BBMSü
t
aai
Offieieele Kennisgeving.
fto, 166j3.
u.
i* -r;
!93,
Zaterdag XX Api'
TTwecde X31ad. A». 1914.
Openbare Kennisgeving*
311 LIT I E.
Eerstö Zitting van den Militieraad.
Dc Burgemeester der gemeente Leiden
>rengt bij deze ter openbare kennis, dat dc
Militieraad zijn eerste zitting binnen deze
jemeento in het Raadhuis (Trouwzaal) zal
louden op Maandag 27 April a,s. des
roormiddags te 10 uur voor de ingeschre
venen voor de lichting van het volgend
aar, wier geslachtsnamen aanvangen met
le letters A tot en met L en op Dinsdag
18 April a.s. des voormiddags te 10 uur
voor de ingeschrevenen voor de lichting
van het volgend jaar wier gcslaehtsnamen
tanvangen met dc letters M tot en met Z.
Belanghebbenden zullen in deze zitting
n de gelegenheid worden gesteld desge-
venscht hun aanvragen om vrijstelling toe
;o lichten of te doen toelichten en de nit-
ipraak hieromtrent van den Militieraad te
vernemen.
De aandacht wordt nog geve«stigd op de
ïavolgendo bepalingen
Tegen de uitspraak van den Militieraad
>mtrent vrijstelling of uitsluiting kan bin-
ïèn Tien dagen, te rekenen van den dag,
.vaarop die uitspraak is geschied, bij Ge-
lèputeerde Staten der Provincie bezwaar
vorden ingebracht door den Militiecommis-
laris en door
lo. den ingeschrevene, wien de uitspraak
feld, of door zijn vader, moeder, voogd of
mrator
2o. elk der overige voor de gemeente in-
yes oh re venen of door zijn vader, moeder
voogd of curator.
Hij of zij, die bezwaren inbrengt, levert
liet daartoe strekkend verzoekschrift, dat.
oehoorlijk met reden omkleed moet zijn, in
ber Secretarie dezer gemeente, afdeeling
Militaire Zaken (kamer No. 0).
Van de inlevering wordt een bewijs
van ontvangst uitgereikt.
Bezwaarschriften, niet ingericht of in
geleverd op de hierboven aangegeven wij-
5. fce, kunnen geen gevolg hebben
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
Wethlr. Lo. Burgemeester.
Lelden. 9 April 1914.
I HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
<jtezien art. 8, late alinea, der Hinderwet;
'Brengen bij deze ter algemeen© kennis,
dat door hen op hedeu vergunning is ver
leend aan J. J. VAN SC-HIE, en rechtver-
!t krijgenden tot het uitbreiden van de zuivel-
Inrichting in het perceel Kraaierstraat No.
d' B4a, Sectie D. No. 1546.
_J Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
11 Wetli. loeo-Burgcmeesler.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Lelden, 9 April 1914.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien Tiet verzoek van W. F. MOENE en
N. DOOL om vergunning tot oprichting van
i'een steenhouwerswerkplaats op het ter
rein en in een te bouwen werkplaats aan
Jfde Haarlemmertrekvaart, Sectie L. No.
jl1003
Overwegende, dat het onderzoek ter
zake nog niet is geëindigd
Gelet op artikel 8 der Hinderwet
Hebben besloten:
de beslissing op het verzoek te verdagen.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
J. A. VAN HAMEL,
Wetli. lo. Burgemeester.
VAN STRIJEN,
S Secretaris.
Leiden, 9 April 1914.
i
PERSOVERZICHT.
In een driestar over lijkverbranding
zegt ,,D e S t a n d a ar d"
Dat men, alvorens de wot kon gewijzigd
„worden, toch tot de oprichting van een
'Crematorium overging, en dat, toen
de eerste lijkverbranding ondernomen
werd, van tusschcukomsb der politie geen
sprake was, teekent den toestand, waarin
W6 allengs geraakt zijn.
