N<>, 16619. Dinsdag S8 April. Tweede Blad. A0. 1914. BUITENLAND. Mexico en de Vereenigde Staten. Haagsehe Rechtbank. „i>c Lakenhal", de Stadsheerlijkheden en de Vrooiiwatercn. I. 't Is eenige weken geleden, dat we mel ding maakten van do verschijning van twee boekwerken, waarvan we ons voor namen te gelegener tijd nog eens een en ander mee te declen. Beélè gedrukten hebben betrekking op de geschiedenis onzer stad en uit dien hoofde wenschten we eenige meerdere ruimte te benutten voor de bespreking dan dat we gewoonlijk beschikbaar heb ben. Deze twee boekdeelen zijn do Catalo gus van voorwerpen in het Stedelijk Mu seum ,,De Lakenhal" en Archieven van de Stadsheerlijkheden en van de Vroon- dateren". De bewerking van beide is van nir. dr. J. C. van Overvoorde, conserva tor van het museum en gemeente-archi varis. De genoemde catalogus is, zooals we reeds meldden, een geweldig boekdeel ge worden en niemand mag zich meer zonder dezen gids in ,,De Lakenhal" vertoonen De practische indeeling valt direct op en daarbij heeft dr. Van Overvoorde zooveel bijzonderheden bij \ele voorwerpen opge somd, dat hij tegelijk een zeer leerrijk werk heeft verschaft. ,,Do Lakenhal" is zoo langzamerhand een omvangrijk museum geworden. Deze catalogus toch bevat bijna 3100 nummers en daarbij komen dan nog de schilderij en, die in een afzonderlijken catalogus zijn opgenomen. In den catalogus van voorwer pen zijn wel genoemd, die doeken, die be trekking hebben op de geschiedenis der stad, b.v. de doeken met schilderingen uit den tijd van het beleg. Ook eenige num mers uit de prentenverzameling even eens in een afzonderlijken- catalogus opge noemd kan men hier vermeld vinden. Dr. Van Overvoorde doet zijn arbe;d van een voorrede voorafgegaan. De schrij ver gaat in 't kort de oprichting van het Stedelijk Museum te Leiden na. We lezen daar, hoe in 1869 de heeren B. W. Wittp- waal en mr. C. W. Hubrecht een verzoek tot den gemeenteraad richtten, om ovtr te gaan tot het stichten van een niiueum. Een commissie werd benoemd, een oproep aan besturen en particulieren werd gedaan cn spoedig kon het plan worden \erwe- zijnlijkt, de in 1639 door den stadsarchitect Arcnt van 's-Gravensando ontworpen La kenhal kon voor museum in gebuuk wer den genomen. Uit historisch oogpunt had men dos een prachtige gelegenheid, maar uit practised oogpunt een minder geschikt gebouw. Het monumentaal karakter belette om die veranderingen aan te brengen, die voor een museum gewenscht waren. De heer D Hartevelt kwam hieraan in 1S90 tegemoet, door ter nagedachtenis aan uen heer H.C. Hartevelt de kuastzaai \oor de belangrijkste schilderijen te doen bou wen. De beteekenis van dit museum komt dui delijk uit in deze, dan volgende, passage van den schrijver ,,De kern der verzameling (de heer Over voorde spreekt hier n.l. over de schilderij en) werd gevormd door de op het stadhuis aangetroffen schilderijen en de nog aldaar en bij de gestichten berustende oude voor werpen. Hierdoor verkreeg het museum een sterk sprekend Lcidseh locaal-histo- risch karakter, hetwelk ook bij de latefe aankoopen, op één enkele uitzondering na, op clen voorgrond stond, door in het bij zonder datgene bijeen te brengen, wat een bijdrage kon geven tot de kennis van de geschiedenis der stad met haar instellin gen en van de levenswijze van haar inge zetenen". Dr. Overvoorde wijst er dan op, hoe hot dikwijls onmogelijk was om voor een goede doorvoering van dit principe de noodige gelden te vinden. Dan behandelt de schrijver in zijn voor rede de afdeeling schilderkunst, wijst op het belang der Leidsche school en memo reert, hoe hij als conservator hierdoor bui