Zaterdag 4 April. Brieven van een Leidenaar. FEUILLETON, ï>erde Ï31aa. A0. 1914-. DAGBLAD CCCOLXXVI. Het ingekomen stuk van don Gemeente raad van Leiden, no. 77, waarin do nood zakelijkheid dor leaning van 21/6 millioen door B. en W. wordt aangetoond, levert leerzame lectuur voor hen, die eens willen onderzoeken, waaraan het geld wordt uitge geven. Ik heb de moeite eens genomen na te gaan, wat al zoo onze nieuwe gemeente reinigingsdienst, met inbegrip van de ver brandingsovens, kost. Do Gemeenteraad heeft de verschillende bedragen op onder scheiden tijdstippen toegestaan en denkt zelf misschien niet eens, dat het bedrag zoo groot is. Op 11 April 1912: vuilverbrandingsinstalla tie f 180.000; op 18 Juli 1912: aanleg boom- kweekerij „Endegeest" f6000 (deze uitgave was noodig, omdat de bestaande kweekerij voor den vuilnisdienst in gebruik werd ge nomen)op 19 December 1912: inrichting terrein Noorderstraat voor reinigingsdienst f 75.000; op 13 Maart 1913: aankoop en ver bouwing perceel St.-Jacobsgracht Ï9000; op 25 Sopt 1913: uitvoering werken reinigings dienst f43.500. Dat is te zanien een bedrag van f 313.500. Vermoedelijk is dit bedrag nog grooter. Er komen in de lijst nog aankoopcn van hui zen voor aan de Langegracht, maar, omdat ik niet heb kunnen nagaan of deze voor de vuilverbranding dan wel voor de uitbrei ding van de Lichtfabrieken aangekocht zijn, heb ik ze maar buitengelaten. Alleen aan rente kost de reinigingsdienst de gemeente derhalve per jaar reeds ruim f 14.000. Neemt men daar het noodige bij voor onderhoud en afschrijving voor waarde vermindering, dan komt men tot een bedrag', waarvoor een tiental jaren terug de gemeen tereinigingsdienst werd verpacht, terwijl nu de gemeente dc exploitatiekosten thans Dog op den koop toe te betalen heeft, waarvan we over een jaar eerst de juiste cijfers ken nen. Ik zeg dit niet om er het gemeente-bestuur een verwijt van te maken, dat het dezon dienst in eigen beheer heeft genomen en het verbrandingssysteem heeft ingevoerd. Ik ge loof zelfs, dat de tegenstanders ervan wel «oo langzamerhand tot de overtuiging zullen komen, dat het vrijwel de eenige oplossing is, die mogelijk wa3. Men had, om iets te noemen, anders asch- sfcalcn moeten aanleggen en waar zou rnen dit doen? In eigen gemeente wilde men het niet, maar ook de omliggende gemeenten zouden er feestelijk voor bedankt hebben, dit cadeautje van de gemeente Leiden te aan vaarden, tenzij heel ver op de ruimte, en dat zou te veel aan tijd en transport hebben gekost Ben ik goed ingelicht, dan beeft de pachter van den bagger uit do stadsgrachten dit reeds ondervonden en wil het bestuur eener naburige gemeente het niet toestaan, dat de aannemer bagger-opslagplaat-sen op haar gebied aanlegt. Evenmin zal ik beweren, dat hetgeen er voor tot stand gebracht werd, te duur ge kocht is. De kosten zijn wel tegengevallen, maar het blijkt achteraf toch, dat wij bet beste der bestaande verbraodingssystemen heb ben toegepast. En dat strekt B. en W. en wie hun hebben geadviseerd tot eer. Er zijn verschillende systemen en in Rotterdam hehft men een ander, maar dat moet, naar ik van een zijde, waar men het weten kan, heb vernomen, in de practijk niet zoo goed vojdpen als het Leidsche. Dat de gemeente Amsterdam heeft besloten hetzelfde stelsel, dat wij hebben, toe te passen, bewijst toch ook wel, dat de keuze goed geweest is. 109, Toen hij alleen was, zat hij wakend te