ZONDAG5BIAD*
IÉID5CH DAGblAD
411'
No16637.
Zaterdag* 23 Mei.
Anno 1914.
,1 pl71i|aTftA|t??ll il Ï7al i ili?«l i-l«t r'
'v '•- VAN HET *r
DE DRUKPERS.
(Nadruk verboden.)
Midden-in dewoelige, Russische stad,
vol kronkelingen van <licht-op-elkander ge
drongen straten, en onafzienbaar-ver uitge-
boUwd in de stille steppe, in een van de
vuile straten, door ieder, die er niet moest
zijn, gemeden, Avoonde de schrijnwerker
Butowky. Hij was een stille man, op wien
niets te zeggen viel. Zijn dochter Kathari-
na had, toen zij vijftien jaar avos, een be
trekking gezocht in Moskou, maar, zooals
hij zeide, sinds dien had hij nooit meer iets
van haar gehoord. Zeker was zij van hón-
'ger en ontbering omgekomen. Rusland
is groot.
In den beginne hadden zijn buren en vrien
den hem wel eens naar haar gevraagd.
,,Ho© gaat het Katharina
,,lk weet 't niet," had hij dof geant
woord. ,Ik heb eenmaal een brief van haar
.gehad, uit Moskou. Na dien tijd niets meer.
'Oze had zoo'n goed hartj e.too' n gouden
'hartj e.
Ze was als een zonnestraalte in mijn
huis. Ze was zoo rein als een duif, en ze
'had een stemmetje als een klokje. Nu i9
dat allés voorbij."
Na eeD paar maanden sprak hem niemand
meer over Katharina. Geen menscli lette
ook meer* op Butowsky. Al vroeg in den
mórgen' hoorden zijn buren hem werken,
maar hij' bemoeide-, zich bijkans mét geen
zijner vrienden, en alleen, als hij aange
sproken werd, hoorde men zijn stem.
'Niemand kon vermoeden, dat Katharina
Butowsky nog leefde, en in denzelfden kel
der huisde, waar haar vader zijn levenson
derhoud verdiende. Niemand wist, dat Bu-
towsky en zijn dochter revolutionairen wa
ren, en dat in het hok, waar Katharina
huisde, het blad werd gedrukt, welks oor
sprong de Russische geheime politie tever
geefs trachtte na te gaan. Nooit zag het
.jonge meisje zonnelicht; slechts een vale
'schemer drong overdag door in 't duistere ge
welf, waar de kleine machine stond, diep
verborgen, wanneer zij niet gebruikt werd,
aahter lompen en kleeden. Niet alleen
'drukte Katharina het bladook zette ze de
letters en schreef ze de artikelen. De ver
spreiding der courant iedere week was het
moeilijkst: het was een der zoogenaamde
klanten van Butowsky, die daarvoor zorg
de. Eiken Maandag bracht de schrijnwer
ker na nu eens een kast, dan weer een ta
fel met stoelen de stad in; alles was met
'kranten opgevuld. De klant, Ivan Plavovit-ch
zorgde dan verder voor de expeditie. Hij
behoorde tot. de rijkste en aanzienlijkste
bankiers der stadgeen menscb zou het
ooit hebben kunnen denken, dat hij lid
was der revolutionaire bende.
Reeds anderhalf jaar had dit alles, zon
der verandering, voortgeduurd, toen op
een morgen Ivan Pavlovitch den kelder
binnentrad, om Butowsky- te spreken. Daar
hij hem niet trof, werd hij door nieuwsgie
righeid gedreven, en hij besloot de drukke
rij te gaan bekijken. Hij klopte kort aan
den uitstekenden balk.
„Ik ben het, Ivan Pavlovitch", zeide hij
zaahtj es.
Hij hoorde het even verschuiven van stoe
len het. knarsen van een gewrongen
veer toen sloeg de deur open. Hij trad
binnen. De deur 'sloot zich weder van
zelf. -
Dc jonge man en het jonge meisje ston
den tegenover elkander. Ze hadden elkaar
nog nöoit gezien, natuurlijk wel van elkan
der gehoord. 1
Met een mengeling van vrees cn eerbied
zag Ivan Katharina aan. Dat was dus het
jonge meisje, van wie al zijn kameraden
spraken, zonder dat het meerendeel Avist,
waar zij zioh verborgen hield.
OnAvillekeurig vroeg hij zich af, of het
ideaal Avel waard was zóóveel op het spel te-
zetten. Dit meisje deed haar geheele jeugd
opzettelijk verlóren gaanzij vroeg niets
voor haarzelf, geen vriendschap van ande
ren, geen geluk geen liefde. Hij huiverde
onwillekeurig. Hij zag haar aan zijn blik
wilde van den haren niet wijken.
„Is 't nummer van de krant... gauw
klaar V'
antAVOordde ze met klankvolle
stem. „Over drie dagen wordt het laatste
artikel gezet." Ze gaf zich over aan de
weelde eens met een vreemde over
haar werk te mogen spreken.
Het was haar, of ze jn langen tijd den klank
barer stern niet .had gehoord, „Het wordt
móóier dan welke krant ook, het za<l een
ontroering teweegbrengen dóór geheel Rus
land". j
Zij zweeg ey.en. Het scheen, dab ze hem
in 't geheel, niet aanzag, en nu het gevcèl
had, dat ze met zichzélf alleen praatte.
