Vragen en Antwoorden. FEUILLETON. Een Geheimzinnige Verdwijning. Russische eieren. Men meiAt ons uit RotterdamHet vervoer van Russische eieren naar Duitschland, via de haven Rotterdam, is in vollen gang. Dage lijks worden groote hoeveelheden per spoor verzonden. Een uit St.-Petersburg aangeko men stoomschip loste gisteren 4600 kisten met een inhoud van circa 6i millioen eieren, len bewijze, dat naast een doelmatige ver pakking do verzendingen van dat tecre artikel met zorg worden uitgevoerd, moge dienen, dat bij aankomst ter bestemming •lechts zelden breukschade wordt geconsta teerd Hetge schil tussch en d e w e rk- lieden aan de fabriek van cis heeren Gon- nermaii Co. to Haarlem, is in handen ge steld van de patroonsorganisatie in de me taalbedrijven. Intu-sschen heeft het personeel een coneept-fabricksreglement en een con- cepUziekenfondsreglement ontworpen. In het eerst komt voor vrijaf op de algenreene erkeDdo Christelijke feestdagen, loonsver- hooging met Het. per uur, afschaffing van <Le boete, en in het ziekenreglement uitbe ltaling van 13 weken ziekengeld, onmiddellij ke uitbetaling, nadat de gezel 2 dagen zal zijn ziek geweest en ook uitbetaling van die 2 dagen en betaling van de premie door pa troons en gezellen gelijdelijk. Onder politiegeleide i ij n een twintig woonwagens met' zigeuners to Gorkum aangekomen. Zij kampeeren voor- loopig buiten de Kanselpoort aldaar. Te Frankfort am Main is in het gezin van den arbeider Volk een ern stig geval van worstvergiftiging voorgeko men. Twee knaapjes van zeven en negen jaar, die van de vergiftigde worst gegeten hadden, zijn reeds gestorven. Do toestand van de moeder en haar vier-jarig dochtertje is hopeloos. Bij het hevige onweer in En geland zijn eenige menscken, die onder hoo rnen schuilden, door den bliksem getroffen. Zoo werden drie kinderen gedood onder een boom in Bolingbroke-road. Een man, die in de nabijheid van deze kinderen stond, werd wel getroffen en tegen den boom geslingerd, maar bracht er het leven af. Woensdagavond ging de 2 4- jarige Jansje 11., te Kockengen, zich be kwamen in het fietsrijden zij was verge zeld van een jonger broertje. Plotseling schijnt zij haar stuur te zijn kwijtgeraakt en reed zij in de vrij breede, doch ondiepe sloot, die langs den stillen weg loopt. Nie mand was evenwel in de nabijheid om haar te redden. Toen men haar na een kwartier vond, kon de geneesheer slechts den dood constateeren. TeNederweertzijn ongeveer CO hectaren dennenbosch, aan verschillende eigenaren toebehoorend, door onbekende oorzaak afgebrand. Vlak bij het station Reading acijn twéé,treinen met elkaar in botsing ge komen. Een pleiziertrem, vol menschen op weg naar de wedrennen van Ascotv was juist van "het station vertrokken, toen een sneltrein met 60 K.M. vaart aan kwam ge reden. De pleziertrein remde en de bot sing bepaalde zich bij een wissel tot de twee locomotieven. Die van den plezier trein kantelde dadelijk en scheurde de wa gens van den sneltrein aan een kant open. Een eind verder viel ook de andere loco motief om. Machinist en stoker kwamen onder de machine, die haar stoom over hen uitblies. De machinist is in het hospitaal bezweken, de stoker is zwaar gewond. Een reizigster brak de beide beenen en ver scheiden anderen in den sneltrein kregen letsel. De reizigers van den pleziertrein bleven ongedeerd. Het is een wonder, dat •r niet veel erger dingen zijn gebeurd. Men schrijft het behoud van de reizigers in den sneltrein toe aan de stevigheid van de wa gens, die, ondanks de zware averij, betrek kelijk heel bleven. Vermoedelijk is de ple ziertrein door een onveilig sein gereden. De machinist eu stoker kwamen er goed af. De stoker was trouwens vóór de botsing van de maqhine gesprongen. IN DE BRIEVENBUS moet men nooit brieven werpen, waarvan de inhoud bestemd is voor het nummer van denzelfden avond. Men geve die af aan het loket. BINNENLAND. II. M. de Koningin heeft aan het zie kenfonds van de arbeiders der firma H. P. Gelderman en Zonen, to Oldenzaal, f 300 geschonken. Dc Kon. Nat. Bond v. Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken heeft in de Raadzaal te 's-Hertogenbosch zijn jaarlijk- sche algemeene vergadering gehouden, on der voorzitterschap \an Prins Hendrik. Z. K. H. werd 's avonds door het bestuur der sociëteit „Casiïo" ontvangen. Z. K. H. woonde tot halfnegen het avondfeest bij in den schitterend geillumineerden tuin. Om 8 uur 42 min. vertrok de Prins naar Het Loo. Het comité, dat zich "gevormd had om op 't- graf van willen ds. Postma te Voorburg een monument te plaatsen, heeft dat aan de familie van den overledene overgedragen. De plechtigheid had onder groote belang stelling plaats. D. baron Mackay, 'burge meester der gemeente, sprak een toepasse lijk woord, waarna ds. Talma, \an Vlissin- gen, met- het uitspreken van een gebed de indrukwekkeude plechtigheid besloot. De gedelegeerden ter Opiumconferen tie te 's-Gravenhage vertrokken hedenmid dag naar Haarlem, ten einde zich te vereeni gen aan het gastmaal, hun door den voor zitter der conferentie, den heer Cremer, op zijn landgoed „Duin- en Kruidbcrg" aange boden. Do leden der Haagsche soc.-dem. Raadsfractie zullen een adres aan Ged. Staten dezer provincie zenden met verzoek het besluit van den Haagschen gemeente raad inzake het toestaan der gelden voor de verbouwing van het gemeente-schoollo kaal aan de Laan ten behoeve der Handels school te vernietigen op grond, dat het- ge nomen is in een Raadsvergadering, waarin het wettelijk vcreischte ledental niet te genwoordig was. De nieuwbenoemde president van het Hooggerechtshof in Ncd.-Indie, mr. Neder- burgh, vertrekt in het laatst dezer maand, van Den Haag om zich 2 Juli te Genua naar ziju bestemming te embarkeeren. Te Bloernendaal is op 51-jarigen leef tijd overleden de heer VV. R. Utermöhlen, oud-ge-zagvoei'der van de Stoomvaart-Maat schappij Nederland''. Naar „Onze Courant" verneemt, zal ter gelegenheid van liet jubileum der uni versiteit te Groningen ook een eere-doc- toraat worden verleend aan den heer J. C. van Slee, emeritus-predikant tc Deventer, en aaD den lieer Berlage, architect te Am sterdam. In de te Amsterdam gehouden jaar- lijksche vergadering van den Bond „Vrede door Recht", onder voorzitterschap van mr. M. de Piilto, bleek uit het verslag van den eersten secretaris, den heer FT. van der Mandere over 19J3. dat het aantal leden op Januari 1914 ruim 4500 bedroeg. Thans is dit getal gestegen tot 5000.- Het aantal af- deelingen bedroeg aan het begin van dit jaar 34. thans steeg dit tot 43, Uit heft 'financieel verslag, uitgebracht door dr. S. Baart de la Faille, penningmees ter, bleek, dat het jaar 1913 sloot met een nadeelig saldo van f 1210.711. Tot afgevaardigde naar het Congres te Ween en werd o.. a. gekozen mcj. Th. A. van Eek, te Oegstgeest. De Bond heeft besloten te ijveren voor de oprichting van een congresgebouw te 's-Gravenhage. De Opiumconferentie heeft uitgespro ken, dat de internationale conventie in werking lean treden, niettegenstaande eeni ge Mogendheden de conventie nog niet heb ben geteekend. Naar ,,De Standaard" verneemt, heeft mevr. Van Duvl-Schwartze de opdracht ge kregen de portretten te schilderen van H. M. de