Vragen en Antwoorden.
FEUILLETON.
Een Geheimzinnige Verdwijning.
Russische eieren. Men
meiAt ons uit RotterdamHet vervoer van
Russische eieren naar Duitschland, via de
haven Rotterdam, is in vollen gang. Dage
lijks worden groote hoeveelheden per spoor
verzonden. Een uit St.-Petersburg aangeko
men stoomschip loste gisteren 4600 kisten
met een inhoud van circa 6i millioen eieren,
len bewijze, dat naast een doelmatige ver
pakking do verzendingen van dat tecre
artikel met zorg worden uitgevoerd, moge
dienen, dat bij aankomst ter bestemming
•lechts zelden breukschade wordt geconsta
teerd
Hetge schil tussch en d e w e rk-
lieden aan de fabriek van cis heeren Gon-
nermaii Co. to Haarlem, is in handen ge
steld van de patroonsorganisatie in de me
taalbedrijven. Intu-sschen heeft het personeel
een coneept-fabricksreglement en een con-
cepUziekenfondsreglement ontworpen. In
het eerst komt voor vrijaf op de algenreene
erkeDdo Christelijke feestdagen, loonsver-
hooging met Het. per uur, afschaffing van
<Le boete, en in het ziekenreglement uitbe
ltaling van 13 weken ziekengeld, onmiddellij
ke uitbetaling, nadat de gezel 2 dagen zal
zijn ziek geweest en ook uitbetaling van die 2
dagen en betaling van de premie door pa
troons en gezellen gelijdelijk.
Onder politiegeleide i ij n
een twintig woonwagens met' zigeuners to
Gorkum aangekomen. Zij kampeeren voor-
loopig buiten de Kanselpoort aldaar.
Te Frankfort am Main is in
het gezin van den arbeider Volk een ern
stig geval van worstvergiftiging voorgeko
men. Twee knaapjes van zeven en negen
jaar, die van de vergiftigde worst gegeten
hadden, zijn reeds gestorven. Do toestand
van de moeder en haar vier-jarig dochtertje
is hopeloos.
Bij het hevige onweer in En
geland zijn eenige menscken, die onder hoo
rnen schuilden, door den bliksem getroffen.
Zoo werden drie kinderen gedood onder een
boom in Bolingbroke-road. Een man, die
in de nabijheid van deze kinderen stond,
werd wel getroffen en tegen den boom
geslingerd, maar bracht er het leven af.
Woensdagavond ging de 2 4-
jarige Jansje 11., te Kockengen, zich be
kwamen in het fietsrijden zij was verge
zeld van een jonger broertje. Plotseling
schijnt zij haar stuur te zijn kwijtgeraakt
en reed zij in de vrij breede, doch ondiepe
sloot, die langs den stillen weg loopt. Nie
mand was evenwel in de nabijheid om haar
te redden. Toen men haar na een kwartier
vond, kon de geneesheer slechts den dood
constateeren.
TeNederweertzijn ongeveer
CO hectaren dennenbosch, aan verschillende
eigenaren toebehoorend, door onbekende
oorzaak afgebrand.
Vlak bij het station Reading
acijn twéé,treinen met elkaar in botsing ge
komen. Een pleiziertrem, vol menschen op
weg naar de wedrennen van Ascotv was
juist van "het station vertrokken, toen een
sneltrein met 60 K.M. vaart aan kwam ge
reden. De pleziertrein remde en de bot
sing bepaalde zich bij een wissel tot de
twee locomotieven. Die van den plezier
trein kantelde dadelijk en scheurde de wa
gens van den sneltrein aan een kant open.