Hoor oogen schitterden, haar handen beef
den. „Mijn krant zal den Aveg vinden naar
het hart van Rusland", riep ze uit. „Ik
Aveet het duizenden mensohen lezen, wat
ik schrijf. Eén krant komt in handen van
honderden menschen. De een reikt de
krant aan den ander over. Dat geeft me
een grooten troost, als ik hier ben opge
sloten, dat heel Rusland voelt, wat er in
mijn gedachten omgaat."
Hij staarde haar met eerbied .an. Ze ge
leek hem een heldin, hij was ontroerd, als
las hij de daden van een groot man. Ze hief
haar armen in de hoogte, of ze van plan
was een volksmenigte toe te spreken.
„Wanneer dit nummer maar gedrukt zou
zijn," fluisterde ze, „en verspreid, dan zou
ik het idee hebben, dat. ik mijn levensdoel
nabij was. Alles, Avat ik tot dusver heb ge
daan, lijkt me slechts een voorbereiding
tot dit een. Zie" ze haalde koortsachtig de
proeven uit de lade, „lees dit eens".
Hij leunde tegen de drukpers, en keek
de artikelen een voor een door. Zij stond
dicht bij hem, zag angstig naar de uitdruk
king op zijn gelaat. Toen zij bemerkte, dat
hij de artikelen met vrome geestdrift las,
glimlachte ze. Het was haar een bewijs, dat
ze het gemoed van haar honderden lezers
zou treffen.
Zij namen met eenvoudigen handdruk
aran elkander afscheidzij ging weder aan
haar werk, hij begaf zich huiswaarts. Maar
niet als altijd vond hij op zijn gezellig, be
haaglijk bureau rust. Hij betrapte er zioh
op, dat telkens zijn gedachten afdAvaalde*
en dat hij zijn oogen gesloten had. Toch
kon hij zich als in een newel zijn droomea
herinneren. Gelijk door een magische mach4
gedreven, ging hij den volgenden dag we
der naar de woning van Butowsky-, dien hij
nu thuis aantrof.
Hij sprak even met hem, ging toen recht
streeks naar de drukkerij, klopte even aan,
noemde zacht zijn aamIvan Pavlovitch.
Weder als den dag to voren ging dc deur
open. Hij trad binnen.
Het kwam hem voor, dat zij er bleeker
uitzag dan gisteren, haar oogen meer. schit-.
terden, en haar handen meer beefden nog.
„Overmorgen," zeide zc, „is 't artikel
klaar."
Hij stond recht tegenover haar en keek
haar aan.
„Zet je niet te veel op het spel," riep
hij smartelijk. „Vannacht heb ik niet ge-,
olapen, ik moest er voortdurend aan
denken dat jij je leven waagtKa
tharina!"
Haar blik verliet den zijnen niet. Zè,
staarde naar hem, of ze zijn ziel doorgron
den wilde.
„Ik heb altijd je naam bewoüderd Ka
tharina Butowsky," snikte hij. „Van 't>
oogenblik, dat ik hoorde dat je bestond
en wat je werk Avas, heb ik met eerbied
aan je gedacht. Nu ik je gisteren g.eziea.
heb.zijn'Biijn gedachten
„Vóór je spreekt, lvan PavloAitah, wil,
ik je zeggen, móet ik je zeggen... dat er bij'
mij geen sprake k,an zijn
Waarom dan niet'? We zullen samen
vluchten naar Zürich. We zullen er gaan(
studeeren, ons door 't leven slaan, buiten!
Rusland voor onze ideëen werken."
„'t Gaat niet", zeide ze vastberaden, .ik
heb hier mijn Avork." Ze sprak 't rustig uit.
„De drukpers is mijn vriend ik kan
je kameraad zijn, je zuster, als je wilt
lvan Pavlovitch Maar nooit meer.''
„Ik heb je lief," herhaalde bij.
„Ga hier vandaan," hernam ze treu
rig. „Kom hier nooit Aveer, In Rusland zijU
meisjes genoeg, lvan Pavlovitch, en meisje*,
genoeg verlangen er naar dat jij bij
haar zou komen, en zou vragen, wat je mij
gevraagd hebt. Zie je niet blind op één
plaats."
„Weet je Avat liefde is?" riep hij uit.
„Zoo onafwendbaar als de bliksem is dc
liefde. Ik ben er \an getroffen, en beu
voor eeuwig ellendig. Ik kan niet zeggen,
dat ik je dadelijk lief heb gekregen. Eerst
gisteravond toen ik alleen op mijn ka
roer aan je dacht toen toen Ka
tinka Katinka
Hij sprak den koosnaam met moeite. Zij
sloeg de handen voor haar gelaat, of ze zijn
aanblik niet meer kon verdragen.
„Katinka Katinka", riep hij uit.
„Nooit," antwoordde ze, als in afschuw
voor hem.
„Wanneer je me niet neemt," dreigde
hij, „zal ik me wel weten te wreken. Ge
loof niet, dat je nu dadelijk van me afbent.
Ik kan niet zonder je leven. Het denk-