Van een vierpootigen en een vierhandigen vriend. FEUILLETON. Een TocM vol Gevaren. Amekdotssi. zegt een van de andere jongens: „ik heb liet zelf gezien." Tonny wordt vuurrood en neemt zich ▼ast voor ora mama te vragen alleen naar school te mogen gaan. „Wat heb je roode oogen," zegt Hans; „heb je gehuild?" „Weineen, jongens huilen niet, zegt Biama." „Hoe heet je?" vraagt de onderwijzer. „Tonny." „Maar hoe verder?" „Tonny van Beverden." De lecraar noemt hem van Be ver den 'dat klinkt al heel vreemdhij lacht zacht jes. Wat een lange, stille morgen voor Ton- cy's mamal Do dokter was al vroeg uit gereden. „Ik hoop, dat de tijd niet lang zal du ren, Madeleine, had hij haar toegeroepen; je zult je jongen wel missen." Of ze hem miste haar lieven jongen, dien kleinen wildzang, die haar 's morgeus over al naliep, waar hij den rozijnen- en prui men pot zoo goed kende in provisiekamer en keuken cn waar hij zoo graag naar het we gen van het vlocsch keek, cn Jetje altijd iets lekkers voor hera bewaarde. Och wat miste ze hemWat is het stil cn Jceg in huis. Zij gaat naar de kinderkamer, ruimt zijn eoldatjes op. Een paar tranen vallen op do tinnen mannetjes Zorgvuldig schikt zo al het speelgoed en bergt het nct.jcs op, zoodat Tonny, als hij thuis komt, nijt wordt afgeleid cn gauw lijn schoolwerk kan maken. Het hobbelpaard en de zweep krijgen 'een plaats in een hoekje. 's Middags, als hij zijn werk af heeft, ral ze weer met hem spelenclan mag hij een tram maken en dan is Tonny con ducteur, koetsier en inspecteur tegelijk. Hu, wat kan hij dein een grove stem op zetten, die lieve vent! Och ja, nu moet hij zijn mondje houden, stil zitten, o, zoo doodstil zijn. Zij zou graag eens om een hoekje kijken en zien hoe het met hem 'ginghij is toch anders zoo beweeglijk als kwikzilver. „Goddank, daar wordt gebeld." 't Is Jet, die van de markt komt. Zc moet gauw vertellen hoe hij onderweg geweest is en of hij erg bang was. „Nu of hij!" zegt Jetje: ,,'t is ook geen kleinigheid voor zoo'n jong wurm, hij voelde zich naar." In eiken blik cn elk woord ligt be dekt verwijt. Do kersen legt zij op het tafeltje in de gang, zoodat Tonny ze kan zien als hij thuiskomt. Ja, kwam hij maar! Wat gaat zoo'n mor gen langzaam voorbij! Nóg een vol uur voor het 12 uur is. 't Is in huis zoo stil als in do kerk Daar ligt. zijn tricot broekje, dat hij gisteren bij het schommelen heeft ge scheurd. Hoeveel wenschcn cn zegebeden worden er wel ingenaaid Daar wordt plotseling luid gescheld, „zou hij het zijn Maar het is pas over elven. „Mamawaar is mama?" klinkt het heldcro kinderstemmetje. Het broekje wordt weggegooid, als ge-, ëlectriceerd springt mama op, loopt Tonny tegemoet, drukt hem met een hartclijkon kus aan haar hart. Jetje staat op den drem pel van de keukenhaar gezicht straalt van vreugde. „O mama verbeeld 11, we hebben een uur vroeger vrij gekregen en clou hcc- lcn middag ook. Hans Nouman komt om vier uur op de plaats, wc gaan allemaal samen spelen maar mama", hij werpt een schecvcn blik op Jetje, en laat zijn stem dalen, „laat u mij niet weer school bren gen, al do jongens hebben mij uitgelachen. Mama, ziet u, liet was eigenlijk dol pretti ger op school, veel prettiger als ik ge dacht hadEn o mamaweet- u hoc do moester mij noemt? van Bcvcrde'n. Vindt u dat niet grappig?" „Nu, en wat heeft do moester iiog meer gezogd?" vraagt, de gelukkige moeder. Do directeur heeft gezegd, dat