flot 16614.
Zaterdag 25 April.
I>ei*cTe I3lad. A0. 1914.
OFFICïfl^IC KEINNGJ-EVIlX Gr
Brieven van een Leidenaar.
DA&BLAD
den Raad dier gemeente, in zijn vergade-
De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door
ring van den SGsten Maart 1914, is vastgesteld de volgende verordening:
VERORDENING
houdende wijziging van do verordening van 23 April 1903 Gemeenteblad No. 23) op bei gebruik van het Openbaaar Slacht
huis, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 10 December 1903 (Gei.raeenteblad No. 33).
>P
bewijs L9 afgegeven, dat liet verschuldigde
stalgeld ia voldaan."
ART. VIL
Art. 81 wordt gelezen, als volgt:
„Allo dieren, voor zoover zij niet vol
gens Israëlietischen ritus worden geslaoht,
moeten vóór do bloedsontlrekking zoo vol
ledig mogelijk worden bedwelmd.
Het doodon der dieren zonder voorafgaande
bedwelming is verboden.
Het bedwelmen geschiedt door het perso
neel van het Openba-ar Slachthuis en met
werktuigen, welke, ouder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders, door den Di
recteur worden a-angovtezen."
ART, vin.
Art. 37 wordt gelezen als volgt:
„Hij, die de dieren doodt, draagt zorg,
dat het daarvan afkomstige blood wordt op
gevangen en onmiddellijk in een hiervoor
bestemde bak wordt gestort, tenzij het door
of vanwege den eigenaar onmiddellijk na
afloop der keuring in gooi gesloten, water
dichte blikken bussen wordt weggevoerd.
Het bloed van dieren, waairvan de slok
darm weird doorgesneden, of die b^i onder
zoek aan ziekte blijken geleden te hebben,
mag niet medegenomen worden.
Het voor menschel ijk voedsel bestemde
bloed, mag alleen in goed gereinigde voor
werpen opgevangen en met zindelijke stokjes
of andere daarvoor gebruikelijke metalen
voorworpen, on niet met do hand, geroerd
worden."
ART. IX.
Hot 1ste lid van art. 49 vervalt; in do
plaats daar-van wordt gelezen:
„I> beschikbare koelruimte wordt- telkens
ten hoogste voor éénf jaarlijksch kocltijdperk
ten gebruik© afgestaan."
De aanhef van Km 2de lid van art.. 49
wordt gelezen als volgt:
„Evenwel kan in den loop der koelpe-riode
door deD Directeur, aan een gebruiker, enz
ART. X.
Art. 53 wordt gelezen als volgt:
„Het voorkoelhuis ij gedurende het koel-
tijdperk voor de gebruikers van het koel
huis toegankelijk gedurende den voor het
slachten vastgesteld en lijd en op do uren,
dat he. koelhuis is geopend.
Het koelhuis is voor da gebruikers toegan
kelijk, gedurende het koeltijdx>erk dagelijks,
uitgezonderd do Zondagen, den Goeden Vrij
dag, de 2de Paasch- en Pinksterdagen, den
Hemelvaartsdag, do beide Kerstdagen en den
Nieuwjaarsdag,
dc3 morgens: tusschen 1 April en 1 Octo
ber van 0 tot 7 uur; na 1 October van 7
tot 8 uurdos Zaterdags echter van 61/»
tot 71/» uur;
vervolgens vaff~des voormiddags 11 tot de3
namiddags 1 uur;
on verder des namiddags van 6 tot 7 uur.
Op de Zondagen is liet koelhuis gesloten
op de feestdagen genoemd in liet tweede
lid van dit artikel is het geopend van 7
tot 8 uur (les morgens.
Het koeltijdperk vangt aan op 1 April,
of zooveel later, als de weersgesteldheid naar
het oordeel van Burgemeester en Wethou
ders toelaat, en duurt 7Va maand.
Behalve op de bovengenoemde uren is het
koelhuis gedurende de koel periode boven dien
geopend, des Zafcerdagsnamiddags van 10 tot
10V2 uur.
BuTgemeesteT en Wethouders kunnen liet
koelhuis ten allen tijde buiten gebruik stel
len, wanneer naar hun oordeel het belang
van de exploitatie van het Slachthuis dit
medebrengt."
ART. XI.
In den 3dcn en 4den regel van art. 60
wordt in plaats van: „17 tweede, vierde,
vijfde, zesde en zevende lid" gelezen: „17
I eerste, derde, vijfde, zesde, zevende, achtste
cn negende lid."