Voorshands vindt deze lijkverbranding
uitsluitend plaats onder die landgenooten,
die met het Christendom gebroken Rebben,
en die óf in materialistische óf in paganist-i-
scho wateren verzeild geraakten en zelfs
onder dezen is hun aantal uiterst gering.
In landen, waar de crematie sinds lang
^geoorloofd is verklaard, blijft het percenta
ge zeer onbeduidend.
Voel grooter eohter is het aantal van
hen, die, eveneens aan de glorie van ons
Paasch feest vervreemd, voor zichzelf de
orematie niet begeeren, hun lieve do oden
nog altoos evenals wij begraven, maar toch
van oordeel zijn, dat men een ieder ton deze
Vrij moet laten.
Hot. zijn deze indif foren ten, die men on
der de Liberalen van diverse- pluimage in
allo steden aantreft, on die ook in do Be
stuurscolleges en rechterlijke bureaux den
Joon aangeven en de macht in handen heb
ben.
Ons publieke leven bezat In do beg ra-
nog uekere Christelijke signatuur,
iët is om die publieke, Christelijke sig
natuur te handhaven, dat ook wij tegen in
voering van een crematorium reeds voor
meer dan een kwarteeuw uitvoerig het
pleit opnamen. Maar juist dit belang
spreekt dezen indifferenten niet toe.
Ons volksleven mag en moet zeer zeker
ook in administratie on wetgeving zeker
publiek 6tempel dragen, maar C h r i s t e-
lijk mag dit stempel niet zijn.
Zelfs de Christelijke feestdagen, met
name Paschen, zag men liefst in stilte ver
dwijnen.
Een feest, dat publiek meetelt, en van de
Opstanding uit de doodon gewaagt, zag
men liefst geschrapt.
Daarentegen de Crematie, die veeleer
een tegenovergestelde signatuur aan ons
publieke leven geven zou, mag wel.
Immers die publieke signatuur mag niet
langer Ch ristelijk, ze moet veeleer
humanistisch zijn.
En juist dit spreekt zich uit in de Cre
matie.
De „Zutphensche Courant", de.
eerste crematie in Nederland besprekend,
schrijft o. m.
Er schijnt een juridisch fijnigheidje aan
deze hecle zaak verbonden te zijn. Som
mige juristen achten de mogelijkheid niet
uitgesloten, dat het feit, zooal strafbaar,
niet kan leide-n tot een vervolging, óók al
omdat do asch inderdaad begraven" is.
Maar andere juristen meenen, dat de Be
grafeniswet zeer duidelijk de crematie ver
biedt.
Wij mengen ons daarin uitteraard niet
Alleen verwachten wij, dat, zoo bij eind
vonnis is beslist, dat strafbaar is wat op
,,Weste.rvcld" geschiedde, de Regeering zal
ingrijpen en door wetswijziging een vrij
heid zal verschaffen, waarom nu a-1 40 jaar
lang vergeefs is gevraagd.
We hopen, dat men van de zijde der ker
kelijke partijen tegen zulk een wetswijzi
ging geen principieele bezwaren zal blij
ven aanvoeren. Want dat verzet is toch
niets anders dan de handhaving van een
dwang, geboren uit zucht om te heerschen
over andersdenkenden een methode,
waarvan ons volk herhaaldelijk zijn af
koer heeft to kennen gegeven.
In den grond erkent reeds de bestaan
de Begrafeniswet het recht van beschik
king van elkeen over zijn lijkde overle
dene, en ook zij, die voor de begrafenis
te zorgen hebben, kunnen verlangen of
vergunnen, dat een lijk niet begraven,
maar ontleed of bewaard worde", en dan
kan dit ,,met verlof van den burgemeester
geschieden", bij weigering van dit verlof
is beroep binnen 24 uur op den Commissa
ris der Koningin, die daarop onmiddellijk
beschikt.
Een wet, die alzoo met verlof van den
burgemeester het recht van den overle
dene of zijn nabestaanden erkent om het
lijk af te staan „aan de snijkamer" kan
op den duur geen beletsel vormen om ook
vrijheid van lijkverbranding toe te
staan.
