N°, 16586. Zaterdas; 21 Maart. Officieel© Kennisgeving. Ingezonden. Tweede JJUicï. A0. 1914. lerkieziug Kamer Tan Arbeid. Burgemeester en Wethouders van Lei den; Gezien het besluit van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel van den 26sten Februari 1914, No. 479, Afdeeling Arbeid Brengen ter algemeen© kennis; dat de stemmingen ter verkie zing van 5 leden-patroons en 5 leden-werk lieden der Kamer van Arbeid voor de Bouw bedrijven, die behooren t-e worden benoemd ter vervulling van de op 27 Juni 1914 open zijnde plaatsen,zullen plaats hebben op Dinsdag 24 Maart. 1914 en de herstemmingen, zoo noodig, op V r ij d a g 3 A p r i 1 d. a v.; en dat do stembureaux zitting zullen hou den in een der lokalen van het Raadhuis van twaalf uur 's namiddags tot twee uur 's namiddags en van zeven uur 's avonds tot negen uur 's avonds. Voorts vestigen zij do aandacht van be langhebbenden op den inhoud van de ar tikelen 17 en 18 der Wet op de Kamers van Arbeid, luidende als volgt: Artikel 17. „Het hoofd of de bestuurder van een be drijf of een onderneming, waarin personen die op een keizerslijst voor een Kamer van Arbeid zijn geplaatst, arbeid verrichten in fabrieken en werkplaatsen, is verplicht te zorgen, dat ieder van dezen gedurende ten minste twee achtereenvolgende uren van den voor de stemming bepaalden tijd gele genheid vinde om mede to werken tot de keuze, waartoe hij bevoegd is." Artikel 18. „Het hoofd of de bestuurder in het voor gaande artikel bedoeld is verplicht te zor gen, dat in zijn fabriek of werkplaats, op een plaats waar arbeid wordt verricht, ge durende twee werkdagen vóór en tijdens de tot stemming bepaalde uren, op een zicht bare wijze is opgehangen een door hem on- derteekende lijst, de uren in het voorgaande artikel bedoeld vermeldende voor elk afzon derlijk of groepsgewijze of voor allen ge zamenlijk." ,,Op de woorden „arbeid" en „fabrieken en werkplaatsen" in dit en in het vorige artikel is 1 der Arbeidswet, met uitzonde ring van het laatste lid van art. 2, toepasse lijk". Burgemeester en Wethouders voornoemd, N- O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRÏJEN, Secretaris. Leiden, 4 Maart 1914. Voorjaarsscïioaw. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien artikel 17 der .verordening van den 6en Juli 1899 (Gemeenteblad no. 15) laat stelijk gewijzigd bij de verordening van den 6en Februari 1913 (Gemeenteblad no. 4); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat te beginnen met Woensdag 1 A p r i 1 e. k. zullen geschouwd worden: alle wegen, lanen, paden, straten, kaden, pleinen hofjes, stegen sloppen of poorten en gan gen, benevens de daarin gelegen of daartoe behoorènde bruggen en andere kunstwerken, voor zoover die bijzonder eigendom zijn, en, zonder verhindering door of vanwege rechthebbenden, voor het publiek verkeer openstaan en alle wateringen en slootenden de riolen ter vervanging daarvan gemaakt, benevens de daartoe behoorende sluizen, duikers, bui zen, toegangskokers en dergelijke werken, voorzoover die bijzonder eigendom zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN HAMEL, Wcth. lo. Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 5 Maart 1911. Brieven uit Warmond. LXIV. Indien ik mij niet vergis, zijn wij op 'dit oogenblik een vrij rustig tijdperk in getreden. De waterleiding is voorloopig van do Baan,'of beter'op de lange baan geschoven, en de Kennis-kwestie, door dat de kermis op „de Baan" blijft, is de kwestie ook van de baan. Ons gemeentebestuur zit echter niet stil'; er is wel al veel gedaan, maar nog is er veel te doen over; en nu wil het zich baan maken van het Raadhuis naai de Losplaats. liet begin, de aanleg, is goed. De ge regelde aanbouw van burgerwoningen heeft noodig gemaakt oen broederen en Beteren weg, en dien zal men zien te «naken. Kon geheel nieuwe rioleering is gelegd. Betere verlichting toegezegd, zoouat al leen de verbreeding