A». 16637 Zaterdag SB IMtel. Tweëdè Blad. A0. 19Ï4. PERSOVERZICHT. Zij toch laten toe, ja vereisohen zelfs, >orloopige regeling van die aangelegen- ciien, die door de revisie van de desbe- rcffende Grondwetsartikelen in geheel louwen toestand overgaan. FEUILLETON. ien Geheimzinnigs Verdwijning. DAfrBLA p© „S tichtsche Oourant" blijft go- ant tegen het beginsel van algemeen iesreoht. Maar: aan den andoren kant toet niet vergeten worden, dat invoering all algemeen stemrecht geen nieuw begin- sl ia onze wetgeving zou indragen. In on- Grondwet is het individualistisohe begin- il reeds opgenomen. Men gaat, als men Igerneen stemrecht invoert, alleen wat erder, evenals men reeds deed bij elke uit- reiding van het kiezerscorps, bijv. in 1888 n in 1896. Het aantal individuen, die men >t de stembus toeliet, bedroeg eerst nog een honderd-duizend. In 1889 klom het tot rietnaal honderdduizendin 1896 tot zes- iaal honderd-duizenxl, welk getal nu al- !Dgs tot ruim negenmaal honderdduizend aangegroeid. Klimt, nu door ,,nlgcmoen enirecht" dit aanta^tofc 12-maal honderd-" uizend, d^n is dit, evenmin als de vori- 0 uitbreidingen, een principieele ver- Indering. I Wij waren op de vorkeerde lijn, en wij |1)1 ij v e n er dan op. En daarom is het ons, evenmin als in 1$3 en 1896, absoluut onmogelijk om mee gaan. De vraag is maar, of er andeie belangen igenover etaan, die ons daartoe zouden innen nopen. En dan denken we natuurlijk aan art. 192. ranneer door afdoende herziening van jat artikel het recht der vrije school voor- ied en ten volle werd erkend en vastge- dan zou dat van zóó groot belang kun- geacht worden, dat wo ons bij het leersehrijven van het algemeen stemrecht art. 80 neerlegden. Toch hopen we één ding, namelijk dit, t, al moeten we ons dan neerleggen bij [gemeen stemrecht voor mannen, 't nog ge- ikken zal, het vrouwenkiesrecht te kee- len. Niet omdat we er zoo groot bezwaar te en zouden hebben, als ook enkele vrouwen it het kiesrecht werden toegelaten. Velen ïzer waren steeds voor toelating van vrou- elijke Gezinshoofden (weduwen). Maar als, bij behoud van het indi- |i dualistisch beginsel, ook de rouw tot do stembus wordt toegelaten, n loopt dit natuurlijk uit op algemeen ro uwe nkiesr echt. Misschien niet direct. Maar op den duur i! de aandrang niet te keeren zijn. Gc- jk het individualistische kiesrecht voor iarinen noodwendig moet uitloop en op iesrecht voor alle mannelijke individuen, >o gnat het dan ook met het kicsreobfc )or vrouwen. En nu zijn we daar volstrekt niet bang oor uit een oogpunt van partijbelang. In- egendeel, wij vermoeden, dat het ons eer por- dan nadeel zou brengen. Maar wij verwachten van een betrekken m de vrouw in do politiek schade voor nze samenleving, sociaal nadeel. ,De Standaard" pleit er voor. dat, er een compromis kan worden ge- loten betreffende art. 19 2, de uitwer- iog van 't nieuwe artikel in dc additionee- bepalingen der Grondwet zal worden pgenomen De geaardheid der Additioneele artikelen er7,et er zich niet tegen. Dit kan niet altoos; maar waar het mo- j el ijk is. verdient het op zichzelf reeds aan- keling. En met het ook wat nu van de Groote )nder\vijs-Commissie verwaoht wordt, mag zelfs zonder vrees voor ernstige tegen spraak gezegd, dat het hier vooral nood zakelijk is. Wordt eenmaal in de Grondwet ons recht erkend, dan is het niet toelaatbaar, dat het allicht nog drie, vier jaren duurt, eer we in het bezit van ons reoht komen. To meer klemt dit, waar het nu zal neer komen op een compromis. Niet meê met Art. 80, tenzij we artikel 192 in revisie krijgen. Doch dan zou 't uitteraard niet aangaan, de revisie van Art. 80 wel, die van 192 niet aanstonds te laten werken. ,,D e Fakkel" zou het zeer betreuroD, wanneer het met den bouw voor de Tweede Kamer den weg zou moeten uitgaan van een opdracht van Regeerings- wege aan een of anderen Rijksambtenaar, om