Een eind verder viel ook de andere loco
motief om. Machinist en stoker kwamen
onder de machine, die haar stoom over hen
uitblies. De machinist is in het hospitaal
bezweken, de stoker is zwaar gewond. Een
reizigster brak de beide beenen en ver
scheiden anderen in den sneltrein kregen
letsel. De reizigers van den pleziertrein
bleven ongedeerd. Het is een wonder, dat
•r niet veel erger dingen zijn gebeurd. Men
schrijft het behoud van de reizigers in den
sneltrein toe aan de stevigheid van de wa
gens, die, ondanks de zware averij, betrek
kelijk heel bleven. Vermoedelijk is de ple
ziertrein door een onveilig sein gereden.
De machinist eu stoker kwamen er goed af.
De stoker was trouwens vóór de botsing
van de maqhine gesprongen.
IN DE BRIEVENBUS
moet men nooit brieven werpen, waarvan
de inhoud bestemd is voor het nummer
van denzelfden avond.
Men geve die af aan het loket.
BINNENLAND.
II. M. de Koningin heeft aan het zie
kenfonds van de arbeiders der firma H. P.
Gelderman en Zonen, to Oldenzaal, f 300
geschonken.
Dc Kon. Nat. Bond v. Reddingwezen en
Eerste Hulp bij Ongelukken heeft in de
Raadzaal te 's-Hertogenbosch zijn jaarlijk-
sche algemeene vergadering gehouden, on
der voorzitterschap \an Prins Hendrik.
Z. K. H. werd 's avonds door het bestuur
der sociëteit „Casiïo" ontvangen. Z. K. H.
woonde tot halfnegen het avondfeest bij in
den schitterend geillumineerden tuin.
Om 8 uur 42 min. vertrok de Prins naar
Het Loo.
Het comité, dat zich "gevormd had om
op 't- graf van willen ds. Postma te Voorburg
een monument te plaatsen, heeft dat aan de
familie van den overledene overgedragen.
De plechtigheid had onder groote belang
stelling plaats. D. baron Mackay, 'burge
meester der gemeente, sprak een toepasse
lijk woord, waarna ds. Talma, \an Vlissin-
gen, met- het uitspreken van een gebed de
indrukwekkeude plechtigheid besloot.
De gedelegeerden ter Opiumconferen
tie te 's-Gravenhage vertrokken hedenmid
dag naar Haarlem, ten einde zich te vereeni
gen aan het gastmaal, hun door den voor
zitter der conferentie, den heer Cremer, op
zijn landgoed „Duin- en Kruidbcrg" aange
boden.
Do leden der Haagsche soc.-dem.
Raadsfractie zullen een adres aan Ged.
Staten dezer provincie zenden met verzoek
het besluit van den Haagschen gemeente
raad inzake het toestaan der gelden voor
de verbouwing van het gemeente-schoollo
kaal aan de Laan ten behoeve der Handels
school te vernietigen op grond, dat het- ge
nomen is in een Raadsvergadering, waarin
het wettelijk vcreischte ledental niet te
genwoordig was.
De nieuwbenoemde president van het
Hooggerechtshof in Ncd.-Indie, mr. Neder-
burgh, vertrekt in het laatst dezer maand,
van Den Haag om zich 2 Juli te Genua naar
ziju bestemming te embarkeeren.
Te Bloernendaal is op 51-jarigen leef
tijd overleden de heer VV. R. Utermöhlen,
oud-ge-zagvoei'der van de Stoomvaart-Maat
schappij Nederland''.
Naar „Onze Courant" verneemt, zal
ter gelegenheid van liet jubileum der uni
versiteit te Groningen ook een eere-doc-
toraat worden verleend aan den heer J. C.
van Slee, emeritus-predikant tc Deventer,
en aaD den lieer Berlage, architect te Am
sterdam.
In de te Amsterdam gehouden jaar-
lijksche vergadering van den Bond „Vrede
door Recht", onder voorzitterschap van mr.
