Anekdoten.
Nieuwe Raadsels.
Oplossingen der Raadsels.
Een gelukkige vermomming.
In het begin der 19de eeuw leefde er
een bekwaam schaakspeler, Jack Carr ge-
heeten. Hij was er bijna zeker van de partij
te winnen, maar het geld, dat hij er 9oms
mee won, was dadelijk uitgegeven. Bij hem
heette het met recht: Zoo gewonnen, zoo
geronnen.
Op zekeren dag liep hij, armoedig ge
kleed, door de straten van Londen en ont
moette tot zijn geluk een heer, die dade
lijk zijn uitnoodiging om een partij schaak
te spelen, aannam. Van het geld, dat Carr
daarmee won, kocht hij zich een nieuw
pak en zag er toen zoo geheel anders dan
den vorigen dag uit, dat dezelfde heer, dien
hij toevallig weer ontmoette, in een café,
nogmaals een partij schaak met hem
speelde en die nogmaals verloor. De heer
beklaagde er zich over, dat hij twee dagen
achtereen bij het schaakspel met twee ver
schillende personen zoo ongelukkig was
geweest.
Een eigenaardige vischsoorL
De Japansche zeeën zijn ruim van gevaar
lijke visehsoorten voorzien. Specifiek Ju-
pansch is de Foegoe. De Focgoevisschen
behooren tot het geslacht Tetrodon, dat
«deel uitmaakt van de groep der Kogel- en
Blaasvisschen. Dezen naam ontleenen zij
aan hun eigenschap, om den slokdarm
reusachtig te kunnen opblazen waardoor zij
bijna een kogelvormige gedaante kunnen
aannemen. In dien opgeblazen staat laten
zij zich me>t de buikzijde naar '>oveu op
het water drijven.
Alle in Japan voorkomende Tre^trodon-
soorten zijn zeer vergiftig. Hun verkoop is
dan ook bij de wet verboden, aangezien de
visschen na langdurig koken nog vergiftig
zijn.
Een nuttige vogel.
Zij, die gewoon zijn, 's winters geregeld
de mussehen, lijsters, meezen en roodborst
jes te voederen kunnen gewoonlijk ook re
kenen op de aanwezigheid van de bonte
kraai, en al moet men ook vaak getuige zijn
dat zij groote hoeveelheden voeder weg
haalt, dan hoeft men dit nog volstrekt niet
met leede oogen aan te zien, want de bonte
kraai kan gerekend worden onder de nut
tige vogels.
Ziet. men haar zitten op een boomtak te
midden van sneeuw en ijs, zoo koudelijk
ineengedoken, dan schijnt ze te suffen, doch
io waarheid geeft ze zeer goed de aandacht
op al, wat rondom haar voorvalt en zoodra
maan zijn gestalte hoog opgericht en met
zijn doordringende, zwarte oogen op den
bevelhebber gericht, terwijl hij de Bok-
hariërs aankeek met verachtelijke blik
ken.
,,Hoe nu. Je zoudt die boodschap naar
den opperbevelhebber willen brengen zon
der één enkele belooning te vragen]" riep
de kolonel, dien zóó iets haast onge
rijmd voorkwam.
,,Ja zeker. Dat wil ik best!" antwoordde
Murad vastbesloten. „Deze beide mannen",
en hierbij wees hij op Starikoff en Skobe-
leff, hebben mij tweemaal hot. leven gered
«n dus is het niet meer clan billijk, dat
lk het mijne waag voor hen
,,0, dus jij bent de man die roet prins
Starikoff meekwam!" zei de kolonel.
.,Kunt U instaan voor zijn betrouwbaar-
leid.]"
,,Voor hem sta ik ia als voor mijn eigen
>roeder", antwoordde Starikoff warm.
,,En ik", voegde Skobeleff er nu bij, ,,sta
?our hem in, als voor mijzei ven
,,Dat Allah U prijze, mijn zoon", zei dé
'eteraan, in het opgewekte, schrandere
gelaat ziend van den jongen militair. Gave
3od dat ik zulk een zoon had! Maar mijn
'.brahim, mijn eenig kind, viel in den slag,
gelijk: liet een man betaamt, en nu is er
ïiemand meer, die Murad, den zoon van
lelim, de oogen zal dicht drukken als
sens zijn sterfdag komt!" ,,Maar ik zal
t boodschap overbrengen naar het hoofd -
zij iota ontdekt, dat van haar gading is,
komt zij er schielijk op af. Zij nuttigt zoowel
plantaardig als dierlijk voedsel en ver
delgt menig schadelijk mest- eo duinkever
tje.
Ingez. door: ,,Burgerneestertje".
Een wijsgeerig Japan r. ees.
Vreemde lui toch, die Europeanen, zij
dragen hoeden van f 1.50 en koopen een pa-
rapluie van C gulden, om zoo'n hoedje te
gen den regen te beschermen."
Ingez. door: Silvia".
Mijnheer tot zijn staljoLgen, dien hij een
clag te voren gehiurrcl heeft.
..Maar jongen, hoe heb ik 't met je, je
hebt den heelen clag in den stal liggen sla
pen en wordt alleen wakker om le e
Staljongen „Ja mijnheer, maar er stond
in de advertentie: „Gevraagd, een staljon
gen, die in den stal wil slapen"."
Jan: „Waarom pak je de sigaren in cle laar
zen van den baren V'
Piet: ,,Wel, als we dan in de badplaats
aankomen is de baron er zóó boos om, dat
hij zegt: „Uilskuiken! hoe kun je sigaren in
mijn laarzen pakken. Kook ze rui maar zelf
op"."
Ingez. door: „Winnetou",
TJitdekazerne.
