Woensdag 1£5 April. Derde Blad. A0. 1914. Offieieele Kennisgeving. BUITENLAND. Het proces tegen Mevr. Caillaux. FEUILLETON. tüoudes* N«, 16505. LEIDSCH MCrBLAB Kiezerslijst 1914-1915. I De Burgemeester der gemeente Leiden; Gelet op art. 31 der Kieswet; 5,eugt ter algemeene kennis, dat de ver leken om verbetering van de kiezerslijst vo,.r den dienst 1914-1915 mot de bewijs stukken, tot en met 21 April a.8. op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd en in afschrift gen beuling der kosten verkrijgbaar ge- De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN HAMEL, Weth. 1 o.-Burgemees ter. Leiden, 15 April 1914. HIXWKKWET. Burgmeester en Wethouders van Lei- i Hen Gezien het verzoek van do firma GEBRS. VAN WIJK Go., om vergunning tot uit breiding van de fabriek van wollen dekens eb eajettcn, garens ,in heb perceel Levendaal 150, Seetie D. no. 1392, door verbouwing Iran bet gedeelte Levendaal-hoek Rijnstraat, waarin geplaatst zullen worden 3 electromo- torcD, waarvan 1 van 60 en 2 van 13.6 pk. lot het aandrijven van diverse machines; ■Gelet op de artt. 6 en 1 dor Hinderwet.; tieren bij deze kennis aan het publiek, 2at genoemd verzoek met. de bijlagen op 'ée Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd sinede dat op Woensdag, den 29 April Ék. des namiddags te halftwee, op het ■sadhois. gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren- geD, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet iroor bet gemeentebestuur of een zij Der le den zijn verschenen, ten einde hun bezwaren ondeling toe te lichten. uTgcmeeater en Wethouders voornoemd, J. A. VAN HAMEL, Weth. lo. Burgemeester. FAN 8TRIJEN, Secretaris- eiden, lö April 1914. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Lei den Gezien bet verzoek van P. M. VERHOEF, bm vergunning tot uitbreiding van de rooke- >ij en zoutcrij in het perceel Boerhaavestraat No. K> Sectie B No. 2667, door plaatsing If an een electromotor van 6 P-k. tot het aan drijven van diverse machines; IGelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; J Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is; alsmede dat op Woensdag, den 50 April fc,k. des namiddags te halftwee, op het bet Raadhuis, gelegenheid zal worden ge geven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op irestigen. dat niet tot beroep gerechtigd rijn zij, die niet overeonkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, ten ein de hun bezwaren mondeling toe te lichten. [Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN HAMEL, i Weth. lo. Burgemeester. I VAN STRLTEN, Secretaris. Leiden, 15 April 1914. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Lei den Gezien het verzoek van de N. V. LEID- SCHE KATOENVLECHTERIJ EN NET- TENFABRIEK, voorheeL JAEGER Co., om vergunning tot uitbreiding der netten- fabriek in het perceel Vestwal, Sectie A no. 1104, door bijplaatsing van drie electro- motoren, elk van 7.5 pk., tot het aandrijven van drie twijnbanken Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet: Geven bij deze kennis aan het pubnek; dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Se cretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Woensdag, den 29 April e.k. des namiddags te halftwee, op het Raad huis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, ten einde hun bezwaren monde ling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN HAMEL, Weth. loco-Burgemeester. VAN STRTJEN, Secretaris. Leiden, 15 April 1914. De instructie in de zaak tegen mevrouw Oaillaux duurt nog steeds voort. Nu weer heeft een kruisverhoor plaats gehad, of lie ver gezegd zou plaats hebben tusschen me vrouw Gueydan, haar zoon uit haar eerste huwelijk Frangois Dupré en mevrouw Estradère, de oud-redactrice van de Fi garo". Daar laatstgenoemde dame niet versche nen