Woensdag 1£5 April.
Derde Blad. A0. 1914.
Offieieele Kennisgeving.
BUITENLAND.
Het proces tegen Mevr. Caillaux.
FEUILLETON.
tüoudes*
N«, 16505.
LEIDSCH
MCrBLAB
Kiezerslijst 1914-1915.
I De Burgemeester der gemeente Leiden;
Gelet op art. 31 der Kieswet;
5,eugt ter algemeene kennis, dat de ver
leken om verbetering van de kiezerslijst
vo,.r den dienst 1914-1915 mot de bewijs
stukken, tot en met 21 April a.8. op de
Secretarie dezer gemeente voor een ieder
ter inzage zijn nedergelegd en in afschrift
gen beuling der kosten verkrijgbaar ge-
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
Weth. 1 o.-Burgemees ter.
Leiden, 15 April 1914.
HIXWKKWET.
Burgmeester en Wethouders van Lei-
i Hen
Gezien het verzoek van do firma GEBRS.
VAN WIJK Go., om vergunning tot uit
breiding van de fabriek van wollen dekens
eb eajettcn, garens ,in heb perceel Levendaal
150, Seetie D. no. 1392, door verbouwing
Iran bet gedeelte Levendaal-hoek Rijnstraat,
waarin geplaatst zullen worden 3 electromo-
torcD, waarvan 1 van 60 en 2 van 13.6 pk.
lot het aandrijven van diverse machines;
■Gelet op de artt. 6 en 1 dor Hinderwet.;
tieren bij deze kennis aan het publiek,
2at genoemd verzoek met. de bijlagen op
'ée Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd
sinede dat op Woensdag, den 29 April
Ék. des namiddags te halftwee, op het
■sadhois. gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren-
geD, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
iroor bet gemeentebestuur of een zij Der le
den zijn verschenen, ten einde hun bezwaren
ondeling toe te lichten.
uTgcmeeater en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
Weth. lo. Burgemeester.
FAN 8TRIJEN, Secretaris-
eiden, lö April 1914.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den
Gezien bet verzoek van P. M. VERHOEF,
bm vergunning tot uitbreiding van de rooke-
>ij en zoutcrij in het perceel Boerhaavestraat
No. K> Sectie B No. 2667, door plaatsing
If an een electromotor van 6 P-k. tot het aan
drijven van diverse machines;
IGelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
J Geven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd verzoek met de bijlagen op
de Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is;
alsmede dat op Woensdag, den 50 April
fc,k. des namiddags te halftwee, op het
bet Raadhuis, gelegenheid zal worden ge
geven om bezwaren tegen dit verzoek in
te brengen, terwijl zij er de aandacht op
irestigen. dat niet tot beroep gerechtigd
rijn zij, die niet overeonkomstig art. 7 der
Hinderwet voor het gemeentebestuur of
een zijner leden zijn verschenen, ten ein
de hun bezwaren mondeling toe te lichten.
[Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
i Weth. lo. Burgemeester.
I VAN STRLTEN, Secretaris.
Leiden, 15 April 1914.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den
Gezien het verzoek van de N. V. LEID-
SCHE KATOENVLECHTERIJ EN NET-
TENFABRIEK, voorheeL JAEGER Co.,
om vergunning tot uitbreiding der netten-
fabriek in het perceel Vestwal, Sectie A
no. 1104, door bijplaatsing van drie electro-
motoren, elk van 7.5 pk., tot het aandrijven
van drie twijnbanken
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet:
Geven bij deze kennis aan het pubnek; dat
genoemd verzoek met de bijlagen op de Se
cretarie dezer gemeente ter visie gelegd is;
alsmede dat op Woensdag, den 29 April
e.k. des namiddags te halftwee, op het Raad
huis, gelegenheid zal worden gegeven om
bezwaren tegen dit verzoek in te brengen,
terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat
niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet
overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor
het gemeentebestuur of een zijner leden zijn
verschenen, ten einde hun bezwaren monde
ling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
Weth. loco-Burgemeester.
