A». 16637
Zaterdag SB IMtel.
Tweëdè Blad. A0. 19Ï4.
PERSOVERZICHT.
Zij toch laten toe, ja vereisohen zelfs,
>orloopige regeling van die aangelegen-
ciien, die door de revisie van de desbe-
rcffende Grondwetsartikelen in geheel
louwen toestand overgaan.
FEUILLETON.
ien Geheimzinnigs Verdwijning.
DAfrBLA
p© „S tichtsche Oourant" blijft go-
ant tegen het beginsel van algemeen
iesreoht. Maar: aan den andoren kant
toet niet vergeten worden, dat invoering
all algemeen stemrecht geen nieuw begin-
sl ia onze wetgeving zou indragen. In on-
Grondwet is het individualistisohe begin-
il reeds opgenomen. Men gaat, als men
Igerneen stemrecht invoert, alleen wat
erder, evenals men reeds deed bij elke uit-
reiding van het kiezerscorps, bijv. in 1888
n in 1896. Het aantal individuen, die men
>t de stembus toeliet, bedroeg eerst nog
een honderd-duizend. In 1889 klom het tot
rietnaal honderdduizendin 1896 tot zes-
iaal honderd-duizenxl, welk getal nu al-
!Dgs tot ruim negenmaal honderdduizend
aangegroeid. Klimt, nu door ,,nlgcmoen
enirecht" dit aanta^tofc 12-maal honderd-"
uizend, d^n is dit, evenmin als de vori-
0 uitbreidingen, een principieele ver-
Indering.
I Wij waren op de vorkeerde lijn, en wij
|1)1 ij v e n er dan op.
En daarom is het ons, evenmin als in
1$3 en 1896, absoluut onmogelijk om mee
gaan.
De vraag is maar, of er andeie belangen
igenover etaan, die ons daartoe zouden
innen nopen.
En dan denken we natuurlijk aan art. 192.
ranneer door afdoende herziening van
jat artikel het recht der vrije school voor-
ied en ten volle werd erkend en vastge-
dan zou dat van zóó groot belang kun-
geacht worden, dat wo ons bij het
leersehrijven van het algemeen stemrecht
art. 80 neerlegden.
Toch hopen we één ding, namelijk dit,
t, al moeten we ons dan neerleggen bij
[gemeen stemrecht voor mannen, 't nog ge-
ikken zal, het vrouwenkiesrecht te kee-
len.
Niet omdat we er zoo groot bezwaar te
en zouden hebben, als ook enkele vrouwen
it het kiesrecht werden toegelaten. Velen
ïzer waren steeds voor toelating van vrou-
elijke Gezinshoofden (weduwen).
Maar als, bij behoud van het indi-
|i dualistisch beginsel, ook de
rouw tot do stembus wordt toegelaten,
n loopt dit natuurlijk uit op algemeen
ro uwe nkiesr echt.
Misschien niet direct. Maar op den duur
i! de aandrang niet te keeren zijn. Gc-
jk het individualistische kiesrecht voor
iarinen noodwendig moet uitloop en op
iesrecht voor alle mannelijke individuen,
>o gnat het dan ook met het kicsreobfc
)or vrouwen.
En nu zijn we daar volstrekt niet bang
oor uit een oogpunt van partijbelang. In-
egendeel, wij vermoeden, dat het ons eer
por- dan nadeel zou brengen.
Maar wij verwachten van een betrekken
m de vrouw in do politiek schade voor
nze samenleving, sociaal nadeel.
,De Standaard" pleit er voor. dat,
er een compromis kan worden ge-
loten betreffende art. 19 2, de uitwer-
iog van 't nieuwe artikel in dc additionee-
bepalingen der Grondwet zal worden
pgenomen
De geaardheid der Additioneele artikelen
er7,et er zich niet tegen.
Dit kan niet altoos; maar waar het mo- j
el ijk is. verdient het op zichzelf reeds aan-
keling.