M. de Piilto, bleek uit het verslag van den
eersten secretaris, den heer FT. van der
Mandere over 19J3. dat het aantal leden op
Januari 1914 ruim 4500 bedroeg. Thans is
dit getal gestegen tot 5000.- Het aantal af-
deelingen bedroeg aan het begin van dit
jaar 34. thans steeg dit tot 43,
Uit heft 'financieel verslag, uitgebracht
door dr. S. Baart de la Faille, penningmees
ter, bleek, dat het jaar 1913 sloot met een
nadeelig saldo van f 1210.711.
Tot afgevaardigde naar het Congres te
Ween en werd o.. a. gekozen mcj. Th. A. van
Eek, te Oegstgeest.
De Bond heeft besloten te ijveren voor
de oprichting van een congresgebouw te
's-Gravenhage.
De Opiumconferentie heeft uitgespro
ken, dat de internationale conventie in
werking lean treden, niettegenstaande eeni
ge Mogendheden de conventie nog niet heb
ben geteekend.
Naar ,,De Standaard" verneemt, heeft
mevr. Van Duvl-Schwartze de opdracht ge
kregen de portretten te schilderen van
H. M. de Konincrin, Z. K. IJ. Prins Hen
drik en H. K. H. Prinses Juliana. Deze
portretten zijn bestemd om opgehangen te
worden in het paleis Het Loo
Het bestuur van de afdeeling Delft
van den Bond van Ned. Gemeente-Werk
lieden beeft in ren adres aan Ged. Staten
verzocht, bij de Provinciale Staten voorstel
len aanhangig te maken tot regeling van
de rechtspositie van het personeel, in dienst
der provincie Zuid Holland.
Uit de 31ilitnirc Loopbaan van Wijlen
Overste Thomson.
Het „Eindhovensch Dagblad" publiceert
van de hand van den oud-militair M. H., een
episode uit het leven van luitenant-kolonel
Thomson in At.jeh, waaraan wij het volgen
de ontleenen
„Het was bij den overval van Toekoe
Oemar, in 1690.
Reeds eenige uren lagen wij in de sawah
plat op onzen buik in hinderlaag. Twee
honderd meter voor ons was een kampong,
die door den vijand versterkt was, zooale
alleen Atjehers dat kunnen, en uit den
kampong werd een geregeld vuur onder
houden. Zoodra maar één der onzen zijn
hoofd boven de sawah durfde uitsteken, vlo
gen hem dc kogels langs het hoofd. Een
aanval op dezen kampong was bijna niet
te ondernemen, omdat, alvorens wij den
kampong bereikten, zeker een groot aantal
dor onzen zou zijn neergelegd.
Niettegenstaande dit alles, wilde kapitein
Dreibcr toch de bestorming wagen. Doch de
bataljonscommandant, overste Soeters, wil
de wel zijn toestemming geven, maar met
alvorens de bergartillerie, welke bezig was
één der heuvelen van den Goudberg te be^
klimmen, boven stelling had genomen, en
door eenige goed gemikte projectielen de
heeren daar in den kampong een toontje la
ger had doen zingen. De muilezels, welke de
zware stukken geschut moesten trekken of
dragen, hadden echter hun dag niet of ze
heulden met de Atjehers. Hoe het ook zij,
het duurde te lang, en zeker naar den zin
van onzen kapitein en zijn mannetjes.
Luitenant Thomson, dien het niet inviel
zich te dekken, liet zijn prachtvolle vecht-
sabel in de zon schitteren. „Luitenant zal
het nog lang duren 1" vroeg ik, „wij krij
gen hier van dit liggen de Berri Berri".
Maar gelukkig: overste Soeters had ein
delijk kapitein Dreiber toestemming gege-
Vep met zijn mannetjes den kampong te be
stormen. Nog een kleine bespreking tus-
6chen de officieren en daar ging het voor
waarts. Natuurlijk lieten dc Atjehers zich
niet onbetuigd en een razend vuur werd op
ons onderhouden, waardoor vélen der on
zen buiten gevecht werden gesteld.