voor een paar millioen een net en fat soenlijk parlementsgebouw neer te zetten, liefst aansluitende aan den stijl van het Binnenhof. Het gebouw, bestemd om eeni- ge honderden jaren te blijven staan, zal aan landgenoot en vreemdeling moeten toonen wat onze Nederlandsche bru «meesters ver mogen. Derhalve kan men hier niet doen als gold het een postkantoor in Groenlo of een kazerne te Harderwijk. Hier doet zich de gelegenheid voor om te bouwen een monu- mont van Nederlandsche twintigste-eeuwsche bouwkunst. Aan den kant van het breed e en lange Spui leent het te stichten gebouw zich voor een hoogen toten ©n ook aan de zijde van den nieuwen verkeersweg is go- legenheid tlot groote lijnen en krachtige vormen. Heb weekblad hoopt, dat het Nederland sche volk dit goede oogenblik, om in een goed stuk bouwkunst uit te spreken zijn kracht en zijn aelfbowustzijn, zijn nationa liteit en zijn durf, niet ongebruikt zal laten voorbijgaan. Allereersb is daarvoor noodig, dat de bouw niet zonder meer aan een ambtenaar wordt opgedragen. Wij willen onze Rijksbouwmeesters niet uitsluiten, omdat zij Rijksbouwmeesters zijn, maar als do natie in de handen van een hunner haar kunstverlangens wil neerleggen, moet die zijn, omdat zij hem haar besten bouw kunstenaar acht, niet omdat hij haar beste of oudste ambtenaar is. Evenzeer als van don amb tel ijken weg, is ,,D o Fakkel" afkeerig van dien naar eon prijsvraag, waarvan de uitslag vaak ongunstig is. omdat tot de uitgenoodigden behooren do besto kunstenaars en te hunner beoordéeling slechts overblijven de mannen van den tweeden rang, waardoor de kans groot is, dat deze een middelmatig ontwerp zullen kiezen. Wat wij dan zouden willen? Genoeg zelf bewustzijn, genoeg durf bij onze leidencSo mannen, om, zonder prijsvraag on zonder voorafgaande keuring, aan een onzer groots bouwmeesters den bouw op te dragen. Natuurlijk zal deze keuze eritiek ondervin den. Durft minister Lely dat niet aan Vreest hij, vreest de Kamer een zoo grooto verantwoordelijkheid Wij hopen van niet-. Wat er schoons en monumentaals gemaakt is, hier, in ons land, elders, in Italic, in Griekenland, is er gekomen langs dien weg, dien wij aanwezen. Beproeven wij het an dermaal. In een driestar O n e e r 1 ij k e m e d n- dinging zegt ,,H et C e n t r u nr" Over gebrek aan belangstelling heeft m r. Aalberse met betrekking tot zijn voor stel ter bestrijding der on e e-rl ij k e con currentie niet to klagen. Verschillend© artikelen zijn er over ge schreven, en in meer dan één vergadering van beteekenia was het een onderwerp van besproking. Opmerkelijk vooral ia de waardeering, welke de ontworpen-strafbepaling vond bij de middenstands-organisaties.. Echter worden er ook bezwaren geopperd, speciaal van theoretischen aard. Reeds maakten wij gewag van een overi gens weinig klemmend artikeltje, door mr. Tasman in zijn „Sooiale Kroniek" gesohrevon. En in het jongste nummer van 't ,,W eek blad van het Recht" komt eveneens de eritiek aan 't woord. Het „Weekblad" schrijft: „Do strijd tegen dc oneerlijke mededin ging kan worden gevoerd, langs burgerrech telijken en strafrechtelijken weg. De straf rechtelijke repressie werd in 1903 door de Juristen-Vereeniging afgewezen. Wij erken- non, dat zij noodig kan zijn. Doch in be ginsel verdient de uitsluitend burgerrechte lijke bestrijding de voorkeur. Aan ons in zijn toopassing te beperkt gebleken art. 1401 B. W. zal de wetgever zeer waarschijnlijk uit breiding geven. In Frankrijk heeft men,- naar algemeen erkend wordt, in het burger lijk recht een krac"htig wapen gevonden. Zou het dan niet aangewezen zïin af te wachten wat een nieuw artikel 1401 ons brengen zal Ons dunkt, dat men in de M. v. T. van het ontwerp zij het dan ook niet letterlijk reeds het antwoord kan vinden op deze beschouwingen. Overigens blijkt, dat ook het „Week blad van het Recht" erkent, dat