En met het ook wat nu van de Groote
)nder\vijs-Commissie verwaoht wordt, mag
zelfs zonder vrees voor ernstige tegen
spraak gezegd, dat het hier vooral nood
zakelijk is.
Wordt eenmaal in de Grondwet ons recht
erkend, dan is het niet toelaatbaar, dat het
allicht nog drie, vier jaren duurt, eer we in
het bezit van ons reoht komen.
To meer klemt dit, waar het nu zal neer
komen op een compromis.
Niet meê met Art. 80, tenzij we artikel
192 in revisie krijgen.
Doch dan zou 't uitteraard niet aangaan,
de revisie van Art. 80 wel, die van 192 niet
aanstonds te laten werken.
,,D e Fakkel" zou het zeer betreuroD,
wanneer het met den bouw voor de
Tweede Kamer den weg zou moeten
uitgaan van een opdracht van Regeerings-
wege aan een of anderen Rijksambtenaar,
om voor een paar millioen een net en fat
soenlijk parlementsgebouw neer te zetten,
liefst aansluitende aan den stijl van het
Binnenhof. Het gebouw, bestemd om eeni-
ge honderden jaren te blijven staan, zal aan
landgenoot en vreemdeling moeten toonen
wat onze Nederlandsche bru «meesters ver
mogen. Derhalve kan men hier niet doen als
gold het een postkantoor in Groenlo of een
kazerne te Harderwijk. Hier doet zich de
gelegenheid voor om te bouwen een monu-
mont van Nederlandsche twintigste-eeuwsche
bouwkunst. Aan den kant van het breed e
en lange Spui leent het te stichten gebouw
zich voor een hoogen toten ©n ook aan de
zijde van den nieuwen verkeersweg is go-
legenheid tlot groote lijnen en krachtige
vormen.
Heb weekblad hoopt, dat het Nederland
sche volk dit goede oogenblik, om in een
goed stuk bouwkunst uit te spreken zijn
kracht en zijn aelfbowustzijn, zijn nationa
liteit en zijn durf, niet ongebruikt zal laten
voorbijgaan. Allereersb is daarvoor noodig,
dat de bouw niet zonder meer aan een
ambtenaar wordt opgedragen. Wij willen
onze Rijksbouwmeesters niet uitsluiten,
omdat zij Rijksbouwmeesters zijn, maar als
do natie in de handen van een hunner
haar kunstverlangens wil neerleggen, moet
die zijn, omdat zij hem haar besten bouw
kunstenaar acht, niet omdat hij haar beste
of oudste ambtenaar is.
Evenzeer als van don amb tel ijken weg, is
,,D o Fakkel" afkeerig van dien naar
eon prijsvraag, waarvan de uitslag vaak
ongunstig is. omdat tot de uitgenoodigden
behooren do besto kunstenaars en te hunner
beoordéeling slechts overblijven de mannen
van den tweeden rang, waardoor de kans
groot is, dat deze een middelmatig ontwerp
zullen kiezen.
Wat wij dan zouden willen? Genoeg zelf
bewustzijn, genoeg durf bij onze leidencSo
mannen, om, zonder prijsvraag on zonder
voorafgaande keuring, aan een onzer groots
bouwmeesters den bouw op te dragen.
Natuurlijk zal deze keuze eritiek ondervin
den. Durft minister Lely dat niet aan
Vreest hij, vreest de Kamer een zoo grooto
verantwoordelijkheid Wij hopen van niet-.
Wat er schoons en monumentaals gemaakt
is, hier, in ons land, elders, in Italic, in
Griekenland, is er gekomen langs dien weg,
dien wij aanwezen. Beproeven wij het an
dermaal.
In een driestar O n e e r 1 ij k e m e d n-
dinging zegt ,,H et C e n t r u nr"
Over gebrek aan belangstelling heeft m r.
Aalberse met betrekking tot zijn voor
stel ter bestrijding der on e e-rl ij k e con
currentie niet to klagen.
Verschillend© artikelen zijn er over ge
schreven, en in meer dan één vergadering
van beteekenia was het een onderwerp van
besproking.