Luitenant Thomson vooraan, en achter
hem de hoornblazer Kareis. Alles wat voor
ons kwam, werd neergeveld. Het was of er
geen hinderpalen meer voor ons bestonden.
Eindelijk, na een reuzen-inspanning, waren
wij den kampong genaderd, nog een hooge
borstwering en dan zóu binnen de strijd van
man tegen man plaats hebben. Luitenant
Thomson deed alle moeite om over de hooge
versperring heen te komen, de hoornblazer,
die dit zag, zou den luitenant even helpen,
en gaf hem een duwtje in den rug. De luite
nant kwam dus eigenlijk vóór dat hij er erg
in had den kampong binnenvallen
Wij waren den luitenant op den voet. ge
volgd, en was dan ook spoedig de strijd be
slecht. De kampong was genomen en binnen
enkele oogenblikken woei de driekleur uit
den top van den uia-st. Natuurlijk bleef de
inneming van den kampong door één com
pagnie niet onbeloond. Toen wij ons weer
bij het bataljon voégtlen, werden wij door
den overste toegesproken. Als ik mij niet
vc-rgis, "was het bij dezen kampong dat
luitenant Thomson, die het eerst in de ver
sterking was,-de Militaire Willemsorde ver
kreeg."
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit is op zijn verzoek niet in
gang van 20 Juni aan A. G. Schepers eer
vol ontslag verleend als notaris te Zelhem
is aan den met ingang van 1 Augustus
eervol ontslagen deürwaarder der directe
belastingen J. Michielsen, te Rotterdam,
toegekend de zilveren ecre-medaille ver
bonden aan de Orde van Oranje-Nassau
zijn voor den tijd van vijf jaren benoemd
tot lid van het hoofdeómité der Verceni-
ging „Het Nederlandsche Roode Kruis",
de adjudant in buitengewonen dienst van
H. M. de Koningiu M. B. Rost van Tonnin-
gen, gep. luit.-generaal van het Ned Oost-
Indische leger, en J. C. Verspyck Mijnssen,
oud-luitenant-kolonel der inf., beiden te
's-Gravenhage
is met ingang van 1 Juli 1914 aan den
commies der posterijen lQte kl. N. Kluy-
ver en aan den commies der posterijen en
telegrafie 2de kl., mej. C. Hiemstra op. ver
zoek, als zoodanig, eervol ontslag verleend.
Vraag: Ik heb donkerblauw linoleum-
zeil (mat), beste kwaliteit, dat, wanneer ik
het met linoleumwas boen, allemaal vegen
en vlekken vertoont. Nu was mijn vraag, of
u ook een middeltje weet, om dit te voor
komen OpnemeD met water bevalt nog het
beste, doch dit is toch niet (ïe eisch voor
zeil.
Antwoord: Dat zal moeten liggen aan
de was, aan het zeil, of wij durven het
haast niet zeggen aan't boenen. De
was móét goed uitgewreven worden anders
komen er strepen. Probeert het eens met
do was beter uit te wrijven, helpt dat niet
dan moet u maar eens een stoffeerder raad
plegen.
Vraag: Met welke middelen kan men
inktvlekken uit een bedsprei verwijderen
Antwoord: Omdat hier geen gevaar
is voor het wegbijten der kleur kan men
een min of meer sterke, oplossing van zu
ringzout in water gebruiken.
Vraag: Zou u mij willen inlichten, op
welken dag 1 September viel, in het jaar
1905.
Antwoord: Op een Vrijdag.
Vraag: Ik heb een schilderij, voorstel
lende den Slag bij Waterloo, die nog ge
heel ongeschonden is. Zou die nog waarde
hebben daar het nu bijna honderd jaar ge
leden is?
Antwoord: AD het inderdaad een
geschilderd doek (geen plaat of prent) is,
zal zij altijd eenige waarde hc-hben. De
waarde hangt echter van den schilder af.