ik koele mooie punten op mijn i's had gemaakt, lang niet zoo dik en vlekkerig als die vart Hans „Maar mama, hoe vindt u dat nu, er was een jongen en die heeft, van mo afge- koken, heusch waar, mama!" Op Jcrtje's gezicht ligt een uitdrukking van t.rotsche verrukking. Zij zot het bord met kersen voor den kleine neer cn zegt vergenoegd „Daar, professortje, daar beb je wat lokkers om op te eten." Beo, een prachtige New-Found lander, stond op den drempel, afwachtende zijn lief, jong meesteresje Dora, en zijn scherp gehoor had al lang het rijtuig hooren na deren éér nog een der huisgenooten iets vernomen had! Jawel, een paar minuten later, daar stond Doortje in de vestibule en vergat Leo al zijn waardigheid om alleronstui- migst zijn hondenvroolijkheid te toonen bij het weerzien. Hij likt o haar de wan gen cn ging tegen haar-op staan, waarbij hij toch weer in zooverre de voorzichtigheid betrachtte, dat hij haar niet omver gooide! Maar wat hield Dora daar in dc armen-, zoo'n vreemd gedrog had onze Leo nog nooit gezien Een pop was het niet, want het. ding leefde cn was in een rood jasje gekleed terwijl harige handen aan alle kan ten te voorschijn kwamen! Maar wat nog het meest onuitstaanbaar was: heb ding grinnikte zoo uittartend, dat Leo liaastJ niet kon helpen, heb aan te vliegen! „•Tou lieve, goede, oude Leo!" riep Door tjc, „kom maar gauw mee in dc huiska mer!" Deze uitnoodiging liet den Ncw- Foundlandcr zich niet tweemaal herhalen cn nadat hij dus vol waardigheid achter den stoel van zijn meesteresje had plaaM fccnomcu, volgde een voorstelling, geheel volgens der. vorm: „kijk eens Leo daar heb je mijn aapje, Joke. Ik hoop, dat jul lie beiden goeden vrienden zult worden." Ja, omdat Dora dat nu zoo wilde, zou de. trouwe Deo wel zijn best doen; maar eerlijk gezegd, ging het vriendschap slui ten niet. bij harte! En een nare tijd brak dan ook aan voor den trouwen hond. Ieder oogenblik haalde Joko hem handen vol haar uit den pels, stal do lekkerste bcet.jea van zijn bak; kortom was onuitstaanbaar!) Kn dan moe?t dc goede sul. nog maar toe laten, dat Joko geregeld iodcren ochtendj op zijn rug een wandelritjo maakte. Dat, was toch ook niet om uit to houden op den) duurEn nooit had Leo den aap nog ie>tS| gedaan, hoogstens had hij eens even zijn* tanden laten zien, óf eens gebromd maan al dio bedreigingen hielpen niet veel! Nu moet je weten, dat Leo altijd op do. mat van zijn mecsteresje's kamer sliep.. Zoo Lag Jiij daar nu ook weer op ecu gó©-, den nacht, toen hij opeens een waarschu wend geblaf deed hooren In een oogenblik was de heer des huizes Dora's vader bii do hand en vroeg:, „Wat is er, hè Leo?" De hond kon natuur lijk niet antwoorden, maar de heer Cel lars, begreep dat cr toch wel onraad moest wezen cn ging onmiddellijk naar bene den. Inmiddels waren dc. andere huisge nooten ook gewekt cn werd er weldra be vonden, dat het huis in brand stond! De keukcnka-chel was niet goed uit geweest dien vorigen avond ecu vonkje daaruit scheen op den vloer gespat cn zoo was al les aangekomen Nu woonden Dora's ouders vrijwel afge legen, op een groote villa., een boel eind \on dc stad af, waar do brandspuit stalde! 