tengewone credieten van de gemeente en den steun van de vereeniging Item- brandt" en van kunstvrienden, gevoegd hij het niet onbelangrijk 6aldo van de Leidsche Rembrandt-tentoonstelling in 1906 lets meer kon doen en sommige Leidsche meesters beter tot hun recht kon doen ko men. De schilderijen-afdeeling geeft nu een benaderend beeld van de beteekenis der Leidsche echildcrschool, al blijven ook hierbij nog gevoelige gapingen merkbaar, getuigt dr. Overvoorde. De eerste catalogus, zoo lezen we, ver scheen in 1875, de laatste in 1886 en sedert perkte men tot 1899 met supplementen, loen waren er zooveel bijlagen, dat de ca talogus vrijwel onbruikbaar was geworden. Er is thans een nieuwe bewerking ver schenen. In den breede somt de schrijver °P, wat hij in dezen catalogus beschrijft. We z,cn daaruit dat een groot aantal nummers uit vorige catalogi vervallen zijn, wijl voor kei pen, die in bruikleen waren gegeven, cruggevraagd waren of uit het museum erw-ijderd, wijl ze van geen beteekenis wa- ren, doch aangenomen in een tijd, dat de df!jjTlte nog toeliet, elke gift to aauvaar- h)e samensteller brengt dank aan hen, 16 1(?tn hij de bewerking van dezen catalo- hielpen, in het bijzonder aan den heer J. A. Frederiks, te 's-Gravenhage, die me de een gedeelte van de verzameling be werkte, aan den heer W. K. F. Zwierzina te Leiden, die de beschrijving der penningen aanvulde met de daarover verschenen lite ratuur, aan dr. N. W. Posthumus, thans hoogleeraar te Rotterdam, die geholpen lieeft bij de poging om een meer gedetail leerde indeeling te krijgen van de zoo be langrijke verzameling stempels en looden van de Leidsche draperie en aan den heer J W. Broekhuizen, concierge van het mu seum voor de hulp bij de velerlei werk zaamheden aan de samenstelling van den catalogus ondervonden. Voor wien de Lakenhal bezoekt is deze catalogus onmisbaar. Hij zal den bezoeker tot leering strekken. Het andere werk van dr. Overvoorde be weegt zich niet op het gebied van het mu seum, maar op dat van het archief. Een Consul gearresteerd. De Mexicanen hebben nu ook een vijan dige daad gedaan. Die eer gunnen ze de Amerikanen alleen niet. Naar de ,,Berl. Ztg. am Mittag" uit New- York verneemt, bericht de Amerikaansche consul te Monterey (Havanna), dat hij van de zijde der Mexicanen een grove belcedi- ging heeft ondergaan, waarbij die van de Unie-vlag te Tampico slechts kinderspel is geweest. Den 21en April kwam een offi cier van Huerta op het Amerikaansche con sulaat en verlangde, dat de twee Ameri kaansche vlaggen, welke op het gebouw wapperden, neergehaald zouden worden. Toen de consul dit weigerde, klommen Mexicaansche soldaten op het dak van het de aan de Ver. Staten getrouwe rebellenaanvoerder. gebouw, haalden de twee Amerikaansche vlaggen neer, scheurde de doeken aan flar den en besmeerden deze met straatvuil. De beleediging van de Amerikaansche vlag werd door het volk van Monterey met groot gejuich begroet. Den 22en April werd consul-generaal Hanna gevangen genomen en in het tuchthuis opgesloten. Later werd hij voor den krijgsraad gedaagd, onder be schuldiging, dat hij gesympathiseerd liad met den aanvoerderder rebellen. Op den 24sten April werd Monterey door de op standelingen onder bevel van de generaals Gonzales en Gastro bezet, die den Ameri- kaanschen consul-generaal onmiddellijk be vrijdden. De Interventie >an Zuid-.Vmerika. Dit nieuwe conflict te Monterey zal na tuurlijk de interventie-plannen der Zuid- Amenkaansche republieken ernstig dwars- boomen. Te New-York meent men, dat de onderhandelingen daarover thans nutteloos geworden zijn uit Washington wordt daar entegen gemeld, dat