Van een vierpootigen en
een vierhandigen vriend.
FEUILLETON.
Een TocM vol Gevaren.
Amekdotssi.
zegt een van de andere jongens: „ik heb
liet zelf gezien."
Tonny wordt vuurrood en neemt zich
▼ast voor ora mama te vragen alleen naar
school te mogen gaan.
„Wat heb je roode oogen," zegt Hans;
„heb je gehuild?"
„Weineen, jongens huilen niet, zegt
Biama."
„Hoe heet je?" vraagt de onderwijzer.
„Tonny."
„Maar hoe verder?"
„Tonny van Beverden."
De lecraar noemt hem van Be ver den
'dat klinkt al heel vreemdhij lacht zacht
jes.
Wat een lange, stille morgen voor Ton-
cy's mamal Do dokter was al vroeg uit
gereden.
„Ik hoop, dat de tijd niet lang zal du
ren, Madeleine, had hij haar toegeroepen;
je zult je jongen wel missen."
Of ze hem miste haar lieven jongen, dien
kleinen wildzang, die haar 's morgeus over
al naliep, waar hij den rozijnen- en prui
men pot zoo goed kende in provisiekamer en
keuken cn waar hij zoo graag naar het we
gen van het vlocsch keek, cn Jetje altijd
iets lekkers voor hera bewaarde.
Och wat miste ze hemWat is het stil cn
Jceg in huis. Zij gaat naar de kinderkamer,
ruimt zijn eoldatjes op. Een paar tranen
vallen op do tinnen mannetjes
Zorgvuldig schikt zo al het speelgoed
en bergt het nct.jcs op, zoodat Tonny, als
hij thuis komt, nijt wordt afgeleid cn gauw
lijn schoolwerk kan maken.
Het hobbelpaard en de zweep krijgen
'een plaats in een hoekje.
's Middags, als hij zijn werk af heeft,
ral ze weer met hem spelenclan mag
hij een tram maken en dan is Tonny con
ducteur, koetsier en inspecteur tegelijk.
Hu, wat kan hij dein een grove stem op
zetten, die lieve vent! Och ja, nu moet
hij zijn mondje houden, stil zitten, o, zoo
doodstil zijn. Zij zou graag eens om een
hoekje kijken en zien hoe het met hem
'ginghij is toch anders zoo beweeglijk als
kwikzilver.
„Goddank, daar wordt gebeld." 't Is
Jet, die van de markt komt. Zc moet gauw
vertellen hoe hij onderweg geweest is en
of hij erg bang was.
„Nu of hij!" zegt Jetje: ,,'t is ook geen
kleinigheid voor zoo'n jong wurm, hij
voelde zich naar."
In eiken blik cn elk woord ligt be
dekt verwijt.
Do kersen legt zij op het tafeltje in de
gang, zoodat Tonny ze kan zien als hij
thuiskomt.
Ja, kwam hij maar! Wat gaat zoo'n mor
gen langzaam voorbij! Nóg een vol uur
voor het 12 uur is. 't Is in huis zoo stil als
in do kerk
Daar ligt. zijn tricot broekje, dat hij
gisteren bij het schommelen heeft ge
scheurd.
Hoeveel wenschcn cn zegebeden worden
er wel ingenaaid
Daar wordt plotseling luid gescheld,
„zou hij het zijn
Maar het is pas over elven.
„Mamawaar is mama?" klinkt het
heldcro kinderstemmetje.
Het broekje wordt weggegooid, als ge-,
ëlectriceerd springt mama op, loopt Tonny
tegemoet, drukt hem met een hartclijkon
kus aan haar hart. Jetje staat op den drem
pel van de keukenhaar gezicht straalt
van vreugde.
„O mama verbeeld 11, we hebben
een uur vroeger vrij gekregen en clou hcc-
lcn middag ook. Hans Nouman komt om
vier uur op de plaats, wc gaan allemaal
samen spelen maar mama", hij werpt een
schecvcn blik op Jetje, en laat zijn stem
dalen, „laat u mij niet weer school bren
gen, al do jongens hebben mij uitgelachen.
Mama, ziet u, liet was eigenlijk dol pretti
ger op school, veel prettiger als ik ge
dacht hadEn o mamaweet- u hoc do
moester mij noemt? van Bcvcrde'n. Vindt
u dat niet grappig?"