Kapitein: „Niets te klagen jongens]
Smaakt het eten goed]"
Soldaat: „Best kapitein."
Kapitein: „En wordt het vleesch gcod ver
deeld. Krijgt niet dc één een groot en een
ander een klein portie]"
Soldaat: „Neen kapitein, zij zijn alle
maal klein."
EehPostcriptum.
Een greote firma ontving dezer dagen den
volgenden brief van een der afnemers, be
kend als niet te slim.
Zend mij s. v. p. een dozijn potten van de
zelfde oranje marmelade. Ik verkoop aei
aan een dame, die zegt, dat zij ze dadelijk
inoet hebben Yergeet ze niet, per omgaande
te zenden.
Uw. dw....
P. S. Stuur die marmelade maar niet.
De dame liep hier juist binnen en zei dat zij
ze niet nooeïig had.
leger, al moe9fe ik clan ook door alle legers
van Bokhara heen. Ik heb gezegd."
Maar nu waren de Bokhariêrs toch ook
uitgelokt tot verzet.
„Wat verbeeldt zich die man wel? Dat hij
de eenige dappere kerel zou zijn, die er
op de wereld bestaat? Ik wil ook de bood
schap wel overbrengen
„En ik ook
,,Ik ook."
„Ik net zoo goed."
Zoo trad de een voor en de ander na
vooruit ca waren ze pinde lijk met hun
achten.
„Nu", sprak de commandant, hoe meer
hoe beter. Des te meer kans van slagen heb
ben wij Immers? Ieder zal ik een regeltje
meegeven voor den generaal."
Een half uur later slopen de acht man
nen, ieder met een brief tusschen de klee-
ren verborgen, Murad zelfs met den brief
tusschen /.ijn geitleeren sandaal geborgen
ieder een anderen weg uit naar 't fort
toe, met de grootste vastberadenheid be
sloten, de zending, zooveel in hun ver
mogen lag, tot een goed einde te bren
gen. Nog nauwelijks was de laatste man
verdwenen, toen de officier, die het troep
je verkenners leidde, terugkeerde, maar
gec-n vroolijke tijding brachtHet Bokha-
risch leger was in twee sterke afdeelingen
cle £tnd binnengetrokken en ieder oogen-
blik kon het beleg dus beginnen.
Prins Starikoff, die Yoelde, dat in een
Ir.gez. door; „Krulkopje",
I.
Mijn geheel bestaat uit 2es letters waai
wij zomers graag zijn.
's Winters hebben wij gaarne een 6, 4, 1.
In den mond vindt men een 2, 4, 5, 6.
Aan het Hof had men voorheen een 5, 4, 3,
Een 3, 4, 2 is een dier.
3, 4, 6 is ook een wiel,
Ingez. door „Sylvia".
II.
Mijn geheel is een bekend persoon uit d*
geschiedenis.
1, 5, 2 kan men eteD.
Vele menschen jagen naar 11, 10, 5,
14, 8, 13 is een jongensnaam.
12, 9, 13, 12 is een meisjesnaam.
Als het warm is, ber. ik graag in een 4, 12,
8, 9.
1, 10, 3 komt van 't schaap.
In een 7, 12 3 vangt nven muizsQ.
III.
Neem uit elk van onderstaande zinnen,
een woord, zoodat deze te zamen een bekemj
spreekwoord vormen.
Vader is erg ziek geweest, maar nu geluk,
kig weer beter.
Een olifar.t kan wel kunsten leeren.
l)e arencl is de sterkste vogel.
In cle vacant ie deden wij een rijtoer.
Een en twintig Juni is de langste dag.
Als de ééno hand cle andere waseht, wor»
den ze beide schoon.
Morgen ben ik jarig, dar. krijg ik cadeau,
tjes.
Jk ben twaalf jaar en mijn zusje tien jaa£
In den zomer wordt het koren rijp.
Ook bloeien dan de rozen.
En vervullen de lucht met haar geur.
Beginletter is B.
y.
Jan is heel vroeg opgestaan,
Wil clan aan 't visschen gaan.
Maar de yischjes in den vliet,
Bijten dezen morgen niet.
Kijk, ze lachen Jantje uit,
Jan komt thuis, maar zonder buit.
II.
Raadsel,
lil.
Zwam merci am.
dergelijk gevaar iedere man gebruikt koi^
worde i, hielp ammunitie aanslepen en Yo*
resthchagin werkte eveneens als ee^
paard. Maar nog altijd was de aanval niel^
begonnen De middag ging nu al in nvon<i
f* en overal zwermde de vijand rond$
r nog steeds werden de vijandelijkhe-
niet geopend, waardoor het gevaat
dan nog ééns zoo dreigend leek!
Er was zoo iets tegenstrijdigs in cle na
tuur op dezo wijze. Een prachtig blauw®
lucht, zingende vogels en geweld, dak
steeds naderde 1
„Waarom beginnen die honden het spel
clan toch niet!" snauwde oude Miehaëlr
„Waartoe steeds dat uit-stel van executie
„Vertel hun maar eens 't een of ander
van uw oude Koran, prins Starikoff. Ea
dan zal je eens zr'en, dan zijn ze er onmid
dellijk bij!"
Het woord Koran deecl den prins -op
eenmaal opspringen of hij door honderd
spelden geprikt werd die paar laatst-*
uren was hij zóózeer Yerdiept geweest i'n zijn
werk van ammunitie aanslopen, dat hij zijn
schat geheel uit het geheugen, verloren
was. Maar nu holde hij op eenmaal naar
cle kist toe, waar hij die kostbaarheid in
bewaarde en ziet
Koran met kist waren beide verdwe
nen
(Wordt vervolgd).