Opmerkelijk vooral ia de waardeering,
welke de ontworpen-strafbepaling vond bij
de middenstands-organisaties..
Echter worden er ook bezwaren geopperd,
speciaal van theoretischen aard.
Reeds maakten wij gewag van een overi
gens weinig klemmend artikeltje, door mr.
Tasman in zijn „Sooiale Kroniek"
gesohrevon.
En in het jongste nummer van 't ,,W eek
blad van het Recht" komt eveneens
de eritiek aan 't woord.
Het „Weekblad" schrijft:
„Do strijd tegen dc oneerlijke mededin
ging kan worden gevoerd, langs burgerrech
telijken en strafrechtelijken weg. De straf
rechtelijke repressie werd in 1903 door de
Juristen-Vereeniging afgewezen. Wij erken-
non, dat zij noodig kan zijn. Doch in be
ginsel verdient de uitsluitend burgerrechte
lijke bestrijding de voorkeur. Aan ons in zijn
toopassing te beperkt gebleken art. 1401 B.
W. zal de wetgever zeer waarschijnlijk uit
breiding geven. In Frankrijk heeft men,-
naar algemeen erkend wordt, in het burger
lijk recht een krac"htig wapen gevonden. Zou
het dan niet aangewezen zïin af te wachten
wat een nieuw artikel 1401 ons brengen zal
Ons dunkt, dat men in de M. v. T. van
het ontwerp zij het dan ook niet letterlijk
reeds het antwoord kan vinden op deze
beschouwingen.
Overigens blijkt, dat ook het „Week
blad van het Recht" erkent, dat een
strafrechtbepaling noodig k a li zijn, al werd
zij in 1903 door de Juristen-vereenig]ng af
gewezen.
En hoe de mannen der praktijk over het
ontwerp denkon, is bij herhaling duidelijk
I geworden.
In een kortelings gehouden vergadering J
van de Kamer van Koophandel te Amster
dam werd do hoop uitgesproken, dat de po
ging van den heer Aalberse met succes
bekroond zou worden.
En op een later in de hoofdstad gehouden,
druk bezochte bijeenkomst van het Bureau
van Advies voor de belangen van den han-
deldrijvenden en industrieelen middenstand;
waar. mr. Paul J. Rehmer een toelichting
op het ontwerp gaf, en een levendige ge
dachten wisseling plaats vond, werd met al- i
gemeen e stemmen een motie aangenomen, I
het bestuur opdragende, aan het bureau der j
Kamer mede te deeien, „dat de aangesloten
middenstands-vereenigingen ten sterksto i
aandringen op spoedige behandeling en tot
wet-verheffing van genoemd voorstcI-Aal-
berse".
Dergelijke uitspraken van de eerst betrok
kenen zeiven werpen ongetwijfeld veel ge
wicht in de scbaaL
Dc brandstichting op het Hofspui in
Den Haag.
Thans is met betrekking tot de vermoe
delijke brandstichting in de woning boven
de Union-bioscopc aan het Hofspui, in ver
band waarmede de huiseigenaar S. reeds
in hechtenis is gesteld, nog een tweede ar
restatie gedaan, n.l. van een elcctricien
daar ter stede, verdacht van medeplichtig
heid aan dei langs meohanischen weg ge
stichten brand.
De arrestatie geschiedde op last der jus
titie. De aangehoudene is naar het Huis
van Bewaring overgebracht.
Politie en justitie zetten hun onderzoek
voort. Nog steeds wordt gezocht naar het
jongmensch, waarmede verschillende per-
j sonen den eigenaar van het perceel, S.,
I in den loop van den dag, waarop 's nachts:
I de brand ontdenkt- werd, de bovenwoning
I zagen verlaten.
Het L. 0.-vraagstuk.
Aan de leden der Staatscommissie, inge
steld bij Kon. besluit van 31 Deo. 1913, heeft
het hoofdbestuur van het Ned. Onderwij
zers genootschap zijn wensolien kenbaar ge
maakt omtrent de vraagstukken, die aan de
orde komen bij de reorganisatie van het
lager onderwijs.