men in de omgeving van president Wilson nog steeds hoopt op een gunstig resultaat der bemiddelingspo gingen Wilson zou er sterk vóór zijn. Om trent het bericht van den Spaanschen ge zant te Washington, dat Huerta de inter ventie aanvaard heeft, is tot nu toe in de hoofdstad der Unie geen bevestiging te verkrijgen. De gezanten van Argentinië, Brazilië en Chili wisselen den geheelen dag dringende telegrammen met Mexico-City. Wilson heeft zich bereid verklaard de bemiddeling te aanvaarden. Doch hij heeft aan zijn verzoek eenige voorwaarden ver bonden. Huerta moet aftreden en Carranza en Apata moeten hun vijandelijkheden sta ken. Yoor de eerste voorwaarde zal Huerta natuurlijk niets gevoelen. En de rebellen aanvoerders zullen zich aan den tweeden wensch niet storen, nu de Amerikanen zich niet hebben gedragen, zooals dat de rebel len wenschten. Er is ook nog een derde voorwaarde, n.l. het houden van verkiezingen onder toe zicht van een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van Argentinië, Brazi lië, Chili en de Vereenigde Staten. Men verwacht in Washington begrijpelij kerwijze van deze tusschenkomst niet veel. Tc Vera Cruz. Te Vera Cruz ziet het er treurig uit, de bevolking wordt getoisterd door ziekte en hongersnood. Wel worden dagelijks honder den gevoed op kosten van de Amerikaan sche marinoautoriteiten, maar toch lijden CENERAAL CARRANZA, da robcllonchef, die do Amerikanen heeft aango- zogd, dat ze Mexico's' grondgebied mooton verlaten. velen nog honger. En daarbij komt, dat de pokken in de st-a-d zijn ultgeorok-en en dat zich verschillende gevallen meningitis cere- bro-spinalia hebben voorgedaan, zoodafc de Amerikaansche officieren van gezondheid zich genoodzaakt zien d^ besmette distric ten te isolecren teneinde uitbreiding van de ziekten te voorkomen De Amerikanen hebben groote hoeveel heden geweren en patronen in beslag geno men. Een huis tegenover het telegraafkan toor bleek bij onderzoek een waar arse naal. Een afdeeling matrozen heeft Zater dag een begrafenis aangehouden, den lijk kist geinspecteerd en bevonden dat die vol wapens was. Op die wijze hoopten de Mexi canen aan de bevolking wapens te kunnen uitdeelen. In Mcxico-stad. In de Mexicaansche hoofdstad wordt de toestand voor de buitenlanders allengs be narder. Het gcheele bestuur van de Ame rikaansche Club, de Mercantile Banking Cy. en de Mexico City.B&nking Cy. is ge vangen genomen, dat van de beide banken wegens de weigering out de regcering geld voor te schieten. Een poging om het ge bouw der Amerikaansche Club in brand te steken is nog bijtijds verijdeld. Van de Amerikaansche winkels is een in brand ge stoken en drie zijn geplunderd De Mexicanen in het noorden hebben nogmaals, doch weer zonder succes ge poogd een inval in de Vereenigde Staten te doem De buitenlanders vluchten nog in grooten getale. Vooral Engelsche en Duitsche oorlog schepen nemen deze vluchtelingen aan boord. x Een telegram heeft reeds doen ULSTER zien, dat de Ulstcrmannen met den invoer van wapenen en am munitie 'n flinken slag hebben geslagen. De invoer van wapenen en ammu nitie een flinken slag hebben geslagen. De militaire autoriteiten zijn door de comman danten geweldig to pakken genomen. Vele bijzonderheden omtrent de wcloverlegde wijze, waarop de rebellen hun werk vol brachten, worden gegeven. Van Belfast tot Larne, een afstand van 43 K.M., patrouilleerden Vrijdagavond ster ke afdeelingen vrijwilligers langs do gc heele kust. Ook de landwegen en toepa den, die uit Glenarm, Ballymena, Ballycla- re en andere plaatsen, naar Lcrne leiden, waren door hen afgezet. De menschen merkten, dat er iets bijzonders gaande