VQDR DEJEUGD
Anekdoten.
Nieuwe Eaadsels.
m.
Goede oplossingen ontvangen van:
Een proef, die niet best uitviel!
Ik geloof, datje soms wel eens een
geheimpje moet oververtellen,
jij niet?
iïïi j iiüi j iiiii j iiiii j iiiii j iiiii j ii°(SIffri
IEIDSCH DAGB1AD
Ingez. door: „Mos".
Oom (tot Frits, die een zusje gekregen
heeft)
„Zeg Frits kan zus al loopan?"
Frite: „Loopen nog niet oom, maar de
beenen heeft ze toch al1"
Ingez. door: Maria Blom.
Kinderopmerking.
„Nou weet ik, waarom de bloempjes
groeien," zei kleine Mies, toen ze haar moe-
de^n dern tuin bezig zag, „ze willen weg uit
die vuile aarde."
Inge®. door: „Sylvia".
Vader: „Hoe dikwijls heb ik je al gezegd,
dat je niet met een volleto mond mag pra
ten, Kees?"
Kees: „Hè Pa I en oom Piet doet 't ook."
Vader: „Oom Piet, oom Piet.... dat 7s
iwat andere. Die praat door zijn neus."
Ingez. door: „Zwaantje."
Luitenant tot recruut, die den mond wijd
open beeft.
„Wat deedt ge vroeger?"
was bij de post", luitenant.
„Zoo doe dan je brievenbus dicht."
Ingez. door: Levina Veggel.
Een leukerd.
Bij het schijfschieten krijgt een soldaat
e standje van zijn officier, dat hij tel
kens misschiet.
„Wat bon je in je dageÜjksoK leven?"
vraagt de luitenant.
„Kleermaker, luitenant" antwoordt de sol
daat.
„Dan moet je tocfo goede oogen hebben
om je draad door het oog va/n j© naald te
kimmen steken."
„Jawel luitenant, maar dan hou ik mijn
drfead geen driehonderd meter van mijn
naald af."
Ingez. door: „Foksia".
L
Neem uit eiken zan een woord, zoodat ge
een spreekwoord krijgt.
Ik doe altijd, wat men mij zegt.
Ik heb u wel meer goeden.
Wanneer zult gij terugkomen en mij be-
«oeken?
Wat zie ik daar?
Wij rijn nog niet klaar met eten.
Hij verliet het huis en ging den hoek der
«traat om.
Beginletter is D.
fagez. door: „Aboekhïva".
II.
Mijn geheel bestaat uit 11 letters.
Een vogel bouwt een 4, 6, 6, 7.
Als men geld op de spaarbank brengt,
krijgt men 8, 5, 3, 7 5.
Een jongen is de 1, 2, 2, 4 van zijn vader.
Een 9, 10, 11 leeft in het water.,
In een 6, 7, 9, 11 vertoeft het vee.
10, 6 vindt men aan eBcen wagen.
Mijn geheel bestaat uit 10 lettors en is een
nuttige uitvinding.
8, 3, 4, 5 is oen lichaamsdeel.
1, 9, 6 is een heerlijke vrucht.
f, 9,' io vindt ge in de gevangenis.
2, 3, 4, 6, 9, 10 draagt iedere soldaat.
9, 10 is een lengtemaat.
Goede oplossingen ontvangen van
Pietertje en Hendrik Dijkman ,,Do
jonge tvpo" „Madeliefje" „Mos"
Jacques de Graaff „Sylvia" Laurens
en Arie Segar.r „De tamboer" „Riet
vinkje" „Zonnestraaltje" J. en Lucas
Kicuwenburg „Onderofficier" ,,Het
klei ne potti hakstertjo" Betsy Akkerman
Abraham Peiger Abram van Kossem
Annie Schneider Hendrik Hijmans „De
twee Leideuaars' Johannes Bleijie
..Hercules' „Bloemenvriendje" „Piet
en Wilhelmina" „Friezinnetje" Alar-
dus Jansen Jansje en Gerrit van Weer-
lee Henri en Levina van Veggel An
ton v. Wijk Hendrik van Weizen W.