VAN STRTJEN, Secretaris.
Leiden, 15 April 1914.
De instructie in de zaak tegen mevrouw
Oaillaux duurt nog steeds voort. Nu weer
heeft een kruisverhoor plaats gehad, of lie
ver gezegd zou plaats hebben tusschen me
vrouw Gueydan, haar zoon uit haar eerste
huwelijk Frangois Dupré en mevrouw
Estradère, de oud-redactrice van de Fi
garo".
Daar laatstgenoemde dame niet versche
nen waa omdat zij zich naar het buitenland
begeven had, konden beide dames niet met
elkaar geconfronteerd worden. Mr. Bou-
oard begon daarom met madame Gueydan
en haar zoon 't proces-verbaal voor te lezen
van de verklaringen van madame Estra
dère.
Zooals men weetg zeide deze getuige, dat
haar den löen Maart bij gelegenheid van
een dejeuner by de vorstin van Monaco een
som van 30,000 franc was aangeboden door
Calmctte, ten einde een onderhoud te ver
krijgen met madame Gueydan. Dit aanbod
was later gedaan aan een ander cn zonder
deze persoon met name te noemen, kreeg
men <&m indruk, dat getuige Frangois Du-
pré bedoelde.
Madame Gueydan verklaarde hierop, dat
zij nu en dan madame Estradère ontmoet
had, maar dat dezo haar to weinig kende
om haar dergelijke zaken voor te slaan.
Nogmaals verklaarde zij, onder eede, dat
haar door Calmette, nooh direct, noch in
direct, ooit geld was aangeboden cn dat zij
nimmer brieven of documenten aan iemand
had toevertrouwd. Sedert haar echtschei
ding was niets van deze correspondentie
medegedeeld.
Frangois Dupré verklaarde, dat hij ma
dame Estradère nog minder goed kende.
Hij had haar eens gezien aan het station
te Lyon toen zij hem verzocht de groeten
aan zijn moeder over te brengen. Zij had
den echter geen gesprek niet elkaar ge
voerd. Wat Calmette betrof, dien had hij
nimmer gezien on nooit had iemand een po
ging gedaan om door zijn bemiddeling zijn
moeder met Calmette in verbinding te bren
gen.
Vervolgens kwam maclame Gueydan terug
op een bijzonderheid waarvan reeds door
Oaillaux melding was gemaakt. Den 13den
Maart zeide zij toen ik den brief „Ton
Jo" in de „Figaro" gepubliceerd zag, was
ik zeer verrast en telefoneerde onmiddellijk
aan Caillaux, dat ik volstrekt geen deel
had aan de publicatie, waarop Caillaux
mij antwoordde, dat hij mij nimmer van
eenige medeplichtigheid verdacht had."
Mr. Boucard deelde daarna madame
Gueydan het resultaat mede van het on
derzoek in het hotel Astoria. Men herin
nert zich, dat de directeur van het „Petit-
Journal" Verdort, verzekerd heeft, dat
hij door madame Gueydan was uitgenoo-
digd zich naar hotel Astoria te begeven,
daar zij een campagne wilde gaan voeren
tegen haar gewezeD echtgenoot, die op het
punt stond opnieuw in het huwelijk te tre
den. Vervoort zeide zich te herinneren, dat
madame Gueydan destijds de zesde étage
van het hotel bewoonde, maar Caillaux
was den 21sten October opnieuw in het hu
welijk getreden en zij had haar apparte
ment op de zesdo verdieping betrokken op
den lOen December, hetgeen dan ook dóór
de boekgn van het hotel is bewezen kunnen
worden. Zoodat besloot madame Guey
dan ik Vervoort geen brieven Icon aan
bieden om het huwelijk van Oaillaux te be
letten en zijn bewering geheel ontzenuwd
wordt."
