Zaterdag 4 April.
Brieven van een Leidenaar.
FEUILLETON,
ï>erde Ï31aa. A0. 1914-.
DAGBLAD
CCCOLXXVI.
Het ingekomen stuk van don Gemeente
raad van Leiden, no. 77, waarin do nood
zakelijkheid dor leaning van 21/6 millioen
door B. en W. wordt aangetoond, levert
leerzame lectuur voor hen, die eens willen
onderzoeken, waaraan het geld wordt uitge
geven. Ik heb de moeite eens genomen na
te gaan, wat al zoo onze nieuwe gemeente
reinigingsdienst, met inbegrip van de ver
brandingsovens, kost. Do Gemeenteraad
heeft de verschillende bedragen op onder
scheiden tijdstippen toegestaan en denkt
zelf misschien niet eens, dat het bedrag zoo
groot is.
Op 11 April 1912: vuilverbrandingsinstalla
tie f 180.000; op 18 Juli 1912: aanleg boom-
kweekerij „Endegeest" f6000 (deze uitgave
was noodig, omdat de bestaande kweekerij
voor den vuilnisdienst in gebruik werd ge
nomen)op 19 December 1912: inrichting
terrein Noorderstraat voor reinigingsdienst
f 75.000; op 13 Maart 1913: aankoop en ver
bouwing perceel St.-Jacobsgracht Ï9000; op
25 Sopt 1913: uitvoering werken reinigings
dienst f43.500. Dat is te zanien een bedrag
van f 313.500.
Vermoedelijk is dit bedrag nog grooter.
Er komen in de lijst nog aankoopcn van hui
zen voor aan de Langegracht, maar, omdat
ik niet heb kunnen nagaan of deze voor
de vuilverbranding dan wel voor de uitbrei
ding van de Lichtfabrieken aangekocht zijn,
heb ik ze maar buitengelaten.
Alleen aan rente kost de reinigingsdienst
de gemeente derhalve per jaar reeds ruim
f 14.000. Neemt men daar het noodige bij
voor onderhoud en afschrijving voor waarde
vermindering, dan komt men tot een bedrag',
waarvoor een tiental jaren terug de gemeen
tereinigingsdienst werd verpacht, terwijl nu
de gemeente dc exploitatiekosten thans Dog
op den koop toe te betalen heeft, waarvan
we over een jaar eerst de juiste cijfers ken
nen.
Ik zeg dit niet om er het gemeente-bestuur
een verwijt van te maken, dat het dezon
dienst in eigen beheer heeft genomen en het
verbrandingssysteem heeft ingevoerd. Ik ge
loof zelfs, dat de tegenstanders ervan wel
«oo langzamerhand tot de overtuiging zullen
komen, dat het vrijwel de eenige oplossing
is, die mogelijk wa3.
Men had, om iets te noemen, anders asch-
sfcalcn moeten aanleggen en waar zou rnen
dit doen? In eigen gemeente wilde men het
niet, maar ook de omliggende gemeenten
zouden er feestelijk voor bedankt hebben, dit
cadeautje van de gemeente Leiden te aan
vaarden, tenzij heel ver op de ruimte, en
dat zou te veel aan tijd en transport hebben
gekost
Ben ik goed ingelicht, dan beeft de pachter
van den bagger uit do stadsgrachten dit
reeds ondervonden en wil het bestuur eener
naburige gemeente het niet toestaan, dat de
aannemer bagger-opslagplaat-sen op haar
gebied aanlegt.
Evenmin zal ik beweren, dat hetgeen er
voor tot stand gebracht werd, te duur ge
kocht is.
De kosten zijn wel tegengevallen, maar het
blijkt achteraf toch, dat wij bet beste
der bestaande verbraodingssystemen heb
ben toegepast. En dat strekt B. en W. en
wie hun hebben geadviseerd tot eer. Er zijn
verschillende systemen en in Rotterdam
hehft men een ander, maar dat moet, naar
ik van een zijde, waar men het weten kan,
heb vernomen, in de practijk niet zoo goed
vojdpen als het Leidsche. Dat de gemeente
Amsterdam heeft besloten hetzelfde stelsel,
dat wij hebben, toe te passen, bewijst toch
ook wel, dat de keuze goed geweest is.