Lefeber „Sijsje" „Bouquetje"
„Vlindertje" „Rood© roos" „Gouden
regen" „Foksia" „Diana" ,»De
kleine koetsier" Janna van Weizen
Marie Blom „Corry" Adrianus Sohou-
ten Bartholomeus en Hendrik Keyzer
„Duizendguldenkruid" „Aboekhiva"
Ad toon Golden berg J. v. d. Ham
„Kleine Mien" „Klein©.Franschman"
Jaantje Stafleu „Geranium" „Zonne
bloem" „Dolly" Hermanus en Su
sanna Zaalberg „Pareltje" Johannes
en Jacobus Guley „Melkmeisje" Ma
rie Botermans „De Astronoom" Bet-
si e Righart van Gelder „Schildert'je"
Anna Mieremet Haartje en Anna Bonte
W. Bonte Alida en Kobus Offerman
Karei en Martha Offerman G. v. Pola-
nen Alida en Koos Pison Mi es je Herfst
„Old Snatterhand" Jacob Lankhorst
„Appelboom" „Pinksterbloem" G.
Horrée Jaoob Immink Dirk Bergman
„Ilse" Regina van Leeuwen
„Zwaantje" W. Planjé M. C. v. Evert
„De jonge Batavier" Annie Waltere
Jacobus van Leeuwen 0. L. Janeeen
Jacoba Plu Jaantje de Graaf Metje
Gans „Vergeetnmij-nietje" „Tulpje"
„Juliana" „Dragonder" „De jong©
luitenant" E. Oudshoorn. te Leiden.
Klaas en Leendert Kranenburg M&ri-
nus Baars te Leiderdorp.
Klaas Hulsbos te Lis se.
Joh en Oathcrina Oudwater 0. Knyff
Hendrika en Aaltje v. d. Mey te R ij n s-
burg.
Nelly en Oornelis Honig, teVooreoho
ten.
Maria van der Loo, te Wassenaar.
Josefina en Bertba de Groot, te War
mond.
Bertha Elfert en Cornelia v. d. Blom
Flora en Willy Parlevliet Wim de Jong,
te Zoeterwoude.
Prijzen vielen ton deel aan
L. Nieuwenburg „De jonge luitenant",
beiden te Leiden.
Maria van der Loo, te Wassenaar.
Correspondentie.
„Pottebaketertje." Je courantje zal je
ook in de vacantia ontvangen, meisje, al
leen de raadsels blijven dan aohterwege. Ik
kan me beet vooretellen, dat je naar de va-
oantie verlangt, want met die warme dagen
is het heusoh niet alles op school, noch voor
de onderwijzers, noch voor de leerlingen
In Amerika hebben de "kinderen drie
maanden zomervacantae, maar daar is 't ook
veel warmer dan hier!
„Zonnestraaltje". Welk een heerlijk voor
uitricht voor jullie om z>es weken naar Kat
wijk te gaanBen je ook van plan om te ba
den in zee? Wil je er in 't vervolg aan don
ken om je briefjes zoowel met je waren
naam als met je schuilnaam te onderfceeke-
nen
„Mos". Gefeliciteerd met je bevordering,
meisje. Prettig voor je, dat je nu naar de
vierde klasse gaat! Als je van de opgege
ven raadsels cr eens een niet weet, dan mag
je daarom toch de overige oplossingen wel
inzenden.
„Géraniura." Als je raadsels voor plaat
sing geschikt zijn, dan zullen ze wel aan do
beurt komen, meisje, doch lang niet alles
wat de kinderen mij toezenden, kan er voor
in aanmerking komen.
„Aboekhiva." Ik kan me wel voorstel
len, dat het prettig is, je bijdragen ge
plaatst to zien, want dat moedigt nog eens
aan.
B. Keyzer. Het is wel toevallig, dat je
juist het boek ontving, waar je zoozeer naar
verlangdet. Wat hebben jullie een mooi
uitstapje gemaakt! Vooral het boottoch
tje op de Maas en het bezoek aan de „In-
sulinde" zal je dunkt me wel bevallen zijn.
„Corry." Het postpapier, dat je met je
verjaardag van Agnes gekregen hebt, vind
ik hóél aardig.
Wim de Jong, te Zoeterwoude. Met ge
noegen vernam ik je groote ingenomenheid
met je gewonnen boekwerk. De inhoud van
het boek zal je stellig wol bevallen, want
het is inderdaad een heel mooi werk. Waar
ben je naar toe geweest?
A. Peiger. Neen vriendje, je verzuim
neem ik je niet kwalijk; ik begrijp wel dat,
je er met zulke treurige omstandigheden
niet toe kwam mij te schrijven of raadsels
in te zenden.