droomen, en omdat do regen op zijn dak in Londen kletterde, regende het in zijn ver beelding ook in dat eenzaam gebergte. Hij zag het uitgestrekt en donker en stil in den nacht, en drong door het geheim, dat het verborg, heen, en wist waar het goud begra ven lag. In zijn wakenden droom had Sara weder haar vroolijk gezichtje van vroeger. Hij droomde van haar in zijn slaap, en op den achtergrond van dat donkere gebergte blonk haar gelaat hem tegcu als het aanschijn van een engel. „Ik ga aan 't werk", zeide Bowling, die den volgenden ochtend zijn hoofd door de deur stak. „Ik ga aan 't werk alsof er niets gebeurd is of gebeuren zal, omdat, als ik het niet deed, mijn hoofd waarschijnlijk op hol zou raken. Ik zal u vei trouwen. Ik zal niet met u meegaan en buiten wachten, om dat ik u vertrouw. In het schaftuur tusscheu één en en tweeën kom ik hier terug, in geval ge weer thuis mocht zijn. Als ge wat vindt, jongeheer, zend, ora *8 Hemelswil, een telegram. Zeg: „In orde". En hier is de shilling om het telegram te betalen. We behoeven nu niet op een shilling to zien. Onthoud wat gij gezworen hebt. Maar ik zal u ten volle vertrouwen". „Dat kunt ge ook", antwoordde Clem, Eenvoudig. flIk eerlijk met u handelen". Heb was vóór zeseen, toen Bowling naar Ojü werk ging, en daar het ongerijmd zou Uit Den Haag, waar men eveneens over weegt het verbrandingssysteem toe te pas- een, heeft men ook reeds een bezoek aan de Leidsche ovens gebracht, en als men daar tot verbranding besluit, dan wordt vrij zeker het Leidsche voorbeeld gevolgd. Uit dat alles blijkt wel, dat B. en W., bijgestaan door den directeur van gemeen tewerken, goed uit hun oogen hebben ge zien, toen zij in het buitenland de ver schillende vuilverbrandingsinrichtingen heb ben nagegaan. Hoe de ophaaldienst functionneert, daar over kunnen de ingezetenen zdf oor doe len. Het schijnt wel, dat de burgerij er zoo langzamerhand aan gewend geraakt is, en zich er meer heeft verzoend. De klach ten die in het eerst werden gehoord, zijn althans zoo langzamerhand, verstomd. On getwijfeld blijft het bezwaar der extra zware wagens bestaan, doch deze zijn nu eenmaal onvermijdelijk bij het overigens goed werkend systeem. Men moet ze dus mee op den koop toenemen. Het voornaamste is de vuilverbranding zelf. Ik heb de werking die in het „Leidsch Dagblad" in korte trekken reeds is be schreven, onder deskundige leiding oens na- gogaan en ik moet zeggen, dat het de moei te waard is om liet te zien. Het zal natuur lijk niet gaan om elk persoon, die zich er voor aanmeldt, de inrichting en werking er van te laten bezichtigenmaar wan neer het bestuur van een Yeroeniging bij de directie aanklopt om eens rondgeleid te worden, zal dit zeker niet worden ge weigerd. En het ga«at hier weer als in zoo vele gevallen men trekt naar buiten om merkwaardigheden te bezien en gaat die in eigen stad voorbij. Wanneer de grooto met huis- en straat- vuil gevulde wagens de groote, ruime aanvoerhal aan de Langegracht worden binnengereden begint het proces eerst. Eigenaardig, dat men na eiken dag even juist als de kruidenier die zijn zaken goed beheert, weet wat hij uitgewogen heeft, in do aanvoerhal weet hoeveel er binnen gekomen is. Iedere wagenvracht wordt op mechani sche wijze gewogen. Men leest eenvoudig op een halve K.G. het gewicht, af. Ep, dat wordt per etmaal nogal wat. Zoo tusschen do 30 k 40 duizend K.G. Na het wegen wordt het bovenstel door