was, maar slechts weinigen, ook onder do vrij willigers zelf, wisten wat er gaande was. In de buurt van de haven en in de stra ten van Larne stonden gewapende mannen geschaard, zoo stil als soldaten die para deeren, terwijl de offioieren heen en weer liepen en op gedempten toon spraken. Om negen uur 's avonds hoorde men de machi nes van een stoomschip dat do Lough op voer. De lichten aan de masten werden zichtbaar en ten slotte doemde de gedaante van het geheimzinnige schip uit de duister nis op. Eenige minuten later lag het aan de kade gemeerd. Kort daarvoor was Larne van de buiten wereld afgesloten, daar alle telegraaf- en telefoon-lijnen vernield waren. Alle voer tuigen, die kwamen en gingen, werden aan gehouden en alleen auto's, die van een bij- zonderen pas voorzien waren ten bewijze, dat zij voor het vervoer vau het wapentuige dienst moesten doen, werden doorgelaten. Van alle kanten kwamen nu de auto's aan rijden. Het schip ha<i aangelegd aan den steiger van de postboot van Stanraer, welke stei ger door een hek van den openbaren weg afgesloten is. Niemand mocht dat hek door, tenzij hij weer kon bewijzen, dat hij aan gewezen was, om zijn diensten te verlcc- nen. En toen nam het lossen een aanvang. De vrijwillige bootwerkers werkten als paarden. Toen de dag begon aan te breken, was de karwei volbracht cn lichtte de ,,Mountjoy" dadelijk het anker. De politie, kustwacht en kommiezen van de invoerrechten waren tegenover de cordons van de vrijwilligers machteloos, zij waren ccn handjevol tegen over een keel leger en konden dus niets uit richten Het schip, dat een gedeelte van do la ding van de ,,Mountjoy" had overgenomen, stoomde nog den eigen nacht naar Do- naghadee en ging daar voor de groote 6toomkraan liggen. Daar wachtten ook ge wone auto's en vrachtauto's en werden 70 ton geweren en munitie onder de oogen van politie en kommie'zen, dio door 700 vrijwil ligers in bedwang werden gehouden, gelost. De rest van zijn lading loste het schip te Bangor. Het voorloopig on- VLOOTSCHANDAAL derzoek in het Ja- IN JAPAN. pansche vloot-schan- daal is geëindigd. De correspondent van de Londensche „Ti mes" in de Japansche hoofdstad weet eenige bijzonderheden mee te deel en. Uit het onder zoek zou gebleken zijn, dat de Japansche agenten van de Eng. firma Vickers, door wier bemiddeling do bouw van den kruiser „Kongo" aan die firma is opgedragen, van hun commissieloon ad 115,000 aan admiraal Matsoemoto 40,000 hebben afgestaan. Zij wordeD deswege van omkooping beschul digd. Herrmann, de Tokiosche agent van de Duitsche firma Siemens en Schuckert, wordt beschuldigd van omkooperij in verband met een contract over draadlooze telegrafie, en van vernietiging van uit het Duitsche consu laat te Jokohama gestolen bewijsstukken. Poolcy, de vroegere correspondent van Reu- ter's agentschap te Tokio en Blundell, de correspondent van hetzelfde agentschap te Jokohama, worden beschuldigd, voor 75 geheime stukken, door zekeren Richter uit het bureau der firma Siemens-Schuckert ge stolen, to hebben gekocht cn met behulp daarvan de firma 60CO te hebben afgeperst. Admiraal Matsoemoto zal voor een krijgsraad worden gedaagd. K.