flot 16614. Zaterdag 25 April. I>ei*cTe I3lad. A0. 1914. OFFICïfl^IC KEINNGJ-EVIlX Gr Brieven van een Leidenaar. DA&BLAD den Raad dier gemeente, in zijn vergade- De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door ring van den SGsten Maart 1914, is vastgesteld de volgende verordening: VERORDENING houdende wijziging van do verordening van 23 April 1903 Gemeenteblad No. 23) op bei gebruik van het Openbaaar Slacht huis, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 10 December 1903 (Gei.raeenteblad No. 33). >P bewijs L9 afgegeven, dat liet verschuldigde stalgeld ia voldaan." ART. VIL Art. 81 wordt gelezen, als volgt: „Allo dieren, voor zoover zij niet vol gens Israëlietischen ritus worden geslaoht, moeten vóór do bloedsontlrekking zoo vol ledig mogelijk worden bedwelmd. Het doodon der dieren zonder voorafgaande bedwelming is verboden. Het bedwelmen geschiedt door het perso neel van het Openba-ar Slachthuis en met werktuigen, welke, ouder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, door den Di recteur worden a-angovtezen." ART, vin. Art. 37 wordt gelezen als volgt: „Hij, die de dieren doodt, draagt zorg, dat het daarvan afkomstige blood wordt op gevangen en onmiddellijk in een hiervoor bestemde bak wordt gestort, tenzij het door of vanwege den eigenaar onmiddellijk na afloop der keuring in gooi gesloten, water dichte blikken bussen wordt weggevoerd. Het bloed van dieren, waairvan de slok darm weird doorgesneden, of die b^i onder zoek aan ziekte blijken geleden te hebben, mag niet medegenomen worden. Het voor menschel ijk voedsel bestemde bloed, mag alleen in goed gereinigde voor werpen opgevangen en met zindelijke stokjes of andere daarvoor gebruikelijke metalen voorworpen, on niet met do hand, geroerd worden." ART. IX. Hot 1ste lid van art. 49 vervalt; in do plaats daar-van wordt gelezen: „I> beschikbare koelruimte wordt- telkens ten hoogste voor éénf jaarlijksch kocltijdperk ten gebruik© afgestaan." De aanhef van Km 2de lid van art.. 49 wordt gelezen als volgt: „Evenwel kan in den loop der koelpe-riode door deD Directeur, aan een gebruiker, enz ART. X. Art. 53 wordt gelezen als volgt: „Het voorkoelhuis ij gedurende het koel- tijdperk voor de gebruikers van het koel huis toegankelijk gedurende den voor het slachten vastgesteld en lijd en op do uren, dat he. koelhuis is geopend. Het koelhuis is voor da gebruikers toegan kelijk, gedurende het koeltijdx>erk dagelijks, uitgezonderd do Zondagen, den Goeden Vrij dag, de 2de Paasch- en Pinksterdagen, den Hemelvaartsdag, do beide Kerstdagen en den Nieuwjaarsdag, dc3 morgens: tusschen 1 April en 1 Octo ber van 0 tot 7 uur; na 1 October van 7 tot 8 uurdos Zaterdags echter van 61/» tot 71/» uur; vervolgens vaff~des voormiddags 11 tot de3 namiddags 1 uur; on verder des namiddags van 6 tot 7 uur. Op de Zondagen is liet koelhuis gesloten op de feestdagen genoemd in liet tweede lid van dit artikel is het geopend van 7 tot 8 uur (les morgens. Het koeltijdperk vangt aan op 1 April, of zooveel later, als de weersgesteldheid naar het oordeel van Burgemeester en Wethou ders toelaat, en duurt 7Va maand. Behalve op de bovengenoemde uren is het koelhuis gedurende de koel periode boven dien geopend, des Zafcerdagsnamiddags van 10 tot 10V2 uur. BuTgemeesteT en Wethouders kunnen liet koelhuis ten allen tijde buiten gebruik stel len, wanneer naar hun oordeel het belang van de exploitatie van het Slachthuis dit medebrengt." ART. XI. In den 3dcn en 4den regel van art. 60 wordt in plaats van: „17 tweede, vierde, vijfde, zesde en zevende lid" gelezen: „17 I eerste, derde, vijfde, zesde, zevende, achtste cn negende lid." Gezondheidscommissie, d d 20 Februari De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAll. De