Betsy Akkerman. Ik feliciteer je wel,
meisje. Prettig voor je, dat je bevorderd
werd! Dat je het nu veel drukker krijgt,'
verwondert me niet; want al naar mate de,
kinderen ouder worden, wordt er natuurlijk
meer van hen gevorderd, dat gaat zoo ons
heele leven door.
Sdentje en Mina ter Steege. Zóo dik
wijls jullie brief j es mij er aanleiding toe ge
ven, zal ik stellig een babbeltje met je hou
den, meisje©.
Bertha Elfert. Zeker meisje, de residentie
is een mooie stad, met heel veel beziens-
waadigheden. Ben je daar nog nooit ge
weest? Van Leiden uit, is 't toch zoo ver
mot, dunkt me. (Prettig voor jullie, dat je
onderwijzeres nu weer terug ia.
Cornelia v. d. Blom. Hoe kwam de man,
er toe om je een prentenboek te geven?
Was dat zoo maar een vriendelijkheid, oh
was het in verband met een prijs 1
„Vergeet-mij-nietje." Als het muschje,
groot genoeg is om weg te vliegen, dan moet!
je het diertje de vrijheid geven, meisjelief,;
muschje® rijn nu eenmaal geen kooivogels-
Co melis Honing. Je dank zal ik den
heer Uitgever overbrengen.
EL Witteman. Het spijt me dat je me
biet eerder geschreven hebt, dat je naar In-;
die vertrekt, want dan had ik je verzocht'
een pakje mee te nemen voor mijn dochter.
Naar welke plaats gaan jullie? Als ik niets
meer van je hoor, wemsoh ik je een voorepóc-
dige reis.
„De jonge Bataven." Ik kan me wel;
voorstellen, dat jo er niet aan gedacht hebti
in te zenden. Het verwondert me niet, dat'
je je best geamuseerd hebt bij de voorstel
ling in den circus.
Regina v. Leeuwen. Vriendelijk dank
voor de mooie prentkaart.
Moj. M. Z. De Verkade's plaatjes heb ik
in dank ontvangen. Met genoegen vernam
ik, dat Uweer wat boter maakt. Nu maar
oppassen voor kouvatten enz.,
„Old Shatterhand." Ik vind wèl, dat
je aJ veel sluitzegels hebt. Plak je ze in een
album of bewaar je ze zoo maar?
„De Astronoom". Waarsohijnlijk waren
je raadsels nog nicit aan de beurt om ge
plaatst te worden en zal dat nu wel n& de
vacantio worden; want nè, dezen keer wor
den er geen meer geplaatst.
„Melkmeisje.". Je ouders hebben wèl
gelijk, dat ze je nog een jaartje op school
laten blijven want je bent inderdaad nog
jong genoeg en wat je leert, komt je allicht
later te pas, meisje. Je moet daarom maar
goed profiteeren. van do gelegenheid welk©
je geboden wordt.
„Pareltje". Hartelijk geluk gewenscht
met je veertienden verjaardag. Heb je veel
mooie cadeaux gekregen? Vriendelijke
grootje©.
MARIE VAN AM8TEL.
No. 166S9.
-„Wat is 't toch vervelend, om voortdu
rend iets te moeten doen, waar je geen lust
in hebt," bromde de twaalfjarige Richard,
toen zijn moeder hem had gevraagd, om de
salade te wieden.
„Denk je heusoh, dat je de eenige bent,
die er zoo over denkt," vroeg moeder.
„In ieder geval zou lk niets weten te be-
denken, waarin ik zoo'n tegenzin heb; ik zou
wel eens oen heele week achtereen mijn eigén
zin willen doen."
;,Heel goed vent!" antwoordde moeder nu
weer. „Als je me alleen maair de pret gunt, om
zelve ook precies te doen, waar ik lust
in heb."
„Ik geloof, dat U toch altijd uw eigen
zin doet?" vroeg Richard weifelend.
Moeder glimlachte slechts eens en zei:
„Laten we er nu maar eens do proef van
nemen; dan zal je er wel heelemaal achter
kernen."
„0, ik vind 't heerlijk!" juiohte Richard.
ook, Moeder?"
„Zeker
„Dus dan mag ik nu gaan vissohön in
plaats van dat akelige wieden?"
„Je doet maar, waar je lust in hebtl"
antwoordde moeder overtuigend.