Konincrin, Z. K. IJ. Prins Hen drik en H. K. H. Prinses Juliana. Deze portretten zijn bestemd om opgehangen te worden in het paleis Het Loo Het bestuur van de afdeeling Delft van den Bond van Ned. Gemeente-Werk lieden beeft in ren adres aan Ged. Staten verzocht, bij de Provinciale Staten voorstel len aanhangig te maken tot regeling van de rechtspositie van het personeel, in dienst der provincie Zuid Holland. Uit de 31ilitnirc Loopbaan van Wijlen Overste Thomson. Het „Eindhovensch Dagblad" publiceert van de hand van den oud-militair M. H., een episode uit het leven van luitenant-kolonel Thomson in At.jeh, waaraan wij het volgen de ontleenen „Het was bij den overval van Toekoe Oemar, in 1690. Reeds eenige uren lagen wij in de sawah plat op onzen buik in hinderlaag. Twee honderd meter voor ons was een kampong, die door den vijand versterkt was, zooale alleen Atjehers dat kunnen, en uit den kampong werd een geregeld vuur onder houden. Zoodra maar één der onzen zijn hoofd boven de sawah durfde uitsteken, vlo gen hem dc kogels langs het hoofd. Een aanval op dezen kampong was bijna niet te ondernemen, omdat, alvorens wij den kampong bereikten, zeker een groot aantal dor onzen zou zijn neergelegd. Niettegenstaande dit alles, wilde kapitein Dreibcr toch de bestorming wagen. Doch de bataljonscommandant, overste Soeters, wil de wel zijn toestemming geven, maar met alvorens de bergartillerie, welke bezig was één der heuvelen van den Goudberg te be^ klimmen, boven stelling had genomen, en door eenige goed gemikte projectielen de heeren daar in den kampong een toontje la ger had doen zingen. De muilezels, welke de zware stukken geschut moesten trekken of dragen, hadden echter hun dag niet of ze heulden met de Atjehers. Hoe het ook zij, het duurde te lang, en zeker naar den zin van onzen kapitein en zijn mannetjes. Luitenant Thomson, dien het niet inviel zich te dekken, liet zijn prachtvolle vecht- sabel in de zon schitteren. „Luitenant zal het nog lang duren 1" vroeg ik, „wij krij gen hier van dit liggen de Berri Berri". Maar gelukkig: overste Soeters had ein delijk kapitein Dreiber toestemming gege- Vep met zijn mannetjes den kampong te be stormen. Nog een kleine bespreking tus- 6chen de officieren en daar ging het voor waarts. Natuurlijk lieten dc Atjehers zich niet onbetuigd en een razend vuur werd op ons onderhouden, waardoor vélen der on zen buiten gevecht werden gesteld. Luitenant Thomson vooraan, en achter hem de hoornblazer Kareis. Alles wat voor ons kwam, werd neergeveld. Het was of er geen hinderpalen meer voor ons bestonden. Eindelijk, na een reuzen-inspanning, waren wij den kampong genaderd, nog een hooge borstwering en dan zóu binnen de strijd van man tegen man plaats hebben. Luitenant Thomson deed alle moeite om over de hooge versperring heen te komen, de hoornblazer, die dit zag, zou den luitenant even helpen, en gaf hem een duwtje in den rug. De luite nant kwam dus eigenlijk vóór dat hij er erg in had den kampong binnenvallen Wij waren den luitenant op den voet. ge volgd, en was dan ook spoedig de strijd be slecht. De kampong was genomen en binnen enkele oogenblikken woei de driekleur uit den top van den uia-st. Natuurlijk bleef de inneming van den kampong door één com pagnie niet onbeloond. Toen wij ons weer bij het bataljon voégtlen, werden wij door den overste toegesproken. Als ik mij niet vc-rgis, "was het bij dezen kampong dat luitenant Thomson, die het eerst in de ver sterking was,-de Militaire Willemsorde ver kreeg." UIT DE STAATSCOURANT. Bij Kon. besluit is op zijn verzoek niet in gang van 20 Juni aan A. G. Schepers eer vol ontslag verleend als notaris te Zelhem is aan den met ingang van 1 Augustus eervol ontslagen deürwaarder der directe belastingen J. Michielsen, te Rotterdam, toegekend de zilveren ecre-medaille ver bonden aan de Orde van Oranje-Nassau zijn voor den tijd van vijf jaren benoemd tot lid van het hoofdeómité der Verceni- ging „Het Nederlandsche Roode Kruis", de adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningiu M. B. Rost van Tonnin- gen, gep. luit.