109,
Toen hij alleen was, zat hij wakend te
droomen, en omdat do regen op zijn dak in
Londen kletterde, regende het in zijn ver
beelding ook in dat eenzaam gebergte. Hij
zag het uitgestrekt en donker en stil in den
nacht, en drong door het geheim, dat het
verborg, heen, en wist waar het goud begra
ven lag.
In zijn wakenden droom had Sara weder
haar vroolijk gezichtje van vroeger. Hij
droomde van haar in zijn slaap, en op den
achtergrond van dat donkere gebergte blonk
haar gelaat hem tegcu als het aanschijn van
een engel.
„Ik ga aan 't werk", zeide Bowling, die
den volgenden ochtend zijn hoofd door de
deur stak. „Ik ga aan 't werk alsof er niets
gebeurd is of gebeuren zal, omdat, als ik
het niet deed, mijn hoofd waarschijnlijk op
hol zou raken. Ik zal u vei trouwen. Ik zal
niet met u meegaan en buiten wachten, om
dat ik u vertrouw. In het schaftuur tusscheu
één en en tweeën kom ik hier terug, in geval
ge weer thuis mocht zijn.
Als ge wat vindt, jongeheer, zend, ora
*8 Hemelswil, een telegram. Zeg: „In orde".
En hier is de shilling om het telegram te
betalen. We behoeven nu niet op een shilling
to zien. Onthoud wat gij gezworen hebt.
Maar ik zal u ten volle vertrouwen".
„Dat kunt ge ook", antwoordde Clem,
Eenvoudig. flIk eerlijk met u handelen".
Heb was vóór zeseen, toen Bowling naar
Ojü werk ging, en daar het ongerijmd zou
Uit Den Haag, waar men eveneens over
weegt het verbrandingssysteem toe te pas-
een, heeft men ook reeds een bezoek aan
de Leidsche ovens gebracht, en als men daar
tot verbranding besluit, dan wordt vrij
zeker het Leidsche voorbeeld gevolgd.
Uit dat alles blijkt wel, dat B. en W.,
bijgestaan door den directeur van gemeen
tewerken, goed uit hun oogen hebben ge
zien, toen zij in het buitenland de ver
schillende vuilverbrandingsinrichtingen heb
ben nagegaan.
Hoe de ophaaldienst functionneert, daar
over kunnen de ingezetenen zdf oor doe
len. Het schijnt wel, dat de burgerij er
zoo langzamerhand aan gewend geraakt
is, en zich er meer heeft verzoend. De klach
ten die in het eerst werden gehoord, zijn
althans zoo langzamerhand, verstomd. On
getwijfeld blijft het bezwaar der extra
zware wagens bestaan, doch deze zijn nu
eenmaal onvermijdelijk bij het overigens
goed werkend systeem. Men moet ze dus
mee op den koop toenemen.
Het voornaamste is de vuilverbranding
zelf. Ik heb de werking die in het „Leidsch
Dagblad" in korte trekken reeds is be
schreven, onder deskundige leiding oens na-
gogaan en ik moet zeggen, dat het de moei
te waard is om liet te zien. Het zal natuur
lijk niet gaan om elk persoon, die zich er
voor aanmeldt, de inrichting en werking
er van te laten bezichtigenmaar wan
neer het bestuur van een Yeroeniging bij
de directie aanklopt om eens rondgeleid
te worden, zal dit zeker niet worden ge
weigerd. En het ga«at hier weer als in zoo
vele gevallen men trekt naar buiten om
merkwaardigheden te bezien en gaat die
in eigen stad voorbij.
Wanneer de grooto met huis- en straat-
vuil gevulde wagens de groote, ruime
aanvoerhal aan de Langegracht worden
binnengereden begint het proces eerst.
Eigenaardig, dat men na eiken dag even
juist als de kruidenier die zijn zaken goed
beheert, weet wat hij uitgewogen heeft, in
do aanvoerhal weet hoeveel er binnen
gekomen is.