nog maar noodig is, om oen volmaakt geheel ts krijgen. Hiervoor is noodig, dat een zes- of Zevental eigenaars of eigenaressen af stand doet van een paar meters grond van hun tuintje of vóór huil huis ge legen grond, waartegen bij de meesten geen bezwaren bestaan, al is de -een wat Bchikkolijker dan de ander. Doch onder allen is er een, die niet in te willigen eischen stelt aan het ge- tneentebestnur. Deze wil blijkbaar zya kruit droog houden, om mogelijk later een voordeeliger schot te doen, iets, wat mij toelijkt een illusie te zijn, die niet verwezenlijkt zal worden. Natuurlijk heeft die eigenaar alle recht om zijn rechten te blijven handhaven, en daardoor liet „rechten van den weg" tegen te houden; doch daar al de an deren hier van hun rechten afstand doen, om een degelijken toestand te krijgen en het gemeentebestuur bijstaan in zijn pogen verbeteringen aan te brengen, die nuttig en noodig zijn; daar kan ik het nut van tegenwerken hierin niet inzien, terwijl een voordeeltje behalen toch niet mogelijk is. De perceelcn, aan een flinken breeden weg gelegen, krijgen vanzelf meer waar de, en als de gestelde eischen te hoog en daardoor onaannemelijk zijn, kunnen deze toch nooit worden geaccepteerd, daar men dan ©en onrechtmatigheid zou begaaa tegenover de andere eigenaars en eigenaressen. Van Kerpersdam tot aan de losplaats krijgen wij dan een flinken breeden weg, die nagenoeg aansluit aan de Dorps straat, en daardoor eenigszins recht krijgt ook Dorpsstraat genoemd te wor den. Met het verb'reeden zal men nu verder doorgaan en men is heusch benieuwd hoe dat wel staan zal, als daar midden langs dien weg een meter acht a tien zoo n tuintje uit komt steken, voor uit wijkende nj- en voertuigen een aange name gelegenheid om er onwillekeurig tens vast te rijden, ofschoon ik toen goeden moed heb, dat het veranderlijke in het weer op dien eigenaar overslaan zal en deze alsnog zijn houding in belang van het algemeen wijzigen zal. De besproken wegverhetering houdt m. i. ook wel verband met de verbetering van de Josplaats, welke eigenlijk geen losplaats is, want op cemge nieters is de kant niet voor een schip te bereiken, dat zelfs maar den geringsten diepgang Jieeft. En al is geblckon, dat er veel over gesproken wordt, het zal zon- der uitdiepen niet beteren. Zeker zal dat geld kosten, en waar zuinigheid ge biedende eisch is, wordt wel lang ge- wikt en gewogen, eer men tot uitgeven overgaat, dus is dat heel goed te plaat sen doch het kon heel spoedig wei eens een geschikte gelegenheid zijn, om nog heol voordeelig klaar te komen. Straks komen do baggermachines in de Leede, voor rekening van lxet Hoogheemraad schap Rijnland deze weer op diepte te brengen, om den grooten schepen weer gelegenheid to geven van het „Wije" at de Leede door te varen; en zal dan in de Jachthaven baggerwerk moeten plaats hebben, licht, dat het dan zoo „en passant" gedaan kan worden, en de kos ten, die vroeger of later toch gemaakt moeten worden, tot zoo laag mogelijk bedrag teruggebracht kunnen worden. Ik hen van die meening, omdat m. i. kosten van transport en opstellen van de daarvoor noodigo werktuigen en ma chines daardoor vermeden worden; en Rijnland zijn medewerking in deze zeker niet zal onthouden. Als men dat toch zoo eens nagaat, dan moet men toch zeggen: wat heeft men vroeger vreemdsoortig omgesprongen met de huizenbouwcrij hier, zoowel wat inrichting als wat plaats aangaat. Zoo staat tegenover de eens dorps pomp een huis een paar meter vooruit gebouwd op den weg, en hij de anderj pomp pn Raadhuis een zoo ver uit do gewoue vooilijn gebouwd, dat menig vreemdeling meent, dat hier het dorji ten einde loopt; terwijl over den gashou der de straat tot op een naar meter breedte is geslonken. Zoo iets zal nu wel niet meer gebeuren, maar wat or gebouwd staat, is nog met geen praatje weg, al zou ieder het ook wenscnen. Wel, dit kan niet ontkend, waren de