Do „Nieuwe Eaarlemsohe Cou
rant" schreef over dit onderwerp:
In de liberale kranten heeft men kun
nen lezen, hoe op 1 April de eerste lijkver
branding heeft plaats gehad, of liever
de plechtigheid", die aan de eigenlijke
verbranding voorafgaat.
Nu, die is heel mooi geweest: er is orgel-
gespeeld en gezongen, en onder de tonen
van Bacli's „Andante" zonk dc kist zoo
heet het in de berichten plechtig naar
beneden, naar den oven
Dc menschen waren er van aangedaan,
zoo mooi als 't was.
Maar daarna kwam toch eigenlijk pas de
ware „lijkverbranding", en dkt gedekte
van de „plechtigheid", dat niet voor fa
milie en gonoodigden was bestemd, maar
dat „sans fa^ons" werd uitgevoerd door
expresse lijk daartoe uit Duitsohland over
gekomen „monteurs", was veel minder
mooi
We kunnen daaromtrent wat vertellen
een paar bijzonderheden, die veel van al
het moois, wat er van de lijkverbranding
verteld wordt, wegnemen, zelfs voor de
vurigste voorstanders er van
Een poos geleden we hebben het toen
vermeld werd de eerste proefverbran
ding" gehouden; het was een vet varken,
dab die eer genoot, en dat in een kist óók
zoo plechtig „wegzonk" en in den oven
ging. Maar liet bleek toen dat 't nog niet
in de perfectie gingof het varken te vet
was, of dat er wat anders aan scheelde...
maar 't lukte niet heel goed en met alle
permissie gezegd't stonk verschrikke
lijk.
Toen is men aan 't veranderen gegaan.
De oven werd verbouwd en de Duiteohe
monteurs hadden hard werk. Drie weken
geleden ongeveer kwam het tweede var
ken aan do beurtdie proef slaagde, zoo
dat men nu gerust was als voor den derden
keer de oven moest werken
Dr. Vaillant kwam toen aan de beurt.
Van een ooggetuige, die bij de verbran
ding (wat iets andere is dan de plechtig
heid boven!) daarbeneden in de „werk
plaats" tegenwoordig was. vernemen wil
nu, dat het daarmee toen niet erg vlot
ging
Om half twee had de „plechtigheid"
plaats, maar het was al tien minuten over
vijven, toen het eigenlijke verbranden paa
gebeurd was, de oven was niet heet ge
noeg, ol er mankeerde iets aan, kortom
't ging, ondanks den monteur uit Jena, die
het zaakje opknapte, allesbehalve voor
spoedig. Daarenboven leek het geval aan
ooggetrdige, die ons. inlichtte, allesbehalve
©en pieus werk. Er werden grappen ver
kocht, en eerbiedig ging 't allesbehalve
vertelt hij en het verhaal, dat zoo'n ver
branding zonder vettigen rook etc. plaats
heeft, noemt hij een sprookje. Enfin.
onze zegsman, die voor verbranding te vo
ren wel iets voelde, moet er nu niets meer
van hebben, nadat hij ,,de dessous" van het
geval heeft gezien
Onzes inziens begrijpelijk.
Trouwens, deze zoo opgehemelde eerste
verbranding is nog in andere opzichten een
vreemde zaak geweest. Men meldt ons, dat
de familie er sterk tegen was, en reeds de
kist had besteld en het graf laten delven
voor oen begraving was alles gereed,
toen het Hoofdbestuur van de lijkverbran-
dingsvercenignig met een papiertje kwam,
waaruit bleek, dat dc overledene er sterk
op gestaan had, om verbrand te worden en
dit als zijn uitersten wil had te kennen ge
geven. Noodgedwongen heeft toen de fa
milie toegegeven. Men vraagt zich af, wat
er toch achter kan steken, dat op deze
wijze, zoo geheel tegen dc publieke opinie
in, de lijkverbranding schijnt gepousseerd
te moeten worden 1
De groofce kerkelijke verga
dering. Een bijeenkomst van bij de
2000 personen, die allen in debat kunnen
komen, in een gebouw als de Willemskerk,
te 's-Gravenkago, en bij den korten duur,
die aan het Convent gegeven werd, kan bij
na niet tot een bevredigende uitkomst lei
den, zoo schrijft ,,D e Standaard" over
het op 16 April door de Hervormde Synode
saamgeroepen Kerk-Convent.