6) „Volgaarne, doch wacht dan nog enkele minuten, opdat ik eerst een schets maak van het ctoode 'lichaam.' En het volgend oogenblik zat die man weer in kooien bloede het lijk van zijn gids te schilderen. HOOFDSTUK V. Tenlaatstegevonden. Toen onze helden hun nieuwen vriend mee voerden naar het kamp, 'werd hij hier har telijk verwelkomd door het Turkomaansche opperhoofd en diens zoon. Deze eerste noo- digde zijn nieuwen gast vriendelijk uit om plaats te nemen op de nieuwe schapenhuid en een kop thee te gebruiken dio ons nu misschien mindier lekkor smaken zou, daar er zout in was, in plaats van suiker en sclia- pevet in plaatr? van melk of room. Maar op hetzelfde, oogenblik, dab de schil der gevolg wilde geven nan deze uitnoodi ging, werd hij ruw op zij geduwd en trad Murad Boy den kring binnen met een lang mes in de hand en een uitdrukking van een hongcrigen tijger in de oogen. Op Verest chagin afspringend, greep hij hem bij den schouder en staarde hem doordringend in hot gelaat, maar onmiddellijk toch ook weer trok hij zich terug cn sprak op een toon van teleurstelling: „Neen; toch is hij het niet! Wel is deze man ook groot en beroemd en zijn naam zal bekend worden door hcél Europa. Maar hij is niet de vijand der Muzelmannen, de man, dien ik zoek „Ziezoo; <tat weet ik al weer," lachte dc 6childcr laconiek. „Maar wat bedoelt die oude man daar alles mee?" Prins Starikoff verklaarde nu aan den ar tist hetgeen wij alreeds weten en deze luis terde met de grootste belangstelling toe. „Wel," zei hij, „ik ben ten minste blij, dat hij van zijn dwaling overtuigd is. En meteen heeft hij me op het idee gebracht om een schets van hem te willen hebben, want hij bood een schilderachtig tafereel,, zoo in zijn. woede. Maar dat zal ik moeten waarnemen terwijl hij er zelf geen erg in. hecftT want dio Mohammedanen willen nu eenmaal geen portret van zich gemaakt hebben. Dat hou den zij voor een doodzonde en als zc je op heeterdaad betrappen, dan ontzien ze zich niet ook weer dadelijk met hun mes voor den dag to komenJ" Ondanks de vriendelijke uïlnoodiging van do Turkomanen om nog wat langer to blij ven, hielden de ltussen zich nog maar deel kort in het kamp op, daar hun nu toch een paar gemakkelijke dagreizen wachtten. Bo vendien was de oorlog nu officieel uitgebro ken. Do gedachte, dat Samarkand misschien genomen kon zijn, eer hij nog tegenwoor dig was, gaf Prins Starikoff als het ware vleugelen aan de voeten, want onbeschrijfe lijk wais zijn angst, dat die prachtige Koran' in handen der soldaten mocht vallen, die er natuurlijk niet dc minste achting voor hadden eu het omslag vernielen zouden, om' er de kostbare juweelen uit te pakken te krij gen. Dus dienzelfden avond nog terwijl de maan op was, vertrok ons gezelschapje weer. Drie dagen Lang haastten zij stccdis voort slechts midden op den dag rustend, als de hitte to ondragelijk werd, want men was nu. al in de maand Mei! Alles leek goed en voorspoedig te gaan, alleen Murad Bey was verbazend onrustig cn, zooals Michael te recht opmerkte, hij zag er net uit als ccn wild beest, dat op zijn prooi loerde Kha.n," sprak bij tot Prins Starikoff, „de tijd is nabij Ik weet, dat dc vijand de Moham medanen nadert; ik voel, dat ik hom weldra van aangezicht tot. aangezicht zal zien, er. dan... „Ken vrecoudijko beweging vergezelde dezo laatste woorden. Op den ochtend van den vierden dag wa rpn ze al aan do grens van 'b land door de Kussen veroverd zonder dat' m echter nog een noodlottig sam en tr óf f e tri me t don vijand 1 hadden gehad. Zo luidden liu juist do vlu.ktc bereikt on Verestchagin, die door zijn kijker zag, riep „Kijk, daarginds