Steeds weer heeft het N. O.-G. gewezen
op de urgentie van de verbeterde oplei
ding, van de wijziging in de verhouding
der leerkrachten in de school, van afdoen
de verbetering der salarissen, van omwer
king der wet op het L. O. en der Leer
plichtwet, van hervorming van 't lager on
derwijs, zoo, dat de resultaten daarvoor
beter konden worden, van al de-se wij
zigingen, die het volksonderwijs ten goede
mooten komen, die den onderwijzer een po
sitie in de maatschappij moeten geven,
overeenstemmend met liet gewicht zijner
betrekking.
Het hoofdbestuur, meenende, dat van den
arbeid van bovengenoemde Staatscommis
sie de oplossing van versoheidene dezer
vraagstukken het gevolg kan zijn, heeft
daarom een beknopt overzicht van do hoofd
punten van zijn programma aan de com
missie ter kennisneming a-angeboden.
Het N. O.-G. vraagt inzake medezeg-
ginsschap van de uiet-hoofden in de school
leiding
1. Wijziging van art. 21 in dien zin, dat
ook den klasse-onderwijzer invloed op den
gang der schoolzaken wordt gegeven, is
wensohelijk.
2. Die wijziging behoort niet te wachten
tot een verbeterde opleiding is voorafge
gaan.
3. Wenschelijk is een'regeling, waarbija
de schoolzaken worden geregeld door het
hoofd der school in overleg met het perso
neel in de schoolvergaderingb. bij de
schoolvergadering (hoofd en personeel) be
rust- do wetgevende macht. Besluiten wor
den bij meerderheid van stemmen geno
men e. de uitvoerende macht is aan het
hoofd der school, hij ziet toe, dat de beslui
ten der schoolvergadering inderdaad wor
den uitgevoerd.
4. Het reoht van beroep op besluiten der
schoolvergadering wordt toegekend aan
ieder lid der schoolvergadering.
5. Op de schoolvergadering worden de
zaken besproken, genoemd in art. 21, be
nevens de te volgen methoden en de al-
gcmecne maatregelen van orde en tucht.
6. Beperkingen te maken, wat betreft
leeftijd en dienstjaren, noodig om stem
recht te hebben op do (besturende) school
vergadering, werd over 't algemeen wen
schelijk geacht. Toch vond het denkbeeld
ook krachtige bestrijding.
Ten aanzien van de verbetering der sala
rissen, onderwijs-rijkszaak en wijziging der
Leerplichtwet, herinnert het hoofdbestuur
aan op vorige algemeene vergaderingen
van het N. O.-G. hieromtrent aangenomen
conclusies.
Op het voctbalterrein achter
„Houtrust" in Den Haag is gisteren de heer
A. van A. doordat iemand togen hem aan
liep gevallen en bewusteloos geworden.
Eon geneesheer van den gemeentelijken ge
neeskundigen dienst verleende hem hulp
en deed hem per auto naar zijn woning
in do Obrechtstraat vervoeren. Later werd
geconstateerd, dat de heer Van A. een rib
gebroken liacl.
Naar do „Asser Ct." verneemt, heeft
jonkvrouw J. A. C'. barones van clm* Feltz,
directrice van het Wilhelmina-Ziekenhuis
to Assen een bonoeming tot directrioe aan
het ziekenhuis „Tjikini" te Weltevreden
ontvangen en deze benoeming aangenomen.
Terslag *an dc Legercommissie.
Da Staatscommissie, ingesteld bij Kon
beshut van 12 Deo. 1910 (Legercommissio)
beeft thans het verslag uitgebracht betref
fende de kleedmg en uitrusting van de vrij-
willig dienende onderofficieren.
Haar beschouwingen samenvattende
komt do commissie to de volgende conclu
sion
1. Het ia wenschelijk de onderofficieren
met behoud van het stelsel, waarbij zij-
voor eigen rekening in het aanschaffen en
onderhouden van hun kleeding en uitrus
ting voorzien, in de gelegenheid te stellen,
de kleeding zoowel van onderofficiers
als van ordinair laken en uitrustingstuk
ken t-egen betaling uit de Centrale Maga
zijnen van militaire kleeding en uitrusting
te betrokken.