Dienzelfden dag begaf Caillaux zich, ver
gezeld van zijn advocaat naar rar. Boucard,
om hem eenige nieuwe mededeelingen te
doen, doch daar de rechter van instructie
zich reeds verwijderd had, werd dit ver
hoor tot de volgende week uitgesteld
De oud-minister van
VOOR DEN buitenlandsche zaken
EUROPEESCHEN in Frankrijk Pichon
VREDE hoeft eens zijn mee
ning gezegd over den
Europeeschen vrede. Hij heeft- voor de pu
blicatie van zijn gevoelens de „Neue Freie
Presse'uitgekozen.
De staatsman schrijft daar o. m.
„Nog nooit hebben de groote mogend
heden, die als om strijd haar verlangen
naar vrede te kennen geven, zich zooveel,
opofferingen getroost voor haar legers
en wanneer zij op de-ze wijze doorgaan zul
len zij weldra haar hulpbronnen uitgeput
hebben.
Intusschen is Richon van oordeel,--dat
men niet pessimistisch- luaioeft te zijn en
zioh niet behoeft te laten leiden door de
vrees, dat de welvaart der verschillende
landen hier onder lijden zal, want niette
genstaande hen, die het tegendeel voor
spellen, gelooft hij, dat de vrede gehand
haafd zal blijven.
„Indien ik mijn meening zoo juist om
schrijf in een Weensch dagblad," voegt de
oud-minister hieraan toe, „dan is het om
dat ik denk dat Oostenrijk-Hongarije en
Frankrijk onder de eerste naties kunnen
gerekend worden, die deze meening kunnen
rechtvaardigen en ook daarnaar streven.
Beide staten hebben gedurende de laatste
tien jaren alles gedaan om conflioten be
voorkomen. Niettegenstaande deze goede
intenties, ziet iedereen in dat Oostenrijk-
Hongarije een der mogenheden is, wier be
langen het. meest gevaar loopen op het spel
te worden gezet door den loop der ge
beurtenissen op den Balkan. Maar de sou-
verein en de ministers, die zijn geheele
vertrouwen hebben, hebben reeds vaak ge
toond met zóó'n ernstige wil bezield te zijn
om conflicten te vermijden, dat men met
goed vertrouwen de toekomst onder de
oogen kan zien. Het is van uit het Oosten
en ook alléén van daar, volgens mijn
raeening dat op het oogenblik een oor
log kan dreigen. Oostenrijk-Hongarije is
even vredelievend als Frankrijk cn het ge
drag van Rusland in de regeling va-n de
Armenische kwestie is een onweerlegbaar
bewijs, dat ook deze mogonheid ernstig dea
vrede wil. Roizer Wilhelm hooft herhaal
delijk bewezen een practisch voorstander
van den vrede te zijn. Geen enkele mogend
heid droomt van oen verdeeling van het
Turksche rijk en alle werken samen om
conflicten te vermijden indien zich van deze
onvoorziene conflicten voordoen Eedenen
te over om vertrouwen te hebben in de
handhaving van den vrede."
Hueria heeft een slommiieit
MEXICO, begaan. Te Tampico kwa
men mariniers der Vereenig-
de Staten petroleum inslaan. Maar de re-
gecringstroepen kwamen er ook en die
namen de Amerikanen gevangen.
De regccring te Washington is boos.
Alle schepen der Atlantische vloot te
Hampton Roads hebben bevel gekregen
naar Tampico te stoomen, het transport
schip Hancock" gaat met 800 mariniers
uit Nieuw-Orleans derwaarts. Het slagschip
„Zuid-Carolina", dat van San Domingo on
derweg is, heeft per draadloos telegram
last gekregen naar dezelfde plaats van be
stemming te varen, evenals de kanonneer-
bootcn „Nashville," „San Domingo" en
„Tacoma." Het smaldeel torpedobooten te
Pensacola heeft last zich gereed te houden
om zich op het eerste sein bij de slag
schepen tc voegen.
Het kabinet heeft twee uur lang den toe
stand besproken. Bryan heeft zijn uitstapje
er aan gegeven.