eischen daaromtrent vroeger niet zoo hoog als nu, en zullen deze in de toe komst nog hoogcr .gesteld worden; en daarvoor schijnt men nu te willen waken, door zonder pardon alles, wat buiten de rooilijn gaat, te weigeren. Daarmede in verband is dan ook eerstdaags een be- bouwings- ot uitbreidingsplan te ver wachten, dat door een deskundige, den heer B. E. Spijker Azn., te Leiden, 111 elkaar gezet zal worden, en naar ik hoorde, ook verschillende aanwijzingen en voorschriften geven zal voor hot toe komstige „Juliana-park", met welks töt- stand-koming ook weer verschillende andere zaken, waarover later meer, sa mengaan. SPECTATOR. BtHCI.AIIliS, fc. 40 Conts per regel. QENSZJNQ DER VOORTDURENDE VERSTOPPING on har© gaTolgon, aio HOOFDPIJN, 3AAQ EM WSEViJND3-AAN DOENINGEN, LEVEfl-GPZETTIBQ OASOARA 8AGSADA Vorooi-sakon gooa koliokoD. Blke llacqa. wuarop de haadterhrofng "DEMAZJÉflE" ontbreekt. 18 fieunaali, „Voorradig lu allo voorname Apotheken "l DrogUtwiiikcls. rtloorD-Dapor: Apatbaek DEGLOS1311 Rue deVauglrard, Paris MONSTER GRATIS ■liinil .Hid 1604 13 Gemeentezaken. Bestaor Practische Ambachtsschool. Door het bestuur der Vereeniging „De Practische Ambachtsschool" worden ter voor ziening in de vacature tot lid van haar bestuur, ontstaan door het bedanken van mr. Q. J. Terpstra ter benoeming voorgedragen: lo. J. van Schravendyk (oud-gemeente secretaris van VlaardingeD), 2o. J. Zitman; en voor de vaca ture, ontstaan door het bedanken van dsn heer J. van Dam: 1. A. van 't Riet; 2o. J. H. de Jong. Kosteloos afstaan Tan het gebruik der Stadszaal. Door B. en Ws. wordt den Raad in over weging gegeven ook dit jaar aa-n het be stuur van het Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" in de week van 12 tot en met 17 Mei ten behoeve van rijn al gemeen© vergadering en do tentoonstelling van de door do leerlingen vervaardigde ieekeningen deze zaal kosteloos af te staan. Pensioenregelingen. In de Raadsvergadering van 25 Sept. j.l. werden verschillende voorzieningen getrof fen in verband met de Pensioenwet voor gemeente-ambtenaren en van de Wedu- wenweb 1913 en werd door B. en W. toe gezegd, dat zij in verband daarmede te zij ner tijd met een herziening der bestaande verordeningen zullen komen. Dit is nu ge-sehied. DeLeidsche pensioenverordenig en wedu- wenverordening bevatten verschillende be palingen, die voor de ambtenaren en hun weduwen en kinderen gunstiger zij dan de bepalingen der nieuwe wetten. Zoo heeft een ambtenaar volgens de pensioen- verordening recht op pensioen na 40 jaar dienst, ongeacht zijn leeftijd, terwijl vol gens de wet in het algemeen eerst op 65-ja- rigen leeftijd pensioen kan worden ver kregen. "Verder is het pensioen volgens de verordening in eenige gevallen hooger en kunnen ook tijdelijke ambtenaren pensioen deelachtig worden. B. en W. vinden het daarom billijk en ook het meest in overeenstemming met de be doeling der wetten, om voor de in dienst dezer gemeente zijnde vaste en tijdelijke ambtenaren, wien op 1 October 1913 reeds ingevolge de beide gemeentelijke overordé- nigen aanspraken op pensioen voor hen zelf en voor hun weduwen en kinderen waren gewaarborgd, de bestaande bepa lingen te handhaven, natuurlijk sldchts voor zoover zij in deze gemeente werk zaam blijven en hun dienstverband alhier na 1 October 1913 niet is onderbroken. In deze laatste gevallen fc.och kan niet meer van verkregen aanspraken worden gespro ken. Een en ander is belichaamd in twee door hen voorgestelde concept-wijzigingsveror deningen. Na de verschillende wijzigingen te heb ben toegelicht, komen B. en W. tot de vraag, op welke wijze een beslissing moet worden genomen in zake de bestemming van het gemeentelijk pensioenfonds voor we duwen en weezen van gemeente-ambte naren. Zooals bekend, is dit geen onderling fonds, door de ambtenaren opgericht doch een fonds, door de gemeente met het oog op een ordelijk beheer gesticht. Het