Secretaris, VAN STRIJEN, Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 31 Maart/0 April 1914, B. No. 416 (2e afd.) G. S. No. 5, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 24en April 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N C. DE GIJ SELA All, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. artikel 1. Art. 2 van bovengenoemde verordening ordt gelezen als volgt: ,do dienaren der gemeen te-poli tie, benc- •ens do directeur, de keuringsveearts tevens Ejurtct-directeur, de keurmeesters.opzichters e opzichter-hulpkeurmeester en do portier •an het Openbaar Slachthuis zijn belust met zorg voor de orde cn veiligheid op het )p£nbaar Slachthuis, de handhaving dozer rerordening, het opsporen van overtredingen arvan en het te dezer zake opmaken van jt 0 ces - ver b aal art. n. Art. 3 wordt gelezen als volgt: „Het Openbaar Slachthuis is, behoudens de in het twecio lid van dit artikel ge ruide dagen, geopend: a. tot hot aanvoeren, ten onderzoek aan- Dieden on slachten van voc en tot heb afhalen 111 vleesch uit do elachthallen van 1 April tot 1 October, op Maandag, Dinsdag, Woensdag cn Don- rTiiag van des morgens 6 uur tot des na- iddags 1 "uur cn van des namiddags 3 tot 7 uur; op Vrijdag van des morgens 6 uur tot les namiddags 2 uur en van des namiddags- tot 8 uur; op Zaterdag van des morgons 6 uur tot s namiddags 1 uur; van 1 October tot 1 April, op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Don- er.lag van des morgeus 7 uur tot des na- Diil'lags 1 uur cn van des namiddags 3 tot 7 uur; op Vrijdag van des morgens 7 uur tot de-s namiddags 2 uur en van des namiddags 8 tot 7l/2 uur; op Zaterdag van des morgens 7 uur tot :s namiddags 1 uur^ cn bovendien tot hel afhalen van vleesch jiit do slachtliallen, on Zaterdag van des morgens 61/? tot 7 uur. b. tot hét aanvoeren, ten onderzoek aan bieden en slachten van vee, mits de aange roerde en ten onderzoek aangeboden dieren wmiddellijk na dat onderzoek worden ge dicht en tegen betaling van liet afzonderlijk iervoor vastgestelde tarief, gedurende het uur onmiddellijk voorafgaande a-an, en hot uur onmiddellijk vólgende op dc uren, waarop olgens het bepaalde onder a het Openbaar Slachthuis tot dezelfde doeleinden is open- •sleld, onder voorwaarde lo. dat de aanvrage tot slachten tijdig en met opgave van redenen aan den Directeur jcjchiedt; 2o. dat de Directeur tegen het slachten in die uren en tegen de opgegeven redenen ti bezwaar hoeft. tot het slachten van vee door eu teen loeve van Israëlïctische vleesch ver koopera, die door den Oppcrrabijn van het. ressort 's Graven hag e gemachtigd zijn naar Israëlie- tisehen ritus te slachten en van deze bevoegd heid aan den Directeur hebben kennis ge geven, gedurende ten hoogste twee uren, na dat de Sabbath i§ geëindigd of op IsraC-lie- tisehe feestdagen, niet vallende op een der dagen in het volgend lid van dit artikel ge noemd, gedurende ten hoogste Iwoc uren, nadat de feestdag is gccincLigds Het Openbaar Slachthuis is gcHoten op de Zondagen, den Goeden Vrijdag, de 2de Paasch- en Pinksterdagen, den Hemelvaartsdag, de beide Kerstdagen, den Nieuwjaarsdag, als- ïnede vanaf des middags 12 uur op den hlaskcradedag bij gelegenheid van de Lus trumfeesten, den 3.1cn October cn op andere dogen, die, naar het oordeel van Burge- meester en Wethouders, daarvoor iD aanmer king komeu. Volgen de beide Kerstdagen en een Zon dag op elkander, dan is op den Tweeden Kerstdag het Slachthuis voor de onder a genoemde doeleinden geopend van des mor gens 7V2 tot 10 uur. Voorts is het Slachthuis nog geopend: d. tot het verrichten van noo Islachtingen ton allen tijde, mits voor zoover belreft Vastgesteld 1914, No. 2/27, den tijd, waarop het Slachthuis voor het slachben van vee gesloten