Naar verluidt is president Wilson niet
van plan geweld te gebruiken dan in de
uiterste noodzakelijkheid.
Als de concentratie der vloot voltooid is,
zal admiraal Badger in de Mexicaansche
wateren meer dan 20 groote oorlogssche
pen onder zijn bevel hebben-
Bij" die gevangenneming" der mariniers is
nu ook nog vlagkwestie gekomen.
Wat liier weer uit broeien zal 1
KORTK BElUCnTKN.
De Belgische liberale senator Sam
Wiener heeft bij ©en automobielongeluk te
Brussel het leven verloren. Wiener was in
1851 geboren. De liberale partij lijdt door
zijn overlijden een groot verlies.
1fn Parijs houdt de nieuwe politie-
prefect niet van half werk. Hij" heeft weer
een razzia doen houden op Montmartre en
daarbij zijn in twee uur honderdvijftig per
sonen gearresteerd.
Cliristabel Pankhurst, de naar Parijs
gevluchte kiesrechtvrouw, heeft den corres
pondent van do Times ontkennend geant
woord op de vraag, of de kaesrechtvrouwen
ook zouden trachten te betoogen tijdens het
bezoek van den koning en de koningin van
Engeland, aan de Fransche hoofdstad. Men
zal de hoffelijkheid en de gastvrijheid, cfiïe
de Franschen haar betoond hebben tijdens
haar verblijf te Parijs, niet met ondank be
loon en.
Onder tragische omstandigheden is
Ferdinand Forest, de uitvinder van den
motor voor molorbooten te Monaco over
leden. Met de eerste motorboot, die Forest
na zijn uitvinding liet bouwen, de „Ga
zelle," deed hij te Monaco dezer dagen
nog eens een tochtje, dat echter een zeer
slecht verloop had, daar de boot tegen een
dam geworpen werd. De 71-jarige grijsaard
geraakte door het ongeval in zulk een toe
stand van opwinding, dat hij tengevolge
van hartverlamming overleed.
Men vermoedde dat Rochefcfce zich te
St -Petersburg ophield. Een Parijsoh recher
che-inspecteur is derwonns vertrokken,
dooh onvemchterzake teruggekeerd.
11 SI
J3 »,Hij zegt", vertolkte de dragoman, „dat
j fcet geen goede weg is. Is er een pad?"
j|roeg hij. Athanas, die geen kans zag om
te liegen of te vergrooten, vergenoegde zich
j pet te knikken. „Zijt gij dien weg zelf wel
lens gegaan?"
..Twintig duizend maal", antwoordde
jp-thanas. „Kan een vrouw het doen?"
sathanaa knikte weder,
j „Be weg is niet goed", zeide de tolk, „maar
/egt, dat hij er zelf een paar malen i3
Kewoest, en dat er een begaanbaar pad is,
Btèt te moeilijk voor een vrouw."
van avond voor een vrouw 'niet om
te dötn". zoide Athanas, „en een vrouw
het niet eer doen dan na de voorjaars-
■gene."
Hierop gaf de dragoman geen antwoord,
stapte het rijtuig uit, vroeg een glas
F!Pfclca, en warmde zijn handen en voeten
ty) bet vuur
>dk was bevreesd", zeide Armstrong,
Hat
^~ij nooit bij hem zouden komen. Wat
eeft het ons vier verdrietige dagen go-
°-t om clat geld te leenenMen zou gc-
e,-nd hebben, dat, toen die advertentie
BP*1 week lang dag aan dag in de „Times"
•ijL1 en wij er reeds bijna onze laatste
jK ïï'Y V00r kodden uitgegeven en er nie
ter, epkwam, uw rechtmatige aanspraak
feïul°0^ bewezen was. Hoe zou ook iemand
liet ','rS .aa,nsPr&ak kunnen maken, daar gij
L kll'r,^ 6mS6 'cind van uw vader zijt en hij u
Rel \V?o khii op de wereld bezat, heeft na-
Heb! geloof, dat mensohen, die geld
D> er meer waarde aan hechten dan
wie het niet hebben, ofschoon men zou kun
nen denken, dat het tegendeel het geval
zou zijn. Als wij terugkomen, meisje, zult
gij een groote en rijke dame zijn. Verhard
uw hart nooit tegen de beden der armen.