Gezondheidscommissie, d d 20 Februari
De Burgemeester,
N. C. DE GIJSELAAll.
De Secretaris,
VAN STRIJEN,
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 31 Maart/0 April
1914, B. No. 416 (2e afd.) G. S. No. 5, in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24en April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N C. DE GIJ SELA All, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
artikel 1.
Art. 2 van bovengenoemde verordening
ordt gelezen als volgt:
,do dienaren der gemeen te-poli tie, benc-
•ens do directeur, de keuringsveearts tevens
Ejurtct-directeur, de keurmeesters.opzichters
e opzichter-hulpkeurmeester en do portier
•an het Openbaar Slachthuis zijn belust met
zorg voor de orde cn veiligheid op het
)p£nbaar Slachthuis, de handhaving dozer
rerordening, het opsporen van overtredingen
arvan en het te dezer zake opmaken van
jt 0 ces - ver b aal
art. n.
Art. 3 wordt gelezen als volgt:
„Het Openbaar Slachthuis is, behoudens
de in het twecio lid van dit artikel ge
ruide dagen, geopend:
a. tot hot aanvoeren, ten onderzoek aan-
Dieden on slachten van voc en tot heb afhalen
111 vleesch uit do elachthallen
van 1 April tot 1 October,
op Maandag, Dinsdag, Woensdag cn Don-
rTiiag van des morgens 6 uur tot des na-
iddags 1 "uur cn van des namiddags 3
tot 7 uur;
op Vrijdag van des morgens 6 uur tot
les namiddags 2 uur en van des namiddags-
tot 8 uur;
op Zaterdag van des morgons 6 uur tot
s namiddags 1 uur;
van 1 October tot 1 April,
op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Don-
er.lag van des morgeus 7 uur tot des na-
Diil'lags 1 uur cn van des namiddags 3
tot 7 uur;
op Vrijdag van des morgens 7 uur tot
de-s namiddags 2 uur en van des namiddags
8 tot 7l/2 uur;
op Zaterdag van des morgens 7 uur tot
:s namiddags 1 uur^
cn bovendien tot hel afhalen van vleesch
jiit do slachtliallen,
on Zaterdag van des morgens 61/? tot 7 uur.
b. tot hét aanvoeren, ten onderzoek aan
bieden en slachten van vee, mits de aange
roerde en ten onderzoek aangeboden dieren
wmiddellijk na dat onderzoek worden ge
dicht en tegen betaling van liet afzonderlijk
iervoor vastgestelde tarief, gedurende het
uur onmiddellijk voorafgaande a-an, en hot
uur onmiddellijk vólgende op dc uren, waarop
olgens het bepaalde onder a het Openbaar
Slachthuis tot dezelfde doeleinden is open-
•sleld, onder voorwaarde
lo. dat de aanvrage tot slachten tijdig en
met opgave van redenen aan den Directeur
jcjchiedt;
2o. dat de Directeur tegen het slachten
in die uren en tegen de opgegeven redenen
ti bezwaar hoeft.
tot het slachten van vee door eu teen
loeve van Israëlïctische vleesch ver koopera,
die door den Oppcrrabijn van het. ressort
's Graven hag e gemachtigd zijn naar Israëlie-
tisehen ritus te slachten en van deze bevoegd
heid aan den Directeur hebben kennis ge
geven, gedurende ten hoogste twee uren, na
dat de Sabbath i§ geëindigd of op IsraC-lie-
tisehe feestdagen, niet vallende op een der
dagen in het volgend lid van dit artikel ge
noemd, gedurende ten hoogste Iwoc uren,
nadat de feestdag is gccincLigds
Het Openbaar Slachthuis is gcHoten op de
Zondagen, den Goeden Vrijdag, de 2de Paasch-
en Pinksterdagen, den Hemelvaartsdag, de
beide Kerstdagen, den Nieuwjaarsdag, als-
ïnede vanaf des middags 12 uur op den
hlaskcradedag bij gelegenheid van de Lus
trumfeesten, den 3.1cn October cn op andere
dogen, die, naar het oordeel van Burge-
meester en Wethouders, daarvoor iD aanmer
king komeu.
Volgen de beide Kerstdagen en een Zon
dag op elkander, dan is op den Tweeden
Kerstdag het Slachthuis voor de onder a
genoemde doeleinden geopend van des mor
gens 7V2 tot 10 uur.