waa omdat zij zich naar het buitenland begeven had, konden beide dames niet met elkaar geconfronteerd worden. Mr. Bou- oard begon daarom met madame Gueydan en haar zoon 't proces-verbaal voor te lezen van de verklaringen van madame Estra dère. Zooals men weetg zeide deze getuige, dat haar den löen Maart bij gelegenheid van een dejeuner by de vorstin van Monaco een som van 30,000 franc was aangeboden door Calmctte, ten einde een onderhoud te ver krijgen met madame Gueydan. Dit aanbod was later gedaan aan een ander cn zonder deze persoon met name te noemen, kreeg men <&m indruk, dat getuige Frangois Du- pré bedoelde. Madame Gueydan verklaarde hierop, dat zij nu en dan madame Estradère ontmoet had, maar dat dezo haar to weinig kende om haar dergelijke zaken voor te slaan. Nogmaals verklaarde zij, onder eede, dat haar door Calmette, nooh direct, noch in direct, ooit geld was aangeboden cn dat zij nimmer brieven of documenten aan iemand had toevertrouwd. Sedert haar echtschei ding was niets van deze correspondentie medegedeeld. Frangois Dupré verklaarde, dat hij ma dame Estradère nog minder goed kende. Hij had haar eens gezien aan het station te Lyon toen zij hem verzocht de groeten aan zijn moeder over te brengen. Zij had den echter geen gesprek niet elkaar ge voerd. Wat Calmette betrof, dien had hij nimmer gezien on nooit had iemand een po ging gedaan om door zijn bemiddeling zijn moeder met Calmette in verbinding te bren gen. Vervolgens kwam maclame Gueydan terug op een bijzonderheid waarvan reeds door Oaillaux melding was gemaakt. Den 13den Maart zeide zij toen ik den brief „Ton Jo" in de „Figaro" gepubliceerd zag, was ik zeer verrast en telefoneerde onmiddellijk aan Caillaux, dat ik volstrekt geen deel had aan de publicatie, waarop Caillaux mij antwoordde, dat hij mij nimmer van eenige medeplichtigheid verdacht had." Mr. Boucard deelde daarna madame Gueydan het resultaat mede van het on derzoek in het hotel Astoria. Men herin nert zich, dat de directeur van het „Petit- Journal" Verdort, verzekerd heeft, dat hij door madame Gueydan was uitgenoo- digd zich naar hotel Astoria te begeven, daar zij een campagne wilde gaan voeren tegen haar gewezeD echtgenoot, die op het punt stond opnieuw in het huwelijk te tre den. Vervoort zeide zich te herinneren, dat madame Gueydan destijds de zesde étage van het hotel bewoonde, maar Caillaux was den 21sten October opnieuw in het hu welijk getreden en zij had haar apparte ment op de zesdo verdieping betrokken op den lOen December, hetgeen dan ook dóór de boekgn van het hotel is bewezen kunnen worden. Zoodat besloot madame Guey dan ik Vervoort geen brieven Icon aan bieden om het huwelijk van Oaillaux te be letten en zijn bewering geheel ontzenuwd wordt." Dienzelfden dag begaf Caillaux zich, ver gezeld van zijn advocaat naar rar. Boucard, om hem eenige nieuwe mededeelingen te doen, doch daar de rechter van instructie zich reeds verwijderd had, werd dit ver hoor tot de volgende week uitgesteld De oud-minister van VOOR DEN buitenlandsche zaken EUROPEESCHEN in Frankrijk Pichon VREDE hoeft eens zijn mee ning gezegd over den Europeeschen vrede. Hij heeft- voor de pu blicatie van zijn gevoelens de „Neue Freie Presse'uitgekozen. De staatsman schrijft daar o. m. „Nog nooit hebben de groote mogend heden, die als om strijd haar verlangen naar vrede te kennen geven, zich zooveel, opofferingen getroost voor haar legers en wanneer zij op de-ze wijze doorgaan zul len zij weldra haar hulpbronnen uitgeput hebben. Intusschen is Richon van oordeel,--dat men niet pessimistisch- luaioeft te zijn en zioh niet behoeft te laten leiden door de vrees, dat de welvaart der verschillende landen hier onder lijden zal, want niette genstaande hen, die het tegendeel voor spellen, gelooft hij, dat de vrede gehand haafd