Weg was Riohard,
Maar ziet, zoodra was hij heengegaan, of
mevrouw Weiman sloot de naaimachine,
waarop ze bezig was, een zomerpak voor
haar zoontje te maken. Zij nam een pas-
uitgekomen boek, vlijde zich op de sofa en
deed, of zij niets anders te verrichten had
dan lezen.
Nu miste zij deze week nét haar dienst
bode en toen nu Richard laat en hongerig
thuiskwam, vroeg hij: „Moeder, is 't eten
klaar? Ik hob een honger als een paard!"
„Welnecn, malle jongenIk had geen lust
in eten koken, 't Is zoo warm in de keuken
bij liet heete vuur. Maar we zullen maar
een paar boterham mem met melk nomen,
daar kan een mensch het best op uithouden."
Richard had geen ïeeht om iels te zeggen,
en 't was nu, dat hij zoo'n ergen honger
had; maar anders was brood en melk vol
strekt niet naar zijn smaak.
Van. moeheid en verveling zou hij dan maar
vroeg naar bed toe gaanmaar boven ge
komen riep hij, nu onwillekeurig tooh heel
boos:
„Moeder, mij'n bed is niet opgemaakt!"
„Ik had er geen lust in, kindMaar maak
jij hot op, zooals je het zelve verkiest en
ga d an slapen."
„Nu nog mooier!" dacht Richard. .Hij
maakte zijn bed echter op, zoo goed en
zoo kwaad als hij kon, maar makkelijk lag
hij niet!
Toen hij den volgehden morgen aan het
ontbijt kwam, vond hij weer niets dan brood
en melk.
„Hè, moeder, ik dacht, dat u de visoh
zoudt gebakken hebben, die ik gisteren
zelve ring. Er waren er zulke heerlijke bijl"
„Daar heb ik nooit lust in. Visoh schoen
maken, vind ik vreeselijk vies werk en ik
zelf houd niet genoeg van vdsch om, er dat
voor over te hebben."
Woensdag1 I Juli.
Richard zei niets meer, maar hij begon
nu*atooh te gevoelen, dat Het nog niet be
paald een hemel op aard is, als ieder maar
vrij is om geheel en al zijn eigen zin te
doen. Na het ontbijt nam Richard een van
zijn boeken ter hand in plaats van lete aan
den tuin te doen, wat moeder toch altijd
zoo graag had, zooals hij wel wist.
Moeder nam haar borduurwerk en liet ook
alle arbeid trusten.
Na een poos sloop hij de kamer uit, want
hij had geen lust meer in lezen en al even
min in iets anders 1
Een oogenblik later kwam hij echter in
opgewonden stemming binnen stuiven en riep:
„0, Aioeder, daar is Jan Marks met zijn
Vader, ze komen vragen of ik voor een dag
of drie mee mag om een reisje te doen
door Gelderland?"
;,Ik weet "niet, wat je zoudt aandoen, 'tls
te warm voor je wintergoedmet je versleten
huispak kan je ook niet uitgaan en je zomer
pak van verleden jaar heb ik weggegeven
omdat het je te klein was geworden."
„En mijn nieuwe pak dan? Dat was toch
zulk luchtig goed! Dat is net geschikt voor
zulke wandelingen 1"
„Ja, maar ik had geen lust om het af
te maken," zei mevrouw Weiman.
„Maar moeder, hoe moet ik nu zonder een
zomerpak:'1 op reds en dut is juist nog al zoo'n
buitenkansje!"
„En wat moet ik dan doen met. een moes
tuin vol onkruid, terwijl ik toch juist zoo
graag een tuin heb, die geh'etöl in orde is?"
Richard had wol lust om erg boos te wor
den, maar toen hij zijn moeder eens in de
schalksoh© oogen zag, barstte hij in Lachen
uit eai zed en kol nog:
„Ik znl mijn zin maar doen en de salade
gaan wieden l"
„Best, jongen, dan beloof ik jo ook, dat
je pak nog op tijd gereed zal zijn, om met
Jan Marks moe te kunnen gaan l"s
„Nu weet ik, waarom hot eer dn do wereld
zoo heel treurig uit zou zien, als ieder go.
heel vrij was, zijn eigen wil te doen."