Iedere wagenvracht wordt op mechani
sche wijze gewogen. Men leest eenvoudig
op een halve K.G. het gewicht, af. Ep, dat
wordt per etmaal nogal wat. Zoo tusschen
do 30 k 40 duizend K.G. Na het wegen
wordt het bovenstel door electrischo kracht
naar omhoog gebracht, boven den muil van
den brandenden oven gevoerd, waar do in
houd in neerdaalt, om weldra in een vuur
zee te worden opgenomen en te worden
verbrand. De brandende massa wordt in
wagentjes op rails in een groote water
kolk gestort, ten gevolge waarvan het
bruisend uiteenspat. Vervolgens worden
deze stukken nog eens gemalen en netjes
gesorteerd komen de slakken en de asch
buiten de fabriek.
Veel menschen zijn er voor de bewerking
niet noodigalles gaat langs meohanischon
weg. Zware lichamelijke arbeid wordt or
niet voor gevergd en door een eigenaar
dige lucht-circulatie, waardoor de oven in
gloed wordt gehouden, stroomt er frissche
lucht omheen, die de omgeving koel
houdt. Het is e-r zoo zindelijk in de ver
schillende localiteiten, dat men er niets
vindt, dat aan straat- of huisvuil doet deu
ken, en van onaangename lucht is er geen
sprake.
Hygiënisoh is deze wijze van vuilver
branding du3 uitermato on in dat opzioht
zeker verreweg te verkiezen boven de
oude wijze van opeonhooping op vuilnis-
stalen.
Een meevaller is ook, dat er bijna niets
onvorbraaid overblijft. Men weet, dat men
daarop niet gerust was en dat het een ern
stige vraag is geweest waarmee men met
dab niet verbrandde heen zou.
zijn zoo vroeg op zijn tocht uit te gaan,
bleef Clem tot acht uur in een staat van
zenuwachtig opgeduld, en tusschen hoop en
onzekerheid geslingerd, achter. Toen ging hij
naar Scotland Yard;~een afstand, zooals hij
borekende, van omstreeks zes mijlen. Hij
was geen snel looper, maar als hij rede
lijk wel was, kon hij er tegen, den geheelen
dag op de been te zijn, en hij was sterker
dan iemand, die zijn kleine en misvormde
gestalte zag, gemeend zou hebben. De sleoht
gokleede bultenaar liep de straten door,
zonder dat iemand naar hem zag of do moeite
nam ovor hem te denkon. Niemand kon het
in 't minst vermoeden, maar clie slecht ge-
kleede bultenaar had dien dag een hart zoo
vol hoop als misschien niemand anders in
Londen had.
De hongerige kleine dichter droomde van
rijkdom, maar zoo onbaatzuchtig als zeker
nooit een dichter geweest was. Soms werd
hij door twijfel geschokt, maar niet dik
wijls, en menigmaal deed hoop zijn hart zoo
snel kloppen, dat hij naar adem hijgde en
om even te bekomen voor een winkelvenster,
waar niets bijzonders te zien was, bleef stil
staan.
Eindelijk kwam hij aan Scotland Yard,
waar al de vragen, die hij te doen had, met
onverwachte beleefdheid en geduld beant
woord werden. Maar de politiebeambte, raetl
wien hij sprak, kon niet meer doen dan hem
op het spoor brengen.
„Op een medaille aan eon gest-olen hor
loge", zelde Olcm, „stond een opschrift, en
dat opschrift was do oenige aanwijzing waar
een groote som gelds verborgen ligt, waar
van de eigenaar nu bekend is".
„Nu", sprak do. politiebeambte, „wij hoo-
ren we^eens vreemder dinger dan dat. Waar
Deze vraag behoeft niet meer onder de
oogen te worden gezien, wamt nu de oven
in d(en wintertijd al het vuil heeft aange
kund, zal er in het meer droge jaargetijde
ten minste niets overblijven.
De slakken, die in vier groepen gesor
teerd naar buiten komen, vormen uitne
mend materiaal voor polderwegen, doch
kunnen tevens dienen als grondstof voor be-
tonfabrieken, zoodat men daarmee nimmer
verlegen zal zitten maar zelfs daaruit wel
licht een toenemende bron van inkomsten zal
worden gevonden.