2. Het voor Rijksrekening verstrekken
en onderhouden van kleeding van ordinair
laken en van uitrustingstukken ten behoe
ve van de onderofficieren, is in strijd met do
beginselen, waarop het jaarweddenstelsel
berust. De betrekkelijke regeling behoort
te worden ingetrokken.
3. Aan de compagniescommandanten be
hoort de bevoegdheid te worden verleend,
ten behoev en voor rekening van de onder
officieren, die in gebreke machten, blijven
zich naar behooren te kleeden en uit to
rusten, kleeding- en uitrustingstukken to
betrekken bij do Centrale Magazijnen
onder oplegging van inhouding op de jaar
wedden der belanghebbenden.
4. Het is onnoodig de onderofficieren na
aanstelling tot sergeant (waohtmeester)
b l ij v e n d in het bezit te laten van de klee
ding- en uitrustingstukken, welke zij als kor
poraal van Rijkswege in gebruik hadden.
5. Ten einde de onderofficieren bij aan
stelling tot sergeant (waohtmeester) en tot
adjudant-onderofficier het betalen der klee
ding- en uitrusting te vergemakkelijken en
het buiten schuld blijven bij particuliere
leveranciers mogelijk te maken, is het wen
schelijk, hun ter voldoening van het ver
schuldigde desverlangd een renteloos voor
schot te verleenen en hun voorts een gelde
lijke tegemoetkoming toe te kennen op den
voot, zooals in liet verslag is aangegeven.
6. In verband met de toepassing der wa»
pensgewijze bevordering der onderofficie
ren is he billijk, aan hen, die bij overplaat
sing in het belang van den dienst dus ook
bij bevordering in de noodzakelijkheid
verkceren zich kleeding van ander model
of van andere kleur aan te schaffen, een
schadeloosstelling voor uniformverande
ring toe te kennen.
H. M. de Koningin-Moeder heeft ge
durende haar verblijf te Londen een mili
tair caroussel in „Olympia" bijgewoond
en de bloemententoonstelling te Chelsea
bezocht.
De Alg. Ned. Bond van Goud- en Zil
versmeden en aanverwante Vakken h:eii
zijn jaarvergadering te Utrecht, onder
voorzitterschap van den heer P. P. van
Daalen, te Amsterdam, die er in zijn ope-
ningswoord op wees, dat cJe Bond zich door
de omstandigheden genoopt heeft gezien
het landelijk contract op te zeggcu. Een
niet-landelijk contract is samengesteld hetJ
heeft de goedkeuring der loden verkregen
of de patroons er mede accoord zullen gaan,
zal de toekomst moeten leeren. Yoor alles
is echter noodig een sterke organisatie.
Spr. memoreerde hst verloop der staking
te 's-Bosek en bracht, hulde aan de afci al
daar voor de flinke actie in deze gevoerd*
Een nieuwe afdeeling werd te Leiden opge
richt. Over 't algemeen echter blijft de tee-
stand van den Bond stationair.
li
De hertogin glimlachte. Haar broer was
|hijd de bijzondere gunsteling geweest der
de markiezin.
- Maar ik zou me zoo schamen als het
f af ging, zei Marie-Anne luchtig. Als
j'oorbeeld mijn eene wang bleek zag,
Berwijl de andere rood bleef.
I Dat zou niet gebeuren, als je maar de
Boort rouge gebruikte, waar ik je dikwijls
lV|ir heb gesproken de eenige soort van
|&uge, die een dame gebruiken moöSb, na-
l^lijk het sap van den geraniumbloesem.
rat geeft een volmaakt natuurlijke tint aan
P huid. Mijn lieve moeder placht het al-
i'ri te gebruiken. En herinner je je niet,
at Lodewijk XVIII haar een compliment
laakte over haar mooie teint, op hot eer-
te hal ten hove na de Restauratie? Welnu,
9 beleefde woorden van den Souverein had
'J aan niets anders te danken dan aan haar
ouge.
