog op een gunstigen afloop. Gisteren spraken de telegrammen reeds ,van het hervatten der onderhandelingen tusschen Weenen en Sb.-Petersburg. Nu weer verneemt de Londensche „Stan dard" uit Weenen, dat Oostenrijk-Honga rije aan de mogendheden de stellige verze kering zou hebben gegeven, Servië te zullen ontruimen als de mogendheden de betaling van een „redelijke schadeloosstelling" door Servië zullen waarborgen. Verder verklaart de correspondent uit de meest gezaghebbende bron, dat Oostenrijk- Hongarije aan Rusland en de andere betrok ken mogendheden de plechtige belofte heeft afgelegd, dat het den territorialen status quo op den Balkan zal handhaven. Roeme nië, Bulgarije en Griekenland moeten reeds hebben geantwoord, daarmede voldaan te zijn. Blijft over alleen Rusland. Een telegram! utt St.-Petersburg aan de Times" behelst, j dat de Russische regeering haar mobilisatie zou willen staken, als Oosteurijk-Hongarije I haar binnende belofte doet, dat de tuehti- ging van Servië zekere grenzen niet zal ov „rschnjden, m. a. w. dat die niet zal uit- loopen op vernietiging van Servië's onaf- j hankelijkheid, ook in politieken zin. Indien Rusland deze belofte, niet krijgt, I zal het- op zijn „militaire demonstratie" da- den laten volgen, welke ook de houding van j Duitschland daartegenover moge zijn. Frans Jozef en zijn Volk. Men weet, dat do oude Oostenrijksche keizer te Weenen is geweest met den troon- I opvolger en daarop naar Schönbrunn is gegaan. I De begroeting van den grijzen vorst door j de sedert den vroegen morgen den keizer wachtende Weener bevolking, waarvan zich I honderdduizenden in do straten hadden op- I gehoopt, werd een eenige machtiging betoo- ging voor den vorst en het vaderland. I Toen de keizer na de aankomst aan het slot van Schönbrunn uit zijn rijtuig stapte, hield burgemeester Weisskirehner J een toespraak, waarin hij den eed van trouw aan keizer en rijk namens de bur- gers van Weenen herhaalde. Do keizer antwoorddeMet diepe aan- i doening ontvang ik de bewijzen van trouw, welke uit alle deelen van de monarchie t toestroomen. Ik dank u hartelijk voor deze i huldiging. Do burgemeester dankte den keizer na- mens de bevolking voor diens zeker moei- I lijk besluit en zeide Do Oostenrijkers wil-, j len voor de eer en den roem van het vader- i land alles op het. spel zetten. Dc keizer zeide: He meende op mijn leeftijd nu jaren van vrede te beleven. Het besluit viel mij zeker zwaar, maar uit de I betoogingon van alle kanten, krijg ik de overtuiging, dat mijn besluit juist was. De burgemeester antwoordde hierop God moge Üwe Majesteit beschermen en onze wapenen zegenen. De keizer wendde zich hierop tot den pre- sident van het „Deutsche National-ver- j band", den afgevaardigde Gross, en zeide: Het verheugt mij, dat de hoeren hier zijn I ge-komen. G ross antwoorddeWij zijn verplicht Uwe Majesteit onze hulde en gelofte van trouw te brengen. Wij wenschen en hopen, dab Uwe Majesteit den eerstvolgen- den tijd veel vreugde zal beleven* De keizer gaf ten antwoordIk ver heug mij roods thans, omdat ik zie, dat mijn besluit van alle zijden wordt goedge keurd. Gross merkte opUwe Majesteit kan ervan overtuigd zijn, dat allo nationalitei ten van de monarchie, in het bijzonder het Duitsohe volk achter Uwe Majesteit staan en bereid zijn tot den laatsten druppel bloeds te strijden. De keizer antwoordde, dat hem deze be tooging buitengewoon veel genoegen deed. Na de cercle riep do burgemeester: Lang leve Zijne Majesteit en de troonopvolger. Deze