N°. 16583. Maandag 23 Februari. Tweede Blad. A°. 1814. Gemeentezaken. FEU1LLETO N. Buitenlandseh Overzieht. LEIDSCl DAGBLAD Benoemingen. In verband met do mededeeling - van A. A. van Wijngaarden, dat hij zijn-sollici tatie naar de betrekking van adjunct- keurmeester bij den keuringsdienst vaftreet- en drinkwaren intrekt, wordt doo-r B. -en W. den Raad een nieuwe voordracht aan geboden bestaande uit lo. G. Huizer, te Rotterdam, 2o. H. 0. Swarts te Dokkum en 3o. W. F van der Broek te Leiden. Ter voorziening in de vacatures voor lid der commissie tot wering van schoolver zuim ontstaan ten gevolge van de periodie ke aftreding van de heeren P. G. Hoeks en D. F. Mayer, worden aanbevolenvaca ture Hockslo. P. G. Hoeks2o. F, W. Zeelenbergvacature Mayerlo. D. F. Mayor; 2o. F. A. Dee. Kervol ontslag;. Door B. en W. wordt voorgesteld aan dr. J, L. Andreoe op diens verzoek met in gang van 1 Sept. eervol ontslag te ver- leenen uit zijn betrekking van directeur van de H. B.-S. voor Jongens, ea met in gang van 1 April eveneens aan mej. A. G. Borgording als onderwijzeres in de hand werken aan de school 3de klasse No. B. Verpachting; -van den Burcht en de Graanbeurs. Door den heer A. Backer pracht er van den Burcht en de Graanbeurs is B, en W. ver zocht de op 30 April afloopcndo pacht van de exploitatie dezer inrichtingen, voor 5 jaren te 'willen verlengen, tegen de be staande pachtsom van ƒ2300 per jaar en een rentevergoeding van 32.27^ por jaar voor de door de gemeente gemaakte kos ten der electrische installatie in die gebou wen, en verder onder de nu geldende voor waarden. Laatstelijk werd deze pacht, voor den tijd van één jaar bestendigd. Waren er destijds redenen om de paelit voor slechts één jaar to verlengen, in het algemeen is het verpachten van inrichtingen als deze voor zoo korten termijn uit den aard der zaak noch in het belang van do gemeente, noch in dat van den pachter. Yoordat B. en W. omtrent een nieuwe onderhandscho verlenging van de pacht hun oordeel ves tigden, hebben zij dan ook, evenals ten vo- rigch jare, inzage genomen van do door tien pachter gehouden boeken. Uit dat onderzoek en de later gehouden besprekingen bleek hun, dat, wil de pachter zich uit do exploitatie een behoorlijk be staan verschaffen een hoogcre pachtsom al thans in - den eersten tijd, niet gevorderd kan worden. Daarbij in het oog houdende dat clo tegenwoordige pachter de exploitatie zeer goed behartigt en daarmee do be langen der gemeente rechtstreeks zijn ge baat, zijn B. en W. tot de overtuiging ge komen, dat het houden van een openbare verpachting niet wenschelijk is, maar een ondershandsche verlenging van de bestaan de pacht de voorkeur verdient Daarom stellen zij voor aan den heer Backer op de oude voorwaarden voor den t ij d van vijf jaren do exploitatie van Burcht en Graanbeurs we der te verpaohten. Ontslag; van de pacht der Stadsgehoorzaal. Door B. en W. wordt voorgesteld in gun- stigen zin te beschikken op liet verzoek van den heer Th. J. Heins, pachter van (le bediening van de buffetten in de Stadsge hoorzaal, om hem met ingang van 1 Mei a.s. van de pacht te ontslaan op grond van zijn minder gunstigen gezondheidstoestand. Indien de Raad zic-h met dit voorstel 69 „Ja", hernam Job, met zijn cigenaar- digen glimlach, „dat heb ik u nog niet gezegd. Het toeval, of het geluk, of de ■Voorzienigheid, of wat ook het lot der menschen bestiert, of hen zichzelven laat leiden, deed mij vanmiddag een wandelin getje