Als ge voor een goede zaak kunt leenen,
wees dan niet al te bevreesd uw geld niet
terug te krijgen."
Hij had wel iets anders om over te den
ken, maar hij wilde liever over wat ook
spreken dan zijn gedachten te laten ver
wijlen bij het schrikbeeld, dab zich telkens
aan hem opdrong.
„Die eenzame poel", had hij honderd
maal bij zichzelven gezegd, „zou een ge
broken hart, dat in eenzaamheid is, in ver
zoeking kunnen brengen." Hij verdreef
dit denkbeeld telkens, maar het liet zich
niet verdrijven. „Die dagen van duister
nis," dacht Armstrong met ontzetting,
„toen zijn eigen hart tot hem zeide wat
de vrouw van den geduldigen lijder der
oudheid dezen toevoegde
Wat kon hij in zulk een geval anders doen
dau zijn hart met bevend vertrouwen ten
Hemel heffen?
„Monsieur Bruyksdaal", riep Sara den
dragoman toe, „daar komen do mannen aan.
Kunnen wij brandhout krijgen? Er zullen
wel dorre takken op de heuvels zijn. Als
wij een groot vuur konden aanleggen, zou
den de paarden misschien er bij kunnen
wachten; als wij hen in de koude lieten
staan, zonden zij sterven. Eu kunt gij ook
dekens krijgen? Die zijn misschien ook noo-
dig".
„Madame", zeide de dragoman, „alles,
wat gij verlangt, zal geschieden".
De khanjee kwam in de straat aan, met
een zestal druk gesticuleerende Turken.
Een had een aangestoken fakkel in de hand,
hoewel het nog maar schemering was, en
al de anderen hadden fakkels in gereedheid.
De laatst© toebereidselen werden ge
maakt, de dragoman klom achterin het rij
tuig, en het reisgezelschap trok verder De
sneeuw viel dicht als eeD sluier, en binnen
een uur was de weg er zoo mede bedekt,
dat men alleen aan het rinkelen van de
bellen der paarden kon hooren dat het rij
tuig in beweging was. Een halfuur later was
het donker, en de fakkel bescheen woeste
gedaanten, dwarrelende sneeuwvlokken en
donkere bergwanden.
Eindelijk kwamen zij aan het smalle zij
pad, waarlangs Clem acht uren vroege: was
opgeklommen.
„Gij zult vijf uren wegblijven", zeido de
voorman. „Het zou voor de paarden de dood
zijn hier te wachten. Ik zal naar Orkhaniè
teruggaan, maar als ik kan, kom ik weer
1 hier. Als ik hier niet kan terugkomen, zou
ik hier vandaan toch niet de helling kun-
I nen afrijden, en dan zou het niet baten of
ik al bleef wachten..En als ik bleef, zouden
j de paarden sterven van de kou"
De dragoman vertolkte dit, en Armstrong
en Sara moesten de waarheid van deze be
wering erkennen.
„Gij moet teruggaan, grootvader", zeide
zij. „Ik ben jong en sterk, en met die man
nen ben ik niet bevreesd. Tk kan het in
hun oogen zien, dat zij moedig en braaf
zijn. En zij zijn met het gebergte bekend".
.,Tk ga waar gij gaat," zeide Armstrong
stijfhoofdig, maar de dragoman kwam tus-
schenbeidë.
„Dio goede oude man", zeide hij ïd het
Turkscb, „is zoo moedig als een leeuw, maar
hij kan geen heuvels beklimmenen toch
wil hij volstrekt moe. De vrouw Is zoo ge
schikt als een uwer om waarheen ook te
gaan. Zorg voor haar. Maar do oude man
moet niet mee. Zeg hem, dat hij u maar zou
ophouden, en dat gij 1 tm niet wilt meene
men."