be treft hier derhalve een administratieve boeking van gelden, welke, gelijk art. 20 der weduwen verordening ook uitdrukke lijk zegt, eigendom rijn van do gemeente Leidon. Ten laste van het fonds blijven de reeds toegekende weduwen- en kinderpen- sioenen, benevens de nog toe te kennen pensioenen aan de weduwen en kinderen van de vóór 1 October 1913 gepensionneer- de ambtenaren. De contante waarde dier pensioenen bedraagt volgens borekening ongeveer 200,000. Voor andere doeleinden blijft derhalve, aangezien het fonds pl.m. f 350.000 groot is, een kapitaal van pl.m. f 150,000 beschikbaar. Een deel van dit overschot zouden B. en W willen bestemmen, om de reeds toe gekende weduwen- en kinderpensioenen met ingang van 1 October 1913, alsook de nog te verïeenen pensioenen voor de wedu wen en kinderen van op 1 October 1913 reecis gepensionncercle ambtenaren, te ver- hoogen tot een maximum van f 735, ter wijl zij den Raad verder verzoeken hen voorloopig te machtigen uit het- dan nog beschikbaar blijvende deel te betalen a. de pensioenen, te verïeenen aan de weduwen en kinderen van tijdelijke ambte naren, die op 1 October 1913 reeds pen sioen saanspraken voor die weduwen en kin deren hadden verkregen, welke aanspra ken bij aanneming van hun voorstellen zui len worden gehandhaafd b. do meerdere uitgaven, die voor weduwen- en kinderpensioen zullen moe ten worden gedaan in verband met de handhaving der verkregen aanspraken ingevolge de weduwenverodening c. de aan het Rijkspensioenfonds te be talen bijdragen ten behoeve van vroeger in dienst dezer gemeente geweest zijnd per soneel, en ten opzichto van ambtenaren, clie na 1 October 1913 in dienst van een an dere gemeente of van Rijk of provincie mochten overgaan, voor welke beide ru brieken van ambtenaren do gemeente, ook al heeft zij de verklaring, bedoeld bij art. 68 der Pensioenwet voor do gemeente ambtenaren in 1913 afg«legdt van heb tijdstip van ingang hunner benoeming el ders, de in art. 63 der wet bedoelde in koopsom verschuldigd is d. de zegelkosten der aanstellingen, wel ke ingevolge art. 59 der wot aan do op l October 1913 in dienst zijnde gemeente ambtenaren alsnog met ingang van dien datum moeten worden uitgereikt e. de verdere kosten, die in verband met de omvangrijke en tijdroovendo uitvoe ring der nieuwe pensioenwetten ten laste der gemeente komen. B. en W. hebben hier het oog op het in dienst nemen van tijde lijk personeel en dergel De bedoeling is dus, om het fonds voor loopig intact te laten en daaruit alleen eenige meerdere uitgaven, dan thans het geval is, te betalen. Indien dan later blijkt, dat nog gelden in het fonds voor een ande re bestemming beschikbaar rijn, stellen B. en "VV. zich voor daaromtrent een nader voorstel bij den Raad aanhangig te maken. Ten slotte moeten B. en W., nog een enkel woord wijden aan het adres van den Voorzitter en den Secretaris der afd Lei den van den Bond van Ned. Gemeente werklieden, waarin zij verzoeken te willen besluiten, dat alle onkosten en werkzaam heden, voortvloeiende uit- de opneming in het Rijkspensioenfonds voor Gemeente ambtenaren en hun weduwen en weezen, be nevens die, voortvloeiende uit de aanvra gen voor eigen- en weduwen- en weezen- pensioen, voor rekening der gemeonte zul len worden genomen. Het Collego van B. on W. kan geen vrij heid vinden, voor te stellen al de in het adres bedoelde onkosten ten laste van de gemeente te brengen. Tegenover deze kos ten, welke voor de gemeente vrij grootc uitgaven zouden vorderen, staan voor de betrokken ambtenaren de voordeelen, die de nieuwe pensioenwetten boven de ge meentelijke regeling bieden. Het terugge ven van die kosten aan de ambtenaren zcu het karakter van een gift dragen en niet. berusten op eenigen rationeelen grond. In bijna alle andere gemeenten, die met Lei den op één lijn zijn te stellen, komen die kosten dan ook ten laste der belanghcb benden. Hebben deze