electrischo kracht naar omhoog gebracht, boven den muil van den brandenden oven gevoerd, waar do in houd in neerdaalt, om weldra in een vuur zee te worden opgenomen en te worden verbrand. De brandende massa wordt in wagentjes op rails in een groote water kolk gestort, ten gevolge waarvan het bruisend uiteenspat. Vervolgens worden deze stukken nog eens gemalen en netjes gesorteerd komen de slakken en de asch buiten de fabriek. Veel menschen zijn er voor de bewerking niet noodigalles gaat langs meohanischon weg. Zware lichamelijke arbeid wordt or niet voor gevergd en door een eigenaar dige lucht-circulatie, waardoor de oven in gloed wordt gehouden, stroomt er frissche lucht omheen, die de omgeving koel houdt. Het is e-r zoo zindelijk in de ver schillende localiteiten, dat men er niets vindt, dat aan straat- of huisvuil doet deu ken, en van onaangename lucht is er geen sprake. Hygiënisoh is deze wijze van vuilver branding du3 uitermato on in dat opzioht zeker verreweg te verkiezen boven de oude wijze van opeonhooping op vuilnis- stalen. Een meevaller is ook, dat er bijna niets onvorbraaid overblijft. Men weet, dat men daarop niet gerust was en dat het een ern stige vraag is geweest waarmee men met dab niet verbrandde heen zou. zijn zoo vroeg op zijn tocht uit te gaan, bleef Clem tot acht uur in een staat van zenuwachtig opgeduld, en tusschen hoop en onzekerheid geslingerd, achter. Toen ging hij naar Scotland Yard;~een afstand, zooals hij borekende, van omstreeks zes mijlen. Hij was geen snel looper, maar als hij rede lijk wel was, kon hij er tegen, den geheelen dag op de been te zijn, en hij was sterker dan iemand, die zijn kleine en misvormde gestalte zag, gemeend zou hebben. De sleoht gokleede bultenaar liep de straten door, zonder dat iemand naar hem zag of do moeite nam ovor hem te denkon. Niemand kon het in 't minst vermoeden, maar clie slecht ge- kleede bultenaar had dien dag een hart zoo vol hoop als misschien niemand anders in Londen had. De hongerige kleine dichter droomde van rijkdom, maar zoo onbaatzuchtig als zeker nooit een dichter geweest was. Soms werd hij door twijfel geschokt, maar niet dik wijls, en menigmaal deed hoop zijn hart zoo snel kloppen, dat hij naar adem hijgde en om even te bekomen voor een winkelvenster, waar niets bijzonders te zien was, bleef stil staan. Eindelijk kwam hij aan Scotland Yard, waar al de vragen, die hij te doen had, met onverwachte beleefdheid en geduld beant woord werden. Maar de politiebeambte, raetl wien hij sprak, kon niet meer doen dan hem op het spoor brengen. „Op een medaille aan eon gest-olen hor loge", zelde Olcm, „stond een opschrift, en dat opschrift was do oenige aanwijzing waar een groote som gelds verborgen ligt, waar van de eigenaar nu bekend is". „Nu", sprak do. politiebeambte, „wij hoo- ren we^eens vreemder dinger dan dat. Waar Deze vraag behoeft niet meer onder de oogen te worden gezien, wamt nu de oven in d(en wintertijd al het vuil heeft aange kund, zal er in het meer droge jaargetijde ten minste niets overblijven. De slakken, die in vier groepen gesor teerd naar buiten komen, vormen uitne mend materiaal voor polderwegen, doch kunnen tevens dienen als grondstof voor be- tonfabrieken, zoodat men daarmee nimmer verlegen zal zitten maar zelfs daaruit wel licht een toenemende bron van inkomsten zal worden gevonden. Met de asch, die'er overblijft, schijnt men voorloopig nog een weg te weten, ntaar