Al de Turken verklaarden ronduit, dat zij
met Armstrong den bergweg niet op wilden,
en de tolk deelde in hot Engelsch de rede
nen mede, die hij hun zelf in den mond had
gegeven.
„Gaat dan", zei do oude man, „en iaat mij
hier. Zeg dien vent met zijn zwart gezicht
en al zijn dolken en pistolen, dat hij vuur
aanlegt, en dan blijf ik hier. Maar terug ga
ik niet. Ik zal hier wachten en voor u bid
den totdat gij terugkomt. Gij kuut hier een
heiden bij mij laten als gij het noodig acht,
maar hier blijf ikEr zal mij hier wel
niets kwaads overkomen."
i Dewijl dit het eenige was, waarin hij wilde
bewilligen, en het ongetwijfeld beter was,
1 dat hij daar bleef dau dat hij zich uitputte
I en den anderen tot- last was, keurde Sara
het goed. Een man werd bij horn op wacht
I gelaten, cd deze en do Arabier legden oen
groot, vuur aan. waarbij de oude man ging
j zitten, in dekens cn schapevellen gewikkeld.
Terwijl het vuur werd aangelegd, zag hij
naar de fakkels totdat de glinsterende sluier
van sneeuw die voor zijn oogen verborg.
Toen reed de Arabier heen. en het gerin
kel van de bellen der paarden werd in de
duisternis en do sneeuw gehoord totdat ook
dit in nacht en stilte verzwolgen scheen
,,'t Is zeer .vriendelijk van u, dat ge met
j mij mee gaat, monsieur Bruyksdaal," zei
de Sara, toen zij en do dragoman tc zameo
de-d heuvel beklommen
„Vergun mij te zeggen, madame, dat het
egn genoegen voor mij is,", gaf hij daarop
Zoowel in Noorwegen als m Zweden
is deri laatsten tijd in politieke kringen de
wensch uitgesproken, dat tusschen beide
landen een defensief verbond geslot< n zou
worden. Volgens een telegram uit Kopen
hagen aan de „Daily Telegraph" is men
echter zeer weinig geneigd, om ook Dene
marken in het verbond op te nemen. Dc
ex-staatssecretaris, dr. Sigurd lbsen, een
zoon van TIenrik Ibsen, verklaarde aan
een journalist „Ik geloof, dat een verbond
tusschen de drie Scandinavische landen mo
gelijk is, wanneer een overeenkomst tus
schen Engeland en Duitschland tot
stand is gekomen en ik wee dat men in
Duitschland veel voor het plan ge oeLt. Ge-,
durende zijn laatste bezoek aan Noorwe
gen, verklaarde keizer Wilhelm, dal hij
groot voorstander was van zulk een allian
tie in verbinding met een Duitsch-Engel-
sche entente."
Te St. Petersburg i-s overleden pnnsea
Hélène Mikaïlowna Banatinakaja, die haar
geheele vermogen: 1,800,000 gulden, heeft
bestemd tot steun'aan behoeftige studenten.
Tweederde van het geld zal worden besteed
voor hot bouwen ran een sanatorium voor
staid aten, ter gedachtenis aan den zoon der
erflaatster, die tijdens zijn studie te St«.
Petersburg aan tuberculose is gestorven.
In Hongarije zullen de delegaties di
rect na hun samenkomst moeten beraad
slagen over de beschikbaarstelling van 384
millioen kronen voor vlootuitbreiding.
Volgens de „Corrière della Sera" is
de toestand in Albanië veel verslechterd.;
Er zou gevaar bestaan voor een botsing
tusschen Albaneezen cn Grieksche troe->
pen.
De staking in de kopermijnen te Calu
met, in Michigan, is geëindigd. Deze woe
lige strijd duurde tien maanden.
l>e geheimzinnige Jloerdznak.