-generaal van het Ned Oost- Indische leger, en J. C. Verspyck Mijnssen, oud-luitenant-kolonel der inf., beiden te 's-Gravenhage is met ingang van 1 Juli 1914 aan den commies der posterijen lQte kl. N. Kluy- ver en aan den commies der posterijen en telegrafie 2de kl., mej. C. Hiemstra op. ver zoek, als zoodanig, eervol ontslag verleend. Vraag: Ik heb donkerblauw linoleum- zeil (mat), beste kwaliteit, dat, wanneer ik het met linoleumwas boen, allemaal vegen en vlekken vertoont. Nu was mijn vraag, of u ook een middeltje weet, om dit te voor komen OpnemeD met water bevalt nog het beste, doch dit is toch niet (ïe eisch voor zeil. Antwoord: Dat zal moeten liggen aan de was, aan het zeil, of wij durven het haast niet zeggen aan't boenen. De was móét goed uitgewreven worden anders komen er strepen. Probeert het eens met do was beter uit te wrijven, helpt dat niet dan moet u maar eens een stoffeerder raad plegen. Vraag: Met welke middelen kan men inktvlekken uit een bedsprei verwijderen Antwoord: Omdat hier geen gevaar is voor het wegbijten der kleur kan men een min of meer sterke, oplossing van zu ringzout in water gebruiken. Vraag: Zou u mij willen inlichten, op welken dag 1 September viel, in het jaar 1905. Antwoord: Op een Vrijdag. Vraag: Ik heb een schilderij, voorstel lende den Slag bij Waterloo, die nog ge heel ongeschonden is. Zou die nog waarde hebben daar het nu bijna honderd jaar ge leden is? Antwoord: AD het inderdaad een geschilderd doek (geen plaat of prent) is, zal zij altijd eenige waarde hc-hben. De waarde hangt echter van den schilder af. En bovendien, al. is het feit haast een eeuw geleden, daarom behoeft de schilderij nog niet zoo oud te zijn. U moet de schilderij maar eens aan een deskundige laten zien. Vraag: Ik heb een hond. Kan ik dien schriftelijk aangeven, zoo ja, hoe is het adres Antwoord: Ten kantore van den ge meente-ontvanger Stadhuis. Vraag: Zijn lancastergordijnen (wit), die vuil zijn, schoon te maken Ze zijn nog niet zoo oud en zijn geheel lichtbruin. A n t w oord: Gemakkelijk gaat dat niet maar toch kan het wel. Wij zouden u ech ter raden het te laten doen. Wanneer men er niet op ingericht is gaat het slecht. U dient- echter wel te ovenvegen of zij de kos ten waard zijri. Vraag: Hoe moet ik aan „geputeerde staten" schrijven, met welken titel moet ik ze aanspreken en hoe is het adres 1 Kan ik volstaan met een gewonen brief of moet ik op gezegeld papier schrijven? Antwoord: U bedoelt zeker Gedepu teerde Staten hè? Men schijnt in Katwijk tegenwoordig nog al belust te zijn op cor respondentie met dit. College. Aanspreken metEdele Groot Achtbare Heeren. Het adres is: Aan het College van Ged. Staten van Zuicl Holland, Den Haag. Of de brief gezegeld moet- zijn of niet hangt af van den inhoud. Wij zouden' het maar eegs met on gezegeld papier probeeren V raag: Kunt u of een uwer lezers mij ook raadgeven voor het verwijderen van een stroopvlek uit een lila jurk. Ik heb het al met benzine geprobeerd, maar dat hielp niets Antwoord: Eenvoudig uitwasschen met. een lauwwarm sopje met Sunlightzeep. Vraag: In de verslagen, uit de recht