zal blijven. „Indien ik mijn meening zoo juist om schrijf in een Weensch dagblad," voegt de oud-minister hieraan toe, „dan is het om dat ik denk dat Oostenrijk-Hongarije en Frankrijk onder de eerste naties kunnen gerekend worden, die deze meening kunnen rechtvaardigen en ook daarnaar streven. Beide staten hebben gedurende de laatste tien jaren alles gedaan om conflioten be voorkomen. Niettegenstaande deze goede intenties, ziet iedereen in dat Oostenrijk- Hongarije een der mogenheden is, wier be langen het. meest gevaar loopen op het spel te worden gezet door den loop der ge beurtenissen op den Balkan. Maar de sou- verein en de ministers, die zijn geheele vertrouwen hebben, hebben reeds vaak ge toond met zóó'n ernstige wil bezield te zijn om conflicten te vermijden, dat men met goed vertrouwen de toekomst onder de oogen kan zien. Het is van uit het Oosten en ook alléén van daar, volgens mijn raeening dat op het oogenblik een oor log kan dreigen. Oostenrijk-Hongarije is even vredelievend als Frankrijk cn het ge drag van Rusland in de regeling va-n de Armenische kwestie is een onweerlegbaar bewijs, dat ook deze mogonheid ernstig dea vrede wil. Roizer Wilhelm hooft herhaal delijk bewezen een practisch voorstander van den vrede te zijn. Geen enkele mogend heid droomt van oen verdeeling van het Turksche rijk en alle werken samen om conflicten te vermijden indien zich van deze onvoorziene conflicten voordoen Eedenen te over om vertrouwen te hebben in de handhaving van den vrede." Hueria heeft een slommiieit MEXICO, begaan. Te Tampico kwa men mariniers der Vereenig- de Staten petroleum inslaan. Maar de re- gecringstroepen kwamen er ook en die namen de Amerikanen gevangen. De regccring te Washington is boos. Alle schepen der Atlantische vloot te Hampton Roads hebben bevel gekregen naar Tampico te stoomen, het transport schip Hancock" gaat met 800 mariniers uit Nieuw-Orleans derwaarts. Het slagschip „Zuid-Carolina", dat van San Domingo on derweg is, heeft per draadloos telegram last gekregen naar dezelfde plaats van be stemming te varen, evenals de kanonneer- bootcn „Nashville," „San Domingo" en „Tacoma." Het smaldeel torpedobooten te Pensacola heeft last zich gereed te houden om zich op het eerste sein bij de slag schepen tc voegen. Het kabinet heeft twee uur lang den toe stand besproken. Bryan heeft zijn uitstapje er aan gegeven. Naar verluidt is president Wilson niet van plan geweld te gebruiken dan in de uiterste noodzakelijkheid. Als de concentratie der vloot voltooid is, zal admiraal Badger in de Mexicaansche wateren meer dan 20 groote oorlogssche pen onder zijn bevel hebben- Bij" die gevangenneming" der mariniers is nu ook nog vlagkwestie gekomen. Wat liier weer uit broeien zal 1 KORTK BElUCnTKN. De Belgische liberale senator Sam Wiener heeft bij ©en automobielongeluk te Brussel het leven verloren. Wiener was in 1851 geboren. De liberale partij lijdt door zijn overlijden een groot verlies. 1fn Parijs houdt de nieuwe politie- prefect niet van half werk. Hij" heeft weer een razzia doen houden op Montmartre en daarbij zijn in twee uur honderdvijftig per sonen gearresteerd. Cliristabel Pankhurst, de naar Parijs gevluchte kiesrechtvrouw, heeft den corres pondent van do Times ontkennend geant woord op de vraag, of de kaesrechtvrouwen ook zouden trachten te betoogen tijdens het bezoek van den koning en de koningin van Engeland, aan de Fransche hoofdstad. Men zal de hoffelijkheid en de gastvrijheid, cfiïe de Franschen haar betoond hebben tijdens haar verblijf te Parijs, niet met ondank be loon en. Onder tragische omstandigheden is Ferdinand Forest, de uitvinder van den motor voor molorbooten te Monaco over leden. Met de eerste motorboot, die Forest na zijn uitvinding liet bouwen, de „Ga zelle," deed hij te Monaco dezer dagen nog eens een tochtje, dat echter een zeer slecht verloop had, daar de boot tegen een dam geworpen werd. De 71-jarige grijsaard geraakte door het ongeval in zulk een toe stand van opwinding, dat hij tengevolge van hartverlamming overleed. Men vermoedde dat Rochefcfce zich te St -Petersburg ophield. Een Parijsoh recher che-inspecteur is derwonns vertrokken, dooh onvemchterzake teruggekeerd. 