is, de belangheb bende een uur vooraf aan den portier ken nis gegeven hoeft; e. tot het aanvoeren en slachten van vee bestemd om, na keuring van Rijkswogc, te worden uitgevoerd: op door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijden. f. tot andere doeleinden: op door den Directeur te bepalen tijden." ART. ni. Aan art. 7 wordt een nieuwe letter h gehecht, luidende: „na hot uur yan sluiting to verblijven, tenzij met toestemming van den Directeur." ART. IV. Art. 17 wordt gelezen als volgt: „Ieder, die vos op liet terrein aanvoert, is verplicht daarvan kennis te geven aan den portier, onder opgave van den naam van den eigenaar en of het al dan niet voor de slachting bestemd is. Voor de slachting bestemd vee wordt door den portier in een register ingeschreven, waar van een schriftelijk bewijs aan den eigenaar wordt verstrekt. Dit schriftelijk bewijs moet worden over handigd aan den beambte, belast met de keu ring en het onderzoek vóór de slachting, en voor zoover varkens betreft, aan den in de varkenshal met de keuring belasten beambte of aan den stalknecht. Do keuring of liet onderzoek van vee ge schiedt niet., dan nadat het daarvoor ver schuldigde bedrag op do daarvoor 1 res hem do jdaats is voldaan en het desbetreffende bewijs aan den. met hot ouderzoek belasten beambte is vertoond geworden. De Directeur kan echter toestaan, dat de keuring vóór de slach ting bij varkens plaats heeft, voordat liet vcrschuldige slacht- en keurloon is voldaan. Het is verboden: a. dieren, welke ziekteverschijnselen vor- toonen, in do stallen te plaatsen, voordat de lcouring vóór de slachting hooft plaats go- had, tenzij met vergunning van den Direc teur b. de ter slachting bestemde dieren in de slach thai Ion to brengen, voordat do daarvoor verschuldigde slacht- eu keurloonen of ondccr- zoekingsgelden op do daarvoor aangewezen plaats zijn betaald cn voordat zij voorzien zijn -geworden van één of meer merken der keu ring vóór do slachting. Dc dieren, bestemd om to worden geslacht, moeten na aankomst op hot terrein onmid dellijk in do stallen worden geplaatst of in do slachthallen worden geslacht, tenzij zij eerst moeten worden gewogen. - Een bewijs, dat het verschuldigde recht is betaald, moet vóór het slachten aan den met de keuring belasten beambte in do slacht hallen of aan den halknecht worden afge geven. Niet voor de slachting bestemde duiten moe ten zoo spoedig mogelijk van het terrein worden gevoerd, tenzij de Directeur goed vindt, dat zij in do stallen worden geplaatst. Het is verboden op het Openbaar Slacht huis aanwezige, ter slachting aangegeven, of ter onderzoek aangeboden dieren, woder weg te voeren, zonder voorkennis van den Directeur en voor zoover do „Verordening op den invoer, het vervoer, den doorvoer en de keuring van vee en vleesch in de gemeente Ledden" dit voorschrijft, zonder dicn3 ver gunning." ART. V. Art. 20 lettor a wordt gelezen als volgt: „a. in jandere uren dan in art. 3 ge noemd, tenzij met bijzondere vergunning van den Directeur of tenzij het betreft ter keu ring aangeboden ingevoerd vleesch ART. VL Art. 29 wordt gelezen als volgt: „Het is yarboden dieren uit de stallen weg te voeren, voordat aan den stalknecht een door den Gemeenteraad van Leiden, gelet op het advies, der in zijn openbare vergadering van den 26sten Maart 1914. Gjuninstiek. bitvoering van het gewest ,.zuidh-holland van het ,,n. g. v." Bij de regelingscommissie bestond oor spronkelijk het plan om dc uitvoering op het chuttersveld te houden. Men had reeds - mover dc beschikking gekregen, toen om- standigheden de commissie noopten naar een m'dere gelegenheid uit te zien. Men vond de greinen bij Posthof voor het doel geschikt reSeHngscommissie kon daarop beslag Sgon, zoodat de uitvoering