zaal kan men dikwijls lezen hoe pleiters met de meeste koelbloedigheid vrijspraak vragen voor moordenaars en dieven. Zou de zelfde pleiter ook zoo'n toon aanslaan wan neer een zijner kmilerep het slachtoffer was. goworden van een laaghartig individu? Waarom verschilt zoo dikwijls de eisch van een rechter bij de. uitspraak, is men bij den eisch dan in de war 1 Weet U ook of het systeem van dr. Allin- son voorschrijft gebakken oorwormen. Laatst vond ik er twee in ééri brood, dit zal toch niet- moeten dienen, om den eetlust op te wekken? Antwoord: Het lijkt ons toe dat u, thans toen 11 deze vragen neerschreef, pes« simistisch gestemd en critisch van aanlej waart. Wat uw eerste vraag betreft merken ve op, dat de verdediger, 't zij door den be\' klaagde zelf gekozen, of aan hem tcego voegd tot taak heeft voor de belangen vaitf zijn cliënt op fee komen tegenover den Off« van justitie, die als aanklager optreedt* Daarbij kan hij soms vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging op juridische gronden fouten in de dagvaarding enz. vragen. De strafmaat is een kwestie van appre ciatie. De rechters kunnen anders over hv^ misdrijf oordeelen dan de officier van justi tie en het- is vooral de taak van den verde diger* te trachten het oordeel der rechter» mild te stemmen. Uw derde vraag hoort tt te deponeeren bij uw broodbakker. Vraag: Tot hoelang is de oude nikkelen, stuiver nog in omloop en tot hoelang kun nee, ze worden ingeruild Antwoord: Bij Kon. besluit is be1 paald, dat de 5-cent-stlukken, geslagen over eenkomstig de wet van 31 December 1?MS (Staatsblad no. 376) buiten omloop wonf gesteld op 30 Juni 1914. Tot 1 Januaii 1915 zullen dc bedoelde» 5-cent-stukkcn aan de kantoren der betaal meesters en van de ontvangers der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen tot elk bedrag kunnen worden ingewisseld. Naar aanleiding van een door ons beant woorde vraag over het bekostigen van ge broken ruiten die stuk geworpen werden 01 hoewel de daders onbekend bleven, schrijft men ons Vergun mij naar aanleiding van het antwoord op de gestelde vraag, een kleine opmerking zulks ter vermijding van onaangename gevolgen, die door die beant woording tusschen verhuurder en huurder zouden kunnen ontstaan. Art. 1619 B.-W. zegt: „Geringe en dagelijlcsche reparation zijri voor rekening van den huurder. Bij gebreke, van overeenkomst worden als zoodanig aan gemerkt reparatiën aan winkelkasten, de sluiting der luiken of blinden, de binoen- slotcn de vensterglazen zoo binnen als bui tenshuis en al hetgeen verder door het plaatselijk gebruik daaronder begrepen wordt. „Niettemin komen die reparation ten lastd* van den verhuurder, indien zij door den vervallen toestand van het verhuuvdo of door overmacht zijn noodzakelijk gewor den." Nu is er in het ondcrwerpelijke geval m. i. wel degelijk sprake van overmacht en ko men in zoodanig geval die reparation we! degelijk ten laste van den verhuurder. Wij willen er alleen dit op aanmerken, dat in elk geval „overmacht" moet worden aangetoond en dat de huurder 0. i. niet zal kunnen volstaan met enkel te verklaren, dat de ruiten zijn ingeslagen of ingeworpen. Hij zal dit moeten bewijzen. Anders zou de huurder zich altijd kunnen vrijwaren, want wat is gemakkelijker dan te zeggen „ande ren hebben dc ruiten stuk gegooid." In het geval dat het stukslaan of gooien door derden wordt geconstateerd, zal in meeste gevallen ook de dader kunneu wor den aangewezen, die dazx aansprakelijk ge steld kan worden voor de schade. lierichten over Rijnlarivt\ boe/e.u, gedurende de week van 10—16 Juni 1914. 