XIV.
fre dag na haar gedenkwaardig uitstapje
U ar Panja begon aangenaam voor Sylvia
•uley, ofschoon het wel vreemd was, zoo
en somber als de „Villa du Lac" haar
k zonder Paul de Virieu.
aar morgen zou hij terugkomen en over
een zouden zij samen gaan paardrijdon.
„i eer 8ing zij in haar herinnering iedere
totUUt na van twee uren, die zij in
n,;,8^00^ in den Faubourg St.-Ger-
b»d doorgebracht.
Hoe vriendelijk waren die twee dames
voor haar geweest, Paul's sympathieke zus
ter en het kleine, aristocratische, sprook
jesachtige markiezinnetje, dat zijn pete
moei was. Maar toch was de houding der
hertogin uiterst vormelijk, bijna plecht
statig en wat de andere betreftSylvia
voelde nog dien doffen cn toch zoo zeld
zaam vorschenden blik op zich rusten en
zij vroeg zich af welken indruk zij wel ge
maakt zou hebben op de oude markiezin.
Langzamerhand begon zij te vinden, dat
het tijd werd weer eens een teeken van
leven te geven aan Anna Wolsky. De lange
middag en de avond, die er voor haar la
gen, beloofden saai voor haar te zullen
zijn, en dus schreef zij Anna een briefje,
waarin zij haar voorstelde samen een ritje
te maken naar het boscli van Montmoren
cy. Zij wist, dat Anna dergelijke ritjes ver
velend vond, maar daar zij toch niet naar
het Casino zou gaan, zou dit toch beter zijn
dan niets uit te voeren.
En nu zat Sylvia voor het raam van haar
slaapkamer en wachtte op Anna's ant
woord. Zij had het briefje even voor de
lunch door een dienstman naar het Pon
sion Malfait laten brengen en zij had dus
reeds antwoord kunnen hebben.
Na den rit zouden zij en Anna samen een
visito kunnen maken aan de Wachners en
hun aanbieden met haar mee te rijden naar
net Casino. En de gedachte aan de Wach
ners deed opeens een gevoel van spijt in
haar opkomen, dat Paul zoo trotsoh was.
Hij scheen bepaald iets tegen de Wach
ners te hebben. Als hij hen in het Casino
zag, groette hij hen hoogstens met een
lichte hoofdbuiging, 't Was geen wonder,
dat mevrouw Wachner zich zoo ongunstig
over hem uitliet.
Sylvia had een zeer eerlijk karakter en
zij zei bij zichzelf, dat die twee menschen.
die Paul zulk een instinctmatigen afkeer
inboezemden, toch zoo iets echt guls en
goedhartigs hadden. Altijd zou zij dank
baar blijven voor de bereidwilligheid
waarmee mevrouw Wachncr haar en Anna
de eerste dagen van haar verblijf in Lac-
ville omtrent alles had ingelicht, en haar
op de hoogte had gebracht van allerlei
bijzonderheden van de plaats zelf en van
het Casino.
Gisteren nog! Hoe hartelijk waren de
Wachners toen nog geweest, toen zij Anna
aanzetten bij hen te komen souneeren, ter
wijl Sylvia in Parijs zou zijn.
Op dat oogenblik werd er geklopt en
Sylvia sprong op. Zeker was het Anna
zelf, die haar het antwoord op haar brief
je kwam brengen.
Binnenriep Sylvia in het Engelsch.
Er volgde een korte stilte. Toen werd er
weer geklopt. Dan was het Anna niet?
Entrez
De dienstman, die Sylvia's briefje naar
het Pension Malfait had gebracht, trad nu
binnen. Tot haar groote verbazing bracht
hij den brief terug. De enveloppe was
opengescheurd en met haar eigen brief
vond zij er een velletje goedkoop postpa
pier in, waar met potlood de woorden „me
vrouw Wolsky is vertrokken" op gekrab
beld waren.