de ze zo«u op den duur nog wel eens last kunnen veroorzaken. Men zal er echter in het uiter ste geval steenèn van kunnen maken, wat wel nooit een winstgevend bedrijf zal wor den, maar waardoor men zioh echter vrij waart voor al te groote opeonhooping. Men zou er ook poelen en plassen mee kunnen dempen, vooral ook, omdat de asch geen voor de gezondheid nadeeïige stoffen bevat, doah of dit winstgevend zou wezen, durf ik ook niet zeggen. De door den verbrandings oven ontwikkelde warmte wordt in electri- oifceit omgezet en komt ten goede aar» de electriciteitsfabriek. Een groote bron van inkomsten levert dit echter niet op. Alles bijeen genomen geloof ik evenwel dat wij, ondanks de groote kosten toch nog goed uitzijn met deze nieuwe toepassing van vuil verwijdering. En waar het „Leidsch Dagblad" de kla gers over den ophaaldienst zoo af en toe ook het woord heeft verleend, meende ik goed te doen ook de goede zijden eens te moeten laten zien. BiaaraeML&aa. Bij Kon. basliut is tocgeke-ud de aan de orde van Oraa.je-Nassau verbonden eeroiue- daiile iu zilver aau S. Ponnckajny, tuinman in dienst van den lieer O. Beijnen, op den huize „Rliienderstein", ondier Brummon. De burgemeester van Amsterdam heeft, zoo meldt „De Telegr.", ten stad- huize conferenties gehouden met ambte naren der gemeentelijke waterleiding. Het geldt het onderzoek van de beschul diging, te kennis gebracht van B. en W., als zouden eenige hoofdambtenaren van genoemden diensttak den directeur Pen- nink en den onder-directeur Hackstroh bij" do uitvoering van maatregelen niet dien steun verleenen, welken het belang van den dienst eischt. De klacht moet bij B. en W. aanhangig zijn gemaakt door den heer J M. K. Pennink. In het college van B. en W. is den burgemeester verzocht, persoonlijk het onderzoek te willen lei den. Burgemeester -Itöell is er onmiddellijk mee begonnen, en heeft verschillende hoofd en subalterne ambtenaren gehoord. Het onderzoek, hoewel ingesteld op grond van bovengenoemde algemeens klacht, zal ook worden uitgestrekt tot en kele andere voorvallen, ter kennis van wet houder Serrurier gebracht. Het classicaal bestuur der Ned.-Hervormde Kerk van Eindhoven, doende wat des kerkeraads is, heeft aan ds. De Groot to Oirsohob ontslag verleend. Deze predikant is vier weken geleden uit zijn gemeente vertrokken. Heb ontslag is, op verzoek van den pre dikant, dezen eervol gegeven. Wegens voortdurende oueenigheid met het classicaal bestuur hebben de kerkeraads- leden van Oirschot in 1911 en 1912 allen be dankt, eD sedert treedt het classicaal be stuur van EiDdhoAcn to Oirschot op als ker- keraad. werd de gevangene gearresteerd?" Clem zei- de het hem. „DaD is er alle kans, dat hij naar het naaste politiebureau gebracht is, om verhoord to worden en van daar naar de gevangenis gezonden te worden. Daar eullen zij wol een volledige lijst hebben van alles, wat hem afgenomen is, en u kunnen zeggen waar dat bewaard wordt, jwe man heeft in Stafford terechtgestaan P Misschien zullen zij u daarheen verwijzen". De politiebeambte gaf hem het adres op, en Clem begaf zich daarheen. Heb politie bureau was op zijn terugweg, bijna vlak bij zijn woning, en dus was hij bijna onnoodig zoo ver geloopen. Het was reeds middag go- worden voordat hij de terugreis volbracht had, en hij was warm en vermoeid. Een inspecteur zat aan een lessenaar ach ter een soort van balie in een vrij donkere kamer. In een hoek