8taoil van oen boezem te Leiden. Idem te Oadevretenng Werking tier stoomgemalen Waferloozing langs natuurlijk, weg. Watei inlating Regenval in Mud 10 looi 11 Juni 12 Juni 13 Juni 14 Juni 15 Juin 10 Juni 62 61 69 55 55 56 56 em N.A.P. 59 6) 56 54 54 53 55 •m.-N.a.P. ^paarnéam n., Haltweg 9l/4 u,, Gouda u., Katvrijk u. Spaarndam u., Halfwe? u,, Gouda 5^ u„ Katwijk 55 a. L)oor de sluis te Gouda 63 i. 29'. li) Het was ten prachtige -morgen. Het meer tlmpelde zich in kleine golfjes, die glin- efciden in de zon. Een deur ging apen en Bylvia hoorde stemmen. Dus Paul ging toch rijden, alhoewel hij alleen was? Sylvia voelde iets als ergernis en onrechtmatigen toorn. Paul de Virieu en Polperro stond^i. nu raast elkaar. Opeens zag zij den hotelhou der met een schuldbewust gezicht den ;.n- der licfc briefje, dat zjj den vorigen avond had geschreven, overhandigen. Paul las liet, schoof het weer in de enveloppe en stak het in zijn vestjeszak. Hij zond de paarden niet weg, wat .Syl via had gehoopt, maar zij nog eenige v/oorden tot Polperro, die haastig naar binnen ging om iets te haleü, dat luj na eenige oogenbükken met een eerbiedige buiging aan Paul gaf. Het was een schrijfmap, cn Paul krab belde inderhaast eenige woorden op een kaartje en gaf dit aan Polperro Het vol gende oogenblik was hij de poort uitge reden. Sylvia verliet haar plaats bij het raam, maar zij was in geen stemming om weer naar bed te gaan. Zij voelde zich onrustig en gejaagd, en het speet haar, dat zij niet. was gaan rijden. Toen men haar eindelijk haar ontbijt bracht, lag het kaartje van Paul de Virieu OV-kel blad. „Mevrouw", (aldus luidde zijn met. pot lood geschreven briefje) „bet spijt mij zeer tc hooren, dat u niet wèl is. Ik hoop ech ter dezen morgen nc.g in de gelegenheid te zullen zijn u te spreken, want ik heb een boodschap voor u van mijn zuster. „Geloof mij, Mevrouw, uw zeer onder danige dienaar, Paul de Virieu". Zij ontmoetten elkaar in den tuin den tuin, dien zij zoo dikwijls geheel voor zich alleen hadden gehad, op hun korte, gelukkige morgens; en, gedreven door een instinctmatig verlangen naar eenzaamheid, richtten zij onwillekeurig hun schreden naar het kleine poortje, dat toegang gaf tot den moestuin. 't Was juist lien uren en de tuinlieden hielden voor een uurtje op met werken. Zij hadden hun rust wel verdiend, want hun werk begon 's zomers reeds bij zons opgang. Het was er dus stil en verlaten, toen Paul en Sylvia langs de smalle pa den en door de met zachte en zoete geu ren vervulde lucht naar het verste hoekje Van den moestuin wandelden. Zullen wij naar de oranjerie gaan'/ vroeg hij kortaf. Sylvia knikte, 't Waren de eerste woor den, die hij uitsprak na zijn vormelijk: „Goedenmorgen, mevrouw; ik hoop, dat ge u wat beter voelt". Hij ging op zij. om haar eerst het fraaie en goed geproportionneerde gebouw te ia- ten binnengaan, dat zulk een sierlijk over blijfsel was van achttien de-eeuwschen smaak De oranjerie was koel, geurig, stil, ver van het ijdele, wufte leven van Lao- -viilei Wilt u niet gaan zitten? vroeg hij langzaam. En toen, alsof hij las, Wat er in Sylvia omging: Het schijnt lang ge leden sinds wij voor het eerst samen in deze oranjerie waren, mevrouw En u mij zoo uitdrukkelijk roegfc Lacville te verlaten, zei zij. trachtende op luchtigen toon te spreken. Zij ging op de ronde steenen bank zit ten en, juist zooals, op dien gedenkwaar- digen morgen, toen zij nog vreemden voor elkaar waren, nam hij nu ook op het an dere uiteinde van de bank plaats. Dus, zei hij, baar recht in de oogen ziende, u ziet, dat ik toch ben terug gekomen. Svlvia bleef het antwoord schuldig. Ik had dat niet moeten doen. 