„Nu, en wat heeft do moester iiog meer
gezogd?" vraagt, de gelukkige moeder.
Do directeur heeft gezegd, dat ik koele
mooie punten op mijn i's had gemaakt,
lang niet zoo dik en vlekkerig als die vart
Hans
„Maar mama, hoe vindt u dat nu, er
was een jongen en die heeft, van mo afge-
koken, heusch waar, mama!"
Op Jcrtje's gezicht ligt een uitdrukking
van t.rotsche verrukking. Zij zot het bord
met kersen voor den kleine neer cn zegt
vergenoegd
„Daar, professortje, daar beb je wat
lokkers om op te eten."
Beo, een prachtige New-Found lander,
stond op den drempel, afwachtende zijn
lief, jong meesteresje Dora, en zijn scherp
gehoor had al lang het rijtuig hooren na
deren éér nog een der huisgenooten iets
vernomen had!
Jawel, een paar minuten later, daar
stond Doortje in de vestibule en vergat
Leo al zijn waardigheid om alleronstui-
migst zijn hondenvroolijkheid te toonen
bij het weerzien. Hij likt o haar de wan
gen cn ging tegen haar-op staan, waarbij
hij toch weer in zooverre de voorzichtigheid
betrachtte, dat hij haar niet omver gooide!
Maar wat hield Dora daar in dc armen-,
zoo'n vreemd gedrog had onze Leo nog
nooit gezien Een pop was het niet, want
het. ding leefde cn was in een rood jasje
gekleed terwijl harige handen aan alle kan
ten te voorschijn kwamen! Maar wat nog
het meest onuitstaanbaar was: heb ding
grinnikte zoo uittartend, dat Leo liaastJ
niet kon helpen, heb aan te vliegen!
„•Tou lieve, goede, oude Leo!" riep Door
tjc, „kom maar gauw mee in dc huiska
mer!" Deze uitnoodiging liet den Ncw-
Foundlandcr zich niet tweemaal herhalen
cn nadat hij dus vol waardigheid achter
den stoel van zijn meesteresje had plaaM
fccnomcu, volgde een voorstelling, geheel
volgens der. vorm: „kijk eens Leo daar
heb je mijn aapje, Joke. Ik hoop, dat jul
lie beiden goeden vrienden zult worden."
Ja, omdat Dora dat nu zoo wilde, zou
de. trouwe Deo wel zijn best doen; maar
eerlijk gezegd, ging het vriendschap slui
ten niet. bij harte! En een nare tijd brak
dan ook aan voor den trouwen hond. Ieder
oogenblik haalde Joko hem handen vol
haar uit den pels, stal do lekkerste bcet.jea
van zijn bak; kortom was onuitstaanbaar!)
Kn dan moe?t dc goede sul. nog maar toe
laten, dat Joko geregeld iodcren ochtendj
op zijn rug een wandelritjo maakte. Dat,
was toch ook niet om uit to houden op den)
duurEn nooit had Leo den aap nog ie>tS|
gedaan, hoogstens had hij eens even zijn*
tanden laten zien, óf eens gebromd maan
al dio bedreigingen hielpen niet veel!
Nu moet je weten, dat Leo altijd op do.
mat van zijn mecsteresje's kamer sliep..
Zoo Lag Jiij daar nu ook weer op ecu gó©-,
den nacht, toen hij opeens een waarschu
wend geblaf deed hooren
In een oogenblik was de heer des huizes
Dora's vader bii do hand en vroeg:,
„Wat is er, hè Leo?" De hond kon natuur
lijk niet antwoorden, maar de heer Cel
lars, begreep dat cr toch wel onraad moest
wezen cn ging onmiddellijk naar bene
den. Inmiddels waren dc. andere huisge
nooten ook gewekt cn werd er weldra be
vonden, dat het huis in brand stond! De
keukcnka-chel was niet goed uit geweest
dien vorigen avond ecu vonkje daaruit
scheen op den vloer gespat cn zoo was al
les aangekomen
Nu woonden Dora's ouders vrijwel afge
legen, op een groote villa., een boel eind
\on dc stad af, waar do brandspuit stalde!
6)
„Volgaarne, doch wacht dan nog enkele
minuten, opdat ik eerst een schets maak
van het ctoode 'lichaam.'