Voorts is het Slachthuis nog geopend:
d. tot het verrichten van noo Islachtingen
ton allen tijde, mits voor zoover belreft
Vastgesteld
1914, No. 2/27,
den tijd, waarop het Slachthuis voor het
slachben van vee gesloten is, de belangheb
bende een uur vooraf aan den portier ken
nis gegeven hoeft;
e. tot het aanvoeren en slachten van vee
bestemd om, na keuring van Rijkswogc, te
worden uitgevoerd:
op door Burgemeester en Wethouders te
bepalen tijden.
f. tot andere doeleinden:
op door den Directeur te bepalen tijden."
ART. ni.
Aan art. 7 wordt een nieuwe letter h
gehecht, luidende:
„na hot uur yan sluiting to verblijven,
tenzij met toestemming van den Directeur."
ART. IV.
Art. 17 wordt gelezen als volgt:
„Ieder, die vos op liet terrein aanvoert,
is verplicht daarvan kennis te geven aan den
portier, onder opgave van den naam van den
eigenaar en of het al dan niet voor de
slachting bestemd is.
Voor de slachting bestemd vee wordt door
den portier in een register ingeschreven, waar
van een schriftelijk bewijs aan den eigenaar
wordt verstrekt.
Dit schriftelijk bewijs moet worden over
handigd aan den beambte, belast met de keu
ring en het onderzoek vóór de slachting, en
voor zoover varkens betreft, aan den in de
varkenshal met de keuring belasten beambte
of aan den stalknecht.
Do keuring of liet onderzoek van vee ge
schiedt niet., dan nadat het daarvoor ver
schuldigde bedrag op do daarvoor 1 res hem do
jdaats is voldaan en het desbetreffende bewijs
aan den. met hot ouderzoek belasten beambte
is vertoond geworden. De Directeur kan
echter toestaan, dat de keuring vóór de slach
ting bij varkens plaats heeft, voordat liet
vcrschuldige slacht- en keurloon is voldaan.
Het is verboden:
a. dieren, welke ziekteverschijnselen vor-
toonen, in do stallen te plaatsen, voordat de
lcouring vóór de slachting hooft plaats go-
had, tenzij met vergunning van den Direc
teur
b. de ter slachting bestemde dieren in de
slach thai Ion to brengen, voordat do daarvoor
verschuldigde slacht- eu keurloonen of ondccr-
zoekingsgelden op do daarvoor aangewezen
plaats zijn betaald cn voordat zij voorzien zijn
-geworden van één of meer merken der keu
ring vóór do slachting.
Dc dieren, bestemd om to worden geslacht,
moeten na aankomst op hot terrein onmid
dellijk in do stallen worden geplaatst of in
do slachthallen worden geslacht, tenzij zij
eerst moeten worden gewogen.
- Een bewijs, dat het verschuldigde recht is
betaald, moet vóór het slachten aan den met
de keuring belasten beambte in do slacht
hallen of aan den halknecht worden afge
geven.
Niet voor de slachting bestemde duiten moe
ten zoo spoedig mogelijk van het terrein
worden gevoerd, tenzij de Directeur goed
vindt, dat zij in do stallen worden geplaatst.
Het is verboden op het Openbaar Slacht
huis aanwezige, ter slachting aangegeven,
of ter onderzoek aangeboden dieren, woder
weg te voeren, zonder voorkennis van den
Directeur en voor zoover do „Verordening
op den invoer, het vervoer, den doorvoer en
de keuring van vee en vleesch in de gemeente
Ledden" dit voorschrijft, zonder dicn3 ver
gunning."
ART. V.
Art. 20 lettor a wordt gelezen als volgt:
„a. in jandere uren dan in art. 3 ge
noemd, tenzij met bijzondere vergunning van
den Directeur of tenzij het betreft ter keu
ring aangeboden ingevoerd vleesch
ART. VL
Art. 29 wordt gelezen als volgt:
„Het is yarboden dieren uit de stallen weg
te voeren, voordat aan den stalknecht een
door den Gemeenteraad van Leiden, gelet op het advies, der
in zijn openbare vergadering van den 26sten Maart 1914.
Gjuninstiek.
bitvoering van het gewest
,.zuidh-holland van het
,,n. g. v."
Bij de regelingscommissie bestond oor
spronkelijk het plan om dc uitvoering op het
chuttersveld te houden. Men had reeds
- mover dc beschikking gekregen, toen om-
standigheden de commissie noopten naar een
m'dere gelegenheid uit te zien. Men vond de
greinen bij Posthof voor het doel geschikt
reSeHngscommissie kon daarop beslag
Sgon, zoodat de uitvoering daar zal plaats
Mnden.