van de kamer was een kooi met tralies als een wilde-beestenliok, en in dat hok was een wild beest in de gedaante van een matroos, die een lied bulk te en er woest bij danste. „Wat is er van uw dienst?" vroeg de inspecteur, toen hij Clem zag. „Houd een van allen clie-n kerel stil. Ik kan mijn eigen woorden niet- verstaan". Clem zeide wat hij te zeggen had, en de inspeoteur luisterde, zonder veel belangstel ling te laten blijken, totdat er van een me daille met opschrift melding werd gemaakt. Toen glimlaohte hij, nam een spreekbuis, hield er zijn oor aan, en mompelde iets in het mondstuk. „Ga voort", zeide hij, nog bij ziohzelven glimlachende. Olem vertelde verder, en was aan het einde van zijn verhaal, toen een oonstable met roode bakkebaarden achter de balie binnenkwam. Tlichvervoer lJmniden-JBelgitt. Men meldti ons uit Llmuiden Nu de levensvatbaarheid van een etoom- bootdienst voor het vischvervoer van hier naar België afdoende is gebleken, heeft da Umuider Vischhandelvereeniging besloten het aanbod van de N.V. Stoombootreederij voorheen J. en A. van der Schuijt te Rotter dam te aanvaarden en dezen dienst, die als proef op coöperatieven grondslag was aan gevangen, van ai 9 Mei e.k. aan genoemde vennootschap over te dragen, die er een vast veer van zal maken. Onder garantie der Vischhandelvereeniging van een vervoer van minstens 1500 manden per week, zullen er voor dien dienst 5 booten in de vaart ge houden worden, waarvan voor den dienst IJmuidenAntwerpenBrussel en 1 voor den dienst op Gent met overlading te Hans weert. De booten zullen Maan- dags, Dinsdags, Woensdags en Zater dags varen. Do thans bestaande vrachtprij zen worden gehandhaafd en zal behalve franco terugzending der ledige manden een reductie op den vrachtprijs worden toe gestaan. Voor den Umuider Vischhandcl is deze vaste dienst van groot belang, te meer daar het in de bedoeling der ondernemers ligt daarvoor speciale snelvarende kustbooten to doen bouwen, met het doel daarmede eerlang ook het visohvervoor gedeeltelijk over zee te doen geschieden, waardoor de dagelijksehe voorziening der Belgische visch- markten verzekerd wordt LegerzakeD. T e veel s cli r ij f wier k Dc commandant der 2de divisie heeft, naar ,,De Avondp." meldt, den volgen den brief aan de korpscommandanten ge zonden „Van verschillende zijden komen bij mij klachten in omtrent te verrichten schrijf werk. Ik verzoek u mij na aandachtige over weging te willen mcdedeeLcn, of, en in hoeverre, zulks bij het korps onder uw bevel het geval is en mij een opgave tel doen toekomen van al dt,e stukken, welke naar uw meening achterwege zouden kun nen blijven, dan wel vereenvoudiging zou den kunnen ondergaan met vermelding van de reden, waarom zulks door u geacht wordt het geval te zijn." In Putten op de"Veluwe had de opeaing plaats van net eerste kosthuis van de door den Volksbond tegen Drankmisbruik gestich te Vereeniging van goede en goedkoope kost huizen voor gep. Oost-Indische militairen, wier huisvesting thans nog zooveel te wen- schen laat. Dit eerste kosthuis zal worden bewoond door een 13-tal van de 65 militairen, die zich aanmeldden. De zorg voor hun verple ging is opgedragen aan den heer Koornstra en zijn echtgenootc. Naar aanleiding van het bericht, als zou dr. J. Th. de Visser in verband mot een eventueel beroep bij -de Ncd.