hoera's werden met krachtige toe juichingen ontvangen. Terwijl de vorst I naar alle zijden groetend, de trap opsteeg, I speelde de muziek het volkslied, dat alle I aanwezigen met ontbloot, hoofd mede- i zongen. Telegrammen van Keizer en Tsaar. In een telegram uit Berlijn aan de „Köln. i Ztg." wordt verzekerd, dat er tusschen den j keizer en den tsaar telegram men 'gewisseld I zijn, waarin de tsaar den keizer verzocht, i er toe bij tc dragen, dat de vrede behouden I bleef. De keizer heeft daarop zeer tegemoet- I komend cn rekening houdende roet de oude historische, vriendschap tusschen beide staten, I geprobeerd een bemiddelingsactie te openen in d en zin van hot Engelsche voorstel. Toen de keizer ,zijn pogingen begonnen was volg de onverwachts hel. bevel der algemeene mo. bi lis a tie in Rusland. Dit is, zoo wordt in het telegram uit Berlijn aan do ,,KoIn. Zt-g." gezegd, een on gehoorde gebeurtenis. Het is nu aan Rusland te toonen of het het uiterste, de voorbeelde- loozo uittarting van een vreedzaam volk, in den zin hoeft. Bondsraad cn Rijksdag. Te Berlijn is de Bondsraad, bijeëngeko- komen. Men trachtte hieraan nog ©en on schuldige uitlegging te geven, die echter, doorzichtig genoeg was. Men roept niet midden in den zomer op een hoogst critiek tijdstip den Bonds raad bij elkaar, om, over dingen van onder geschikt belang te beraadslagen. Ook hier is natuurlijk niemand naïef genoeg,- om daaraan te gelooyen. Later op den avond heeft men dan ook bekend gemaakt, dat 'de Bondsraad o.a. een besluit zou nemen over een yerbod van uitvoer van koren ©n vee. Naar men nader verneemt, zou dat o.a, noodig- zijn,- otndat groot© hoeveel heden koren in den laaisten tijd naar Rus land uitgevoerd zijn. Natuurlijk zou de Bondsraad ook nog oMer gewichtiger 'din- gen beraadslagen. Het Berliner Tageblatt meent te weten, dat, bij een ongunstigen loop van de onderhandelingen ook de Rijks dag bijeengeroepen zal worden. Bethmann Hol weg zou in dat geval tegenover het. land en de buitenwereld willen uiteenzet ten, dat de Duitsche regeering al het mo gelijke gedaan heeft, om den vrede te be waren, en dat zij geen verantwoordelijkheid' draagt voor een wereldoorlog, dien zij met alle kracht tracht te verhinderen. In liet Duitsche Rijk. in Duitschland is men druk in de weer. Telefonische verbindingen met andere landen zijn ingevoerd, zoodat dus dc censuur haar intrede heet't gedaan. Dc internationale trei- nen zijn, op last der Duitsche regeering, ir Belgische richting vervallen. Het Keizer Willioltnkanaal is voor schepen met moer dan tien voet diepgang gesloten. Uit Straatsburg'wordt gemold, dat daar do strategisch buitengewoon belangrijke Rijn bruggen militair bozet zijn. Het verkeer voor voetgangers en wagens vindt plaats met militair geleide. De wagens en automo bielen worden, voor zo over de brug gaan, onderzocht cn eveneens de tramwagens. Op de Schlucht, den grenekain tusschen Duitsch. land en Frankrijk, wordt ook aan Franse h« zijde de telefoon door militairen bewaakt. In li-cel Elzas.Lotha.ringen is ternauwernood écn familie, dio zich niet voor liet geval van oorlog van proviand heeft voorzien. Dc kamers van koophandel doen eau beroep op do kalmte van de bevolking, met het oog op het stijgen van den prijs der levensmid delen. In het Rijksland is reeds een groote duurte van de levensmiddelen tc mierken. De toeloop naar dc kruidenierswinkels is zoo groot, dat to Keulen verscheidene groote winkels hun deuren moesten sluiten, omdat zij uitverkocht waren. Dc meeste