En het volgend oogenblik zat die man
weer in kooien bloede het lijk van zijn gids
te schilderen.
HOOFDSTUK V.
Tenlaatstegevonden.
Toen onze helden hun nieuwen vriend mee
voerden naar het kamp, 'werd hij hier har
telijk verwelkomd door het Turkomaansche
opperhoofd en diens zoon. Deze eerste noo-
digde zijn nieuwen gast vriendelijk uit om
plaats te nemen op de nieuwe schapenhuid
en een kop thee te gebruiken dio ons nu
misschien mindier lekkor smaken zou, daar
er zout in was, in plaats van suiker en sclia-
pevet in plaatr? van melk of room.
Maar op hetzelfde, oogenblik, dab de schil
der gevolg wilde geven nan deze uitnoodi
ging, werd hij ruw op zij geduwd en trad
Murad Boy den kring binnen met een lang
mes in de hand en een uitdrukking van een
hongcrigen tijger in de oogen. Op Verest
chagin afspringend, greep hij hem bij den
schouder en staarde hem doordringend in
hot gelaat, maar onmiddellijk toch ook weer
trok hij zich terug cn sprak op een toon
van teleurstelling:
„Neen; toch is hij het niet! Wel is deze
man ook groot en beroemd en zijn naam zal
bekend worden door hcél Europa. Maar hij
is niet de vijand der Muzelmannen, de man,
dien ik zoek
„Ziezoo; <tat weet ik al weer," lachte dc
6childcr laconiek.
„Maar wat bedoelt die oude man daar
alles mee?"
Prins Starikoff verklaarde nu aan den ar
tist hetgeen wij alreeds weten en deze luis
terde met de grootste belangstelling toe.
„Wel," zei hij, „ik ben ten minste blij, dat
hij van zijn dwaling overtuigd is. En meteen
heeft hij me op het idee gebracht om een
schets van hem te willen hebben, want hij
bood een schilderachtig tafereel,, zoo in zijn.
woede. Maar dat zal ik moeten waarnemen
terwijl hij er zelf geen erg in. hecftT want
dio Mohammedanen willen nu eenmaal geen
portret van zich gemaakt hebben. Dat hou
den zij voor een doodzonde en als zc je op
heeterdaad betrappen, dan ontzien ze zich
niet ook weer dadelijk met hun mes voor
den dag to komenJ"
Ondanks de vriendelijke uïlnoodiging van
do Turkomanen om nog wat langer to blij
ven, hielden de ltussen zich nog maar deel
kort in het kamp op, daar hun nu toch een
paar gemakkelijke dagreizen wachtten. Bo
vendien was de oorlog nu officieel uitgebro
ken. Do gedachte, dat Samarkand misschien
genomen kon zijn, eer hij nog tegenwoor
dig was, gaf Prins Starikoff als het ware
vleugelen aan de voeten, want onbeschrijfe
lijk wais zijn angst, dat die prachtige Koran'
in handen der soldaten mocht vallen, die
er natuurlijk niet dc minste achting voor
hadden eu het omslag vernielen zouden, om'
er de kostbare juweelen uit te pakken te krij
gen. Dus dienzelfden avond nog terwijl de
maan op was, vertrok ons gezelschapje weer.
Drie dagen Lang haastten zij stccdis voort
slechts midden op den dag rustend, als de
hitte to ondragelijk werd, want men was nu.
al in de maand Mei! Alles leek goed en
voorspoedig te gaan, alleen Murad Bey was
verbazend onrustig cn, zooals Michael te
recht opmerkte, hij zag er net uit als ccn
wild beest, dat op zijn prooi loerde
Kha.n," sprak bij tot Prins Starikoff,
„de tijd is nabij
Ik weet, dat dc vijand de Moham
medanen nadert; ik voel, dat ik hom weldra
van aangezicht tot. aangezicht zal zien, er.
dan... „Ken vrecoudijko beweging vergezelde
dezo laatste woorden.