ÜBÈTK BERICHTH'ltf. Volgens ,,De Nieuwe Gazot" zijn tien kanonnen, onlangs naar Antwerpen gezon den om te dienen voor de verdediging der stad, spoorloos verdwenen en heeft minister Do Broqueville het legerbestuur aange schreven, te onderzoeken waar zo zijn. De Belgische koning cn koningin heb ben gisteren te Luxemburg aan een gala- maal deelgenomen. Ook de gezant-en van Frankrijk, Duitschland, België en Italië zaten aan. Er is ook getoast. Na den maal tijd is een rijtoer door de geïllumineerde stad gemaakt. Over de Fransche verkiezingen zullen ^ro ditmaal zwijgen. F.r is te weinig belang rijks. Do heeren politici zijn bet over het aantal zetels dat elke partij bezet-, nog niet eens. Met 324 tegen 2-17 stemmen heeft het Engelsche Lagerhuis gisteren in tweede le zing het wetsontwerp tot afschaffing van het meervoudige stemrecht goedgekeurd. De beterschap van den Zweedschen koning duurt voort. Den groot-stcn tijd van den dag blijft de lijder nog te bed. Dage lijks vertoeft hij oen korten tijd in de bui tenlucht. Keizer Frans Jozef heeft aartshertog Frans Ferdinand en den minister van bui- tenlandsche zaken ontvangen. De patiënt heeft een half uurtje in de kleine galerij in de zon gezeten Turkije heeft aan een Europeesche werf een derde dreadnought besteld. Het schip moet in twintig maanden gereed zijn. De Grieken hebben volgens de berich ten thans geheel noordelijk Epirus ont ruimd. De schipbreuk der „Koincta". Van het- Russischo stoomschip „Kometa", welks schipbreuk we gisteren meldden, heeft het Italiaansche stoomschip „Lampo" zeven opvarenden gered, onder wie de vrouw van den kapitein, het Engelsche stoomschip „Limerick" heeft vijf menschen gered, het Fransche stoomschip Maroc" drie. Er worden nog 15 opvarenden ver mist. Mon weet niet of de kapiteiD der „Ko meta" op do „Limerick" is, dan wel of hij tot de vermisten behoort. Alle geredden hebben brandwonden, vijf zijn in zorgelijken toestand. De „Ivometa" is uitgebrand en daarna gezonken. De geredden denken dat de ontploffing aan boord is veroorzaakt door vonken uit den schoorsteen. Zij zijn van oordeel, dat de kapitein omgekomen is. Bij onderzoek langs de kust zijn geen lij ken gevonden. FAILLISSEMENTEN. A. de Groot, assuradeur, te Utrecht, thans gedetineerd in heb huis van bewaring. D. da Wit, winkelier in huishoudelijke artikelen, te Ben nebroek. G. J Hiddink, ontslagen gemeente-archi. toet, te Wormcrveer. A. de Swart, rijwielhandelaar, te Gorin chem A A Sprajigers, rijwielhandelaar en ko perslager, te ]?rinsenhage, thans zonder bekende verblijfplaats. P, Broertjes, broodbakker, te Ursum. Do naamlooze vennootschap Anglo-Dutch Trading Company. P. Janssen, landbouwer, te Beers De Handelsvennootschap J. O. Kokoe en Co danvaskleedormaker, en baar individu- eele vcnnootcD J C. Kokec, en D. Cardozo, Amsterdam. H vaji Kan, Timmerman, Amsterdam A. D. Smit timmerman, Amsterdam. W. G. F. Bosman, brievenbesteller, Den Haag. Duurde gisteren de voormiddagzitting lang, langer dan gewoonlijk, ook de na middagzitting vorderdo nog heelwat tijd. Allereerst kwamen toen voor zes zaken! betreffende Katwijksche zeejongens. J. G., K. v. d. P., D. H., J. P., J. van' D. en B. v. d. P., allen schippers of vis- schers op vaartuigen van een Katwijkscho reederij en komende van Katwijk, hadden voor het kantongerecht te Leiden terecht gestaan, omdat zij als schippers en gezag voerders van visschersvaartuigen op de Noordzee aan boord leerplichtige jongens werkzaamheden hadden doen verrichten, n.l. heb vasthouden van de reep Indertijd hebben wij van de behandeling en de verdediging in deze zaken voor dab kantongerecht melding gemaakt en ook be richt, dat de kantonrechter de beklaagden deels had vrijgesproken, deels ontslaget van rechtsvervolging. Het O. M. bij bet kantongerecht was in hoogcr beroep gekomen cn zoo dienden nu die zaken voor de rechtbank.