Nieuwe Eaadsels. in. x. Goeie oplossingen ontvangen van: Correspondentie. Zingen a la een vogel. Kleine Jjud (uit school komende)„Ma,, we hebben vandaag zangles gehad „Zoo Jan? En hoe is het gegaan? Was de juffrouw nog ai tevreden?" Kleine Jan„O ja, Ma, ze zei dat ik een stem had als een vogel Ma: „Zoo, zoo! En als welke vogïl wel?" Kleine Jan„Als een kraai, Ma!" Ingez. door: „Sylvia" Oast: ..Kelliior, geef mij een broodje met thvee half-zachte eieren. Vier minuten koken. Kaiinor„Binnen twee minuten zult u ze hebben." Ean officier deed de ronde onder de maal tijd der manschappen, waarbij een soldaat over de soep klaagde. „Wat scheelt er dan aan?" vroeg de offi cier. „Er ziti zand in, luitenant." „Och kom.ben je hier om te vitten of om je land te dienen?" „Ik ben hier om mijn land te dienen, luitenant, maar niet om het op te eten." Ingez. door; „Joppie." Vriendelijk oud heer ,,Heb jij je bal ver loren, ventje? Nu, huil maar niet; h>er heb je een kwartje om een anderen bal to koo- pen. (Hij geeft het muntstuk). „En waar heb jo 'm verloren?" Jongetje (snikkend) „Hij ia bij u door de ruit gevlogen." Ingez. door: „Kleine Franschmaa. I. Mijn geheel is de naam van één der raad- selkindereu. 8, 5 is een lengtemaat. 2, 3 ziet men 's Winters. 1, 4f 6 is een kleedingstuk. 7, 2 is het tegenovergestelde van neen. lngez. door Henri van Veggel. II. Mijn geheel bestaat uit 17 letters. 6, 6, 7, 8 vindt, men op een kerkhof. 16, 17 is een lengtemaat. 2, 3, 3, 2 is een jongensnaam. Op een 1, 9, 10, 11, 14 rijdt men. 6, 12, 13, 15 vindt men in een schoorsteen. 14, 17, 4, 3 vindt men aan een deur. Een 5, 6, 9, 16, 3 is een bekende visch. Een 17, 4, 3 wordt beslist. Lngez. door: „Sylvia." Mijn geheel bestaat uit 8 letters en is de laam van een vogel. 6, 7 is een voorzetsel. 8, 6, 7 is een lichaamsdeel. 1, 2, 3, 4 is een kostbaar metaal. 5, 6, 7 heeft een visch Oplossingen der Raadsels. Centimeter. II. Haarlem, ill. Anekdote. „Het blauwe Sparretje". H. en L. La- fourt. Annie Schneider. „Friezinnetje". \V. F. Lefeber. „Madeliefje". Abra- hem Peiger. Betsy Akkerman. Lucas fti Jacobus Nieuwen burg. Cornelia den Haan. Henri en Leviua van Veggel. Laurens en Aris Segaar. Anten van Wjjh „De twee Lêidenaors/' ;,AboekJiiva". Herman Kriek. „Pink. sterblocm". „Appelboompje". Pietertje cn Hendrik Dijkman. Jaantje Stafleu. „Duizendguldcnkruid". „Rietvinkje". „Hercules". Johannes Bleijie. „Bloe men vriend je". Marie Blom. „Onder officier". Alardus Jansen. „De Tam boer". Christiina en Jakob Webbers. „De kleine Pianist". „Kleine Franseh- inan". Hjui- kon ds ter tj e'„Silvia". „De kleine Kleeimaker". Hendrik Heymans. Jacques de Graaff. Neeltje de Kloe. „Kerstroos", Dirk Houthoff. Janna van Weizen. „Wilgenroosje". Jan en Kleine Mien van den; Ham. „Dolly". „De jongr^ Bataven". Koba Kurswagen. Annie van der Reyden. H. en S. Zaalberg. Willem en Maart je Bonte. Anna Bonte. Frans du Pon. Jannetje Loekenbach. „Pareltje". Betsie Rigkart van Gelder. „Orchidee". „Aloe". Marie Botermans. Anna Kenbeek. „Zwaantje",- Adrianus Schou ten. Betsy Kriek. „Rozeknopje". Nico en Cato de Water. „Duifje". Jacobus van Leeuwen. Marie van Evcrt. C. L. Janssen. Adriaan en Marietje Jongbloed „Titia". „Klein Toosje". „Bruintje". „Kwikstaartje". Metje Gans. „Dik Trom". Adriaan Ver boog. Niesje en Jacoba Spierenburg. Dirk Bergman. Piet en Wilhelmina Vo gelenzang. Jacobus Guley, „De kleine Kapper". G. van Polooien. W. Planjé. Bodewijk en Jacobus v. d. Vos. Anna .Walters. Burtholoineus en Hendrik Key. zer. „Old Shatterhaoid". „De jonge Luitenant". „Dragonder", „Moedertje", Jacobus Laman. Jantje en Gerritje van Weerleeallen te Leiden. J. Korndörffor, A. van Rijn. Jo hanna Ouwehand, te K a t w ij k. Klaas en JL^ndert Kranenburg. Jo hanna en Dirk van Delft. Dirk Riet veld, te Leiderdorp. Johanna Doorneveld, Jan Elsgeest, te Noordwijk. Aaltje Lek. Helena v. d. Berg. C. Knijff. Maria van