komt een Ruesisch offi cier En jawel, op conigcn afstand werd een man in Russisch uniform zichtbaar^ dio een Dus zou het geruimen tijd duren eer er vol doende hulp naderbij was en intusschen gingen do bewoners uiaar vast. het kost baarste, wat zij in hun ruim huis bewaar den in veiligheid brengen. Dat ^as een ge ren en gevlieg door alle kamers heen Ja, cn wat was nu hot gevolg? Dat Joko vergeten werd! Doortje was wanhopend, toen zij tot. die ontdekking kwam. Maar hoeveel medelijden allen in huis ook met haar hadden voor dat aapje mocht toch geen mcnschcnlcven gewaagd worden. Ein delijk viel Dora wat in. Ze klopte Leo eens uitnoodigend op den rug, keok bem smee- ken in de oogen cn zei zoo nadrukkelijk mogelijk: „Toe, Leo! red toch Joko!" Dat vermurwde don hond, ofschoon het misschien een oogenblikjc in zijn re 0en kop mag zijn opgekomen, dat hij blij was van den vierhandigon kameraad verlost to zijn het volgende moment bedacht hij zich toch weer cn ging truts den verstikken den rook heelema-al naar boven, naar Dora's kamer tje en vond. daar Koodrokjc half be wusteloos zitten. Hij sleurde hem mee eu bracht hem heelhuids aan dc voeten van zijn meesteresje, die hem haar hartgrondi- gen dank uitsprak. Het aapje zlevo was ook wol cenigszins onder den indruk en heeft althans een maand zich good gehou den: Leo geen haar uitgetrokken en hem niet geplaagd!Of dit zoo blijven zal, wie kan het zeggen?Maar dat het bee- lc verhaal weer een staaltje van honden trouw is, dat gevoelt iedereo liefhebber ■van die. goede vrienden der menschcn on- middellijk. Ter eere van zijn moeder. Jolin Duruiing, do groot© reclilsgo'cerde, die later Lord Ashburton werd, begon zijn loopbanu zeer eenvoudig, maar tengevolge van zijn hard werken, bad hij weldra een groot fortuin vcrzaanc'.d. Op zekeren dag gaf hij in zijn smaakvol ingericht huis een dine»r ter cere van zijn moeder. Deze vond dit echter een overbodi ge weelde en het scheen haar zelfs verkeerd voor een maaltijd zooveel gold uit te geven, te verspillen, zooals rij zeide. „Ik waar schuw je, jongen", zeide zij, tegen haar zoop, „dat zulke dingeü verkeerd riju on liet einde den Last zal dragen. Niemand zal mij kun- neu verwijten, dat ik je tot dje buitöuspow righcid heb overgehaald of er van geniet daarom ga ik morgen met de diligence naar Devonshire." En zij vertrok werkelijk, niot tegenstaande haar zoon haar smeekte te blijven. soort paal in den grond sloeg, dat wat nader •beschouwd, een fotografietoestel bleek te rijn. Zoozoer schoen de Rub verdiept in het opstellen van zijn machine, dat hij niet eens zag, boe er gestalten uit het kreupelhout op doken, met een scherp wapen in de hand! Onmiddellijk rende ons groepje te paard been, intusschen luid schreeuwende, zoowel oin do moordenaars schrik aan te jagen, als om den Rus te waarschuwen. L>eze Jaqtste snapte het teeken, keerde met een ruk zijn toestel om en do aanval 1 ere schenen dit voor eeu soort kanon te houden en kozen het ha zenpad, wat de fotograaf meteen een ge schikte gelegenheid tot kieken aanbood. Toen bet gezelschapje van Prins Starikoff dit tooneelt.je bereikt had, zagen ze tot hun niet geringe verbazing, dat de Kus nog een zeer jong mensch moest, rijn, even ui de twintig, met een nog bijna jongensachtig ge laat en een aa.rdigen blonden krulkop Zijn blik was evenwel gebiedend gonoeg ©n bij scheen gemaakt van hot bout waar uit men groote. mannen