winkels staan slechts kleine hoeveelheden af. Ver schil lende levensmiddelen zijn 100. pCt. ge stegen. Uit Trier wordt bericht, dat er .wegens do ouorme inkoopen van levensmiddelen tij delijk gebrek aan zout is ontstaan. De bur gemeester hoeft echter inlichtingen ingewon nen aan do zoutmijnen en vernomen, dat in dc behoefte aan zout ten spoedigste zal worden voorzien. Het Duitsche Leger. Het leger is ingedeeld in 25 legerkorpsen^ welke 50 infanteriedivisies en de garde cava leriedivisie omvatten. Deze divisies bestaan weer uit 10G infanterie, 55 cavalerie, en 50 veldartillerie-brigades, waarbij nog 8 vesting artillerie. cn 2 spoorwegbrigades komen. De regimenten worden als volgt verdeeld217 nfantcrie.regimentonelk bestaande uit 3 bataljons, verder 18 bataljons jagers, 27 mi. trailleursardcelingen, 110 cavalcrie.regimen- ten, 100 regimenten veld.artillerie met totaal^ 3732 kanonnen, 497 munitiewagens cn 841 wagens voor don inspectiedienst, 1 regiment der Pruisisohe vcld.artilterie-scMetschool, 1 regiment der Pruisische vestingartillerie- school, 26 regimenten vestingartillerie en 26 bespauuingsafdoölingcn, benevens 1 bataljon Wurtfcemborgsohe vestingartillerie, 8 regi- meuten genietroepen eu 27 bataljons genie, troepen. Aan trein troepen telt hot Duitsche leger: 4 spoor weg regi men len en 1 Bciersch spoor wegbataljon, benevens 1 afdoe ling technisch personeel en 10 telegraaf bataljons, 11 batal jons en 1 compagnie manschappen voor de luchtvaart, 1 bataljon chauffeurs on 5 ba taljons aviateurs. Verder bestaat nog een. korps bereden veUl- jagers, onder aanvoering van generaal Von Scholl. t Opperbevel in den Mark berust bij generaal Von Kessel. De totale sterkte van het Duitsohe leger in vredestijd bedraagt 663,200 manschappen, 29,000 offioi oren en officieren van gezondheid en 107,000 onderofficieren. Met inbegrip der vrijwilligers, de z.g. Einjahrige, bestaat het leger uit 819,000 man. Dc in f anterietrocpcn alleen tellen 433.000 manschappen, 17,800 of ficieren en 65,000 onderofficieren. Over dc krijgsterm a tie worden geen mcdccleelingen ge publiceerd. Men kan echter aannemen, dat alleen hot- staande leger, plus reserve en landweer uit meer dan 5 mi I lieen man, good afgerichte troepen zal bestaan. Frankrijk en Duitschland. Toon gistermiddag Duitschland een nieu we stap deed op militair gebied, heeft de Parijscho correspondent der „N. R. Ct." do stemming daar ter stede in militaire en po litieke kringen eons nagegaan. Zij «blijkt hem bewonderenswaardig van kalmte en ernst. Een bevriend Franseli of ficier van de krijgsschool deelde hom mede: Uit militair oogpunt is voor ons op de Fransch-Duitsche grens de toestand wel bijna zoo gespannen, als hij maar zijn kan. Van Duitsche zijde is men nu reeds sedert een dag of tien met militaire maatregelen bozig. Op het oogenblik zijn de Duitsch o maatregelen reeds tot de uiterste grenslinio getroffen. De machine-goweren staan op tal van plaatsen reeds tot bij de grens gereed.. Wij hebben onzerzijds de laatste dagen na tuurlijk niet meer stil kunnen zitten, maar onze diplomaten schijnen alles te hebben willen doen om aan te toonen dat wij in geen geval de aanvallers zijn en dat wij geen aan val voorbereiden. Hoewel het mijn inziens onze taktiek, die niet aanvallend is. niet ton goedo komt, hebben wij onze stellingen niet verder dan tusschen de 5 en 12 K.M. van do grens af gebracht. Daarenboven zijn nog de strengste orders gegeven om elke on-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 1