Aan den burgemeester was reeds verlof
gevraagd om op den Tweeden Pinksterdag
deze uitvoering, die door muziek zal worden
opgeluisterd, te mogen houden. Hierop werd
evenals op bet verzoek om een optocht jmet
vaandels en muziek te mogen houden, gun
stig beschikt.
Vermoedelijk zullen er geen bezwaren be
staan tegen de verandering van terrein en
ook de route zal aan het begin en aan het
einde eenigszins gewijzigd moeten worden.
Wij publiceeren hier den reeds vastgestcl-
den weg, dien de optocht te volgen zou heb
ben Van het Schuttersveld, Rijnshurgcrsin-
gel, Steenstraat, Prinscssekade, Kort-Ra-
peuburg, Breestnaat, Steenschuur, Doeza-
straat, Jan van Houtkade, Plantsoen, Hoo-
gowoerd, Kraaierstraat, Nieuwe Rijn, Hooi
gracht, PeHkaanstraut, Haarlemmerstraat,
Prinsessckade, Kort-Rapenburg, Breo-
straat, Steenschuur, Rapenburg, Klok-
steegbrug, Rapenburg, Kort-Rapenburg,
l'rinsessekade, Steenstraat, Rijnsburgorsin-
gcl naar het Schuttersveld.
Verder kunnen wij nog mededeelen, dat
door den eere-voorzitter van bet eere-comité,
jhr. mr. dr. N. C. do Gijselaar een grooto
verguld zilveren medaille ter beschikking
van de regelingscommissie is gesteld.
CCCCLXXIX.
Dc tijd, dat het Leidsche studentenleven
schier ongemerkt langs dc burgermaat
schappij voorbij stroomde, nu en dan
slechts opbruisend en uitspattend naar bui
ten, zoodat men er wel notitie van moest
nemen, is voorbij. Onze eeuw van gelijk
making heeft ook hier de grenslijnen weten
te verflauwen. Vroeger wist een gewoon
Leidenaar weinig meer van het interne
leven der kleine, op zich zelf staande, stu
dentenmaatschappij, dan wat er afdruppel
de van studentenkamer en kroeg en wat
langs de niet zelden troebele kanalen van
de cubicula locanda-menschen of de lcell-
ners tot hem kwam. Alleen bij ontgroe
ningsfeesten, diësvieringen en maskerades
werd het contact een beetje inniger, doch
dan vertoonde zich dit leven toch ook nog
voornamelijk van den buitenkant!
Er gaan dan ook uit dientijd alLcrlei
verhalen rond van het studentenleven,
waarvan men zou kunnen griezelen.
Burger- en studenten-maatschappij staan
nu dichter bij elkaar. Of do student het
aangenaam vindt of niet, het doei er niet
toe, zijn doen en laten wordt voor een groot
deel publiek domein. Van den amiocn
kant zoekt de student echter ook zelf meer
aanraking met de burgerij, wat ongetwijfeld
tot zijn vorming lot toekomstig burger, die
geroepen zal worden, een Leidende rol in
de maatschappij te vervullen, zal kunnen
bijdragen. Dat dc rede, waarmede de nieu
we praeses van het Leidsch Studenten
corps, mr. Westerman, dezer dagen zijn
waardigheid aanvaardde, in druk verscheen
en pubhek domein werd, bewijst dit laatste.
Ook mij werd deze rede toegezonden en
naar aanleiding daarvan wijd ik dezen
Brief aan de Leixlsche studentenwereld.
Dat het aantal studeerenden steeds groo-
ter wordt, juich ik met al mijn stadgenoo-
ten van harte toe. Leiden dankt voor een
voornaam deel haar beteekenis aan de
Universiteit en don bloei van deze instel
ling, zich mede uitend in een groot aantal
studenten, komt ook in stoffelijken zin de
stad en haar ingezetenen ten goede.
Een minder verblijdend verschijnsel is
hel, dat zooveel studeerenden- buiten "de
stad hun verblijf hebben, z.g. spoorstuden-
zijn, en, zoodra zij de noodige colleges hc.
ben genoten, de .stad weder verlaten. Na
tuurlijk kan men daartegen geen maatre
gelen nemen; doch er mag nog wel eens
op gewezen worden, dat het voor de studh
en vooral voor de vorming van den jon
gen mensch, beter is, dat hij steeds in den
kring van zijn studiemakkers kan ver-
kceren.