Op den ochtend van den vierden dag wa
rpn ze al aan do grens van 'b land door de
Kussen veroverd zonder dat' m echter nog
een noodlottig sam en tr óf f e tri me t don vijand
1 hadden gehad. Zo luidden liu juist do vlu.ktc
bereikt on Verestchagin, die door zijn kijker
zag, riep
„Kijk, daarginds komt een Ruesisch offi
cier
En jawel, op conigcn afstand werd een
man in Russisch uniform zichtbaar^ dio een
Dus zou het geruimen tijd duren eer er vol
doende hulp naderbij was en intusschen
gingen do bewoners uiaar vast. het kost
baarste, wat zij in hun ruim huis bewaar
den in veiligheid brengen. Dat ^as een ge
ren en gevlieg door alle kamers heen
Ja, cn wat was nu hot gevolg? Dat Joko
vergeten werd! Doortje was wanhopend,
toen zij tot. die ontdekking kwam. Maar
hoeveel medelijden allen in huis ook met
haar hadden voor dat aapje mocht toch
geen mcnschcnlcven gewaagd worden. Ein
delijk viel Dora wat in. Ze klopte Leo eens
uitnoodigend op den rug, keok bem smee-
ken in de oogen cn zei zoo nadrukkelijk
mogelijk: „Toe, Leo! red toch Joko!"
Dat vermurwde don hond, ofschoon het
misschien een oogenblikjc in zijn re 0en kop
mag zijn opgekomen, dat hij blij was van
den vierhandigon kameraad verlost to zijn
het volgende moment bedacht hij zich toch
weer cn ging truts den verstikken den rook
heelema-al naar boven, naar Dora's kamer
tje en vond. daar Koodrokjc half be
wusteloos zitten. Hij sleurde hem mee eu
bracht hem heelhuids aan dc voeten van
zijn meesteresje, die hem haar hartgrondi-
gen dank uitsprak. Het aapje zlevo was
ook wol cenigszins onder den indruk en
heeft althans een maand zich good gehou
den: Leo geen haar uitgetrokken en hem
niet geplaagd!Of dit zoo blijven zal,
wie kan het zeggen?Maar dat het bee-
lc verhaal weer een staaltje van honden
trouw is, dat gevoelt iedereo liefhebber
■van die. goede vrienden der menschcn on-
middellijk.
Ter eere van zijn moeder.
Jolin Duruiing, do groot© reclilsgo'cerde,
die later Lord Ashburton werd, begon zijn
loopbanu zeer eenvoudig, maar tengevolge
van zijn hard werken, bad hij weldra een
groot fortuin vcrzaanc'.d.
Op zekeren dag gaf hij in zijn smaakvol
ingericht huis een dine»r ter cere van zijn
moeder. Deze vond dit echter een overbodi
ge weelde en het scheen haar zelfs verkeerd
voor een maaltijd zooveel gold uit te geven,
te verspillen, zooals rij zeide. „Ik waar
schuw je, jongen", zeide zij, tegen haar zoop,
„dat zulke dingeü verkeerd riju on liet einde
den Last zal dragen. Niemand zal mij kun-
neu verwijten, dat ik je tot dje buitöuspow
righcid heb overgehaald of er van geniet
daarom ga ik morgen met de diligence naar
Devonshire." En zij vertrok werkelijk, niot
tegenstaande haar zoon haar smeekte te
blijven.
soort paal in den grond sloeg, dat wat nader
•beschouwd, een fotografietoestel bleek te
rijn. Zoozoer schoen de Rub verdiept in het
opstellen van zijn machine, dat hij niet eens
zag, boe er gestalten uit het kreupelhout op
doken, met een scherp wapen in de hand!
Onmiddellijk rende ons groepje te paard
been, intusschen luid schreeuwende, zoowel
oin do moordenaars schrik aan te jagen, als
om den Rus te waarschuwen. L>eze Jaqtste
snapte het teeken, keerde met een ruk zijn
toestel om en do aanval 1 ere schenen dit voor
eeu soort kanon te houden en kozen het ha
zenpad, wat de fotograaf meteen een ge
schikte gelegenheid tot kieken aanbood.
Toen bet gezelschapje van Prins Starikoff
dit tooneelt.je bereikt had, zagen ze tot hun
niet geringe verbazing, dat de Kus nog een
zeer jong mensch moest, rijn, even ui de
twintig, met een nog bijna jongensachtig ge
laat en een aa.rdigen blonden krulkop
Zijn blik was evenwel gebiedend gonoeg
©n bij scheen gemaakt van hot bout waar
uit men groote. mannen euijdt..