doen". Hij lachte weder en ging voort: „Die slang, waarvan gij spreekt, laat een spoor na evenals een slak. Ik liep in „Do Luidende Klok" aangij kent die herberg wel? Niet zoodra zag Parker mij, of hij liep met zijn gewone beleefd heid: „Spreek van den drommel, en daar heb jo mijnheer Round". Toen ik hein vroeg wat dat beteekende, vernam ik, dat een vreemde heer mijn forsche gestalte bewonderd had, en toen hij miin naam hoorde, zich mij dadelijk "herinnerde. Hij herinnerde zich Pincher ook. Pincher schijnt do leiddraad van mijn vriend te wezen. Laten wij zien hoever die hem brengen kan". Hij zweeg een oogonblik, fronste zijn wenkbrauwen, en zelfs door zijn baard heen kon Armstrong zijn ondorkaak zien voor uitsteken, bij hom het gewone bewijs van hardnekkige vastberadenheid. „Joh", riep Armstrong, door deze tee- keuen, die hij maar al te wel kende, ver ontrust, „donk aan Sara; denk aan niets anders". „Wacht even", zeide Job, met de hand tegen hem wuivende. „Zijt gij zeker, dat gij mij het eerst genoemd hebt? Niet dat hot er juist veel op. aankomt". kan vercenigen, is het voornemen zoo spoe dig mogelijk tot een openbare verpachting van de bediening der buffetten voor den tijd van 6 jaren over te g&an op de be staande voorwaarden. Alleen komt het B. en W. met de Commissie van Fabricage rationeel voor, dat een 93-tal tafeltjes, die thans eigendom van den pachter zijn, door de gemeente worden overgenomen, aange zien ook de stoelen aan de gemeente toe- behooren en zij over de tafeltjes nu en dan, o.a. bij examens, de beschikking moeten heb ben. Zij vertrouwen, dat tegen do overne ming ook bij den Raad geen bezwaar zal bestaan. Volgens de taxatie zal deze over neming een uitgave van 93 x. ƒ1.50 139.50 vorderen. Wijziging in het tariet op liet wegen van vee. Nu het voorstel in zake de uitbreiding der vee- en vleeschkeuring met een stelsel matig onderzoek op trichinen van varkens en varkensvleesGh is aangenomen, dient, art. 2 sub XIII der verordening, regelen de de heffing van belastingen voor het ge bruik van het Openbaar Slachthuis, uit die verordening te vervallen. Van deze gelegenheid wenscht de Com missie voor het Openbaar Slachthuis tevens gebruik te maken, om nog eenige andere wijzigingen der verordening in overweging te geven. O.a. stelt de Commissie eenige verande ring voor in het tarief voor het wegen van vee (art. 2 sub IV) en wel in dien zin, dat onderscheid wordt gemaakt tusschen de tarieven voor het wegen van levend vee en die voor het wegen van geslacht vee. Voorzooveel betreft het levend vee, wil de Commissie het tarief voor zgn, „groot vee" (stier, os, koe, vaars, pink, paard enz.) on veranderd op f0.25 per stuk laten; voor het wegen van kalveren en varkens stelt zij echter een verhooging voor van fO.lö op f 0.20, terwijl het weegloon voor het overigo „klein vee" in levenden staat volgens haar op f0.15 gehandhaafd kan blijven. Het tarief voor geslacht vee zag de Com missie daarentegen gaarne verlaagd en wei met betrekking tot het „groot vee" van f0.25 tot f0.15 en met betrekking tot. bet „klein vee" van £0.15 tot 0.10 per stuk, terwijl dan in verband met deze wijziging het verlaagde tarief bij vooruitbetaling voor 50 dieren zou kunnen vervallen. Tegen het voorstel tot verhooging kan naar het oordeel der Commissie geen be zwaar bestaan, aangezien het weegloon voor levend vee in vergelijking met do ta rieven in andere gemeenten hier ter stede niet hoog is te noemen. Het verlagen der tarieven