daartegen bezwaar, dan zal door hen op wetswijziging moeten worden aangedrongen, doch er is geen en kele reden deze kosten nu maar weder ten laste der gemeente te brengen. Alleen komt het B. en W. niet onbillijk voor, dat de zegelkosten der aanstellingen, welke iügevolge a-rt. 59 der wet aan de op 1 Oc tober 1913 in dienst zijnde gemeente-amb tenaren alsnog met ingang van dien datum moeten worden uitgereikt, door de ge meente worden betaald, aangezien cle hier bedoelde ambtenaren feitelijk reeds vroe ger in het bezit van een aanstelling had den moeten zijn. De na 1 October 1913 oangesteldo of aan te stellen ambtenaren behooren echter zelf de zegelkosten hun ner aanste1 ijng te dragen Ken end gevelÊ|e. Mijnheer de Redacteur l 't Is opmerkelijk hoeveel vreemdelingen des zomers door Leiden wandel-en of rij den, om de verschillende bezienswaardig heden in oogenschouw to nemen. En er is heel wat tc zien in Leiden. Noemen, wij van dat vele slechts de musea en niet het minst ook de oude gebouwen. En al brengen nu die vreemdelingen do een meer en de ander minder geld in onze stad, en is het reeds daarom te betreuren, wanneer men zoo nu en dan eens een oud geveltje ziet verdwijnen, om dat daardoor de aantrekkingskracht voor de vreemdelingen vermindert, dit is toch niet dc hoofdzaak. Hoofdzaak is, dat het schoone zelf, wat veelal in dio oude ge bouwen en gevels is te aanschouwen ver loren gaat, en dat doet ons pijnlijk aan. Zoo staat ook thans weer te wachten, dat zulk een geveltje, waarvoor 's zomers tal van vreemdelingen blijven staan, zal worden verminkt, 't Is het geveltje van het pand Nieuwstraat 49, waaraan de le gende van ,,mans hand boven", is ver bonden. Reeds in 1650 gebouwd, behoeft het thans eenige herstelling, en nu is mij ter oore gekomen, dat de eigenaar van plan is den geheelen kop er maar af te doen nemen, waardoor liet echter geheel ver minkt zal worden, te meer, waai de hand geheel boven in den kop zit. Door dit schrijven zoo mogelijk te be vorderen, dat meerderen hun invLoed zul len doen gelden tot behoud van dit stuk oudheid, ziedaar de beweegreden yan dit schrijven. U dankend voor de verleende plaats ruimte. P. P. DE KONING. Magdalcna-Moonsstra,at 41. Blauwe Week. Geachte Redactie! Beleefd verzoekt ondorgeteekendo U plaatsruimte voor de volgende medcdeeling. Het Comitó P. P. K. besloot van 2328 Maart een „Blauwe Week" te organieeeren als na-oogst van handteekeniqgen voor het Petitionnement. Het aantal huisbezoekers wordt clan minstens verdubbeld. Wij hoorden van verschillende kanten stemmen van menschen, die nog niet in do gelegenheid waren gesteld tc teekenen. Nu zal het dan komen. Maar wij voegen er bij laat deze menschen zelf ook eens wat mede werken door in hun omgeving eens na- te vragen wie een lijst heeft, waar zi« op tee kenen kunnen. Beter nog is het, als zij zich bij ondergeteekende vervoegen en een lijst meenemen orn die zelf vol te werkenwij kunnen nog best wat hulp gebruiken Verder ligt bet Petitionnement ter teeke- ning in de verschillende wijkgebouwrm Levendaal; Geloof, Hoop en Liefde (in de Langestraat)Pniël; Prediker (Janvossen- steeg) en in het gebouw van het Leger des Heils (Lammermarkt). Met dank voor de verleende plaatsruimte. Namens het Comité P. P. K. te Leiden J. W. J. TOE WATER, Secretaris. Leiden. 203—'14. Morschsingcl 21. Het geheimzinnige verstand. In ons vaderiand wordt door het bt ank- kapitaal uitgegeven een krantje met »«©n ge* heimxinnigs, onbekende redactie, die geen be zoeken ontvangt: 'tkon er atorm loopen van nieuwsgierigen, die dat wereldschokkende ver nuft wenachten te zien. Dit weekblad voor verstandige meu8cb«n scheldt tegen het Petitionnement voor Plsat- eeiyke Keuze, en heeft nu gelezen de kwestie in het „Leidsch Dagblad" over d® onaorlük verkregen handteekeningen. Dat was toc den geheimzinnigen wachter op de muren van 't Drankkapitaal een buitenkans to Od ze Beo- had