Te midden vao die algemeen© opschud
ding, had niemand natuurlijk bijzonder op
Murad Bey galet en dus uiet gezien, boe
zijn gelaat ccn uitdtukking van groote
woede droeg, in ieder geval zeer onheil
spellend was
Als een tijger vloog hij op don officier
af, mot zijn pistool tot schietefi gereed, tor-
wijl hij gilde
„Eindelijk en ten laatste dan toch gevon
den 1 Dit is de vijand van mijn volk, de
man, die alle Muzelmannen kwaad .will"
Ook een soort van blindbeid.
Van kleurenblindheid hebben wij allen
wel eens gehoord, maar„woordbLind-
heid", is die jullie wel bekend? Dit is eeu
soort ziekte, van dc hersenen waardoor
iemand trots groote moeite niet in
staat is, zijn moedertaal nauwkeurig to
schrijven, en nog minder een vreemde taal.
Eu dat ccn dergelijke „woordblindheid"
uog niet eens zoo heel weinig voorkomt,
blijkt daaruit, dut schoolartsen op 200 kin
deren één geval van woordblindhcid vonden.
Dit schijnt te ontstaan door cle gebrekkige
ontwikkeling van d&t gedeelte der horsen eu
dat de indrukken der woorden ontvangt.
Dwergen onder de vogels.
Hiermede bedoeleu wij de kolibries,
waarvaji er in Amerika wel meer dan drie
hopderd soorten zijn de grootste daarvan,
die den naam van reuzenkolibric draagt, is
niet grooter dan ons levendig kwikstaartje.
De kleinste soort draagt den naam van
vliegenvogel en is niet veel groot-er dan een
bommel.
'De kolibries zijn ook trekvogels, die, als
het in de streek waar ze den zomer door
brengen. to koud wordt, naar warmere lan
den trekken.
Hun voeren zijn zeer verschillend, maar
alle prachtig gla.nzond. Zoolang de meus?hen
hun geen leed doen, jagen, of trachtten to
vangen, zijn zo volstrekt niet schuw. Zingeu
kunnon zo niet, alleen wat piepen en tjil
pen.
Onder liet vliegen laten ze evenwel een
brommend geluid hooren, dat wel wat over
eenkomt met het gegons van ccn meikever.
Ze zijn zeer zwak op de pootjes cn daarom
komt hot hun zeer tc pas, dat ze liever vlie
gen dan ritten.
Op don grond komen zo alleen om te
drinken. Zo vliegen zoowat als de vink dus
nooit in eeu -recht©-lijn, maar altijd zigzags-
gewijze. Hum voedsel bestaat alleen uit in
secten, die rij in de kelken der bloemeo
weten op te sporen. Daarom meende men
vroeger ook, dat ze honing uit de bloomen
baalden doch dab schijnt niet waar te
zijn.
De nestje-s van dio Lilliputters onder do
vogels zijn niot grooter dan eeu ganzenei
en zeer kunstig gebouwd.
Het bestaat uit fijne draadjes wol en
phiisjes cu als '"t veefs.il bevochtigd is,
lijkt net. net op vilt. Vooral van binnen is
bet buit ein cc woon zacht. Dc vorm van hun
snavel leent rich bijzonder tot den nestbouw.
In Suriname leeft een kolibrie zóó klein
Starikoff greep den man bij den arm cn
het mocht hem gelukken, hem het wapen
uit. de hand te slaan.
Do llus zelve scheen niets verbaasd of
verschrikt, maar zei alleen op zijn doodo
gemak
„Wat bctockent dat toch allemaal, hce-
rcji
„Lieve Hemelriep Starikoff verrast.
De heer Verestchagin was al lakoniek
maar dit overtreft toch alles! „Hoe heet
go jonginensch Dc Czaar zal uw onver
schrokken gedrag te weten komen cn Let
waardeeron."
„Duizendmaal dank. Mijn naam is Mi
chael Skebleff cn ik ben onder-luitenant in
het zooveclslc regiment infanterie."
Nu gaf Prins Starikoff uitlog van bet
vreemde gedrag van don Turkotnaan, doch
toen was er eeu groot verschil merkbaar
tiipschen de manier van opvatting dér bei
de heeren. l)e schilder had cr om gelachen,
doch de officier keek zéér, zéér ernstig cn
scheen juist bijzonder gewicht te hechten
aan dit heele voorval.