Sylvia zag op. „Vertrokken ?"fcTn„ Zij
wiet niet wat zij hiervan moest denken.
Zeker bedoelde men „uitgegaan". Missohien
was Anna naar Parijs gegaan, om het door
haar gewonnen geld naar een Bank te bren-
gen. Dus mevrouw Wolsky was uit?
vroeg zij.
Mevrouw Wolsky heeft het Pension
Malfait verlaten, zei de man kortaf.
Mevrouw is vertrokken.
Dat moet een vergissing zijn riep
Sylvia uit. Mijn vriendin zou LacvilLe
nooit verlaten zonder liet eerst aan mij to
vertellen.
Maar ik heb gezorgd, dat er een auto
voor is, zooals u me gezegd hadt, vervolgde
de man.
Zij betaalde hem en ging haastig naar
beneden. Wat ten vreemde vergissing!
Het was onmogelijk, dat Anna Lacville kon
hebben verlaten zonder er haar iets van
te zeggen. Maar daar zij nu toch een auto
mobiel tot haar beschikking had, zou zij
zelf even naar het Pension Malfait rijden
en vragen wat die boodschap beteekende
en ook waarom men haar brief aan Anna
had geopend.
Als Anna werkelijk voor een dag naar
Parijs was, bleef haar niets anders te doen
over dan alleen haar ritje te maken. Het
vooruitzicht lachte haar niet bijzonder toe,
maar het was toch beter dan om dien hee-
len middag op haar kamer of zelfs in den.
tuin te zitten.
Sylvia voelde zich teleurgesteld èn niet
aangenaam gestemd, terwijl zij iu de open
auto stapte. Zij had er zöo op gerekend
Anna dien dag te zullen spreken. Zij dacht
aan haar laatste gesprek met haar vriendin.
Anna's woorden waren hartelijk en vrien
delijk geweest en ofschoon Sylvia's vriend-
eohap met Paul de Virieu haar goedkeu
ring niet wegdroeg, had zij dit op zoo sym
pathieke, tactvolle manier te kennen ge
geven, bijna zooals een teedere, bezorgde
moeder het zou hebben gedaan.
't Was zelfs vreemd, dat Anna haar niet
had laten weten, dat zij voor een dag naar
Parijs ging. Maar de Wachners zouden
toch in ieder geval wel weten, wanneer zij
terug zou komen. Den vorigen middag cn
avond had zij immers met hen thee gedron
ken en gesoupeerd
Terwijl al deze gedachten door Sylvia's
hoofd gingen, zag zij opeens de welgedane
gestalte van mevrouw Wachner, die rustig
op het voetpad, dat evenwijdig met dca
rijweg liep, een wandelingetje deed.
Mevrouw Wachner 1 Mevrouw Wach-
ner! riep Sylvia verrast, en de auto tem
perde fluks haar vaart cn hield stil.
De „wereldburgeres", zooals zij zichzelf
noemde, kwam nu op de automobiel af. Zij
zag er warm on vermoeid uit. Het was iets
heel ongewoons,, dat mevrouw Wachner op
dit. uur en alleen door Lacvillo wandelde.
Maar Sylvia wat te zeer vervuld van
Anna Wolsky, om aan iets andeiis te kun-»
nen denken.
Weet u, dat Anna Wolsky vandaag
niet hier is? vroeg zij. Ik heb zoo'n
vreemde boodschnp gekregen van het Pen-
i sion MalfaitToe, rijdt u even met ma
i mee daarheen, om te "vrager, waar ze heen
is en wanneer ze terugkomt. Heeft u er
toen ze gisteravond bij u soupeer ?e, niefj
over gesproken, dat ze er over dacht van
daag naar Parijs te gaan?
Lachend en dankend heesch mevrouw
Wachner zich in de automobiel en nam
met een voldaan gezicht naar Sylvia ii>
de auto plaats.
Toen keerde zij haar slim, resoluut ge-»
zicht naar Sylvia, maar wachtte ecnig^