daar zal plaats Mnden. Aan den burgemeester was reeds verlof gevraagd om op den Tweeden Pinksterdag deze uitvoering, die door muziek zal worden opgeluisterd, te mogen houden. Hierop werd evenals op bet verzoek om een optocht jmet vaandels en muziek te mogen houden, gun stig beschikt. Vermoedelijk zullen er geen bezwaren be staan tegen de verandering van terrein en ook de route zal aan het begin en aan het einde eenigszins gewijzigd moeten worden. Wij publiceeren hier den reeds vastgestcl- den weg, dien de optocht te volgen zou heb ben Van het Schuttersveld, Rijnshurgcrsin- gel, Steenstraat, Prinscssekade, Kort-Ra- peuburg, Breestnaat, Steenschuur, Doeza- straat, Jan van Houtkade, Plantsoen, Hoo- gowoerd, Kraaierstraat, Nieuwe Rijn, Hooi gracht, PeHkaanstraut, Haarlemmerstraat, Prinsessckade, Kort-Rapenburg, Breo- straat, Steenschuur, Rapenburg, Klok- steegbrug, Rapenburg, Kort-Rapenburg, l'rinsessekade, Steenstraat, Rijnsburgorsin- gcl naar het Schuttersveld. Verder kunnen wij nog mededeelen, dat door den eere-voorzitter van bet eere-comité, jhr. mr. dr. N. C. do Gijselaar een grooto verguld zilveren medaille ter beschikking van de regelingscommissie is gesteld. CCCCLXXIX. Dc tijd, dat het Leidsche studentenleven schier ongemerkt langs dc burgermaat schappij voorbij stroomde, nu en dan slechts opbruisend en uitspattend naar bui ten, zoodat men er wel notitie van moest nemen, is voorbij. Onze eeuw van gelijk making heeft ook hier de grenslijnen weten te verflauwen. Vroeger wist een gewoon Leidenaar weinig meer van het interne leven der kleine, op zich zelf staande, stu dentenmaatschappij, dan wat er afdruppel de van studentenkamer en kroeg en wat langs de niet zelden troebele kanalen van de cubicula locanda-menschen of de lcell- ners tot hem kwam. Alleen bij ontgroe ningsfeesten, diësvieringen en maskerades werd het contact een beetje inniger, doch dan vertoonde zich dit leven toch ook nog voornamelijk van den buitenkant! Er gaan dan ook uit dientijd alLcrlei verhalen rond van het studentenleven, waarvan men zou kunnen griezelen. Burger- en studenten-maatschappij staan nu dichter bij elkaar. Of do student het aangenaam vindt of niet, het doei er niet toe, zijn doen en laten wordt voor een groot deel publiek domein. Van den amiocn kant zoekt de student echter ook zelf meer aanraking met de burgerij, wat ongetwijfeld tot zijn vorming lot toekomstig burger, die geroepen zal worden, een Leidende rol in de maatschappij te vervullen, zal kunnen bijdragen. Dat dc rede, waarmede de nieu we praeses van het Leidsch Studenten corps, mr. Westerman, dezer dagen zijn waardigheid aanvaardde, in druk verscheen en pubhek domein werd, bewijst dit laatste. Ook mij werd deze rede toegezonden en naar aanleiding daarvan wijd ik dezen Brief aan de Leixlsche studentenwereld. Dat het aantal studeerenden steeds groo- ter wordt, juich ik met al mijn stadgenoo- ten van harte toe. Leiden dankt voor een voornaam deel haar beteekenis aan de Universiteit en don bloei van deze instel ling, zich mede uitend in een groot aantal studenten, komt ook in stoffelijken zin de stad en haar ingezetenen ten goede. Een minder verblijdend verschijnsel is hel, dat zooveel studeerenden- buiten "de stad hun verblijf hebben, z.g. spoorstuden- zijn, en, zoodra zij de noodige colleges hc. ben genoten, de .stad weder verlaten. Na tuurlijk kan men daartegen geen maatre gelen nemen; doch er mag nog wel eens op gewezen worden, dat het voor de studh en vooral voor de vorming van den jon gen mensch, beter is, dat hij steeds in den kring van zijn studiemakkers kan ver- kceren. Ik heb onlangs in het algemeen studen ten-weekblad „Minerva" eens de vraag zien behandelen of de jongelui, die aan dc nieuwe Handels.iïoogeschool te