- Het verhoor van beklaagden, die zeiden er to zijn ingeloopen door verklaringcr van vaders omtrent den leerplicht-, ook da* van do hoofden der scholen, de heeren D. Backer en J. J Kraal omtrent de verrich tingen van Engel, Gijs, Leendert, Huig, enz., cn derzelvo schoolverzuim leverde niets nieuws op. Voor elk der beklaagden eischte het O. M. twintig gulden of vijf dagen hechte nis. Mr. H W. C. J. de Jong, van Leiden, bij wie B v. d. P en J. G. op het Volkshuis om raad waren gekomen, verdedigde hen ook thans. Dit pleidooi wenschcn wij wat uitvoeriger te behandelen dan den vorigen keer, om de belangrijkheid er van. De verdediger zette uiteen, hoe wel do Arbeidswet het meenemen van zeejongens verbiedt, doch dat de reederijen in dezo allerminst met den wetgever hebben mee gewerkt. Immers, het aandeel der be< manning in de besomming is na de Ar beidswet 1911 eender gebleven, hoewel i.^ plaat-s van een kleinen, een grooten jnr. gen moest worden meegenomen. Practisch zou het er dus op neerkomen, dat hetgeen zulk een grootere jongen meer kost, door schipper en bemanning wordt betaald. Pleiter zette verder uiteen hoe beklaag den er in geloopen zijn door de misleiden de woorden van den vader van het mee genomen jongetje. Overgaande tot de bespreking der rechts kwestie, betoogde pleiter, dat de in dezo uitgebrachte dagvaardïging, èn wat don tijd, waarop het feit zou gepleegd zijn, èn wat betreft de plaats van het delict, èn wat betreft do omschrijving van 't feit zelf, door het gebruiken eener qualificatio nietig zou zijn, waarbij verschillende' rechterlijke beslissingen werden ingeroe pen. Voorts was pl. van rceening, dat mede had dienen te zijn ten laste gelegd, dat do jongen geen aan boord wonend kind of pu pil van bckl. was (art. 27 der Arbeidswet), dat het in deze ingeroopen art 14 dier wet moet worden in verband gebracht met art. 47 sub en dus op dien grond ook geen veroordecling kan volgen, terwijl aan het slot pl. nog nadrukkelijk wees op het feit, dat de reeder wel degelijk van het naar zco nemen van de jongens wist en dus zelf had moeten terechtstaan Toen volgde Wedcrspannigheid te Voorhout. Beklaagde N. M. W. van dezo euveldaad jegens een buiten-politie-man ziet er gezond uit, want zijn blos is er geen van schaamte of van blocheid of van op winding. Daarmee heeft de Yoorhoutscho zon de wangen van dezen landarbeider ge kleurd. En dien blos wilde hij blijkbaar in den donkeren kerker niet verliezen, want Lij bad geen zin de drie dagen, welke hij daar in moest doorbrengen ingevolge besluit van den Leidschen kantonrechter, binnen de muren to vertoeven En de geldboete ter vervanging van de hechtenis kon hij naar zijn beweren niet betalen Op 7 Maart- zag veldwachter J. de Vries, van Sasscnheim, hem op den weg Hij hield hem aan en zei, dat hij nog straf te goed bad cn dat de ambtenaar van het kanton gerecht had bevolen, dat hij zou worden overgebracht tot het ondergaan van zijn straf. „Je bent- m'n arrestant", bad Do Vries gezegd. Maar hij wou nieo mee en or ontstond een worsteling, daar De Vries W. had vastgegrepen. Volgens bekl. „werptc" De Vries hem op den grond, to gen prikkeldraad, zette de knie op zijn kin, wilde hem boeien, maar do ketting van de handboei brak. Bekl. roeg aan de rechtbankMoet hij mij als beest be handelen '1 Ik ben toch ook menseh 1 En hij beweerde, dat wat Do Vries had geschre ven in het proces-vcrbaul, dat bij had „ge- sloegen' en getrapt, onwaar was Een lastige patiënt, noemde De Vries dezen man, die zich met geweld had ver zet, waardoor de onlangs nieuwe Rijks- boei was gebroken. En in het draad gewor pen had hij hem niet. Ook was hij „niet wilder geweest dan gewoonlijk", zooals bekl.'s verdediger mr Moerel, beliefde te veronderstellen, want hij liad nog zijn horloge geraadpleegd om te zien of het wel de juiste tijd waa voor do arrestatie met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5