Met de asch, die'er overblijft, schijnt men
voorloopig nog een weg te weten, ntaar de
ze zo«u op den duur nog wel eens last kunnen
veroorzaken. Men zal er echter in het uiter
ste geval steenèn van kunnen maken, wat
wel nooit een winstgevend bedrijf zal wor
den, maar waardoor men zioh echter vrij
waart voor al te groote opeonhooping. Men
zou er ook poelen en plassen mee kunnen
dempen, vooral ook, omdat de asch geen
voor de gezondheid nadeeïige stoffen bevat,
doah of dit winstgevend zou wezen, durf ik
ook niet zeggen. De door den verbrandings
oven ontwikkelde warmte wordt in electri-
oifceit omgezet en komt ten goede aar» de
electriciteitsfabriek. Een groote bron van
inkomsten levert dit echter niet op.
Alles bijeen genomen geloof ik evenwel
dat wij, ondanks de groote kosten toch nog
goed uitzijn met deze nieuwe toepassing
van vuil verwijdering.
En waar het „Leidsch Dagblad" de kla
gers over den ophaaldienst zoo af en toe
ook het woord heeft verleend, meende ik
goed te doen ook de goede zijden eens te
moeten laten zien.
BiaaraeML&aa.
Bij Kon. basliut is tocgeke-ud de aan de
orde van Oraa.je-Nassau verbonden eeroiue-
daiile iu zilver aau S. Ponnckajny, tuinman
in dienst van den lieer O. Beijnen, op den
huize „Rliienderstein", ondier Brummon.
De burgemeester van Amsterdam
heeft, zoo meldt „De Telegr.", ten stad-
huize conferenties gehouden met ambte
naren der gemeentelijke waterleiding.
Het geldt het onderzoek van de beschul
diging, te kennis gebracht van B. en W.,
als zouden eenige hoofdambtenaren van
genoemden diensttak den directeur Pen-
nink en den onder-directeur Hackstroh bij"
do uitvoering van maatregelen niet dien
steun verleenen, welken het belang van
den dienst eischt. De klacht moet bij B.
en W. aanhangig zijn gemaakt door den
heer J M. K. Pennink. In het college van
B. en W. is den burgemeester verzocht,
persoonlijk het onderzoek te willen lei
den.
Burgemeester -Itöell is er onmiddellijk
mee begonnen, en heeft verschillende hoofd
en subalterne ambtenaren gehoord.
Het onderzoek, hoewel ingesteld op
grond van bovengenoemde algemeens
klacht, zal ook worden uitgestrekt tot en
kele andere voorvallen, ter kennis van wet
houder Serrurier gebracht.
Het classicaal bestuur der
Ned.-Hervormde Kerk van Eindhoven,
doende wat des kerkeraads is, heeft aan ds.
De Groot to Oirsohob ontslag verleend. Deze
predikant is vier weken geleden uit zijn
gemeente vertrokken.
Heb ontslag is, op verzoek van den pre
dikant, dezen eervol gegeven.
Wegens voortdurende oueenigheid met het
classicaal bestuur hebben de kerkeraads-
leden van Oirschot in 1911 en 1912 allen be
dankt, eD sedert treedt het classicaal be
stuur van EiDdhoAcn to Oirschot op als ker-
keraad.
werd de gevangene gearresteerd?" Clem zei-
de het hem. „DaD is er alle kans, dat hij
naar het naaste politiebureau gebracht is,
om verhoord to worden en van daar naar
de gevangenis gezonden te worden. Daar
eullen zij wol een volledige lijst hebben van
alles, wat hem afgenomen is, en u kunnen
zeggen waar dat bewaard wordt, jwe man
heeft in Stafford terechtgestaan P Misschien
zullen zij u daarheen verwijzen".
De politiebeambte gaf hem het adres op,
en Clem begaf zich daarheen. Heb politie
bureau was op zijn terugweg, bijna vlak bij
zijn woning, en dus was hij bijna onnoodig
zoo ver geloopen. Het was reeds middag go-
worden voordat hij de terugreis volbracht
had, en hij was warm en vermoeid.