een strafrechtbepaling noodig k a li zijn, al werd zij in 1903 door de Juristen-vereenig]ng af gewezen. En hoe de mannen der praktijk over het ontwerp denkon, is bij herhaling duidelijk I geworden. In een kortelings gehouden vergadering J van de Kamer van Koophandel te Amster dam werd do hoop uitgesproken, dat de po ging van den heer Aalberse met succes bekroond zou worden. En op een later in de hoofdstad gehouden, druk bezochte bijeenkomst van het Bureau van Advies voor de belangen van den han- deldrijvenden en industrieelen middenstand; waar. mr. Paul J. Rehmer een toelichting op het ontwerp gaf, en een levendige ge dachten wisseling plaats vond, werd met al- i gemeen e stemmen een motie aangenomen, I het bestuur opdragende, aan het bureau der j Kamer mede te deeien, „dat de aangesloten middenstands-vereenigingen ten sterksto i aandringen op spoedige behandeling en tot wet-verheffing van genoemd voorstcI-Aal- berse". Dergelijke uitspraken van de eerst betrok kenen zeiven werpen ongetwijfeld veel ge wicht in de scbaaL Dc brandstichting op het Hofspui in Den Haag. Thans is met betrekking tot de vermoe delijke brandstichting in de woning boven de Union-bioscopc aan het Hofspui, in ver band waarmede de huiseigenaar S. reeds in hechtenis is gesteld, nog een tweede ar restatie gedaan, n.l. van een elcctricien daar ter stede, verdacht van medeplichtig heid aan dei langs meohanischen weg ge stichten brand. De arrestatie geschiedde op last der jus titie. De aangehoudene is naar het Huis van Bewaring overgebracht. Politie en justitie zetten hun onderzoek voort. Nog steeds wordt gezocht naar het jongmensch, waarmede verschillende per- j sonen den eigenaar van het perceel, S., I in den loop van den dag, waarop 's nachts: I de brand ontdenkt- werd, de bovenwoning I zagen verlaten. Het L. 0.-vraagstuk. Aan de leden der Staatscommissie, inge steld bij Kon. besluit van 31 Deo. 1913, heeft het hoofdbestuur van het Ned. Onderwij zers genootschap zijn wensolien kenbaar ge maakt omtrent de vraagstukken, die aan de orde komen bij de reorganisatie van het lager onderwijs. Steeds weer heeft het N. O.-G. gewezen op de urgentie van de verbeterde oplei ding, van de wijziging in de verhouding der leerkrachten in de school, van afdoen de verbetering der salarissen, van omwer king der wet op het L. O. en der Leer plichtwet, van hervorming van 't lager on derwijs, zoo, dat de resultaten daarvoor beter konden worden, van al de-se wij zigingen, die het volksonderwijs ten goede mooten komen, die den onderwijzer een po sitie in de maatschappij moeten geven, overeenstemmend met liet gewicht zijner betrekking. Het hoofdbestuur, meenende, dat van den arbeid van bovengenoemde Staatscommis sie de oplossing van versoheidene dezer vraagstukken het gevolg kan zijn, heeft daarom een beknopt overzicht van do hoofd punten van zijn programma aan de com missie ter kennisneming a-angeboden. Het N. O.-G. vraagt inzake medezeg- ginsschap van de uiet-hoofden in de school leiding 1. Wijziging van art. 21 in dien zin, dat ook den klasse-onderwijzer invloed op den gang der schoolzaken wordt gegeven, is wensohelijk. 2. Die wijziging behoort niet te wachten tot een verbeterde opleiding is voorafge gaan. 3. Wenschelijk is een'regeling, waarbija de schoolzaken worden geregeld door het hoofd der school in overleg met het perso neel in de schoolvergaderingb. bij de schoolvergadering (hoofd en personeel) be rust- do wetgevende macht. Besluiten wor den bij meerderheid van stemmen geno men e. de uitvoerende macht is aan het hoofd der school, hij ziet toe, dat de beslui ten der schoolvergadering inderdaad wor den uitgevoerd. 4. Het reoht van beroep op besluiten der schoolvergadering wordt toegekend aan ieder lid der schoolvergadering. 5. Op de schoolvergadering worden de zaken besproken, genoemd in art. 21, be nevens de te volgen methoden en de al- gcmecne maatregelen van orde en tucht. 