Onder de eikeboomen in eten badplaats er
gens in Duitsohland was de badkapel aan
het spelen on alles was in den omtrek evon
vol en bezet. Do oppassers hadden maar werk
dat ze de kinderen van het podium afhielden;
vooral één klein blond ding, een meisje van
oen jaar of zeven was veel hardnekkiger
dan do rest en niet zoodra had de man met
het blauwe uniform haar den rug toege
keerd, of zij stond weer op verboden terrein.
Vlak bij do muziekkapel voerde zij toen
een alleen dans uit of dat zoo bij de muziek
uitvoering hoorde en de mensahen hadden
er feitelijk dol veel plrizier in, want het
was geen onaardig gezicht, zooals ze daar
als scheen vóórt to zweven'op de maat der
muziek.
A an oen der tafeltjes riep echter «on dame
in doodsangst tot haar man:
Anno 1914.
„Kijk eens, KareiIs dat ons Lotj®
niet Wat heeft die kleine Juffertje Eigen
wijs nu weer uitgehaald?"
Vader ging als de wind gevolg geven aan
die oproeping zijner vrouw. Inluaschen zat
er aan een d«ff buurtafeltjes een ander drie.
talook een ouderpaar, mot. hun dochtertje
van nagenoeg gelijken leeftijd en het kleinte
meisje fluisterde haar moeder toe:
„O, kijk u toch eens goed, Maatje! Is
dat niet liet kleine meisje, dat in de villa
daar naast woont en waarmee ik zoo graag'
eens wilde spelen? Lotje heet ze, dat hooide
ik net!'
Aiovrouw Karla keek eens goed en sprak:
„Ja, maar dio kleine meid wil wel wat
al te zoor oen haan tjo.de-voorste zijn. Dat
staat toch ook niet aardigi"
„Ja, maar ze is tocli wat aardig, vindt u
niet?" -I
Het spreekstertj© zelve was een eohuchter
kindje. Zie was altijd veel ziek geweest van
haar leventje, zoodat zo wel een beetje ver
troeteld en verwend mocht boeten, ofschoon
zo toch hooi gehoorzaam was
Daarom sprak vador nu ook dadelijk, toen
hij zijn kleintje haar wensch hoorde uiten
„Maar liefje, als jo nu zoo graag een©
«poolt met die kleine meid, waarom ga je
dan uit jo zelve niet eons naar haar too?"
AIaar Nanny kreeg een erge klour. Zooiets
leek haar veel te gewaagd 1
Na afloop van het concert ging vader niet
zijn Nanny ©ven naar de kraampjes, waar
allerlei aardigheden te koop geboden werden
en ihiter kooht hij zijn meisje een hartje uit
ropekwartsseten dat om oen zilveren ket
tinkje om haar halsje gedaan werd.
„Hebt u wel gezien, hoe ze naar mijn
hartje koek, moeder?" vroeg Nanny verrukt.
Bride families bewoonden villa's naast
elkaar. Nanny had Lotte altijd beschouwd
mot verlangende blikken. Vandaag was zo
ook woar in haar tuin .aan het spelen, toen
zo opeens hoorde roepen
„Zeg, klein meisje, kan je mé dien bal
niet eens even geven, dio over don muur
gevallen is."
„0, daar op hot grasveld. Ik zie 'm al!"
juiohte Nanny.
„Alag ik oven bij jo komen?" luidde het
nu weer. Nanny knikte gelukzalig. Zoo kwam
dus do kennismaking hooi makkelijk en
natuurlijk uit richzélve tot stand.
Toon Lotto van Nanny vertelde, sprak haar
Aloodor:
„Ja, met dat kleine meisje kan je heeJ
best spelenDaar zal jo veel goéds van
loeren. Zo is allerliefst inschikkelijk en kan
zoo alleraardigst met. die oude, doove den
non, hier dichtbij spreken."
Lotto trok ©en lipje en zei nog slechts:
„Och, die Nanny ziet er zoo echt klein-
steeds uit
„Zoo?" vroeg Vadctr. „Dacht je housch,
dat do monschen je daarna beoordeelden
Maar nu gauw me© naar hot station. Dt
jongens konion immers
Met de jongens worden de beide broertjes
van Nanny bedoeld, die op kostschool waren.
Op don terugweg kwamen ze not Nanny's
ouders tegen, en doordat ze olkaar den weg
vroegen, kwamen bride familie® nu met elkaar
in kennis.
h
o
*-!■' dL» i sJL««JL««JL» i «JL*»JL» i JL« i i I iL' «L* i tUïtljJL* t ri*