11 SI J3 »,Hij zegt", vertolkte de dragoman, „dat j fcet geen goede weg is. Is er een pad?" j|roeg hij. Athanas, die geen kans zag om te liegen of te vergrooten, vergenoegde zich j pet te knikken. „Zijt gij dien weg zelf wel lens gegaan?" ..Twintig duizend maal", antwoordde jp-thanas. „Kan een vrouw het doen?" sathanaa knikte weder, j „Be weg is niet goed", zeide de tolk, „maar /egt, dat hij er zelf een paar malen i3 Kewoest, en dat er een begaanbaar pad is, Btèt te moeilijk voor een vrouw." van avond voor een vrouw 'niet om te dötn". zoide Athanas, „en een vrouw het niet eer doen dan na de voorjaars- ■gene." Hierop gaf de dragoman geen antwoord, stapte het rijtuig uit, vroeg een glas F!Pfclca, en warmde zijn handen en voeten ty) bet vuur >dk was bevreesd", zeide Armstrong, Hat ^~ij nooit bij hem zouden komen. Wat eeft het ons vier verdrietige dagen go- °-t om clat geld te leenenMen zou gc- e,-nd hebben, dat, toen die advertentie BP*1 week lang dag aan dag in de „Times" •ijL1 en wij er reeds bijna onze laatste jK ïï'Y V00r kodden uitgegeven en er nie ter, epkwam, uw rechtmatige aanspraak feïul°0^ bewezen was. Hoe zou ook iemand liet ','rS .aa,nsPr&ak kunnen maken, daar gij L kll'r,^ 6mS6 'cind van uw vader zijt en hij u Rel \V?o khii op de wereld bezat, heeft na- Heb! geloof, dat mensohen, die geld D> er meer waarde aan hechten dan wie het niet hebben, ofschoon men zou kun nen denken, dat het tegendeel het geval zou zijn. Als wij terugkomen, meisje, zult gij een groote en rijke dame zijn. Verhard uw hart nooit tegen de beden der armen. Als ge voor een goede zaak kunt leenen, wees dan niet al te bevreesd uw geld niet terug te krijgen." Hij had wel iets anders om over te den ken, maar hij wilde liever over wat ook spreken dan zijn gedachten te laten ver wijlen bij het schrikbeeld, dab zich telkens aan hem opdrong. „Die eenzame poel", had hij honderd maal bij zichzelven gezegd, „zou een ge broken hart, dat in eenzaamheid is, in ver zoeking kunnen brengen." Hij verdreef dit denkbeeld telkens, maar het liet zich niet verdrijven. „Die dagen van duister nis," dacht Armstrong met ontzetting, „toen zijn eigen hart tot hem zeide wat de vrouw van den geduldigen lijder der oudheid dezen toevoegde Wat kon hij in zulk een geval anders doen dau zijn hart met bevend vertrouwen ten Hemel heffen? „Monsieur Bruyksdaal", riep Sara den dragoman toe, „daar komen do mannen aan. Kunnen wij brandhout krijgen? Er zullen wel dorre takken op de heuvels zijn. Als wij een groot vuur konden aanleggen, zou den de paarden misschien er bij kunnen wachten; als wij hen in de koude lieten staan, zonden zij sterven. Eu kunt gij ook dekens krijgen? Die zijn misschien ook noo- dig". „Madame", zeide de dragoman, „alles, wat gij verlangt, zal geschieden". De khanjee kwam in de straat aan, met een zestal druk gesticuleerende Turken. Een had een aangestoken fakkel in de hand, hoewel het nog maar schemering was, en al de anderen hadden fakkels in gereedheid. De laatst© toebereidselen werden ge maakt, de dragoman klom achterin het rij tuig, en het reisgezelschap trok verder De sneeuw viel dicht als eeD sluier, en binnen een uur was de weg er zoo mede bedekt, dat men alleen aan het rinkelen van de bellen der paarden kon hooren dat het rij tuig in beweging was. Een halfuur later was het donker, en de fakkel bescheen woeste gedaanten, dwarrelende sneeuwvlokken en donkere bergwanden. Eindelijk