6. Beperkingen te maken, wat betreft leeftijd en dienstjaren, noodig om stem recht te hebben op do (besturende) school vergadering, werd over 't algemeen wen schelijk geacht. Toch vond het denkbeeld ook krachtige bestrijding. Ten aanzien van de verbetering der sala rissen, onderwijs-rijkszaak en wijziging der Leerplichtwet, herinnert het hoofdbestuur aan op vorige algemeene vergaderingen van het N. O.-G. hieromtrent aangenomen conclusies. Op het voctbalterrein achter „Houtrust" in Den Haag is gisteren de heer A. van A. doordat iemand togen hem aan liep gevallen en bewusteloos geworden. Eon geneesheer van den gemeentelijken ge neeskundigen dienst verleende hem hulp en deed hem per auto naar zijn woning in do Obrechtstraat vervoeren. Later werd geconstateerd, dat de heer Van A. een rib gebroken liacl. Naar do „Asser Ct." verneemt, heeft jonkvrouw J. A. C'. barones van clm* Feltz, directrice van het Wilhelmina-Ziekenhuis to Assen een bonoeming tot directrioe aan het ziekenhuis „Tjikini" te Weltevreden ontvangen en deze benoeming aangenomen. Terslag *an dc Legercommissie. Da Staatscommissie, ingesteld bij Kon beshut van 12 Deo. 1910 (Legercommissio) beeft thans het verslag uitgebracht betref fende de kleedmg en uitrusting van de vrij- willig dienende onderofficieren. Haar beschouwingen samenvattende komt do commissie to de volgende conclu sion 1. Het ia wenschelijk de onderofficieren met behoud van het stelsel, waarbij zij- voor eigen rekening in het aanschaffen en onderhouden van hun kleeding en uitrus ting voorzien, in de gelegenheid te stellen, de kleeding zoowel van onderofficiers als van ordinair laken en uitrustingstuk ken t-egen betaling uit de Centrale Maga zijnen van militaire kleeding en uitrusting te betrokken. 2. Het voor Rijksrekening verstrekken en onderhouden van kleeding van ordinair laken en van uitrustingstukken ten behoe ve van de onderofficieren, is in strijd met do beginselen, waarop het jaarweddenstelsel berust. De betrekkelijke regeling behoort te worden ingetrokken. 3. Aan de compagniescommandanten be hoort de bevoegdheid te worden verleend, ten behoev en voor rekening van de onder officieren, die in gebreke machten, blijven zich naar behooren te kleeden en uit to rusten, kleeding- en uitrustingstukken to betrekken bij do Centrale Magazijnen onder oplegging van inhouding op de jaar wedden der belanghebbenden. 4. Het is onnoodig de onderofficieren na aanstelling tot sergeant (waohtmeester) b l ij v e n d in het bezit te laten van de klee ding- en uitrustingstukken, welke zij als kor poraal van Rijkswege in gebruik hadden. 5. Ten einde de onderofficieren bij aan stelling tot sergeant (waohtmeester) en tot adjudant-onderofficier het betalen der klee ding- en uitrusting te vergemakkelijken en het buiten schuld blijven bij particuliere leveranciers mogelijk te maken, is het wen schelijk, hun ter voldoening van het ver schuldigde desverlangd een renteloos voor schot te verleenen en hun voorts een gelde lijke tegemoetkoming toe te kennen op den voot, zooals in liet verslag is aangegeven. 6. In verband met de toepassing der wa» pensgewijze bevordering der onderofficie ren is he billijk, aan hen, die bij overplaat sing in het belang van den dienst dus ook bij bevordering in de noodzakelijkheid verkceren zich kleeding van ander model of van andere kleur aan te schaffen, een schadeloosstelling voor uniformverande ring toe te kennen. H. M. de Koningin-Moeder heeft ge durende haar verblijf te Londen een mili tair caroussel in „Olympia" bijgewoond en de bloemententoonstelling te Chelsea bezocht. De Alg. Ned. Bond van Goud- en Zil versmeden en aanverwante Vakken h:eii zijn jaarvergadering te Utrecht, onder voorzitterschap van den heer P. P. van Daalen, te Amsterdam, die er in zijn ope- ningswoord op wees, dat