Rotterdam hun opleiding ontvangen, wel op den c" naam „student" aanspraak kunnen maken. Men is het daarover niet eens géwordén maar naar den maatstaf, voor het student zijn aangelegd, dunkt mij, dat een spoor student moeilijk tot een volledig student kan worden gerekend. En voor zoover fi- nancieele of andere zeer geldige redenen liet niet bepaald noodig maken, moet er èn door de studeerenden èn door hun ouders of verzorgers naar gestreefd wor den, dat de student ook in de Academie stad zelve verblijf- houdt. De historische antithese van democraten en aristocraten in het corps, want tot de leden daarvan kon de nieuwe praeses zich alleen richten, heeft, volgens den heer WesLerman, geen zin meer. Mij dunkt, dat woord moet ook eens gezegd worden met betrekking tot de studenten in het alge meen. En hier kom ik tot een kwestie, ook door den Corpspraeses aangeroerd, cn waarvan, zooals hij terecht zeide, de ur gentie in de laatste maanden meer en meer op den voorgrond is getreden, nl. de ver houding tusschen het Corps eti den Bond van Leidschc Studenten. Het wordt tijd, dat wij in deze. den toe stand eens goed onder de oogen zien, zegt de heer W., cn zoo is het. Het aantal n'ct-corpsledcv; groeit voort durend aan. Helaas! zucht de redenaar. Ik weet niet of wij dit betreuren moeten; maar zeker hebben wij het verschijnsel te aanvaarden, als een noodzakelijkheid. De financiecle verplichtingen, die het Corps- lidmaatschap meebrengt, zijn voor een aan zienlijk getal studenten te bezwarend om corpslid te zijn. Leven boven zijn stand is niet alleen in de burger- maar ook in de studenten-maatschappij verkeerd en zoolang dus de kosten 200 groot zijn, is het te ver klaren en ook toe te juichen, dat de min der welgestelde student er geen licl van wordt. Er kunnen ook andere principieele redenen bestaan, zooals bijv. antipathie te gen het ontgroeningsinstituut, die even eens geëerbiedigd moeten worden. Met komt mij voor, dat bij het groeien van het studentenaantal ook het aantal nict-corps- lcden nog zal toenemen. En het spreekt vanzelf, (lat dcie niet.corpsledcn de behoef te gevoelen zich te organiscèren, zooals thans in den Bond van Leidsche Studenten is geschied. Wij hebben in de laatste maanden gezien fn daarop slaat waarschijnlijk de op merking van den praeses, dal de kwes tie urgent is dat de verhouding tusschen leden van het Corps en leden van den Bond niet is, zooals het behoort. Wat cr in den Schouwburg ^gebeurde, waar men onderling verschil kreeg over het recht op een of meer- plaatsen, cn vooral wat cr ge-* beurde 111 het café-restaurant „De Harmo nie," waar enkele Corpsleden niet wilden eten. zoolang ook niet-corpsleden er aan zaten en waar den laatsten de localiteit, als Bondssocicteit aan hen verhuurd, werd opgezegd, toont wel. dat het tusschen dc leden van dc twee organisaties wrokt. Mij dunkt, dat daaraan van weerszijden zoo spoedig mogelijk een einde gemaakt moet worden. Het gevaar bestaat, dat anders straks de beide organisaties zelf ais vij anden tegenover elkander komen ie staan en dat zou. al zeer te betreuren zijn. Alen zou elkander veel leed kunnen berokkenen en de geest van vijandschap zou overslaan naar de Collegc-za'en, wat op de studie en de goéde harmonie, die daar althans meet heerschen, storend zou inwerken. „Het wordt tijd," heeft de nieuwe praeses gezegd, dat wij in deze den toestand goed onder de oogen zien; met struisvogelpoli tiek, afgezien van het onwaardige daar van, bereiken wij niets." Dit is volkomen waar en mij dunkt: de situatie is niet zoo moeilijk om te overzien. De beide organisaties moeten elkaar er kennen en waardeeren en wi<- Corps op het standpunt van den praese^ s.ann, dat de tegenstelling van democraten en aristo craten thans geen zin