Een inspecteur zat aan een lessenaar ach
ter een soort van balie in een vrij donkere
kamer. In een hoek van de kamer was een
kooi met tralies als een wilde-beestenliok,
en in dat hok was een wild beest in de
gedaante van een matroos, die een lied bulk
te en er woest bij danste.
„Wat is er van uw dienst?" vroeg de
inspecteur, toen hij Clem zag. „Houd een
van allen clie-n kerel stil. Ik kan mijn eigen
woorden niet- verstaan".
Clem zeide wat hij te zeggen had, en de
inspeoteur luisterde, zonder veel belangstel
ling te laten blijken, totdat er van een me
daille met opschrift melding werd gemaakt.
Toen glimlaohte hij, nam een spreekbuis,
hield er zijn oor aan, en mompelde iets in
het mondstuk.
„Ga voort", zeide hij, nog bij ziohzelven
glimlachende. Olem vertelde verder, en was
aan het einde van zijn verhaal, toen een
oonstable met roode bakkebaarden achter
de balie binnenkwam.
Tlichvervoer lJmniden-JBelgitt.
Men meldti ons uit Llmuiden
Nu de levensvatbaarheid van een etoom-
bootdienst voor het vischvervoer van hier
naar België afdoende is gebleken, heeft da
Umuider Vischhandelvereeniging besloten
het aanbod van de N.V. Stoombootreederij
voorheen J. en A. van der Schuijt te Rotter
dam te aanvaarden en dezen dienst, die als
proef op coöperatieven grondslag was aan
gevangen, van ai 9 Mei e.k. aan genoemde
vennootschap over te dragen, die er een
vast veer van zal maken. Onder garantie der
Vischhandelvereeniging van een vervoer van
minstens 1500 manden per week, zullen er
voor dien dienst 5 booten in de vaart ge
houden worden, waarvan voor den dienst
IJmuidenAntwerpenBrussel en 1 voor
den dienst op Gent met overlading
te Hans weert. De booten zullen Maan-
dags, Dinsdags, Woensdags en Zater
dags varen. Do thans bestaande vrachtprij
zen worden gehandhaafd en zal behalve
franco terugzending der ledige manden een
reductie op den vrachtprijs worden toe
gestaan.
Voor den Umuider Vischhandcl is deze
vaste dienst van groot belang, te meer daar
het in de bedoeling der ondernemers ligt
daarvoor speciale snelvarende kustbooten
to doen bouwen, met het doel daarmede
eerlang ook het visohvervoor gedeeltelijk
over zee te doen geschieden, waardoor de
dagelijksehe voorziening der Belgische visch-
markten verzekerd wordt
LegerzakeD.
T e veel s cli r ij f wier k
Dc commandant der 2de divisie heeft,
naar ,,De Avondp." meldt, den volgen
den brief aan de korpscommandanten ge
zonden
„Van verschillende zijden komen bij mij
klachten in omtrent te verrichten schrijf
werk.
Ik verzoek u mij na aandachtige over
weging te willen mcdedeeLcn, of, en in
hoeverre, zulks bij het korps onder uw
bevel het geval is en mij een opgave tel
doen toekomen van al dt,e stukken, welke
naar uw meening achterwege zouden kun
nen blijven, dan wel vereenvoudiging zou
den kunnen ondergaan met vermelding van
de reden, waarom zulks door u geacht
wordt het geval te zijn."
In Putten op de"Veluwe had de opeaing
plaats van net eerste kosthuis van de door
den Volksbond tegen Drankmisbruik gestich
te Vereeniging van goede en goedkoope kost
huizen voor gep. Oost-Indische militairen,
wier huisvesting thans nog zooveel te wen-
schen laat.
Dit eerste kosthuis zal worden bewoond
door een 13-tal van de 65 militairen, die
zich aanmeldden. De zorg voor hun verple
ging is opgedragen aan den heer Koornstra
en zijn echtgenootc.
Naar aanleiding van het bericht, als
zou dr. J. Th. de Visser in verband mot een
eventueel beroep bij -de Ncd.-Rerv. Gem. te
Soheveningen hebben beloofd „eenige jaren
buiten de politiek te zullen blijven", zegt
„De Ned." uit de beste bron te weten, dat
eer» zoodanige belofte nöoh nu, noch vroeger
is afgelegd.