wel verklaard, dat „de genoemde personen, in de gelegenheid worden gesteid om hun namen t9 schrappen" hier zij raeegedooid, dat de secr. naar bedoelde personen is gegaan om hun handteekening te lafen doorhalen maar de sltmmeling, die „ergens" zetelt verstandige redactie, heeft daaruit wenschen te lezen, dat wy do lijst rustig achter zouden houden tot de personen by o n s kwamen. Eu dan zegt de geheimzinnige verstandige redac teur, dat hü ons graag een handje wil helpei om by het tellen der handteekeningen tb wegen wat ze waard zjjn. Wel, we houden ons aanbevolen. Waar hy houde zich er van overtuigd, dat daarvoor noodig is do eenvoudige kunst van lezen, en dat we de geheimzinnige kunst van gifzuigen gaarne overlaten aan hem en zyn kornuiten, die trouwens als Drank- bereiders allicht meer met gif omgaan daa wtf Wo hopen harteJyk op een ontmoeting me n't geheimzinnige verstand", maar dan lletai zonder spookachtigheid, op klaarlichten dag. Geachte Redactie, staat ons die ontmoeting te wachten, dan hopen wy even groote lank moedigheid te bezitten als U toont door het herhaaldelijk opnemen onzer verweren. Yoor het Comitó P. P. K. W. BANNING, Voorzitter Plaatselijke leenze te Katwijk o/K, Naar aanleiding van de verschillende stukjes, welke het myne opgevolgd zjjn eu het ten daele tegengeschreven hebben, zou Ik gaarne het onderstaande nog oven in av blad willen plaatsen. Allereerst wil ik even den heer N. Tj. Swierstra, secretaris van het comité voor P. K. antwoorden. Wat hot teekenen op de lysfc aangaat, verwys ik hom even naar het stuk van den heer J. L. Sosef in het nummer van gisteren. Maar wat die vindingrijkheid van hem, betref fende den naam B. S. aangaat, daar lach ik om. Daar het my direct speet, dat ik myn naam Diet bekend had gemaakt, heb ik iedereon die my over het bewuste stukje aaasprak, gezegd, dat ik zelf de schryver er van was, zoodoende kon de heer S. het gemakkeiyk uitvinden. Allicht heeft hy het ook wel ge hoord van Iemand, tegen wien ik het had verteld. De hser 3. denkt misschien, dat lk, een bekend herbergier uit Katwyk (ten minste in een café met verlof) zoo achterbaks had geeohreven, om zóó tegen de P. K. te kun nen schryven. Neen hoor, dat beeft by glad mis. Ik wilde alleen hier maar moe zeggen, dat als de dominéé de lui uit de kroeg wilde houden, hy ze dan thuis moest bezoekeD, en niet een kastelein in zyn bedrijf komen storen. Wy storen hem ook mat. Bovenstaand geva' heeft n i e t by my plaats gcliad, maar toen ik het hoorde, wilde ik het toch even ver melden. Ten tweede ovtr bet geschrevene van den heer v. Leouwen uit Leiden en dat der Kat- wyksche vrouw. Beiden zyn do plank glac' mis, als zy denkou dat het geon „bang zyn", maar ontzag was voor den dominee, wat do men8chon uit het ca'ó dreef. Mag ik hen even opmerkzaam maken, dat, toen do dominéé binnen kwam, da lieden wogvluchcten, omdat zs bang waren door hem gezien te worden, maar tosn by do e©no dsur uit ging, zy de andere weer inkwamen. Ik vraag den heer van L. uit Lelden en do vrouw uit Katwyk. „Is dat ontzag?" Vorder over hetgeen de heer Laban schr'yft. Deze persoon zegt dat de menschen moeten oppassen voor den kastelein, omdat deze gevuld is met alcoholgas, en dat ue kroegbazen met dikken buik, als een negerkoning uit Afrika- loopen. Maar liesveel zg. christelijke menschen en vurige vooratanders der P K. loopen er niet rond met dikken buik ais bovengonoemde roode koppon van 't stiokem drinken, wat ze thuis doen? Er zyn móói kasteleins die geen spiritualiën gebruiken, dan hy wel donkt. Ik ken ze hior in Katwyk nog wel. Ik als kastelein, wil met sommigen van die vurigo voorstanders der P. K. nog wel van voorraad spiritualiën ruilen. Ot zyn dat soms menschen die waardig zyn te teekencn, die eerst by my of een ander 6 7 glazen bier drinken en dan even later op do lUst toekenea der P. K.?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 5