voor geslacht vee vesp. met fO.10 en f0.05, zoodat deze gelijk worden aan de verlaagde tarieven bij vooruitbetaling en deze laatste dus kun nen vervallen, acht de Commissie aan te bevelen, omdat in de praktijk voor het ge slacht vee toch reeds algemeen dit lager tarief wordt betaald. De verkoop bij 50 weegkaartjes tegelijk geschiedt nl. niet, zooals bij de invoering de bedoeling was, aan de particuliere slagers, maar aan de bestuursleden der slagers vereenigingen die op hun beurt de kaartjes aan de leden hunner vereeniging tegen betaling uitdee- len. Dientengevolge worden feitelijk alle leden der genoemde vereenigingen reeds tegen het verlaagde tarief bediend, zonder dat de met do invoering van het „abonne ment" beoogde voordeelen voor het Slacht huis, Ket. toenemen van het wegen ten be hoeve van de „geabonneerden" worden be haald. Om deze reden, alsook met het oog op de administratieve bezwaren, aan het abonnementstarief verbonden, is de Com missie daarom van meeniug, dat tot de „Ik heb u het eerst genoemd", antwoord de Armstrong toornig, „maar ziet ge dan niet klaar en duidelijk hoe het is? En dat nog wel na alles, wat ik u gezegd heb?" „Er zou niets vreemds in zijn", hernam Job, zonder op deze uitbarsting te letten, „als er toevallig morgenavond voor u wat in den weg was gekomen. Er "zou ook niets vreemds in zijn, als ge, in weerwil daarvan, dien heer toch in de gelegenheid wildet stellen om schaak te spelen. En nu ge mij reeds als een schaakspeler genoemd hebt, zou het volstrekt niet te vorwonderen zijn, als ge mij hadt verzocht in uw plaats to gaan". „En waar zou dat voor dionen?" vroeg Armstrong ernstig. „Wel," antwoordde Job, „in de eerste plaat3 zou het zeker liocl vermakelijk zijn, en ten tweede kan hot zijn nut hebben". „Job, ik geloof, dat ge op den rand van een afgrond danst". „Volstrekt niet-. Zoo heb ik al twintig jaar gedanst". Job lachte,- en beide zijn forsche handen vooruitstekende, nam hij den kleinen, grijzen man bij do schouders. „Kom, kom, vader Armstrong, ken mij, ten minste, een greintje voorzichtigheid toe". „Er staat maar één weg voor u open, en als gij dien niet inslaat, hebt ge geen grein tje voorzichtigheid in uw heele lijf". „En dio weg is?" „Ton spoedigste Engeland to verlaten, on dien man to gauw af to zijn Hoe lang denkt ge, dab die geheime spion te ver- schalkeu zal wezen 1 Go kunt niet iedereen in Castle Barüielcl waarschuwen. Luister! Wat is dat?" Het openen en dichtslaan van liet tuin hek klonk in do stilte.van den avond. „'t Is Sara, dio thuiskomt," zeide Job. nieuw voorgestelde tarieven moet worden besloten. Tenslotte geeft de Commissie in overwe ging verandering te brengen in den aanvang en den duur van het koeltijdperk cn in ver band daarmede art. 2 eub VI eenige wijzi ging te doen ondergaan, waarna deze ver andering dan ook kan worden aangebracht in de verordening op het gebruik van het Slachthuis. B. en W. kunnen zich met de door de Commissie voorgestelde veranderingen in de tarieven volkomen voreenigen. De ver andering in den aanvang en den duur der koelperiode behoeft o.i echter alleen in de verordening op het gebruik van het Slachthuis, waarin reeds verschillende wij zigingen door de Commissie zijn voorgesteld in een afzonderlijk rapport, te worden op genomen, terwijl dan in de lieffingsverordc- ning uitsluitend met een verwijzing naar die verordening kan worden volstaan. Zij geven daarom den Raad in over weging bovenstaande wijzigingen in de