Doch die bijeenroeping is een teeken des
tijds.
Er ligt toch de klare erkentenis in, dat de
toestand! in onze grootste, Kerk te wenschen
overlaat, en dat do Synode geen geestelijke
bevoegdheid in zich gevoelde, om in wat
chaotisch dreigde te worden, een orde-ge-
venden of orde-herstellenden factor wakker
te roepen.
Vandaar nu de poging, om een vrij Con
vent te laten optreden, waarin allerlei gees
ten zich zullen kunnen uitspreken, om te
zien of uit dit Babyion der spraakverwar
ring een Jeruzalem worden kan.
Men kan nooit weten
Toch weet men niet, of' deze samenkomst
er niet tenminste toe leiden kan, om den
grondslag te leggen voor een tweede, latere,
en beter voorbereide samenkomst. En clan
ware er zeker iets van beteekenis gewonnen.
Alleen indien men alsdan een beginselver
klaring laat uitwijzen, wie er komen mag en
wie er niet kan komen.
Een groote debat-samenkomst zonder eenig
vooraf vaststaand uitgangspunt liep, zoo op
politiek en sociaal als op paedagogisch en
kerkelijk gebied, bijna altoos in 't honderd.
En dit zou, vooral waar zoo teedere en
ernstige belangen in 't spel komen, ten
zeerste te betreuren zijn.
Ook ,,D e Hervorming" verwacht
niet, dat de Haagsche vergadering van on
geveer 2000 „ambtsdragers" der Ned.-Herv.
Kerk veel eenheid zal brengen. Mf verge>-
ïijke maar eens de stellingen, die beider
zijds zullen worden verdedigd en die lijn
recht tegenover elkaar staan. Het blad
schrijft
Wanneer men de wijze riet, waarop in de
laatste weken in de uIhra-rechtJsche bladen
over ons, modernen, geschreven wordt, dan
lijkt het er zeker nioti naar. dat. van die zijde
ooit zal toegestemd worden in een vreed
zaam samenwonen, waarbij de strijd niet
meer gaat om de macht, wijl het recht ook
van minderheden gewaarborgd zou zijn, doch
en kol en alleen om de waarheid, en waarbij
alle partijen ten opzichte van den tegen
stander het zouden durven wagen met de
wijsheid van Gamaliel.
Blijkt het, dat die wijsheid van Gainaliël te
's-Graveailiage onder de 2000 vergaderden
niet te vinden is, dan acht ,.D e H e r v o r-
ming" het mogélijk, dat de met-dogmati
sche orthodoxen zullen schrikken van het
zeker ook wel ter vergadering tob uiting
komend© felle drijven der uiterste recht-
sohen en gaan inzien, dat een zegepraal van
deze lieden de grootste ramp zou zijn, welke
de Kerk kan overkomen. Gebeurt dat, en
trekken ze daaruit enkele consequenties,
dan kan uit dit) Babel wat goeds geboren
worden,.
„De T ij d" verklaart:
Met groot© belangstelling is natuurlijk
ook onzerzijds de beweging in de Ned.-
Herv. Kerk steeds gevolgd. Dat de verga
dering van 2000 predikanten en andere
ambtsbeldeediers te 's-Gravennage een ge
volg is van die beweging, begrijpt ieder.
Men wtl elkaar eens afvragen: Quo Yadis 1
Maar wij kunnen het antwoord wel geven,
n.l. Uit elkaar, zonder vrede. Want er is
geen leiding en geen gezag!
Wij lezen onder het hoofd DeLei dsohë
M a a t s o h a p p ij in „Het V olk":
Het' is nu ongeveer een jaar geleden, dat
wij in eenige artikelen in dit blad ernstig
waarsohuwd'en togen de beloften en prak
tijken der Leidsch© Maatschappij tot uitkee-
ring bij Werkloosheid, onder leiding der
heeren Gerstefl en Van der Mee, omdat wij
meenden, dat h'aar afdeeling werkloosheid-
VoriHketing op volslagen ondeucrdeHjkfc
grondslagen rustte.