meer heeft, zaL het niet moeilijk vallen dat te doen. Zi moeten naast elkaar in vrijheid werken cn streven, zonder zich met elkanders interne- aangele genheden te bemoeien. Voor curatoren,- voor den Senaat en voor de hooglecrarcn moeten zij gelijk zijn. door hen a!s gelijk gerechtigden behandeld worden. Kan het "Corps meer naar buiten van zich laten spreken, daarop mag de Bond van Stu denten niet jaloersch zijn. Groei' 'v aantal leden van den Bond sterker dan dat van het Corps, het Corps moet het zonder leede oogen kunnen aanzien. Waarom zou de verhouding van 'Corps en Bond niet evengoed kunnen zijn, als die thsschen Corps en de Vereen, van Vrouwelijke Studenten? Hel nu opgetreden Collegium schijnt naar het woord van zijn nieuwen praeses den weg der lijdelijkheid te willen verlaten en de banen van handelen te willen op- gaan. Mij goed, mits het niet uitloopt op een afmattende^ strijd maar op ernstige pogingen let verzoening. Misschien komt eenmaal, wanneer de de-i mocratiseering en gelijkheid van de studen tenwereld nog grootere vorderingen heeft gemaakt, de tijd, dat allen, o h- vrou-i wejijke "sludenten, kunnen worden opgeno men in éénë groote organisatie, doch deze zal dan het best worden voorbereid en mo gelijk gemaakt door nu reeds in vrede naast elkander te leven en te werken voor het ideaal, dat beide voor oogen staatden student zoo alzijdig mogelijk te ontwikkelen en te vormen voor zoover dit niet geschiedt in de Collegezalen. Mij dunkt, dat de hooglecraren daarin ook een rol in de goede richting moeten vervullen. Door hun meerdere kennis cn levenswijsheid moeten zij o ver wiel: t hebben op zooveel jonger studentengcslacht en het is mede hun taak ook het organisatieleven dezer jongeren in goede banen te leiden. Met belangstelling zullen wij, burgers, wicn de bloei onzer Universiteit zeer ter harte gaat, thans de pogingen, volgen, die worden aangewend om den onvrede, die in de studentenwereld schijnt te heerschen* te bezweren. Onze tegenstanders bedienen z.: i vaak van het machtige .„wapen der publiciteit,- welnu, wij zullen hun met hun eigen wa pens bestrijden, zoo lees ik in de rede van den praeses. Dit moge op strijd wijzen en dus blijk-, baar niet op verzoening, juist die open-i baarheid zal medebrengen, dat buiten de studentenkringen critiek mogelijk wordt, en ook deze critiek van ouderen meer bezadig- den en meestal meer verstandigen, zal kun nen medewerken het in de Leidsche stu dentenwereld tot klaarheid cn reinheid te brengen. Wat de heer Westerman verder in zijn lezenswaardige rede heeft gezegd, heeft meer uitsluitend betrekking op het inwen dig leven van liet Corps, dat ik hier niet wensch te bespreken. Wie daarin belang mocht stellen, verwijs ik naar den pedel van het Corps aan de Breestraat, die de rede heeft doen uitgeven. Misschien kan men bii hem een exemplaar verkriigen. IS HUIL A - 10 r.M Bij iiartaaudosüiassa, kunnen overvolle spijsverteringsorganen niet slechts do ademhaling belemmeren, doch ook stonngon in den bloedsomloop teweegbrengen. Door proefnemingen van geneesheeron in het Weener Algemeen Ziekenhuis is geconstateerd, dat met het natuurlek „Franz JosefBitter- water naast ruimen stoelgang, zulk een ver mindering van de strakheid van den buik verkregen wordt, dat de l\jder zich daarna stoeds zeer verlicht voelt. Do resuhaten waren meestal re^ds na dagel'tjksch gebruik van 1 glas Frans Josefwaler merkbaar. Het is by apothekers, dro. isten en mine: aal water-han delaren ve-k; "tfgbair. 67-1 1(5 Prof. I 'r. Fr.ientzel, Beiltjn, schreit'* „Hunyadi JJoos beveel ik aan als oen laxeer middel, dat zelfs by geringe hoevoelhedon zeker werkt". Huoyadl J&uos is bet ideaal purgeermiddel. BS05 5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 9