des betreffende verordening aan to brengen. Salai'igvei'ljooging van Secretarie' beambten. In de Raadsvergadering van 25 Sept. 1913 werd overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten de periodieke verhoogingen voor de klerken en adjunct-commiezen ter ge meente-secretarie niet langer om de 3 jaar, dtoc-h telkens na 3 jaar in uitzicht te stellen en bovendien te bepalen dab klerken in het bezit van het diploma, afgegeven door de Ne- derlandsche vereeniging voor gemeentebe langen wanneer zij ged-urende twee jaren bun maximum-wedde hebben genoten bij ge bleken geschikheid, worden bevorderd tot adjunct-commies. Tevens werd toen de mi nimum jaarwedde der klerken zonder diplo ma van f 500 gebracht op f 550, doch bleef het maximum bepaald op f 700 's jaars. Een eigenlijke verhooging van de jaarwed den had dus niet plaats en wel met het cog op de daaraan verbonden kosten en de met een dergelijke verhooging noodzakelijk ge paard gaande verandering in de ra-ngver- deeling der ambteiia-ren ter secretarie. Vol gens den bestaanden toestand toch sluiten de salarissen in de verschillende rangen aan elkander aan. De klerken genieten n. 1. een jaarwedde van f 550—f 700, (f625—f 700 voor de gediplomeerden), de adjunct-commiezen van f 800—f 1000, da commiezen 2de klasse van f 1100f 1300, de commiezen 1ste klasse van f 14C0f 1700. de hoofclcoimniezen van £1600£2-100 (de chef der afdeeling „Alge- meene Zaken'' van f 2000—f 2600). Indien men derhalve verleden jaar zonder meer was overgegaan tot verhooging van de salarissen der jongere ambtenaren, zou óf heb verbarrl tusschen de verschillende traktementen ge heel zijn verbroken of ook een verhooging van de hoogere ambtenaren noodzakelijk ziju geworden. En dit laatste achtten B. cn W. toen, na de kort tevoren plaats gehad heb bende salarisverbetering voor de hoogere ambtenaren niet n oodig. Om deze redenen aarzelden zij in Septem ber j.l. voor te stellen tot verhoogïng voor de jongere ambtenaren te besluiten, iii de hoop, dab, althans voorloopig, in de voor gestelde nieuwe regeling een correctief ge vonden kon worden tegen hun onvoldoen de salarieering. Die hoop is echter niet verwezenlijkt. Bij vacatures steeg heb aantal sollicitanten niet noemenswaard, terwijl do benoemden zoo spoedig mogelijk naar een beter bezoldigde betrekking elders omzagen, aangezien zij van hun salaris, ook ongetrouwd, eenvoudig weg niet in hun levensonderhoud konden voorzien. Een en ander heeft B. en W. de overtui ging geschonken, dat de thans geldende re geling niet langer kan worden gehandhaafd, Thans zijn toch niet alleen in Haarlem en Arnhem, d'ooh ook in veel kleinere gemeen ten clan Leiden, de salarissen belangrijk gunstiger voor de betrokken personen. Meenen B. en W. derhalve met langer te mogen wachten, om voor te stellen tot ver hooging der salarissen voor de jongere amb tenaren over te gaan, dan zal daarmede, noodzakelijk gepaard moeten gaan een wij ziging in de rangverdeeling der ambtenaren ter secretarie. Deze wijziging zou dan hierin moeten bestaan, dat de bee taande rangen van commies. 