kwamen zij aan het smalle zij pad, waarlangs Clem acht uren vroege: was opgeklommen. „Gij zult vijf uren wegblijven", zeido de voorman. „Het zou voor de paarden de dood zijn hier te wachten. Ik zal naar Orkhaniè teruggaan, maar als ik kan, kom ik weer 1 hier. Als ik hier niet kan terugkomen, zou ik hier vandaan toch niet de helling kun- I nen afrijden, en dan zou het niet baten of ik al bleef wachten..En als ik bleef, zouden j de paarden sterven van de kou" De dragoman vertolkte dit, en Armstrong en Sara moesten de waarheid van deze be wering erkennen. „Gij moet teruggaan, grootvader", zeide zij. „Ik ben jong en sterk, en met die man nen ben ik niet bevreesd. Tk kan het in hun oogen zien, dat zij moedig en braaf zijn. En zij zijn met het gebergte bekend". .,Tk ga waar gij gaat," zeide Armstrong stijfhoofdig, maar de dragoman kwam tus- schenbeidë. „Dio goede oude man", zeide hij ïd het Turkscb, „is zoo moedig als een leeuw, maar hij kan geen heuvels beklimmenen toch wil hij volstrekt moe. De vrouw Is zoo ge schikt als een uwer om waarheen ook te gaan. Zorg voor haar. Maar do oude man moet niet mee. Zeg hem, dat hij u maar zou ophouden, en dat gij 1 tm niet wilt meene men." Al de Turken verklaarden ronduit, dat zij met Armstrong den bergweg niet op wilden, en de tolk deelde in hot Engelsch de rede nen mede, die hij hun zelf in den mond had gegeven. „Gaat dan", zei do oude man, „en iaat mij hier. Zeg dien vent met zijn zwart gezicht en al zijn dolken en pistolen, dat hij vuur aanlegt, en dan blijf ik hier. Maar terug ga ik niet. Ik zal hier wachten en voor u bid den totdat gij terugkomt. Gij kuut hier een heiden bij mij laten als gij het noodig acht, maar hier blijf ikEr zal mij hier wel niets kwaads overkomen." i Dewijl dit het eenige was, waarin hij wilde bewilligen, en het ongetwijfeld beter was, 1 dat hij daar bleef dau dat hij zich uitputte I en den anderen tot- last was, keurde Sara het goed. Een man werd bij horn op wacht I gelaten, cd deze en do Arabier legden oen groot, vuur aan. waarbij de oude man ging j zitten, in dekens cn schapevellen gewikkeld. Terwijl het vuur werd aangelegd, zag hij naar de fakkels totdat de glinsterende sluier van sneeuw die voor zijn oogen verborg. Toen reed de Arabier heen. en het gerin kel van de bellen der paarden werd in de duisternis en do sneeuw gehoord totdat ook dit in nacht en stilte verzwolgen scheen ,,'t Is zeer .vriendelijk van u, dat ge met j mij mee gaat, monsieur Bruyksdaal," zei de Sara, toen zij en do dragoman tc zameo de-d heuvel beklommen „Vergun mij te zeggen, madame, dat het egn genoegen voor mij is,", gaf hij daarop Zoowel in Noorwegen als m Zweden is deri laatsten tijd in politieke kringen de wensch uitgesproken, dat tusschen beide landen een defensief verbond geslot< n zou worden. Volgens een telegram uit Kopen hagen aan de „Daily Telegraph" is men echter zeer weinig geneigd, om ook Dene marken in het verbond op te nemen. Dc ex-staatssecretaris, dr. Sigurd lbsen, een zoon van TIenrik Ibsen, verklaarde aan een journalist „Ik geloof, dat een verbond tusschen de drie Scandinavische landen mo gelijk is, wanneer een overeenkomst tus schen Engeland en Duitschland tot stand is gekomen en ik wee dat men in Duitschland veel voor het plan ge oeLt. Ge-, durende zijn laatste bezoek aan Noorwe gen, verklaarde keizer Wilhelm, dal hij groot voorstander was van zulk een allian tie in verbinding met een Duitsch-Engel- sche entente." Te St. Petersburg i-s overleden pnnsea Hélène Mikaïlowna Banatinakaja, die haar geheele vermogen: 1,800,000 gulden, heeft bestemd tot steun'aan behoeftige studenten. Tweederde van het geld zal worden besteed voor hot bouwen ran een sanatorium voor staid aten, ter gedachtenis aan den zoon der erflaatster, die tijdens zijn studie te St«. Petersburg