Dr. J. Schoemaker, geneesheer, belast
met de heelkunde in het gemftcnfe-ziekouhuis
in Den Haag, verlaat tot begin van Mei
do Residentie met verlof, tot liet bijwöoe.ii
van het chirurgisch congres te New-York,
aan welk congres tevens verbonden is een
tocht naar verschillende plaatsen van N.-
Amerika, om aldaar de chirurgische inlich
tingen te bezoeken.
Promotie in de geneesknnde.
Het hoofdbestuur van do Medische Facul
teit van het Amsterdamsch Studenben-Corp#
heeft een adres gezonden aan den Minister
van Binnenl&ndsehe Zaken, naar aanleiding
van het ontwerp-wet tot regeling van het
landbouw- en veeartsenij kundig hooger on
derwijs. Volgens dit ontwerp wordt voor hen,
die met goed gevolg het eind-examen hooge-
re burgerschool aflegden, de verkrijging van
den doctorstitel mogelijk gemaakt.
Adressant merkt op, dat hierdoor nog to
meer r -ïhoudbaar wordt de bestaaade toe
stand jn opzichte van de promotie in de
geneeskunde. De oud-leerlingen van de hoo-
gere burgerschool toch worden van de pro
motie uitgesloten, terwijl hun collega's, van
de gymnasia herkomstig, hiertoe wel het
recht bezitten. Deze toestand wordt, zegt
het adres, door het overgroote deel van do
Nederlandsche geneeskundigen als een onbil
lijkheid en een aandeel beschouwd om do
volgendo redenen
I. terwijl de studie on de geneeskundige
examens voor beide groepen geheel deeelfde
zijn, wordt aan het eindo der academische
loopbaan een scheiding gemaakt, die alleen
berust op verschillend voorbereidend oncler
wijs.
II. Volgens het oordeel, door de genees
kundige faculteiten der vier universiteiten
in verschillende adressen en door tal van
hoogleeraren in tijdschrift-artikelen uitge
sproken, is het buitengewoon nuttig, dat na
de exam en-studie nog een jaar wordt be
steed aan het bewerkea van een proefschrift
onder do deskundige leiding van een hoog
leeraar. Hierdoor toch leert men critiek
uitoefenen, literatuur verzamelen, zelfstan
dig werken. Door hun allen wordt het be
treurd, dat do oud-leerlingen der hoogere
burgerschool van dit groote voorrecht ziin
buiteugesloten.
III. Door toekenning van don hoegsfcen
wetenschappelijken titel aan slechts een deel
der Nederlandsche geneeskundigen heeft de
ze veel van zijn waarde verloren.
Het hoofdbestuur van de Medische Facul
teit van het Amsterdamsch Studenten-Corps
verzoekt, bij do behandeling van het Ont
werp zulke bepalingen in de wet op heb
hooger onderwijs te willen scheppen, waar
door oud-leerlingen der Hoogere Burger
school tot de promotie in de geneeskunde
worden toegelaten. Mocht binnen korten
tijd de geheel© voorbereidende onderwijsro-
geling worden herzien, dan spreekt heb
hoofdbestuur de wenschclijkheid uit, dat
voor hen, die reeds in het bezit zijn vaiï
het eindgetuigschrift der Hoogere Burger
school, overgangsbepalingen zullen wordoa
gemaakt, die ook hun tot de geneeskundig^
promotie toegang geven. („Hbl.").
H; M. de Koningin-Moeder en de
login van Albany dejeuneerden gisteren blf
H. M. do Koningin in liet Huis ten Bosch.;
Tevens was het een afsolieidabozoek aan,
H. M. van Haar tante, die gisteravond!
per Holl. Spectr-brein van 8 uur S3 min.*
reizende in het salonrijtuig vaiu de Koni.(igia<i
Moeder, naar Vlissïogen vertrok, orn vain
daar naar London terug te keeren.