2dë> klasse eu commies 1ste klasse worden samengesmolten tot één rang, die van commies, terwijl dan alleen voor cte tegenwoordige commiezen lïïte klasse ca voor bijzondere gevallen die titel zou kunnea blijven behouden met een daaraan verbon den toelage van f 100 's jaars. Een dergelijke regeling bestaat ook ten op zichte van de inspecteurs van politie alhier. Volgens de door B. en W. ontworpen nieu we salarisregeling bedragen de jaarwedden van de klerken: f 600f 900, met drie ver hoogingen ad f 100, telkens na 2 jaar dienst als zoodanig, terwijl bij het bezit van het meergenoemde diploma de eereto verhoo ging direct wordt toegekend; van de odjunct-commiezen:£ 1000—f 130G, met drie verhoogingen ad 100, telkens na 2 jaar dienst als zoodanig; van de commiezenf 1400f 1700, met drie verhoogingen ad f 100, telkens na 3 jaar dienst als zoodanig, terwijl, zooals wij reeds zeiden, voor hen, aan wie de titel commies lste klasse wordt toegekend, de bezoldiging f 100 hooger is. Voor de bevolkingsagenten, wier jaarwed de thans f 800f 1000 bedraagt, d. i. gelijk aan de tegenwoordige bezoldiging der act- junct-commiezen, zouden zij een derde ver hooging in uitzicht willen stellen, zooclat hun jaarwedde d!an bedraagt: f 800—f 1100, met drie verhoogingen ad f 100, telkens na 2 jaar dienst als zoodanig. Bij het tot standkomen dezer regeling zul len de tegenwoordige commiezen Me klas- ee worden benoemd tot commies, terwijl de in functie zijnde commiezen lste klasse dien titel uit den aard der zaak behouden. Bij invoering van cle nieuwe regeling op 1 Juli a. s- zal ten laste van den dienst 1914 een hoogere uitgave kernen van pl.m. f 75Ó. cn ten lasta van het jaar 1915 van pl.m. f 1500. Op grond van een en ander geven B. en W. mitsdien in overweging over te gaan tot vaststelling van de desbetreffende verorde ning. Geen landaankoop. Door den heer B. L. de Ridder te 's-Gra- venhage zijn eenige pereeelen weiland, groot c.a. 1-lH.A. en gelegen onder de gem. Zoeterwoude in den Cronensteinscben pol der bezuiden den spoorweg LeidenWoer den, aan onze gemeente te koop aangeboden voor f 4-500 per H.A., d.i. totaal voor pim. f 63.000. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat op dit aanbod niet moet worden ingegaan. Zooals uit de ter visie liggende teekening blijkt, vormt het aangeboden terrein geen mooi aaneengesloten geheel; het grenst slechts aan één zijde aan een bestaanden verkeersweg, zoodat het achterliggend land moeilijk te bereiken is en in de toekomst slechts bereikbaar zal zijn, nadat verschil lende straten, die een groot deel van het gekochte terrein in beslag nemen, zullen zijn aangelegd. Gedurende do eerste jaren zal de gemeen te van het land, dat buiten haar tegen woordige grenzen ligt, weinig profijt kun nen trekken, doch ook wanneer liet terrein te eenigor tijd tot het grondgebied \an Leiden zal zijn gaan behooren, ook dan nog zal cle waarde als bouwterrein niet groot kunnen zijn, omdat het terrein ach ter de spoorbaan ligt en nog voor een deel is afgekleid. Op grond daarvan stellen B. en W. voor niet tot den aankoop over te gaan. Zoo is dus toch, na ESSAD PASJA al de verschillend© BIJ DEN tegenstrijdige ge- 'PR-INS VON V IED, rucliten, die in da laatste maanden do ronde hebben gedaan, de prins Von Wied vorst van Albanië geworden. Hij kan nu gaan probeeren, hoe hem het regeeren be valt in dit wespennest. Want Albanië is toch nog maar een roerig landje. Toen de Albaneezen te Neuwied aankwa men, droegen allen rok en lioogen hoed. De nationale dracht was afgeschaft vo-or de ze plechtigheid. Duizenden menschen stonden op het sta tionsplein en juichten de Albaneezen toe. Op weg naar het paleis werden ze ook uit de vensters toegejuicht. Essad pasja hield in het Albaneesch de volgende rede: Do afvaardiging, als wier president ik de hoogo eer heb mij voor te stellen, komt