euijdt.. Te midden vao die algemeen© opschud ding, had niemand natuurlijk bijzonder op Murad Bey galet en dus uiet gezien, boe zijn gelaat ccn uitdtukking van groote woede droeg, in ieder geval zeer onheil spellend was Als een tijger vloog hij op don officier af, mot zijn pistool tot schietefi gereed, tor- wijl hij gilde „Eindelijk en ten laatste dan toch gevon den 1 Dit is de vijand van mijn volk, de man, die alle Muzelmannen kwaad .will" Ook een soort van blindbeid. Van kleurenblindheid hebben wij allen wel eens gehoord, maar„woordbLind- heid", is die jullie wel bekend? Dit is eeu soort ziekte, van dc hersenen waardoor iemand trots groote moeite niet in staat is, zijn moedertaal nauwkeurig to schrijven, en nog minder een vreemde taal. Eu dat ccn dergelijke „woordblindheid" uog niet eens zoo heel weinig voorkomt, blijkt daaruit, dut schoolartsen op 200 kin deren één geval van woordblindhcid vonden. Dit schijnt te ontstaan door cle gebrekkige ontwikkeling van d&t gedeelte der horsen eu dat de indrukken der woorden ontvangt. Dwergen onder de vogels. Hiermede bedoeleu wij de kolibries, waarvaji er in Amerika wel meer dan drie hopderd soorten zijn de grootste daarvan, die den naam van reuzenkolibric draagt, is niet grooter dan ons levendig kwikstaartje. De kleinste soort draagt den naam van vliegenvogel en is niet veel groot-er dan een bommel. 'De kolibries zijn ook trekvogels, die, als het in de streek waar ze den zomer door brengen. to koud wordt, naar warmere lan den trekken. Hun voeren zijn zeer verschillend, maar alle prachtig gla.nzond. Zoolang de meus?hen hun geen leed doen, jagen, of trachtten to vangen, zijn zo volstrekt niet schuw. Zingeu kunnon zo niet, alleen wat piepen en tjil pen. Onder liet vliegen laten ze evenwel een brommend geluid hooren, dat wel wat over eenkomt met het gegons van ccn meikever. Ze zijn zeer zwak op de pootjes cn daarom komt hot hun zeer tc pas, dat ze liever vlie gen dan ritten. Op don grond komen zo alleen om te drinken. Zo vliegen zoowat als de vink dus nooit in eeu -recht©-lijn, maar altijd zigzags- gewijze. Hum voedsel bestaat alleen uit in secten, die rij in de kelken der bloemeo weten op te sporen. Daarom meende men vroeger ook, dat ze honing uit de bloomen baalden doch dab schijnt niet waar te zijn. De nestje-s van dio Lilliputters onder do vogels zijn niot grooter dan eeu ganzenei en zeer kunstig gebouwd. Het bestaat uit fijne draadjes wol en phiisjes cu als '"t veefs.il bevochtigd is, lijkt net. net op vilt. Vooral van binnen is bet buit ein cc woon zacht. Dc vorm van hun snavel leent rich bijzonder tot den nestbouw. In Suriname leeft een kolibrie zóó klein Starikoff greep den man bij den arm cn het mocht hem gelukken, hem het wapen uit. de hand te slaan. Do llus zelve scheen niets verbaasd of verschrikt, maar zei alleen op zijn doodo gemak „Wat bctockent dat toch allemaal, hce- rcji „Lieve Hemelriep Starikoff verrast. De heer Verestchagin was al lakoniek maar dit overtreft toch alles! „Hoe heet go jonginensch Dc Czaar zal uw onver schrokken gedrag te weten komen cn Let waardeeron." „Duizendmaal dank. Mijn naam is Mi chael Skebleff cn ik ben onder-luitenant in het zooveclslc regiment infanterie." Nu gaf Prins Starikoff uitlog van bet vreemde gedrag van don Turkotnaan, doch toen was er eeu groot verschil merkbaar tiipschen de manier van opvatting dér bei de heeren. l)e schilder had