Onze critiek schijnt doel getroffen te
hebben. Immers, wjj lezen thans in „Het
Verzekeringsblad" van 1 April,
dat in de op 10 Maart j.l. gehouden aan
deelhoudersvergadering besloten is tot alge
heel© reorganisatie dier Maatschappij, tot
regeling waarvan een commissie zou zijn
benoemd.
In die reorganisatie is begrepen ui t-
schakelingder afdeelingwerk-
loosnoidsverzekering.
„H o t Verzekeringsblad" merkt
terecht op, dat de proefneming met die af
deeling geleid heeft tot een jammerlijk fias
co.
Wij voegen daaraan de vraag toeWat
denkt de Maatschappij bij opheffing dier af
deeling te d'oen met de gestorte premies
van werklieden in plaatsen, waar zij, naar
eigen zeggen, zoo „schitterend succes" had 1
Ons dunkt, dat het verstandig zou zijn daar
van in het openbaar ten volle rekenscriap
te geven, omdat, bij gebreke van volledige
verantwoording, allicht wantrouwen zou
kunnen blijven bestaan tegen de verdere
transacties der Maatschappij, óók na haar
reorganisatie. Eerst als de directie, die des
tijds ondershandsche circulaires tegen onze
waarschuwingen verspreidde, te dien aan
zien open kaaj-t speelt, kan men haar verder
optreden zonder wantrouwen gadeslaan. Wij
houden ons cSus voor toezending harer pu
blicaties op dit punt, ten zeerste aanbevo
len, en vertrouwen, dat haar in de reorgani
satie begrepen „naamsverandering" daartoe
geen beletisel moge zijn.
Jhr. mr. H. Smissaert schrijft in „O n z e
Eeuw" over wettel ij k e regeling
van hot levenaverzekeringsbe-
drijf en zegt daarin o. m. het volgend© over
heb in Juli 1912 ingediende wetsontwerp te
dier zake, waarvan in Januari j. 1. het Yoor-
loopig Verslag is versohenen;
„Denkt men aan het vele, zeer vele, dat
straks den heeren op het Binnenhof wacht,
dan vraagt men zioh met eenigen angst af
Koe dit „wetteke" ooit op zijn kloppen om
nu toch eindelijk ook eens een beurt te krij
gen, gehoor zal vinden. Een wetje boven
dien, dat binnen de noodlottige „neutral©
zóne" gelegen is, noodlottige, wamt welke
partij zal zich nu over zijn lob warm makent
En dan, er zijn excepties, zeer toelaatbare
en rechtmatige zelfs, die voor uitstel van
behandeling zouden pleiten. Nog altijd is
het een vrome wensoh de levensverzeke-
ringso vereenkomst wettelijk gere
geld te zien nademaal immers de van
1838 dagteekenende bepalingen op dit stuk
in ons Wetboek van Koophandel geen wet
telijke regeling van het instituut, gelijk zich
dat sddert dien heeft ontwikkeld, mogen,
lieeten. Is het niet ietwat dwaas het bedrijf
t© gaan regiem en te eren, voordat men den
juridisch en aard van het voorwerp van dat
bedrijf heeft vastgelegd"? En tweede mo
gelijke exceptie er is nog steeds zoo iets
aanhangig als een wets voor dracht nopens
naamlooze vennootschappen. Vele verzeke-
rings-instellingen hebben dien associatie-
vorm gekozen; zij zullen als „verzekeraars"
onderworpen worden aan de Bijzondere wet,
om daarna (wanneer 1) als vennootschappen
nog een algemeene wet op zloli toegepast te
zien.