En bovendien, al. is het feit haast een eeuw
geleden, daarom behoeft de schilderij nog
niet zoo oud te zijn. U moet de schilderij
maar eens aan een deskundige laten zien.
Vraag: Ik heb een hond. Kan ik dien
schriftelijk aangeven, zoo ja, hoe is het
adres
Antwoord: Ten kantore van den ge
meente-ontvanger Stadhuis.
Vraag: Zijn lancastergordijnen (wit),
die vuil zijn, schoon te maken Ze zijn nog
niet zoo oud en zijn geheel lichtbruin.
A n t w oord: Gemakkelijk gaat dat niet
maar toch kan het wel. Wij zouden u ech
ter raden het te laten doen. Wanneer men
er niet op ingericht is gaat het slecht. U
dient- echter wel te ovenvegen of zij de kos
ten waard zijri.
Vraag: Hoe moet ik aan „geputeerde
staten" schrijven, met welken titel moet ik
ze aanspreken en hoe is het adres 1 Kan ik
volstaan met een gewonen brief of moet ik
op gezegeld papier schrijven?
Antwoord: U bedoelt zeker Gedepu
teerde Staten hè? Men schijnt in Katwijk
tegenwoordig nog al belust te zijn op cor
respondentie met dit. College. Aanspreken
metEdele Groot Achtbare Heeren. Het
adres is: Aan het College van Ged. Staten
van Zuicl Holland, Den Haag. Of de brief
gezegeld moet- zijn of niet hangt af van den
inhoud. Wij zouden' het maar eegs met on
gezegeld papier probeeren
V raag: Kunt u of een uwer lezers mij
ook raadgeven voor het verwijderen van
een stroopvlek uit een lila jurk. Ik heb het
al met benzine geprobeerd, maar dat hielp
niets
Antwoord: Eenvoudig uitwasschen
met. een lauwwarm sopje met Sunlightzeep.
Vraag: In de verslagen, uit de recht
zaal kan men dikwijls lezen hoe pleiters
met de meeste koelbloedigheid vrijspraak
vragen voor moordenaars en dieven. Zou de
zelfde pleiter ook zoo'n toon aanslaan wan
neer een zijner kmilerep het slachtoffer was.
goworden van een laaghartig individu?
Waarom verschilt zoo dikwijls de eisch
van een rechter bij de. uitspraak, is men bij
den eisch dan in de war 1
Weet U ook of het systeem van dr. Allin-
son voorschrijft gebakken oorwormen.
Laatst vond ik er twee in ééri brood, dit
zal toch niet- moeten dienen, om den eetlust
op te wekken?
Antwoord: Het lijkt ons toe dat u,
thans toen 11 deze vragen neerschreef, pes«
simistisch gestemd en critisch van aanlej
waart.
Wat uw eerste vraag betreft merken ve
op, dat de verdediger, 't zij door den be\'
klaagde zelf gekozen, of aan hem tcego
voegd tot taak heeft voor de belangen vaitf
zijn cliënt op fee komen tegenover den Off«
van justitie, die als aanklager optreedt*
Daarbij kan hij soms vrijspraak of ontslag
van rechtsvervolging op juridische gronden
fouten in de dagvaarding enz. vragen.
De strafmaat is een kwestie van appre
ciatie. De rechters kunnen anders over hv^
misdrijf oordeelen dan de officier van justi
tie en het- is vooral de taak van den verde
diger* te trachten het oordeel der rechter»
mild te stemmen. Uw derde vraag hoort tt
te deponeeren bij uw broodbakker.
Vraag: Tot hoelang is de oude nikkelen,
stuiver nog in omloop en tot hoelang kun nee,
ze worden ingeruild
Antwoord: Bij Kon. besluit is be1
paald, dat de 5-cent-stlukken, geslagen over
eenkomstig de wet van 31 December 1?MS
(Staatsblad no. 376) buiten omloop wonf
gesteld op 30 Juni 1914.