tot u met het verzoek de kroon en den troon van het vrije, onafhankelijke Alba nië te aanvaarden. Zij acht zich gelukkig d© zending, waarmede Albanië haar heeft be last, te ku.nen vervullen. Ons volk dat bij andere gelegenheden voor zijn onafhanke lijkheid zoo hardnekkig heeft gevochten, heeft rampspoedige tijding moeten doorle ven, maar nooit heeft het 't roemrijk ver leden, nooit zijn Albaneesch karakter verge ten en steeds den nationalen geest en de zeden en gebruiken zijner vaderen weten te bewaren. De staatkundige veranderin gen, in den laatsten tijd op den Balkan "tot stand gekomen, do zorg en de hulp der mogendheden hebben Albanië in staat ge steld zich tot een vrijen en onafhankelijkcn staat te vormen. De prins antwoordde in het Duitsch, sprak alleen het „Leve Albanië" in het Albaneesch uit. Hij uitte zich als volgt: Uit geheel Albanië zijt gij hierheen ge komen, om mij den troon van uw land, dab na oorlogen en moeilijkheden eindelijk de vrijheid heeft herkregen, aan te bieden. Ik heb er prijs op gesteld u hier in inijL voorvaderlijk slot te ontvangen, opdat gij mijn vaderland zoudfc leeren kennen. Het wa-s mijn wensch, dat een afvaardigng uit Albanië tot mij zou komen om mij uit naam van het Albaueesche volk de kroon van heb land aan te bieden. Nadab do groot© mogendheden mij als vorst van uw land hadden gekozen en mij waarborgen en steun beloofd, heb ik besloten de kroon aan te nemen. Ik ben daartoe niet licht vaardig, cloch eerst na langdurig overleg overgegaan. Nu ik liet besluit genomen heb, aanvaard ik van ganscher harte mij li nieuwe taak. Ik hoop in alle Albaneezen ijverige en trouwe medewerkers te vinden tor verdere ontwikkeling van den staat. Ik hoop dat gij mij hetzelfdo vertrouwen voor den gemeenschappelijken arbeid zult schen ken, als ik het u doe. Dankbaar heb ik van u cle verzekering van trouw, die in Albauiö inheemsch is, vernomen. Met dien trouw cn den steun van alle Albaniërs zal het ons naar ik hoop gelukken, Albanië een gelukkige, roemrijke toekomst te bereiden. Leve Albanië I De prins schudde hierop alle heeren d© hand. Na afloop hebben de afgevaardigden met de prinselijke familie en de vertegenwoor digers van het stadsbestuur van Neuwied gedineerd. „Wij zullen er niet meer over spreken. Morgen kom ik bij u". „Denk aan heb meisje, Job", fluisterde Armstrong, een hand op zijn arm leggende en hem smeekencl aanziende. „Man", zeide Job, en zijn zware stem trilde, „wat heb ik anders op de wereld om aan to denken?" Hij -ging cle deur opendoen en verwel komde zijn dochter schertsend. „Rozen, die het goheele jaar doorbloei- en", zeidc hij, haar in de wang knijpende. „Dat is juist een keinkind voor u, vader Armstrong, cle vermenging van het Schot- scbe en het Staffordshiresche Maar toen Armstrong met een bezwaard hart was heengegaan en Sara naar haar kamer was om zich ter ruste te begeven, zat Job alleen bij den haard, met "zijn voe ten op het haardijzer, zijn elleboog op de knie, en de hand onder het hoofd. Een uur verliep, en hij bewoog zich nauwelijks. Een akelig uur was hebl Eeu uur van na denken over heb verleden, het onherroepe lijke. Huiselijke tooneelen kwamen hem voor den geest, die, hoe zoet en fceeder ook op zichzelven, het hart deden bloeden, en tooneelen in vreemde landen, van ge vaar, woeste losbandigheid en één zware misdaad. Eindelijk wierp hij zich met over elkan der geslagen armen m zijn stoel achter over, en terwijl hij in heb uitdoovende vuur staarde, mompelde hij, met een doffe en trillende stem: „Ik kan niet gelooven, dat Hij zoo is. 