Misschien zijn er nog wel meer excepties
t© vinden, als men het noodig acht ze te zoe
ken. Zoo liggen er voetangels en klemmen
ook op den weg dezer wetsvoorcliracht. Doch
er is een lichtzijde. Want in haar Voorloo-
pig Verslag drong de Kamer op grooten
spoed aan. „Door zeer vele leden werd met
nadruk de wenschelijkheid betoogd, dat de
Regeering met de verdere bewerking van
het wetsontwerp zooveel mogelijk voortgang
zou maken. Het heeft zeer zeker op menig
punt aanvulling en herziening nooddg. Doch
des te meer klemt de noodzakelijkheid dien
arbeid zoo spoedig als ©enigszins mogelijk
is ter hand te nemen en tot een goed eind©
te brengen. Het ontbreken eoner wettelijke
regeling van het levensverzekeringsbedrijf
heeft in de practijk reeds ernstige gevolgen
gehad: hoe eercler zij tot stand) komt, des t©
beter."
Ook al meent men Wellicht, dat die ernstig©
gevolgen", „in de practijk" nogal meeval
len en dat er andere, betere gronden zijn
voor c»en wensch naar wettelijke regeling,
dan mag men zich toch vastklampen aan
deze zdnncn, waarin de Kamer de Regeering
on zichzelf tot grooten spoed! aanspoor
de. Laat er ons het beste van hopenSpoe
dige afdoening is t© meer gowenscht, om
dat zooals gelukkig ook in de Kamer werd
beseft na de vaststelling dór wet een zt-or
lange tijd voor de inwerking-treding zal
moeten verloopen, wil niet de op consolida
tie van het bedrijf gerichte regeling r:ji -nl-
wrichting veroorzaken. Spoedige vaststel
ling, opdat, men wet©, waaraan ziel: te hou
denalsdan toepassing na oen ruim geno
men termijn, opdat men gelegenheid hebbe
zich aan de eischen aan te passen ziedaar
dte twee desiderata".
Me], dr. C. Gerlings schrijft in „Om
hoog", naar aanleiding van de klacht van
dr. Slotcmaker de Bruine, t© Utrecht, dat
do predikanten in de groote steden het
werk niet af kunnen
Maar waarom dan niet het middel aan
gegrepen, dat op dit oogenblik ons volk
wordt aangeboden 9 Waarom v r o u w o 1 ii-
k e geschoolde krachten in een hoek
geduwd? Waarom heeft geen enkele predi
kant den moed, om een gestudeerde vrouw
als collega bij zijn arbeid te vragen? Waar
om hot adres der godsdienstonderwijzerea-
sen van orthodoxe beginselen, dat inge
zonden werd naar aanleiding van een zelf
de klacht, verleden jaar op de predikan
tenvergadering te Utrecht geuit, totaal ge
negeerd'? Indien er werkelijk nood is, en
wie niet ziende blind is, speurt hem overal,
waarom dan niet dankbaar gebruik gemaakt
van de krachten, die rich aanbieden Het Is
ons een raadsel, dat deze angstkreten voort
durend geslaakt worden en men niet cïe
handen in elkaar slaat om aan dezo jam
merlijke toestanden een eind te maken.
Indien men een vrouw dan al niet de be
diening van Doop ©n Avondmaal durft toe
vertrouwen, waarom dan niet gezorgd, dab
zij ander geordend, gesalarieerd werk in
d© gemeente krijgt? Het gaat hier toch
werkelijk niet om iets kleins, maar om de
geestelijke belangen van duizenden. De
Synode zal het verzoek om toelating tot
het predikambt voor vrouwen toestaan,
indien in de gemeenten zelf de drang daar
toe aanwezig is. Deze drang doet zioh op
het oogenblik in de groote steden zeer ze
ker gevoelen, ©n zelfs in kleiner© plaatsen
is hij merkbaar Hij ui-te rich krachtiger
opdat wij tot resultaten kornen I Wie over
tuigd is van het groote zedelijk-geestelijko
belang voor ons volk, indien meer predi
kers vrijwillig en uit liefde hun werk ver
richten, hij helpe mee, om den weg voor
vrouwen, die hiertoe neiging hebben, te
openen. De Kerk antwoorde bevestigend
op het manifest der orthodoxe godsdienst-
onderwijzeressen en op bet steeds herhaald
verzoek van de vrouwelijke studenten in
de theologie."