Tot 1 Januaii 1915 zullen dc bedoelde»
5-cent-stukkcn aan de kantoren der betaal
meesters en van de ontvangers der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen tot
elk bedrag kunnen worden ingewisseld.
Naar aanleiding van een door ons beant
woorde vraag over het bekostigen van ge
broken ruiten die stuk geworpen werden 01
hoewel de daders onbekend bleven, schrijft
men ons
Vergun mij naar aanleiding van het
antwoord op de gestelde vraag, een
kleine opmerking zulks ter vermijding van
onaangename gevolgen, die door die beant
woording tusschen verhuurder en huurder
zouden kunnen ontstaan.
Art. 1619 B.-W. zegt:
„Geringe en dagelijlcsche reparation zijri
voor rekening van den huurder. Bij gebreke,
van overeenkomst worden als zoodanig aan
gemerkt reparatiën aan winkelkasten, de
sluiting der luiken of blinden, de binoen-
slotcn de vensterglazen zoo binnen als bui
tenshuis en al hetgeen verder door het
plaatselijk gebruik daaronder begrepen
wordt.
„Niettemin komen die reparation ten
lastd* van den verhuurder, indien zij door
den vervallen toestand van het verhuuvdo
of door overmacht zijn noodzakelijk gewor
den."
Nu is er in het ondcrwerpelijke geval m.
i. wel degelijk sprake van overmacht en ko
men in zoodanig geval die reparation we!
degelijk ten laste van den verhuurder.
Wij willen er alleen dit op aanmerken,
dat in elk geval „overmacht" moet worden
aangetoond en dat de huurder 0. i. niet zal
kunnen volstaan met enkel te verklaren,
dat de ruiten zijn ingeslagen of ingeworpen.
Hij zal dit moeten bewijzen. Anders zou de
huurder zich altijd kunnen vrijwaren, want
wat is gemakkelijker dan te zeggen „ande
ren hebben dc ruiten stuk gegooid."
In het geval dat het stukslaan of gooien
door derden wordt geconstateerd, zal in
meeste gevallen ook de dader kunneu wor
den aangewezen, die dazx aansprakelijk ge
steld kan worden voor de schade.
lierichten over Rijnlarivt\ boe/e.u,
gedurende de week van 10—16 Juni 1914.
8taoil van oen boezem te Leiden.
Idem te Oadevretenng
Werking tier stoomgemalen
Waferloozing langs natuurlijk, weg.
Watei inlating
Regenval in Mud
10 looi 11 Juni 12 Juni 13 Juni 14 Juni 15 Juin 10 Juni
62 61 69 55 55 56 56 em N.A.P.
59 6) 56 54 54 53 55 •m.-N.a.P.
^paarnéam n., Haltweg 9l/4 u,, Gouda u., Katvrijk u.
Spaarndam u., Halfwe? u,, Gouda 5^ u„ Katwijk 55 a.
L)oor de sluis te Gouda 63 i.
29'.
li)
Het was ten prachtige -morgen. Het meer
tlmpelde zich in kleine golfjes, die glin-
efciden in de zon. Een deur ging apen
en Bylvia hoorde stemmen. Dus Paul ging
toch rijden, alhoewel hij alleen was? Sylvia
voelde iets als ergernis en onrechtmatigen
toorn.
Paul de Virieu en Polperro stond^i. nu
raast elkaar. Opeens zag zij den hotelhou
der met een schuldbewust gezicht den ;.n-
der licfc briefje, dat zjj den vorigen avond
had geschreven, overhandigen. Paul las liet,
schoof het weer in de enveloppe en stak
het in zijn vestjeszak.
Hij zond de paarden niet weg, wat .Syl
via had gehoopt, maar zij nog eenige
v/oorden tot Polperro, die haastig naar
binnen ging om iets te haleü, dat luj na
eenige oogenbükken met een eerbiedige
buiging aan Paul gaf.