cr om gelachen, doch de officier keek zéér, zéér ernstig cn scheen juist bijzonder gewicht te hechten aan dit heele voorval. Hij trad voorzichtig naderbij lot aan do plek waar de oude ma.n gebogen lag op den grond met bet hoofd in cle handen cn sprak hcru too als volgt: „Wees niet boos, vadertje," sprak hij vriendelijk tot den oude, „gij hebt uw best gedaan, om mij te dooden, maar 't was niet mijn lot, om door uw hand te vallenKn wie kan zich nu verzetten tegen het 'ot, dat hem eenmaal beschoren is? Als het de wil van Allah is, om mij in dun oorlog tc en licht, dat bij aan ccn palmblad vastkle ven kau. De eitjes zijn zoowal ter groott© van con erwt en bet wijfje legt er nooit meer dan twee gelijk, waar ze 14 dagcu op zit te: broeden. Ingez. door. „Winnebou." Een snuggere bol/ Een reiziger, die haastig in den trein is gestapt, bemerkt dat liij ziju handvalies beeft vcrgetei. „Zeg vriend, loop jij eens gauw naar de tweede klas wachtkamer en kijk cons of je mijn' valies ook op ecu tafeltje ziet 6taan." Dc jongen, tot wico deze woorden ge richt zijn, vliegt als ccn pijl uit den boog naar de wachtkamer, komt even later bui ten adum terugloopcn en schreeuwt, ter wijl de trein zich in beweging zet: „Ja mijnheer, liet staat er nog!" Ingez. door „Burgemeestertjo". Z ij n schuld uiet. Boerin: Hannes, zoudeu we het biggetje niel. slachten voor ons 25-jarig huwelijk. Boer: „Maar Mie, boe kom je daar nu aan, wat kan dat beest er nu aan doen, dat wij 25 jaar getrouwd zijn?" Ingez. door.' „Kleine Pottcbakslertjc". Uit dc school. „Jan, wat zijn mummiën?" „Ingemaakte mcnsc'ncn, meester." Vcrpraa t. Bezoeker: ,.Ts papa tliuis?" Pietje: „Neen, papa is op reis." Bezoeker: „En mama?" Pietje: „Mama?Die zit ook in de klcerenkast." Een kruipend diertje. Ouderwijzer: „Ken reptiel is een wezen, dat slechts kan kruipen. Kom wie noent me er nu eens een voorbeeld van op?" Leerling: „Mijn kleine broertje, me neer." 't K wa m ui t. Jo: „Opa, ik ga niet naar buis, ik blijf bij u." Opa^ „Waarom, meisje?" Jo,,lk moet thuis aldoor versjes leo reu." Opa: „Versjes lecrcn. Johanna cu waar om Jo: „Voor uw crjaardng, opa!" zenden, dan kan niemand zich d.iartege^ verzetten. Kr is geen reden tot ha.it tus- scben U cn mij. Laat óns vrienden zijn Dit beroep op het geloof van den Muzel man in ieders noodlot, was zeer handig ge daan en terwijl de uitdrukking van Mu rad s gelaat geheel veranderde sprak hij met waardigheid „Vijs gesproken, mijn zoon! Als liet do wil van God is, dun zullen wij elkaar weer ontmoeten maar voor zoolang althans wij, vreemden zijn! Laat mij U uog eens goed in liet gezicht zien Dit zeggende boog hij zich over hot go- laat van den jongen man cn voorspeld® bem als volgt Gij zijt een groot bevelhebber en Allah moet inderdaad vertoornd zijn op dengene, wien Hij zoo'n tegenstander in den weg eruurt. Doz© woorden waren in zooverre waar, dab tien jaren later brei Europa rol bo- wondering opzag tut generaal Skoblcff, die het Turkse ho legér volledig verslagen lia 1, cn prins Starikoff dacht toen nog wel eens terug aan de vreemde profetie, die t-oeli maar had gebleken, waar to zijn Maar nu verklaarde de jonge officier, boe hij hier kwam, om enkele plaatsen to fotogravecrcn, die van belang waren voor' het legen Daar hoorde Starikoff nu ook tot zijn niet geringe ontsteltenis, dat Sa ri arkand genomen was (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 12