„Het Vaderland" vraagt een ver
klaring van de felheid van den aanval,
dien „De Nederlander" in een zeer
lange reeks van artikelen gericht hoeft ter'
gen het ont.werp-0 uderdomsrente/
nog voordat dit in de afdeelingen van do
Kamer onderzocht of door de Regeering
nader verdedigd is. Het blad heeft ziclf*
over deze niets ontziende campagne, waar
van d© bedoeling schijnt de gansche rech
terzijde reeds van den aanvang af tegen hot
ontwerp-Treub en het Kabinet op te zwee-.
pen, vooral daarom verbaasd, wijt het zich
herinnerde hoe waardeerend de heer De Sa-
vornin Lohman zioh op 12 Dec. j.l over
d© houding van de Regcering ten opzicht©
van d© onderwijskwestie uitliet. En iic-t
vraagt daarvan als volgt verkalring
D© man, die zoo sprak kan, dunkt ons,
niet mee willen werken tot een oppositie
die Gort van der Linden in groot gevaar,
brengt alle kans te verliezen ook naast'
Mackay genoemd te worden, tenzijer
sinds 12 December wat is veranderd. En
in dat opzicht zijn wij niet zonder vreeze
het zal toch met ons ook aan anderen op
gevallen rijn ho© weinig waardeerend óén
van de leden van Rechts uit dc Staats
commissie voor het- Onderwijs zich daarover^
uitliet, en wel de heer Van Wijnbergen
die in zijn politieke red© op 31 Maart het
bestaan dezer commissie geen bewijs
noemde van streven naar pacificatie, die
haar gelijkstelde met zoovele andere
Staatse om missies. Wat te meer treft, waar
zijn partijgenoot Loeff rich in de Tweed©
Kamer zoo bijzonder waardeerend over heb
plan tot hot instellen van de genoemd©
Staatscommissie uitliet.
En dus nog eensWat is dc bedoeling
van „De N e d e rla nder" met haar niets
ontziende campagne tegen Treub waarbij
elk argument., ook het meest laag-bij-de-
grondsche, ook het meest casuïstische,
dienst moet doen?
Men versta ons wel. Niets ligt mindei
in onze bedoeling dan te beweren, dat
rechts haar oppositie tegen het kabinet
zou moeten opgeven, in afwachting of do
Staatscommissie voor het onderwijs t-ot heb
gewenschte resultaat komt. Zulk een be
wering zou niet alleen getuigen an allo
gemis nan politiek inzicht, maar zou te
vens het werk der Staatscomimsie niet ten
goede komen, aan welke dan door ons de
qualificatie zou worden gegeven van een
welkom instrument om lastige oppositie
van het lijf te houden.
Maar wat' we volhouden is, dat opposi
tion quand memo de kansen van oplossing
van den schoolstrijd zeer vermindert, en we
kunnen de oppositie van „De Neder
lander" niet anders dan als zoodanig
bestempelen, waar het blad, nog vóór dab
het weet of de Minister bereid is tot on
derling overleg over dc grieven tegen zijn
ontwerp, hem als eersten zondenbok voor
de in Juni geleden nederlaag in de wo->«
tijn wil zenden.
RtKULA!?! 80S,
40 Confs v-or vogel
DER VOORTDURENDE
®n isSJo gevolgen, sic
KOOFDPkIS, DSAAC F.H IfircWfiHPS-AAfJOOeilNGES,
ff i-t"VEfi-0Fv.£ï Mi«
CASOARA 3A£."<AÜA
V«roor:='-on g»ea kolleU«n.
Bl&e llacon. wnarop do handtekening
"CEöAZiïflE" 13 n'jinaftfc
Voorradig in iUo voernuma Apothckeo
en Droglslwinkela.
.-rrxnSFZ-Z
j Hoofd-Dspot: 0EGL0S 131.P.-J3 daVaugirard, I
MONSTER GRAT11