Het was een schrijfmap, cn Paul krab
belde inderhaast eenige woorden op een
kaartje en gaf dit aan Polperro Het vol
gende oogenblik was hij de poort uitge
reden.
Sylvia verliet haar plaats bij het raam,
maar zij was in geen stemming om weer
naar bed te gaan. Zij voelde zich onrustig
en gejaagd, en het speet haar, dat zij niet.
was gaan rijden.
Toen men haar eindelijk haar ontbijt
bracht, lag het kaartje van Paul de Virieu
OV-kel blad.
„Mevrouw", (aldus luidde zijn met. pot
lood geschreven briefje) „bet spijt mij zeer
tc hooren, dat u niet wèl is. Ik hoop ech
ter dezen morgen nc.g in de gelegenheid
te zullen zijn u te spreken, want ik heb
een boodschap voor u van mijn zuster.
„Geloof mij, Mevrouw, uw zeer onder
danige dienaar,
Paul de Virieu".
Zij ontmoetten elkaar in den tuin
den tuin, dien zij zoo dikwijls geheel voor
zich alleen hadden gehad, op hun korte,
gelukkige morgens; en, gedreven door een
instinctmatig verlangen naar eenzaamheid,
richtten zij onwillekeurig hun schreden
naar het kleine poortje, dat toegang gaf
tot den moestuin.
't Was juist lien uren en de tuinlieden
hielden voor een uurtje op met werken.
Zij hadden hun rust wel verdiend, want
hun werk begon 's zomers reeds bij zons
opgang. Het was er dus stil en verlaten,
toen Paul en Sylvia langs de smalle pa
den en door de met zachte en zoete geu
ren vervulde lucht naar het verste hoekje
Van den moestuin wandelden.
Zullen wij naar de oranjerie gaan'/
vroeg hij kortaf.
Sylvia knikte, 't Waren de eerste woor
den, die hij uitsprak na zijn vormelijk:
„Goedenmorgen, mevrouw; ik hoop, dat ge
u wat beter voelt".
Hij ging op zij. om haar eerst het fraaie
en goed geproportionneerde gebouw te ia-
ten binnengaan, dat zulk een sierlijk over
blijfsel was van achttien de-eeuwschen
smaak De oranjerie was koel, geurig, stil,
ver van het ijdele, wufte leven van Lao-
-viilei
Wilt u niet gaan zitten? vroeg hij
langzaam. En toen, alsof hij las, Wat er
in Sylvia omging: Het schijnt lang ge
leden sinds wij voor het eerst samen in
deze oranjerie waren, mevrouw
En u mij zoo uitdrukkelijk roegfc
Lacville te verlaten, zei zij. trachtende op
luchtigen toon te spreken.
Zij ging op de ronde steenen bank zit
ten en, juist zooals, op dien gedenkwaar-
digen morgen, toen zij nog vreemden voor
elkaar waren, nam hij nu ook op het an
dere uiteinde van de bank plaats.
Dus, zei hij, baar recht in de oogen
ziende, u ziet, dat ik toch ben terug
gekomen.
Svlvia bleef het antwoord schuldig.
Ik had dat niet moeten doen. 't Was
zwak van mij. Hij zag haar niet aan, ter
wijl hij sprak, maar teekende met 2ijn
wandelstok allerlei denkbeeldige figuren
op den steenen vloer
Ik ben teruggekomen, vervolgde hij
op bitteren toon, omdat ik niet langer
zoo ver weg kon blijven van u.
Sylvia bleef nog steeds zwijgen.
Gelooft u dat niet? vroeg hij bijna
ruw.
Toen sloeg Sylvia eindelijk de oogen »,p
eri zei
Ik geloof, dat ge 11 verbeeldt, dat dit
zoo is, zei zij. Maar 't staat, bij mij
vast, dat ik niet het eenige ben in Lacville,
wat u weer hierheen h' eft gelokt.