cJe Bond zich door de omstandigheden genoopt heeft gezien het landelijk contract op te zeggcu. Een niet-landelijk contract is samengesteld hetJ heeft de goedkeuring der loden verkregen of de patroons er mede accoord zullen gaan, zal de toekomst moeten leeren. Yoor alles is echter noodig een sterke organisatie. Spr. memoreerde hst verloop der staking te 's-Bosek en bracht, hulde aan de afci al daar voor de flinke actie in deze gevoerd* Een nieuwe afdeeling werd te Leiden opge richt. Over 't algemeen echter blijft de tee- stand van den Bond stationair. li De hertogin glimlachte. Haar broer was |hijd de bijzondere gunsteling geweest der de markiezin. - Maar ik zou me zoo schamen als het f af ging, zei Marie-Anne luchtig. Als j'oorbeeld mijn eene wang bleek zag, Berwijl de andere rood bleef. I Dat zou niet gebeuren, als je maar de Boort rouge gebruikte, waar ik je dikwijls lV|ir heb gesproken de eenige soort van |&uge, die een dame gebruiken moöSb, na- l^lijk het sap van den geraniumbloesem. rat geeft een volmaakt natuurlijke tint aan P huid. Mijn lieve moeder placht het al- i'ri te gebruiken. En herinner je je niet, at Lodewijk XVIII haar een compliment laakte over haar mooie teint, op hot eer- te hal ten hove na de Restauratie? Welnu, 9 beleefde woorden van den Souverein had 'J aan niets anders te danken dan aan haar ouge. XIV. fre dag na haar gedenkwaardig uitstapje U ar Panja begon aangenaam voor Sylvia •uley, ofschoon het wel vreemd was, zoo en somber als de „Villa du Lac" haar k zonder Paul de Virieu. aar morgen zou hij terugkomen en over een zouden zij samen gaan paardrijdon. „i eer 8ing zij in haar herinnering iedere totUUt na van twee uren, die zij in n,;,8^00^ in den Faubourg St.-Ger- b»d doorgebracht. Hoe vriendelijk waren die twee dames voor haar geweest, Paul's sympathieke zus ter en het kleine, aristocratische, sprook jesachtige markiezinnetje, dat zijn pete moei was. Maar toch was de houding der hertogin uiterst vormelijk, bijna plecht statig en wat de andere betreftSylvia voelde nog dien doffen cn toch zoo zeld zaam vorschenden blik op zich rusten en zij vroeg zich af welken indruk zij wel ge maakt zou hebben op de oude markiezin. Langzamerhand begon zij te vinden, dat het tijd werd weer eens een teeken van leven te geven aan Anna Wolsky. De lange middag en de avond, die er voor haar la gen, beloofden saai voor haar te zullen zijn, en dus schreef zij Anna een briefje, waarin zij haar voorstelde samen een ritje te maken naar het boscli van Montmoren cy. Zij wist, dat Anna dergelijke ritjes ver velend vond, maar daar zij toch niet naar het Casino zou gaan, zou dit toch beter zijn dan niets uit te voeren. En nu zat Sylvia voor het raam van haar slaapkamer en wachtte op Anna's ant woord. Zij had het briefje even voor de lunch door een dienstman naar het Pon sion Malfait laten brengen en zij had dus reeds antwoord kunnen hebben. Na den rit zouden zij en Anna samen een visito kunnen maken aan de Wachners en hun aanbieden met haar mee te rijden naar net Casino. En de gedachte aan de Wach ners deed opeens een gevoel van spijt in haar opkomen, dat Paul zoo trotsoh was. Hij scheen bepaald iets tegen de Wach ners te hebben. Als hij hen in het Casino zag, groette hij hen hoogstens met een lichte hoofdbuiging, 't Was geen wonder, dat mevrouw Wachner zich zoo ongunstig over hem uitliet. Sylvia had een zeer eerlijk karakter en zij zei bij zichzelf, dat die twee menschen. die Paul zulk een instinctmatigen afkeer inboezemden, toch zoo iets echt guls en goedhartigs hadden. Altijd zou zij dank baar blijven voor de bereidwilligheid waarmee mevrouw Wachncr haar en Anna de eerste dagen van haar verblijf in Lac- ville omtrent alles had ingelicht, en haar op de hoogte had gebracht van allerlei bijzonderheden van de plaats zelf en van het Casino. Gisteren nog! Hoe hartelijk waren de Wachners