Ik heb onlangs in het algemeen studen
ten-weekblad „Minerva" eens de vraag zien
behandelen of de jongelui, die aan dc
nieuwe Handels.iïoogeschool te Rotterdam
hun opleiding ontvangen, wel op den c"
naam „student" aanspraak kunnen maken.
Men is het daarover niet eens géwordén
maar naar den maatstaf, voor het student
zijn aangelegd, dunkt mij, dat een spoor
student moeilijk tot een volledig student
kan worden gerekend. En voor zoover fi-
nancieele of andere zeer geldige redenen
liet niet bepaald noodig maken, moet er
èn door de studeerenden èn door hun
ouders of verzorgers naar gestreefd wor
den, dat de student ook in de Academie
stad zelve verblijf- houdt.
De historische antithese van democraten
en aristocraten in het corps, want tot de
leden daarvan kon de nieuwe praeses zich
alleen richten, heeft, volgens den heer
WesLerman, geen zin meer. Mij dunkt, dat
woord moet ook eens gezegd worden met
betrekking tot de studenten in het alge
meen. En hier kom ik tot een kwestie,
ook door den Corpspraeses aangeroerd, cn
waarvan, zooals hij terecht zeide, de ur
gentie in de laatste maanden meer en meer
op den voorgrond is getreden, nl. de ver
houding tusschen het Corps eti den Bond
van Leidschc Studenten.
Het wordt tijd, dat wij in deze. den toe
stand eens goed onder de oogen zien, zegt
de heer W., cn zoo is het.
Het aantal n'ct-corpsledcv; groeit voort
durend aan. Helaas! zucht de redenaar.
Ik weet niet of wij dit betreuren moeten;
maar zeker hebben wij het verschijnsel te
aanvaarden, als een noodzakelijkheid. De
financiecle verplichtingen, die het Corps-
lidmaatschap meebrengt, zijn voor een aan
zienlijk getal studenten te bezwarend om
corpslid te zijn. Leven boven zijn stand is
niet alleen in de burger- maar ook in de
studenten-maatschappij verkeerd en zoolang
dus de kosten 200 groot zijn, is het te ver
klaren en ook toe te juichen, dat de min
der welgestelde student er geen licl van
wordt. Er kunnen ook andere principieele
redenen bestaan, zooals bijv. antipathie te
gen het ontgroeningsinstituut, die even
eens geëerbiedigd moeten worden. Met
komt mij voor, dat bij het groeien van het
studentenaantal ook het aantal nict-corps-
lcden nog zal toenemen. En het spreekt
vanzelf, (lat dcie niet.corpsledcn de behoef
te gevoelen zich te organiscèren, zooals
thans in den Bond van Leidsche Studenten
is geschied.
Wij hebben in de laatste maanden gezien
fn daarop slaat waarschijnlijk de op
merking van den praeses, dal de kwes
tie urgent is dat de verhouding tusschen
leden van het Corps en leden van den
Bond niet is, zooals het behoort. Wat cr
in den Schouwburg ^gebeurde, waar men
onderling verschil kreeg over het recht op
een of meer- plaatsen, cn vooral wat cr ge-*
beurde 111 het café-restaurant „De Harmo
nie," waar enkele Corpsleden niet wilden
eten. zoolang ook niet-corpsleden er aan
zaten en waar den laatsten de localiteit,
als Bondssocicteit aan hen verhuurd, werd
opgezegd, toont wel. dat het tusschen dc
leden van dc twee organisaties wrokt. Mij
dunkt, dat daaraan van weerszijden zoo
spoedig mogelijk een einde gemaakt moet
worden. Het gevaar bestaat, dat anders
straks de beide organisaties zelf ais vij
anden tegenover elkander komen ie staan
en dat zou. al zeer te betreuren zijn. Alen
zou elkander veel leed kunnen berokkenen
en de geest van vijandschap zou overslaan
naar de Collegc-za'en, wat op de studie en
de goéde harmonie, die daar althans meet
heerschen, storend zou inwerken.
„Het wordt tijd," heeft de nieuwe praeses
gezegd, dat wij in deze den toestand goed
onder de oogen zien; met struisvogelpoli
tiek, afgezien van het onwaardige daar
van, bereiken wij niets."
Dit is volkomen waar en mij dunkt: de
situatie is niet zoo moeilijk om te overzien.