-Rerv. Gem. te Soheveningen hebben beloofd „eenige jaren buiten de politiek te zullen blijven", zegt „De Ned." uit de beste bron te weten, dat eer» zoodanige belofte nöoh nu, noch vroeger is afgelegd. Dr. J. Schoemaker, geneesheer, belast met de heelkunde in het gemftcnfe-ziekouhuis in Den Haag, verlaat tot begin van Mei do Residentie met verlof, tot liet bijwöoe.ii van het chirurgisch congres te New-York, aan welk congres tevens verbonden is een tocht naar verschillende plaatsen van N.- Amerika, om aldaar de chirurgische inlich tingen te bezoeken. Promotie in de geneesknnde. Het hoofdbestuur van do Medische Facul teit van het Amsterdamsch Studenben-Corp# heeft een adres gezonden aan den Minister van Binnenl&ndsehe Zaken, naar aanleiding van het ontwerp-wet tot regeling van het landbouw- en veeartsenij kundig hooger on derwijs. Volgens dit ontwerp wordt voor hen, die met goed gevolg het eind-examen hooge- re burgerschool aflegden, de verkrijging van den doctorstitel mogelijk gemaakt. Adressant merkt op, dat hierdoor nog to meer r -ïhoudbaar wordt de bestaaade toe stand jn opzichte van de promotie in de geneeskunde. De oud-leerlingen van de hoo- gere burgerschool toch worden van de pro motie uitgesloten, terwijl hun collega's, van de gymnasia herkomstig, hiertoe wel het recht bezitten. Deze toestand wordt, zegt het adres, door het overgroote deel van do Nederlandsche geneeskundigen als een onbil lijkheid en een aandeel beschouwd om do volgendo redenen I. terwijl de studie on de geneeskundige examens voor beide groepen geheel deeelfde zijn, wordt aan het eindo der academische loopbaan een scheiding gemaakt, die alleen berust op verschillend voorbereidend oncler wijs. II. Volgens het oordeel, door de genees kundige faculteiten der vier universiteiten in verschillende adressen en door tal van hoogleeraren in tijdschrift-artikelen uitge sproken, is het buitengewoon nuttig, dat na de exam en-studie nog een jaar wordt be steed aan het bewerkea van een proefschrift onder do deskundige leiding van een hoog leeraar. Hierdoor toch leert men critiek uitoefenen, literatuur verzamelen, zelfstan dig werken. Door hun allen wordt het be treurd, dat do oud-leerlingen der hoogere burgerschool van dit groote voorrecht ziin buiteugesloten. III. Door toekenning van don hoegsfcen wetenschappelijken titel aan slechts een deel der Nederlandsche geneeskundigen heeft de ze veel van zijn waarde verloren. Het hoofdbestuur van de Medische Facul teit van het Amsterdamsch Studenten-Corps verzoekt, bij do behandeling van het Ont werp zulke bepalingen in de wet op heb hooger onderwijs te willen scheppen, waar door oud-leerlingen der Hoogere Burger school tot de promotie in de geneeskunde worden toegelaten. Mocht binnen korten tijd de geheel© voorbereidende onderwijsro- geling worden herzien, dan spreekt heb hoofdbestuur de wenschclijkheid uit, dat voor hen, die reeds in het bezit zijn vaiï het eindgetuigschrift der Hoogere Burger school, overgangsbepalingen zullen wordoa gemaakt, die ook hun tot de geneeskundig^ promotie toegang geven. („Hbl."). H; M. de Koningin-Moeder en de login van Albany dejeuneerden gisteren blf H. M. do Koningin in liet Huis ten Bosch.; Tevens was het een afsolieidabozoek aan, H. M. van Haar tante, die gisteravond! per Holl. Spectr-brein van 8 uur S3 min.* reizende in het salonrijtuig vaiu de Koni.