toen nog geweest, toen zij Anna aanzetten bij hen te komen souneeren, ter wijl Sylvia in Parijs zou zijn. Op dat oogenblik werd er geklopt en Sylvia sprong op. Zeker was het Anna zelf, die haar het antwoord op haar brief je kwam brengen. Binnenriep Sylvia in het Engelsch. Er volgde een korte stilte. Toen werd er weer geklopt. Dan was het Anna niet? Entrez De dienstman, die Sylvia's briefje naar het Pension Malfait had gebracht, trad nu binnen. Tot haar groote verbazing bracht hij den brief terug. De enveloppe was opengescheurd en met haar eigen brief vond zij er een velletje goedkoop postpa pier in, waar met potlood de woorden „me vrouw Wolsky is vertrokken" op gekrab beld waren. Sylvia zag op. „Vertrokken ?"fcTn„ Zij wiet niet wat zij hiervan moest denken. Zeker bedoelde men „uitgegaan". Missohien was Anna naar Parijs gegaan, om het door haar gewonnen geld naar een Bank te bren- gen. Dus mevrouw Wolsky was uit? vroeg zij. Mevrouw Wolsky heeft het Pension Malfait verlaten, zei de man kortaf. Mevrouw is vertrokken. Dat moet een vergissing zijn riep Sylvia uit. Mijn vriendin zou LacvilLe nooit verlaten zonder liet eerst aan mij to vertellen. Maar ik heb gezorgd, dat er een auto voor is, zooals u me gezegd hadt, vervolgde de man. Zij betaalde hem en ging haastig naar beneden. Wat ten vreemde vergissing! Het was onmogelijk, dat Anna Lacville kon hebben verlaten zonder er haar iets van te zeggen. Maar daar zij nu toch een auto mobiel tot haar beschikking had, zou zij zelf even naar het Pension Malfait rijden en vragen wat die boodschap beteekende en ook waarom men haar brief aan Anna had geopend. Als Anna werkelijk voor een dag naar Parijs was, bleef haar niets anders te doen over dan alleen haar ritje te maken. Het vooruitzicht lachte haar niet bijzonder toe, maar het was toch beter dan om dien hee- len middag op haar kamer of zelfs in den. tuin te zitten. Sylvia voelde zich teleurgesteld èn niet aangenaam gestemd, terwijl zij iu de open auto stapte. Zij had er zöo op gerekend Anna dien dag te zullen spreken. Zij dacht aan haar laatste gesprek met haar vriendin. Anna's woorden waren hartelijk en vrien delijk geweest en ofschoon Sylvia's vriend- eohap met Paul de Virieu haar goedkeu ring niet wegdroeg, had zij dit op zoo sym pathieke, tactvolle manier te kennen ge geven, bijna zooals een teedere, bezorgde moeder het zou hebben gedaan. 't Was zelfs vreemd, dat Anna haar niet had laten weten, dat zij voor een dag naar Parijs ging. Maar de Wachners zouden toch in ieder geval wel weten, wanneer zij terug zou komen. Den vorigen middag cn avond had zij immers met hen thee gedron ken en gesoupeerd Terwijl al deze gedachten door Sylvia's hoofd gingen, zag zij opeens de welgedane gestalte van mevrouw Wachner, die rustig op het voetpad, dat evenwijdig met dca rijweg liep, een wandelingetje deed. Mevrouw Wachner 1 Mevrouw Wach- ner! riep Sylvia verrast, en de auto tem perde fluks haar vaart cn hield stil. De „wereldburgeres", zooals zij zichzelf noemde, kwam nu op de automobiel af. Zij zag er warm on vermoeid uit. Het was iets heel ongewoons,, dat mevrouw Wachner op dit. uur en alleen door Lacvillo wandelde. Maar Sylvia wat te zeer vervuld van Anna Wolsky, om aan iets andeiis te kun-» nen denken. Weet u, dat Anna Wolsky vandaag niet hier is? vroeg zij. Ik heb zoo'n vreemde boodschnp gekregen van het Pen- i sion MalfaitToe, rijdt u even met ma i mee daarheen, om te "vrager, waar ze heen is en wanneer ze terugkomt. Heeft u er toen ze gisteravond bij u soupeer ?e, niefj over gesproken, dat ze er over dacht van daag naar Parijs te gaan? Lachend en dankend heesch mevrouw Wachner zich in de automobiel en nam met een voldaan gezicht naar Sylvia ii> de auto plaats. Toen keerde zij haar slim, resoluut ge-» zicht naar Sylvia, maar wachtte ecnig^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5