En toch bent u hetu alleen I
riep hij uit, en hij sprong op en ging voor
haar staan.
De Hemel weet het, dat ik u niet wil
misleiden. Als ik hier niet was teruggeko?
men,_zqu ik, na verloop van eenigen tijd
niet dadelijk, mevrouw ergeü9 anders
heen zijn gegaan, om mij weer over te
geven aan het eenige, wat. \oor mij aan
het leven waarde gaf. Maar om uom
u alleenben ik naar Lacville terugge
keerd.
Waarom bent u dan regelrecht naar
het Casino gegaan vroeg zij met onvaste
stem. En waaromwaarom hebt u
zoo vreeselijk veel geld ingezet?
Hij haalde de schouders op.
Omdat ik een dwaas ben, antwoord
de hij op bitteren toon.. Een dwaas.
Ik moest immers blij zijn. als ik u en dien
voortreffelijken mijnheer Chester 6amen
zie.. daar ik toch uw vriend ben hij
wachtte eenige seconden en vervolgde
Als uw vriend moest ik er mij in verheu
gen, dat u zoo'n uitstekend mensch tót
echtgenoot krijgt.
Ook Sylvia stond nu op.
U vergist u ten eencnmale, zei zij
op ijskouden toon. Ik zal nooit met
mijnheer Chester trouwen.
't Spijt me dit te hooren, zei Paul
ernstig. Een vrouw moest niet altijd
alleen blijven, vooral niet als zij jong cn
mooi isen als zij geld heeft.
Sylvia schudde het hoofd. Zij was boos;
nooit was zij zoo boos. zoo gegriefd
geweest. En zij zei tot zichzelf, dat de
graaf De Virieu afsloeg wat hem niet was
aangeboden.
U is heel vriendelijk, antwoordde zij
luchtig. Maar ik heb tot nu toe mijn
weg uitstekend gevonden en zal dien in
het vervolg dus ook wel vinden. U hoeft
u daar heusch geen zorg over te maken,
mijnheer De Virieu. Mijnheer Chester en
ik begrijpen elkaajr volkomen.».., Zij wacht
te eenige oogenblikken en vervolgde t»
Ik wou, dat ik u ook begreep
Ik wou, dat ik mijzelf begreep, zei
hij somber. Maar er is toch iets, waar-;
toe ik mijzelf niet in staat acht. Wat ik
ook voor een vrouw moest voelen, ja, hoe
zeer ik haar ook moest liefhebben, ik zou
nooit trachten haar over te halen mijn
vrouw te worden. Tot zoo'n schandelijke
daad acht ik mijzelf niet in staat. Ik weet
maar al te goed, dat ik haar zou bloot*1
stellen aan ellende, aan schande zelfs
Als een man zichzelf te gronde wil doen
gaan, moet hij het zelf weten. Maar hij
heeft niet het recht een vrouw mee t©
sleepen in zijn val.
Zijn stem was tot een heeschen fluister
toon gedaald. En hij keek met angstig-
vragfcücfëhr^pijnlijk-smeekenden blik naai;
Sylvia's- bleek gelaat.
Ik geloof, dat dit volkomen waar is,
Sylvitf-'hoorde zichzelf op zachten, bedaar
den toon de woorden uitspreken, die zoo
veel en tevens zoo weinig beteekenden voon
hen beiden. 't Is jammer, dat niet alle
mannen in dat opzicht zoo denken, besloot
zij werktuiglijk.
Ik was er zeker van, dat u het met
mij eens zou zijn, zei hij langzaam.
Moeten wij niet naar binnen gaant
Ik verwacht mijnheer Chester op de koffie
en het is nog wel boel vroeg, maar hij is
in den laatsten tijd in de gewoonte geraakt
om vroeg te komen.
Nu deden haar woorden hem op zijn
beurt pijn.
(Wordt vervolgd).