't Was zwak van mij. Hij zag haar niet aan, ter wijl hij sprak, maar teekende met 2ijn wandelstok allerlei denkbeeldige figuren op den steenen vloer Ik ben teruggekomen, vervolgde hij op bitteren toon, omdat ik niet langer zoo ver weg kon blijven van u. Sylvia bleef nog steeds zwijgen. Gelooft u dat niet? vroeg hij bijna ruw. Toen sloeg Sylvia eindelijk de oogen »,p eri zei Ik geloof, dat ge 11 verbeeldt, dat dit zoo is, zei zij. Maar 't staat, bij mij vast, dat ik niet het eenige ben in Lacville, wat u weer hierheen h' eft gelokt. En toch bent u hetu alleen I riep hij uit, en hij sprong op en ging voor haar staan. De Hemel weet het, dat ik u niet wil misleiden. Als ik hier niet was teruggeko? men,_zqu ik, na verloop van eenigen tijd niet dadelijk, mevrouw ergeü9 anders heen zijn gegaan, om mij weer over te geven aan het eenige, wat. \oor mij aan het leven waarde gaf. Maar om uom u alleenben ik naar Lacville terugge keerd. Waarom bent u dan regelrecht naar het Casino gegaan vroeg zij met onvaste stem. En waaromwaarom hebt u zoo vreeselijk veel geld ingezet? Hij haalde de schouders op. Omdat ik een dwaas ben, antwoord de hij op bitteren toon.. Een dwaas. Ik moest immers blij zijn. als ik u en dien voortreffelijken mijnheer Chester 6amen zie.. daar ik toch uw vriend ben hij wachtte eenige seconden en vervolgde Als uw vriend moest ik er mij in verheu gen, dat u zoo'n uitstekend mensch tót echtgenoot krijgt. Ook Sylvia stond nu op. U vergist u ten eencnmale, zei zij op ijskouden toon. Ik zal nooit met mijnheer Chester trouwen. 't Spijt me dit te hooren, zei Paul ernstig. Een vrouw moest niet altijd alleen blijven, vooral niet als zij jong cn mooi isen als zij geld heeft. Sylvia schudde het hoofd. Zij was boos; nooit was zij zoo boos. zoo gegriefd geweest. En zij zei tot zichzelf, dat de graaf De Virieu afsloeg wat hem niet was aangeboden. U is heel vriendelijk, antwoordde zij luchtig. Maar ik heb tot nu toe mijn weg uitstekend gevonden en zal dien in het vervolg dus ook wel vinden. U hoeft u daar heusch geen zorg over te maken, mijnheer De Virieu. Mijnheer Chester en ik begrijpen elkaajr volkomen.».., Zij wacht te eenige oogenblikken en vervolgde t» Ik wou, dat ik u ook begreep Ik wou, dat ik mijzelf begreep, zei hij somber. Maar er is toch iets, waar-; toe ik mijzelf niet in staat acht. Wat ik ook voor een vrouw moest voelen, ja, hoe zeer ik haar ook moest liefhebben, ik zou nooit trachten haar over te halen mijn vrouw te worden. Tot zoo'n schandelijke daad acht ik mijzelf niet in staat. Ik weet maar al te goed, dat ik haar zou bloot*1 stellen aan ellende, aan schande zelfs Als een man zichzelf te gronde wil doen gaan, moet hij het zelf weten. Maar hij heeft niet het recht een vrouw mee t© sleepen in zijn val. Zijn stem was tot een heeschen fluister toon gedaald. En hij keek met angstig- vragfcücfëhr^pijnlijk-smeekenden blik naai; Sylvia's- bleek gelaat. Ik geloof, dat dit volkomen waar is, Sylvitf-'hoorde zichzelf op zachten, bedaar den toon de woorden uitspreken, die zoo veel en tevens zoo weinig beteekenden voon hen beiden. 't Is jammer, dat niet alle mannen in dat opzicht zoo denken, besloot zij werktuiglijk. Ik was er zeker van, dat u het met mij eens zou zijn, zei hij langzaam. Moeten wij niet naar binnen gaant Ik verwacht mijnheer Chester op de koffie en het is nog wel boel vroeg, maar hij is in den laatsten tijd in de gewoonte geraakt om vroeg te komen. Nu deden haar woorden hem op zijn beurt pijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 6