H. M. dc Koningin-Moeder vergezelde mëfi]
do dames en enkele hoeren van Haar Hui*
do Hertogin tot aan den reiswagen, die van;
het w ach tpavdl j oen van het Hof af rood
De burgemeester, jhr. w. Van KaTnobeatój
deed eveneens H. K LI. uitgeleide.
In plaats van den gene raai-ma j oor \V>;
H. van Tcrwisga; is voorzitter van de Kon.-
Ned. Vereeniging voor Luohbvaart geworden1
de oud-Minister van Oorlog H. Colija.
„Gij hebt mij geroepen? zeide de con
stable.
„Ja", antwoordde de inspecteur, nog glim
lachende. „Hebt gij wel eens iets gehoord
van een horloge met een Turksch munt aan
den ketting gehecht?"
Toen begon de constable ook te glim
lachen, en Clem, die zijn blik van den een
op den ander wendde, zag op beider gelaat
dien glimlach zich al meer en meer uitbrei
den, totdat eindelijk èn de inspecteur èn zijn
ondergeschikte hartelijk lachten. „Goed",
zeide de inspecteur, zijn oogen afwisscheu-
de, hij was een dik man, wien het was
aan te zien. dat hij veel van een grap en
een goed dinor hield „vertel dien heer
wat. gij er van weet".
„Van dien man, die beproefd heeft zich
in No. 5 op te hangen vroeg de constable.
De inspecteur knikte, en leunde voorover op
zijn ellebogen, met een lachend gezicht, nu
eens naar den constable en dan naar Clem
ziende, alsof hij zich verzekerd hield, dat de
vrager aanstonds wel bespeuren zou wat het
grappige van de zaak was. „Welnu", begon
de ondergeschikte politiebeambte, een van
zijn roodo bakkebaarden krabbende, ,,'b is
een geval van vijf of zes jaar geleden, mis-
sohien wol zeven jaar, en ik zou het mij
mogelijk ook niet meer herinneren als liet
niet een soort van grap onder ons geworden
was. Ik kreeg bericht, dat do man -passage
had genomen op do „Orinoco", en ik had
last hem in hechtenis te nemen. Ik kwam
er aan boord, en daar vond ik den man,
dien ik hebben moest-, in zijn kajuit, met
een kaart voor zich uitgespveid".
„Was hot een kaart van Turkije?" vroeg
Olem.
„wftft het antwoord ..>WJ
herinner ik het nuj, het was een kaart vaQ
Turkije. Wat was dat een flauwe vent! Zoo-
dra hij mij zag, viel hij stokstijf in zwijm".
„Vertel het nog eens' zeide cle inspec
teur. „Misschien kan het belangwekkend
worden".
„Om do waarheid te zeggen", hernam cle
constable, „heb ik het er altijd voor gehou
den, dat hij zijn hand onder het bed schoof,
toen ik de deur van do kajuit opende, maar
door zijn bezwijming en omdat de Poot juist
zou vertrekken, is 't mij zeker uit het hoofd
gegaan en vergat ik naar iets te zien. Maan
toen wij hem hier hadden eu hij weer bij
kwam, maakte hij zoo'n spektakel over een
horloge en een ketting als ik mij niet herin
ner ooit over iets gehooid te hebben. Hij
leek wel razend. Het was een beschuldiging
van manslag, als ik 't mij wel herinner;
maar die beschuldiging scheen hij zich lang
zoo niet aan te trekken als het verlies vau
dat horloge' met medaille. Zoo dol stelde
hij zich aan, dat het bij ons een spreek
woord is geworden", liet dc constablo er
lachend op volgen, „als iemand veel bewe
ging over een kleinigheid maakt-, te zeg
gen: ,,'t Is alsof je een medaille verloren
hebt". Die uitdrukking wordt zelfs gebezigd
door hen, die do geschiedenis niet eona
weten".
„En is het- horloge nooit gevonden?"
vroeg Clem.
,,'t Is nooit gevonden, en er is ook nooit
iets van gehoord", hernam do constable*
Clem hield zich een oogenblik aan de balie
vast, en zijn hoofd duizelde. Alles was du®
maar een ijdcle droom geweest 1
(Wordt YerVolgd^,