't Is eon Joodsche geest, van een streng oud ras, dat wraakzuchtig was en dacht, dat Hij het ook moest ziiu. Rechfcvaardig- 1 held? Al de rechtvaardigheid moge mij treffen, als God het kind maar spaart!" In zulk een hartstochtelijk ontroerde ge moedsstern niing stond hij op, sloop op do teenen als een dief de kamer uit, opende stil de voordeur, deed die even stil achter zich dicht, en liep den tuin in. Heb was een liefelijke, geurige avond en een heldere •sterren-lucht. Aan heb eincle van den tuin gekomen, sprong hij vlug de lage heg over en snelde heb veld langs. Bij do volgende heg hield hij stil, wierp zich in zijn volle lengte op het gras neder, met het gelaat benedenwaarts, en lag daar een poos als een doodo, totdat hem een snik ontsnapte en hij van het hoofd tot de voeten beefde. Nog een snik, en nog een volgden, folte rend voor ziel en lichaam, en weder lag Rij stil. Hij kon geen tranen storten, want tranen zijn het begin van genezing. Een zwakke of teedordev of minder hals starrig trotsch man zou reeds lang, indien hij zoo geloofde als Job, zijn toevlucht tob berouw gezocht hebben, maar dat stuitte hem tegen do borst, dab 6cheen hem het toppunt van lafhartigheid toe. Hoe? Hij zou vreezen voor iets, dat hom kon over komen? Nimmer! In het aangezicht van God en menschen en de onzichtbare heir- scharon, nimmer Hij had zijn moeder liefgehad zooals elk rechtgeaard zoon zijn moedor liefheeft; hij had zijn vrouw bemind zooals de meeste mannen hun vrouw beminnen; maar rijn kind droeg hij de innigste, teederste vader lijke liefde toe. Zij was zijn oogappel, zijn alles. Om haar te redden zou hij zelf een verworpeling willen zijn, en hij had haar een vloek vermaakt l D® nacht werd hoe langer hoe dolleer* dor, totdat eindelijk <le eerste sohemoring van den dageraad aanbrak. Zes uren lang had hij als een steen gelegen, toen hij het hoofcl ophief en om zich heen zag; zijn haar eu baard waren doornat van den dauw. Hij stond op, en liep met zijn gewonen, vasten tred naar huis, maar toen hij cle lage heg was overgeklommen en weder in den tuin was, begon hij een weinig dui zelig te worden en moest zich een oogen- blik aan den stam van een knoestigen ap pelboom vasthouden. Do klok van de na burige kerk sloeg zes en de klok van den ouden Normandischen toren, een mijl ver over de stille velden, antwoordde er op, toen hij zijn woning binnentrad. Het vuur was uitgedoofd eu de lamp flikkerde nog slechts flauw. Hij deed cle deur op slot, trok zijn laarzen uit, hield zijn pantoffels iu do haPd, blies do lamp uit en sloop de trap op. In donker in zijn kamer ge komen. viel hij op zijn bed neder en toon het daglicht door de venstergordijnen drong, bescheen het zijn forsche leden, ter wijl hij op zijn gemak uitgestrekt lag en zoo gerust sliep als een kind. Drie uren later ontwaakte hij, en na zich met een bad verfrischt te hebben, ging hij naar beüeden om te ontbijten. „Gij zijt vanochtend laat, vader", zeide Sara, een bord met eieren en spek voor. hem nederzettende cn zijn koffio inschen kende. „Het was negen uur, toeu ik wakker werd" antwoordde hij, op zijn gewonen toon, en zonder meer te zeggen begon hij to eten cn to drinken. Sara liep heen en weer, en neuriede bij zichzelve, zoo verg©' noegd als jeugd en gezondheid haar slechts konden maken. (Wordt vervelgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1914 | | pagina 1