(igia<i Moeder, naar Vlissïogen vertrok, orn vain daar naar London terug te keeren. H. M. dc Koningin-Moeder vergezelde mëfi] do dames en enkele hoeren van Haar Hui* do Hertogin tot aan den reiswagen, die van; het w ach tpavdl j oen van het Hof af rood De burgemeester, jhr. w. Van KaTnobeatój deed eveneens H. K LI. uitgeleide. In plaats van den gene raai-ma j oor \V>; H. van Tcrwisga; is voorzitter van de Kon.- Ned. Vereeniging voor Luohbvaart geworden1 de oud-Minister van Oorlog H. Colija. „Gij hebt mij geroepen? zeide de con stable. „Ja", antwoordde de inspecteur, nog glim lachende. „Hebt gij wel eens iets gehoord van een horloge met een Turksch munt aan den ketting gehecht?" Toen begon de constable ook te glim lachen, en Clem, die zijn blik van den een op den ander wendde, zag op beider gelaat dien glimlach zich al meer en meer uitbrei den, totdat eindelijk èn de inspecteur èn zijn ondergeschikte hartelijk lachten. „Goed", zeide de inspecteur, zijn oogen afwisscheu- de, hij was een dik man, wien het was aan te zien. dat hij veel van een grap en een goed dinor hield „vertel dien heer wat. gij er van weet". „Van dien man, die beproefd heeft zich in No. 5 op te hangen vroeg de constable. De inspecteur knikte, en leunde voorover op zijn ellebogen, met een lachend gezicht, nu eens naar den constable en dan naar Clem ziende, alsof hij zich verzekerd hield, dat de vrager aanstonds wel bespeuren zou wat het grappige van de zaak was. „Welnu", begon de ondergeschikte politiebeambte, een van zijn roodo bakkebaarden krabbende, ,,'b is een geval van vijf of zes jaar geleden, mis- sohien wol zeven jaar, en ik zou het mij mogelijk ook niet meer herinneren als liet niet een soort van grap onder ons geworden was. Ik kreeg bericht, dat do man -passage had genomen op do „Orinoco", en ik had last hem in hechtenis te nemen. Ik kwam er aan boord, en daar vond ik den man, dien ik hebben moest-, in zijn kajuit, met een kaart voor zich uitgespveid". „Was hot een kaart van Turkije?" vroeg Olem. „wftft het antwoord ..>WJ herinner ik het nuj, het was een kaart vaQ Turkije. Wat was dat een flauwe vent! Zoo- dra hij mij zag, viel hij stokstijf in zwijm". „Vertel het nog eens' zeide cle inspec teur. „Misschien kan het belangwekkend worden". „Om do waarheid te zeggen", hernam cle constable, „heb ik het er altijd voor gehou den, dat hij zijn hand onder het bed schoof, toen ik de deur van do kajuit opende, maar door zijn bezwijming en omdat de Poot juist zou vertrekken, is 't mij zeker uit het hoofd gegaan en vergat ik naar iets te zien. Maan toen wij hem hier hadden eu hij weer bij kwam, maakte hij zoo'n spektakel over een horloge en een ketting als ik mij niet herin ner ooit over iets gehooid te hebben. Hij leek wel razend. Het was een beschuldiging van manslag, als ik 't mij wel herinner; maar die beschuldiging scheen hij zich lang zoo niet aan te trekken als het verlies vau dat horloge' met medaille. Zoo dol stelde hij zich aan, dat het bij ons een spreek woord is geworden", liet dc constablo er lachend op volgen, „als iemand veel bewe ging over een kleinigheid maakt-, te zeg gen: ,,'t Is alsof je een medaille verloren hebt". Die uitdrukking wordt zelfs gebezigd door hen, die do geschiedenis niet eona weten". „En is het- horloge nooit gevonden?" vroeg Clem. ,,'t Is nooit gevonden, en er is ook nooit iets van gehoord", hernam do constable* Clem hield zich een oogenblik aan de balie vast, en zijn hoofd duizelde. Alles was du® maar een ijdcle droom geweest 1 (Wordt YerVolgd^,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 9