Nu de belangstelling voor de Caillaax-
zaak aan het luwen is, vraagt de zaak-
Gadiou weer aller aandacht. Geheel Frank
rijk wacht met spanning het resultaat af
van het onderzoek naar het geheim van de
Grande Palue. Maar in Bretagr.e vooral
heeft mon voor niets anders meer oor. Te
Brest blijft de bespreking van de quaeetio
nog binnen de perken maar dat is niet
overal het geval. De justitie ontvangt da
gelijks stapels brieven met wijze raadgevin
gen in min of meer vage aanwijzingen
ware het publiek rechter van iustructie,
dan zaten nu zeker al minstens vijftig per
sonen in de gevangenis onder beschuldiging
Cadiou vermoord te hebben.
Te Landemeau, in de onmiddellijke na
bijheid van de fabriek van den vermoorden
industrieel, heeft men een Pierristische en
(Jadiousche partij. De Cadiousards moeten
het niet wagen in een café te komen, waar
Pierristen het geval behandelen, en omge
keerd. Te Morlaix is de bevolking evenzoo
in twee kampen verdeeld. Maar ook onder
de politie-ambtenaren heerscht verdeeld
heid: de „spéciale" is overtuigd, dat Cadiou
30 December is vermoord, de „mobile"
daarentegen gelooft dat de industrieel be
gin Januari nog tot het land der levenden
behoorde. De parketten van Brest en Mor
laix zijn het absoluut oneens.
EeD dergelijke vijandige verhouding, ge
wekt door „1'Affaire", moest vroeg of
Iaat tot botsingen leiden. Reeds is er dan
•ook al een duel ïd zicht. De advocaat van
den ingenieur Pierre heeft met den raads
man van mevrouw Cadiou om een nietig
heid, waarover anders geen woord zou zijn
vuil gemaakt, twist gekregenzij hebben
elkaar getuigen gezonden en zullen het een
dezer dagen uitvechten.
ten antwoord. „Nooit heb ik zulk een moe
dige dame gezien. Ik acht mij gelukkig u
van dienst te kunnen zijn."
„Zullen zij den weg kunnen inden?"
vroeg zij hem. „Ik kan niets zien. Hij
lachte.
„Ik zou den weg zelf kunnen vinden, al
had ik hier maar eens gereisd. Ik ben in
het gezicht van den Matt-evhorn geboren,
en dit Balkan-gebergte is niet meer dan
j eenige molshoi)cn, bij de Alpen vergele
ken Velg mijn voetstappen, madame. Eer
j ik te Wocnen kwam en koerier werd, was
I ik in mijn land een berggids. Ik werd er te
dik voor, maar voor de paden door het
Balkan-gebergte ben ik nog wel geschikt,
j Weet gij den weg?" vroeg hij in het Turksch
I den man, die het dichts bij hem was.
I „Wie hier den weg niet weet," zei de de
J Turlc, „zou beter doen zich op to hangen
j dan op zulk een avond als deze naar Baba
I Konak te gaan."
Hoe zij den weg vondèn was een wonder
i voor ieder, die minder in deze streek be-
kond was dan zij. Er waren nu drie fak-
kels aangestoken, die iu de vallende sneeuw
i sisten en flikkerden, maar de duisternis
om hen heen was zóó clicht, dat zij nauwelijks
I eenige passen zijwaarts van zich af konden
zien, en do dwarrelende sneeuwvlokken
waren in het fakkellicht zóó vcihiindend,
dat Sara dikwijls haar voeten nut zag, cn
j het pad als een holle, dohkeiv laagte
I voor haar was.
„Zijt gij vermoeid, madame?" vroeg de
j dragoman. „Willen wij eve-n rusten?'
,,Neenr" antwoordde zij, „ga voort. Ik
ben niet vermoeid." Bij zdchzelve zeido zij
„Ik zal niet vermoeid zijn voordat wij u ge-
j vonden hebben Clem, lk zal niet rust ca
I voordat wij u vinden."- (Slot volgt.), f