der Mey. Ca- tharina Oudwater, te Rijnsburg. Cor de Nobel, te S a s s e n h e i m. Cornelis en Nelly Hanig, te Voorscho ten. M. v. ,d. Loo, te Wassenaar. Cornelia v. d. Blom. Betsy ELfert. Agnes Elfert, te R ij n s b u r g. Flora en Willy Parlevliet, G. v. d. Loo. Anna van der Loo, te Zoeter, w oude. Prijzen vielen ten deel aan Toosje en Agnes Surie en Marietje Al berts, té Leiden. J. W\ Korndörffer, te K a t w ij k-a a n- Z e e. „Kwikstaartje." Ja meisje, dat gaat zoo. Allo kinderen krijgen een beurt, maar sommige>n zijn wel eens wat erg ongeduldig. Jannie Snel. Je dank zal ik aan deü heer Uitgever overbrengen. Plaatjes mag je wel bij den brief insluiten, daar heb ik geen bezwaar tegen. „De Tamboer." Neen, vriendje, dat neem ik je niet kwalijk hoorIedereen kan wel eens wat vergeten. „Sparretje." Do beloofde bijdragen zie ik gaarne tegemoet, want met mijn voorraad 9 is 't treurig gesteld. Adriana Verboog. Ja meisje, ik vind 't best, dat je in 't vervolg mot ons mee wilt doen en ik heet je hartelijk welkom in ooien kring. „Do Jongo Typo." Vriendelijk dank. voor hot mooie kiekje van hot eiland Wight! Zou jo daar niest eens een kijkje willen ne» men Ik wèl. Laurens Segaar. Prettig voor je dat je een goed rapport hadt en nu vacantia heb$ tot 9 Juni. Je gaat Zeker veel uit, ia '4i niet? Jammer maar, dat 't de laat9te dageo zoo koud is. „Dik Trom." Ik vind 't beat vriendje; en heb tegen je schuilnaam geen bezwaar, mits je er steeds aan denkt je briefje zoowel met je waren naam als met je schuilnaarq te ouder teeken en J. Speelman te Sasaenheim. Gaarne zal ik aan je verlangen voldoen en den heeij Uitgever met het verzuim in kennis stellen. Metje Gans. Maar be9te kind, als je mij alleen je goede oplossingen toezendt, dan is dat voor mij geen aanleiding om mei je tie correspondeeren, doch als je eens een babbeltje op papier houdt, dan wil ik je gaarne een briefjo onder correspondentie schrijven. Je moet me dus maar eens het, een en ander over jezelve vertellen, dat ij dunkt me gemakkelijk genoeg. „Aboekhiva." Als je het prettig vindt je bijdragen geplaatst te» zien, dan moet je, me maar geregeld het eèn on ander toezen den daardoor heb je des te meer kans. „Duizeaidguldenkruid." Ja meisje, d« tijd gaat buitengewoon snel en hoe ouder we worden hoe meer we dat ervaren daar toe is het spreekwoord niet voor niet, dat luidt: „de tijd gaat snel, gebruik hem wèl." „Kleine Franschman". Vriende lijk dank voor de nieuwe bijdragen. Met genoegen vernam ik, dat je met de ruil» aanvragen eenige succes hebt gehad. „Pareltje". Ja meisje, dat is volmaakt waar. Alleen de kinderen Van abonné's ko men voor de prijzen in aanmerking. J. W. Korndorffer. Het speet me te vernemen, dat je ongesteld geweest bent. Wat heeft er aan gescheeld? Agnes Elfert. Gelukkig voor jullie, dat die dames goed voor je zorgen. Als je va der je sedert een maand niet bezocht heeft, kan ik me best voorstellen, dat je erg naar zijn komst verlangt. Cor de Nobel te Sassenheim. Als je. gaarne wilt, dat ik een anecdote van je] zal plaatsen, dan moet je beginnen met er eenige in te zenden, meisje. Betey Elfert. Ik vind 't heel handig van je, dat je al poppenkleertjes kunt maken daardoor leer je naaien en knip pen, en kan je later je eigen kleeren ma ken. Cornelia v. d. Blom. Welzoo meisje, kan je de raadsels nu alleen oplossen, dat vind ik knap voor je. Je ziet dus: „Oefe- aing boant Kunst." G. W. Fris. Als je wilt, dat je raad sels of anecdoton voor plaatsing in aanmer king zullen komen, dan moet je ze netjes op een apart stukje papier schrijven, vriendje. „Viooltjo". Wat jammer voor je, dat je lievelingspop nu gebroken isl Ik kan me zoo voorstellen, dat 't je een paar tra-, nen kostte. Gelukkig, dat je grootmoeder binnenkort komt, misschien brengt die wel een ander popponkindje mee. Vriende- j lijke groetjes. MARIE VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 14