De beide organisaties moeten elkaar er
kennen en waardeeren en wi<- Corps
op het standpunt van den praese^ s.ann, dat
de tegenstelling van democraten en aristo
craten thans geen zin meer heeft, zaL het
niet moeilijk vallen dat te doen. Zi moeten
naast elkaar in vrijheid werken cn streven,
zonder zich met elkanders interne- aangele
genheden te bemoeien. Voor curatoren,-
voor den Senaat en voor de hooglecrarcn
moeten zij gelijk zijn. door hen a!s gelijk
gerechtigden behandeld worden. Kan het
"Corps meer naar buiten van zich laten
spreken, daarop mag de Bond van Stu
denten niet jaloersch zijn. Groei' 'v aantal
leden van den Bond sterker dan dat van
het Corps, het Corps moet het zonder leede
oogen kunnen aanzien.
Waarom zou de verhouding van 'Corps
en Bond niet evengoed kunnen zijn, als
die thsschen Corps en de Vereen, van
Vrouwelijke Studenten?
Hel nu opgetreden Collegium schijnt
naar het woord van zijn nieuwen praeses
den weg der lijdelijkheid te willen verlaten
en de banen van handelen te willen op-
gaan. Mij goed, mits het niet uitloopt op
een afmattende^ strijd maar op ernstige
pogingen let verzoening.
Misschien komt eenmaal, wanneer de de-i
mocratiseering en gelijkheid van de studen
tenwereld nog grootere vorderingen heeft
gemaakt, de tijd, dat allen, o h- vrou-i
wejijke "sludenten, kunnen worden opgeno
men in éénë groote organisatie, doch deze
zal dan het best worden voorbereid en mo
gelijk gemaakt door nu reeds in vrede
naast elkander te leven en te werken voor
het ideaal, dat beide voor oogen staatden
student zoo alzijdig mogelijk te ontwikkelen
en te vormen voor zoover dit niet geschiedt
in de Collegezalen.
Mij dunkt, dat de hooglecraren daarin
ook een rol in de goede richting moeten
vervullen. Door hun meerdere kennis cn
levenswijsheid moeten zij o ver wiel: t hebben
op zooveel jonger studentengcslacht en het
is mede hun taak ook het organisatieleven
dezer jongeren in goede banen te leiden.
Met belangstelling zullen wij, burgers,
wicn de bloei onzer Universiteit zeer ter
harte gaat, thans de pogingen, volgen, die
worden aangewend om den onvrede, die in
de studentenwereld schijnt te heerschen*
te bezweren.
Onze tegenstanders bedienen z.: i vaak
van het machtige .„wapen der publiciteit,-
welnu, wij zullen hun met hun eigen wa
pens bestrijden, zoo lees ik in de rede van
den praeses.
Dit moge op strijd wijzen en dus blijk-,
baar niet op verzoening, juist die open-i
baarheid zal medebrengen, dat buiten de
studentenkringen critiek mogelijk wordt, en
ook deze critiek van ouderen meer bezadig-
den en meestal meer verstandigen, zal kun
nen medewerken het in de Leidsche stu
dentenwereld tot klaarheid cn reinheid te
brengen.
Wat de heer Westerman verder in zijn
lezenswaardige rede heeft gezegd, heeft
meer uitsluitend betrekking op het inwen
dig leven van liet Corps, dat ik hier niet
wensch te bespreken. Wie daarin belang
mocht stellen, verwijs ik naar den pedel
van het Corps aan de Breestraat, die de
rede heeft doen uitgeven. Misschien kan
men bii hem een exemplaar verkriigen.
IS HUIL A
- 10 r.M
Bij iiartaaudosüiassa,
kunnen overvolle spijsverteringsorganen niet
slechts do ademhaling belemmeren, doch ook
stonngon in den bloedsomloop teweegbrengen.
Door proefnemingen van geneesheeron in het
Weener Algemeen Ziekenhuis is geconstateerd,
dat met het natuurlek „Franz JosefBitter-
water naast ruimen stoelgang, zulk een ver
mindering van de strakheid van den buik
verkregen wordt, dat de l\jder zich daarna
stoeds zeer verlicht voelt. Do resuhaten waren
meestal re^ds na dagel'tjksch gebruik van 1
glas Frans Josefwaler merkbaar. Het is by
apothekers, dro. isten en mine: aal water-han
delaren ve-k; "tfgbair. 67-1 1(5
Prof. I 'r. Fr.ientzel, Beiltjn, schreit'*
„Hunyadi JJoos beveel ik aan als oen laxeer
middel, dat zelfs by geringe hoevoelhedon
zeker werkt". Huoyadl J&uos is bet ideaal
purgeermiddel. BS05 5