aan tuberculose is gestorven. In Hongarije zullen de delegaties di rect na hun samenkomst moeten beraad slagen over de beschikbaarstelling van 384 millioen kronen voor vlootuitbreiding. Volgens de „Corrière della Sera" is de toestand in Albanië veel verslechterd.; Er zou gevaar bestaan voor een botsing tusschen Albaneezen cn Grieksche troe-> pen. De staking in de kopermijnen te Calu met, in Michigan, is geëindigd. Deze woe lige strijd duurde tien maanden. l>e geheimzinnige Jloerdznak. Nu de belangstelling voor de Caillaax- zaak aan het luwen is, vraagt de zaak- Gadiou weer aller aandacht. Geheel Frank rijk wacht met spanning het resultaat af van het onderzoek naar het geheim van de Grande Palue. Maar in Bretagr.e vooral heeft mon voor niets anders meer oor. Te Brest blijft de bespreking van de quaeetio nog binnen de perken maar dat is niet overal het geval. De justitie ontvangt da gelijks stapels brieven met wijze raadgevin gen in min of meer vage aanwijzingen ware het publiek rechter van iustructie, dan zaten nu zeker al minstens vijftig per sonen in de gevangenis onder beschuldiging Cadiou vermoord te hebben. Te Landemeau, in de onmiddellijke na bijheid van de fabriek van den vermoorden industrieel, heeft men een Pierristische en (Jadiousche partij. De Cadiousards moeten het niet wagen in een café te komen, waar Pierristen het geval behandelen, en omge keerd. Te Morlaix is de bevolking evenzoo in twee kampen verdeeld. Maar ook onder de politie-ambtenaren heerscht verdeeld heid: de „spéciale" is overtuigd, dat Cadiou 30 December is vermoord, de „mobile" daarentegen gelooft dat de industrieel be gin Januari nog tot het land der levenden behoorde. De parketten van Brest en Mor laix zijn het absoluut oneens. EeD dergelijke vijandige verhouding, ge wekt door „1'Affaire", moest vroeg of Iaat tot botsingen leiden. Reeds is er dan •ook al een duel ïd zicht. De advocaat van den ingenieur Pierre heeft met den raads man van mevrouw Cadiou om een nietig heid, waarover anders geen woord zou zijn vuil gemaakt, twist gekregenzij hebben elkaar getuigen gezonden en zullen het een dezer dagen uitvechten. ten antwoord. „Nooit heb ik zulk een moe dige dame gezien. Ik acht mij gelukkig u van dienst te kunnen zijn." „Zullen zij den weg kunnen inden?" vroeg zij hem. „Ik kan niets zien. Hij lachte. „Ik zou den weg zelf kunnen vinden, al had ik hier maar eens gereisd. Ik ben in het gezicht van den Matt-evhorn geboren, en dit Balkan-gebergte is niet meer dan j eenige molshoi)cn, bij de Alpen vergele ken Velg mijn voetstappen, madame. Eer j ik te Wocnen kwam en koerier werd, was I ik in mijn land een berggids. Ik werd er te dik voor, maar voor de paden door het Balkan-gebergte ben ik nog wel geschikt, j Weet gij den weg?" vroeg hij in het Turksch I den man, die het dichts bij hem was. I „Wie hier den weg niet weet," zei de de J Turlc, „zou beter doen zich op to hangen j dan op zulk een avond als deze naar Baba I Konak te gaan." Hoe zij den weg vondèn was een wonder i voor ieder, die minder in deze streek be- kond was dan zij. Er waren nu drie fak- kels aangestoken, die iu de vallende sneeuw i sisten en flikkerden, maar de duisternis om hen heen was zóó clicht, dat zij nauwelijks I eenige passen zijwaarts van zich af konden zien, en do dwarrelende sneeuwvlokken waren in het fakkellicht zóó vcihiindend, dat Sara dikwijls haar voeten nut zag, cn j het pad als een holle, dohkeiv laagte I voor haar was. „Zijt gij vermoeid, madame?" vroeg de j dragoman. „Willen wij eve-n rusten?' ,,Neenr" antwoordde zij, „ga voort. Ik ben niet vermoeid." Bij zdchzelve zeido zij „Ik zal niet vermoeid zijn voordat wij u ge- j vonden hebben Clem, lk zal niet rust ca I voordat wij u vinden."- (Slot volgt.), f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 9