Hij trad voorzichtig naderbij lot aan do
plek waar de oude ma.n gebogen lag op
den grond met bet hoofd in cle handen cn
sprak hcru too als volgt:
„Wees niet boos, vadertje," sprak hij
vriendelijk tot den oude, „gij hebt uw best
gedaan, om mij te dooden, maar 't was niet
mijn lot, om door uw hand te vallenKn
wie kan zich nu verzetten tegen het 'ot,
dat hem eenmaal beschoren is? Als het de
wil van Allah is, om mij in dun oorlog tc
en licht, dat bij aan ccn palmblad vastkle
ven kau. De eitjes zijn zoowal ter groott©
van con erwt en bet wijfje legt er nooit meer
dan twee gelijk, waar ze 14 dagcu op zit te:
broeden.
Ingez. door. „Winnebou."
Een snuggere bol/
Een reiziger, die haastig in den trein is
gestapt, bemerkt dat liij ziju handvalies
beeft vcrgetei.
„Zeg vriend, loop jij eens gauw naar de
tweede klas wachtkamer en kijk cons of
je mijn' valies ook op ecu tafeltje ziet
6taan."
Dc jongen, tot wico deze woorden ge
richt zijn, vliegt als ccn pijl uit den boog
naar de wachtkamer, komt even later bui
ten adum terugloopcn en schreeuwt, ter
wijl de trein zich in beweging zet: „Ja
mijnheer, liet staat er nog!"
Ingez. door „Burgemeestertjo".
Z ij n schuld uiet.
Boerin: Hannes, zoudeu we het biggetje
niel. slachten voor ons 25-jarig huwelijk.
Boer: „Maar Mie, boe kom je daar nu
aan, wat kan dat beest er nu aan doen,
dat wij 25 jaar getrouwd zijn?"
Ingez. door.' „Kleine Pottcbakslertjc".
Uit dc school.
„Jan, wat zijn mummiën?"
„Ingemaakte mcnsc'ncn, meester."
Vcrpraa t.
Bezoeker: ,.Ts papa tliuis?"
Pietje: „Neen, papa is op reis."
Bezoeker: „En mama?"
Pietje: „Mama?Die zit ook in de
klcerenkast."
Een kruipend diertje.
Ouderwijzer: „Ken reptiel is een wezen,
dat slechts kan kruipen. Kom wie noent
me er nu eens een voorbeeld van op?"
Leerling: „Mijn kleine broertje, me
neer."
't K wa m ui t.
Jo: „Opa, ik ga niet naar buis, ik blijf
bij u."
Opa^ „Waarom, meisje?"
Jo,,lk moet thuis aldoor versjes leo
reu."
Opa: „Versjes lecrcn. Johanna cu waar
om
Jo: „Voor uw crjaardng, opa!"
zenden, dan kan niemand zich d.iartege^
verzetten. Kr is geen reden tot ha.it tus-
scben U cn mij. Laat óns vrienden zijn
Dit beroep op het geloof van den Muzel
man in ieders noodlot, was zeer handig ge
daan en terwijl de uitdrukking van Mu
rad s gelaat geheel veranderde sprak hij
met waardigheid
„Vijs gesproken, mijn zoon! Als liet do
wil van God is, dun zullen wij elkaar weer
ontmoeten maar voor zoolang althans wij,
vreemden zijn! Laat mij U uog eens goed in
liet gezicht zien
Dit zeggende boog hij zich over hot go-
laat van den jongen man cn voorspeld®
bem als volgt
Gij zijt een groot bevelhebber en Allah
moet inderdaad vertoornd zijn op dengene,
wien Hij zoo'n tegenstander in den weg
eruurt.
Doz© woorden waren in zooverre waar,
dab tien jaren later brei Europa rol bo-
wondering opzag tut generaal Skoblcff, die
het Turkse ho legér volledig verslagen lia 1,
cn prins Starikoff dacht toen nog wel eens
terug aan de vreemde profetie, die t-oeli
maar had gebleken, waar to zijn
Maar nu verklaarde de jonge officier,
boe hij hier kwam, om enkele plaatsen to
fotogravecrcn, die van belang waren voor'
het legen Daar hoorde Starikoff nu ook
tot zijn niet geringe ontsteltenis, dat Sa
ri arkand genomen was
(Wordt vervolgd).